ECLI:NL:CBB:2002:AF0508

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:CBB:2002:AF0508"

Transcriptie

1 ECLI:NL:CBB:2002:AF0508 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven Zaaknummer AWB 01/841, 01/847 t/m 853, 01/955, 01/956 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste aanleg - meervoudig Eerste en enige aanleg Proceskostenveroordeling - Wetsverwijzingen Elektriciteitswet , geldigheid: Vindplaatsen Rechtspraak.nl AB 2003, 80 Uitspraak College van Beroep voor het bedrijfsleven No. AWB 01/841, 01/847 t/m 853, 01/955, 01/ november Elektriciteitswet 1998 Uitspraak in de zaak van: 1. Netbeheerder Centraal Overijssel B.V., gevestigd te Almelo, gemachtigde: B. ten Lande, directeur van appellante sub 1, (AWB 01/841), 2. ONS Netbeheer B.V., gevestigd te Schiedam, gemachtigde: mr. V.T.T. Andriessen, advocaat te Rotterdam, (AWB 01/847) 3. Elektriciteitsnetbeheer Utrecht B.V., gevestigd te Utrecht, gemachtigden: mr. D.N. Broerse en mr. A.G.J. Wassenaer van Catwijck, beiden advocaat te Amsterdam, en F. Goudswaard en P. Nillisen, werkzaam bij appellante sub 3, (AWB 01/848) 4. ENET Eindhoven B.V., gevestigd te Eindhoven, gemachtigden: mr. J.A.M. Bos en mr. I. Brinkman, beiden advocaat te Rotterdam, (AWB 01/849) 5. ENECO NetBeheer B.V., gevestigd te Rotterdam, ENECO Edelnet Delfland B.V., gevestigd te Delft, ENECO Netbeheer Midden Holland B.V., gevestigd te Rotterdam

2 B.V. Netbeheer Zuid-Kennemerland, gevestigd te Heemstede, gemachtigden: mr. M.W.F. Oosterhuis en mr. J.H.A.M. Scheiffers, beiden advocaat te Rotterdam, (AWB 01/850) 6. N.V. RENDO Holding en RENDO Netbeheer B.V., beide gevestigd te Hoogeveen, gemachtigde: mr. M. de Rijke, advocaat te Den Haag, (AWB 01/851) 7. DELTA Netwerkbedrijf B.V., gevestigd te Middelburg, gemachtigde: mr. M. de Rijke, advocaat te Den Haag, en K. Koster, werkzaam bij appellante sub 7, (AWB 01/852) en 8. N.V. NuonNet i.o., gevestigd te Amsterdam, EWR Netbeheer B.V., gevestigd te Katwijk aan Zee, N.V. Continuon Netbeheer B.V., gevestigd te Arnhem, Noord West Net N.V., gevestigd te Haarlem, gemachtigden: mr. P. Glazener en mr. drs. J.E. Janssen, advocaten te Amsterdam, (AWB 01/853, 01/955 en 01/956) alle hierna gezamenlijk te noemen: appellanten, tegen de Directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie (tot 1 augustus 2000: de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet), te Den Haag, verweerder, gemachtigde: mr. A.Th. Meijer, advocaat te Den Haag. Aan dit geding nemen tevens als partij deel: 1. Westland Energie Infrastructuur B.V., gevestigd te Poeldijk, gemachtigde: mr. R. van 't Hoft, advocaat te Den Haag, (AWB 01/955) 2. Netbeheer Nutsbedrijven Weert N.V., gevestigd te Weert, gemachtigde: mr. M.W.F. Oosterhuis, advocaat te Rotterdam, (AWB 01/956) en 3. Essent Netwerk Noord N.V., gevestigd te Groningen, Essent Netwerk Limburg B.V., gevestigd te Roermond, Essent Netwerk Brabant B.V., gevestigd te Den Bosch, Essent Netwerk Friesland NW-ZO N.V., gevestigd te Leeuwarden, Infra Mosane N.V., gevestigd te Maastricht. gemachtigde: mr. W. Knibbeler, advocaat te Amsterdam. 1. De procedure Op 31 oktober 2001 (appellanten sub 1, 2, 4 en 5), op 1 november 2001 (appellanten sub 3 en 7) en op 2 november 2001 (appellante sub 6) heeft het College beroepschriften ontvangen, waarbij beroep wordt ingesteld tegen besluiten van verweerder van 21 september Bij deze besluiten heeft verweerder beslist op de door deze appellanten ingediende bezwaarschriften, gericht tegen besluiten van 22 september 2000, waarbij hij op de voet van artikel 41 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: Ewet 1998) voor iedere appellante afzonderlijk een korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering door netbeheerders (hierna: x-factor) heeft vastgesteld voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 2003.

