Datum: Auteur: ing. W. Looman Versie: 3.0 Vrijgave: ing. W. Looman

Transcriptie

1 Project parkeergarage P1 extensie te Schiphol Onderwerp Sonderingen & Funderingsadvies Projectnummer UT09985 Documentnummer DO-RA-0020 Status Definitief Datum Auteur ing. W. Looman Versie 3.0 Vrijgave ing. W. Looman

2 Project- en documentgegevens Opdrachtgever Ballast Nedam Parking Contactpersoon De heer W. de Graaf Adres Ringwade 71 Plaats 3439 LM NIEUWEGEIN Telefoon Aannemer Ballast Nedam Parking Contactpersoon De heer J. Damen Adres Ringwade 71 Plaats 3439 LM NIEUWEGEIN Telefoon Opsteller rapport Bartels Ingenieursbureau B.V. Adviestaak Ontwerpend constructeur Unit / vestiging Constructie / vestiging Utrecht Projectnummer UT09985 Contactpersoon ing. W. Looman Adres Burgemeester Verderlaan 19 Plaats 3544 AD UTRECHT Telefoon +31(0) wlooman@bartels.nl Projectteam Projectleider Constructeur BIM-modelleur ing. W. Looman ing. W. Looman M. Bothof Project parkeergarage P1 extensie te Schiphol Projectnummer UT09985 Datum Documentnummer DO-RA-0020 Pagina i

3 Rapporthistorie Versie Datum Omschrijving Basisdocument interne uitgave Basisdocument WABO aanvraag Bijgewerkt zie hst. 1.3 DOfase Basisdocument UO-fase indiening Bo Wo To Verantwoording Datum Naam Paraaf Auteur ing. W. Looman Controle ir. J. Driessen Vrijgave ing. W. Looman Project parkeergarage P1 extensie te Schiphol Projectnummer UT09985 Datum Documentnummer DO-RA-0020 Pagina ii

4 Inhoudsopgave 1 Inleiding Omschrijving bouwwerk algemeen Wijzigingen Verificatie eisen 3 2 Rapportage Funderingsadvies en sonderingen Bestaande palen Funderingsadvies Sonderingen 5 Bijlage A. Beïnvloeding bestaande palen A-1 Bijlage B. Funderingsadvies incl. sonderingen B-1 Project parkeergarage P1 extensie te Schiphol Projectnummer UT09985 Datum Documentnummer DO-RA-0020 Pagina iii

5 1 Inleiding Voor het project, nieuwbouw tijdelijke parkeergarage P1 extensie te Schiphol, is door Ballast Nedam Parking b.v. aan Ingenieursbureau Bartels opdracht verstrekt voor de advisering van de constructieve draagstructuur. In dit rapport worden de resultaten weergegeven van het engineeringproces van de fase-uo - H fasedossier. 1.1 Omschrijving bouwwerk Het project betreft een tijdelijke nieuwbouw van een zes laag parkeergarage, waarvan nu drie bouwlagen uitgevoerd worden. In een later stadium volgt een uitbreiding van de drie bovenste bouwlagen. In de constructie berekening wordt uitgegaan van een zes bouwlagen. De hoofddraagconstructie is een staalconstructie met windverbanden. De fundering is een in de grondverdringend paalsysteem met in het werk gestorte poeren. De parkeervloeren worden uitgevoerd als TT-platen. En een verbindingsbrug tussen de nieuwe en bestaande parkeergarage van drie bouwlagen. De stabiliteit van de verbindingsbrug wordt geleverd door moment-vaste verbindingen van de stalenkolommen en liggers. In de toekomst moet de onderste laag van de brug verwijderd kunnen worden. De brug wordt niet uitgebreid naar zes bouwlagen. 1.2 algemeen In dit document wordt het funderingsadvies uitgewerkt en de sonderingen zijn toegevoegd. Overzicht van de constructieve documenten van Bartels UO-RA-0010 Constructieve uitgangspunten. UO-RA-0020 Funderingsadvies en sonderingen. UO-RA-0030 Gewichts- & stabiliteitsberekeningen. UO-RA-0040 Staalconstructie liggers. UO-RA-0050 Staalconstructie kolommen & windverbanden. UO-RA-0060 Staalconstructie brug. UO-RA-0070 Staalconstructie noodtrappenhuis. UO-RA-0080 Wapeningsberekening fundering. UO-RA-0090 Schijfwerking TT-vloerplaten. UO-RA-0100 Paalwapening. Een overzicht en status van alle berekeningsdocumenten is terug te vinden in document UO-DL Project parkeergarage P1 extensie te Schiphol Projectnummer UT09985 Datum Documentnummer DO-RA-0020 Pagina 1

