inspecde Leefomgevng en Transport Mserfetim Tfr 5tflLCnLUT eii M1ieu

Transcriptie

1 inspecde Leefomgevng en Transport Mserfetim Tfr 5tflLCnLUT eii M1ieu > Retouradres Postbus BD Den Haag Het college van burgemeester en wethouders Transport van de gemeente Haarlemmermeer ILT/Afval t.a.v. mevrouw C.K.M. Klein-Vijfschaft Bedrijven Postbus 250 Ruimte 2130 AG Hoofddorp Postbus BD Den Haag Inspectie Leefomgeving en Industrie en Handhaving Industrie en Contactpersoon W.J. Plaatsman T willem. plaatsma n I LenT. fl1 Datum 31 mei 2016 Ons kenmerk Betreft verklaring van geen bezwaar artikel 8.9 Wet luchtvaart Uw kenmerk Geacht college, Bij mail van 16 maart 2016 heeft u mij verzocht een verklaring van geen bezwaar af te geven als bedoeld in artikel 8.9, derde lid, van de Wet luchtvaart voor het verlenen van een omgevingsvergunning ten behoeve van een bouwplan dat af wijkt van het vigerende bestemmingsplan. De gewenste omgevingsvergunning beoogt de realisatie van het Green Mountains Logistic Park. Bijlage(n) -gewaarmerkte stukken U heeft eerder voor dezelfde locatie mij verzocht een verklaring van een bezwaar te verlenen met betrekking tot het realiseren van het inrichtingsplan High Speed Logistic Park. Ook dit bouwplan week af van het vigerende bestemmingsplan. Uit eindelijk is met betrekking tot deze eerdere aanvraag van rechtswege een verkla ring van geen bezwaar ontstaan (uitspraak Raad van State 24 juni 2015). Dit eerdere verzoek en de daaraan gerelateerde verklaring van geen bezwaar wij ken af van het meest recente verzoek d.d. 16 maart Ik constateer dat het bouwplan Green Mountains Logistic Park, waarvoor op 2 maart 2016 bij u een omgevingsvergunning is aangevraagd en waarvoor u aan mij om een verklaring van geen bezwaar heeft verzocht, afwijkt van het oorspronke lijke bouwplan waarvoor u de van rechtswege ontstane verklaring van geen be zwaar heeft verkregen, zodat niet meer gesteld kan worden dat de nieuwe bouw plannen vallen of kunnen vallen onder de vigeur van de van rechtswege verkregen verklaring van geen bezwaar. U heeft dan ook een nieuwe aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in uw mail van 16 maart Ik stel vast dat realisatie van het bouwplan in strijd is met artikel 2.2.1, leden 2 en 3, van het Luchthavenindelingsbesluit (Lib), omdat het bouwplan ligt in de zo nes 2 en 3 als bedoeld in voornoemd artikel (zie de kaarten in bijlage 3, met de nummers 2 en 3, van het Lib). In deze zones zijn geen gebouwen toegestaan, behoudens bestaand gebruik. Van dit verbod kan op basis van een verklaring van geen bezwaar worden afgeweken. Pagina 1 van 4

2 Als uitgangspunt van het ter zake geldende beleidskader als verwoord in de nota van toelichting bij het Lib (zie hoofdstuk ) geldt dat grote concentraties van personen op de in bijlage 3 met de nummers 2 en 3 aangewezen gronden moeten worden voorkomen. Om die reden is op basis van een daartoe verleende verkla ring van geen bezwaar alleen vestiging van kleinschalige kantoren en logistieke bedrijven toegestaan. Als richtsnoer geldt dat het aantal mensen dat er verblijft, per hectare nooit meer dan 22 bedraagt, waarbij voor werknemers in kantoren 3Cm 2 brutovloeroppervlak(bvo) per werknemer geldt, en voor werknemers in logistieke bedrijven 10Cm rende bij de aanvraag voor het verkrijgen van de verklaring van geen bezwaar is vastgelegd dat per werknemer werkzaam in een kantoor er minstens 40 m2 bvo beschikbaar is en voor werknemers werkzaam in een logistiek bedrijf er minstens 250 m2 bvo beschikbaar is. Dit betekent dat aan voornoemde richtsnoer wordt voldaan. Ik constateer dan ook dat het voorgaande op zich geen reden oplevert die tot weigering van een verklaring van geen bezwaar zou moeten leiden. 2 per werknemer. In de stukken beho Inspectie Leefomgeving en Transport ILT/Atval, Industrie en Bedrijven Handhaving Industrie en Ruimte Ons kenmerk Ik stel verder vast dat realisatie van het bouwplan in strijd is met artikel 2.2.2, eerste lid, en artikel 2.2.2a, eerste lid, van het Lib, omdat zonder uitbreiding van het MLT-systeem met een extra Remote Unit de goede werking van de communi catie- en navigatieapparatuur niet gewaarborgd is. Uitvoering van het bouwplan zou dan de facto de veiligheid van startende en landende vliegtuigen op de Aals meerbaan van de luchthaven Schiphol kunnen belemmeren door bijvoorbeeld sto ringen van de bestaande navigatie- en communicatieapparatuur waardoor de vei ligheid voor personen en zaken in het geding kan komen. Met uw brief van 24 mei 2016 (kenmerk X ), waarvan een brief van de N.V. Luchthaven Schiphol d.d. 23 mei 2016, een brief van LVNL d.d. 7 april 2016 en een brief van BRE Logistics 1 B.V. d.d. 23 mei 2016 als bijlagen deel uitmaken, heeft u mij geïnformeerd dat samengevat- de aanvrager van de omgevingsver gunning (BRE Logistics Schiphol T B.V.) aan u heeft verklaard, dat hij bij verlening van de omgevingsvergunning de kosten voor zijn rekening zal nemen voor het tijdig kunnen plaatsen door LVNL van een extra Remote Unit. Verder blijkt dat LVNL heeft aangegeven de noodzakelijke Remote Unit te zullen plaatsen. De Remote Unit t.b.v. het MLT-systeem wordt geplaatst op een locatie, waarvan de grond in eigendom is van de N.V. Luchthaven Schiphol. Laatstgenoemde heeft, zo blijkt uit uw hiervoor bedoelde brief, toestemming verleend om deze Remote Unit te laten plaatsen. De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft LVNL gevraagd te adviseren met betrekking tot uw verzoek. LVNL heeft op 7 april 2016 advies uitgebracht. Dit advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Ik heb geen reden om te veronderstellen dat het advies niet op een zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Het advies is op een deugdelijke wijze onderbouwd en is in lijn met de vigerende wet- en regelgeving. Derhalve zie ik geen reden om van het advies af te wijken. Samengevat komt het advies erop neer dat als op de aangegeven locatie op luchthaven Schiphol tijdig een Remote Unit wordt geplaatst de veiligheid in het beperkingengebied door verlening van de onderhavige omgevingsvergunning voor Pagina 2 van 4

3 de het in het verzoek omschreven gebouw niet in het geding komt. Inspectie Leefomgeving en Transport Industrie en Uit de door u aan mij gestuurde verklaringen van de N.V. Luchthaven Schiphol d.d. 23 mei 2016, LVNL d.d. 7 april 2016 (kenmerk: PRO/PDS/A2016/034/6595) en Handhaving Industrie en BRE Logistics Schiphol T B.V. (de projectontwikkelaar) d.d. 23 mei 2016 (kenmerk: Ruimte JD/715008) kan ik de gerechtvaardigde conclusie trekken dat er in verband met Ons kenmerk de realisatie van onderhavig bouwplan, er inderdaad een adequaat functionerende Remote Unit wordt geplaatst en dat daardoor de veiligheid in de nabijheid van de luchthaven Schiphol niet in het geding is of komt. Ik concludeer dat door plaatsing van de Remote Unit de veiligheid in verband met de nabijheid van de Luchthaven Schiphol niet (meer) in het geding komt ten gevolge van de door u voorgenomen verlening van onderhavige omgevingsvergunning. Gelet op het voorgaande, en met inachtneming van artikel 8.9, derde en vijfde lid, van de Wet Luchtvaart en de artikelen 2.2.1, leden 2 en 3, lid 1 en 2.2.2a, eerste lid, van het Lib is er, nu de hiervoor bedoelde Remote Unit tijdig wordt geplaatst en in verband met in dit besluit bedoelde veiligheid tijdig in bedrijf wordt gesteld, geen reden de door u gevraagde verklaring van geen bezwaar te weigeren. Besluit. Aan het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer wordt een verklaring van geen bezwaar, als bedoeld in artikel 8.9, derde lid, van de Wet luchtvaart, verleend ten behoeve van het verstrekken van een omgevingsvergunning als omschreven in haar mail van 16 maart Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU namens deze, DE INSPECTEUR ILT/WATER, BODEM EN BOUWEN, W.J. Plaatsman Bezwaarclausule Belanghebbenden kunnen ingevolge de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken na datum van bekendmaking van deze beschikking hiertegen bij de Staatssecretaris bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Inspectie Leefomgeving en Transport, ter attentie van het Secretariaat van het Domein Afval, Industrie en Bedrijven, afdeling Handhaving Industrie en Ruimte, postbus 16191, 2500 BD te Den Haag. Gelieve duidelijk te vermelden dat het een bezwaarschrift betreft. Pagina 3 van 4