3 Het College heeft op 1 november 2001 van appellante sub 8 in zaaknr. AWB 01/853 een beroepschrift ontvangen, waarbij beroep wordt ingesteld tegen besluiten van verweerder van 21 september 2001 én tegen een nog te nemen besluit ten name van Westland Energie Infrastructuur B.V. Bij genoemde besluiten van 21 september 2001 heeft verweerder, voor zover hier van belang, mede beslist op de door appellante sub 8 gemaakte bezwaren, gericht tegen besluiten van 22 september 2000, waarbij hij ingevolge artikel 41 van de Ewet 1998 een afzonderlijke x-factor heeft vastgesteld voor appellanten sub 1 t/m 8. Op 6 december 2001 heeft het College voorts van appellante sub 8 vier beroepschriften ontvangen, waarbij beroep wordt ingesteld tegen twee besluiten van 25 oktober 2001 en twee besluiten van 6 november Het beroep is ingesteld voorzover nodig om aan de beroepsgronden van appellante sub 8 tegen het aan haar gerichte besluit tegemoet te komen. Bij de besluiten van 25 oktober 2001 heeft verweerder, voor zover hier van belang, mede beslist op de door appellante sub 8 ingediende bezwaarschriften, gericht tegen de aan B.V. Transportnet Zuid-Holland (zaaknr. AWB 01/953) en TenneT B.V. (zaaknr. AWB 01/954), gerichte besluiten van 22 september 2000, waarbij verweerder voor deze bedrijven een afzonderlijke x-factor heeft vastgesteld. Bij de besluiten van 6 november 2001 heeft verweerder, voor zover hier van belang, beslist op de door appellante sub 8 ingediende bezwaarschriften, gericht tegen de aan Westland Energie Infrastructuur B.V. (zaaknr. 01/955) en Netbeheer Nutsbedrijven Weert N.V. (zaaknr. 01/956) gerichte besluiten van 22 september 2000 van verweerder, waarbij hij ook voor deze bedrijven een afzonderlijke x-factor heeft vastgesteld. De zaken zijn ter behandeling gevoegd. Op 21 juni 2002 heeft het College in alle zaken een verweerschrift van verweerder ontvangen. Bij brief van 4 september 2002 hebben de derden-partijen sub 3 het College verzocht hen als partij tot het geding toe te laten, omdat zij bij de uitkomst daarvan belang zouden hebben, nu op 23 augustus 2002 ook ten aanzien van hen een beslissing op bezwaar genomen was, waartegen zij nog beroep wilden instellen. Bij brief van 9 september 2002 heeft het College dit verzoek ingewilligd. Bij brief van 9 september 2002 heeft het College partijen meegedeeld dat het onderzoek ter zitting op 2 oktober 2002 zich zal beperken tot de vraag of (het huidige) artikel 41, eerste lid, van de Ewet 1998 toestaat dat het tarief wordt berekend met toepassing van een kortingsfactor ter bevordering van een doelmatige bedrijfsvoering, waarvan de omvang voor iedere netbeheerder afzonderlijk wordt vastgesteld. Bij afzonderlijke beschikkingen van 9 en 20 september 2002 heeft het College in alle zaken beslist op de verzoeken van verweerder om toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) ten aanzien van meerdere producties. Alle appellanten hebben het College toestemming verleend om mede op grond van de stukken, waarvan de beperking van kennisneming gerechtvaardigd is, uitspraak te doen. Bij brief van 1 oktober 2002 hebben appellanten sub 8 de beroepen tegen de besluiten tot vaststelling van de x-factoren ten name van B.V. Transportnet Zuid-Holland (zaaknr. AWB 01/953) en TenneT B.V. (zaaknr. AWB 01/954) ingetrokken. Bij brief van 1 oktober 2002 heeft B.V. Transportnet Zuid-Holland het College verzocht om haar als derde-belanghebbende tot de procedure toe te laten. Op 1 oktober 2002 heeft het College een beroepschrift ontvangen van de derde-partij sub 1, waarbij beroep wordt ingesteld tegen het haar betreffende besluit van 23 augustus 2002, strekkende tot wijziging van een besluit van 6 november 2001, waarbij verweerder voor deze netbeheerder een x- factor heeft vastgesteld. Op 2 oktober 2002 heeft in alle zaken het onderzoek ter zitting plaatsgevonden. Partijen hebben hierbij hun standpunten toegelicht bij monde van hun gemachtigden. Appellante sub 1 is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen. 2. De grondslag van het geschil 2.1 De regelgeving

4 Artikel 41 van de Ewet 1998 luidt als volgt. " Artikel De directeur van de dienst stelt de tarieven, die kunnen verschillen voor de verschillende netbeheerders, vast met inachtneming van het belang dat door middel van marktwerking ten behoeve van afnemers een doelmatige bedrijfsvoering en kostenverlaging worden bevorderd, en met toepassing van de formule pt = (1+ (cpi-xt) / (100) ) pt-1, waarbij: pt = de tarieven die zullen gelden in periode t; pt-1 = de tarieven die golden in de periode voorafgaand aan periode t; cpi = de relatieve wijziging van de consumentenprijsindex (alle huishoudens), berekend uit het quotiënt van deze prijsindex, gepubliceerd in de vierde maand voorafgaande aan periode t, en van deze prijsindex, gepubliceerd in de zestiende maand voorafgaande aan periode t, zoals deze maandelijks wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek; xt = de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering door netbeheerders. 2. De directeur van de dienst stelt de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering vast voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar. 3. De directeur van de dienst voert overleg met de gezamenlijke netbeheerders en met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt over de vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering en geeft in het besluit tot vaststelling van die korting aan welke gevolgtrekkingen hij heeft verbonden aan de uitkomsten van dat overleg. 4. Indien een voorstel niet binnen de termijn, bedoeld in artikel 40, aan de directeur van de dienst is gezonden, stelt deze de tarieven voor de desbetreffende netbeheerder uit eigen beweging vast met inachtneming van het eerste lid." Aan de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II, , 26303, nr. 3, p. 6) van de Wijzigingswet Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van het stellen van nadere regels ten aanzien van het netbeheer en de levering van elektriciteit aan beschermde afnemers (hierna: de Wijzigingswet), waarbij de hierboven aangehaalde tekst van artikel 41 werd geïntroduceerd, wordt het navolgende ontleend: " ( ) Het tariefmutatiesysteem dat voor de vaststelling van de tarieven van 2001 en later zal worden gebruikt, houdt het volgende in. Als uitgangspunt geldt dat de tarieven jaarlijks worden vastgesteld gebaseerd op de tarieven van het daaraan voorafgaande jaar die worden vermenigvuldigd met een factor, afgeleid uit de consumentenprijsindex (alle huishoudens) gecorrigeerd met een factor voor een zogenaamde efficiencykorting. Voor deze prijsindex is gekozen, omdat dit een goed hanteerbare index is, mede vanwege de brede bekendheid ervan als inflatie-indicator. De efficiencykorting voor de netwerktarieven zal op grond van een aantal, vooraf bekende indicatoren worden vastgesteld door de directeur van de dienst. ( ) Daarna zal in beginsel sprake zijn van één landelijk geldende efficiencykorting, zij het dat er verschillen mogelijk zijn in de korting voor de landelijk netbeheerder en voor de overige netbeheerders. ( )." Voorts wordt aan de Memorie van Antwoord van de Wijzigingswet (Kamerstukken I, ,

