VLAAMSE RAAD ONTWERP VAN DECREET

Transcriptie

1 Stuk 122 ( ) - Nr. 1 ARCHIEF VLAAMSE RAAD TERUGBEZORGEN VLAAMSE RAAD ZITTING JUNI 1982 ONTWERP VAN DECREET houdende goedkeuring van het Cultureel Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Duitse Democratische Republiek, ondertekend te Berlijn op 14 september 1979 MEMORIE VAN TOELICHTING DAMES EN HEREN,, Begin september 1976 werd via diplomatieke weg door de DDR het voorstel gedaan een cultureel akkoord met ons land te sluiten en werd daartoe door de DDR een ontwerp van tekst ingediend. Op 14 en 15 december 1978 hadden de besprekingen plaats te Brussel tussen de DDR-delegatie en een Belgisch afvaardiging samengesteld uit ambtenaren van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en een vertegenwoordiger van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De besprekingen leidden tot de parafering ad referendum van de tekst van het thans voorliggend cultureel akkoord. Het akkoord werd op 14 september 1979 ondertekend tijdens een bezoek dat door de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken werd gebracht aan Berlijn. België onderhoudt diplomatieke besprekingen met de DDR sedert einde Samen met Albanië was de DDR het enige land in Oost-Europa waarmede geen cultureel akkoord werd gesloten. Het akkoord is zoals alle tot nu toe gesloten culturele akkoorden een kaderakkoord. Het voorziet in uitwisselingen op het vlak van cultuur, onderwijs en wetenschappen. Het treedt in werking, wat België betreft, na de bekrachtiging (artikel 7) 155

2 122 ( ) - Nr. 1 [21 waarna de voorziene Vaste Gemengde Commissie (artikel 6) kan bijeenkomen om, ter uitvoering van het akkoord, werkprogramma s op te stellen. De Gemeenschapsminister van cultuur, K. POMA

3 [ ( ) - Nr. 1 KONINKRIJK BELGIE ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste kamer, de 7e oktober 1981 door de Staatssecretaris voor de Vlaamse Gemeenschap verzocht haar van advies te dienen over een ontwerp van decreet,,houdende goedkeuring van het Cultureel Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Duitse Democratische Republiek, ondertekend te Berlijn op 14 september 1979, heeft de 2e december 1981 het volgend advies gegeven. Volledigheidshalve mag erop worden gewezen dat het Cultureel Akkoord tussen België en de Duitse Democratische Republiek dat de Vlaamse Executieve zich voorneemt aan de instemming van de Vlaamse Raad voor te leggen, bepalingen bevat die, doordat ze een aangelegenheid betreffen welke niet tot de bevoegdheid van de Gemeenschappen behoort, buiten het toepassingsgebied vallen van artikel 16 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Het gaat met name om de bepalingen van artikel 3,4 en 3,5, die betrekking hebben onderscheidenlijk op de uitwisseling van informatie omtrent onder meer onderwijsstructuren en op de gelijkwaardigheid van diploma s en getuigschriften, en om de bepalingen van artikel 4 in zover deze betrekking kunnen hebben op het wetenschappelijk onderzoek dat niet onder de Gemeenschappen ressorteert. De Vlaamse Raad geeft uiteraard enkel zijn instemming met de bepalingen van het akkoord die tot de bevoegdheid van de Gemeenschappen behorende aangelegenheden betreffen of, in voorkomend geval, in zoverre de bepalingen van het akkoord dergelijke aangelegenheden betreffen. Het voordrachtsformulier moet worden aangevuld met de woorden *.,,en na beraadslaging in de Vlaamse Executieve. In het enig artikel schrijve men :,,Het Cultureel Akkoord.... De kamer was samengesteld uit de heren : H. ADRIAENS, voorzitter, H. COREMANS, Gh. TACQ, staatsraden, F. DE KEMPENEER, J. GIJSSELS, assessoren van de afdeling wetgeving, mevrouw : M. BENARD, grzjjìer. Het verslag werd uitgebracht door de heer J. DE COENE, auditeur. De GrifJier, De Voorzitter, M. BENARD H. ADRIAENS

4 122 ( ) - Nr. 1 [41 ONTWERP VAN DECRQET DE VLAAMSE EXECUTIEVE, Op de voordracht van de Gemeenschapsminister van cultuur ; Gelet op het advies van de Raad van State ; Na beraadslaging ; BESLUIT : De Gemeenschapsminister van cultuur wordt gelast namens de Vlaamse Executieve bij de Vlaamse Raad het ontwerp van decreet in te dienen waarvan de tekst volgt : Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 59bis van de Grondwet. Artikel 2 Het Cultureel Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Duitse Democratische Republiek, ondertekend te Berlijn op 14 september 1979, zal volkomen uitwerking hebben. Brussel, 12 maart De Voorzitter van de Vlaamse Executieve, G. GEENS De Gemeenschapsminister van cultuur K. POMA