4 Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste te bevatten: De naam en het adres van de indiener. De dagtekening. Een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht. De gronden van het bezwaar. Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaa rsch rift. Inspectie Leefomgeving en Transport ILT/Afval, Industrie en Bedrijven Handhaving Industrie en Ruimte Ons kenmerk Pagina 4 van 4

5 DATUM t ri7-t,b GEEN BEZWAAR/nwa \ INSPECTIE LEEFOMGEVING EN T4NSPORT Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Infrastructuur en Milieu Aanvraag Verklaringvan geen bezwaar binnen het beperkingengebied rond Schiphol Met dit formulier vraagt u om een verklaring van geen bezwaar volgens het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB). Onvolledig of onjuist ingevulde formulieren (inclusief het niet meesturen van de gevraagde bijlagen) worden niet in behandeling genomen. Stuur het formulier naar ILT, A!B Po5tbus 16191, 2500 BD Den Haag of via Meer Informatie g 000o s.i i.s Naam gemeente Adres 1 Gegevens aanvrager Gemeente Haarlemmermeer Postbus Postcode en plaats 1.4 Naam behandelend ambtenaar 1.5 Telefoonnummer en adres AG Hoofddorp C.K.M. Klein-Vijfschaft EJ Dhr. Mevr c.kleln@haarlemmernieer.nl 2 Reden aanvraag Welhe poro4rafrn beantwoorden z.i Reden van de aanvraag Geluidhinder en externe veiligheid (Art. z.z.i) 3,4,5,10 Cfl 1 1 Hoogtebeperkingen objecten (Art en Art ) 3,4,6, jo en ii 0 Vogelaantrekkend_grondgebruil bestemmingen (Art. 2.23) 3,4,7,10 tfl 11 0 Vaste laserinstallatie (Art ) 3,4,8,10 en 11 0 Windturbines (Art tc Art ) 3,4,g, io en Om wat voor type aanvraag gaat het? Soort aa nvraag 1 Omgevingsvergunning 0 (Postzegel)bestemmingsplan 0 Ruimtelijke onderbouwing ILT fl5

6 DATUM 3 j i4 2&2t GEEN BEZWAAR/ INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRANPORT Aanvraag Verklaring van geen bezwaar binnen het beperkingengebied rond Schiphol Inspectie Leefomgeving entranspoft Ministerie ten lnfresrnicewzren Milieu 4.1 Naam initiatiefnemer 4.5 Adres 4 Gegevens aanvragervan het project BRE Logistice Schiphol 1 B.V. Postbus 1049 Postcode en woonplaats q. Locatie ven het project (adres en plaats) BA 1AK Nijkerk q.5 Omschrijvingvan het project Nieuwbouw Iögistiek park GreenMountains Logistic Park Betreft het een gebouw bestemd voor wonen? 52 Is er sprake van bouwen ineen bestaande open ruimte met omringende, aaneengesloten bebouwing Geluidhinder en externe veiligheid (Art LI S) Dia Nee 0 Ja, aantal woningen: 0 Nee 5.3 Is er een toename Ven het aantal woningen Hoe hoog is de geluidsbelasting (Ke) op de (nieuwe) locatie 5 Is er sprake van herbouw. verbouw of vervangende nieuwbouw van woningen 5.6 leer sprake van verplaatsing van woningen? 5.7 leer sprake van herstructurering? 5.8 leer sprake van functiewijziging? 5.9 Is er sprake van een bed rijfewon ing?.io Is het gebouw bestemd voor kantoren/bedrijven? Dia t Dia Dia Dia Dis Dia Ria ElNee Ke flnee DNee IJNee 0 Nee DNee DNee.is Wat is de oppervlakte van het gebouw? 6 lo9.b5b,00m Hoogtebeperkingen (Art en 2.2.a [18) 6.s Is het object hoger dan de maximale waarden? (Zie hoort in bijlage en 40 von 118) Ria ONee 6.z Wat zijnde RD-coôrdinaten en/ of WGSS4-coördirsaten van het te realiseren object? 6.3 Wat is de maximum hoogte van het object (md. opbouw object)? 6. Hoogte maaiveld NAP 6.5 Hoogte object t.o.v. NAP Xrd = Yrd = tf 1-j9 1 14,00 m. HAP -4,50 m.nap 19,5Om. NAP jdii isde hoogte aan vraag 6.3 en 5.4 tezamen) ILT57o 1 zvan 5

7 - broedvogels, t t t DATUM 2 o 6 0c GEEN BEZWAAR /J.J..._J [NSPECTTE LEEFOMGEVING EN TRANSPORT ixa nvraag Verklaring van geen bezwaar binnen het beperkingeneblad rond Schiphol inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie i atr lnfrosnictuuren Milieu 7.1 Om welk grondgebuik en/of bestemming gaat het? 7 Vogelaantrekkend grondgebruik/bestemming (Art LIB) 0 Industrie in de voedingssector met extrarnurale opslag of overslag 0 Viukwekerijen met extramurale bassins Opslag of verwerking van afvalstoffen met extramursle opslag of verwerking 0 Natuurreservaten of vogelreservaten 0 Moerasgebieden en oppervlaktewateren groter dan 3 hectare 7.2 Aan welke eisen voldoet het fauna-effectenonderzoek? 0 Inventarisatie terrein van de locatie/inrichting, d.w.z. huidige situatie, grondsoort, grondgebruik, aantal en soorten soorten en aantal overwinteraars, voedsellocaties 0 Inventarisatie aanvullende gegevens over soorten, aantallen en gedrag in wijdere omgeving; vliegbewegingen over, van en naar de luchthaven 0 Inschatting van potentie van de locatie/inrichting voor 500rten en aantallen m.b.t. broedgelegenheid, slaapgelegenheid_en voedselaanbod 0 Inschatting o.b.v. bovenstaande potentie van vogelbewegingen over, van en naar de luchthaven O Vergelijk punten t en3en vergelijk de punten 2 en 0 Inschatting en conclusie omtrent het (verhoogd) risico Is er sprake van een vaste laserinstallatie op gronden aangewezen op kaart bijlage 6? O Effect en omschrijving van mogelijk te nemen mitigerende dan wel_beheersmaatregelen Vaste laserinstallatie (Art. 2.z.j LIB) Dia ONee 8.2 Hoeveel bedraagt de lichtintensiteit? 8.3 WG58-coördinaten RD-coördinaten 1 Xrd= N Yrd= 8. Hoogte maaiveld op locatie 8.5 Hoogte lichtbron ten opzichte van het maaiveld j m. j m. Datum (dd/mm/jjjj) Begintijd (xxw) Eindtijd (xx:xx) 8.6 Data en tijden van de lichtehow t t 8.7 Hoeveel lichtbundels zijn er aanwezig? Gegevens Iichtbundelrichting Bundelnumrncr IHorizontale hoek Vertikale boek IVan Tot IVan Tot 8.8 Geef per bundel de bundelrichting aan j oj 0 0 t 0 oj 0 IIT, 57c4 1