6 1.3 Wijzigingen Wijzigingen versie 2.0 d.d Verificatie eisen toegevoegd Uitgave DO-fase Wijzigingen versie 3.0 d.d Het complete funderingsadvies toegevoegd. Project parkeergarage P1 extensie te Schiphol Projectnummer UT09985 Datum Documentnummer DO-RA-0020 Pagina 2

7 1.4 Verificatie eisen Project parkeergarage P1 extensie te Schiphol Projectnummer UT09985 Datum Documentnummer DO-RA-0020 Pagina 3

8 2 Rapportage Funderingsadvies en sonderingen Inmiddels zijn alle sonderingen uitgevoerd en is dit document volledig gemaakt met de laatste sonderingen. Tekst vorige versie Op dit moment zijn nog niet alle sonderingen uitgevoerd. De omstandigheden van het terrein lieten het niet toe om alle sonderingen uit te voeren. Zo gauw het terrein voldoende toegankelijk is voor een sondeerwagen, zullen de ontbrekende sonderingen uitgevoerd worden. Hierna zal het funderingsadvies bijgewerkt worden met de ontbrekende sonderingen. 2.1 Bestaande palen In het terrein waar de parkeergarage gebouw wordt zijn bestaande palen aanwezig van het vorige gebouw. De bestaande palen zijn ingetekend op het palenplan om een goed inzicht ter krijgen van de situatie. Nieuwe palen die binnen het invloed gebied van de bestaande palen vallen worden iets gereduceerd. De berekeningswijze van de reductie is weergegeven in bijlage A. In bovenstaand valt de bestaande paal buiten het invloedsgebied van de nieuwe paal. In bovenstaande valt de bestaande paal in het invloedsgebied van de nieuwe paal. Bij het bepalen van de inheidiepte is rekening gehouden met de bestaande palen binnen het invloed gebied. Indien er een bestaan de paal binnen het invloedsgebied van een nieuwe paal aanwezig is, is er een overwaarde in de draagvermogen tabel aangehouden voor het bepalen van het paal puntniveau. Project parkeergarage P1 extensie te Schiphol Projectnummer UT09985 Datum Documentnummer DO-RA-0020 Pagina 4

9 2.2 Funderingsadvies Funderingsadvies is uitgevoerd door Het uitgewerkte funderingsadvies is in bijlage B toegevoegd. 2.3 Sonderingen De sonderingen zijn uitgevoerd door De uitgewerkte sonderingen zijn in bijlage B toegevoegd. Project parkeergarage P1 extensie te Schiphol Projectnummer UT09985 Datum Documentnummer DO-RA-0020 Pagina 5

10 Bijlage A. Beïnvloeding bestaande palen Project parkeergarage P1 extensie te Schiphol Projectnummer UT09985 Datum Documentnummer DO-RA-0020 Pagina A-1

