BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE"

Transcriptie

1 53487 MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Milieubeleidsovereenkomst betreffende de vermindering van de SO 2 - en NO x -emissies afkomstig van installaties van elektriciteitsproducenten [C 2004/35836] MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Algemene toelichting Historiek In 1991 werd tussen de federale overheid en de drie gewesten enerzijds en de NV Electrabel en de Samenwerkende Vennootschap voor de Productie van Elektriciteit (SPE) anderzijds de overeenkomst «Emissiereducties van SO 2 en NO x afkomstig van elektriciteitsproductie-installaties» afgesloten. Deze overeenkomst wordt op 31 december 2003 beëindigd. Deze overeenkomst omvat alle installaties die door de twee hoger vermelde producenten worden uitgebaat, dus ook de installaties die op andere bedrijfsterreinen staan. Wat betreft de types gebruikte installaties, gaat het voornamelijk om grote stookinstallaties (thermische centrales) en steg s van 300 MW thermisch of meer. Daarnaast worden ook gasturbines en motoren, al dan niet voorzien van een warmtekrachtkoppeling gebruikt. De thermische centrales vallen onder het toepassingsgebied van de (ondertussen herziene) Europese Richtlijn van 24 november 1988 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigde stoffen in de lucht door grote stookinstallaties (88/609/EG). De overeenkomst is dan ook een uitvoering van deze Europese richtlijn 88/609/EG. In deze overeenkomst waren verschillende verplichtingen van de elektriciteitsproducenten opgenomen. Ze kunnen als volgt worden samengevat : De bevoorrading met zwavelarme brandstoffen (max. 1%) in alle installaties waarvoor de elektriciteitsproducenten de brandstofbevoorrading verzekeren en die niet voorzien zijn van een rookgasontzwaveling; De implementatie van de technische maatregelen zoals voorgesteld in het kader van het «NO x control» studieprogramma van de elektriciteitsproducenten; De installatie van continue-emissiemeetapparatuur voor SO 2 en NO x op alle productie-eenheden met een vermogen groter dan 300 MWth; De voorzetting van acties in het kader van onderzoeksprogramma s; Een programma voor de vermindering van SO 2 - en NO x -emissies voor het geheel van de productieinstallaties. Deze reductieafspraken worden weergegeven in onderstaande tabel : Referentie-emissies in 1980 Reducties in 2003 SO ton 80% met als streefwaarde 85% NO x uitgedrukt in NO 2 -equivalent ton 40% met als streefwaarde 45% In 2002 werden voor België reeds reducties van 93% voor SO 2 en 66,5% voor NO x bereikt t.o.v Of nog, met een reductie van ton SO 2 tot een niveau van ton SO 2 en met een reductie van ton NO x tot een niveau van ton NO x, werden de verplichtingen van de elektriciteitsproducenten steeds nageleefd. De reële emissies afkomstig van de productie-installaties van de elektriciteitsproducenten, inclusief de emissies van het elektriciteitsgedeelte van de warmtekrachtinstallaties bedroegen in 2002 in Vlaanderen 22,6 kton SO 2 en 20,4 kton NO x. Onder het toepassingsgebied van de nieuwe milieubeleidsovereenkomst vallen meer installaties, voornamelijk enkele gasturbines en gasmotoren voorzien van een warmtekrachtkoppeling, dan vroeger. De NO x -emissies van de huidige milieubeleidsovereenkomst dienen dan ook vermeerderd te worden met ongeveer 1kt. Kader nieuwe milieubeleidsovereenkomst De Europese Richtlijn 88/609/EG is reeds vervangen door de Europese Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2001 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigde stoffen in de lucht (Richtlijn grote stookinstallaties). De Richtlijn grote stookinstallaties legt minimumgrenswaarden op voor zowel nieuwe als bestaande installaties en voor de polluenten NO x en SO 2. De meeste installaties van de elektriciteitsproducenten vallen eveneens onder het toepassingsgebied van deze Richtlijn grote stookinstallaties. Deze richtlijn wordt omgezet in de Titel II van het Vlarem. De Europese Richtlijn 2001/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2001 inzake de nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigde stoffen (NEC-richtlijn) bepaalt emissieplafonds voor de polluenten SO 2 en NO x. Deze opgenomen emissieplafonds die individueel per lidstaat en per polluent zijn vastgesteld, zijn emissiejaarvrachten die uiterlijk vanaf 2010 niet meer overschreden mogen worden. De SO 2 - en NO x -emissieplafonds die in deze richtlijn voor België zijn opgenomen bedragen respectievelijk 99 en 176 kiloton, wat een reductie ten opzichte van 1990 van respectievelijk 73 en 48 % betekent. Op de Interministeriële Conferentie Leefmilieu van 16 juni 2000 werd een akkoord bereikt over de verdeling van de Belgische emissieplafonds tussen de verschillende gewesten in België. DeSO 2 - en NOX-emissieplafonds die hierbij voor stationaire bronnen in Vlaanderen zijn vastgelegd bedragen respectievelijk 65,8 en 58,3 kt. In het ontwerp van Vlaams milieubeleidsplan is bepaald dat zoveel mogelijk moet worden gestreefd naar de streefwaarden (afgeleid van het oorspronkelijke Commissievoorstel, NEC+ ) en dat de in de richtlijn bepaalde plafonds ( NEC») gelden als een bindend minimum. Bij de voorbereidingen van de internationale onderhandelingen zijn deze plafonds door de administratie vertaald naar de volgende voorlopige sectorale emissieplafonds. NEC NEC+ SO 2 (kton) 5,9 4,32 NO x (kton) 16,0 10,87

2 53488 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Met het instrument milieubeleidsovereenkomst zijn tussen de sector en de overheid reeds in het verleden goede ervaringen geweest waardoor er tijdens de besprekingen in het najaar 2002 besloten werd om terug een nieuwe milieubeleidsovereenkomst af te sluiten. Dit instrument biedt voor beide partijen een meerwaarde en is voor beide partijen een flexibel instrument om de doelstellingen te halen en dit op de meest kostenefficiënte manier. In de eerste helft van 2003 werden hierover verder gesprekken gevoerd. Dit leidde tot de tekst die nu voorligt. Er is geopteerd om enkel een milieubeleidsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en BFE af te sluiten. BFE is een representatieve organisatie voor de elektriciteitsbedrijven in Vlaanderen. Sinds de vorige overeenkomst is de bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de gewesten gewijzigd. Nu zijn uitsluitend de gewesten bevoegd voor milieubeleidsovereenkomsten. Eveneens zijn de doelstellingen zoals hierboven gesteld per gewest vastgelegd. In het Vlaams gewest is er een decretaal kader om milieubeleidsovereenkomsten af te sluiten. Er werd dus geopteerd om enkel een milieubeleidsovereenkomst binnen het Vlaams gewest af te sluiten zodat het inhoudelijk en procedureel niet te ingewikkeld werd. Bepalen van het sectoraal emissieplafond Om het reductiepotentieel en de effecten hiervan in kaart te brengen heeft AMINAL een sectorstudie opgesteld. In bijlage 1 wordt beknopt de technische en economische informatie uit deze studie weergegeven. Om de doelstellingen van de sector in zijn geheel te bepalen, is rekening gehouden met de resultaten van de uitgevoerde sectorstudie door VITO in opdracht van AMINAL en met de indicatieve sectorale NEC-doelstellingen. Over de doelstellingen in deze overeenkomst werd uitgebreid en constructief overlegd met de elektriciteitssector. 2. Toelichting bij belangrijke artikelen Artikel 1. Juridisch kader De overeenkomst is bindend voor de Organisatie die de overeenkomst ondertekent en voor de leden van de Organisatie die een mandaat aan de Organisatie voor het sluiten van deze overeenkomst hebben gegeven. Deze memorie van toelichting zal tevens voorgedragen worden aan de Vlaamse regering en de rechtsgeldigheid voor de uitvoering van de overeenkomst zal hierop eveneens gebaseerd zijn. Artikel 2. Definities en toepassingsgebied In artikel 2 wordt verwezen naar bijlage 1 van de overeenkomst. In deze bijlage wordt een limitatieve opsomming gegeven van de bestaande installaties die onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen. Deze installaties betreffen elektriciteitsproductie-installaties in Vlaanderen, die geëxploiteerd worden door of eigendom zijn van de toegetreden leden van de Organisatie. Hieronder vallen eveneens de installaties die in synergie met derden zijn opgericht, maar enkel deze installaties waarvoor de toegetreden leden van de Organisatie een exclusief gebruiksrecht hebben. Uitgesloten van de overeenkomst zijn de installaties waarvoor de productie van elektriciteit voornamelijk voor eigen gebruik wordt aangewend. Voor de overheid is het van belang de garanties te krijgen dat de emissies van de elektriciteitssector in zijn geheel beneden een bepaald plafond blijven. In het verleden, waar er slechts twee bedrijven betrokken waren, was dit relatief eenvoudig. In de huidige situatie van een geliberaliseerde elektriciteitsmarkt ligt dit echter minder voor de hand. Er kunnen immers moeilijk nu afspraken worden gemaakt met spelers die in de toekomst op de markt zullen komen. Deze nieuwe spelers kunnen moeilijk verplicht worden tot de milieubeleidsovereenkomst toe te treden en bij elke nieuwe installatie of speler zou zich de vraag stellen hoe in de nieuwe situatie het emissieplafond moet herverdeeld worden tussen de reeds aanwezige en de nieuwe speler(s). Om deze reden heeft de elektriciteitssector voorgesteld de MBO te beperken tot de bestaande installaties (bv. alles vergund bij de aanvangsdatum van de MBO) en de emissies van de nieuwe installaties te regelen met Vlaremvoorwaarden. Het schaniermoment tussen bestaande installatie en nieuwe installatie is de einddatum van de huidige overeenkomst. Wanneer een installatie vergund is voor 1 januari 2004 dan wordt deze installatie opgenomen als bestaande installatie (geplande) op de lijst van bijlage 1. Een nieuwe installatie wordt gedefinieerd als een installatie die elektriciteit produceert voor levering aan derden en waarbij NO x - en/of SO 2 - emissies vrijkomen, met een netto ontwikkelbaar vermogen groter dan 100 kw elektrisch, en die vergund is na 1 januari 2004 en die niet als gepland opgenomen is in de lijst in bijlage 1. Wanneer door een toegetreden lid een bestaande installatie van een derde wordt overgenomen, vallen de emissies van deze installatie niet onder het toepassingsgebied van de milieubeleidsovereenkomst. Deze installaties zijn voornamelijk WKK motoren met een klein netto ontwikkelbaar vermogen waarbij de elektriciteitsproductie voornamelijk gestuurd wordt door de warmtebehoefte. In artikel 2, 3 worden de modaliteiten voor de bepaling van de NO x -emissies van de warmtekrachtkoppelingsinstallaties (WKK s) opgericht door toegetreden leden al dan niet in synergie met derden, beschreven. Ongeacht de vergunninghouder van deze bovenvermelde installaties en in de mate het toegetreden lid het exclusieve gebruiksrecht op de elektriciteitsproductie van deze installaties uitoefent (onder de vorm van eigendom, huur of andere wijze van ter beschikking stelling), vallen enkel de NO x -emissies van het elektriciteitsgedeelte onder het toepassingsgebeid van deze overeenkomst. Voor zowel bestaande als nieuwe installaties worden de NO x -emissies bepaald op basis van de volgende emissiefactoren : Bestaande installaties Nieuwe installaties Gasturbine WKK 280 g NO x /MWhe 100gNO x / MWhe Gasmotor WKK g NO x / MWhe g NO x / MWhe Dieselmotor WKK g NO x / MWhe g NO x / MWhe

