Praktijkproef Baby Big XL

Transcriptie

1 Praktijkproef Baby Big Om een duidelijker beeld te krijgen van de prestaties van biggen, gevoerd met Baby Big en de gebruikelijke kleine korrel, zijn 12 verschillende praktijkproeven opgezet op 11 bedrijven. De opzet en resultaten komen aan bod in de volgende secties. Proefopzet Op 11 verschillende bedrijven zijn de prestaties van biggen gevoerd met Baby Big en een gebruikelijke kleine korrel uitgetest. Bij elk bedrijf zijn minimaal 10 tomen geselecteerd welke in dezelfde periode afbigden. Vervolgens werden de twee types voeders (Baby Big en Kleine Korrel) evenredig verdeeld over de tomen. Hierbij werd rekening gehouden met de zeugcyclus om zeuginvloed zo veel mogelijk te beperken. In elk bedrijf zijn gelijke voerbakken gebruikt waarbij altijd voer beschikbaar was. De biggen kregen het proefvoer (Baby Big of kleine korrel) aangeboden van dag 4 tot dag 18 na geboorte. Na dag 18 kregen alle biggen eenzelfde bedrijfsspecifiek voer. Biggen werden gewogen op dag 4 en dag 18. Ook werd de hoeveelheid biggen per toom genoteerd en uitval bijgehouden. Elke dag werd de voeropname van de biggen genoteerd en op dag 18 werd de totale voeropname van ieder toom bepaald. Bij 6 bedrijven zijn ook de prestaties van de biggen na spenen gemeten. Hiervoor zijn de biggen zowel op de speendag gewogen als 14 dagen erna. Voeropname registratie bleek door de manier van voeren onmogelijk te zijn en is hierdoor niet meegenomen. Resultaten Voeropname Baby Big hoger t.o.v. kleine korrel in het kraamhok De voeropname bij biggen, van dag 4 t/m 18, gevoerd met Baby Big en een kleine korrel, is bij 11 verschillende bedrijven bepaald, door middel van 12 proeven. De onderstaande tabel (Tabel 1) geeft de opname in procenten weer van de Baby Big tov de huidige kleine korrel. Alle bedrijven laten een verhoging in voeropname zien bij het voeren van de Baby Big. Deze opname verhoging varieert van een 12 procent hogere opname tot een bijna 3 maal hogere opname van dag 4 tot dag 18. Gemiddeld genomen over alle proeven nemen biggen 51 procent meer voer op bij het voeren van de Baby Big in vergelijking tot een kleine korrel. Tabel 1: voeropname Baby Big t.o.v. kleine korrel, genoteerd in %, voor alle 12 proeven. Voeropname werd dagelijks genoteerd van dag 4 tot dag 18. Bedrijf Opname tov kleine korrel in % 1 114% 2 213% 3 124% 4 178% 5 130% 6 282% 7 114% 8 139% 9 127% % % % Gemiddeld alle bedrijven 151%

2 Voeropname in % Grafiek 1: Grafische weergave van de voeropname van Baby Big t.o.v. kleine korrel, genoteerd in %, voor alle deelgenomen bedrijven. Voeropname werd dagelijks bepaald van dag 4 tot dag % 280% 230% Opname kraamhok van Baby Big t.o.v kleine korrel 180% 130% Kleine korrel Baby Big 80% Toespitsing van bedrijven met een lage voeropname in het kraamhok (<64gram/toom/dag) en bedrijven met een hoge opname in het kraamhok (>64gram/toom/dag) laat zien dat bedrijven met een relatief lage standaard voeropname in het kraamhok een sterkere voeropname stijging toont bij het verstrekken van de Baby Big dan bedrijven met een relatief hogere standaard voeropname (Grafiek 2 en 3). Twee bedrijven met een lagere standaard opname in het kraamhok laten een verhoging in opname zien van boven de 200 procent. Bij de bedrijven met een al hoge standaard opname in het kraamhok is de hoogst geziene verhoging in voeropname 80 procent. Grafiek 2: De voeropname van Baby Big t.o.v. kleine korrel, genoteerd in %, voor bedrijven met een lagere standaard opname van kleine korrel dan 64 gram/toom/dag in het kraamhok. Voeropname werd dagelijks bepaald van dag 4 tot dag % 250% 200% Voeropname Baby Big t.o.v kleine korrel bij bedrijven met lage opname < 64 gram/toom/dag 50% 0%