11 Intern Memo Van D. Wondergem Aan R. van t Slot Kopie J. Damen, A. Jacobse Datum Referentie1017, rev. A Onderwerp Schiphol Parkeergarage Extensie P1, Beïnvloeding paaldraagvermogen 1 Inleiding De nieuwe parkeergarage Extensie P1 zal worden gebouwd op de locatie van het oude, reeds gesloopte Hilton Hotel te Schiphol. Na de sloop van het Hilton zijn de palen tot onder maaiveld gesneld. Op sommige locaties worden de nieuwe palen op zeer korte afstand van de oude (onbelaste) palen aangebracht. Vraag is of er door de reeds aanwezige palen beïnvloeding is op het paaldraagvermogen van de nieuwe palen. In voorliggend memo wordt hierop ingegaan. 2 Uitgangspunten 2.1 Normen en richtlijnen [1] NEN , Eurocode 7, Geotechnisch ontwerp van constructies Deel 1 Algemene regels. [2] SBRCURnet Funderingshandboek, Funderingen, Deel B. 2.2 Documenten [3] Bartels, P1 Extensie te Schiphol te Amsterdam, palenplan met bestaande palen, UT09985, concept, versie 0a, 10 januari [4] Ballast Nedam Parking, met bijlagen FW Adviseur geotechniek, maandag 23 januari uur. 2.3 Gegevens oude en nieuwe palen A. Palen van het oude, reeds gesloopte Hilton 1. Geheide palen Geprefabriceerd beton, grondverdringend. Palen worden niet meer gebruikt (belast) en zijn gesneld op ca. NAP -5,6 m. 2. Schroefpalen Schroefpalen met verloren punt (met groutinjectie). In de grond gevormd, grondverdringend. blad 1 van /1017, rev. A

12 B. Palen van de nieuwe parkeergarage Extensie P1 Schroefpalen met verloren punt (met groutinjectie). In de grond gevormd, grondverdringend. 3 Beïnvloeding draagvermogen De palen van de fundering van het oude Hilton zijn niet meer in gebruik en worden niet belast. Deze palen behoeven dan ook geen draagkracht te ontlenen aan de omringende grond. Aangezien de oude palen een grondverdringend paalsysteem betreffen, is de grond rondom deze palen opgespannen. De palen van de fundering van de nieuwe parkeergarage Extensie P1 zullen wel worden belast. Aangezien de nieuwe palen ook een grondverdringend paalsysteem betreffen, is de grond rondom deze palen ook opgespannen. Doordat de paalsystemen grondverdringend zijn, is het draagvermogen van de nieuwe palen die nabij oude palen staan, gelijk of hoger dan het draagvermogen van de palen zonder beïnvloeding van een nabij gesitueerde oude paal. Als minimale h.o.h.-afstand voor installatie-effecten wordt in het Funderingshandboek [2] een afstand van 2,25 à 2,5 * dvoet genoemd. In de praktijk wordt i.v.m. opspaneffecten van prefab heipalen in groepen ook wel een afstand 3 * dvoet gehanteerd (vuistregel). De hiervoor genoemde h.o.h.-afstanden zijn gebaseerd op installatie-effecten; niet op beïnvloeding van het draagvermogen. Kanttekening is wel dat voor de locaties waar de oude palen zeer dicht bij de nieuwe palen staan, er voor een deel interactie zou kunnen zijn met de schacht van de oude paal. Een klein deel van de zone waaraan het draagvermogen voor de nieuwe paal wordt ontleend zou een gereduceerde schachtweerstand kunnen hebben doordat hier geen interactie tussen korrels onderling is, maar interactie tussen korrels en de betonnen zijkant van een prefab paal, zie Figuur 1. Nieuwe paal Zone waaraan draagvermogen voor nieuwe paal wordt ontleend H.o.h.-afstand < 2 * dvoet Zone (ordegrootte korrelafmeting) met interactie tussen korrels en de betonnen zijkant van een Oude, onbelaste paal Figuur 1 Interactie schacht oude met nieuwe paal (schematisch, niet op schaal). De invloed op de schachtweerstand is echter zeer conservatief vanwege de eerdergenoemde opspanning door het installeren van de palen. Tevens is de zone met interactie tussen korrels en de betonnen zijkant van een prefab paal van ordegrootte korrelafmeting. De korrelspanningen zijn hierdoor niet beïnvloedt. Er is dan ook eerder verbetering dan verslechtering van het draagvermogen te verwachten. Voor een conservatieve blad 2 van /1017, rev. A