3 53489 De SO 2 -emissies afkomstig van een WKK vallen steeds onder het toepassingsgebied. Momenteel zijn deze SO 2 -emissies niet relevant omdat de meeste WKK s gas als brandstof gebruiken. Artikel 3. Doelstellingen In 2008 wordt voor NO x het door de administratie vooropgestelde sectorale NEC- plafond reeds gerealiseerd. Voor SO 2 zal dit pas gebeuren in 2010 omdat de sector zolang mogelijk een gediversifieerd productiepark wil behouden. In 2013 worden de NEC-streefwaarden voor beide polluenten gerealiseerd. Bij de besprekingen van deze overeenkomst zijn beide partijen vertrokken van een 10 jarige visie waardoor nu reeds doelstellingen voor na 2008 in de overeenkomst zijn opgenomen. De jaarvrachten voor de periode zijn in deze overeenkomst als indicatieve waarden ingeschreven. Bij verlenging van de overeenkomst worden deze jaarvrachten beschouwd als absolute plafonds (zie ook bespreking artikel 8). Vanaf 2010 is voor de NO x -emissie niet alleen een absoluut plafond van 12.5 kt ingeschreven, maar eveneens een streefwaarde van 11 kt. Een hoger plafond laat aan de Organisatie meer flexibiliteit toe in het sluitingsscenario van bestaande installaties. Er zijn bovendien nog wat onzekerheden over de beschouwde periode : de invloed van import/export, de evolutie in de historische contracten met de kerncentrales, de realisatie van de windprojecten, de evolutie van de elektriciteitsvraag, de brandstofprijzen, de komst van nieuwe elektriciteitsproducenten in Vlaanderen. Er zal wel gestreefd worden om het plafond van 11 kt NO x -emissies te behalen. Artikel 4. Verbintenissen van de Organisatie Het toepassingsgebied van de overeenkomst beperkt zich tot de reeds vergunde installaties. Hierdoor is er risico dat bij het in bedrijf nemen van nieuwe installaties zowel bij leden als niet leden van de Organisatie de totale emissie van bestaande en nieuwe installaties voor de sector hoger ligt dan de afgesproken absolute emissieplafonds voor het geheel van bestaande installaties. Om te vermijden dat de overheid de NEC-plafonds niet zou bereiken is daarom overeengekomen dat wanneer nieuwe installaties in bedrijf worden genomen of een bestaande installatie die in eigendom of in exploitatie wordt overgedragen aan derden die geen toegetreden leden van de Organisatie zijn de jaarvrachten van de bestaande installaties verminderd worden met de emissies van nieuwe installaties, die jaarlijks bepaald worden door de Begeleidingsgroep op basis van : de verwachte elektriciteitsproductie door nieuwe installaties; emissiefactoren voor nieuwe installaties, rekening houdend met de vigerende reglementering en met de beste beschikbare technieken op het moment van de vergunningverlening voor de nieuwe installatie. Om te vermijden dat de overheid de NEC plafonds niet zou bereiken is overeengekomen dat bij overname van een bestaande installatie door een derde, de jaarvrachten verminderd worden met deze installatie Wanneer een bestaande installatie overgenomen wordt door een derde die lid wordt van de Organisatie en de Organisatie mandateert inzake de toepassing van de milieubeleidsovereenkomst valt deze installatie nog steeds onder het toepassingsgebied en worden de jaarvrachten niet verminderd. Wanneer een derde geen lid wordt van de Organisatie dan worden de vrachten van deze overgenomen installaties bepaald door de Begeleidingsgroep op basis van overleg tussen de partijen van de overeenkomst en de betrokken overnemer en op basis van het door de Organisatie opgestelde plan om de doelstellingen te bereiken. Het is dan de taak van de overheid te komen tot een billijke bepaling van deze emissievrachten. In het geval van onvoorziene en uitzonderlijke omstandigheden bij de energiebevoorrading (bijvoorbeeld het langdurig uitvallen van de kerncentrales of problemen bij de levering van aardgas) kunnen de in artikel 3 van de milieubeleidsovereenkomst vastgestelde doelstellingen worden overschreden. De Begeleidingsgroep bepaalt op welke wijze de toegelaten overschrijdingen worden bepaald. Door de Organisatie zal samen met de eerste rapportage een plan van aanpak worden voorgesteld. In dit plan zal aangegeven worden welke maatregelen door de leden van de Organisatie zullen genomen worden om de doelstellingen in 2008 te bereiken. Eveneens zal indicatief aangegeven worden welke maatregelen dienen genomen te worden om de doelstellingen in 2010 en in 2013 te bereiken. Artikel 5. Verbintenissen van het Gewest Het Gewest zal gedurende de geldingstermijn van de onderhavige milieubeleidsovereenkomst, geen reglementering uitvaardigen door middel van een uitvoeringsbesluit dat, met betrekking tot de door de milieubeleidsovereenkomst behandelde punten, strengere eisen stelt dan deze laatste. Het Gewest blijft wel bevoegd om verordenend op te treden, hetzij in geval van dringende noodzaak, hetzij om te voldoen aan dwingende verplichtingen van internationaal of Europees rechtelijke aard. Vooraleer gebruik te maken van deze bevoegdheid, pleegt het Gewest overleg met de sector. Deze bepalingen zijn overeenkomstig de bepalingen in artikel 4 van het decreet. Eveneens zal het Gewest ervoor zorgen dat de doelstellingen van deze overeenkomst doorwerken in haar vergunningenbeleid. Artikel 6. Begeleidingsgroep De Begeleidingsgroep dient aan de hand van het opgemaakte verslag overeenkomstig artikel 7 van de overeenkomst jaarlijks na te gaan of : De doelstellingen van het werkjaar gerealiseerd zijn. Er onvoorziene en uitzonderlijke omstandigheden bij de energiebevoorrading opgetreden zijn waardoor de emissieplafonds overschreden zijn. Eveneens dient nagegaan te worden of deze overschrijdingen toegelaten zijn. De bepaling van de emissies van nieuwe installaties correct is nageleefd. Artikel 7. Jaarlijkse rapportering en evaluatie Overeenkomstig artikel 12, 1 van het decreet dienen de partijen, ten laatste zes maanden na het afsluiten van een volledig werkjaar een rapport aan de Vlaamse minister van Leefmilieu te overhandigen. De evaluatie van de jaarvrachten gebeurt aan de hand van de opgemaakte emissiejaarrapporten ingediend bij de Vlaamse Milieumaatschappij. Het rapport en de evaluatie opgemaakt door de bevoegde dienst van de Vlaamse regering, die wordt aangeduid bij goedkeuring van de milieubeleidsovereenkomst, worden door de Vlaamse minister van Leefmilieu binnen de twee maanden doorgestuurd naar de Voorzitter van het Vlaams Parlement. Het rapport wordt eveneens overhandigd aan de Begeleidingsgroep.