8 - Een - Per - Een - Een - Een - De - Per - Uitdraai DATUM - GEEN BEZWAAR / U[J ii INSPECTIE LEEFOMG [VING EN TRANSPORT Aanvraag Verklaringvan geen bezwaar binnen het beperkingengebied rond Schlphol Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van lefrasïncujuren Milieu Gegevens laser (indien van toepassing) 8.g Type laser 0 Single pulse 0 Continuous wave D Repetitively pulsed 8.10 Laner medium 8.ii Kleur 8.i Golflengte NM 1 NM j NM 8.13 Vermogen 1 MAX WATT MAX WATT 8.1e; Bundeldiamerer CM 1 CM 8.i Bundeldivergentie MRAD MRAD M RAD 8.16 Puin energie JOU LE JOU LE 8.17 Puls lengte SFC 1 SEC 8.18 Pulsherhalingsfrequentie Gegevens lichten met hoge intensiteit (indien van toepassing) 8.19 Vermogen WATT 8.20 BLndeI diameter 1 ci 8.21 Bundel divergentie 9 Windturbines (Art en LIB) 9,1 Ashoogte van de windturbine g.a Lengte rotorblad l m. 9.3 Hoogte van het gedeelte van het gebouw waarde dakturbine is geplaatst NAP hoogte maaiveld 9. NAP tiphoogte windturbine g.6 NAP tiphoogte dakturbine t m.nap j m, NAP (Dit is de hoogte van vraag gi ,4) 1 m. NAP (Dit is de hoogte ver, vraag ,4) 9.7 Wat zijnde RD- en/of WGS84 coördinaten van de windturbine? IXrd= Yrd= g.8 Materiaaluitvoering rotorbladen en mast windturbine (ltdien behend) 1 0 Bij lagen 10.1 Stuurde volgende bijlagen mee In geval van geluid en/of veiligheidszones In geval van hoogtebeperkingen In geval van vogelaantrekkende bestemmingen/grondgebruik situatiaschets van de omgeving van het bouwproject (schaal: 1:1000) - De ligging van gebouwen/bouwwerken op het perceel voor bestaande/nieuwe situatie (schaal: 1:100) - Per gebouw: bestemming, bouwvlak en maatvoering of geveltekerling en plattegrond (schaal 1:100) Per gebouw: bruto vloeroppervlak kantoor-/logistieke bedrijfsruimte (voor zone aan 3) gebouw: aantal woningen (voor zone g) toelichting op gebruik bij andere geluidgevoelige functies (voor zone 4) onderbouwing toepassing onthefflngscriteria (voor zorie 4) toelichting op het bouwplan waaruit blijkt dat het past binnen het LIB beleidskader. Past het bouwplan niet in het LIB beleidskader, dan bestaat de mogelijkheid om bijzondere omstandigheden aan te voeren - Een situatieschets van de omgeving van het bouwprotect (schaal: 1:1000> ligging gebouwen/bouwwerken op het perceel voor bestaande/nieuwe situatie (schaal: 1:100) gebouw: bestemming, bouwvlak en maatvoering of geveltekening en plattegrond (schaal 1:100) - Per gebouw: materiaalkeuze afwerking buitenkant - Tekening per bouwviak mcl. hoeksoördinaten (RD of WGS-8e;) Bij windturbine(s): overzichtskaart van de locatie5 met posities/coördinsten LIB-tool (zie - Een fauna-effettenonderzoek 1 4V5

9 DATUM 3 rr7-, GEEN BEZWAAR / 1IUR INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRAtJSPORT -5 Aanvraag Verklaring van geen bezwaar binnen het beperkingengebied rond Schlphol Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van lnfrastnrcraureri Milieu 11.1 Naam aanvrager ii.a Functie aanvrager 17 Ondertekening C.KM Klein-Vijfsehaft D Dhr. Mevr. 113 Handtekening aanvrager 1 57 Oq 1

10

11 v., I v 111 m (_) u:j -1 ni 2:, 1 c t mfl1 -fl 0 0 m J 0 m ii ii J v H z til -U 0

12 I L O4> () () <OjH 04F> 1 ji L RECHTEE ZIJGEVEL <04.B DATUM 3 rrt ri GEEN BEZWAAR/-gg LINKER ZIJGEVEL INSPECTIE LEEFOMGEVING EN + RANSPORT

13 - OWE> RECHTER ZIJGETEL <r.4p ç <o. RCKTTGGEVEL <Q4F 9 0 J LINKER ZIJGEVEL _L.. DATUM GEEN BEZWAAR INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRANSPORT

14 H 1 I)OORGEVEL RECHTER ZIJGEVEL <E4R OaF) < ACHTERGEVEL DATUM 31 i r?6 2o ô GEEN BEZWAAR / LINKER ZIJGEVEL INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRANSPORT

15 1 INSPECTIE LEEFOMCEVING EN TRANSPORT DATUM GEEN BEZWAAR!- E th; i -

16

17 / Haarlemmermeer gemeente DATUM I A 2-o 1 GEEN BEZWAAR / INSPECTIE LEEFOMGEVING Er\)T NSPORT Inspectie Leefomgeving en Transport Postbus 250 de heerw.j. Plaatsman Postbus Bezoekedres: 2500 BD DEN HAAG RaadhuispIen 1 Cluster Veiligheid mevrouw C.K.M. Klein - Vijfschaft Telefoon Uw brief 20 mei 2016 Ons kenmerk X Contactpersoon 2l3oAGHoofddorp Hoofddorp Telefoon Telefax Bijlae(n) Zie onder Hoofddorp q a Onderwerp verklaring van geen bezwaar artikel 8.9 Wet Luchtvaart ii El 2016 Geachte heer In antwoord op uw brief van 20 mei ji. waarin u stelt dat u om een positief besluit te kunnen nemen over de aanvraag van de Gemeente Haarlemmermeer voor een verklaring van geen bezwaar artikel 8.9 Wet Luchtvaart voor het bouwplan Green Mountains Logistics Park een aanvulling op de reeds ingediende stukken dient te ontvangen waaruit moet blijken dat: 1. De eigenaar van de grond waarop de Remote Unit (MLT-unit) moet worden geplaatst zonder meer instemt met deze plaatsing; 2. De LVNL ervoor zorg draagt dat de Remote Unit volgens de juiste specificaties op de juiste plaats en tijdig wordt gerealiseerd en functioneer, zodat de luchtvaartveiligheid op geen enkele manier in het geding komt; 3. De betaling van de kosten voor het realiseren van de Remote Unit is gegarandeerd. en het telefonisch overleg van betrokken partijen (Luchthaven Schiphol, Chipshol, Borghese en Gemeente Haarlemmermeer) met u dat naar aanleiding daarvan heeft plaatsgevonden op vrijdagmiddag 20 mei jl. verstrekken wij de navolgende informatie. Ad 1. Bijgevoegd treft u de brief van Schiphol Group d.d. 23 mei 2016 aan waarmee Schiphol Group als eigenaar van de grond akkoord gaat met cie plaatsing van deze Remote Unit. Ad 2. Bijgevoegd treft u de brief van de LVNL van 7 april 2016 aan. Hierin geeft de LVNL aan dat zij zorg zal dragen voor de juiste en tijdige plaatsing van de Remote Unit. In het

18 Ons kenmerk X Voigvel 2 telefonisch overleg van 20 mei ji. heeft u aangegeven dat de bevestiging van de LVNL in deze brief volstaat. Ad 3. Bijgevoegd treft u de brief van Borghese logistics d.d. 23 mei 2016 aan waarin zij bevestigt dat zij zorg zal dragen voor de betaling van de kosten voor het realiseren van de Remote Unit. Wij nemen aan dat met deze brief en de onderliggende afzonderlijke verklaringen van de betrokken partijen er niet langer meer een beletsel is voor u om de verklaring van geen bezwaar artikel 8.9 Wet Luchtvaart af te geven. Hoogachtend, de teammanager Vergunningen, Ir brief Schiphol Group brie[lvnl brief Borghese

19 DATUM )-o6 GEEN BEZWAAR/ INSPECTIE LEEFOMGEVING EF\RANSPORT Schiphol Group Gemeente Haarlemmermeer Coflege van Burgemeester en Wethouders T.a.v. de heer R. Toole Postbus AG HOOFDDORP Telefoonnummer Brlefnummer Bij)ae Fsxnunimer Behandeld door Uw schrijven dd Schiphol, 23 mei 2016 Betreft plaatsing extra RU op terrein van NV. Luchthaven Schiphol Geachte heer Toole, In de aanlegenheid van BRE Logistics Schiphot 1 B.V. die een omgevingsvergunning voor bebouwing t.b.v. het Groenenbergterrein heeft aangevraagd (zaaknummer bij de Omgevingsdienst: ). informeer ik u hieronder. Voor de realisatie van het Green Mountain Logistics Park op het Groeneribergterrein dient op advies en in overeenstemming met de Luchtverkeersleiding Nederland een extra Remote Unit (RU) voor het MLT systeem te worden geplaatst. De locatie van de te plaatsen RU is op het terrein van N.V. Luchthaven Schiphol op de in de bijlage aangegeven locatie ter hoogte van de kop van de Aalsmeerbaan (bijgevoegd). Namens N.V. Luchthaven Schiphol deel ik u mee dat meegewerkt zal worden aan de plaatsing van een extra RU voor het MLT Systeem, conform de door LVNL geleverde specificaties, op de in de bijlage aangegeven locatie. BRE Logistics 1 B.V. heeft verklaard de hiermee gemoeide kosten te betalen. Hoogachtend, N.V. Luchthaven Schiphol Corporate Legal Mr. Aniel P. Bangoer MPA Schipliol Group Postbus Schiphol Telefoon 1020) Fa (020) Schiphol Nederland BV K K Amsterdam nr BIC ABNANL2A IRAN NL08A8NA Bic ARNANL2A IRAN NL20ABNA BIC INGRNL2A IRAN NL031N

20 Overzicht van het effect van de drie gebouwen (niet elk een hoogte van 14 meter gemeten vanaf het maaiveld) op de nauwkeurigheid van de MLT posities uitgaande van een extra RU kop baan 36R. De tekening Is afkomstig van het SENSIS Surveyor Toof en bedoeld voor technische doeleinden. De toegelicht. overige kleuraccenten/aanduldlngen spelen geen rol bij het onderzoek en zijn derhalve niet nader aan dat de vereiste nauwkeurigheid gehaald wordt. Een egale groene achtergrond op de baan en rijbaan In het gebied omlijnd met rode stippeilijn toont I:. Bijlage 4 PROA.01A2013/037/5312 van 12Juli2013.1,elel8 41 (pre)advies inrichtingsp(en Grosnonbargterrein fl De drie gebouwen van het Inrichtlngsplan zijn elk aangeduid als[] De RU s zijn aangeduid ais Extra RU j

21 Locatie extra RU op terrein N.V. Luchthaven Schiphol Om de performance van het MLT systeem zeker te stellen is het noodzakelijk op korte termijn een extra MLT positie in te richten. De aanleiding is de bouwactiviteit nabij kop 36R. De optimale positie voor het station is in de onmiddellijke nabijheid van KVS 4. Op deze positie is de infrastructuur voor energievoorziening en aansluiting op het LVNL datanetwerk reeds aanwezig. Voor de ontvangst van de transpondersignalen is antennemast te plaatsen. het noodzakelijk een antenne op een De antennemast moet uiteraard van bliksembeveiliging en topverlichting worden voorzien.

