Verzoek van woningcorporatie Stichting Mooiland om ontheffing van werkgebied

Transcriptie

1 Zaaknummer Onderwerp Verzoek van woningcorporatie Stichting Mooiland om ontheffing van werkgebied Collegevoorstel Aanleiding / voorgeschiedenis Woningcorporaties mogen op grond van de herziene Woningwet nog slechts in één woningmarktregio hun bezit uitbreiden. Het doel daarvan is dat beschikbare middelen op een verantwoorde wijze worden ingezet waar dat noodzakelijk is. De gemeenten in de regio Noordoost-Brabant hebben de minister in december 2015 een voorstel gedaan om Noordoost-Brabant als één woningmarktregio vast te stellen. Bij brief van 25 augustus 2016 is de minister hiermee akkoord gegaan. Feitelijke informatie Door de nieuwe Woningwet moesten corporaties aangeven op welk primair werkgebied zij zich concentreren. Voor Stichting Mooiland is dat de regio Brabant-Noordoost. Mooiland heeft echter ook sociaal woningbezit buiten het vastgestelde werkgebied, met name in de gemeente Nijmegen. Het bezit van Mooiland in deze gemeente is dusdanig van omvang dat dit volkshuisvestelijk bijdraagt en er prestatieafspraken over worden gemaakt. Hiervoor is het nodig dat Mooiland aan de minister ontheffing vraagt om buiten de vastgestelde woningmarkt werkzaam te zijn. In dit verband vraagt Mooiland in bijgaande brief aan de gemeente Heusden om een zienswijze op dit verzoek. Afweging De strategische keuze van Mooiland kan worden onderschreven. Of de gewenste ontheffing voor de hele regio Noordoost-Brabant een positief effect heeft, is moeilijk te beoordelen. Dat hangt ook af van de positie die Mooiland inneemt en de omvang van het bezit in de gemeenten die het betreft. Mooiland is niet actief in onze gemeente en is ook niet van plan dat te worden. Een positieve zienswijze op het verlenen van de ontheffing heeft geen nadelige volkshuisvestelijke effecten voor onze gemeente. Inzet van middelen Dit voorstel heeft geen financiële gevolgen. Risico's Dit voorstel heeft geen risico s. Voorgenomen besluit Het voorstel is om bijgaand besluit vast te stellen. 1

2 Zaaknummer Onderwerp Verzoek van woningcorporatie Stichting Mooiland om ontheffing van werkgebied BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 14 maart 2017 besloten: als zienswijze aan woningcorporatie Stichting Mooiland kenbaar te maken dat de gemeente Heusden geen bezwaren heeft tegen het verlenen van ontheffing van het vastgestelde werkgebied Noordoost-Brabant. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. H.J.M. Timmermans 2

3 17uit0421 Stichting Mooiland De heer S. van den Bergh Postbus BS Ede ONS KENMERK: UW KENMERK: / UW BRIEF VAN: 19 januari 2017 Bert v.d. Vecht BEHANDELD DOOR: ONDERWERP: AANTAL BIJLAGEN: -- DATUM: 14 maart 2017 VERZ. 14 maart 2017 verzoek zienswijze ontheffing Mooiland Nijmegen Beste heer Van den Bergh, In reactie op de brief van 19 januari 2017 maken wij hierbij als onze zienswijze kenbaar dat wij geen bezwaren hebben tegen de door Stichting Mooiland gewenste ontheffing van het vastgestelde werkgebied Noordoost-Brabant. De strategische keuze om in een kleiner gebied werkzaam te zijn zodat Mooiland zich kan richten op een kernwerkgebied begrijpen wij. Of de gewenste ontheffing voor de hele regio Noordoost-Brabant een positief effect heeft, is voor ons moeilijk te beoordelen. Dat zal mede afhankelijk zijn van uw positie en omvang van het bezit in de betreffende gemeenten. Voor zover wij dat kunnen beoordelen heeft het verlenen van ontheffing geen nadelige volkshuisvestelijke effecten voor de gemeente Heusden. POSTADRES Gemeente Heusden Postbus AA Vlijmen BEZOEKADRES Julianastraat 34 Vlijmen T (073) F (073) E INFO@HEUSDEN.NL Met vriendelijke groet, Het college van Heusden, De secretaris mr. H.J.M. Timmermans de burgemeester, drs. J. Hamming DIGITAAL LOKET Bankrelatie NL54BNGH Gemeente Heusden gebruikt uw persoonsgegevens uitsluitend voor het doel waartoe zij zijn verstrekt. Indien u daarover inhoudelijk meer wilt weten kunt u contact opnemen met de behandelend ambtenaar van onze gemeente (Wet Bescherming Persoonsgegevens, artikel 33 en 34)