5 26303, nr. 225c, p. 35) het navolgende ontleend: " ( ) Verschillen in de kosten waar de leden van de CDA-fractie op doelen die bij de aanvang van het systeem bestaan en die te maken hebben met besluiten die in het verleden zijn genomen, zullen gedurende de eerste periode van tariefvaststelling moeten worden weggewerkt. In deze overgangsperiode is dus sprake van een verschil in taakstelling tussen verschillende netbeheerders. Daarna zal in beginsel sprake zijn van één landelijk geldende efficiencykorting, zij het dat er verschillen mogelijk zijn in de korting voor de landelijk netbeheerder en voor de overige netbeheerders. Bij het bepalen van de hoogte van deze korting zullen de efficiencymogelijkheden van de meest efficiënte bedrijven als uitgangspunt worden genomen en als taakstelling gelden voor alle bedrijven. Er is na een zekere overgangsperiode dus geen ruimte om met individuele factoren rekening te houden, anders dan factoren die resulteren uit de genoemde objectieve verschillen die buiten de invloedssfeer van de netbeheerder liggen. ( ) Juist het uniforme karakter, alsmede het feit dat de korting gedurende een aantal jaren constant is, zijn van essentieel belang voor een goede werking van dit systeem en voor een eenvoudige opzet. Indien er voor ieder bedrijf een aparte, op de mogelijkheden van dat bedrijf toegespitste korting zou worden vastgesteld, zou diepgaand moeten worden gekeken naar de kostenstructuur en de individuele mogelijkheden tot kostenbesparing van dat bedrijf. Dan zou inderdaad een kleine toezichthouder die zich op hoofdlijnen richt geen haalbare benadering zijn en zou de toezichthouder naar mijn mening te veel op de stoel van de netbeheerder gaan zitten. Met de leden van de CDAfractie ben ik het eens dat ertegen gewaakt moet worden dat de efficiencykorting een vergaarbak wordt die leidt tot een ondoorzichtige tariefstelling. ( )." Artikel 41, tweede lid, van de Ewet 1998 zoals dat bij aanname van het wetsvoorstel Wijziging van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector in verband met de financiering van de tegemoetkoming aan de elektriciteitsproductiesector uit de algemene middelen en van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet omwille van de correctie van enkele tariefbepalingen (Kamerstukken II, , 28174) zou worden ingevoerd, luidt: " 2. De directeur van de dienst stelt de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering telkens vast voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar. Voor iedere netbeheerder kan een afzonderlijke korting worden vastgesteld." Aan de Tweede Nota van Wijziging (Kamerstukken II, , 28174, nr. 8, p. 4 en 5) van bovengenoemd wetsvoorstel tot wijziging van - onder meer - de Ewet 1998 wordt het volgende ontleend: " ( ) Deze nota van wijziging repareert enkele artikelen in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet met betrekking tot de vaststelling van de transporttarieven. Bij uitspraak van 6 februari 2002 (no. AWB 01/623, nog niet gepubliceerd) heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) in een beroep dat door N.V. Rendo was ingesteld, geoordeeld dat het door de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie (DTe) genomen besluit over de efficiencykorting niet in overeenstemming is met artikel 58 van de Elektriciteitswet De uitspraak leidt ertoe dat alle besluiten met betrekking tot leveringstarieven die DTe in 2001 en begin 2002 nam, op losse schroeven staan en opnieuw vastgesteld moeten worden. Daarbij moet DTe in het bijzonder de in de wet neergelegde methode voor bepaling van de efficiencykorting en de tarieven, zowel voor levering als

6 transport van elektriciteit nauwkeurig volgen. Ik kan het oordeel van het CBB onderschrijven. Tegelijkertijd heb ik begrip voor het feit dat DTe om praktische redenen koos voor een tariefreguleringmethode die gebruik maakt van gedifferentieerde efficiencykortingen en tarieven. Zodoende stel ik voor de uitgangspunten van de methode van tariefregulering ongewijzigd te laten, maar enkele reparaties uit te voeren. De bedoeling van de regulering, die indertijd in de toelichting bij het wetsvoorstel en de discussie met de Tweede en Eerste Kamer tot uitdrukking is gebracht moet pregnanter worden verwoord in de bepalingen van de wet. In het bijzonder leidt dat ertoe dat de wet in overeenstemming met de toelichting, moet aangeven: dat per netbeheerder verschillende efficiencykortingen kunnen worden vastgesteld, dat het mogelijk moet zijn de tarieven te corrigeren, rekening houdend met onder meer, rechterlijke uitspraken of de ontwikkeling van kosten die niet door de desbetreffende netbeheerder beïnvloed kunnen worden, en dat het uitdrukkelijk de bedoeling is dat producenten of verbruikers die elektriciteit invoeden, respectievelijk afnemen van een laag spanningsniveau, de daarmee uitgespaarde kosten verdisconteerd zien in hun nettarieven. ( ) Onderdeel B brengt drie correcties aan in artikel 41. In de eerste plaats wordt het tweede lid aangepast aan de bedoeling van de wetgever inzake het vaststellen van de korting ter bevordering van een doelmatige bedrijfsvoering (de «x-factor»). Uit de wetgevingsgeschiedenis blijkt dat een per netbeheerder verschillende x-factor gehanteerd zou moeten kunnen worden, namelijk een generieke korting, gecorrigeerd met een factor die bepaald wordt door rekening te houden met door de netbeheerder niet-beïnvloedbare omstandigheden als bodemgesteldheid, aansluitdichtheid, netconfiguratie en kosten van inkoop van netdiensten van, bijvoorbeeld TenneT. In de huidige tekst komt dat correctiemechanisme niet tot uitdrukking, wat met dit voorstel wordt gerepareerd. ( )." 2.2 Op grond van de stukken en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het College komen vast te staan. - Bij besluiten van 22 september 2000 heeft verweerder voor alle netbeheerders afzonderlijke x- factoren vastgesteld voor de periode van 1 januari 2001 tot en met Tegen het hen betreffende besluit hebben appellanten bezwaar gemaakt. Appellanten sub 8 hebben tegen alle besluiten bezwaar gemaakt. - Bij brief van 24 januari 2001 met als onderwerp "Besluiten tot wijziging X factoren en de gevolgen voor de nettarieven van 2002" heeft verweerder aan alle netbeheerders meegedeeld dat, nadat bij besluit van 22 september 2000 de doelmatigheidskorting is vastgesteld, enkele netbeheerders hebben aangetoond dat er bij de berekening van de voor hen geldende doelmatigheidskorting onjuiste gegevens over hun gereguleerde omzetten zijn gebruikt. Voorts heeft verweerder partijen meegedeeld dat hij het voor deze netbeheerders noodzakelijk heeft geoordeeld de eerder vastgestelde doelmatigheidskortingen ambtshalve te wijzigen. - Op 27 maart 2001 heeft een gezamenlijke hoorzitting plaatsgehad. Nadien hebben in april 2001 per netbeheerder individuele hoorzittingen plaatsgehad. - Bij brief van 25 juli 2001 met als onderwerp "standaardisering kosten" heeft verweerder de netbeheerders verzocht een door een accountant gecontroleerde opgave te doen van de data en kosten van investeringen in de netwerkactiva. - Bij besluiten van 21 september 2001 heeft verweerder op de bezwaren van appellanten beslist. - Bij brief van 12 februari 2002 met als onderwerp "Project Correctie besluiten" heeft verweerder partijen meegedeeld dat hij dit project uitvoert, omdat hij heeft geconstateerd dat een aantal zaken in de reeds vastgestelde besluiten correctie behoeven. Voorts heeft verweerder meegedeeld dat de kern van de correcties ligt in het wijzigen van de besluiten op bezwaar tegen de x-factoren. - Bij besluiten van 23 augustus 2002 heeft verweerder de besluiten van 21 september 2001 en 6 november 2001 ambtshalve gewijzigd en opnieuw voor alle netbeheerders afzonderlijke x-factoren