22 DATUM L4 L.7 t GEEN BEZWAAR / INSPECTIE LEEFOMGEVING EN4RANSPORT Inspectie Leefomgeving en Transport Luchtvaart)Vergu nningverlening T.a.v.deheerH.J. Stikfort Per mail verzonden naar: HenkStikfort@lLenT.nl Luchtverkeersleiding Nederland Air Tralfic Control the Netherlands TrL Fac43I(0) uw mailbericht van: schlphol-o: contactpersoon: 29 maart april 2016 D. Matakena (cnstoetsing@ivnl.nl) uw kenmerk: ons kenmerk: toestelnummer: PRO/PDS/A201 6/034/ onderwerp: bljlage(n): faxnummer: advies 8.9 Wlv; nieuwbouw 1. Brief met kenmerk GreenMountains Logisitic Park te PRO/L01A /5312 Schiphol-Rijk Geachte heer Stikfort, U heeft per mail van 29 maart 2016 een verzoek om advies ingediend bij Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) over de te verwachten invloed van de plannen voor de nieuwbouw van het GreenMountains Logistic Park op het voormalige Groenenbergterrein te Schiphol-Rijk, op de correcte werking van de communicatie-, navigatie- en surveillance (cns) apparatuur indien deze plannen zouden worden gerealiseerd. Dit advies vraagt u voor een af te geven verklaring van geen bezwaar door de Inspectie Leefomgeving & Transport (ILT) met betrekking tot de aanvraag van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart. Aanleiding De nieuwbouw van het Groen Mountains Logistic Park volgt op eerdere plannen omtrent de inrichting van het Groenenbergterrein welke waren neergelegd in het High Speed Logistics Park van juni 2011 Deze eerdere plannen zijn reeds in mei 2013 voor een (pre)advies voorgelegd aan LVNL. Gelet op de relatie met de nu voorliggende plannen, volgt hierna een korte beschouwing van dit eerdere advies. Het inrichtingsplan High Speed Logistics Park bevatte geen gedetailleerde gegevens en had als doel een indicatie te verkrijgen van de mogelijke gevolgen voor de correcte werking van de cns apparatuur indien het plan gerealiseerd zou worden. LVNL heeft het inrichtingsplan High Speed Logistics Park plan getoetst en per brief van 12juli2013 met kenmerk PR01L01A /5312 (bijlage 1) aan ILT haar advies afgegeven. Gelet op voornoemde relatie met het nu voorliggende plan vormt dit advies van 12juli2013 (bijlage 1) onderdeel van onderhavig advies. De toetsing en beoordeling door LVNL van het inrichtingsplan High Speed Logistios Park is uitgevoerd op basis van een globaal bouwplan. Bij de toetsing is LVNL uitgegaan van de volgende feiten en aannames mede gelet op hot ontbreken van gedetailleerd materiaalgebruik, namelijk: bouwblokken met een gelijke hoogte van maximaal 14 meter (gemeten vanaf het maaiveld) maatvoering van de aangezichten/gevels van do bouwblokken gebaseerd op de coördinaten van de hoekpunten zonder verdere detailinvulling aluminium als materiaalgebruik dat in potentie tot de meeste verstoring kan leiden en geparkeerde trucks met een hoogte van 4 meter (gemeten vanaf maaiveld) op de aangegeven truckparking en laad- en losfaciliteiten van de gebouwen., FABEC Bczackadre StatIonspIrinZuid.W.t 1001

23 PRD/PDS/A2016/ advies nieuwbouw GreenMountains Logistic Park 2 Samenvattend heeft de toetsing van het High Speed Logistics Park van juni 2011, uitgewezen dat de bouwbiokken met een gelijke maximale hoogte van 14 meter (gemeten ten opzichte van maaiveld) in een gebied bij de kop van baan 36R zullen leiden tot afscherming van meerdere Remote Units (RU s) van de tenminste drie RU s die nodig zijn voor het bepalen van de posities van vliegtuigen en voertuigen. Door de afscherming van de RU s (vooral RU 8 en RU 9) zal de nauwkeurigheid van de posities afnemen en dit zal naar verwachting tot gevolg hebben dat niet meer aan de performance eisen hoogtemaatvoering van de bouwblokken, namelijk een gelijke maximale hoogte van 14 meter (gemeten ten opzichte van maaiveld), het doorslaggevende aspect voor het optreden van afscherming van de RUs en daarmee de onnauwkeurigheid van posities van vliegtuigen en voertuigen. Voor een volledige weergave van het onderzoek verwijs ik u naar bijlage 1. 1 wordt voldaan die LVNL hanteert voor het MultiLATeratie Syseem (MLT Systeem). Hierbij is de LVNL heeft verder onderzocht of er technische aanpassingen mogelijk zijn. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat door de plaatsing van een extra RU ten zuidoosten van baan 36R het performance verlies is te voorkomen. Deze technische oplossing heeft LVNL in haar advies aan ILT meegegeven. LVNL toetsing van nieuwe plan GreenMountains Logisitic Park Inmiddels is er een definitief bouwplan beschikbaar waarvoor door de projectontwikkelaar een omgevingsvergunning is aangevraagd. Naar aanleiding van de nieuwe plannen en het eerder door LVNL afgegeven advies (bijlage 1) heef de projectontwikkelaar contact gezocht met LVNL en hierbij de nieuwe plannen voor de nieuwbouw GreenMountains Logisitic Park aan LVNL voorgelegd vooruitlopend op uw verzoek om toetsing en advisering. Hieronder wordt ingegaan op de toetsing van het nieuwbouwplan GreenMountains Logisitic Park welke LVNL per mail van 29 maart 2016 van u heeft ontvangen. Voor de wettelijke taken van LVNL en de wijze van toetsing verwijs ik u naar het advies van bijlage 1. LVNL is bij de toetsing van de effecten van het nieuwbouwplan GreenMountains Logisitic Park uitgegaan van de volgende feiten: posities van de bouwblokken ten opzichte van de baan op basis van de aangegeven coördinaten zoals weergegeven op de tekening Overall situatie met nummer T versie wijziging 3 van 1 maart2016 volume van de gebouwen op basis van de contouren en hoogten (een gelijke maximale hoogte van 14 meter gemeten ton opzichte van maaiveld) zoals beschreven in de vier geveltekeningen WHSI (versie wijziging D van 1 maart 2016, WHS2 (versie wijziging B van 1 maart 2016), WHS3 (versie wijziging B van 1 maart 2016) en WHS4 (versie wijziging C van 1 maart 2016) staal/aluminium als materiaalgebruik posities van de parkeerplaatsen en laad- en losfaciliteiten bij de gebouwen zoals weergegeven op de tekening Overall situatie met nummer T versie wijziging 3 van 1 maart 2016 waarbij LVNL voor de aanname van de invulling van de parkeerplaatsen zowel uitgegaan is van personenauto s als trucks en een nieuwe technische situatie van het MLT netwerk inclusief een extra RU overeenkomstig het advies beschreven in bijlage 1. Toetsing communicatie en navigatie Bij de toetsing en beoordeling van het nieuwbouwplan GreenMountains Logisitic Park heeft LVNL onderzoek gedaan naar het te verwachten effect van de uitvoering van dit plan op de correcte werking van de communicatie en navigatie apparatuur. Dit heeft uitgewezen dat uitvoering van het nieuwbouwplan GreenMountains Logisitic Park geen negatieve invloed zal hebben op de correcte werking van deze apparatuur van LVNL. Conform het eerdere afgegeven advies van LVNL (bijlage 1) 1 De performance eisen die LVNL hanteert zijn overeenkomstig de Europese richtlijnen, beschreven in het EIJROCAE (The European Organisation for Civil Aviation Equipment) document ED-1 17 Minimum operational performance specification for mode S multilateration systems for use In advanced surface movement guidance and control systems (A-SMGCS), EIJROCAE Dcc. ED-117 van november 2003.