4 ingekomen 2 J JAN 2017 Correspondentieadres Postbus BS Ede Gemeeme Heusden Website Handelsregister KvK BTW nummer NL B01 Gemeente Heusden Postbus AA VLIJMEN Onderwerp Kenmerk Contactpersoon Telefoonnummer : Verzoek zienswijze ontheffing Mooiland Nijmegen : / : Stef van den Bergh : Ede, 19 januari 2017 Geacht College, In augustus 2016 heeft de minister van Wonen en Rijksdienst de woningmarktregio Noordoost- Brabant vastgesteld. Mooiland is een van de woningcorporaties die in deze regio is ingedeeld. Als gevolg van de vaststelling van deze woningmarktregio's kunnen woningcorporaties het bezit buiten de toegewezen regio niet meer uitbreiden. Mooiland is van plan om een ontheffingsverzoek bij het ministerie in te dienen om, naast de regio Noordoost-Brabant, in een gemeente volledig actief te kunnen blijven, namelijk de gemeente Nijmegen. Hoewel Mooiland geen woningbezit heeft in uw gemeente, bent u door het ministerie wel aangemerkt als belanghebbende bij dit ontheffingsverzoek van Mooiland. U kunt daarom in lijn rnet de daarvoor geldende procedure de komende zes weken op onze voorgenomen ontheffing een zienswijze geven. Het is de bedoeling dat in een dergelijke zienswijze vooral wordt ingegaan op de vraag of er in uw optiek sprake is van nadelige volkshuisvestelijke effecten voor uw gemeente en/of de gehele woningmarktregio Noordoost-Brabant als Mooiland deze ontheffing krijgt. De zienswijzen die wij binnen zes weken ontvangen, zullen wij doorsturen naar het ministerie van Wonen en Rijksdienst. Zij zullen de zienswijzen meewegen in de beoordeling van onze ontheffingsaanvraag. Onderbouwing ontheffing Mooiland Nijmegen Hieronder wordt puntsgewijs toegelicht waarom Mooiland deze aanvraag indient en waarorn wij er vanuit gaan dat deze ontheffingsaanvraag geen negatieve volkshuisvestelijke effecten heeft voor het kernwerkgebied Noordoost-Brabant: Mooiland is nu nog in 127 gemeenten verspreid over heel Nederland actief. Vanuit onze nieuwe strategie (september 2016) maken wij een duidelijke keuze om focus aan te brengen in het aantal gemeenten waar wij actief zijn. Wij willen ons focussen op een duidelijkere regio en dus een veel kleiner werkgebied. Wij zien de meerwaarde van lokale verankering. Dat betekent dat wij op grote schaal bezit afstoten, in eerste instantie woningen verspreid over 80 gemeenten in de komende tien jaar; De woningcorporaties in de regio Noordoost-Brabant en dus ook Mooiland staan er over het algemeen financieel goed voor. De indicatieve investeringscapaciteit (IBW) voor nieuwbouw bedroeg in deze regio voorafgaand aan de vaststelling van woningmarktregio's per sociale huurwoning. Dat is ruim boven het landelijk gemiddelde van Als gevolg van de afbakening van woningmarktregio's stijgt deze IBW met nog eens 10,4%. (Bron: Kamerbrief stand van zaken woningmarktregio's 13 juli 2016). Het blijkt dat deze stijging volledig wordt veroorzaakt doordat Mooiland vanwege deze maatregel buiten Noordoost-Brabant niet meer in nieuwbouw kan investeren; I Mooiland

