Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV Hoge Morsweg Leiden. Rapportnummer: A

Transcriptie

1 Project: 10 woningen Hoge Morsweg Leiden Onderdeel: Funderingsadvies Rapportnummer: A Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV Opdrachtgever: Schutte Bouw & Ontwikkeling Postbus AN Zwolle : Datum: 28 augustus 2013 A: 30 augustus 2013: bergingspalen toegevoegd Opsteller: Ing. B. Tangelder (tel ) Collegiale toets: Ing. D. Boonstra

2 INHOUD: Inleiding... 3 Project omschrijving... 3 Grondmechanisch bodemonderzoek... 4 Bodemopbouw... 4 Hoogte maaiveld... 4 Grondwaterstand... 5 Funderingsadvies... 5 Berekeningsmethode draagvermogen drukpalen... 5 Berekeningsresultaten draagvermogen mortelschroefpalen (druk)... 7 Mortelschroefpalen... 8 Sonisch doormeten Bijlage A: berekening negatieve kleef Bijlage B: detail berekeningen + berekeningsvoorbeeld paaldraagvermogen Bijlage C: grondonderzoek rapport nr AA Funderingsadvies A 2

3 Inleiding Voor het project 10 woningen Hoge Morsweg in Leiden heeft IJB Geotechniek b.v. van Schutte Bouw & Ontwikkeling opdracht ontvangen voor het opstellen van een (alternatief) funderingsadvies. In dit rapport is een voorontwerpadvies voor de fundering opgesteld conform onderstaande normen en/of richtlijnen: NEN :2011 (Geotechnisch ontwerp van constructies Deel 1: Algemene gegevens). De uitgangspunten op basis waarvan dit rapport is uitgewerkt dienen door een constructeur te worden getoetst. Graag worden wij van eventuele wijzigingen op de hoogte gehouden zodat we kunnen beoordelen in hoeverre het al of niet noodzakelijk is dit rapport aan te passen. Project omschrijving Het betreft hier de bouw van 10 woningen. Voor zover ons bekend worden er geen kelder(s) gerealiseerd. Door Geomet is een funderingsadvies (rapportnummer AA ; dd )op palen uitgewerkt. In overleg met de constructeur is destijds besloten een fundering op trillingsvrij te installeren DPA-palen toe te passen. De vraag van de opdrachtgever is om een alternatief funderingsadvies op te stellen op mortelschroefpalen (type avegaar), welke ook trillingsvrij worden geïnstalleerd. Op het moment van schrijven van dit rapport zijn de exacte belastingen op de funderingselementen bij ons niet bekend. In dit stadium van het project wordt derhalve volstaan met het verstrekken van die gegevens die nodig zijn om het ontwerp van het project mogelijk te maken. Definitieve toetsing van het ontwerp kan in een later stadium plaatsvinden. Uitgangspunt voor dit funderingsadvies zijn uitsluitend axiale op druk belaste palen en een zodanig vlak terrein dat buiging van de palen door horizontale gronddruk is uitgesloten. Funderingsadvies A 3

4 Grondmechanisch bodemonderzoek Het beschikbare, door Geotmet uitgevoerde onderzoek (rapport nr: AA12215) bestaat uit: 7 continue sonderingen met elektrische conus en met elektronische registratie waarvan 2 met kleefmeting en ratiovermelding. De sonderingen zijn uitgevoerd volgens NEN 5140 klasse 2. Van toepassing zijn de sonderingen 104 tm 108 De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd ten opzichte van NAP en zijn als bijlage in dit rapport opgenomen. De maximaal verkende diepte bedraagt ca m NAP. Bodemopbouw Op basis van de sondeerresultaten, waaronder metingen van de plaatselijke mantelwrijving, is globaal de volgende schematische bodembeschrijving opgesteld: Diepte in m tov NAP Van maaiveld tot ca /-5.50 Van ca /-5.50 tot ca / Van ca / tot ca Van ca tot ca Vanaf ca tot max. verkende diepte bodembeschrijving Zandige klei Afwisselend zand en zandige klei, sterk wisselende bodemopbouw en conusweerstanden Kleilaag Veen Zand Hoogte maaiveld Ten tijde van het grondonderzoek varieerde de maaiveldhoogte ter plaatse van de sondeerpunten 104 tm 108 van m NAP tot m NAP. Het straatpeil (as van de weg / put ) in de directe omgeving is ingemeten op m NAP. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd ten opzichte van NAP en zijn als bijlage aan dit rapport toegevoegd. De hoogtebepaling van de onderzoekslocaties in het terrein is uitgevoerd met als doel de bodemopbouw in te meten ten opzichte van NAP. De gerapporteerde hoogtes zijn niet geschikt voor andere doeleinden dan dit onderzoek. Funderingsadvies A 4