24 PRO/PDS/A /6595 advies nieuwbouw GreenMountains Logistic Park 3 kan er weliswaar een lichte verstoring worden verwacht, echter deze verstoringen blijven binnen de toegestane margesftolerantiegrenzen. Toetsing surveillance Het nieuwbouwplan is enigszins gewijzigd ten opzichte van do plannen zoals deze in mei 2013 aan LVNL zijn voorgelegd ( High Speed Logistics Park ). De hoogtemaatvoeringen, doorslaggevend aspect voor de correcte werking van het MLT systeem, komen echter nagenoeg overeen met de vorige plannen, namelijk een gelijke maximale hoogte van 14 meter gemeten ten opzichte van maaiveld. Naar voren is gekomen dat het nieuwbouwplan GreenMountains Logisitic Park ook wat betreft het effect op de correcte werking van het MLT systeem niet zal leiden tot een andere invulling van het afgegeven advies van LVNL aan ILT (bijlage 1). Dit betekent dat uitvoering van het nieuwbouwplan GreenMountains Logisitic Park zal leiden tot afscherming van meerdere RU s van de drie RU s die nodig zijn voor het bepalen van de posities van vliegtuigen en voertuigen. Zoals hierboven vermeld hebben de projectontwikkelaar en LVNL eerder contact gehad en hierbij afgesproken over te gaan tot plaatsing van de extra RU. Tevens is door de projectontwikkelaar toegezegd deze extra RU te zullen financieren. Bij de beoordeling van de thans aangeboden plannen is LVNL dan ook uitgegaan van deze afspraken en de plaatsing van de RU. Dit betekent voor de toetsing en advisering van hot nieuwbouwplan GreenMountains Logisitic Park dat LVNL uitgaat van de situatie van een aangepaste MLT netwerk inclusief de beschikbaarheid van een extra RU ton zuidoosten van baan 36R. Onder deze omstandigheden zal het MLT systeem geen negatieve effecten ondervinden van uitvoering van het nieuwbouwplan GreenMountains Logisitic Park. Advies LVNL De toetsing en beoordeling van het nieuwbouwplan GreenMountains Logisitic Park heeft uitgewezen dat door de uitvoering van het plan de werking van de communicatie- en navigatieapparatuur binnen de gestelde performance eisen blijven. Wat de toetsing en beoordeling van de plannen op de correcte werking van de surveillanceapparatuur betreft heeft LVNL, zoals eerder beschreven, de toetsing uitgevoerd op basis van een uitbreiding van het MLT systeem met een unit ten zuidoosten van baan 36R. Hiermee kan LVNL ook aan de gestelde MLT performance eisen blijven voldoen na realisatie van het nieuwbouwplan GreenMountains Logisitic Park. Het advies van LVNL is dan ook positief. Desgevraagd kan LVNL u de hierboven vermelde documentatie toezenden en nadere uitleg geven over de performance. Wellicht ten overvloede wijs ik u erop dat overige veiligheidsaspecten, zoals onder andere windcriteria en hinder van luchtverkeer door refiecties van zonlicht door zonnecollectoren geen onderdeel uitmaken van de toetsing en advisering door LVNL. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor vragen kunt u contact opnemen met de in het briefhoofd vermelde contactpersoon. Met vriendelijke van Avermaete Manager Procedures

25 DATUM GEEN BEZWAAR/iZ1R INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRANSPORT Luchtverkeersleidrng Nederland Air Traffic Control the Netherlands Inspectie Leefomgeving en Transport LuchtvaartlVergunnlngverlening T.a.v. H..J. Stikfort Postbus 575 mizïtsi 2130 AN Hoofddorp.310) F+31(0) Ç99 uw brief van: schlphol-o: contactpersoon: 24 mei juli2013 D. Matakena uw kenmerk: ons kenmerk: toestelnummer: ILT-201 3/18298 PRO/LO/A2013/037/ onderwerp: bljlago(n): faxnummer: (pre)advies 8.9 Wlv; inrichtingsplan 1. Locaties RU s Groenenbergterrein 2. Effect gebouwen op de nauwkeurigheid MLT posities 3. Nauwkeurigheid MLT posities huidige situatie 4. Nauwkeurigheid MLT posities bij extra RU Geachte heer Stikfort, Per brief van 24 mei 2013 heeft u Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) verzocht een (pre)advles uit te brengen ten aanzien van de te verwachten invloed van een nieuw inrichtingsplan voor het Groenenbergterrein op de correcte werking van de communicatie-, navigatie en surveillance (cns) apparatuur van LVNL. Dit advies vraagt u vooruitlopend op besluitvorming door de Inspectie Leefomgeving & Transport (ILT) over een af te geven verklaring van geen bezwaar met betrekking tot de aanvraag van een definitieve omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart. In dit advies komen achtereenvolgend de volgende aspecten aan bod: 1. Aanleiding; 2. Wettelijke taken van LVNL; 3. De toetsing aan de werking van navigatieapparatuur; 4. De toetsing aan de werking van surveillanceapparatuur, 5. Het (pre)advies van LVNL; 6. Aandachtspunten en 7. Slot. 1. Aanleiding Bij schrijven van 24 mei 2013 heeft u LVNL verzocht een (pre)advies te geven met betrekking tot dele verwachten de invloed van de nieuwe inrichting van het Groenenbergterrein, neergelegd in het lnrichtingsplan High Speed Loglstics Park van juni 2011 (verder: het Inrichtingsplari) op de cns apparatuur van LVNL. Het Inrichtingsplan heeft LVNL van u op 17mei2013 ontvangen. Op het Inrichtingsplan staan drie gebouwen met een maximale hoogte van 14 meter, gemeten vanaf het maaiveld. Aangezien nadere details omtrent de precieze hoogtes op het lnrichtingsplan ontbreken, heeft LVNL u verzocht aan te geven waarvan moet worden uitgegaan bij de toetsing van LVNL van FABEC Bezoelcadrc StationipIcInZuId.Wet CV Schlphd-Oost

26 (pre)advies inrichtingspi an Groenenbergterr&n PRO!L.O/A2013/ van 12juli het Inrichtingsplan aan de te verwachten invloed op de werking van de cns apparatuur. De gemeente Haarlemmermeer heeft bij mail van 23 mei 2013 bevestigd dat uit dient te worden gegaan van een gelijke hoogte van alle drie de gebouwen van 14 meter gemeten vanaf het maaiveld op basis van de vermelde hoekcoördinaten (zoals eerder aangegeven In het mailbericht van ILT van 17 mei 2013). Het te ontwikkelen gebied is gelegen in de directe nabijheid van de Aalsmeerbaan. De Aalsmeerbaan wordt gebruikt voor landingen vanuit het zuiden en voor starts naar het zuiden. De locatie van het te ontwikkelen gebied ligt binnen het beperkingengebied van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (hierna: LIG) dat in acht moeten worden genomen bij het oprichten van objecten. De op het lnrichtingsplan opgenomen hoogtes van de drie gebouwen van 14 meter zijn hoger dan de maximale waarden die in het beperkingengebied op grond van het LIB zijn toegestaan. Om deze reden zal ILT een besluit nemen of een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart zal worden verleend. Een dergelijke verklaring is immers nodig om in geval van overschrijding van de maximale waarden van het LIG, de vereiste omgevingsvergunning te verkrijgen. Aan het Inrichtingsplan ligt - voor zover bij LVNL op dit moment bekend - (nog) geen aanvraag om een omgevlngsvergunrilng ten grondslag. In uw adviesaanvraag geeft u immers aan dat u om een advies vraagt in het kader van een toekomstige aanvraag inzake een verklaring van geen bezwaar in de zin van artikel 8.9 Wet luchtvaart. Het Inrichtingsplan bevat op dit moment dan ook (nog) geen gedetailleerde gegevens omtrent de exacte vorm, de invulling, de te gebruiken materialen en de exacte maten van de diverse aangezichten van de drie gebouwen. Uw verzoek om een (pre) advies heeft dus betrekking op een globaal plan en als doel het verkrijgen van een eerste indicatie van de mogelijke gevolgen voor de correcte werking van de cns apparatuur van LVNL indien het Inrichtingsplan zou worden gerealiseerd. Door deze eerste Indicatie kunnen mogelijke knelpunten voor ILT in een vroeg stadium inzichtelijk worden en kunnen eventuele oplossingsrichtingen tijdig worden afgestemd. De toetsing en advisering door LVNL aan ILT van het definitieve bouwplan (inclusief gedetailleerde gegevens) ten behoeve van de voor een omgevingsvergunning vereiste verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart zal dan desgevraagd door ILT in een later stadium volgen. 2. Wettelijke taken van LVNL De taken van LVNL zijn vastgelegd in de Wet luchtvaart. Op grond van artikel ö.23, eerste lid van de Wet luchtvaart is LVNL o.a. belast met de volgende taken: het geven van luchtverkoersdienstverlening; het verlenen van communicatie-, navigatie- en piaatsbepalingsdiensten (hieronder valt het definiëren, verwerven, installeren, beheren en instandhouden van technische installaties en systemen ten behoeve van luchtverkeersbeveiliging) en het adviseren van de Minister van infrastructuur en Milieu, inclusief ILT (adviesplicht LVNL). Een belangrijk deel van de technische installaties en systemen betreft de cns Infrastructuur. Communicatie apparatuur wordt gebruikt om het radiocontact tussen de verkeersleiding en de piloten te onderhouden, navigatie apparatuur wordt gebruikt om navigatie in het naderingsgebied en en-route mogelijk te maken en de surveillance apparatuur wordt gebruikt om de plaatsbepaling van vliegtuigen zeker te stellen. Deze technische installaties en systemen staan met name op en in de omgeving van luchthavens opgesteld. Alle cns apparatuur maakt gebruik van radiogolven die uitgezonden en/of ontvangen worden door antenriesystemen. Objecten, zowel vast (gebouwen, windmolens, et cetera) als mobiel (bouwkranen, heistellingen, et cetera) vormen in potentie een bedreiging voor de correcte werking van de apparatuur omdat ze de uitgezonden radiosignalen kunnen verstoren. Verstoring van de apparatuur maakt de cns apparatuur minder betrouwbaar of zelfs geheel onbruikbaar waardoor direct de