5 Als gevolg van de verkoop van forse aantallen huurwoningen buiten de woningmarktregio Noordoost-Brabant, komt er bij Mooiland op korte termijn veel geld vrij. Het doelmatig opnieuw inzetten van deze middelen is voor Mooiland een belangrijke uitdaging en grote verantwoordelijkheid. Deze middelen zetten wij voor een deel in voor aanvullende investeringen in het bestaande bezit in Noordoost-Brabant. Goede voorbeelden hiervan zijn onze verhoogde ambities op het gebied van duurzaamheid en betaalbaarheid; Kijkend naar de demografie en vraagontwikkeling op de langere termijn is er binnen de gemeenten in het kernwerkgebied waar Mooiland nu actief is onvoldoende ruimte om de vrijkomende middelen volledig op een doelmatige wijze opnieuw in te zetten. Bij investeringen in uitbreiding van woningbezit kijken we naast de redelijkheid van de bouwen grondkosten ook altijd wat het perspectief is voor de verhuurbaarheid aan de sociale doelgroep op de langere termijn. Bij bestaande sociale huurwoningen is de ruimte om aanvullend te investeren in kwaliteit uiteindelijk ook beperkt. De kwaliteit van de woning dient immers in verhouding te blijven staan tot de (sociale) huurprijs die wij vragen; Voor wat betreft de gemeenten in de woningmarktregio Noordoost-Brabant waar Mooiland nu geen woningbezit heeft, hebben ons geen signalen bereikt dat daar sprake is van een grote volkshuisvestelijke vraag waar de lokaal actieve corporaties niet aan kunnen voldoen; Mooiland moet daarom naar andere doelmatige bestemmingen voor deze middelen uit de verkoopopgave zoeken. Het uitbreiden van onze activiteiten in Nijmegen lijkt daarbij de meest logische stap. Hiervoor is dus wel een ontheffingsaanvraag nodig. Indien doelmatige bestemmingen binnen de invloedssfeer van Mooiland niet voor handen zijn, zullen wij deze middelen ten behoeve van volkshuisvestelijke opgaven van andere corporaties elders in het land inzetten; Wij vragen specifiek voor Nijmegen een ontheffing omdat daar sprake is van een tekort aan middelen om de volkshuisvestelijke ambities uit de woonvisie van de gemeente te kunnen realiseren. De gemeente Nijmegen steunt dan ook onze ontheffingsaanvraag. Daarnaast heeft de stad Nijmegen een nadrukkelijke relatie met ons kernwerkgebied qua verhulsbewegingen en economische interactie. Met een ontheffing om ook in Nijmegen volledig actief te kunnen blijven, zijn we actief in een grote stad die vanuit volkshuisvestelijk oogpunt een nauwe relatie met de dorpskernen in ons kernwerkgebied heeft. In het bijzonder geldt dit voor de gemeenten aan de oostelijke zijde van Noordoost-Brabant; Het woningbezit van Mooiland in Noordoost-Brabant staat vooral in kleine plattelandskernen. Gezien de trek naar stedelijke gebieden en het risico op krimp als gevolg van de vergrijzing, biedt uitbreiding van het woningbezit in Nijmegen door Mooiland een goede mogelijkheid om een gebalanceerd woningaanbod te creeren verspreid over stedelijk en landelijk gebied. Deze spreiding biedt bovendien de kans om het risicoprofiel binnen de woningportefeuille klein te houden; In het afgelopen jaar hebben wij in goede sfeer gezamenlijk prestatieafspraken gemaakt met alle gemeenten in de regio Noordoost-Brabant waar wij actief zijn. Op basis van deze goede ervaring vertrouwen wij erop dat wij, met behulp van deze nieuwe structurele afsprakencyclus, ook in de toekomst naar ieders tevredenheid onze bijdrage kunnen leveren aan de lokale volkshuisvestelijke opgaven. Indien Mooiland een ontheffing krijgt om in Nijmegen het woningbezit uit te blijven breiden, zullen wij zorgen dat er ook altijd voldoende middelen beschikbaar zijn voor de realisatie van de gemaakte prestatieafspraken in Noordoost-Brabant. ; Mooiland