5 Grondwaterstand Het beschikbare bodemonderzoek geeft geen informatie over de stand van het grondwater. Indicatief: Het waterpeil in de Oude Rijn (open water) is ingemeten op: m NAP. De aangetroffen (grond)waterstand is een momentopname. De grondwaterstand kan onder invloed van ondermeer de weersgesteldheid en de seizoenen fluctueren. Funderingsadvies Geadviseerd wordt het toepassen van een fundering op palen, zowel voor de woningen als voor de bergingen. In dit advies is op verzoek van de opdrachtgever een fundering op mortelschroefpalen verder uitgewerkt. Op de volgende pagina s zijn de berekende paaldraagvermogens weergegeven. Aandachtspunt: Uit de berekening van het paaldraagvermogen volgt een grote toelaatbare belasting per paal. Bij toepassing van een hoge belasting en een kleine paaldiameter loopt, indien er enige paalafwijking in de bouw optreedt, het moment zeer snel op. Het criterium voor wat er op een paal kan volgt dan uit toelaatbare paalafwijking en het moment wat door de paal opgenomen kan worden. Berekeningsmethode draagvermogen drukpalen Uitgangspunt in de berekening is dat de toekomstige maaiveldhoogte ongeveer gelijk blijft aan de hoogte ten tijde van het grondonderzoek. Met significante ophogingen of afgravingen is in dit rapport geen rekening gehouden. Berekening van op druk belaste palen conform NEN : De constructie is ingedeeld in geotechnische categorie 2. Factoren bij de berekening van schroefpalen type avegaar (mortelschroefpalen): s NEN , , tabel 7.c p 0.8 NEN , , tabel 7.c t 1.20 NEN , tabel A.8. voor combinatie R3c 3 en NEN , tabel A.10.a, voor n = 1 en een niet stijf bouwwerk. Voor n 3 geldt 3 = NEN , (g) s 1.0 NEN , (h) qc;iii;gem 2 MPa NEN , (e) Funderingsadvies A 5

6 Negatieve kleef: Voor dit project is rekening gehouden met een neerwaartse gerichte wrijving langs de paalschacht over een traject van maaiveld tot circa m NAP. In de berekening is verder uitgegaan van een grondwaterstand van m NAP en een bovenbelasting van 10 kn/m 2. De representatieve waarde van paalbelasting door negatieve kleef (Fnk;rep) is bepaald volgens NEN , (d). De rekenwaarde (Fnk;d) wordt bepaald met behulp van de partiële factor f;nk zoals vermeld in NEN , (b) Fnk;d = f;nk * Fnk;rep. Voor f;nk is de waarde 1.0 aangehouden. De rekenwaarde (Fnk;d)bedraagt voor dit project circa 218 kn/m 1 -paalomtrek (zie bijlage A). Deze waarde is verwerkt in de tabel paalpuntniveaus en rekenwaarden netto draagkracht die elders in dit rapport staat vermeld. Positieve kleef: Samendrukbare lagen boven het basisniveau en eventueel daarop rustende zandlagen worden geacht geen aandeel te leveren in de schachtwrijving van op druk belaste palen. Schacht wrijving wordt ontleent aan de zandlagen beneden circa m NAP (conusweerstanden > 2 MPa). Toetsen: Eis ten aanzien van grenstoestand GEO: Fc;d Rc;net;d met Rc;net;d = Rc;d - Fnk;d. Voor de meest gangbare paaltypen, zoals grondverdringende palen en avegaarpalen met relatief kleine diameter is deze grenstoestand maatgevend. Funderingsadvies A 6