7 vastgesteld. Ten aanzien van de derden-partijen sub 3 is voor het eerst een beslissing op bezwaar genomen. - Op 4 oktober 2002 heeft appellante sub 4 bij verweerder bezwaar gemaakt tegen het haar betreffende besluit van 23 augustus Verweerder heeft het bezwaarschrift naar het College doorgezonden. 3. De bestreden besluiten, de standpunten van partijen 3.1 Inleiding Bij de bestreden besluiten is beslist op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de Ewet Laatstvermelde besluiten hebben betrekking op de wijze van berekening van de tarieven, die de netbeheerders bij de afnemers van elektriciteit in rekening mogen brengen. Artikel 41 van de Ewet 1998 geeft de formule, waarmee die tarieven berekend worden. Het systeem komt er - kort gezegd - op neer, dat wordt uitgegaan van bepaalde, voor het jaar 2000 vastgestelde starttarieven, die per tijdseenheid worden aangepast aan de consumentenprijsindex. Op het aldus berekende bedrag wordt echter een korting toegepast ter bevordering van een doelmatige bedrijfsvoering door netbeheerders. Die korting wordt vastgesteld voor een periode van tenminste drie en ten hoogste vijf jaar. Bij de bestreden besluiten is beslist op bezwaren tegen de hoogte van die korting, de x-factor. In de Ewet 1998 is aan verweerder ook opgedragen de tarieven vast te stellen, die ten hoogste berekend mogen worden voor de levering van elektriciteit aan beschermde afnemers. Bij de berekening van dit tarief moet verweerder ingevolge artikel 58 gebruik maken van dezelfde formule als ingevolge artikel 41, tweede lid, voor de netbeheerders is aangewezen. Met betrekking tot de tarieven, waarop artikel 58 betrekking heeft, heeft het College in zijn uitspraak van 6 februari 2002, AWB 01/623, geoordeeld, dat het moet gaan om een voor alle betrokkenen gelijke x-factor. Indien bij de toepassing van artikel 41 eveneens zou moeten worden uitgegaan van een voor alle betrokkenen gelijke x-factor, komen alle bestreden besluiten reeds op die grond voor vernietiging in aanmerking. Daarin heeft het College aanleiding gevonden partijen te berichten, dat de behandeling van het geschil ter zitting van 2 oktober 2002 zich uitsluitend zou concentreren op de vraag of per netbeheerder een afzonderlijke x-factor mag worden vastgesteld. Bij bevestigende beantwoording zouden daarna per appellante aparte vervolgzittingen plaatsvinden om de juistheid van de voor haar berekende korting nader te bespreken. In hun van voor de hierbovengenoemde uitspraak daterende beroepschriften hebben appellanten, met uitzondering van appellanten sub 5, zich over die vraag niet uitgelaten. Genoemde appellanten hebben in het beroepschrift aangevoerd, dat artikel 41 slechts een generieke korting mogelijk maakt. Verweerder is er in zijn op 21 juni 2002 ingediende verweerschrift van uitgegaan dat ten tijde van de behandeling van het beroep de in rubriek 2.2 aangehaalde wijziging van artikel 41 in werking getreden zou zijn, die uitdrukkelijk de mogelijkheid zou bieden voor iedere netbeheerder een afzonderlijke x- factor vast te stellen. Ten tijde van de zitting was in de Tweede Kamer over het bedoelde wetsontwerp echter nog geen besluitvorming tot stand gekomen. Ter zitting hebben partijen hun standpunten uiteengezet. Een enkele partij heeft kort voor de zitting zijn standpunt op schrift gesteld. 3.2 Het standpunt van verweerder Verweerder heeft allereerst doen aanvoeren, dat uit de voorgestelde wijziging van artikel 41 van de Ewet 1998 niet mag worden afgeleid, dat de nu geldende tekst geen grondslag zou bieden voor een