6 Verzoek om zienswijze Zoals eerder in deze brief aangegeven bent u als gemeente uit het kernwerkgebied van Mooiland een belanghebbende bij onze ontheffingsaanvraag. U kunt daarom binnen de bij deze procedure horende termijn van zes weken op onze voorgenomen ontheffing een zienswijze geven. Het is niet verplicht om een zienswijze op het ontheffingsverzoek te formuleren. Mocht u wel een zienswijze willen formuleren dan vragen wij u tenminste in te gaan op de volgende vragen: Kan uw gemeente de strategische keuze van Mooiland om zich terug te trekken uit grote delen van het land ondersteunen en ziet u in het licht van die terugtrekkende beweging de toegevoegde waarde van een ontheffing voor Mooiland in Nijmegen? Is er in uw optiek sprake van nadelige volkshuisvestelijke effecten voor uw gemeente en/of de gehele woningmarktregio Noordoost-Brabant als Mooiland deze ontheffing krijgt? Zo ja, op welk terrein verwacht u deze nadelige volkshuisvestelijke effecten en in welke mate verwacht u dat deze effecten zich door deze ontheffing zullen voordoen? We verzoeken u vriendelijk om uw reactie uiterlijk op 3 maart 2017 naar Mooiland te sturen. U kunt uw reactie per sturennaarsvandenbergh@mooiland.nl of per brief naar: Mooiland T.a.v. Stef van den Bergh Postbus BS Ede 1ndien hierover nog vragen zijn of als u behoefte heeft aan aanvullende toelichting, kunt u contact opnemen met Stef van den Bergh, adviseur Beleid & Markt (svandenbergh@mooiland.nl of ). Mocht u ervoor kiezen geen zienswijze op het ontheffingsverzoek van Mooiland te geven dan vernemen wij dat ook graag. Met vriendelijke Mooiland groet, 1"b.'5 ecteur - Bestuurder o l Mooiland

7 . INGEKOMEN 3 0 AUG 2016 SR Gemeente Heusden Ministerie van Binnenlandse Zakenen Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus EA Den Haag Gemeente Ministerie Binnenlandse van Zaken en Koninkrijksrelaties DG Bestuur en Wonen Postbus EA Den Haag Contactpersoon Team Woningmarktregio woningmarktregio@minbzk.nl Kenmerk Uw kenmerk Datum Betreft 25 augustus 2016 De vaststelling van woningmarktregio's Geacht college, De inrichting van het lokale proces tussen gemeenten, corporaties en huurder is een van de pijlers van de Woningwet. Dit manifesteert zich onder meer in het verplichte bod op de gemeentelijke woonvisie, het proces van prestatieafspraken en de geschilbeslechting. Onderdeel hiervan is dat corporaties een kernwerkgebied krijgen dat past bij de door de gemeenten gewenste schaal. Voor 1 juli 2016 heeft u, gezamenlijk met andere gemeenten, een verzoek ingediend voor het vaststellen van een dergelijk werkgebied voor de in uw gemeente werkzame corporaties. Deze brief is de bijlage bij mijn besluit op uw verzoek. De betrokken corporaties stel ik gelijktijdig in kennis. Dekkend beeld van Nederland In totaal heb ik negentieri verzoeken voor woningmarktregio's goedgekeurd. Deze heb ik in samenhang bekeken en beoordeeld. Alle gemeenten zijn deel van een regio en voor elke corporatie die geen categorale instelling is, is een kernwerkgebied bepaald. Daarmee is een dekkend beeld van Nederland ontstaan, dat in onderstaande afbeelding wordt weergegeven. Indien u de besluiten op de overige verzoeken wilt inzien, kunt u deze terugvinden op # Regio Gemeenten Corporaties Huish. 1 Friesland... _ " _ 2... ~.r.~.. ':l.. i..~_9..t::':l{p.~.t::q~q~ _ _._. 3 Noord-Holland Noord... _ - _ - _ _ ~~gll~l?~~9t::':l9E_it::~()~~ _ Me..~rop_()glr.~gio_Amsterdam _.... _ _. 6 AmersfoortjNoord Y_e..I.~.~.~I~e..f2:~(?lg~ 7 Holland Oost Nederland... - _ U Food Pagina 1 van 4

8 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties DG Bestuur en Wonen f 11 Haaglanden/Midden-.f.:i()I.I.Cl~t:!!~()~.~.~.r..9..Cl.~ 12 Arnhem Y-.'g()~9ClCl~9. 14 Drechtsteden/Hoeksche Waard/ Goeree Overflakkee 15 Noordoost Brabant West-Brabant en Hart van Brabant 17 Zeeland ~~~~gp(?(?IT~gi()~i0.9h()y~~?.!. 19 Limburg 33 --,..,..,.»: Datum 25 augustus 2016 Kenmerk Verbod op nieuwbouw en aankoop buiten de regio Nu mijn besluit bekend is gemaakt en u en de corporaties daarvan in kennis zijn gesteld, mogen corporaties in heel de regio werkzaam worden. Andersom kunnen gemeenten nu ook alle corporaties uit de regio uitnodigen om samen te bezien of die corporatie een deel van de gevraagde volkshuisvestelijke investeringen voor haar rekening kan nemen. Uiteraard mag verwacht worden dat dit in afstemming met de betrokken gemeenten en corporaties gebeurt. Tegelijk treedt voor corporaties het verbod op nieuwbouw en aankoop buiten de aan hen toegewezen regio in werking. Dit geschiedt van rechtswege op grond van artikel 41c van de Woningwet. Het verbod is niet van toepassing op categorale Pagina 2 van 4