13 benadering van het schachtdraagvermogen kan ervoor worden gekozen om de schachtomtrek met een kwart te reduceren (over het niveau waar de oude paal zich bevindt) voor de locaties waar de oude palen op minder dan 2 * dvoet van de nieuwe palen staan. 4 Conclusie In dit memo is de beïnvloeding van de reeds aanwezige, onbelaste palen van het oude Hilton op het paaldraagvermogen van de nieuwe palen van parkeergarage Extensie P1 beschouwd, hieruit wordt het volgende geconcludeerd Voor palen met een h.o.h.-afstand groter dan of gelijk aan 2 * dvoet tussen de oude en de nieuwe palen is het draagvermogen gelijk aan of hoger dan de palen zonder beïnvloeding van een nabij gesitueerde paal. Voor palen met een h.o.h.-afstand kleiner dan 2 * dvoet tussen de oude en de nieuwe palen is het draagvermogen ook gelijk aan of hoger dan de palen zonder beïnvloeding van een nabij gesitueerde paal, maar voor een conservatieve benadering van het schachtdraagvermogen kan ervoor worden gekozen om de schachtomtrek met een kwart te reduceren (over het niveau waar de oude paal zich bevindt). blad 3 van /1017, rev. A

14 Bijlage B. Funderingsadvies incl. sonderingen Project parkeergarage P1 extensie te Schiphol Projectnummer UT09985 Datum Documentnummer DO-RA-0020 Pagina B-1

15 Funderingsadvies t.b.v. Uitbreiding parkeergarage P1 Schiphol a/d Ceintuurbaan Zuid te Schiphol Opdracht nr Rapport R01 Opdrachtgever Bartels Utrecht Burgemeester Verderlaan AD Utrecht Constructeur Bartels Utrecht Burgemeester Verderlaan AD Utrecht Datum grondonderzoek - Datum rapport 26 april 2017 Bijlagen Voorbeeldberekening negatieve kleef Voorbeeldberekening draagvermogen Fundex paal Berekeningsuitvoer horizontaal belaste paal situatie A, rekenwaarden Berekeningsuitvoer horizontaal belaste paal situatie B, rekenwaarden Berekeningsuitvoer horizontaal belaste paal situatie C, rekenwaarden Berekeningsuitvoer vrijstaande paal met kopmoment, rekenwaarden Resultaten grondonderzoek Geonius GA KOOPS & ROMEIJN GRONDMECHANICA De Ververt 11-08, 6605 AD Wijchen Tel

16 R01, 26 april INLEIDING Op 31 januari 2017 ontving Koops & Romeijn Grondmechanica van Bartels Ingenieursbureau te Utrecht de opdracht voor het uitbrengen van een funderingsadvies ten behoeve van de uitbreiding van een parkeergarage te Schiphol. Het geotechnisch grondonderzoek ter plaatse van de uitbreiding is uitgevoerd door Geonius onder opdrachtnummer GA De resultaten van dit onderzoek zijn door de opdrachtgever ter beschikking gesteld en als bijlage aan dit rapport toegevoegd. Volledigheidshalve wordt er op gewezen dat Koops & Romeijn grondmechanica / FundaTech voor de juistheid van de door derden uitgevoerde metingen en locatiebepalingen geen verantwoordelijkheid kan aanvaarden. Dit rapport bevat de resultaten van het door derden uitgevoerde grondonderzoek, alsmede het op basis hiervan opgestelde funderingsadvies. Het advies is opgesteld op basis van de geotechnische norm NEN (juni 2016). Naast de bepaling van het axiale draagvermogen van de palen is tevens een analyse uitgevoerd van de effecten van een horizontale belasting op de paalkop. 2.0 PROJECTOMSCHRIJVING Volgens de verstrekte gegevens omvat het plan de uitbreiding van een bovengrondse parkeergarage. De rekenwaarde van de paalbelasting (F c;d ) bedraagt maximaal circa 1400 kn. Ten gevolge van windbelasting en remkrachten kan op de paalkoppen tevens een horizontale belasting aangrijpen. Conform opgave constructeur bedraagt de horizontale paalkopbelasting maximaal circa 150 kn (rekenwaarde). Het bouwpeil wordt aangenomen op NAP -3,20 m. Voor het bouwwerk is verder aangehouden - de veiligheid / gevolgklasse (NEN-EN 1990) CC2 / RC2 - de Geotechnische Categorie (NEN , 2.1) GC2 - aanname stijfheid bebouwing niet-stijf 1