4 53490 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Eveneens stelt de Organisatie een jaarlijks verslag met de volgende minimale gegevens : 1. Een inventaris van de volgende gegevens : De installaties behorende tot het toepassingsgebied van de onderhavige milieubeleidsovereenkomst; Nieuwe installaties in gebruik genomen tijdens het voorbije werkjaar en de geplande installaties voor de toekomst; Het energieverbruik per brandstof (GJ) en voor de netto- elektriciteitsproductie (MWh); Emissiegegevens voor SO 2 en NO x per installatie; De reeds geïmplementeerde maatregelen op het niveau van het globale installatiepark en per installatie; De geplande maatregelen en een prognose van de emissies in functie van de in deze overeenkomst bepaalde doelstellingen. 2. Een evaluatie van de bereikte emissiereducties en de resultaten in functie van de doelstellingen. 3. Een jaarlijks rapport zoals hoger voorzien. Artikel 8. Duur, einde en verlenging van de milieubeleidsovereenkomst. Overeenkomstig artikel 8 van het decreet kunnen de partijen zelf de duur van een milieubeleidsovereenkomst bepalen, met een maximumduur van vijf jaar. Deze milieubeleidsovereenkomst heeft een looptijd van 5 jaar, met een optie voor 5 bijkomende jaren. De partijen hebben de intentie om deze overeenkomst te verlengen. Overeenkomstig artikel 8 2 van het decreet kunnen de partijen de milieubeleidsovereenkomst verlengen, op voorwaarde dat zij daarbij geen inhoudelijke wijzigingen aanbrengen. Om deze reden zijn nu reeds doelstellingen voor na 2008 opgenomen. Dit biedt als voordeel dat de overheid een waarborg heeft voor de sectorale emissieplafonds en zo in 2010 de nationale emissieplafonds kan bereiken. Eveneens biedt dit aan de sector de garantie dat de Vlaremnormen tussentijds niet strenger zullen worden. Het blijft evenwel mogelijk dat één van beide partijen de MBO na de eerste 5 jaar opzegt (eind 2008). In dit geval zal worden teruggevallen op emissiegrenswaarden om de emissies van de betrokken installaties te beperken. Overeenkomstig artikel 8, 3 van het decreet kan deze overeenkomst te allen tijde worden gewijzigd. Overeenkomstig artikel 9 van het decreet kunnen de partijen te allen tijde de milieubeleidsovereenkomst opzeggen, mits zij een opzeggingstermijn van zes maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt op straffe van nietigheid, hetzij bij een ter post aangetekende brief, hetzij bij deurwaardersexploot. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de kennisgeving. Overeenkomstig artikel 10, 2 van het decreet kunnen bij niet naleving van de verplichtingen van de overeenkomst de partijen de dwanguitvoering of de uitvoering bij equivalent van de overtreder door de rechter laten vaststellen. Brussel, 23 april De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER BIJLAGE Technisch - economische informatie uit de sectorstudie «Evaluatie van het reductiepotentieel voor diverse polluenten naar het compartiment lucht voor elektriciteitsproductie in Vlaanderen In de bovenvermelde sectorstudie werd door Vito een aantal scenario s ontwikkeld die de mogelijke evolutie van de emissies afkomstig van de elektriciteitsproductie in Vlaanderen tussen 2000 en 2010 inschatten. In deze studie worden alle installaties die elektriciteit produceren beschouwd. In de milieubeleidsovereenkomst zijn de installaties waar elektriciteit geproduceerd wordt voor eigen gebruik (de zogenaamde zelfproducenten) van het toepassingsgebied uitgesloten. Een van de ontwikkelde scenario s in de sectorstudie is het referentiescenario waarbij volgende uitgangspunten werden aangenomen : een jaarlijkse gemiddelde groei van het elektriciteitsverbruik van 2% en een prijs voor aardgas en steenkool van respectievelijk 3,5 en 2 euro/gj. De voorspelde kosten zijn sterk afhankelijk van de evolutie van de vermelde parameters. In het referentiescenario bestaat de NO x - kostencurve uit twee specifieke segmenten : 1. een vlak aanloopgedeelte waarin de emissies worden gereduceerd tot ongeveer 15 kt, met een relatief bescheiden emissiereductiekost, lager dan S 3/kg : de reducties worden hoofdzakelijk gerealiseerd door specifieke NO x reductietechnieken toe te passen in kolencentrales zoals het uitrusten van de kolengroepen met selectieve katalytische reductie en het aanpassen van een aantal branders; 2. een steil opwaarts gedeelte : er worden nageschakelde technieken toegepast op gasgestookte centrales en uiteindelijk worden kolencentrales zelf gedeeltelijk buiten dienst gesteld en vervangen door nieuwe gasgestookte STEG centrales. De kosten voor de bijkomende reductie lopen echter snel op. Een bijkomende ton reductie kost ongeveer 8000 euro en deze prijs loopt verder op tot meerdere tienduizenden euros per ton. De SO 2 kostencurve van het referentiescenario vertoont een aantal duidelijke segmenten met een relatief groot reductiepotentieel. Voor minder dan S 1/kg kunnen de emissies tot ongeveer 15 kt gereduceerd worden door toepassing van natte kalkwassing in alle resterende kolencentrales. De maatregel heeft aanzienlijke secundaire baten onder de vorm van emissiereducties voor fijn stof en zware metalen. In een tweede segment (van 14.5 tot 13 kt) krijgen we een verandering van de productieallocatie, waarbij meer gas wordt gestookt en de oude steenkoolgroepen gedeeltelijk worden ontmanteld. In het derde segment (tot 4 kt) wordt in de steenkoolgroepen, die allen zijn uitgerust met natte kalkwassing, overgeschakeld naar laagzwavelige steenkool. Verder reduceren wordt zeer duur. Volgens de kostencurven uit het referentiescenario blijkt dat het, om het vooropgestelde sectorale NEC-SO 2 -plafond van 5,9 kt te halen, volstaat om bijna volledig over te schakelen op steenkool met 0,5% zwavel, bijna alle kolencentrales te voorzien van een natte wassing en bovendien reeds 500 MW te produceren met een nieuw te bouwen STEG. Met dezelfde maatregelen, doch iets meer verschuivingen in het productiepark, kan ook het NEC+-plafond (4,32 kt) worden gehaald. In de SO 2 -kostencurve in het referentiescenario zit een vlak deel tussen 10,5 kt en 4 kt. Men kan zich op dit deel bewegen door meer of minder over te schakelen op laagzwavelige steenkool en de elektriciteitsproductie in meerdere of mindere mate te laten gebeuren door een nieuwe STEG. De marginale kost in dit gedeelte bedraagt 3,38 S/kg.

5 53491 In de kostencurven kunnen de jaarlijkse kosten afgelezen worden voor verschillende emissieniveaus. De som van de kosten voor NO x en SO 2 geeft een eerste benadering van de kosten die door de sector zullen moeten gedragen worden om de doelstellingen te realiseren. De reductie van meerdere polluenten kan soms goedkoper worden gerealiseerd door de voorkeur te geven aan reductietechnieken die meerdere polluenten gezamenlijk bestrijden. In onderstaande tabel worden zowel de afzonderlijke als de gezamenlijke kosten voor de verschillende niveau s weergegeven. Referentiescenario met gasprijs van 3,5 euro/gj en interestvoet van 5% Afzonderlijke analyses Gezamenlijke analyses Emissies in kt Kostprijs in MS/jaar Emissies in kt Kostprijs in MS/jaar NEC doelstellingen NO x 15,5 16,32 16 SO 2 5,9 39,12 5,9 Totale kostprijs 55,44 47,5 Niveau in 2008 NO x SO 2 7,5 32 7,5 Totale kostprijs 51 43,35 Niveau in 2010 NO x 12, ,5 SO ,8 6 Totale kostprijs 62,8 50,24 Niveau in 2010 (streefwaarde) NO x SO ,8 6 Totale kostprijs 83,2 67,36 NEC streefwaarden = niveau in 2013 NO x 10,5 59,9 10,87 SO 2 4,32 44,46 4,32 Totale kostprijs 104,36 75,1 De totale jaarlijkse kost om een emissieplafond van 10,87 kt NO x en 4,32 kt SO 2 (NEC+) te realiseren bedraagt volgens de sectorstudie bij gezamenlijke optimalisatie jaarlijks 75,1 MS/jaar. Uitgaande van een thermisch productiepark in Vlaanderen van ongeveer MWe met een gemiddelde gebruiksduur van h/jaar (de elektriciteitsproductie bedraagt ongeveer 36 TWh/jaar), kan de globale economische impact van deze maatregelen geraamd worden op ongeveer S/GWh. Ter vergelijking hiermee : de huidige groothandelsprijs voor elektriciteit ex centrale bedraagt tussen de en S/GWh. De totale jaarlijkse kost om een emissieplafond van 16 kt NO x en 5,9 kt SO 2 (NEC) te realiseren bedraagt volgens de sectorstudie bij gezamenlijke optimalisatie jaarlijks 47,5 MS/jaar. Deze simulaties houden geen rekening met de bijkomende maatregelen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan het Kyoto-engagement. Brussel, 23 april De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER

6 53492 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Milieubeleidsovereenkomst betreffende de vermindering van de SO 2 -enno x -emissies afkomstig van installaties van elektriciteitsproducenten Gelet op het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomst; Gelet op het besluit van 14 november 2003 tot uitvoering van het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomst; Gelet op de bekendmaking van het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst betreffende de vermindering van de SO 2 - en NO x -emissies afkomstig van installaties van elektriciteitsproducenten in het Belgisch Staatsblad van 22 januari 2004; Gelet op het feit dat het voormelde ontwerp van milieubeleidsovereenkomst overeenkomstig artikel 6, 1 van voormeld decreet en artikel 1 van voormeld besluit bij de Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ter inzage lag gedurende een termijn van 30 dagen na de publicatie van de samenvatting in het Belgisch Staatsblad en na bekendmaking in minstens drie dagbladen die in het hele Vlaamse Gewest worden verspreid; dat gedurende deze termijn een schriftelijke bezwaar en/of opmerking ter kennis van de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid werd gebracht; Gelet op het ontwerp - advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen uitgebracht op 4 februari 2004 en later bevestigd op 11 februari 2004; Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen uitgebracht op 22 januari 2004; Gelet op het verslag aan de Vlaamse regering met de verantwoording van de beslissing tot afsluiting van onderhavige milieubeleidsovereenkomst; Gelet op de in toepassing van artikel 6, 4 van voormeld decreet gedane mededeling aan de voorzitter van het Vlaams Parlement van het voormelde ontwerp van milieubeleidsovereenkomst en de voormelde adviezen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen; Gelet op het feit dat het Vlaams Parlement zich niet heeft verzet tegen de sluiting van onderhavige overeenkomst; Overwegende dat de beperking van NO x - en SO 2 emissies van de elektriciteitsproductie-installaties kan geconcretiseerd worden door het vastleggen van absolute emissieplafonds; Overwegende dat het vastleggen van absolute emissieplafonds aan de elektriciteitsproducenten toelaat, binnen de grenzen van de wetgeving terzake, de hiertoe vereiste inspanningen op de meest oordeelkundige en economische verantwoorde wijze te leveren; HEBBEN HIERNA VOLGENDE PARTIJEN : 1 Het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, vertegenwoordigd door de heer Bart Somers, minister-president van de Vlaamse regering, en de heer Jef Tavernier, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, hierna genoemd het Gewest; 2 De sector, hier vertegenwoordigd door de Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector (BFE) VZW, als representatieve organisatie, hierna genoemd de Organisatie; volgende milieubeleidsovereenkomst afgesloten : Artikel 1. Juridisch kader De milieubeleidsovereenkomst wordt gesloten tussen bovenvermelde partijen overeenkomstig het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten. Deze overeenkomst is bindend voor de bovengenoemde partijen alsook voor al de leden van de Organisatie die een mandaat hebben verleend aan de Organisatie voor het sluiten van de overeenkomst. Een lijst van de leden van de Organisatie die een mandaat voor het sluiten van de overeenkomst hebben verleend wordt in bijlage 2 bij deze overeenkomst gevoegd; de nieuwe leden worden ter kennis van het Gewest gebracht. De Organisatie licht haar toegetreden leden maximaal in over de verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst. Artikel 2. Definities en toepassingsgebied 1. Voor de toepassing van deze milieubeleidsovereenkomst wordt verstaan onder : 1 Begeleidingsgroep : de Technische Begeleidingsgroep, opgericht overeenkomstig artikel 6 van deze overeenkomst. 2 Installaties : installaties die elektriciteit produceren voor levering aan derden en waarbij NO x - en/of SO 2 - emissies vrijkomen, met een netto ontwikkelbaar vermogen vanaf 100 kw elektrisch. 3 Bestaande installaties : Installaties die vergund zijn voor 1 januari 2004 en zoals opgelijst in bijlage 1 bij deze overeenkomst, inclusief deze vermeld als gepland. 4 Nieuwe installatie : installaties niet vermeld in de lijst in bijlage 1 bij de overeenkomst. 5 Absoluut plafond : de jaarlijkse emissievracht die niet mag overschreden worden. 6 Toegetreden leden : leden die aan de Organisatie een mandaat hebben verleend of zullen verlenen. 2. Onderhavige milieubeleidsovereenkomst heeft betrekking op de emissies afkomstig van bestaande installaties. 3. De NO x - emissies van de warmtekrachtkoppelingsinstallaties (WKK s) worden bepaald volgens de navolgende modaliteiten. Voor bestaande en nieuwe installaties worden de NO x - emissies voor het elektriciteitsgedeelte bepaald op basis van de volgende emissiefactoren : Bestaande installaties Nieuwe installaties Gasturbine WKK 280 g NO x /MWhe 100gNO x / MWhe Gasmotor WKK g NO x / MWhe g NO x / MWhe Dieselmotor WKK g NO x / MWhe g NO x / MWhe