7 Berekeningsresultaten draagvermogen mortelschroefpalen - woningen (druk) Werknummer: AA12215 Rc;net;d < kn > Sondering Maaiveld Paalpunt Ø300*300 Ø350*350 Ø400*400 <----m tov NAP----->< mm > (*) (*) zie berekeningsvoorbeeld bijlage B Rc;net;d = rekenwaarde netto draagkracht PRJ : c:\aprson\prj\ prj XLS : c:\aprxls\excel\2013\ \ xls GEF : c:\aprgef\2013\ \ \*.gef Funderingsadvies A 7

8 Berekeningsresultaten draagvermogen mortelschroefpalen bergingen (druk) Werknummer: AA12215 Rc;net;d < kn > Sondering Maaiveld Paalpunt Ø300*300 Ø350*350 <----m tov NAP----->< mm > Rc;net;d = rekenwaarde netto draagkracht PRJ : c:\aprson\prj\ prj XLS : c:\aprxls\excel\2013\ \ xls GEF : c:\aprgef\2013\ \ \*.gef Funderingsadvies A 8

9 Mortelschroefpalen De palen kunnen onmiddellijk na elkaar worden vervaardigd, indien de onderlinge hart-op-hart afstand tenminste 4 maal de paaldiameter bedraagt, met een minimum van 2 m. Een kleinere tijdsduur is toegestaan, als de tijd tussen het maken van de eerste en de tweede paal zodanig lang is dat de specie in de eerst gemaakte paal voldoende is opgesteven. Voor genoemde tijd wordt minimaal 4 uur aangehouden. Indien er een vertragende hulpstof wordt toegepast, wordt de tijdsduur zo nodig verlengd. In geval van verschillende puntnivo's moet van diep naar hoog worden gewerkt. Geadviseerd wordt de palen te maken vanaf een maaiveldniveau dat niet lager ligt dan de onderkant van de toekomstige funderingsbalk, zodat opstortingen niet nodig zijn. De minimum afstand van de paal tot eventuele belendingen is ca. 1 meter. Wanneer de palen goed uitgevoerd worden, dwz zonder dat er tijdens het boren grond naar boven komt, is er weinig tot geen ontspanning van de omliggende grond zodat er geen aanleiding is voor de zetting van belendingen. Aandachtspunten bij de uitvoering van mortelschroefpalen: De stelling moet voldoende stabiel zijn: gebruik van de stelling moet niet leiden tot scheefstand van de stelling. Globaal kan als oriënterende waarde voor het draaimoment het volgende worden aangehouden: Draaimoment Paaldiameter 30 kn.m 0.30 m 50 kn.m 0.45 m 90 kn.m 0.60 m De uitstroomopening behoort tijdens het boren afgesloten te zijn door middel van een prop of deksel. De diameter van de avegaar moet over de volle lengte gelijk zijn. De spoed van de avegaar moet over de volle lengte gelijk zijn. De draairichting moet tijdens het inboren steeds neerwaarts gericht zijn. De zakking van de avegaar moet per omwenteling ongeveer gelijk zijn aan de spoed ervan. Met het trekken mag pas worden begonnen als de specie het puntnivo heeft bereikt en onder druk staat. In geen geval mag de avegaar tijdens het trekken worden teruggedraaid. De door de constructeur te berekenen wapening moet goed gecentreerd worden geplaatst, zo nodig met een mal. Funderingsadvies A 9

10 Controle mogelijkheden: De speciedruk moet met duidelijk afleesbare apparatuur zo dicht mogelijk bij de paal worden gemeten. Een continue registratie is nodig om ervan verzekerd te zijn dat er constant een specieoverdruk aanwezig is en er geen insnoeringen in de paal ontstaan. Rekening houdende met leidingverliezen en hoogteverschillen, zal de druk bij de uitstroomopening steeds groter moeten zijn dan de daar heersende grond- en waterdruk. Bij het meten aan de bovenzijde van de avegaar zal een overdruk van kn/m 2 over het algemeen voldoende zijn. Het speciegebruik moet in overeenstemming zijn met de lengte en schachtdiameter van de paal. Wanneer het onderste gedeelte van de avegaar boven het maaiveld terugkomt moet bij elke paal gecontroleerd worden of over de laatste meter de spiraalboor gevuld is met zand. Indien een andere grondsoort wordt aangetroffen, dan wordt geadviseerd direct contact op de nemen met de constructeur of ons buro. Na verharden van de palen kan dmv akoestisch doormeten van de paal informatie worden verkregen over discontinuïteiten zoals scheuren en insnoeringen, paalbreuk en paallengte. Geadviseerd wordt de palen op deze wijze te controleren. Tevens wordt verwezen naar Kiwa beoordelingsrichtlijn voor in de grond gevormde palen BRL-K 273/01. Sonisch doormeten Voor controle op onregelmatigheden bij in de grond vervaardigde palen is apparatuur ontwikkeld om reflectietesten uit te voeren. Deze testen geven informatie over de paallengte, doorsnedenvariaties, scheuren en/of andere inhomogeniteiten. Gebleken is dat met deze testmethode eventuele gebreken zijn op te sporen tegen geringe kosten. Gaarne zijn wij bereid u hierover nader te informeren. Funderingsadvies A 10