17 R01, 26 april GRONDONDERZOEK Het grondonderzoek is op 7 februari, 2 maart en ### 2017 uitgevoerd door Geonius, onder opdrachtnummer GA De sondeerresultaten zijn als bijlagen aan dit rapport toegevoegd. De sondeerlocaties zijn gewaterpast t.o.v. NAP. 4.0 TERREIN- EN GRONDGESTELDHEID De onderzochte bouwlocatie is gelegen aan de Ceintuurbaan Zuid te Schiphol. Ten tijde van het onderzoek bedroeg de maaiveldhoogte ter plaatse van de sondeerlocaties NAP -3,36 à -4,18 m. Op basis van het grondonderzoek kan de grondopbouw globaal als volgt worden omschreven Diepte in m t.o.v. NAP Grondbeschrijving Maaiveld tot -4,4 à -5,4 zand, zwak siltig, plaatselijk doorsneden door kleilaag -4,4 à -5,4 tot -7,7 à -9,5 klei, sterk zandig, plaatselijk doorsneden door zandlagen -7,7 à -9,5 tot -10,7 à -11,2 klei, zwak siltig, plaatselijk zwak humeus -10,7 à -11,2 tot -11,2 à -11,8 veen -11,2 à -11,8 tot circa -28,9 zand, variërend van matig vast tot zeer vast gepakt, plaatselijk doorsneden door los gepakte zandlagen, plaatselijk doorsneden door dunne kleilaag circa -28,9 = maximaal verkende diepte Helaas zijn binnen het kader van het grondonderzoek voor de uitbreiding van P-1 geen handboringen uitgevoerd en dus geen grondwaterstanden gemeten. Tijdens een grondonderzoek dat in mei 2014 en februari 2015 werd uitgevoerd ter plaatse van de nabijgelegen parkeergarage P-3 werden grondwaterstanden gemeten van circa NAP -5,65à -6,15 m. Tijdens grondonderzoek ten behoeve van het nabijgelegen Hilton Hotel werden grondwaterstanden gemeten van NAP -4,50 à -4,95 m. 2

18 R01, 26 april FUNDERINGSADVIES Gezien de aangetroffen grondopbouw en de aard van de bebouwing komt voor onderhavig project uitsluitend een fundering op palen in aanmerking. Op verzoek van de constructeur is voor de uitbreiding van de parkeergarage uitgegaan van een fundering bestaande uit trillingsvrij te installeren Fundex palen met groutinjectie (o.g.) met een rekenwaarde van de belasting van maximaal circa 1400 kn. Dergelijke belastingen kunnen aan de ondergrond overgedragen worden door middel Fundex palen met groutinjectie 380/450 mm en 460/560 mm. EISEN TEN AANZIEN VAN STABILITEIT EN VERVORMINGEN Van een geotechnische constructie moet worden onderzocht of één van de onderstaande grenstoestanden wordt bereikt - Uiterste grenstoestand (UGT) De uiterste grenstoestand waarbij op de grens van de constructie en de grond een bezwijkmechanisme optreedt; hiervoor moet worden getoetst of de rekenwaarde voor de belasting, eventueel vermeerderd met de optredende negatieve kleef, kleiner is dan de rekenwaarde van het paaldraagvermogen (Fc;d + Fnk;d Rc;d). - Bruikbaarheidsgrenstoestand (BGT) Bruikbaarheidsgrenstoestand waarbij de vervormingen leiden tot verlies aan bruikbaarheid, schade of hoge onderhoudskosten. In de meest voorkomende situaties zal, als aan de uiterste grenstoestand wordt voldaan, de paalkopzakking relatief gering zijn. Door deze relatief geringe paalkopzakkingen, wordt tevens voldaan aan de vervormingseisen voor de bruikbaarheidsgrenstoestand. In verband met de aanwezigheid van samendrukbare klei- en veenlagen zal negatieve kleef kunnen optreden. Hiermee is rekening gehouden bij de bepaling van de toelaatbare paalbelasting. 3