9 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties DG Bestuur en Wonen instellinqen.! Daarnaast blijft sloopjnieuwbouw van corporatiebezit op dezelfde locatie toegestaan. Projecten waarmee reeds een aanvang is gemaakt, en waarvan dit kan worden aangetoond door de in artikel 5 in de Regeling toegelaten insteliingen volkshuisvesting genoemde stukken, kunnen doorgang vinden. Datum 25 augustus 2016', Kenmerk Verzoeken en zienswijzen Veel corporaties, gemeenten en huurdersorganisaties hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen op de verzoeken. Die zienswijzen waren veelal positief. In de besluiten isnadrukkelijk aandacht besteed aan de zienswijzen die de aanvraag expliciet niet ondersteunden. Een belangrijk uitgangspunt bij de beoordeling van de verzoeken is dat zienswijzen gericht waren aan de aanvragende gemeenten: het was aan de gemeenten om af te wegen of zienswijzen aanleidinq gaven het verzoek al dan niet aan te passen. In enkele zienswijzen werden gemeenten gewezen op aspecten die mogelijk de belangen van de gemeente zouden aantasten. Het is in de aard van dit stelsel dat de gemeente prirnair verantwoordelijk is om deze belangen te wegen. 1ndien een dergelijke zienswijze gegeven is, vindt u dezeconstatering.terug in de overwegingen die ten grondslag lagen aan het besluit, Daarnaast licht ik graag een punt uit dat in meerdere zienswijzen terugkwam. Een aantal corporaties verklaarde in haar zienswijze de voorgestelde woningmarktregio te groot te vinden voor effectief overleg tussen corporaties en gemeenten of het sluiten van prestatieafspraken. Het is belangrijk te benadrukken dat dit geen verplichting is. De woningmarktregio stelt enkel grenzen aan het qeoqrafische werkdornein van corporaties. Gemeenten, corporaties en huurdersorqanisaties kunnen binnen die regiogrenzen op de door hen gewenste en passend geachte (Iokale) schaal blijven afstemmen en samenwerken. Tot slot is in een aantal verzoeken en zienswijzen notie gemaakt van voornemens tot een ontheffingsverzoek, zowel door belanghebbende gemeenten als door corporaties. Enkel in het qeval dat de gemeenten die het verzoek hebben ingediend in hun motivatie hebben aanqeqeven dat een corporatie noodzakelijk is om aan de volkshuisvestelijke doelsteliingen in het gebied te voldoen, is van een aangekondigd onthefftnqsverzoek melding gemaakt. Omdat de procedure tot een ontheffingsverzoek volgendis op de vaststelling van de woningmarktregio's en geen criterium is voor het al dan niet vaststelien van de regio, heb ik deze voornemens niet meegewogen in mijn besluit op het verzoek de kernwerkgebieden vast te ste.llen. Ontheffingen Met de bekendmaking van de besluiten en het inwerkingtreden van het verbod op nieuwbouw en aankoop, is het vanaf dit moment mogelijk voor corporaties om, in 1 Stichting studenten Huisvesting, Stichting SSHN, Stichting Jongeren Huisvesting Twente, Stichting Idealls, [)UWO, Stichting Woonz6rg Nederland, Stichting Habion, Christelijke Stichting BCM Wonen, Stichting Ouderenhuisves,ting Rotterdam, Stichting Huisvesting Vredewold, Stichting Huisvesting Bejaarden Oosterhout, Stichting Humanitas Huisvesting, Stlchtinq Laurens Wonen, Woon Compas, WSG. Pagina 3 van 4