8 per netbeheerder gedifferentieerde x-factor. Het is slechts de opzet om de tekst van artikel 41 te verduidelijken, niet om de strekking van het artikel te wijzigen. De reden, dat niet ook de formulering van artikel 58 wordt gewijzigd, is dat laatstgenoemd artikel betrekking heeft op prijzen, die slechts tijdelijk zullen gelden. Als uiterlijk per 1 januari 2004 de tarieven voor alle afnemers zijn vrijgegeven, heeft artikel 58 zijn belang verloren. De tariefregulering van artikel 41 geldt echter voor onbepaalde tijd. Op het gebied van netbeheer bestaat geen concurrentie. De vestigingsplaats van de afnemer is bepalend voor de vraag met welke netbeheerder hij te maken heeft. Waar tussen de netbeheerders grote verschillen in efficiency bestaan, die met algemene kortingen niet noemenswaard kunnen worden weggewerkt, is juist op dit gebied toepassing van een gedifferentieerde korting geboden. Verweerder stelt zich op het standpunt, dat uit de wetsgeschiedenis eenduidig valt af te leiden, dat de wetgever ook met de huidige tekst van artikel 41 een gedifferentieerd systeem voor ogen had. Hij voert daartoe aan, dat op diverse punten in de wetsgeschiedenis bevestigd is, dat voor TenneT, de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet, een andere x-factor zal gelden dan voor de overige netbeheerders. Nu de wet overigens voor dat onderscheid geen grond biedt, moet het dus wel zo zijn dat de tekst van artikel 41 die differentiatie blijkbaar toestaat. Als eenmaal geaccepteerd wordt, dat artikel 41 die differentiatie toestaat, mag uit de wetsgeschiedenis ook worden afgeleid, dat de wetgever een verdergaande differentiatie in elk geval voor een overgangsperiode eveneens wenselijk geacht heeft. Het was immers uitdrukkelijk de bedoeling, dat niet objectief gerechtvaardigde verschillen in de tarieven in de jaren tot 2003 zouden worden opgeheven, waarna in beginsel sprake zou zijn van één landelijk geldende efficiencykorting. 3.3 Het standpunt van appellanten Voor appellante sub 1 is ter zitting niemand verschenen, zodat haar mogelijke opvatting over de hier aan de orde zijnde kwestie niet kan worden weergegeven Appellante sub 2 is van oordeel, dat artikel 41 van de Ewet 1998 dwingt tot de vaststelling van één generieke doelmatigheidskorting, geldend voor alle netbeheerders. Voor de aan dit standpunt ten grondslag liggende argumenten is kortheidshalve verwezen naar hetgeen van de zijde van appellanten sub 5 terzake is aangevoerd Appellante sub 3 neemt het standpunt in, dat artikel 41 van de Ewet 1998 de mogelijkheid biedt een per netbeheerder verschillende korting op te leggen. Het feit, dat "de korting" in het enkelvoud staat doet daaraan niet af. Gewezen is op enkele andere gevallen, waarin een in het enkelvoud gehanteerde term door de rechter geacht werd een meervoud te omvatten. Voorts is aangegeven dat anders de in het artikel neergelegde doelstelling van bevordering van een doelmatige bedrijfsvoering en kostenverlaging niet bereikt kan worden. Deze lezing wordt ook in overeenstemming geacht met de wetsgeschiedenis, waaruit blijkt dat gedurende een overgangsperiode per netbeheerder verschillende x-factoren gehanteerd moeten kunnen worden. Tenslotte blijkt ook uit het voorstel tot wijziging van artikel 41, tweede lid, dat het altijd de bedoeling geweest is een gedifferentieerde korting te kunnen opleggen. Daarbij wijst appellante sub 3 op de zeer onwenselijke consequenties van een andere lezing van artikel 41, met name de rechtsonzekerheid en de administratieve problemen die daaruit voort zouden vloeien Appellante sub 4 kan in de tekst van artikel 41 van de Ewet 1998 geen grond vinden om een per netbeheerder gedifferentieerde x-factor vast te stellen. Zij is van oordeel, dat de wetsgeschiedenis die zienswijze bevestigt. Daartoe haalt zij enkele citaten aan, waaruit blijkt dat er (uitsluitend) verschil zal kunnen bestaan tussen de factor voor de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet enerzijds en de netbeheerders anderzijds. In de visie van appellante sub 4 moeten factoren, die objectief aanleiding zijn tot verschillende tarieven in de (initiële) tarieven en niet in de x-factor verwerkt worden Appellanten sub 5 zijn van mening dat de door verweerder vastgestelde x-factor berust op een onjuiste interpretatie van de Ewet Het gaat om een generieke efficiëntieprikkel, die het rendement niet aantast en ruimte laat om door individuele inspanning extra efficiëntiewinsten te

9 realiseren. Verweerders interpretatie maakt een disproportionele inbreuk op de eigendomsrechten van de netbeheerders. Appellanten sub 5 achten hun lezing van artikel 41 ondersteund door het feit, dat in hetzelfde artikel niet alleen in meervoud wordt gesproken over de tarieven, maar dat daar nog eens extra aan toegevoegd wordt, dat deze kunnen verschillen voor de verschillende netbeheerders. A contrario kan uit die uitdrukkelijke vermelding worden afgeleid, dat de korting niet kan verschillen voor de verschillende netbeheerders. Als de korting wel zou kunnen verschillen zou het voorts voor de hand liggen, dat daarover met de betrokken netbeheerders individueel overlegd moet worden. Het derde lid van artikel 41 van de Ewet 1998 verplicht echter uitdrukkelijk tot overleg met de gezamenlijke netbeheerders. Zulk overleg past bij één generieke korting. Appellanten sub 5 wijzen op een aantal indicaties in de wetsgeschiedenis, dat het hier om een generieke korting gaat. Wat betreft de huns inziens onduidelijke passages over een overgangsperiode waarin oneigenlijke verschillen weggewerkt moeten worden, merken zij op dat een overgangsperiode als bedoeld niet in de tekst van artikel 41 is neergelegd. Ook als dat als een verzuim van de wetgever beschouwd moet worden, doet het niet af aan het feit, dat de tekst van artikel 41 van de Ewet 1998 eenduidig is Appellanten sub 6 hebben zich aan het oordeel van het College gerefereerd Hetzelfde geldt voor appellante sub Appellanten sub 8 achten individuele x-factoren in strijd met de wet. Het gaat om een uniforme doelmatigheidskorting. Als de wetgever iets anders gewild had, zou hij dat uitdrukkelijk hebben aangegeven. Het feit, dat over de x-factor van artikel 41 van de Ewet 1998 met de gezamenlijke netbeheerders moet worden overlegd, bevestigt dat het om een generieke korting gaat. Bij een korting, zoals nu door verweerder opgelegd, zijn de belangen per definitie tegengesteld, zodat gezamenlijk overleg dan niet aangewezen lijkt. Naar het oordeel van appellanten sub 8 blijkt uit de wetsgeschiedenis dat het om een ongedifferentieerde korting moet gaan. De efficiencykorting is een factor, waarmee de ontwikkelingen in de sector worden uitgedrukt. Slechts tussen de regionale netbeheerders enerzijds en de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet zou verschil kunnen bestaan. Verder kon echter uitsluitend bij de vaststelling van de starttarieven in beperkte mate met verschillen tussen de bedrijven rekening gehouden worden. Met de x-factor kan daar niet meer op teruggekomen worden. Voorts achten appellanten sub 8 het twijfelachtig of de voorgestelde wijziging van artikel 41 van de Ewet 1998 op korte termijn vastgesteld zal worden en in werking zal treden. Een andere uitkomst achten zij heel goed mogelijk. 3.4 Het standpunt van de derden-partijen De derden-partijen sub 1 en 2 hebben, hoewel ter zitting vertegenwoordigd, zich over de aan de orde zijnde vraag niet uitgelaten De derden-partijen sub 3 zijn van mening, dat uit de wetsgeschiedenis onmiskenbaar kan worden afgeleid, dat vaststelling van gedifferentieerde x-factoren zonder meer tot de mogelijkheden behoort. Voorzover daar twijfel over zou zijn, wordt deze weggenomen door de toelichting bij het wijzigingsvoorstel van artikel 41 van de Ewet 1998, waarin de wetgever zijn bedoelingen nog eens duidelijk uiteengezet heeft. 4. De beoordeling van het geschil 4.1 Het College stelt allereerst vast, dat ingevolge het bepaalde in de artikelen 6:18 en 6:19 van de Awb de beroepen geacht worden mede gericht te zijn tegen verweerders besluiten van 23 augustus 2002, waarbij verweerder de bestreden besluiten van 21 september 2001 en 6 november 2001 heeft gewijzigd en opnieuw voor de betrokken netbeheerders afzonderlijke x-factoren heeft vastgesteld.