7 53493 Art. 3. Doelstelling 1. De doelstelling is het terugdringen van de emissies van de elektriciteitssector, vallend onder de NACE-code tot de volgende jaarvrachten : Referentie 1990 Vanaf 2005 Vanaf 2008 Vanaf 2009 Vanaf 2010 NO x emissies in kt ,5 met als streefwaarde SO 2 emissies in kt ,5 7,5 6 4,3 Vanaf De in vorige lid vermelde jaarvrachten gelden als absolute plafonds voor de periode en als indicatieve waarden voor de periode Na verlenging van de milieubeleidsovereenkomst overeenkomstig artikel 8, 2 gelden de jaarvrachten voor de periode als absolute plafonds, behalve de streefwaarde van 11 kt NO x - emissie. Art. 4. Verbintenissen van de Organisatie 1. De emissies van de bestaande installaties mogen niet meer bedragen dan de in artikel 3 vermelde jaarvrachten. De Organisatie zal hiertoe de nodige maatregelen treffen. 2. De jaarvrachten worden verminderd met de emissies van nieuwe installaties en de bestaande installaties die in eigendom of in exploitatie wordt overgedragen aan derden die geen toegetreden lid van de Organisatie zijn. Deze vrachten van de hierboven vermelde nieuwe installaties worden jaarlijks bepaald door de Begeleidingsgroep op basis van : de verwachte elektriciteitsproductie door nieuwe installaties; emissiefactoren voor nieuwe installaties, rekening houdend met de vigerende reglementering en met de beste beschikbare technieken op het moment van de vergunningverlening voor de nieuwe installatie. de beschikbare informatie over de reële emissies. De hierboven bedoelde vrachten van bestaande installaties die in eigendom of in exploitatie worden overgedragen aan derden die geen toegetreden lid van de Organisatie zijn, worden jaarlijks bepaald door de Begeleidingsgroep op basis van overleg tussen de partijen van de Overeenkomst en de betrokken overnemer en op basis van de in 5 van dit artikel bedoelde plannen. 3. Wanneer een installatie in eigendom of exploitatie overgedragen is aan een overnemer die een toegetreden lid is of de overnemer lid wordt van de Organisatie en de Organisatie mandateert inzake de toepassing van onderhavige milieubeleidsovereenkomst dan blijft deze installatie behoren tot het toepassingsgebied van deze overeenkomst. 4. In het geval van onvoorziene en uitzonderlijke omstandigheden bij de energiebevoorrading, buiten de wil en de controle van de Organisatie en haar leden, (bijvoorbeeld het langdurig uitvallen van de kerncentrales of problemen bij de levering van aardgas) kunnen de in artikel 3 en in artikel 4 vastgestelde jaarvrachten worden overschreden. De Begeleidingsgroep bepaalt of en op welke wijze de toegelaten overschrijdingen worden bepaald. 5. Begin 2005 wordt door de Organisatie een plan en een indicatief plan aan de Begeleidingsgroep bezorgd. Beide plannen geven aan welke maatregelen door de Organisatie zullen genomen worden om de absolute plafonds respectievelijk in 2009, 2010 en 2013 te bereiken. 6. De Organisatie zal onderzoek op emissie-arme bestrijdingstechnieken blijven uitvoeren, en hierover rapporteren aan de Begeleidingsgroep. 7. De Organisatie zal aan de Begeleidingsgroep de informatie die het Gewest nuttig acht voor de beoordeling van de in deze milieubeleidsovereenkomst te bereiken doelstellingen en jaarvrachten overhandigen. Art. 5. Verbintenissen van het Gewest 1. Overeenkomstig de verplichtingen vermeld in artikel 4 van het decreet zal het Gewest geen reglementering uitvaardigen door middel van een uitvoeringsbesluit dat met betrekking tot de door de milieubeleidsovereenkomst behandelde punten, strengere eisen stelt dan deze laatste. 2. Het Gewest zal in het kader van zijn bevoegdheid, op het vlak van de vergunningsprocedure, het nodige doen om de inhoud van deze overeenkomst door de vergunningverlenende overheden te laten naleven. 3. Het Gewest zal de Begeleidingsgroep informeren over de vergunningen verleend voor nieuwe installaties en over de ingebruikname van installaties door niet toegetreden leden van de Organisatie. Art. 6. Begeleidingsgroep 1. Er wordt een Begeleidingsgroep opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers van : 1 AMINAL 2 VMM 3 BFE 4 de toegetreden leden van de Organisatie.

8 53494 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 2. De Begeleidingsgroep is belast met de volgende taken : 1. Het begeleiden van de uitvoering van onderhavige milieubeleidsovereenkomst; 2. Het nemen van alle nodige initiatieven en het onderzoeken van mogelijke knelpunten met betrekking tot de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst; 3. Het jaarlijks bepalen van de verwachte elektriciteitsproductie door nieuwe installaties; 4. Het jaarlijks bepalen van de emissiefactoren voor nieuwe installaties, rekening houdend met de vigerende reglementering en met de beste beschikbare technieken op het moment van de vergunningverlening voor de nieuwe installatie; 5. Het kennis nemen van de verslaggeving en de rapportering zoals bedoeld in artikel 7; 6. De evaluatie van de resultaten in het licht van de doelstellingen; 7. De evaluatie van de mogelijke verlenging van de onderhavige milieubeleidsovereenkomst. De Begeleidingsgroep vergadert ten minste eenmaal per jaar. Hij vergadert tevens op verzoek van een van de leden. Het Gewest duidt een voorzitter voor de Begeleidingsgroep aan. De Organisatie duidt een secretaris aan. De Begeleidingsgroep zal bij consensus beslissen. Art. 7. Jaarlijkse rapportering en evaluatie 1. Ten laatste zes maanden na het afsluiten van elk volledig jaar wordt door de Organisatie, een verslag aan de Begeleidingsgroep overhandigd. Dit jaarlijks verslag omvat minimaal de volgende gegevens : 1. Een inventaris van de volgende gegevens : De installaties behorende tot het toepassingsgebied van de onderhavige milieubeleidsovereenkomst; Nieuwe installaties in gebruik genomen tijdens het voorbije werkjaar en de geplande installaties voor de toekomst; Het energieverbruik per brandstof (GJ) en voor de netto- elektriciteitsproductie (MWh); Emissiegegevens voor SO 2 en NO x per installatie; De reeds geïmplementeerde maatregelen op het niveau van het globale installatiepark en per installatie; De geplande maatregelen en een prognose van de emissies in functie van de in deze overeenkomst bepaalde doelstellingen. 2. Een evaluatie van de bereikte emissiereducties en de resultaten in functie van de doelstellingen. 3. Het jaarlijkse rapport, zoals bepaald in Na bespreking in de Begeleidingsgroep en ten laatste zes maanden na het afsluiten van elk volledig jaar dienen de partijen, een rapport betreffende de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst in bij de Vlaamse minister bevoegd voor leefmilieu. Dit rapport omvat minimaal de volgende gegevens : 1. Een oplijsting van de belangrijkste knelpunten en mogelijke oplossingen in verband met deze milieubeleidsovereenkomst; 2. Een artikelsgewijze bespreking van de stand van zaken; 3. De opportuniteit van de overeenkomst in relatie tot de eventueel gewijzigde externe omstandigheden. Art. 8. Duur, einde en verlenging van de overeenkomst 1. De milieubeleidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005 na de publicatie van de milieubeleidsovereenkomst in het Belgisch Staatsblad, zoals bepaald in artikel 6, 6, van het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten. 2. Deze milieubeleidsovereenkomst wordt afgesloten voor de duur van 5 jaar. Deze milieubeleidsovereenkomst is verlengbaar overeenkomstig artikel 8, 2 van het decreet. 3. Onverminderd de bepalingen in artikel 9 van het decreet bedraagt de opzeggingstermijn zes maanden. Art. 9. Slotbepaling De milieubeleidsovereenkomst werd gesloten te Brussel op 12 april 2004 en werd ondertekend door de vertegenwoordigers van alle partijen. Elke partij erkent haar exemplaar van de overeenkomst te hebben ontvangen. Brussel, 12 april Voor het Vlaams Gewest : De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER Voor de sector : Voorzitter Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector, J.-P. CONNEROTTE Bestuurder Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector, E. ANTOONS

