Besluit van de raad voor verkiezingsbetwistingen.

Transcriptie

1 1/5 Besluit van de raad voor verkiezingsbetwistingen. kenmerk: Ronsebesluitraad betreft: Ronse Gemeenteraadsverkiezingen bezwaar De heer Joost Hysselinckx De Raad voor Verkiezingsbetwistingen (hierna te noemen de Raad), Gelet op de gemeentekieswet (hierna te noemen de wet), inzonderheid artikel 85 ter - septies; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 september 2006 houdende de aanstelling van de leden van de Raden voor Verkiezingsbetwistingen; Gezien de twee op 9 oktober 2006 gedagtekende bezwaarschriften ingediend door de heer Joost Hysselinckx, gedomicilieerd te 9600 Ronse, Kapellestraat 208, kandidaat op de lijst het belang van Ronse/ N-VA tegen de gemeenteraadsverkiezing in de gemeente Ronse; Gehoord het verslag van mevrouw Véronique Pertry, lid van de Raad, over deze zaak in openbare zitting van 30 oktober 2006 ; Gelet op de verschijning op deze zitting van de heer Joost Hysselinckx, die in zijn middelen en opmerkingen werd gehoord ; Overwegende dat de heer Joost Hysselinckx bijkomende preciseringen van zijn bezwaar heeft aangebracht; Overwegende dat de gegevens van de zaak zich als volgt voordoen : 1. DE ONTVANKELIJKHEID 1.1. DE VERZOEKER. 1.1.a. Hoedanigheid. Verzoeker is kandidaat voor de lijst het Belang van Ronse/ N-VA bij de aangevochten gemeenteraadsverkiezing. Aldus beschikt hij over de door artikel 85 ter van de gemeentekieswet vereiste hoedanigheid. 1.1.b. Belang. Wie tegen de gemeenteraadsverkiezingen bezwaar indient, moet daarvoor niet alleen de door de wet vereiste hoedanigheid van kandidaat hebben maar moet ook laten blijken van een voldoende belang. Dat belang wordt maar geacht te bestaan indien de bezwaarindiener op zijn minst tot tweede opvolger werd verkozen, tenzij in zoverre hij

2 2/5 onregelmatigheden aanvoert die tot gevolg kunnen hebben gehad dat hij precies niet minstens tot tweede opvolger werd verkozen (R.v.St. Verk. Knesselare, nr , 14 februari 1995; R.v.St. Verk. Galmaarden, nr , 7 maart 1995; R.v.St Verk. Herselt, nr , 12 maart 2001; R.v.St. Verk. Leuven, nr , 12 maart 2001). In casu werd de heer Hysselinckx verkozen tot eerste opvolger van de voormelde lijst. Derhalve beschikt hij over voldoende belang DE VERZOEKSCHRIFTEN. Het proces-verbaal van het hoofdbureau werd afgesloten op 8 oktober De verzoekschriften werden aangetekend verzonden op 9 oktober 2006, dus binnen de door artikel 85 ter 1, 2 de lid van de gemeentekieswet bepaalde termijn. De verzoekschriften vermelden de naam en de woonplaats van de verzoeker. De verzoekschriften werden behoorlijk ondertekend HET VOORWERP. In het eerste bezwaarschrift met kenmerk Ronse/bezwaar 1 dient verzoeker klacht in tegen de voorzitter en de leden van het hoofdbureau maar formuleert geen precies verzoek. De klacht kan begrepen worden als een bezwaar tegen de geldigheid van de gemeenteraadsverkiezingen. In het tweede bezwaarschrift met kenmerk Ronse/bezwaar 2 dient verzoeker klacht in tegen de gemeenteraadsverkiezingen en vraagt de controle van de volmachtformulieren. Uit het verzoekschrift kan men afleiden dat betrokkene de ongeldigverklaring van de verkiezing vraagt. Beide verzoekschriften zijn ontvankelijk DE MEMORIE. De heer André Deruyver, kandidaat van VLD (eerste opvolger), liet ter zitting van 30 oktober 2006 een memorie afgeven door de heer Joost Hysselinckx. De heer Deruyver heeft de vereiste hoedanigheid en het vereiste belang om een memorie in te dienen in zoverre deze geen nieuwe middelen bevat. De heer Deruyver was zelf niet aanwezig op de hoorzitting en heeft bijgevolg geen enkele toelichting bij zijn memorie gegeven. Vooreerst voegt de heer Deruyver een aantal zaken toe aan de klacht van de heer Joost Hysselinckx en vraagt om de aanstippingslijst van stembureau 23 te mogen controleren op de aanwezigheid van aanstipping van een niet nader genoemd persoon. Dit wordt verder samen behandeld met de middelen vermeld in de twee verzoekschriften. Vervolgens merkt de heer Deruyver op dat niet alle stembrieven werden afgestempeld. Dit was, aldus de heer Deruyver, het geval in de stembureaus 13, 14 en 23.