11 Bijlage A: berekening negatieve kleef Uitgangspunten Werknummer neering\a Gehanteerde sondering 1 Bij de berekening is uitgegaan van samendrukbare lagen tot m tov NAP De zakking van de dieper gelegen lagen zijn dusdanig klein dat ze buiten beschouwing kunnen worden gelaten. De bodemopbouw is geschematiseerd in 3 lagen; een toplaag, een samendrukbare laag en een onsamendrukbare laag. Berekening negatieve kleef De representatieve waarde van de maximale paalbelasting door negatieve kleef voor een alleenstaande paal bedraagt volgens NEN :2011, (d): F s;nk;rep = O s;gem *(d 1 *K 0;1;k * tan(δ 1;k )*σ v;1;k + d 2 *K 0;2;k * tan(δ 2;k )*σ v;2;k ) = 218 kn/m-paalomtrek waarin: in dit geval: d 1 = dikte toplaag 0.00 m d 2 = dikte van de samendrukbare laag m K 0;1;k *tan(δ1 ;k ) = produkt van de karakteritieke waarde van 0.25 de neutrale gronddrukfactor met de tangens van de wrijvingshoek tussen paal en grond voor de toplaag K 0;2;k *tan(δ 2;k ) = idem voor de samendrukbare lagen 0.25 σ v;1;k = karakteristieke waarde van de gemiddelde 10.0 kn/m² effectieve korrelspanning in de toplaag σ v;2;k = idem voor de samendrukbare lagen 64.7 kn/m² O s;gem = gemiddelde omtrek van de paalschacht 1.00 m De rekenwaarde van de maximale negatieve kleefbelasting van een alleenstaande paal bedraagt: F nk; d = F nk;rep *γ f;nk = 218 kn/m-paalomtrek waarin in dit geval: γ f;nk = Partiële belastingsfactor volgens NEN :2011, (d) 1.0 Funderingsadvies A 11

12 Bijlage B: detail berekeningen + berekeningsvoorbeeld paaldraagvermogen Afmeting paalschacht : Ø300 mm Afmeting paalpunt : Ø300 mm Factor schachtwrijving Alphas: Factor paalklasse Alphap: Factor paalvoetvorm Beta: Correlatiefactor Ksi: Partiële weerstandsfactor Gammat: Sond.nr PPN I II III qbmax Rbmax dl qcza Rsmax Rcd Fnkd Rcnetd k1k m NAP< MPa > kn m MPa< kN > kn/mm PPN = Paalpuntniveau I = qc;i;gem = Gemiddelde conusweerstand traject I II = qc;ii;gem = Gemiddelde minimale conusweerstand traject II III = qc;iii;gem = Gemiddelde minimale conusweerstand traject III qbmax = qb;max = Maximum puntweerstand Rbmax = Rb;cal;max = Maximum draagkracht punt dl = DeltaL = Lengte traject schachtwrijving qcza = qc;z;a = Gemiddelde afgesnoten conusweerstand traject schachtwrijving Rsmax = Rs;cal;max = Maximum draagkracht schachtwrijving Rcd = Rc;d = Rekenwaarde draagkracht paal Fnkd = Fnk;d = Rekenwaarde paalbelasting door negatieve kleef Rcnetd = Rc;net;d = Rekenwaarde netto draagkracht = Rc;d - Fnk;d k1k = k1;kar = Karakteristieke waarde veerstijfheid paalkop (SLS) Geldt voor een alleenstaande paal en statische belastingen Voor rekenwaarde delen door 1.3 Funderingsadvies A 12