10 Gelet hierop, kunnen appellanten niet geacht worden nog concreet belang te hebben bij beoordeling van de besluiten van 21 september 2001 en 6 november Daarom zal hun beroep, voorzover tegen deze besluiten gericht, wegens het vervallen van belang niet-ontvankelijk worden verklaard. 4.2 Nu appellanten sub 8 de beroepen betreffende de vaststelling van de x-factoren van B.V. Transportnet Zuid-Holland en TenneT B.V. hebben ingetrokken is de grondslag om laatstgenoemden in de gelegenheid te stellen als partij aan het geding deel te nemen, komen te vervallen. Beide laatstgenoemde netbeheerders hebben het College niettemin verzocht hen de status van partij in dit geding te laten behouden. Zij hebben daartoe aangevoerd, dat zij door een uitspraak van het College, waarbij zou worden vastgesteld, dat artikel 41 van de Ewet 1998 slechts de vaststelling van een generieke x-factor zou toelaten, nadeel zouden kunnen ondervinden. Het College is van oordeel, dat zulks hen niet tot belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb maakt. Daarvoor is bepalend of hun belang rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken is en niet of hun belang door een uitspraak daarover geraakt zou kunnen worden. Het College heeft de betrokken netbeheerders dan ook niet in de gelegenheid gesteld ter zitting van 2 oktober 2002 het woord te voeren. 4.3 Het College overweegt, dat in artikel 41 van de Ewet 1998 enerzijds gesproken wordt van tarieven, die kunnen verschillen voor de verschillende netbeheerders en anderzijds van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering door netbeheerders. Met een dergelijke opbouw van de tekst is een interpretatie, die ervan uit gaat, dat de korting eveneens kan verschillen voor de verschillende netbeheerders in beginsel niet te verenigen. Het College stelt vervolgens vast, dat bij lezing van de artikelen 40 en 41 van de Ewet 1998 een systeem naar voren komt, waarbij uitgaande van verschillende starttarieven de ontwikkeling van die tarieven in de tijd voor alle netbeheerders gelijk zal zijn, namelijk een verhoging met de consumentenprijsindex en een taakstellende verlaging in verband met de mogelijk geachte vergroting van de efficiency. Voor het in de tekst genoemde element van marktwerking is in die opvatting geen duidelijke plaats ingeruimd. Het College ziet echter niet in hoe dat bij toepassing van artikel 41 van de Ewet 1998 zou moeten geschieden. Met de toepassing van de formule waarin bovengenoemde verhoging en verlaging verwerkt zijn, wordt ten behoeve van afnemers een doelmatige bedrijfsvoering en kostenverlaging bevorderd. Bij uitzonderlijke investeringen kan van het aldus berekende bedrag worden afgeweken. Uitgaande van het feit, dat de regionale netbeheerders geen gelijke omstandigheden kennen - zoals de huidige staat van het net, aansluitingsdichtheid, bodemgesteldheid, etc - is een dergelijk systeem op zichzelf niet een systeem, waarvan op voorhand gezegd kan worden, dat dat niet de bedoeling van de wetgever geweest zou kunnen zijn. Nu de bewoordingen van de wet met inachtneming van de bovenaangebrachte beperking duidelijk zijn en bij toepassing ook niet tot onzinnige resultaten leiden, dient naar het oordeel van het College aan de aldus verstane betekenis van de wet te worden vastgehouden. Dat zou slechts anders kunnen zijn als uit de wetsgeschiedenis eenduidig zou moeten worden afgeleid, dat de wetgever op enig onderdeel een ander systeem voor ogen had dan bij eerste lezing uit de tekst naar voren lijkt te komen. Dan is onder omstandigheden een in zekere mate tekstcorrigerende interpretatie wellicht aangewezen, waarbij overigens aangetekend moet worden dat, als daardoor voor sommige betrokkenen een veel nadeliger systeem tot stand komt, grote terughoudendheid geboden is. In het hier te beslechten geschil vraagt verweerder het College om in een wetstekst, die daarvoor eigenlijk geen enkel aanknopingspunt biedt, te lezen dat de wetgever aan verweerder de bevoegdheid toekent om op basis van een beoordeling per individuele netbeheerder sturende beslissingen te nemen met betrekking tot de financiële resultaten van de bedrijfsvoering van die netbeheerder. De grond waarop het College daartoe zou moeten besluiten is niet meer dan een wetsgeschiedenis, waarin weliswaar aanknopingspunten te vinden zijn voor de gedachte, dat de wetgever beoogd heeft verweerder een dergelijke bevoegdheid toe te kennen, maar waarin evenzeer gelezen kan worden, dat de wetgever slechts een algemene kortingsbevoegdheid voor ogen stond en dat hij een