9 53495 BIJLAGE 1 Thermische productie-installaties van de elektriciteitsbedrijven in het Vlaamse Gewest ELECTRABEL Producent type adres netto ontwikkelbaar vermogen MWe opm Kallo thermisch Kapeldijk 40, 9120 Kallo 522 Mol thermisch Lichtstraat 55, 2400 Mol-Donk 255 Rodenhuize thermisch Rodenhuizekaai 3, 9042 Desteldonk 526 Ruien thermisch Herpelgem 18, 9690 Kluisbergen 546 Langerlo thermisch + repowering Swinnenwijerweg 30, 3600 Genk 602 Ruien thermisch + repowering Herpelgem 18, 9690 Kluisbergen 333 Drogenbos steg De Bruyckerweg 1, 1620 Drogenbos 460 Herdersbrug steg Pathoekstraat 300, 8000 Brugge 460 Vilvoorde steg JF Willemsstraat 200, 1800 Vilvoorde 385 Drogenbos gasturbine De Bruyckerweg 1, 1620 Drogenbos 78 Mol gasturbine Lichtstraat 55, 2400 Mol-Donk 30 Aalter turbojet Venecolaan, 9880 Aalter 18 Beerse turbojet Busselenstraat 6, Beerse 32 Noordschote turbojet Ieperleedijkstraat, 8647 Lo-Reninge 18 Zedelgem turbojet Torhoutsesteenweg 118A, 8230 Torhout 18 Zeebrugge turbojet Lancelot Blondeellaan, 8380 Zeebrugge 18 Zelzate - Sidmar turbojet Achiel Declercqlaan, 9060 Zelzate 18 Zandvliet Power n.v. wkk-steg Haven 725, Scheldelaan 600, 2040 Antwerpen 385 G/E Amylum wkk-gasturbine Burchtstraat 10, 9300 Aalst 48 E Bayer wkk-gasturbine Haven 507, Scheldelaan, 2040 Antwerpen 43 E Chembel (ex Amoco) wkk-gasturbine Amocolaan 2, 2440 Geel 43 E Degussa wkk-gasturbine Tijsmanstunnel West, 2040 Antwerpen 43 E Distrigas wkk-gasturbine Oostelijke Strekdam, Zeebrugge 41 E Esso wkk-gasturbine Polderdijkweg 3, 2030 Antwerpen 38,8 E Langerbrugge 20/30 wkk-gasturbine Langerbruggekaai 3, 9000 Gent 59 E Monsanto wkk-gasturbine Haven 627, Scheldelaan 460, 2040 Antwerpen 43,3 E Oudegem Papier wkk-gasturbine Oude Baan , 9200 Dendermonde 14,5 E Phenolchemie wkk-gasturbine Geslecht 1, 9130 Doel 22,8 E Sappi wkk-gasturbine Montaigneweg 2, 3620 Lanaken 43 E TotalFinaElf wkk-gasturbine Haven 447, Scheldelaan 16, 2030 Antwerpen 154 E Fina 6 wkk-tegendruk Antwerpen 25 E Balta wkk-gasmotor Nijverheidslaan 15, 8580 Avelgem 1,8 E Hartog Union (Unipro) wkk-gasmotor Borrewaterstraat 11, 2170 Merksem 1,3 E ITC/Balta wkk-gasmotor Kanegemstraat 15, 8700 Tielt 5 E Fabelta wkk-gasmotor Desire De Bodtkaai 27, 9400 Ninove 2,8 E

10 53496 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Producent type adres netto ontwikkelbaar vermogen MWe opm Balta wkk-gasmotor Wakkensteenweg 2, 8710 St-Baafs-Vijve 6 E IGEAN stortgasmotor Oostmalsebaan 2960 Brecht 0,3 Coghe wkk-gasmotor Meulebeekstraat 38a, 8850 Ardooie 1,9 E DDS stortgasmotor Bevrijdingslaan 201, 9200 Appels 0,6 E Floreac wkk-gasmotor Stationstraat 111, 9080 Lochristi 1,4 E Floreat wkk-gasmotor Kasteellaan 30 a, 9220 Moerzeke 0,6 E De plataan wkk-gasmotor Meensesteenweg 94, 8870 Izegem 0,2 E Van Remoortel wkk-gasmotor Avenakers 15b,9130 Verrebroek 0,6 E Algoet wkk-gasmotor Lintseheide 39b, 2570 Duffel 0,7 E Capsugel wkk-gasmotor Rijksweg 11, 2880 Bornem 0,7 E De Kock - Sita stortgasmotor Wolfshaegen 15, 3040 Huldenberg 0,7 E Hoyer wkk-gasmotor Transcontinentaalweg 12, 2030 Antwerpen 0,7 E Kliniek 2000 wkk-gasmotor Reepkaai 4, 8500 Kortrijk 0,6 E Lauwereysen wkk-gasmotor Koekhoven 37, 2330 Merksplas 4,2 E Luchtbal wkk-gasmotor en aardgasontspanningsturbine Argentieënlaan, 2030 Antwerpen 5,3 E LCB wk-gasmotor L. Bonnetweg 28, 2030 Antwerpen 2,8 G/E Pijl wkk-gasmotor Priemstraat 30, 9120 Melsele 2,8 E Schering Plough wkk-gasmotor Industriepark 30 a, 2220 Heist op den Berg 1,4 E Sobelgra wkk-gasmotor 6 havendok noordkaai 350, 2030 Antwerpen 5,2 E Vanrobays wkk-gasmotor Vlasbloemstraat 17, 8850 Ardooie 1,5 E Van Hautegem wkk-gasmotor Krijgsbaan151, 2070 Zwijndrecht 1,5 E Vito wkk-gasmotor Boeretang 200, 2400 Mol 0,6 E Willaert wkk-gasmotor Kasteellaan 25c, 9220 Hamme 1,5 E Sunparks wkk-gasmotor Wenduinsesteenweg 150, 8421 De Haan 0,4 E St. Augustinus wkk-gasmotor Oosterveldlaan 24, 2610 Wilrijk 0,8 E O.L. Vrouwziekenhuis wkk-gasmotor Koning Albertlaan 8, 8000 Brugge 0,4 E VandeWaetere wkk-gasmotor Duifhoekstraat 3a, 8810 Lichtervelde 1 E Vandevelde wkk-gasmotor Faliestraat 40b, 8210 Zedelgem 1,1 E St. Antonius wkk-gasmotor Lostraat 20, 9880 Aalter 0,3 E Aerts wkk-gasmotor Maxburgdreef 36a, 2321 Meer-Hoogstraten 1,6 E Beirinckx wkk-gasmotor Rossem 7, 2200 Noorderwijk 2,8 E IOK stortgasmotor Veedijk, 2450 Meerhout 0,3 E IOK stortgasmotor Rendelaar, 2250 Olen 0,2 E Inza wkk-gasmotor Wasserijstraat 5, 2900 Schoten 1,3 E Moortgat wkk-gasmotor Bistweg 37, 2520 Broechem 1,5 E Oostvogels wkk-gasmotor Oostmalseweg 169, 2340 Beerse 1,9 E Pittoors-TIPM wkk-gasmotor Donderheide 35, 2500 Koningshooikt-Lier 2,6 E

11 53497 Producent type adres netto ontwikkelbaar vermogen MWe opm R. De Jong wkk-gasmotor Heivelden 30, 2990 Wuustwezel 1,5 E Rombouts wkk-gasmotor Gaarshof 12, 2321 Hoogstraten 1,6 E Scheers wkk-gasmotor Pierstraat 262, 2550 Kontich 0,5 E Stannuco wkk-gasmotor Pietingbaan 105, 2160 Wommelgem 2 E Stoffels wkk-gasmotor Kleine Gammel 61, 2310 Rijkevorsel 2,8 E Van den Eynde wkk-gasmotor Pierstraat 245, 2550 Kontich 2 E Van de Mierop wkk-gasmotor Lacyns 4, 2310 Rijkevorsel 2,6 E Van Gool wkk-gasmotor Oude Heerestraat 20, 2360 Oud-Turnhout 2 E Verdonck wkk-gasmotor Achterlo 17, 2520 Broechem 1,6 E Vissers wkk-gasmotor Heikenweg 29, 2990 Loenhout 1,6 E Dijledal wkk-gasmotor Sint Maartensdal, 3000 Leuven 0,4 E Flanamat wkk-gasmotor Molenweg Haven Nr1938, 9130 Kallo 1,4 E St-Jozef Kliniek wkk-gasmotor Gendarmeriestraat 35, 1800 Vilvoorde 0,6 E Plantentuin Meise wkk-gasmotor Domein Van Bouchout, 1860 Meise 1,5 E VGT wkk-gasmotor Bolksedijk 8, 2310 Rijkevorsel 1,1 G SPE Gent-Ham steg Ham 68, 9000 Gent 53 Gent-Ringvaart steg Buitenring Wondelgem 10, 9000 Gent 350 Gent-Ham diesel Ham 68, 9000 Gent 71 Harelbeke diesel-thermisch Vaarnewijkstraat 20, 8530 Harelbeke 77 Cargill (ex Vandemoortele) wkk-gasturbine Prins-Albertlaan 12, 8870 Izegem 22 E ASPIRAVI Stortplaats Pellenberg Biogas Papenveld, 3212 Pellenberg 0,9 E Microplant wkk-gasmotor Eerste Aardstraat 30, 8530 Bavikhove (Harelbeke) 1,0 E Defever snijbloemen wkk-gasmotor Zevekoteheirweg 45 47, 8470 Gistel 0,2 E Brouwershove wkk-gasmotor Ellestraat 29, 8470 Gistel 0,1 E OCMW Leiezicht wkk-gasmotor Vrijdomkaai, 8530 Harelbeke 0,2 E Horizon kwekerij wkk-gasmotor Ginstestraat 44, 8530 Hulste (Harelbeke) 0,7 E OCMW De Ril wkk-gasmotor Sluisvaartstraat 17, 8430 Middelkerke 0,2 E Ziekenhuis St. Rembert wkk-gasmotor Rembertlaan 21, 8820 Torhout 0,3 E OCMW St. Augustinus wkk-gasmotor Vestingstraat 1, 8820 Torhout 0,2 E Zon & Zee wkk-gasmotor Westende 0 0 Maes Kwekerij wkk-gasmotor Ieperstraat 173, 8560 Moorsele 0,5 E DPS, Chaucer Foods wkk-gasmotor Werkenstraat 43, 8600 Diksmuide (Vladso) 1,9 E Goudberg wkk-gasmotor Heerbaan, 8530 Harelbeke 0.2 G Hof ter Bloemenmolens wkk-gasmotor Diksmuide 0,2 G Ziekenhuis Hoge Beuken wkk-gasmotor Cdt Weynstraat 63, 2660 Hoboken 0,5 E Hengelhoef wkk-gasmotor Houthalen-Helchteren 0,3 E