13 Afmeting paalschacht : Ø350 mm Afmeting paalpunt : Ø350 mm Factor schachtwrijving Alphas: Factor paalklasse Alphap: Factor paalvoetvorm Beta: Correlatiefactor Ksi: Partiële weerstandsfactor Gammat: Sond.nr PPN I II III qbmax Rbmax dl qcza Rsmax Rcd Fnkd Rcnetd k1k m NAP< MPa > kn m MPa< kN > kn/mm PPN = Paalpuntniveau I = qc;i;gem = Gemiddelde conusweerstand traject I II = qc;ii;gem = Gemiddelde minimale conusweerstand traject II III = qc;iii;gem = Gemiddelde minimale conusweerstand traject III qbmax = qb;max = Maximum puntweerstand Rbmax = Rb;cal;max = Maximum draagkracht punt dl = DeltaL = Lengte traject schachtwrijving qcza = qc;z;a = Gemiddelde afgesnoten conusweerstand traject schachtwrijving Rsmax = Rs;cal;max = Maximum draagkracht schachtwrijving Rcd = Rc;d = Rekenwaarde draagkracht paal Fnkd = Fnk;d = Rekenwaarde paalbelasting door negatieve kleef Rcnetd = Rc;net;d = Rekenwaarde netto draagkracht = Rc;d - Fnk;d k1k = k1;kar = Karakteristieke waarde veerstijfheid paalkop (SLS) Geldt voor een alleenstaande paal en statische belastingen Voor rekenwaarde delen door 1.3 Funderingsadvies A 13

14 Afmeting paalschacht : Ø400 mm Afmeting paalpunt : Ø400 mm Factor schachtwrijving Alphas: Factor paalklasse Alphap: Factor paalvoetvorm Beta: Correlatiefactor Ksi: Partiële weerstandsfactor Gammat: Sond.nr PPN I II III qbmax Rbmax dl qcza Rsmax Rcd Fnkd Rcnetd k1k m NAP< MPa > kn m MPa< kN > kn/mm PPN = Paalpuntniveau I = qc;i;gem = Gemiddelde conusweerstand traject I II = qc;ii;gem = Gemiddelde minimale conusweerstand traject II III = qc;iii;gem = Gemiddelde minimale conusweerstand traject III qbmax = qb;max = Maximum puntweerstand Rbmax = Rb;cal;max = Maximum draagkracht punt dl = DeltaL = Lengte traject schachtwrijving qcza = qc;z;a = Gemiddelde afgesnoten conusweerstand traject schachtwrijving Rsmax = Rs;cal;max = Maximum draagkracht schachtwrijving Rcd = Rc;d = Rekenwaarde draagkracht paal Fnkd = Fnk;d = Rekenwaarde paalbelasting door negatieve kleef Rcnetd = Rc;net;d = Rekenwaarde netto draagkracht = Rc;d - Fnk;d k1k = k1;kar = Karakteristieke waarde veerstijfheid paalkop (SLS) Geldt voor een alleenstaande paal en statische belastingen Voor rekenwaarde delen door 1.3 Funderingsadvies A 14

15 Afmeting paalschacht : Ø300 mm Afmeting paalpunt : Ø300 mm Factor schachtwrijving Alphas: Factor paalklasse Alphap: Factor paalvoetvorm Beta: Correlatiefactor Ksi: Partiële weerstandsfactor Gammat: Sond.nr PPN I II III qbmax Rbmax dl qcza Rsmax Rcd Fnkd Rcnetd k1k m NAP< MPa > kn m MPa< kN > kn/mm Afmeting paalschacht : Ø350 mm Afmeting paalpunt : Ø350 mm Factor schachtwrijving Alphas: Factor paalklasse Alphap: Factor paalvoetvorm Beta: Correlatiefactor Ksi: Partiële weerstandsfactor Gammat: Sond.nr PPN I II III qbmax Rbmax dl qcza Rsmax Rcd Fnkd Rcnetd k1k m NAP< MPa > kn m MPa< kN > kn/mm PPN = Paalpuntniveau I = qc;i;gem = Gemiddelde conusweerstand traject I II = qc;ii;gem = Gemiddelde minimale conusweerstand traject II III = qc;iii;gem = Gemiddelde minimale conusweerstand traject III qbmax = qb;max = Maximum puntweerstand Rbmax = Rb;cal;max = Maximum draagkracht punt dl = DeltaL = Lengte traject schachtwrijving qcza = qc;z;a = Gemiddelde afgesnoten conusweerstand traject schachtwrijving Rsmax = Rs;cal;max = Maximum draagkracht schachtwrijving Rcd = Rc;d = Rekenwaarde draagkracht paal Fnkd = Fnk;d = Rekenwaarde paalbelasting door negatieve kleef Rcnetd = Rc;net;d = Rekenwaarde netto draagkracht = Rc;d - Fnk;d k1k = k1;kar = Karakteristieke waarde veerstijfheid paalkop (SLS) Geldt voor een alleenstaande paal en statische belastingen Voor rekenwaarde delen door 1.3 Funderingsadvies A 15