11 gedetailleerde, individuele beoordeling onwenselijk achtte. Dat acht het College een onvoldoende draagkrachtige basis om aan de wetstekst een andere betekenis te geven dan, zoals hierboven aangeduid, daarin los van die wetsgeschiedenis te lezen valt. Bij gebreke van een zodanige basis voor een tekstcorrigerende interpretatie kan het door sommige partijen naar voren gebrachte argument dat, nu reeds een aantal beslissingen op grond van de door het College voor onjuist gehouden lezing genomen is, het voor partijen en derden te belastend zou zijn om deze beslissingen terug te draaien, het College niet overtuigen. Het ligt op de weg van de wetgever om, zo hij dit wenst, op basis van een dergelijke zienswijze een oplossing te zoeken. Enkele partijen hebben het College verzocht, om als het tot de conclusie zou komen, dat artikel 41 Ewet 1998 slechts de vaststelling van een generieke x-factor zou toelaten, niettemin niet zonder meer tot vernietiging van de bestreden besluiten over te gaan, omdat daarmee een inbreuk gemaakt zou worden op het beginsel, dat een partij door het instellen van een rechtsmiddel niet in een slechtere positie mag belanden dan waarin hij zich voor het instellen daarvan bevond. Het College acht in dit verband van belang, dat verschillende partijen beroep hebben ingesteld en dat zeker niet gezegd kan worden, dat ieder van hen door het oordeel dat alleen een generieke x-factor vastgesteld kan worden, benadeeld zal worden. Voorts wijst het erop, dat verweerder na een vernietiging van de bestreden besluiten met inachtneming van de overwegingen van de uitspraak opnieuw op de bezwaarschriften zal moeten beslissen. Pas van dergelijke nieuwe besluiten zou eventueel gezegd kunnen worden dat zij met bovengenoemd beginsel in strijd komen. Verweerder zal dat zo nodig in zijn overwegingen dienen te betrekken. Gelet op het voorgaande zijn de beroepen gegrond en dienen de bestreden besluiten te worden vernietigd. 4.4 Dat geldt echter niet voor de besluiten, die uitsluitend door het daartegen gerichte beroep van appellanten sub 8 als derden-belanghebbenden, in de procedure betrokken zijn. Nu dit beroep was ingesteld met de uitdrukkelijke beperking dat het slechts gold voorzover nodig om aan de beroepsgronden van appellanten sub 8 in het geschil inzake het hen zelf betreffende besluit tegemoet te komen, moet geconstateerd worden, dat dit beroep daartoe niet kon dienen. Appellanten sub 8 hebben dan ook, gelet op de thans door het College gevolgde interpretatie van artikel 41 van de Ewet 1998, geen belang (meer) bij beoordeling van het aldus ingestelde beroep. In zoverre moet besloten worden tot een niet-ontvankelijkverklaring. 4.5 Het College acht termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling met toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. 5. De beslissing Het College: - verklaart de beroepen voorzover gericht tegen de besluiten tot vaststelling van de x-factoren voor Westland Energie Infrastructuur B.V. en Netbeheer Nutsbedrijven Weert N.V. niet-ontvankelijk; - verklaart de beroepen voorzover gericht tegen de besluiten van 21 september 2001 en 6 november 2001 niet-ontvankelijk; - verklaart de beroepen voorzover gericht tegen de besluiten van 23 augustus 2002 gegrond; - vernietigt laatstgenoemde besluiten ; - bepaalt dat verweerder opnieuw op de bezwaren beslist; - veroordeelt verweerder in de proceskosten van ieder der als zodanig genummerde appellanten afzonderlijk tot een bedrag van 644,--, onder aanwijzing van de Staat der Nederlanden als de rechtspersoon die deze kosten aan appellanten dient te vergoeden;

12 - bepaalt dat de Staat der Nederlanden aan ieder der appellanten afzonderlijk het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van 204,20 vergoedt. Aldus gewezen door mr. D. Roemers, mr. C.M. Wolters en mr. W.E. Doolaard in tegenwoordigheid van mr. L. van Duuren, als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 13 november w.g. D. Roemers w.g. L. van Duuren

Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT

Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101608/ 44, 101627/ 13, 101628/ 12 Besluit van de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie op de bezwaren van de Vereniging Nederlandse

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_9-5 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-08-2000 Datum publicatie 21-01-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie WW 98/559-DOP WW 98/916-DOP

Nadere informatie

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. van Netbeheerder Centraal Overijssel B.V.

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. van Netbeheerder Centraal Overijssel B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 00-085 Betreft: Besluit tot het vaststellen van de aansluittarieven en de transporttarieven voor het jaar 2001 van Netbeheerder Centraal Overijssel

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_5-12 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid

Nadere informatie

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader vertrouwelijk Ons kenmerk: 104412_1/39; 104412_2/28; 104413_1/40 Zaaknummer: 104412_1, 104412_2 en 104413_1 Datum: Wijziging van het besluit van de Autoriteit Consument en Markt op de bezwaren van TenneT

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 Instantie Datum uitspraak 09-04-2002 Datum publicatie 17-04-2002 Zaaknummer AWB 00/25 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477

ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477 ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477 Instantie Datum uitspraak 29-04-2011 Datum publicatie 04-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1393 WIA + 10-2553

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103078_4/20 Betreft zaak: Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 29 augustus 2008,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2017:3691

ECLI:NL:RBZWB:2017:3691 ECLI:NL:RBZWB:2017:3691 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 20-07-2017 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 16 _ 2238 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. van NuonNet i.o.

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. van NuonNet i.o. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100576/16 Betreft: Besluit tot het vaststellen van de aansluittarieven en de transporttarieven voor het jaar 2002 van NuonNet i.o. Besluit van de directeur

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 02-08-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-4212 WVG Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 09-03-2006 Datum publicatie 30-03-2006 Zaaknummer AWB 05/4258 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:84 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604839/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:2879

ECLI:NL:CRVB:2013:2879 ECLI:NL:CRVB:2013:2879 Instantie Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-211 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 Instantie Datum uitspraak 27-11-2014 Datum publicatie 13-01-2015 Zaaknummer 14 _ 2026 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2007 Datum publicatie 07-11-2007 Zaaknummer 200702345/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147 ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147 Instantie Datum uitspraak 02-03-1999 Datum publicatie 11-09-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 98/6295 ABW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-04-1999 Datum publicatie 10-11-2004 Zaaknummer VMEDED 99/366-Sl Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 04-06-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Zaaknummer AWB 13/675 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 Instantie Datum uitspraak 10-04-2002 Datum publicatie 03-07-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 00/5247 WW, 00/5248 WW

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2000:AA7321

ECLI:NL:RBMAA:2000:AA7321 ECLI:NL:RBMAA:2000:AA7321 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 31-08-2000 Datum publicatie 27-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 99/1169 en 99/1170 AW Z VOM

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:RVS:2016:3050 ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:4108

ECLI:NL:RBGEL:2017:4108 ECLI:NL:RBGEL:2017:4108 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 03-08-2017 Datum publicatie 03-08-2017 Zaaknummer AWB - 17 _ 1468 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 Instantie Datum uitspraak 05-10-2004 Datum publicatie 08-10-2004 Zaaknummer AWB 03/647 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder. LJN: BA9368, Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 06/4958 Datum uitspraak: 12-06-2007 Datum publicatie: 11-07-2007 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 1957 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 4345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2016:168. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/655

ECLI:NL:CBB:2016:168. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/655 ECLI:NL:CBB:2016:168 Instantie Datum uitspraak 06-06-2016 Datum publicatie 24-06-2016 Zaaknummer 15/655 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:2675