10 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties DG Bestuur en Wonen afstemming met qerneenten, een ontheffingsverzoek in te dienen. Een ontheffing wordt verleend indien aannemelijk is gemaakt dat in een gebied onvoldoende investeringscapaciteit beschikbaar is om aan de volkshuisvestelijke vraag te voldoen. Dit is nader uitgewerkt in de onderstaande punten: Datum 25 augustus 2016 Kenmerk i3 de gemeente(n) waar de ontheffing moet gelden acht(en) de ontheffing noodzakelijk; er is een vraag naar uitbreiding of transformatie van de (huur)woningvoorraad, blijkend uit gemeentelijke woonvisie of een vergelijkbaar document; de andere corporaties die feitelijk werkzaam zijn in de gemeente(n) waar de ontheffing moet gelden en daar hun kernregio hebben, zijn onvoldoende in staat om aan die vraag te voldoen; overige corporaties in de woningmarktregio, die nog niet feitelijk werkzaam zijn in de gemeente(n) waar de ontheffing moet gelden, kunnen niet aan de vraag voldoen; uit de zienswijze van de gemeente(n) die de kernregio vormen van de aanvragende corporatie, blijken geen zodanig nadelige effecten van een ontheffing voor de volkshuisvesting aldaar, dat die ontheffing onwenselijk is. Verzoeken tot ontheffing kunnen altijd worden irigediend: corporaties zijn niet gehouden aan een bepaalde termijn na toewijzing van de woningmarktregio. Op het verzoek zijn de beslistermijnen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing en ik zal trachten binnen de termijn van acht weken op binnengekomen verzoeke.n te besluiten. Temeer daar ik mij bewust ben van het feit dat u waarschijnlijk volop in overleg bent met de corporatie(s) en huurdersorganisatie(s) om tot prestatieafspraken te komen. Corporaties kunnen hun verzoek tot ontheffing voorzien van bovengenoemde informatie toezenden aan woninqmarktreqio@minbzk.nl. Ik vertrouw erop u met deze brief voldoende ge'lnformeerd te hebben. Vragen of opmerkingen kunt u richten aan woninqmarktreqio@minbzk.nl. De Minister voor Wonen en Rijksdienst, namens deze, G.J. Buitendijk directeur-generaal Bestuur en Wonen Pagina 4 van 4

11 Ministerie van Binnenlandse Koninkrijksrelaties Zaken en Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties DG Bestuur en Wonen Datum 25 augustus 2016 besluit Kenmerk Ik heb op 27 juni 2016 een verzoek op grond van artikel 41b van de Woningwet ontvangen namens negentien gemeenten, te weten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, 's- Hertogenbosch, Heusden, Landerd, Mill en Sint Hubert, Oss, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel en Vught (hierna te noemen "de Gemeenten"), om goed te keuren dat dertien in het verzoek genoemde toegelaten instellingen, te weten Stichting Mooiland, Woningstichting Kleine Meierij, Stichting PeelrandWonen, Stichting Wonen Vierlingsbeek, Woonstichting St. Joseph, Stichting Woonveste, Stichting Zayaz, BrabantWonen, Stichting Woonwijze, Bouwvereniging Huis en Erf, Wovesto, Stichting Area, Charlotte Elisabeth van Beuningen Stichting (hierna te noemen "de Toegelaten Instellingen"), en hun samenwerkingsvenriootschappen mogen zijn. in al die gemeenten feitelijk werkzaam Hieronder treft u mijn besluit aan. Wettelijk kader Op grond van artikel 41b van de Woningwet kan ik, op verzoek van twee of meer aan elkaar grenzende gemeenten in Nederland, goedkeuren dat de in een of meer van die gemeenten feitelijk werkzame toegelaten instellingen en samenwerkingsvennootschappen in al die gemeenten feitelijk werkzaam mogen zijn. Ik geef uitsluitend goedkeuring indien de gemeenten in hun verzoek aannemelijk hebben gemaakt dat zij alle gelegen zijn in hetzelfde vanuit het oogpunt van het functioneren van de woningmarkt als een geheel te beschouwen gebied. Pagina 1 van 4