3 3/5 Aangezien het tweede punt geen toevoeging is aan het oorspronkelijk bezwaar, maar een nieuw middel, moet dit worden afgewezen als onontvankelijk (art. 85 ter 3 lid 1 Gemeentekieswet). 2. DE GROND DE MIDDELEN VAN DE TWEE VERZOEKSCHRIFTEN In zijn eerste bezwaarschrift voert verzoeker aan dat een getuige, Daisy Guelluy, geen opmerking in het proces-verbaal van het hoofdstembureau heeft mogen noteren. De opmerking luidde als volgt: "Bij vele inwoners van de stad Ronse werden kiesbrieven geronseld. Ik eis een controle uit te voeren op de volmachten uitgeoefend door de kandidaten voorkomend op de lijsten CD&V, VLAAMS BELANG en SP.A/GROEN. Er bestaan ernstige vermoeden en er zijn aanwijzingen dat de doktersattesten horend bij deze volmachten door dezelfde geneesheren, één per respectievelijke partij, werden uitgeschreven.het zou volgens mij eveneens aangewezen zijn de handtekeningen van de betreffende volmachtgevers te controleren op authenticiteit." Verzoeker voert in zijn tweede bezwaarschrift het volgende aan: "Ronselen van kiesbrieven door CD&V, Vlaams Belang, sp.a/ groen vooral in rusthuizen en en bij oudere personen. De doktersattesten gehecht bij de volmachten, uitgeoefend door de kandidaten van de respectievelijke partijen, worden uitgeschreven door dezelfde geneesheer, gelinkt aan een van de partijen. Handtekeningen van de volmachtgevers op de volmachten zijn gezien de twee bovenstaande redenen niet authentiek, en dien dus te worden gecontroleerd." 2.2. BESPREKING VAN DE TWEE BEZWAREN Niet kunnen formuleren van opmerking Uit de voorgelegde processen-verbaal blijkt dat die zonder opmerkingen werden ondertekend door het voltallige bureau evenals door getuige Guelluy. Een zonder opmerkingen door de voorzitter, de bijzitters, de secretaris en de getuigen ondertekend proces-verbaal van een stemopnemingsbureau is een officieel document dat, wanneer geen gegeven wordt aangevoerd dat een onregelmatigheid doet vermoeden, voor regelmatig wordt gehouden (Raad van State, Verk. Sambreville, nr van 20 februari 1995 en Raad van State, Verk. Gerpinnes, nr van 7 maart 2001). Het middel is ongegrond.