ECLI:NL:RBNNE:2017:2675 ECLI:NL:RBNNE:2017:2675 Instantie Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 19-07-2017 Zaaknummer LEE 17/863 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:872

ECLI:NL:CRVB:2015:872 ECLI:NL:CRVB:2015:872 Instantie Datum uitspraak 24-03-2015 Datum publicatie 25-03-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14-2865 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8326

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8326 ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8326 Instantie Datum uitspraak 25-05-1999 Datum publicatie 21-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 97/10163 ABW Bestuursrecht

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:CRVB:2017:2833 ECLI:NL:CRVB:2017:2833 Instantie Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8007 ZVW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 26-01-2012 Datum publicatie 06-03-2012 Zaaknummer 11/1543 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX3339

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX3339 ECLI:NL:RBAMS:2012:BX3339 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21-05-2012 Datum publicatie 01-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 11-3232 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 Instantie Datum uitspraak 28-03-2007 Datum publicatie 05-04-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 04-5151 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1054

ECLI:NL:CRVB:2017:1054 ECLI:NL:CRVB:2017:1054 Instantie Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/5477 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490 ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-12-2008 Datum publicatie 17-12-2008 Zaaknummer 07/00490 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264

ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264 ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 14-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-3338 WSF Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3651

ECLI:NL:CRVB:2016:3651 ECLI:NL:CRVB:2016:3651 Instantie Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 10-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/5 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet. Nummer 102365_2/8 Betreft zaak:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351 ECLI:NL:RBMNE:2015:8351 Instantie Datum uitspraak 27-11-2015 Datum publicatie 23-12-2015 Zaaknummer UTR 15/612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Belastingrecht

Nadere informatie

2. Q-Music Nederland B.V., te Naarden (Q-Music), appellante in de zaak 14/817 tevens derde-partij in

2. Q-Music Nederland B.V., te Naarden (Q-Music), appellante in de zaak 14/817 tevens derde-partij in ECLI:NL:CBB:2015:320 Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum uitspraak 08-10-2015 Datum publicatie 08-10-2015 Zaaknummer 14/817-818-831-839 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2014:9373,

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3051

ECLI:NL:CRVB:2016:3051 ECLI:NL:CRVB:2016:3051 Instantie Datum uitspraak 12-08-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/6172 WWAJ Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3026

ECLI:NL:RVS:2014:3026 ECLI:NL:RVS:2014:3026 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311562/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

ECLI:NL:OGEAM:2016:86 ECLI:NL:OGEAM:2016:86 Instantie Datum uitspraak 19-12-2016 Datum publicatie 12-01-2017 Zaaknummer Lar 78/2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 14-04-2011 Datum publicatie 20-04-2011 Zaaknummer 10/719 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 Instantie Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 29-05-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1542 WWB + 10-1557

Nadere informatie

De bezwaren van RENDO worden in deze beslissing op bezwaar ongegrond verklaard. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.

De bezwaren van RENDO worden in deze beslissing op bezwaar ongegrond verklaard. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2017/204470_OV Zaaknummer: 13.1086.52.1.01 Datum : 26 juli 2017 Beslissing van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) op het bezwaarschrift van N.V. RENDO (hierna: RENDO)

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102220_3/27 Betreft zaak: zaak 102220 Pawex Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van de Vereniging

Nadere informatie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100595/12 Betreft: Besluit tot (voorlopige) vaststelling van de gereguleerde vastrechtcomponent van de transporttarieven gas voor het jaar 2002 zoals

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BC5947

ECLI:NL:CRVB:2008:BC5947 ECLI:NL:CRVB:2008:BC5947 Instantie Datum uitspraak 29-02-2008 Datum publicatie 06-03-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 06-7122 WTOS Bestuursrecht

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie t.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Postbus BH DEN HAAG. Hoogeveen, 12 februari 2003

Dienst uitvoering en toezicht Energie t.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Postbus BH DEN HAAG. Hoogeveen, 12 februari 2003 Dienst uitvoering en toezicht Energie t.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG Hoogeveen, 12 februari 2003 Onze ref. : DN/SV/ES/ Uw kenmerk : Projectnummer 101496 Inzake Consultatienotitie

Nadere informatie

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 41c, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998. Nummer: 102370_11/8

Nadere informatie

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:4544

ECLI:NL:RBDHA:2016:4544 ECLI:NL:RBDHA:2016:4544 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 28-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Zaaknummer 15/22319 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2008:BF0922

ECLI:NL:CBB:2008:BF0922 ECLI:NL:CBB:2008:BF0922 Instantie Datum uitspraak 29-07-2008 Datum publicatie 17-09-2008 Zaaknummer AWB 06/440 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 102612_9 / 1 Betreft zaak: Besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm en van het rekenvolume

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863

ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863 ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863 Instantie Datum uitspraak 07-01-2003 Datum publicatie 04-02-2003 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 01/2345 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6306

ECLI:NL:RBDHA:2017:6306 ECLI:NL:RBDHA:2017:6306 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 29-06-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 17_712 IBPVV Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:4387

ECLI:NL:RBNNE:2015:4387 ECLI:NL:RBNNE:2015:4387 Instantie Datum uitspraak 10-09-2015 Datum publicatie 17-09-2015 Zaaknummer Awb 15/1167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 Instantie Datum uitspraak 05-04-2001 Datum publicatie 02-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 99/3213 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:185

ECLI:NL:RBNHO:2014:185 ECLI:NL:RBNHO:2014:185 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 31-03-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland AWB-13_2593 Bestuursrecht

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2001:AD4035

ECLI:NL:RBROT:2001:AD4035 ECLI:NL:RBROT:2001:AD4035 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 31-07-2001 Datum publicatie 08-10-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AKW 00/414-ZWI Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-08-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 199900390/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2476

ECLI:NL:RBROT:2017:2476 ECLI:NL:RBROT:2017:2476 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-04-2017 Datum publicatie 05-04-2017 Zaaknummer ROT 16/7063 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:3533

ECLI:NL:CRVB:2015:3533 ECLI:NL:CRVB:2015:3533 Instantie Datum uitspraak 28092015 Datum publicatie 15102015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14627 WWAJ

Nadere informatie

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant, Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BX1183

ECLI:NL:CRVB:2012:BX1183 ECLI:NL:CRVB:2012:BX1183 Instantie Datum uitspraak 27-06-2012 Datum publicatie 11-07-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1755 AWBZ Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ1136

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ1136 ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ1136 Instantie Datum uitspraak 07-09-2006 Datum publicatie 02-11-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 03/4987 MAWKLU Ambtenarenrecht

Nadere informatie