12 53498 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Producent type adres netto ontwikkelbaar vermogen MWe opm St. Trudo Ziekenhuis wkk-gasmotor Sint-Truiden 0,2 E Virga Ziekenhuis wkk-gasmotor Hasselt 0,7 E Vossemeren wkk-gasmotor Lommel 1 E Stedelijk Zwembad wkk-gasmotor Bilzen 0,2 E Echo wkk-gasmotor Houthalen 1,4 E Telenet spitsgroep Herfelingen 0,3 Telenet spitsgroep Sint-Joris-Wingene 0,5 Telenet spitsgroep Wommersom 0,5 Mercator Press 1 spitsgroep Industriezone 2, 8440 Jabbeke 1,6 Mercator Press 2 spitsgroep Industriezone 2, 8440 Jabbeke 1,6 Vanca 1 spitsgroep Drieslaan 41, 8560 Gullegem 1,6 Vanca 2 spitsgroep Drieslaan 41, 8560 Gullegem 1,6 Lefevere spitsgroep Generaal Deprezstraat 2, 8530 Harelbeke 1,6 Ceres spitsgroep Watermolenstraat 26, 8530 Harelbeke 0,8 Verduyn spitsgroep Galgestraat 9, 8610 Kortemark 0,8 Aelter spitsgroep Ambachtstraat 16, 8820 Torhout 0,8 Boal spitsgroep Drieslaan 29, 8560 Moorsele (Gullegem) 0,8 Sauropak spitsgroep Nijverheidslaan 10, 8560 Gullegem 0,8 Bonduelle spitsgroep Kortemark 0,5 Telenet spitsgroep Klein Kasteelstraat 5, 8430 Middelkerke 0,5 Leraplast spitsgroep Generaal Deprezstraat 2, 8530 Harelbeke 0.8 Aspiravi spitsgroep Leut Meeswijk 1,2 Aspiravi spitsgroep Beringen 2,4 Aspiravi spitsgroep Bilzen 0,5 Aspiravi spitsgroep Maaseik 0,5 Aspiravi spitsgroep Overpelt 0,5 G = gepland; E = enkel emissie van elektriciteitsgedeelte; 0 = niet in dienst / uit dienst. (BIJLAGE 1 : Thermische productie-installaties van de elektriciteitsbedrijven in het Vlaamse Gewest) Voor het Vlaams Gewest : De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER Voor de sector : Voorzitter Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector, J.-P. CONNEROTTE Bestuurder Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector, E. ANTOONS

13 53499 BIJLAGE 2 Betrokken elektriciteitsproducenten 1. ASPIRAVI Rik VAN de WALLE, Directeur-generaal Vaarnewijksstraat HARELBEKE 2. ELECTRABEL Vincent WITTEBOLLE, Directeur Productie Regentlaan BRUSSEL 3. SPE Piet DE FOER, Bestuurder-directeur Koningsstraat 55, bus BRUSSEL Voor het Vlaams Gewest : De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER Voor de sector : Voorzitter Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector, J.-P. CONNEROTTE Bestuurder Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector, E. ANTOONS * MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP [C 2004/36017] 4 JUNI Omzendbrief VR 2004/26. Betreffende openbaarheid van bestuur Met het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur en het besluit van de Vlaamse regering van 4 juni 2004 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake de openbaarheid van bestuur wordt één regeling uitgewerkt die zal gelden voor alle bestuursniveaus die onder de bevoegdheid vallen van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap. Met dit nieuwe decreet worden ook de bepalingen van het Verdrag van Aarhus en de Europese Richtlijn inzake vrije toegang tot milieu-informatie geïmplementeerd. In het eerste deel van deze omzendbrief wordt het toepassingsgebied van het decreet en de algemene principes inzake openbaarheid van bestuur nader toegelicht, terwijl in het tweede deel, aan de hand van een concreet stappenplan, een praktische houvast wordt geboden aan eenieder die met een verzoek om openbaarmaking wordt geconfronteerd. Voor meer informatie over dit decreet en de bijhorende memorie van toelichting (waarbij de relevante teksten op gebruiksvriendelijke wijze toegankelijk zijn), verwijs ik graag naar de volgende website : http :// Deel 1:Het toepassingsgebied en de algemene principes a) Toepassingsgebied Dit decreet kent een heel ruim toepassingsgebied. Vooreerst wordt het begrip bestuursinstantie gehanteerd als criterium, wat een ruimere invulling krijgt dan het begrip administratieve overheid uit het vorige decreet en de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten. Onder bestuursinstantie wordt begrepen : a) een rechtspersoon die is opgericht bij of krachtens de Grondwet, een wet, decreet of ordonnantie; b) een natuurlijke persoon, een groepering van natuurlijke personen, een rechtspersoon of groepering van rechtspersonen die in hun werking bepaald en gecontroleerd worden door a); c) een natuurlijke persoon, een groepering van natuurlijke personen, een rechtspersoon of groepering van rechtspersonen, voorzover zij door een bestuursinstantie in de zin van a) zijn belast met de uitoefening van een taak van algemeen belang of voorzover zij een taak van algemeen belang behartigen en beslissingen nemen die derden binden. Voor de milieusector, wordt het begrip milieu-instantie nog wat ruimer ingevuld, in die zin dat er eveneens wordt onder begrepen : elke rechtspersoon, natuurlijke persoon of groepering ervan die onder toezicht staan van een bestuursinstantie, voor zover zij openbare verantwoordelijkheden of functies uitoefenen of openbare diensten verlenen met betrekking tot het milieu. Uit de opsomming in artikel 4 van het decreet blijkt duidelijk dat er voortaan nog slechts één openbaarheidsregeling zal gelden voor alle bestuursniveaus in Vlaanderen. Het nieuwe decreet is van toepassing op de volgende bestuursinstanties : * het Vlaams Parlement en de eraan verbonden instellingen (voor aangelegenheden met betrekking tot overheidsopdrachten en personeelsleden van hun diensten); * diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest. Daarmee worden bedoeld : het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse wetenschappelijke instellingen en alle Vlaamse openbare instellingen. Ook alle nieuwe entiteiten die worden opgericht in het kader van Beter Bestuurlijk Beleid (nieuwe ministeries, eva s en iva s) zullen hieronder vallen; * de gemeenten en districten; * de provincies;

Gelet op het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten;

Gelet op het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten; Milieubeleidsovereenkomst betreffende de vermindering van de SO 2 - en NO X -emissies afkomstig van installaties van elektriciteitsproducenten voor de periode 2010-2014 Gelet op het decreet van 15 juni

Nadere informatie

Milieubeleidsovereenkomst met essenscia V.Z.W. betreffende de reductie van de NO x -emissies van haar leden in Vlaanderen

Milieubeleidsovereenkomst met essenscia V.Z.W. betreffende de reductie van de NO x -emissies van haar leden in Vlaanderen Milieubeleidsovereenkomst met essenscia V.Z.W. betreffende de reductie van de NO x -emissies van haar leden in Vlaanderen Gelet op het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten;

Nadere informatie

Decr. Vl. R. 15 juni 1994 betreffende de milleubeleidsovereenkomsten (B.S., 8 juli 1994)

Decr. Vl. R. 15 juni 1994 betreffende de milleubeleidsovereenkomsten (B.S., 8 juli 1994) Decr. Vl. R. 15 juni 1994 betreffende de milleubeleidsovereenkomsten (B.S., 8 juli 1994) Art. 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. Art. 2. Een milieubeleidsovereenkomst

Nadere informatie

Milieubeleidsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en het Verbond van de Glasindustrie vzw betreffende de reductie van de NOx emissies

Milieubeleidsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en het Verbond van de Glasindustrie vzw betreffende de reductie van de NOx emissies Milieubeleidsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en het Verbond van de Glasindustrie vzw betreffende de reductie van de NOx emissies Jaarrapport over het jaar 2012 Verbond van de Glasindustrie Pleinlaan

Nadere informatie

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende

Nadere informatie

STATISTIEKEN Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector

STATISTIEKEN Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector STATISTIEKEN 2004 Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector OPGEVRAAGDE ELEKTRISCHE ENERGIE Jaarlijks elektriciteitsverbruik Leveringen aan eindafnemers Eigen verbruik van zelfproducenten Brussels Hoofdstedelijk

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch of mechanisch vermogen van

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch of mechanisch vermogen van

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch of mechanisch vermogen van

Nadere informatie

WKK-inventaris Vlaanderen Stand van zaken 2005 (2)

WKK-inventaris Vlaanderen Stand van zaken 2005 (2) WKK-inventaris Vlaanderen Stand van zaken 2005 (2) E. Peeters, K. Aernouts, T. Daems VITO- Studie uitgevoerd in opdracht van VEA Januari 2007 WKK-inventaris Vlaanderen: stand van zaken 2005 (2) 2 WKK-inventaris