4 4/ Ronselen van volmachten. Het bezwaar komt er op neer dat ingevolge misbruik van volmachten door drie welbepaalde lijsten ten onrechte één of meer zetels zouden zijn onthouden aan de lijst van het Belang van Ronse/ NV-A. Om na te gaan of misbruik van volmachten te Ronse heeft kunnen leiden tot een zetelverschuiving is het vooreerst van belang te weten hoeveel stemmen er te Ronse werden uitgebracht bij volmacht. De processen-verbaal van de stembureaus werden door de Raad onderzocht. 14 processen-verbaal bevatten een opgave van het aantal stemmen bij volmacht. Voor de overige 10 stembureaus werd aan de vrederechter van het kanton Ronse, aan wie de voorzitters van de stembureaus de volmachten in een afzonderlijke enveloppe dienden toe te sturen, gevraagd een opgave te verstrekken van de aantallen stemmingen bij volmacht. Op basis van de processen-verbaal en het antwoord van de vrederechter kan geconcludeerd worden dat in Ronse 691 stemmen bij volmacht werden uitgebracht. Het aantal varieerde per stembureau van 15 tot 51. Op een totaal van van het totaal aantal stembiljetten komt dit neer op 4,15%. Om na te gaan of het gebruik van onregelmatige volmachten de zetelverdeling tussen de partijen heeft kunnen wijzigen, moet worden uitgemaakt hoeveel stemmen minimaal moeten verschuiven van de lijsten in wiens voordeel de onregelmatigheden werden gepleegd naar de lijst van verzoeker (R.v.St. Verk. Herne, 6 april 1977, nr ). De lijst van de verzoeker zou dus een zetel hebben behaald mochten 569 bijkomende kiezers, voor de lijst van de verzoeker hebben gestemd. Er dient opgemerkt dat de lijst van de verzoeker volgens het proces-verbaal van de verkiezing nauwelijks 2% van de stemmen bekwam. Het komt dan ook volstrekt onaannemelijk voor dat 82% van de volmachtgevers ingeval zij persoonlijk hadden gestemd, dit voor het Belang van Ronse/NV-A zouden gedaan hebben. De gedachtengang impliceert dat 61,5% (bijna 2/3) van de personen die normaal voor de genoemde lijst zouden gestemd hebben, een volmacht zouden hebben gegeven aan een derde, terwijl dit voor de gehele populatie van Ronse bij slechts 4,15% van de kiezers het geval is. Er dient dus geconcludeerd dat het beweerde misbruik van volmachten, zo dit reëel zou zijn, enkel louter mathematisch een zetelverlies voor de lijst van de verzoeker met zich heeft kunnen meebrengen, maar dat deze hypothese, dermate onrealistisch en onaanneembaar is dat zij in redelijkheid geen verder onderzoek verdient (R.v.St. Verk. Nieuwerkerken, 15 maart 1983, nr ).

5 5/5 Ook louter mathematisch is geen zetelverlies voor het Belang van Ronse/ NV-A mogelijk ingevolge misbruik van volmachten. Immers de bezwaarindiener heeft het letterlijk over 'volmachten uitgeoefend door de kandidaten van de respectievelijke partijen'. Een persoon kan volgens de actuele regelgeving slechts één stem bij volmacht uitbrengen (artikel 42bis 2 Gemeentekieswet). De drie lijsten die misbruik zouden gemaakt hebben van volmachten hadden in totaal 77 kandidaten voorgedragen, zodat het hypothetische misbruik hoedanook niet meer stemmen dan 77 kon betreffen, mathematisch onvoldoende voor een zetelverschuiving. Er dient te worden opgemerkt dat de beweringen die worden geformuleerd in de verzoekschriften en in de memorie betrekking hebben op strafrechtelijke inbreuken en dat het niet tot de bevoegdheid van de Raad behoort om die inbreuken op strafrechtelijk vlak te onderzoeken. Het middel is ongegrond. Besluit: Artikel 1: Artikel 2: Het eerste verzoek met kenmerk Ronse/bezwaar1 is ontvankelijk maar ongegrond. Het tweede verzoek met kenmerk Ronse/bezwaar2 is ontvankelijk. maar ongegrond. Aldus uitgesproken in openbare zitting van heden door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen van Oost-Vlaanderen, samengesteld als volgt: de heer Jean Dujardin, voorzitter, mevrouw Véronique Pertry en mevrouw Myriam Van Varenbergh, leden. Gent, 30 oktober 2006 (get.)jean Dujardin (get.)véronique Pertry (get.)myriam Van Varenbergh