Heel de aarde had. één taal en eendere woorden. Hoeveel talen werden op aarde voor de zondvloed gesproken? De toren van Babel.

Transcriptie

1 De toren van Babel. De toren van Babel. Hoeveel talen werden op aarde voor de zondvloed gesproken? Genesis 11:1 Heel de aarde had 1 één taal en eendere woorden.

2 Welke opdracht had God de mens gegeven? Genesis 9:1 1 Toen zegende God Noach en zijn zonen en Hij zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk en vervul de aarde!

3 In welke vlakte gingen vele mensen wonen? Genesis 11:2 En het gebeurde, toen zij naar het oosten trokken, dat zij een vlakte in het land Sinear vonden. 2 De schoonheid van deze streek trok hen aan, alsook de vruchtbaarheid van de bodem, en ze besloten deze vlakte tot hun tehuis te maken.

4 Wat zeiden de mensen in Sinear tegen elkaar? Genesis 11:3 3 En zij zeiden allen tegen elkaar: Kom, laten wij kleiblokken maken en die goed bakken! En de kleiblokken dienden hun tot steen en het asfalt diende hun tot leem.

5 Hoe hoog moest de toren worden? Genesis 11:4, eerste deel 4 En zij zeiden: Kom, laten wij voor ons een stad bouwen, en een toren waarvan de top in de hemel reikt, De prachtige toren, die tot in de hemel zou reiken, zou een monument zijn van de macht en de wijsheid van de bouwlieden, en hun roem zou van geslacht tot geslacht in herinnering blijven.

6 Wat wilden de mensen beslist niet? Genesis 13:4, laatste deel anders worden wij over heel de aarde verspreid! God had bepaald dat de mensen zich over heel de aarde zouden verspreiden, om deze te bevolken en te onderwerpen; maar deze bouwers van Babel besloten bijeen te blijven en een rijk te stichten dat tenslotte heel de aarde zou omvatten.

7 Werd het bestaan van God ontkend? De bewoners van de vlakte van Sinear geloofden niet in het verbond van God, dat Hij nooit weer een zondvloed op de aarde zou doen komen. Velen loochenden het bestaan van God en schreven de vloed toe aan natuurlijke oorzaken. Anderen geloofden in een opperwezen, en dat dit opperwezen de wereld van voor de vloed had verdelgd; en hun harten kwamen, evenals dat van Kaïn, tegen Hem in opstand.

8 Wat was God van plan te doen? Genesis 11:6 6 en de HEERE zei: Zie, zij vormen één volk en hebben allen één taal. Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn.

9 Genesis 11:7 7 Kom, laten Wij neerdalen en laten Wij hun taal daar verwarren, zodat zij geen van allen elkaars taal zullen begrijpen. Op welke wijze gaf God daar vorm aan?

10 Hoe kreeg de verwarring vorm? De toren had een grote hoogte, en de werklieden boven konden niet rechtstreeks spreken met de werklieden aan de voet van de toren; daarom werden op verschillende hoogten mannen geplaatst om opdrachten voor het benodigde materiaal of andere aanwijzingen door te geven. Terwijl de boodschappen op deze wijze werden doorgegeven, werd de spraak verward, zodat materiaal werd gestuurd wat niet gevraagd was en de aanwijzingen tegenovergesteld waren aan datgene wat men bedoelde.

11 Waar staat de naam Babel voor? Genesis 11:9 9 Daarom gaf men haar de naam Babel; want daar verwarde de HEERE de taal van heel de aarde, en vandaar verspreidde de HEERE hen over heel de aarde.

12 Is wat de mensen beslist niet wilden uiteindelijk toch gebeurd? Genesis 11:8 8 Zo verspreidde de HEERE hen vandaar over heel de aarde, en zij hielden op met het bouwen van de stad.

13 Welk teken gaf God de mens? Genesis 9: En God zei: Dit is het teken van het verbond dat Ik geef tussen Mij en u, en alle levende wezens die bij u zijn, alle generaties door tot in eeuwigheid: 13 Mijn boog heb Ik in de wolken gegeven; die zal dienen als teken van het verbond tussen Mij en de aarde.

14 Welke belofte gaf God? Genesis 9: Het zal gebeuren, als Ik wolken boven de aarde breng en de boog in de wolken gezien wordt, 15 dat Ik aan Mijn verbond zal denken, dat er is tussen Mij en u en alle levende wezens van alle vlees. Het water zal niet meer tot een vloed worden om alle vlees te gronde te richten. 16 Als deze boog in de wolken is, zal Ik hem zien, en denken aan het eeuwig verbond tussen God en alle levende wezens