16 BEREKENING DRAAGKRACHT EN LASTZAKKINGSGEDRAG VAN EEN PAAL VOLGENS NEN :2011/C1: Versie EC7/juli 2013 Uitgangspunten Grondonderzoek : Werknummer?; Sondering 104 Reductie qc : Nee Paaltype : 2 Avegaarpaal; Beton Paalpuntniveau : m - NAP Afmeting paalschacht: Ø400 mm Afmeting paalpunt : Ø400 mm; Deq = 400 mm Puntweerstand De maximum puntweerstand bedraagt volgens (e): qb;max = ½ * αp * β * s * ((qc;i;gem + qc;ii;gem) / 2 + qc;iii;gem) = 5.95 MPa waarin: in dit geval: αp = Paalklassefactor voor de berekening van de draagkracht van de 0.80 paalpunt, volgens (f). β = Factor die de invloed van de paalvoetvorm (figuur 7.i) in rekening 1.00 brengt, volgens (g). s = Factor die de invloed van de vorm van de dwarsdoorsnede van de 1.0 paalvoet in rekening brengt, volgens (h). qc;i;gem = Gemiddelde waarde van de conusweerstanden over traject I lopend 14.3 MPa van paalpuntniveau tot 0.7 á 4.0 * Deq beneden paalpuntniveau, volgens (e). qc;ii;gem = Gemiddelde minimale waarde van de conusweerstanden over traject 11.4 MPa II lopend van paalpuntniveau tot 0.7 á 4.0 * Deq beneden paalpuntniveau, volgens (e). De onderkant van de trajecten I en II ligt in dit geval op 2.3 * Deq beneden het paalpuntniveau. qc;iii;gem = Gemiddelde minimale waarde van de conusweerstanden over traject 2.0 MPa III lopend van paalpuntniveau tot 8.0 * Deq boven het paalpuntniveau, volgens (e). De maximum puntdraagkracht bedraagt volgens (c): Rb;cal;max = Apunt * qb;max * 1000 = 747 kn waarin: in dit geval: Apunt = Oppervlak van de paalpunt m2 Schachtwrijving De maximum schachtwrijving bedraagt volgens (i): qs;max;z = αs * qc;z;a = MPa waarin: in dit geval: αs = Factor volgens tabel 7.e voor zand en grind en volgens tabel 7.d voor klei, leem en veen, volgens (i). qc;z;a = Gemiddelde waarde van de afgesnoten conusweerstanden over het 11.4 MPa het traject waarover schachtwrijving wordt berekend, volgens (i). De maximum schachtwrijvingskracht bedraagt volgens (c): Rs;cal;max = Os;ΔL;gem * qs;max;z * ΔL * 1000 = 661 kn waarin: Os;ΔL;gem in dit geval: = Gemiddelde omtrek van de paalschacht over het traject waarover de m schachtwrijving wordt berekend, volgens (c). ΔL = Lengte van het traject waarover de schachtwrijving wordt 7.69 m berekend, volgens (c). In dit geval van m - NAP tot m - NAP. Rs;cal;max / Rb;cal;max = 0.88 Funderingsadvies A 16

