1 januari. Nieuwjaar Lezen: Johannes 6:66-71 en Johannes 7:1. Onzeker over de toekomst?

Transcriptie

1 maandag 1 januari Nieuwjaar Lezen: Johannes 6:66-71 en Johannes 7:1 En hierna trok Jezus rond in Galilea, want Hij wilde niet in Judea rondtrekken, omdat de Joden Hem probeerden te doden. Johannes 7:1 Onzeker over de toekomst? Wij gaan heel verschillend het nieuwe jaar binnen. De één kijkt vol verwachting naar de toekomst. De ander is heel onzeker. We lazen zojuist dat de toekomst van de Heere Jezus er onzeker uitziet. Het enthousiasme over Zijn optreden in Galilea is omgeslagen in teleurstelling. Johannes 6:66 vertelde ons: Van toen af trokken velen van Zijn discipelen zich terug. De twaalf discipelen blijven wel bij Hem, maar één van hen is een verrader. De tekst voor deze nieuwjaarsdag zegt dat Zijn leven in Judea in gevaar is en dat Hij daarom in Galilea moet blijven. Toch begint de Heere Jezus in Johannes 7 aan een nieuwe periode in Zijn leven. Vanaf morgen zullen we horen dat Hij zich niet door de omstandigheden laat weerhouden. Zijn plannen voor de toekomst zijn niet gebaseerd op kansen en bedreigingen, maar op de wil van Zijn Vader in de hemel. Is uw verwachting voor 2018 gebaseerd op kansen en bedreigingen of op Gods beloften?

2 dinsdag 2 januari Lezen: Johannes 7:1-3 en Nehemia 8:14-19 En het feest van de Joden, het Loofhuttenfeest, was aanstaande. Johannes 7:2 Dankbaar en afhankelijk leven Israël vierde elk jaar in Jeruzalem het Loofhuttenfeest. Een week lang woonde men in zelfgebouwde hutten van takken. Dit feest herinnerde elk jaar weer aan de bescherming en zorg van de heere gedurende de woestijnreis. Ook Zijn zorg in het heden werd in dankbaarheid herdacht. Die zorg blijkt uit de oogst die binnengehaald is net voor het Loofhuttenfeest wordt gevierd. Nehemia beschrijft dit feest als uiting van dankbaarheid voor Gods zorg in de terugkeer van het volk uit Babel. Het Loofhuttenfeest herinnert ook ons aan onze afhankelijkheid van God en aan Zijn trouwe zorg. Elk jaar wordt Israël geroepen een week in hutten te wonen en in dankbaarheid te beleven dat God Zijn volk beschermt en doorhelpt. De betekenis van dit feest zal onze Heiland bemoedigd hebben op Zijn weg, juist nu zo velen zich van Hem afkeerden. Ook wij worden geroepen als pelgrims te leven in dankbaarheid en in afhankelijkheid. Psalm 27:5 zegt: Want Hij doet mij schuilen in Zijn hut op de dag van het onheil.

3 woensdag 3 januari Lezen: Johannes 7:1-9 Want ook Zijn broers geloofden niet in Hem. Johannes 7:5 Jezus en Zijn broers Er was een ongemakkelijke situatie gegroeid in het gezin waarin de Heere Jezus opgegroeid was. Zijn bijzondere gaven werden door Zijn broers wel erkend, maar de diepste bedoeling daarvan niet. De broers verwachten hetzelfde van Jezus als de discipelen die Hem verlaten hadden (Joh. 6:66). De verwachting van de broers is aards gericht. Daarom raden ze de Heiland aan om, na het verlies van zoveel discipelen in Galilea, een nieuwe campagne te starten in Judea tijdens het Loofhuttenfeest. Maar de Heiland wijst hen in vers 6 en 7 op Gods doel met Zijn leven. Een doel dat niet naar aardse macht leidt, maar naar het kruis. Jezus opdracht is om het Koninkrijk der hemelen te verkondigen en op te roepen tot bekering van boze werken. Deze weg van God brengt Jezus via het kruis op de troon in de hemel en niet op de aardse troon in Jeruzalem. Staat in uw contacten binnen de familiekring het Koninkrijk der hemelen voorop?