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch

Nadere informatie

DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER 29 SEPTEMBER

DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER 29 SEPTEMBER DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER 29 SEPTEMBER 1997. Koninklijk besluit houdende overdracht van de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde-estuarium naar het Koninklijk Belgisch

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd N. 2001 1162 [C 2001/35430] 20 APRIL 2001. Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van

Nadere informatie

AMV/ /1 048/C. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

AMV/ /1 048/C. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, VLAAMSE REGERING AMV/0004896/1 048/C Besluit van de Vlaamse Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.20.2.2, 1, van titel 11 van het VLAREM,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP N. 2003 352 [C 2003/35047] 8 NOVEMBER 2002. Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de lijst van de bodemsaneringen waarvan de uitvoering ambtshalve

Nadere informatie

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne Bijlage 4 bij het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu houdende omzetting van Europese richtlijnen en andere diverse wijzigingen Bijlage 1.2.2bis bij het

Nadere informatie

nr. 170 van JOS DE MEYER datum: 24 december 2014 aan HILDE CREVITS

nr. 170 van JOS DE MEYER datum: 24 december 2014 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 170 van JOS DE MEYER datum: 24 december 2014 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Lokaal flankerend onderwijsbeleid Subsidies

Nadere informatie

177 Zwevegem 105,7 003E20 22 50N48 45 31 100 ND

177 Zwevegem 105,7 003E20 22 50N48 45 31 100 ND Lijst van Vlaamse frequenties voor lokale radio Lokaliteit Frequentie Lengte Breedte Antennehoogte Vermogen Antennepatroon (MHz) (OL ' '' ) (NB ' '' ) (m) (Watt) (D/ND) 1 Aalst 90,0 004E03 00 50N57 00

Nadere informatie

ADVIES DIENST REGULERING

ADVIES DIENST REGULERING DIENST REGULERING ADVIES DR-061117-51 betreffende de aanvraag van een leveringsvergunning door de naamloze vennootschap SPE ten gevolge van haar overname van de naamloze vennootschappen Luminus, ALG Négoce

Nadere informatie

nr. 31 van LYDIA PEETERS datum: 16 oktober 2015 aan GEERT BOURGEOIS Archeologische zones in stadskernen - Openbaar onderzoek

nr. 31 van LYDIA PEETERS datum: 16 oktober 2015 aan GEERT BOURGEOIS Archeologische zones in stadskernen - Openbaar onderzoek SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 31 van LYDIA PEETERS datum: 16 oktober 2015 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Archeologische

Nadere informatie

VR DOC.0989/3

VR DOC.0989/3 VR 2016 1609 DOC.0989/3 Ontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN. Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /gvda. BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN MONITEUR BELGE 02.12.2005 BELGISCH STAATSBLAD 52081 GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

Wijzigingen emissienormen

Wijzigingen emissienormen Inleiding Vlaremtrein Wijzigingen emissienormen Een overzicht door Brenda Mariën publicatie in BS: 7 januari 009 in werking op maart 009 wijzigingen Verschillende rubrieken Vergunningsvoorwaarden: o.a.

Nadere informatie

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s) SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK

Nadere informatie

Vertrouwelijk. Evaluatie van het reductiepotentieel voor diverse polluenten naar het compartiment lucht voor elektriciteitsproductie in Vlaanderen

Vertrouwelijk. Evaluatie van het reductiepotentieel voor diverse polluenten naar het compartiment lucht voor elektriciteitsproductie in Vlaanderen Vertrouwelijk (Contract 001697) Evaluatie van het reductiepotentieel voor diverse polluenten naar het compartiment lucht voor elektriciteitsproductie in Vlaanderen Eindrapport Jan Duerinck, Erwin Cornelis,

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest inzake de uitvoering van

Nadere informatie

STATISTISCH JAARBOEK 2003

STATISTISCH JAARBOEK 2003 STATISTISCH JAARBOEK 23 Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector Productiecapaciteit (1) PER CATEGORIE PRODUCENTEN MW Elektriciteitsbedrijven (2) Zelfproducenten Autonome Totaal producenten 1993 13.134,3

Nadere informatie

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties BIJLAGE V Technische bepalingen inzake stookinstallaties Deel 1 Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties 1. Alle emissiegrenswaarden worden berekend bij een temperatuur

Nadere informatie

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES p.1/5 AFDELING 5.43.3. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES Art. 5.43.3.1. 1. In afwijking van de algemene emissiegrenswaarden, bepaald in hoofdstuk 4.4, moeten

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie 2 maart 2015 BESLISSING nr. 2015-08 over de weigering om toegang te geven tot een kopie een convenant over de verlenging van de levensduur

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.12.2013 COM(2013) 917 final 2013/0448 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanvaarding van de wijziging van het Protocol van 1999 inzake vermindering

Nadere informatie

VR DOC.0277/4BIS

VR DOC.0277/4BIS VR 2018 2303 DOC.0277/4BIS SAMENWERKINGSAKKOORD TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, HET WAALSE GEWEST, DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP BETREFFENDE DE OPRICHTING VAN

Nadere informatie

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR Brussel, 25 juni 2002 AXM_advies 2. ADVIES 1. INLEIDING De SERV werd op 13 juni 2002 om advies gevraagd over het ontwerp van

Nadere informatie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 december 2013 (OR. en) 18165/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0448 (NLE) VOORSTEL van: ingekomen: 20 december 2013 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 1234 ENER 599

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële beslissing tot het afsluiten van een dienstverleningsovereenkomst

Nadere informatie

Referentie advies. Pagina 2/7

Referentie advies. Pagina 2/7 OPVOLGINGSNOTA Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur Economische en Sociale Raad voor

Nadere informatie

Metrologische Reglementering

Metrologische Reglementering K_991206.doc - 2000-02-07 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN Bestuur Kwaliteit en Veiligheid Afdeling Metrologie Metrologische Dienst Metrologische Reglementering Koninklijk besluit van 6 december 1999 houdende

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr. 5 4 juli 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr. 5 4 juli 2012 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1599 (2011-2012) Nr. 5 4 juli 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 13 december 2002 houdende de oprichting van de naamloze vennootschap

Nadere informatie

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties Nieuwsbrief MilieuTechnologie, maart 1995 (Kluwer, jaargang 2, nummer 3) Jan Gruwez, TREVI nv Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties In de context van VLAREM II worden industriële inrichtingen

Nadere informatie

Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen

Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid Zitting 2004-2005 15 april 2005 ONTWERP VAN DECREET tot wijziging van het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid 617 ECO 2 INHOUD Blz. 1. Memorie van toelichting...

Nadere informatie

van 11 december 2007

van 11 december 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen; PPS Decreet 18 JULI 2003. - Decreet betreffende Publiek-Private Samenwerking. Publicatie : 19-09-2003 Inwerkingtreding : 29-09-2003 Inhoudstafel HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Art. 1-2 HOOFDSTUK II.

Nadere informatie

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN 1. CONTEXT Infofiche Energie DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de productie van groene stroom afkomstig van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling

Nadere informatie

Versie Gezien de uitstekende samenwerking tussen de Federale Staat en de deelstaten in het kader van dit samenwerkingsakkoord;

Versie Gezien de uitstekende samenwerking tussen de Federale Staat en de deelstaten in het kader van dit samenwerkingsakkoord; Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse overheid, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap over de opstelling van een gemeenschappelijke lijst

Nadere informatie

Deze bedragen zijn louter informatief en er kunnen geen rechten aan ontleend worden.

Deze bedragen zijn louter informatief en er kunnen geen rechten aan ontleend worden. Aalst 53 605,00 77 914,70 Aalter 38 882,50 18 001,32 Aarschot 42 413,00 27 885,00 Aartselaar 66 470,20 14 884,28 Alken 66 470,20 11 708,32 Alveringem 20 204,48 nvt Anderlecht 53 605,00 nvt Antwerpen 53

Nadere informatie

VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 26 MEI VERKLARING VAN BEWILLIGING

VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 26 MEI VERKLARING VAN BEWILLIGING 1/9 Nederlandse kiescollege FORMULIER C/11 VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 26 MEI 2019. VERKLARING VAN BEWILLIGING Wij, ondergetekenden, kandidaten voorgedragen voor het Europese Parlement, door

Nadere informatie

VR DOC.0712/2

VR DOC.0712/2 VR 2018 0607 DOC.0712/2 VR 2018 0607 DOC.0712/2 Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen Na beraadslaging, DE VLAAMSE

Nadere informatie

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie Vlaamse regering Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 juni 1985 op de

Nadere informatie

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

OVEREENKOMST BETREFFENDE LAAGFOSFORVOEDERS EN DE REDUCTIE VAN FOSFAAT IN DIERLIJKE MEST

OVEREENKOMST BETREFFENDE LAAGFOSFORVOEDERS EN DE REDUCTIE VAN FOSFAAT IN DIERLIJKE MEST OVEREENKOMST BETREFFENDE LAAGFOSFORVOEDERS EN DE REDUCTIE VAN FOSFAAT IN DIERLIJKE MEST Tussen enerzijds, Het Vlaamse Gewest vertegenwoordigd door de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken,

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel

Nadere informatie

Huisvestingsmaatschappij (VHM) beschikt niet over de cijfergegevens verdeeld volgens de erkende woonnoodgebieden.