17 Draagkracht De maximum draagkracht bedraagt volgens (c): Rc;cal = Rb;cal;max + Rs;cal;max = 1408 kn De karakteristieke waarde voor de draagkracht bedraagt volgens (5): Rc;k = Rc;cal / ξ3 = 1013 kn waarin: in dit geval: ξ3, ξ4 = Correlatiefactor voor de bepaling van karakteristieke waarden uit sonderingen voor een niet stijf bouwwerk, volgens tabel A.10.a. Opmerking: Het paalpuntniveau wordt per sondering bepaald n=1 en ξ3 = ξ4. De rekenwaarde voor de maximale draagkracht bedraagt volgens (3 en 4): Rc;d = Rb;k / γb + Rs;k / γs = Rc;k / γt = 844 kn waarin: in dit geval: γt = Totale/gecombineerde partiële weerstandsfactor voor op druk 1.20 belaste palen, volgens A Voor geheide palen volgens tabel A.6 combinatie R3c. Voor geboorde palen volgens tabel A.7 combinatie R3c. Voor schroefpalen type avegaar volgens tabel A.8 combinatie R3c. De rekenwaarde van de netto draagkracht bedraagt: Rc;net;d = Rc;d - Fnk;d = 570 kn waarin: in dit geval: Fnk;d = Rekenwaarde paalbelasting door negatieve kleef 274 kn Lastzakkingsrelaties grenstoestand GEO volgens (h) <------zakking------>< draagkracht GT GEO > sb sel s1 Rb Rs Ftot;d mm mm mm kn kn kn waarin: sb = Zakking paalpunt als gevolg van Ftot;d, volgens (i). sel = Elastische verkorting van de paalschacht als gevolg van de gemiddelde normaalkracht in de paal bepaald uit Ftot;d, volgens (j). s1 = sb + sel, volgens (h). Rb = Kracht op de paalpunt, volgens figuur 7.n. Rs = Schuifkracht op de paalschacht, volgens figuur 7.o. Ftot;d = Rekenwaarde paalbelasting inclusief negatieve kleef (Rb + Rs) Grenstoestand GEO: Rekenwaarde maximum draagkracht Rc;d = 844 kn Rekenwaarde paalbelasting door negatieve kleef Fnk;d = 274 kn Rekenwaarde netto draagkracht Rc;net;d = 570 kn Rekenwaarde belasting op de paalkop exclusief Fnk;d Fd = 570 kn Rekenwaarde paalbelasting, inclusief Fnk;d (afgeleid) Ftot;d = 844 kn Zakking paalkop als gevolg van Ftot;d s1 = 86.5 mm Rekenwaarde veerstijfheid paalkop* k1;d = k1;kar / 1.3 = 28.2 kn/mm Indien Fd tot 570 kn beperkt blijft wordt aan zowel grenstoestand STR als aan grenstoestand GEO voldaan. Funderingsadvies A 17

18 Lastzakkingsrelaties grenstoestand SLS volgens (h) <------zakking------>< draagkracht GT SLS > sb sel s1 Rb Rs Ftot;rep mm mm mm kn kn kn waarin: sb = Zakking paalpunt als gevolg van Ftot;rep, volgens (i). sel = Elastische verkorting van de paalschacht als gevolg van de gemiddelde normaalkracht in de paal bepaald uit Ftot;rep, volgens (j). s1 = sb + sel, volgens (h). Rb = Kracht op de paalpunt, volgens figuur 7.n. Rs = Schuifkracht op de paalschacht, volgens figuur 7.o. Ftot;rep = Representatieve waarde paalbelasting inclusief negatieve kleef (Rb + Rs) Grenstoestand SLS: Karakteristieke waarde maximum draagkracht Rc;k = 1013 kn Rekenwaarde belasting op de paalkop, als bij GT GEO Fd = 570 kn Gemiddelde belastingsfactor γgem = 1.30 Representatieve waarde belasting op de paalkop exclusief Fnk;rep Frep = 439 kn Representatieve waarde paalbelasting door negatieve kleef Fnk;rep = 274 kn Representatieve waarde paalbelasting inclusief Fnk;rep (afgeleid) Ftot;rep = 712 kn Zakking paalkop als gevolg van Ftot;rep s1 = 19.5 mm Karakteristieke waarde veerstijfheid paalkop* k1;kar = Ftot;rep / s1 = 36.6 kn/mm *) De veerstijfheden voor de paalkop gelden voor een alleenstaande paal en statische belastingen. Bij paalgroepen en/of niet statische belastingen moet een reductie worden toegepast. Funderingsadvies A 18

19 Bijlage C: grondonderzoek rapport nr AA12215 Funderingsadvies A 19

20

21

22

23

24

25