3 Voeropname in % Grafiek 3: De voeropname van Baby Big t.o.v. kleine korrel, genoteerd in %, voor bedrijven met een hogere standaard opname van kleine korrel dan 64 gram/toom/dag in het kraamhok. Voeropname werd dagelijks bepaald van dag 4 tot dag % Voeropname van Baby Big t.o.v kleine korrel bij bedrijven met hoge opname >64 gram/toom/dag 50% 0% Groei op dag 18 Op dag 18 zijn alle tomen per bedrijf gewogen. Per bedrijf waren minimale verschillen in de gewichten van de tomen te zien. Conform de verwachting is het gewicht hetzelfde bij een hoge of lage opname van vast voer. Dit is te verklaren met het feit dat de 4.5 kg groei van de big op dag 18 hoofdzakelijk te danken is aan de energiewaarde van melk. Melk (tot d18) levert een big ongeveer ME aan energie op. Wanneer een big tot dag 18 in totaal 200 gram Baby Big geconsumeerd heeft dan heeft dit een totaal van 25 EW= 154 ME aan energie. Dit is een totaal van 0.5 procent tov melk. Dit aandeel is te klein om invloed op het biggewicht te hebben. De big eet tot dag 18 dan ook niet uit behoefte, maar uit nieuwsgierigheid. Groei na spenen Bij 6 bedrijven is de groei van de biggen, gevoerd met de Baby Big en de biggen gevoerd met kleine korrel, de eerste 14 dagen na spenen bepaald. Alle biggen zijn na dag 18 gevoerd met een bedrijfsspecifieke voer, hiermee wordt alleen het effect van het voeren van de grote korrel de eerste 18 dagen van het kraamhok t.o.v. een kleine korrel, op de groei na het spenen bekeken (Grafiek 4). Alle bedrijven laten een substantieel hogere groei zien de eerste 14 dagen na spenen bij biggen gevoerd met de Baby Big. Deze groei varieert van 8 procent hogere groei tot 51 procent hogere groei bij biggen gevoerd met de Baby Big. Gemiddeld is de groei van biggen gevoerd in de kraamperiode met Baby Big de eerste 14 dagen na spenen 21 procent hoger. Dit resultaat toont duidelijk de winst van de Baby Big aan.

4 Grafiek 4: De groei van biggen de eerste 14 dagen na spenen. Eerder zijn in het kraamhok deze biggen gevoerd met Baby Big t.o.v. kleine korrel. De verschillen in groei zijn genoteerd in %. Gemiddeld is de groei van biggen, die eerder gevoerd zijn met Baby Big, de eerste 14 dagen na spenen 21% hoger t.o.v biggen die een kleine korrel in het kraamhok aangeboden kregen. 160% Groei eerste 14 dagen na spenen 140% 130% 120% 110% 90% Gem Bedrijf Gedrag in de kraamstal Naast meetbare resultaten zijn ook gedragsmatige veranderingen opgetreden bij biggen gevoerd met de Baby Big. Biggen pakten de korrels, liepen ermee rond en gingen in een hoekje erop liggen kauwen. De biggen waren veel actiever dan soortgenoten gevoerd met de kleine korrel. De eerste dagen werd voornamelijk met de brok gespeeld, de daadwerkelijke opname kwam een aantal dagen later. Doordat de brok niet door de roosters valt vindt er minder vermorsing plaats dan bij de gebruikelijke kleine korrel. Conclusie Alle bedrijven laten een verhoging in voeropname zien bij het voeren van de Baby Big. Deze opname verhoging varieert van een 12 procent hogere opname tot een bijna 3 maal hogere opname van dag 4 tot dag 18. Gemiddeld genomen over alle proeven nemen biggen 51 procent meer voer op in de kraamstal bij het voeren van de Baby Big in vergelijking tot een kleine korrel. Daarnaast laten alle bedrijven een substantieel hogere groei zien de eerste 14 dagen na spenen bij biggen welke eerder gevoerd zijn met de Baby Big. Deze groei varieert van 8 procent hogere groei tot 51 procent hogere groei. Gemiddeld ligt de groei van biggen gevoerd in de kraamperiode met Baby Big de eerste 14 dagen na spenen 21 procent hoger. Hieruit valt op te maken dat de biggen gevoerd met de Baby Big in de kraamperiode eerder hebben geleerd wat eten is en gaan hierdoor

5 makkelijker aan het eten na spenen. Wisseling van een grote diameter brok naar een kleinere korrel na dag 18 heeft hierop geen invloed gehad. Na dag 18 gaat de big meer uit behoefte eten en is zijn motoriek verfijnd om ook kleine brokjes goed op te kunnen nemen. De verhoogde groei na spenen hangt samen met een betere opname na spenen. Veel gehoorde reacties van varkenshouders zijn het goed aaneten van de biggen direct na spenen. Hierbij is de Baby Big een stap in de goede richting om de speendip en het bijbehorende antibiotica gebruik te verminderen. Door het verminderen van de speendip zal dierwelzijn toenemen en daarbij ook het rendement voor de varkenshouder. Het kijken naar de natuurlijke behoefte van biggen en hierop inspelen heeft duidelijk grote positieve gevolgen. Niet alleen op dierprestaties, vermindering van de speendip en bijbehorend antibiotica gebruik maar ook gedragsmatig en op het gebied van stress zijn positieve resultaten te verwachten met de Baby Big.