4 donderdag 4 januari Lezen: Johannes 7:6-10 Gaat u naar dit feest; Ik ga nog niet naar dit feest, want Mijn tijd is nog niet vervuld. Maar toen Zijn broers naar het feest gegaan waren, toen ging Hij ook Zelf naar het feest, niet openlijk, maar als in het verborgen. Johannes 7:8,10 Het geheim van het optreden van Jezus In wat Jezus zegt en doet in vers acht en tien lijkt een tegenstrijdigheid te liggen. In vers acht zegt Hij dat Hij nog niet naar het Loofhuttenfeest gaat en in vers tien gaat Hij wel. Is dit onzekerheid of wispelturigheid? Over deze vraag is veel gedacht en geschreven. Veel verontschuldigingen zijn aangevoerd voor deze manier van doen van Jezus. We hoeven onze Heiland niet te verontschuldigen. Want wat hier gebeurt komt voort uit Wie Hij is en uit wat Zijn opdracht is. Hij geeft zelf aan waarom Hij niet met zijn broers meegaat en waarom Hij niet openlijk intocht in Jeruzalem houdt. Hij zegt in vers acht: Want Mijn tijd is nog niet vervuld. Het is nog niet Gods tijd om de confrontatie aan te gaan met de geestelijke machthebbers. Hij gaat als in het verborgen. Zo kan Hij vrij van menselijke invloeden Gods weg gaan. Onze levenshouding wordt of bepaald door onze eigen eer of door de eer van God!

5 vrijdag 5 januari Lezen: Johannes 7:10-13 De Joden dan zochten Hem op het feest en zeiden: Waar is Hij? Johannes 7:11 Een nieuwe attractie In dit bijbelgedeelte valt vanuit Jeruzalem licht op de plaats die Jezus inneemt. We lazen het, veel discipelen zijn bij Hem weggegaan. Ook Zijn broers geloven niet in Hem. Maar dat betekent niet dat Hij geen interesse wekt. Onze tekst vertelt dat er in Jeruzalem naar Hem wordt uitgekeken. Velen zoeken Hem op het feest omdat men verwacht dat er iets zal gebeuren met of door de Heere Jezus, iets bijzonders wat de reis naar Jeruzalem dubbel de moeite waard maakt. De menigte die Hem zoekt is heel verdeeld. De één denkt positief over Jezus, de ander juist negatief. Ook is het in Jeruzalem algemeen bekend dat de Joodse leiders Hem willen uitschakelen en dat het volgen van Jezus gevaarlijk is. Daarom fluistert men tegen elkaar in plaats van openlijk te discussiëren. Maar zeker is dat voor een ieder Jezus aanwezigheid op het feest een bijzondere ervaring zal zijn! Wie is Jezus voor u?

6 zaterdag 6 januari Lezen: Johannes 7:14-18 Maar toen het feest al half voorbij was, ging Jezus naar de tempel en gaf onderwijs. Johannes 7:14 Hoe weet je dat het waar is? Wanneer Jezus zich eindelijk op het Loofhuttenfeest vertoont, doet Hij dat anders dan verwacht. Hij verricht geen spectaculaire wonderen. Hij geeft alleen maar onderwijs. Hij doet wat alle rabbi s toen deden, Gods Woord uitleggen. Deze rabbi s hadden een opleiding genoten. Maar van Jezus wist men dat Hij die opleiding niet gevolgd had. Hoe weet je dat het waar is wat Hij leert? is de vraag bij de hoorders. Deze vraag speelt ook nu nog, als er iemand die niet officieel onderwezen is door de kerk met een indringende boodschap van God komt. Is hij niet een sekteleider en is zijn boodschap waar? De Heiland noemt twee kenmerken van Zijn gezag. Het eerste kenmerk is dat Hij alleen dat verkondigt wat Zijn Vader Hem opdraagt, ieder die de Vader kent zal dit bevestigen. Het tweede bewijs is dat Hij niet Zichzelf zoekt, maar de eer van Zijn Vader. Waaruit blijkt de waarheid van ons geloofsgetuigenis?

7 zondag 7 januari Lezen: Johannes 7:19-24 Als een mens de besnijdenis ontvangt op de sabbat, juist om de wet van Mozes niet te breken, bent u dan verbitterd tegen Mij, omdat Ik een heel mens gezond gemaakt heb op de sabbat? Johannes 7:23 Hoe weet je dat het niet waar is? Gisteren hoorden we hoe de Heere Jezus bewijst dat Hij het recht heeft om het volk te onderwijzen. Vandaag blijkt dat de officiële leraars het recht niet hebben om te leren. Want ze willen Jezus doden omdat Hij een verlamde op de sabbat heeft genezen (zie hoofdstuk 5:1-18). Zij besnijden wel iemand op de sabbat omdat dit in de wet van Mozes voorgeschreven is. Zou Jezus dan op de sabbat niet een heel mens mogen genezen, dat heeft toch hetzelfde doel als besnijden? Heel scherp legt de Heiland hier de verbinding tussen onze intenties en onze daden. Bij Hem is dat één. Hij is in woord en daad helemaal gericht op Zijn Vader. De eer van God en het heil van de naaste is de norm bij al Zijn beslissingen. Belangrijk om onszelf steeds te onderzoeken. Zodat we het Evangelie niet in de weg staan! Alleen die geheel aan God toegewijd is kan voor de naaste tot eeuwige zegen zijn.