5 122 ( ) - Nr. 1 CULTUREEL AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE EN DE REGERING VAN DE DUITSE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK De Regering van het Koninkrijk België, en De Regering van de Duitse Democratische Republiek, Bezield door de wens de vriendschappelijke betrekkingen tussen beide landen te verstevigen, Overtuigd dat de samenwerking op gebied van cultuur, onderwijs en wetenschap kan bijdragen tot een betere onderlinge verstandhouding en een diepere vriendschap tussen de volkeren van beide land, Met het vaste voornemen deze samenwerking uit te bouwen steunend op de principes vervat in het Volkenrecht en in de slotakte van de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, Hebben beslist dit Akkoord te sluiten en zijn overeengekomen hetgeen volgt : Artikel 1 Overeenkomstig de nationale wetgeving en op basis van wederkerigheid, zullen beide Akkoordsluitende Partijen de verdere samenweking tussen hun regeringsorgànen, niet-gouvernementele instellingen en organisaties en personen actief op het gebied van cultuur, onderwijs en wetenschap aanmoedigen en steunen. Artikel 2 De Akkoordsluitende Partijen zullen de samenwerking op het vlak van de cultuur bevorderen. Met het oog hierop zullen zij : 1. Hun steun verlenen aan de initiatieven die tot een beter inzicht kunnen leiden van de wederzijdse culturele waarden en verwezenlijkingen door het organiseren van voordrachten, tentoonstellingen en kunstmanifestaties, het uitwisselen van publicaties en de vertaling van litteraire werken ;. 2. De samenwerking bevorderen tussen de jeugdorganisaties, sportfederaties en organisaties voor volwassenen ; 3. De rechtstreekse samenwerking bevorderen tussen hun radio- en televisieinstituten ; 4. Het rechtstreeks contact aanmoedigen tussen verenigingen en personen actief op het gebied van plastische kunsten, litteratuur, toneel, muziek, film en bibliotheekwezen ; 5. De samenwerking bevorderen tussen de inrichtingen voor kunstonderwijs, wetenschappelijke bibliotheken, musea, theaters en andere culturele instellingen. 6. Hun burgers ertoe aanzetten deel te nemen aan seminaries, colloquia, tentoonstellingen, festivals, wedstrijden en bijeenkomsten van deskundigen op cultureel gebied die door de andere Verdragsluitende Partij georganiseerd worden.

6 122 ( ) - Nr. 1 Wl Artikel 3 De Akkoordsluitende Partijen zullen gebied van onderwijs bevorderen. Te dien einde zullen zij : de samenwerking OP 1. In overeenstemming met de betrokken instellingen, de uitwisseling bevorderen van professoren en wetenschappelijke medewerkers aan inrichtingen voor hoger onderwijs, musea en wetenschappelijke instellingen ; zij zullen hun opzoekingswerk vergemakkelijken en toegang verlenen tot de bibliotheken en archieven overeenkomstig de nationale wettelijke bepalingen ; 2. De rechtstreekse samenwerking bevorderen tussen hun universiteiten en andere instellingen voor hoger onderwijs ; 3. Elkaar specialisatiebeurzen toekennen om aan hun afgestudeerden de gelegenheid te bieden post-universitaire studies te doen aan instellingen van de andere Partij. Zij zullen elkaar eveneens vakantiebeurzen toekennen ; 4. De uitwisseling bevorderen van onderwijs-experimenten op alle niveaus. Met het oog hierop zullen zij overgaan tot de uitwisseling van deskundigen en van informatie betreffende hun structuren en methodes ; 5. De mogelijkheden onderzoeken om een overeenkomst te bereiken inzake de gelijkschakeling van diploma s en getuigschriften ; 6. Wederzijds het onderwijs bevorderen van de taal en de literatuur van het andere land in hun inrichtingen voor hoger onderwijs. Artikel 4 De akkoordsluitende Partijen zullen de wetenschappelijke samenwerking tussen beide landen aanmoedigen. Te dien einde zullen zij : 1. De samenwerking bevorderen tussen hun wetenschappelijke instellingen evenals tussen de inrichtingen en centra voor onderzoek. 2. Elkaar beurzen toekennen om hun navorsers de gelegenheid te bieden hun opzoekingswerk verder te zetten in de wetenschappelijke instellingen van de andere Partij ; 3. De uitwisseling aanmoedigen gespecialideerde publicaties ; van wetenschappelijke en 4. De gemeenschappelijke organisatie aanmoedigen wetenschappelijke conferenties, colloquia en seminaries, van Artikel 5 De Akkoordsluitende Partijen zullen hun samenwerking bevorderen in het kader van de intergouvernementele organisaties waarvan zij lid zijn op het gebied van cultuur, onderwijs en wetenschap. Zij zullen, meer bepaald, de samenwerking bevorderen tussen de nationale UNESCO-Commissies van beide Partijen. Artikel 6 Met het oog op de toepassing van dit Akkoord, zullen de Akkoordsluitende Partijen een Vaste Gemengde Commissie oprichten die maximum acht leden zal tellen.

7 [ ( ) - Nr. 1 Deze Commissie bestaat uit twee secties, een Belgische en een sectie van de Duitse Democratische Republiek die tenminste éénmaal om de twee jaar in voltallige vergadering zullen samenkomen, beurtelings in België en in de Duitse Democratische Republiek om het werkprogramma en de tìnanciële uitvoeringsvoorwaarden vast te leggen. De Gemengde Commissie mag een beroep doen op deskundigen. Artikel 7 Dit akkoord treedt in werking de dag waarop de Akkoordsluitende Partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de beëindiging van de vereiste procedures, te weten de bekrachtiging in België en de bevestiging in de Duitse Democratische Republiek. Artikel 8 Dit Akkoord wordt voor onbepaalde duur gesloten. Het kan op ieder ogenblik door één van de Akkoordsluitende Partijen worden opgezegd mits een vooropzeg van zes maanden. Ten blijke waarvan de ondergetekenden, te dien einde behoorlijk gemachtigd, dit Akkoord hebben ondertekend. Gedaan te Berlijn, op 14 september 1979, in tweevoud, in de Nederlandse, de Franse en de Duitse taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk authentiek.