Huisvestingsmaatschappij (VHM) beschikt niet over de cijfergegevens verdeeld volgens de erkende woonnoodgebieden. Vraag nr. 22 van 22 oktober 1999 van de heer CARL DECALUWE Sociale huursector Huurachterstallen 1. Kan de minister mij, in opvolging van mijn schriftelijke vraag nr. 157 van 30 mei 1997 ( B u l - letin

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1 VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

Nationaal Actie Plan d A ction N ational HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE

Nationaal Actie Plan d A ction N ational HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE Nationaal Actie Plan d A ction N ational - NAPAN Task Force HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE VERSIE 2.0 GOED GEKEURD DOOR DE NTF OP 02/04/2015 Artikel 1. Definities Er wordt verstaan onder

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 2. De gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Omzetting in Belgisch

Nadere informatie

25/03/2013. Overzicht

25/03/2013. Overzicht Micro-WKK: basisbegrippen en toepassingsmogelijkheden Tine Stevens, Vlaams Energieagentschap Regiovergadering Provincie West-Vlaanderen 12 en 14/03/2013 2 Warmte-krachtkoppeling (WKK) De gelijktijdige

Nadere informatie

Sociale woonbeleidsconvenanten. Stand van zaken

Sociale woonbeleidsconvenanten. Stand van zaken Sociale woonbeleidsconvenanten Stand van zaken Decreet Grond- en Pandenbeleid Indien een gemeente reeds een sociaal huuraanbod van ten minste 9 % aanbiedt en ervoor kiest nog meer sociale huurwoningen

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis; Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de federale, gewestelijke en gemeenschapsoverheden voor het coördineren van de gegevensverwerking in het gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen Gelet op artikelen

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck stuk ingediend op 2198 (2013-2014) Nr. 1 3 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van decreet van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck houdende wijziging van

Nadere informatie

GRATIS VRIJWILLIGERSVERZEKERING: REGLEMENT

GRATIS VRIJWILLIGERSVERZEKERING: REGLEMENT GRATIS VRIJWILLIGERSVERZEKERING: REGLEMENT Dit Reglement regelt de modaliteiten inzake het aanbieden van een Collectieve Verzekering vrijwilligerswerk, gefinancierd met middelen van de Vlaamse Overheid,

Nadere informatie

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, 38436 MONITEUR BELGE 15.04.2019 BELGISCH STAATSBLAD BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2019/11650] 4 APRIL 2019. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van het formulier bij te voegen

Nadere informatie

OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN. Vergadering van 8 maart Het Comité keurt de hierbij gevoegde tekst goed.

OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN. Vergadering van 8 maart Het Comité keurt de hierbij gevoegde tekst goed. KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER 1000 Brussel, 8 maart 2004. RP SECRETARIE VAN HET OVERLEGCOMITE OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN Vergadering van 8 maart 2004 Federale

Nadere informatie

Aantal leerlingen in het Nederlandstalig buitengewoon onderwijs naar fusiegemeente (hoofdzetel), onderwijsniveau, type en geslacht

Aantal leerlingen in het Nederlandstalig buitengewoon onderwijs naar fusiegemeente (hoofdzetel), onderwijsniveau, type en geslacht 2012-2013 in het Nederlandstalig buitengewoon onderwijs naar fusiegemeente (hoofdzetel), onderwijsniveau, type Toelichting: Deze tabel bevat het aantal leerlingen in het Nederlandstalig buitengewoon kleuter-,

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Vlaamse Regering Milieubeleidsovereenkomst Gasolietanks voor de verwarming van gebouwen

Vlaamse Regering Milieubeleidsovereenkomst Gasolietanks voor de verwarming van gebouwen Vlaamse Regering Milieubeleidsovereenkomst Gasolietanks voor de verwarming van gebouwen Gelet op het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten; Gelet op de bekendmaking van het

Nadere informatie

Vlaamse Regering VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID

Vlaamse Regering VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID Vlaamse Regering Ministerieel besluit houdende de uitwerking van de CO 2 -neutraliteit op de bedrijventerreinen VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID Gelet op

Nadere informatie

Vlaamse regering DE VLAAMSE REGERING,

Vlaamse regering DE VLAAMSE REGERING, φ Vlaamse regering Besluit van de Vlaamse regering houdende de toekenning van een subsidie aan bepaalde initiatieven binnen polders, wateringen, milieuverenigingen en natuurverenigingen die personeelsleden

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd N. 2002 1572 [C 2002/35570] 22 FEBRUARI 2002. Besluit van de Vlaamse Gemeenschap houdende vaststelling van de lijst van de bodemsaneringen waarvan de uitvoering ambtshalve door de Openbare Afvalstoffenmaatschappij

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een

Nadere informatie

Onderzoek kosten actualisatie BEES B Pieter Kroon/Wouter Wetzels; ECN Beleidsstudies

Onderzoek kosten actualisatie BEES B Pieter Kroon/Wouter Wetzels; ECN Beleidsstudies Onderzoek kosten actualisatie BEES B Pieter Kroon/Wouter Wetzels; ECN Beleidsstudies Ten behoeve van doelgroepen overleg VROM maart 2008 www.ecn.nl Inhoud 1. Nederlandse situatie 2. Positie BEES B ten

Nadere informatie

Elia System Operator NV

Elia System Operator NV GELIEVE UITERLIJK OP WOENSDAG 15 MEI 2013: - HETZIJ EEN EXEMPLAAR VAN HET FORMULIER PER FAX AAN DE VENNOOTSCHAP OVER TE MAKEN (+32 2 546 71 60 ter attentie van de heer Gregory Pattou) EN VERVOLGENS HET

Nadere informatie

VR DOC.0432/1

VR DOC.0432/1 VR 2018 0405 DOC.0432/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring

Nadere informatie

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.); MLVER/9600000236/JVDM/bd HOUDENDE AKTENEMING VAN EEN MELDING VAN NV GRALEX VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2070 ZWIJNDRECHT, KRUIBEEKSESTEENWEG 227. De bestendige deputatie van de provincieraad

Nadere informatie

Artikel 1. Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder het begrip:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder het begrip: Adviescommissie kunsten Huishoudelijk Reglement I. Algemene bepalingen Begrippen Artikel 1. Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder het begrip: Kunstendecreet: het decreet

Nadere informatie

27288 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

27288 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 27288 MONITEUR BELGE 10.08.2001 BELGISCH STAATSBLAD 2. Organisatiestructuur van de administratie Binnenlandse Aangelegenheden Om deze organisatorische integratie tussen de diensten die de gouverneur ondersteunen

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/043 1 BERAADSLAGING NR. 07/015 VAN 27 MAART 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE GEDETACHEERDE WERKNEMERS, ZELFSTANDIGEN EN STAGIAIRS AAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE

Nadere informatie

VR DOC.1111/2

VR DOC.1111/2 VR 2017 1011 DOC.1111/2 Ontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Vervoersmaatschappij

Nadere informatie

11 JUNI Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker

11 JUNI Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker Ziekenhuisapotheker--erkenningsprocedure 11 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker BS 08/07/2003

Nadere informatie

2. Welk subsidiebedrag werd aan elk van deze erkende Huizen van het Kind toegekend?

2. Welk subsidiebedrag werd aan elk van deze erkende Huizen van het Kind toegekend? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 252 van LIES JANS datum: 15 januari 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Huizen van het kind - Subsidiëring Huizen van het Kind bundelt verschillende

Nadere informatie

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest.

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest. Statuten ADOMA Artikel 1 Er wordt een adviesraad voor milieu en natuur opgericht, hierna Adviesraad voor Duurzame Ontwikkeling en Milieu van de stad Antwerpen (afgekort ADOMA) genoemd. De ADOMA is tevens

Nadere informatie

Onderwerp: Kennisgeving in het kader van het decreet houdende afwijkingen op de gewestelijke vergunningsplicht in geval van civiele noodsituatie

Onderwerp: Kennisgeving in het kader van het decreet houdende afwijkingen op de gewestelijke vergunningsplicht in geval van civiele noodsituatie EM Generation Brussels nv J.F. Willemsstraat 200 AANGETEKEND en PER E-MAIL Vlaamse Regering p/a Departement Omgeving Koning Albert ll-laan 20, bus 8 B-1000 Brussel B-1800 Vilvoorde België Bijlage 1: stroomschema

Nadere informatie

Afdeling 1. Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Afdeling 1. Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 27 oktober 2009 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (B.S. 16.11.2009) Afdeling 1. Definities Artikel 1.-

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID. Economie, Wetenschap en Innovatie

VLAAMSE OVERHEID. Economie, Wetenschap en Innovatie 104400 MONITEUR BELGE 30.11.2017 BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID Economie, Wetenschap en Innovatie [C 2017/31656] Publicatie van de projectgebieden van de volledig verklaarde aanvraagdossiers in het

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 223.714 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 12 SEPTEMBER 2005 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE

Nadere informatie

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2 1. Er wordt een Herplaatsingsfonds opgericht bij het

Nadere informatie

Overeenkomst tot begeleiding en financiering bodemsanering tankstation bij sluiting van de uitbating

Overeenkomst tot begeleiding en financiering bodemsanering tankstation bij sluiting van de uitbating Overeenkomst tot begeleiding en financiering bodemsanering tankstation bij sluiting van de uitbating De ondergetekenden De vzw Bodemsaneringsfonds voor benzinestations hierna genoemd BOFAS EN Naam:...

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 maart 2019; Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van xxx tot oprichting van het Begeleidend Comité voor de opvolging van de monitoring van personeelsgegevens in het kader van de Vlaamse Intersectorale

Nadere informatie

OVEREENKOMST BETREFFENDE LAAGFOSFORVOEDERS EN DE REDUCTIE VAN FOSFAAT IN DIERLIJKE MEST

OVEREENKOMST BETREFFENDE LAAGFOSFORVOEDERS EN DE REDUCTIE VAN FOSFAAT IN DIERLIJKE MEST OVEREENKOMST BETREFFENDE LAAGFOSFORVOEDERS EN DE REDUCTIE VAN FOSFAAT IN DIERLIJKE MEST Tussen enerzijds, Het Vlaamse Gewest vertegenwoordigd door de heer Ludo Sannen Vlaamse Minister van Leefmilieu, Landbouw

Nadere informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie 2 maart 2015 BESLISSING nr. 2015-10 over de weigering om toegang te geven tot documenten met betrekking tot de verlenging van de levensduur

Nadere informatie

Tussen. ... [naam van de aanvrager/ natuurlijk persoon] wonende aan de: ... [straat en nummer van de aanvrager]

Tussen. ... [naam van de aanvrager/ natuurlijk persoon] wonende aan de: ... [straat en nummer van de aanvrager] Overeenkomst tot kennisname van en instemming met het aanvraagdossier van het type sluiting voor tussenkomst door BOFAS bij de sanering van een tankstation Tussen In geval van een natuurlijk persoon of

Nadere informatie

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1

Nadere informatie