27 pre)advles înrichtîngspiari Groenonberglerreln PRO/LO/A2013/037/5312 van 12 full veiligheid van het luchtverkeer wordt beïnvloed, Het is daarom in het belang van de veiligheid van cie luchtvaart en daarmee voor de overheid om de diverse systemen tegen verstorende objecten te beschermen. in dit kader toetst en beoordeelt LVNL of de uitvoering van (bouw)piannen of (bouw)werkz.aamheden inderdaad van Invloed zijn op de correcte werking van cns apparatuur en brengt hierover (desgevraagd) advies uit aan de ILT. De beoordelingen vinden plaats aan de hand van ander andere internationale burgerluchtvaartcriteria, in het bijzonder van Annex 10 van ICAO. 1 Bij de toetsing en beoordeling van het Inrichtingsplan heeft LVNL onderzoek gedaan naar het te verwachten effect van de uitvoering van dit plan op de correcte werking van de cns apparatuur. Toetsing door LVNL van het Inrichtingsplan aan de correcte werking van de communicatie apparatuur heeft uitgewezen dat er naar verwachting geen verstoring zal ontstaan. Ten aanzien van navigatie apparatuur, in het bijzonder het Instrument Landing System (ILS), en surveillance apparatuur, in het bijzonder het MuitiLateTeratle systeem (MLT), heeft toetsing uitgewezen dat zich naar verwachting wel een bepaalde mate van verstoring zal voordoen. Een uitgebreide toelichting hierop volgt in de paragrafen 3 en 4. Hierbij is tevens onderzocht of er bij een ontoelaatbaar negatief effect op de werking van de apparatuur mogelijkheden zijn waardoor eventuele nadere uitvoering van het Inrichtingsplan niet belemmerd hoeft te worden en de vliegveiligheid gewaarborgd blijft. 3. Toetsing navigatieapparatuur LVNL is voor de beoordeling van het effect van het Inrichtingsplan op de correcte werking van haar navigatie apparatuur uitgegaan van de gegevens omschreven in de bijlagen van uw mailbericht van 26april2013 en van uw mailbericht van 17 mei2013 alsmede het aanvullende mailbericht van de gemeente Haarlemmermeer van 23 mei Dit houdt in dat LVNL bij de toetsing van de effecten Is uitgegaan van het Inrichtingsplan en de volgende feiten: drie bouwblokken met een gelijke hoogte van 14 meter (gemeten vanaf het maaiveld); maatvoeringen van de aangezichten/gevels van de drie bouwblokken gebaseerd op de aangegeven coördinaten (bijlage mailbericht van ILT van 17 mei 2013) zonder verdere detallinvulling en posities van de drie bouwblokken ten opzichte van de baan op basis van de aangegeven coördinaten (bijlage mallberlcht van ILT van 17mei2013). Daarnaast is bij de beoordeling van het effect op de werking van de navigatie apparatuur op basis van het Inrichtingsplan uitgegaan van: een truckparking inclusief trucks met een hoogte van 4 meter, gemeten vanaf het maaiveld en geparkeerde trucks met een hoogte van 4 meter, gemeten vanaf het maaiveld bij de aangegeven laad- en losfaciliteiten van de gebouwen. De parkeerzones met personenauto s, de bomen en de windturbines van het Inrichtingsplan zijn niet bij het (verdere) onderzoek betrokken. LVNL verwacht geen verstoring door deze specifieke onderdelen van het Inrichtingsplan op de correcte werking van de navigatie apparatuur. Omdat het Inrichtingsplan geen gedetailleerd materiaalgebruik beschrijft, is LVNL bij de toetsing van de drie bouwblokken alsmede de trucks op de werking van de navigatie apparatuur uitgegaan van het cao staat voor lnternationai Civil Avation 0rganizatlon. Deze organisatie is opgericht bij het Verdrag van Chicago en vaardigt regels uit om uniformiteit te schoppen in de luchtvaart. De Nederlandse Staat is partij bij dit verdrag en dient de ICAO bepalingen te lniplementeren in de nationale wet- en regelgeving en ervoor te zorgen dat de luchtvaartsector aan deze bepalingen voldoet. LvNL is zelf als organisatie op basis van artikel 5.23, zevende lid, Wet luchtvaart gehouden haar taken uit te voeren overeenkomstig het bepaalde in Nederland bindende verdragen, zoals het Verdrag van Chicago.

28 (pre)advles inrichtingsplan Groenenbargterr&n PRO/LO/A2013/037/5312 van 12juli niateriaal dat in poteritie tot de meeste verstoring kan leiden, namelijk aluminium. Verder is voor het gehele Inrichtingsplan uitgegaan van een lokaal maaiveld van -4.0 m NAR LVNL hanteert bij de toetsing van plannen op de correcte werking van navigatie apparatuur de internationale eisen die afkomstig zijn van ICAO. Annex 10 (Vol. 1 Radio Navigation Aids) van ICAO geeft de internationale specificaties aan waaraan de navigatieapparatuur moet voldoen om als veilig en goedwerkend te kunnen worden beschouwd. Hot onderzoek is uitgevoerd ten aanzien van de werking van het Instrument Landing System (ILS) behorende bij de Aalsmeerbaan (baan 36R). Het ILS is een radionavigatiesysteern waarmee een vliegtuig een precisienadering op een landingsbaan kan uitvoeren. Het systeem geeft de piloot een nauwkeurig beeld van de positie van het vliegtuig ten opzichte van de ideale koerslijn en de daalhoek naar de landingsbaan. Het zorgt er dus voor dat een vliegtuig op precies de juiste plek en in de juiste daalhoek op de landingsbaan terecht komt. Het ILS maakt hiermee ook landingen bij zeer slechte zlchtcondlties mogelijk. Een ILS bestaat uit meerdere componenten waaronder een glijpad en een locaiizer. Het glijpad geeft verticale koersge!eiding naar de landingsbaan en de localizer geeft horizontale koersgeleiding naar de landingsbaan. Onderzocht Is de invloed van het inrichtingsplan op het glijpad van baan 36R en de localizer van baan 36R aan de hand van een simulatie op basis van een driedimensionaal model (software tool EMACS) van het Inrichtingsplan en recente baan- en luchtmetingen. Geconstateerd is dat zowel het glijpad van baan 36R als de localizer van baan 36R enige verstoring laat zien. Deze verstoringen blijven binnen de toegestane marges/toleraritiegrenzen zoals beschreven in Annex 10 van ICAO en daarmee zullen beide systemen aan de internationale eisen overeenkomstig Annex 10 van ICAO blijven voldoen. 4. Toetsing surveillanceapparatuur LVNL heeft de beoordeling van het effect van het lnrichtingsplan op de correcte werking van haar surveillance apparatuur enkel gebaseerd op de eerste drie vermelde feiten zoals beschreven In paragraaf 3. De overige onderdelen van het Inrichtingsplan zijn niet betrokken bij het onderzoek omdat LVNL ten aanzien hiervan geen verstoring op de correcte werking van de surveillance apparatuur verwacht. LVNL maakt ten behoeve van de verkeersleiding op Schiphol gebruik van verschillende surveillance technieken namelijk de Terminal Approach Radar, de Surface Movement Radar en het MultiLateTeratie systeem. De beoordeling van mogelijke verstoringen door nieuw te plaatsen objecten is systeemafhankeiijk. Toetsing heeft uitgewezen dat het Inrichtingsplan van invloed zal zijn op het MultiLateTeratie systeem (MLT). MLT levert de positie en de identiteit van de luchtvaartuigen en voertuigen op en rond de luchthaven. LVNL gebruikt deze gegevens om grondlabels op de torendisplays te tonen en om waarschuwingen te genereren bij een dreigend conflict op de start- en/of landingsbanen. Dit laatste gebeurt via het zogenaamde Runway Incursion Alerting System Schiphol (RIASS). De torenverkeersleiders gebruiken de grondlabels als aanvulling op visuele waarneming. Bij slecht zicht omstandigheden zijn grondlabels essentieel voor een veilige en efficiënte afhandeling van het verkeer. Werking ML T systeem MLT omvat een centraal systeem en drieëntwintig ontvangers, de zogenaamde Remote Units (hierna: RU s). Voor luchtvaartuigen wordt de techniek gebruikt in combinatie met de Mode S transponder van een luchtvaartuig. Als het signaal van een Mode-S transponder van het luchtvaartuig door tenminste drie RU s ontvangen wordt, ken MLT de MultiLATteratie (MLAT) positie van het betreffende luchtvaartuig berekenen. Dat gebeurt aan de hand van looptijdverschillen. De RU s moeten gelijkmatig rond het luchtvaartuig liggen om de positie nauwkeurig te kunnen meten.