19 R01, 26 april 2017 UITGANGSPUNTEN EN BEREKENINGSMETHODEN In het onderstaande zullen de uitgangspunten en berekeningsmethoden voor het bepalen van de negatieve kleef en het paaldraagvermogen nader worden toegelicht. Van de berekening van de draagkracht van de palen is een voorbeeldberekening in dit rapport opgenomen. - Bepaling van de rekenwaarde van de negatieve kleef Voor dit project is, in verband met de aangetroffen bodemgesteldheid, rekening gehouden met het optreden van negatieve kleef langs de paalschachten tot een niveau van NAP -11,05 à -11,80 m. Bij de bepaling van de negatieve kleef is rekening gehouden met een bovenbelasting van 5,4 kn/m 2 ten gevolge van een mogelijke, beperkte terreinophoging. - Bepaling van de maximale draagkracht van een paal De maximale draagkracht van de paal, op basis van het resultaat van sondering i, is bepaald conform NEN Rc;cal;i = Rb;cal;max;i + Rs;cal;max;i waarin Rc;cal;i = maximale draagkracht van de paal bij sondering i (kn) Rb;cal;max;i = maximale draagkracht van de paalpunt bij sondering i (kn) Rs;cal;max;i = maximale schachtwrijvingskracht bij sondering i (kn) Voor verdere uitwerking van deze formule, de berekening van de beide componenten en de bepaling van de diverse factoren ( p,, s en s), welke benodigd zijn voor de berekeningen van de draagkracht, wordt verwezen naar de voorbeeldberekening die in dit rapport is opgenomen. De aan te houden factoren staan vermeld in Tabel 7.c van NEN (juni 2016). De positieve schachtwrijving is ontleend aan de doorgaande zandlagen waarin de palen worden gefundeerd. 4

20 R01, 26 april Bepaling van de karakteristieke waarde van de draagkracht Voor de bepaling van de karakteristieke waarde van de maximale draagkracht van een paal kan worden uitgegaan van één van de volgende situaties - A. Palen onder een niet-stijf bouwwerk of een gedeelte daarvan. - B. Palen onder een stijf bouwwerk of een gedeelte daarvan. Voorts is het aantal sonderingen (N) dat voldoet aan het gestelde in NEN van belang. Gezien de aard van de draagconstructie van de parkeergarage, wordt voor dit project uitgegaan van een niet-stijf bouwwerk. Situatie A wordt nader uitgewerkt. A. Palen onder een niet-stijf bouwwerk of een gedeelte daarvan De karakteristieke waarde van de draagkracht van een paal wordt bepaald met de volgende formules Rc;k = Rc;cal / 3 waarin Rc;k Rc;cal = de karakteristieke waarde van het draagvermogen = het berekende draagvermogen van de paal in de uiterste grenstoestand. 3 = factor, afhankelijk van het aantal sonderingen, bepaald volgens NEN , Tabel A.10a. (bij aantal sonderingen N 3 geldt 3 = 4) - Bepaling van de rekenwaarde voor de maximale draagkracht De rekenwaarde voor de maximale draagkracht van een paal (Rc;d) wordt bepaald met Rc;d = Rc;k / t waarin t = partiële weerstandsfactor op de totale weerstand, welke volgens NEN , bijlage A, tabel A.7, voor op druk belaste palen de waarde 1,20 heeft. 5