12 In artikel 35 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting is voorts bepaald dat een verzoek als bedoeld in artikel 41b van de Woningwet in elk geval omvat: 'een overzicht van de toegelaten instellingen die feitelijk werkzaam zijn in de gemeenten die dat verzoek indienen; het aantal in die gemeenten gezamenlijk woonachtige huishoudens en de zienswijzen op dat verzoek van die toegelaten Instelllnqen of van andere gemeenten waar die toegelateri instellingen feitelijk werkzaam zijn. Het verzoek kan mede inhouden dat de goedkeuring uitsluitend betrekking heeft op die, in dat verzoek te noemen, toegelaten instellingen zonder de bijdrage van welke een of meer van de betrokken gemeenten geen uitvoering kan geven aan haar volkshuisvestingsbeleid, of die in een of meer van die gemeenten een zodanig groot deel van hun werkzaamheden verrichten dat die goedkeuring naar het oordeel vandie gemeenten om die reden noodzakelijk is. Als minister kan ik besluiten om een verzoek als bedoeld in artikel 41b, eerste lid, van de Woningwet niet in te willigen, indien: een van de gemeenten die dat verzoek indienen voordien een zodanig verzoek heeft inqediend en ik dat verzoek heb ingewilligd of ' in die gemeente gezamenlijk minder dan huishoudens woonachtig zijn. In de goedkeuring kan worden bepaald dat deze uitsluitend geldt voor de in het besluit genoemde toegelaten instellingen. Het verzoek zal ik toetsen aan de voorwaarden zoals hierboven omschreven. Overwegende, A. Dat bij de Gemeenten sprakeis van twee of meer aan elkaar grenzende gemeenten; B. Dat in de Gemeenten sprake is van meer dan huishoudens, namelijk huishoudens; C. Dat de Gemeenten in het verzoek aannemelijk hebben gemaakt dat zij alle gelegen zijn in hetzelfde vanuit het oogpunt van het functioneren van de woningmarkt alls geheel te beschouwen gebied. Concreet hebben zij hiertoe gewezen op bestaande bestuurlijke samenwerking; D. Dat in de Gemeenten achttien toegelaten instellingen feitelijk werkzaam zijn; E. Dat voor de Toegelaten Instellingen het verzoek is gedaan om conform artikel 41b van de Woningwet feitelijk werkzaam te mogen zijn in de Gemeenten; F. Dat in het verzoek is aangegeven dat de Tbegelaten Instellingen in een of meer van de Gemeenten een zodanig groot deel van hun werkzaamheden

13 verrichten dat de goedkeuring naar het hun oordeel om die reden noodzakelijk is; G. Dat alle toegelaten instellingen die feitelijk werkzaam zijn in de Gemeenten, en andere gemeenten waar de Toegelaten Instellingen werkzaam zijn, in staat zijn gesteld om hun zienswijze te geven op het verzoek en dat niet van enig bezwaar is gebleken; H. Dat voor de Toegelaten Instellingen geen verzoek conform artikel 41b van de Woningwet is gedaan door andere gemeenten dan de Gemeenten. Besluit Gelet op artikel 41b van de Woningwet, het namens de Gemeenten aan de minister gerichte verzoek op grond van dit artikel, en artikel 35 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting, besluit ik dat de toegelaten instellingen Stichting Mooiland, Woningstichting Kleine Meierij, Stichting PeelrandWonen, Stichting Wonen Vierlingsbeek, Woonstichting St. Joseph, Stichting Woonveste, Stichting Zayaz, BrabantWonen, Stichting Woonwijze, Bouwvereniqinq. Huis en Erf, Wovesto, Stichting Area, Charlotte Elisabeth van Beuningen Stichting, en hun samenwerkingsvennootschappen gemeenten feitelijk werkzaam mogen zijn in de Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, 's- Hertogenbosch, Heusden, Landerd, Mill en Sint Hubert, Oss, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel en Vught Ik zend het besluit aan de verzoekende gemeenten en aan de in het besluit genoemde toegelaten instellingen. Het besluit wordt bekend gemaakt in de Staatscourant en er zal mededeling van worden gedaan op De Minister voor Wonen en Rijksdienst, namens deze, G.J. Buitendijk directeur-generaal Bestuur en Wonen

14 U kunt binnen zes weken na.bekendmakirig van dit besluit, daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister voor Wonen en Rijksdienst, Postbus 20011, 2500 EA Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum a/smede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van. een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt en de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht. Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet ontvankelijkheid van het bezwaarschrift. Algemene inlichtingen over het indienen van een bezwaarsch;ift in het kader van dealgemene wet bestuursrecht kunt u verkrijgen door het downloaden of aanvragen van de brochure "bezwaar en beroep tegen een beslissing van de Overheid" van het ministerie van Veiligheid en Justitie bij de informatiedienst van de Rijksoverheid. Deze dienst is bereikbaar via het gratis telefoonnummer1400 op werkdagen van tot of per via een contactformulier vermeld op