29 (pre) advies inrichtingspian Groenenbergierrein PRO/LO/A2013/037/5312 van 12juli Voertuigen gebruiken MLT als ADS-B ontvanger. Automatic Dependent Surveillance-Broadcast (ADS-B) is een techniek waarbij de GPS positie, afkomstig van het voertuig zelf, meegestuurd wordt met de Mode-S berichten die de RU s ontvangen. De RU locaties zijn zo gekozen dat het MLT systeem de MLAT positie van luchtvaarluigen voldoende nauwkeurig kan bepalen. Ze zijn zodanig gelokallscerd dat tenminste drie RU s het Mode-S signaal van een luchtvaartuig kunnen ontvangen. Extra RU s zijn geplaatst om te zorgen dat er bij uitval van een RU geen performance verlies optreedt. Bovendien is er gezorgd voor redundante ADS-B ontvangst. Uitval van een RU mag niet leiden tot dekkingsveriles bij voertuigen. Voor de locaties van de aanwezige RU s in de omgeving van het Inrichtingsplan zie bijlage 1. Performance eisen De performance eisen die LVNL hanteert voor het MLT systeem op de luchthaven Schiphol zijn overeenkomstig de Europese richtlijnen, beschreven in het EUROCAE document ED-1 17 Minimum operational performance specification for mode S multilateration systems for use in advanced surface movement guidance and control systems (A-SMGCS), EUROCAE Doc. ED-1 17 van november In paragraaf 3.3 (Performance) van Hoofdstuk 3 (Minimum Performance specification under standarci conditiori) van het EUROCAE document staan onder artikel (Position Accuracy) de performance eisen van MLT beschreven: The system shall calculate the horizontal positions of targets detected on the runways, taxiways and centerlines of the apron areas to within 7.5 m with a confidence level of 95% and to within 12 m with a confidence level of 99%. Toetsingsmetbode en uitkomst toetsing LVNL heeft de gevolgen van het Inrichtingsplan op het MLT systeem beoordeeld met behulp van een tool, het zogenaamde SENSIS Surveyor Tool. Dit tool wordt gebruikt om te bepalen waar RU s nodig zijn om de vereiste performance van 7.5 meter (artikel van EUROCAE) te kunnen halen. Bij nieuw op te richten objecten gebruikt LVNL het tool om de gevolgen voor de MLT performance te onderzoeken. Het tool berekent eerst welke RU s als gevolg van de nieuwe objecten beïnvloed worden in het zicht op een bepaald gebied. Vervolgens worden voor de betrokken RU s de nauwkeurigheid van de gemeten posities van vliegtuigen en voertuigen in dat gebied berekend. De toetsing van de drie bouwbiokken op de werking van het MLT systeem heeft uitgewezen dat de drie bouwbiokken in een gebied bij de kop van baan 36R zullen leiden tot afscherming van meerdere RU s van de tenminste drie RU S die nodig zijn voor het bepalen van de posities. Door de afscherming van de RU s (vooral RU 8 en RU 9) zal de nauwkeurigheid van de posities afnemen en dit zal naar verwachting tot gevolg hebben dat niet meer aan de performance eisen wordt voldaan. In bijlage 2 is het effect weergegeven van de drie gebouwen op de nauwkeurigheid van de MLT posities. De achtergrondkleur geeft de nauwkeurigheid aan in meters. Een egale groene kleur komt overeen met de vereiste performance van 7.5 meter. Echter, op de tekening Is te zien dat dit in het gebied bij de kop van baan 38R niet het geval is. Het gebied waarin de afscherming zal optreden is aangeduid met rode stippellijn. Binnen dit gebied zijn gele accenten zichtbaar; dit houdt in dat de vereiste nauwkeurigheid (7.5 m / groene kleur) niet wordt gehaald. Verder is een (weliswaar zeer beperkt) deel rood gekleurd. Deze rode kleur geeft aan dat de posities nog onnauwkeuriger dan de gele accenten zijn. Echter, dit valt op een locatie buiten de baan en rijbaan. De paarse kleur houdt in dat voor deze locaties geen dekking beschikbaar is. Ook hiervoor geldt dat deze gebieden buiten de baan en rijbaan liggen. Bijlage 3 geeft de nauwkeurigheid van de MLT posities weer in de huidige situatie; de drie gebouwen hebben een hoogte van 0 meter (gemeten vanaf het maaiveld). Het betreffende gebied bij de kop van 2 ELJROCAE staat voor The European Organisaijon for Civil Avation Equipment.

30 (pra)advies inrichtingsplan Groenonbergterrein PRO/LO/A2013/037/5312 van 12Juli baan 36R (omlijnd met rode stippelljn) toont aan dat de vereiste nauwkeurigheid gehaald wordt (gebied is egaal groen van kleur). Een verslechtering van de nauwkeurigheid is een risico; grondlabels kunnen op de verkeerde plek getoond worden of wegvallen. De kans op valse of gemiste waarschuwingen van dreigende conflicten op de start- en/of landingsbanen op basis van R1ASS zal toenemen. Dit risico dient dan ook voorkomen te worden. Zoals eerder vermeld is LVNL bij de toetsing uitgegaan van drie bouwbiakken met een gelijke hoogte van 14 meter met maatvoeringen en posities, zoals aangegeven in de bijlage van de van ILT van 17mei LVNL heeft dan ook niet onderzocht of en in hoeverre eventuele aanpassing van de bebouwing van het Innichtingsplan (hoogte, maatvoering) de verstoring van het MLT systeem kan wegnemen. In plaats daarvan heeft LVNL technische oplossingen bestudeerd. Onderzocht is of er technische aanpassingen mogelijk zijn om het performance verlies op de kop van baan 36R bij realisering van het Inrichtingsplan te voorkomen. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit te voorkomen is door de plaatsing van een extra RU ten zuidoosten van baan 36R. Deze optie is nog niet nader uitgewerkt en mogelijk afhankelijk van toestemming van derden (eigenaar, gemeente). Bijlage 4 geeft de nauwkeurigheid van de MLT posities aan bij realisatie van het Inrichtingsplan niet de extra RU. Aan het realiseren van een dergelijke oplossing zijn uiteraard kosten verbonden. Desgevraagd kan LVNL u de hierboven vermelde documentatie toezenden en nadere uitleg geven over de performance eisen. Aanvullende tekeningen van de afscherm Ing als gevolg van het Inrichtingsplan zijn, indien gewenst, ook beschikbaar. 5. (Pre) advies LVNL LVNL heeft naar aanleiding van uw verzoek om een (pre) advies over de invloed van het Inrichtingsplan van het Groenenbergterrein op de goede werking van de ons apparatuur onderzoek gedaan. Dit onderzoek heeft zich gericht op de werking van het glijpad van baan 36R en de localizer van baan 36R (navigatieapparatuur) en het MLT systeem (surveillanceapparatuur). Het onderzoek naar de invloed van het Inrichtingsplan op de correcte werking van de navigatie apparatuur heeft uitgewezen dat zich naar verwachting een lichte verstoring voor zal doen. Deze verstoring blijft echter binnen de tolerantiegrenzen. Het onderzoek naar de invloed van het Inrichtingsplan op de correcte werking van het MLT systeem heeft uitgewezen dat de dekking van enkele, van de tenminste drie benodigde, ontvangers (RU s) dusdanig zal worden beperkt dat niet meer voldaan wordt aan de performance eisen van het MLT systeem. Uitgangspunt voor LVNL is dat voldaan moet worden aan de eisen zoals weergegeven in het EUROCAE document ED-1 17 om een voldoende nauwkeurig beeld van de bewegingen van het vlieg en voertuigverkeer te kunnen blijven garanderen. LVNL is daarbij uitgegaan van drie bouwbiokken met een gelijke hoogte van 14 meter met maatvoeringen en posities, zoals deze via JLT zijn aangeleverd. Er is dan ook geen onderzoek gedaan naar eventuele aanpassing van het inrichtingsplan. Wel heeft LVNL technische oplossingen bestudeerd. Onderzoek daarvan heeft uitgewezen dat eventueel technische maatregelen kunnen worden getroffen zodat hot Inrichtingsplan zou kunnen worden uitgevoerd en voldaan wordt aan de performance eisen. Een dergelijke maatregel is het plaatsen van een extra MLT unit. Hieraan zijn kosten verbonden. Conclusie van LVNL is dat uitvoering van het Innichtingsplan goede kans van slagen lijkt te hebben indien het MLT systeem vooraf wordt aangepast/uitgebreid zodat de veiligheid gewaarborgd blijft. Hieraan zijn kosten verbonden, Mocht het lnnichtingsplan nader worden uitgewerkt, dan treedt LVNL graag in zo een vroeg mogelijk stadium in overleg zodat een eventuele aanpassing van het MLT systeem, eventuele benodigde toestemmingen en de financiering daarvan tijdig kan worden afgestemd.