8 maandag 8 januari Lezen: Johannes 7:25-27 en Mattheüs 24:23-27 Maar van Hém weten wij waar Hij vandaan komt; wanneer echter de Christus komt, weet niemand waar Hij vandaan komt. Johannes 7:27 Waar komt de Christus vandaan? Ongelofelijk, zoveel vragen de komst van de Heere Jezus naar het Loofhuttenfeest oproept! Bijna allemaal vragen vol ongeloof. De broers van Jezus geloofden niet in Hem (vers 5). We hoorden dat Zijn volmacht om te onderwijzen in de tempel in twijfel werd getrokken (vers 15). Sommigen zeiden zelfs tegen Hem dat Hij door een demon bezeten was (vers 20). Vandaag ontmoeten we tempelbezoekers die Jezus serieus nemen en zich afvragen of Hij de Christus is. Vooral de wonderen die de Heiland verrichtte maakten indruk. Zijn woorden riepen geen tegenspraak bij hen op, maar wel Zijn afkomst. Een heel reëel bezwaar, want toen werd algemeen aangenomen dat de Christus plotseling zou verschijnen, zonder dat men wist waar Hij vandaan kwam. Ook de Heere Jezus zelf heeft gezegd dat Zijn (weder)komst heel plotseling zal zijn. We lazen dit zojuist in Mattheüs 24. Jezus antwoord op dit bezwaar horen wij morgen. Verwacht u de wederkomst van Jezus voor uw dood?

9 dinsdag 9 januari Lezen: Johannes 7:25-29 Jezus dan riep in de tempel, terwijl Hij onderwijs gaf en zei: U kent Mij niet alleen, maar u weet ook waar Ik vandaan kom; en Ik ben niet uit Mijzelf gekomen, maar Die Mij gezonden heeft, is waarachtig, en Hem kent u niet. Johannes 7:28 Het antwoord In vers 28 en 29 geeft Jezus antwoord op de vraag van gisteren. Bijzonder is dat deze vraag niet aan Jezus zelf gesteld wordt. De mensen om Hem heen spreken met elkaar over Hem zonder dat ze met Hemzelf in gesprek gaan. Maar de Heiland kent hun vragen en geeft hen ook gelijk. Jullie weten inderdaad waar ik vandaan kom. Dat is het probleem niet, zegt Hij. Het grote probleem is, jullie kennen Mijn Vader niet! Dat is de reden dat jullie mij niet erkennen als de Christus. Jezus gaat hier niet over in discussie. Hij roept dit uit, zegt onze tekst. Dat betekent: Hij, als de afgezant van God de Vader, proclameert dat de oorzaak van ons ongeloof is dat we God niet kennen. Hem kent u niet, zegt Hij. Maar, zegt Jezus, Ik ken Hem. Het antwoord op alle vragen is God kennen door Jezus Christus! En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt. (Joh. 17:3)

10 woensdag 10 januari Lezen: Johannes 7:30-32 De Farizeeën hoorden dat de menigte dit over Hem mompelde, en de Farizeeën en de overpriesters stuurden dienaars om Hem te grijpen. Johannes 7:32 Zo kan het niet langer doorgaan De leiders raken er steeds meer van overtuigd dat ze moeten ingrijpen. De woorden van Jezus klinken hun steeds meer als godslastering in de oren. Het krachtige beroep op Zijn goddelijke opdracht kunnen ze niet langer verdragen. Het gezag waarmee Jezus onderwijst tast hun eigen gezag aan. Ze weten dat de menigte duidelijkheid van hen verwacht. Ze horen dat velen tot geloof in Jezus komen door de wonderen die Hij doet. Velen getuigen dat Jezus de Christus is. De leiders besluiten om ondanks de grote risico s een eind aan het optreden van Jezus te maken. Ze geven opdracht Hem te arresteren zodat ze Hem kunnen veroordelen en ombrengen. Langer wachten is niet verantwoord. Het Evangelie roept altijd weerstand op, toen en ook nu. Maar heel bijzonder en bemoedigend: het is God die alle dingen bestuurt. Vers 30 vertelt dat arresteren niet lukt, want Zijn uur was nog niet gekomen. Gods plannen falen niet.