31 (pre)advies iririchtingsplan Groeneribergtarrein PRO/LO/A2013A37/5312 van 12 full Aandachtspunten Zoals eerder beschreven is de toetsing en beoordeling door LVNL in dit (pre)advies uitgevoerd op basis van een globaal bouwplan, namelijk het inrichtingsplan High Speed Logistios Park van juni Indien het Inrichtingsplan wuzigt dan verzoek ik u dit plan opnieuw aan LVNL voor te leggen voor een (pre)aclvies. Wijziging van de posities van de bouwblokkan ten opzichte van de baan kan een ande resultaat van de toetsing en beoordeling tot gevolg hebben. LVNL zal dan op basis van do gewijzigde plannen een nieuw (pre) advies afgeven. Indien daadwerkelijk wordt overgegaan tot de uitvoering van het Inrichtingsplan dan raad ik ii aan dit in een vroeg stadium aan LVNL kenbaar te maken in verband met nadere afstemming over een eventuele benodigde aanpassing van het MLT netwerk en financiering van kosten dan wel over andere oplossingsrichtingen. Mocht u naar aanleiding van dit advies nadere informatie van LVNL wensen, dan zijn we graag bereid u deze te doen toekomen. Ook in geval van onduidelijkheden, zijn we graag bereid tot het verstrekken van een nadere toelichting. 7. Slot LVNL heeft het lnrichtingsplan beoordeeld op de correcte werking van de cns apparatuur van LVNL. Wellicht ten overvloede wijs ik u erop dat overige veiligheidsaspecten, zoals onder andere windcriteria en hinder van luchtverkeer door reflecties van zonlicht door zonnecollectoren geen onderdeel uitmaken van de toetsing en advisering door LVNL. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groeten, fi rthagen Manager Liaisori Office a.i. Luchtverkeorsleiding Nederland

32 (pre) advies inrichtingsplsn Groenanbergterr&n PROLO/A /5312 van 12Juli Bijfage 1 Overzicht van opgestelde RU s in de omgeving van het Inrichtingsplari

33 (pre)advies inrichtingsplan Grcenenbcrgterrein PRO/LOJA2OI3/ van 12juli Sijlage 2 msie,s : RU9 RU8 De RU s zijn aangeduid als De drie gebouwen van het Inrlchtingsplan zijn elk aangeduid als 1. 1 Overzicht van het effect van de drie gebouwen (met elk een hoogte van 14 meter gemeten vanaf het maaiveld) op de nauwkeurigheid van de MLT posities. Mate van nauwkeurigheid is in kleur rood). Gele accenten op weergegeven van nauwkeurig (0 meter / roen) tot onnauwkeurig (15 meten de baan en rijbaan in het gebied omgeven met rade stippellijn toont aan dat de vereiste nauwkeurigheid (7.5 meter / egale groene kleur) niet gehaald wordt. De gele accenten binnen dit gebied zijn het gevolg van afscherming van meerdere RUs (vooral RU 8 en RU 9) door de drie gebouwen. De tekening is afkomstig van het SENSIS Surveyor Tool en bedoeld voor technische doeleinden. De overige kleuraccenten/aanduidingen spelen geen rol bij het onderzoek en zijn derhalve niet nader toegelicht.

34 -... (pre)advies inrichllngsplan Groenenbergterrein PRO/LO/A2013/037/5312 van 12juli Bijlage 3 n,gters T25 -.i_ S De RU s zijn aangeduid also De drie gebouwen van het Inrichtingsplan zijn elk aangeduid alsj Overzicht van de nauwkeurigheid van MLT posities in de huidige situatie; de drie gebouwen hebben een hoogte van 0 meter (gemeten vanaf het maaiveld). De egale groene achtergrond op de baan en rijbaan in het gebied omlijnd met rode stippellijn toont aan dat de vereiste nauwkeurigheid gehaald wordt. De tekening is afkomstig van het SENSIS Surveyor Tool en bedoeld voor technische doeleinden. De overige kleuraccenten/aanduidingen spelen geen rol bij het onderzoek en zijn derhalve niet nader toegelicht.

35 Overzicht van het effect van de drie gebouwen (met elk een hoogte van 14 meter gemeten vanaf het toegelicht. overige kleuraccenten/aanduidingen spelen geen rol bij het onderzoek en zijn derhalve niet nader De RU s zijn aangeduid als De tekening is afkomstig van het SENSIS Surveyor Toor en bedoeld voor technische doeleinden. De aan dat de vereiste nauwkeurigheid gehaald wordt. Een egale groene achtergrond op de baan en rijbaan in het gebied omlijnd met rode stippellijn toont maaiveld) op de nauwkeurigheid van de MLT posities uitgaande van een extra RU kop baan 36R. De drie gebouwen van het Inrichtingsplan zijn elk aangeduid als ri Di 5 meters Blage 4 PROILOIA2O13/ van 12Juli2013 (prc)adv)es Inrlchtingsplan Groenanberglerroin

36 DATUM ( il GEEN BEZWAAR / INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRANSPORT ogistcs B*r cexk pi 3&BAIijrk Teon (033) Ccege van l3urgemeester en (033) WetJo gerneenie [taadetrgnenneer P061k AG HOOFUDORP Lv.L nr E? ta.v. de heer Ron Toole t I, NI,cerk, 23 mei 2016 Verklaring cintrert plaatsing extra Remote Ui* ttw F LT systeem Geade coege, Naar aanlekk van cle wagen zoals gesteld door ILenT aan de gemeente Haarlemmernieer per brief van 20 mei 2016 heeft een overleg plaatsgevonden bij het LT in Koofdck,rp. 11iens dit overleg is in bijzijn van flerit, Gemeente Haarlemmermeer, Schiphol Group en Borghese gesproken over de plaatsing van een extra Remote Llflit (RIJ) voor het MLT systeem ten behoeve van de uitvoering van het bouwplan Green Mountain Logidtcs Part op het voormalig Groenenberg terrein. Als aanvrager van de bouwvergunning, BRE Loglstlcs Schiphol 1 B.V. verklaren wij u hierbij als volgt. In het kader van de door BRE Loglstus SChiphOI 1 B.V. voorgenomen realisatie van het Green F4ountain Lcgistics Park op het Groenenbeigterrein, heeft BRE Lostics Schiphol 1 B.V. met Luchtverkeerslekng Nederland (LVNL) afgesproken dat LVNL tijdig zal zorgdragen voor de realisatie van een extra RU. anpasslng zal plaatsvinden conform het LVNL advies van 7 april (Ondenileel i.n dat adw wv oeens gerq7nd cfcior het eaie adi van LVNL van 12 fii! 2r)13). Daarmee wordt voldaan aan cle performance eisen overeenkomstig de Europese richtlijnen. LVNL beheert het MIJ systeem en zal gelet daarop zelfde benodigde aanpassingen doorvoeren. De gemaakte afspraak inzake uitvoering door LVNL, sluit dus aan bij het invulling geven aan de wettelijke taak van LVNL die ookwordtaangehaaldin hetadvies van 12juli 2013 (VgL art 5.23 Wet luchtvaart) hrtjkej De LVNL Lç ter bevordering van een zo groot mogelijke veiligheîd van het luchtverkeer in het *,chtlnjb,matleqebied J1,nste,riam, belast met de volgende taken: a. her verlenen van luchtverkeersdlensten; b. het verlenen van communica(ie- navigatie- en piaotsbepalingsdiensten; (..) LVNL zal de extra RU plaatsen op een locatie dle reeds bij haar in gebruik en beschikbaar is. Zoals tevens besproken in het overleg op 20 mei 2016, geeft Schiphol toestemming voor het plaatsen van de RU op de locatie, clie dk tevens in een searate brief aan u zal verklaren.

37 BRE Logistics Schiphol 1 BV. V. ck L 4 Zoals ve*zoche bevesten wij hierbij dat Borghese Logistks Schipbol 1 FLV. n LVNL de kosten vergoeden voor het plaatsen ckior LVNI van de benodct extra RU. togstics BORGHESE -- Ik hoop u tennee wikfoerxe tlxrrerd te hebben. l4jdt u nog vragen hebben of nadere toehtkiq wensen, dan verneern c ag. 2