21 R01, 26 april 2017 TOETSING Zoals eerder aangegeven, wordt de sterkte-eis behorend bij de uiterste grenstoestand getoetst Fc;d Rc;d - Fnk;d In tabel 1 op bladzijde 7 t/m 11 van dit rapport, zijn per sondering de geadviseerde paalpuntniveaus aangegeven. Hierbij is uitgegaan van Fundex palen met groutinjectie met schacht-/puntdiameters van 380/450 en 460/560 mm. Indien de rekenwaarde voor de paalbelasting kleiner is dan (of gelijk aan) de genoemde waarden in tabel 1, wordt voldaan aan de uiterste grenstoestand. Tevens zal dan, in de meest voorkomende situaties, worden voldaan aan de bruikbaarheidsgrenstoestand. VEERCONSTANTEN Uitgaande van karakteristieke waarden voor het paaldraagvermogen (Rc;k) en de paalbelasting (Fk + Fnk;rep) is de veerconstante voor de paalkopzakking bepaald. Hierbij is voor de karakteristieke paalkopbelasting uitgegaan van de waarde bepaald uit Fk = Rc;net;d / 1,35. Voor sondering SW15 zijn, voor een paalpuntniveau van NAP -18,00 m, de navolgende indicatieve waarden berekend Paalafmeting in mm Rc;net;d in kn Veerconstante voor paalkopzakking in kn/m 1 380/ k = / k = Opgemerkt wordt dat palen die grondmechanisch niet worden uitgenut, stijver reageren dan palen welke wel uitgenut worden. Dit kan voorkomen bij palen die om praktische redenen op een niveau met een hogere draagkracht worden gefundeerd dan noodzakelijk is om aan de gestelde eisen te voldoen. 6

22 R01, 26 april 2017 De draagvermogenberekeningen zijn uitgevoerd conform de norm NEN (juni 2016), waarbij de constructie is geplaatst in de categorie GC 2. Voor de Fundex palen met groutinjectie zijn de navolgende paalfactoren gehanteerd Paaltype Fundex paal g.i. p 0,63 s 0,009 t 0,009 1,0 s 1,0 Gezien het aantal uitgevoerde sonderingen is voor de factoren 3 en 4 een waarde van 1,30 aangehouden. Daar de palen worden geïnstalleerd in een draagkrachtige zandlaag, zijn de vervormingsgrenstoestanden, gezien de beperkte zakkingen van de palen onder invloed van de belasting, niet maatgevend. Tabel 1 Paalpuntniveaus en rekenwaarden netto draagkracht (Rc;net;d = Rc;d Fnk;rep) Sondering Maaiveldniveau Paalpuntniveau Fundex palen g.i. [m t.o.v. NAP] [m t.o.v. NAP] 380 / 450 mm SW01-3,74-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00-22,50 SW02-3,59-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00 Rekenwaarde netto draagkracht [kn] ** ** 1130** ** / 560 mm ** ** 1560** **

23 R01, 26 april 2017 Sondering Maaiveldniveau Paalpuntniveau Fundex palen g.i. [m t.o.v. NAP] [m t.o.v. NAP] 380 / 450 mm SW03-3,57-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00-22,50 SW04-3,41-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00 SW05-3,95-16,00-16,50-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00-22,50 SW06-4,18-16,00-16,50-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00 Rekenwaarde netto draagkracht [kn] ** ** ** / 560 mm ** ** ** ** **

24 R01, 26 april 2017 Sondering Maaiveldniveau Paalpuntniveau Fundex palen g.i. [m t.o.v. NAP] [m t.o.v. NAP] 380 / 450 mm SW ,00-16,50-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00-22,50 SW08-3,54-16,00-16,50-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50 SW09-3,74-16,00-16,50-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00-22,50 SW10-4,05-16,00-16,50-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00 Rekenwaarde netto draagkracht [kn] 740** 730** ** ** 1220** ** ** 1250** / 560 mm 1070** 1040** ** ** ** 1670** 1580** ** ** 1530** --- 9

25 R01, 26 april 2017 Sondering Maaiveldniveau Paalpuntniveau Fundex palen g.i. [m t.o.v. NAP] [m t.o.v. NAP] 380 / 450 mm SW11-3,72-16,00-16,50-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50 SW12-3,62-16,00-16,50-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00 SW13-3,36-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00-22,50-23,00 SW14-3,61-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00-22,50-23,00 Rekenwaarde netto draagkracht [kn] ** ** ** / 560 mm ** ** **

26 R01, 26 april 2017 Sondering Maaiveldniveau Paalpuntniveau Fundex palen g.i. [m t.o.v. NAP] [m t.o.v. NAP] 380 / 450 mm SW15-3,72-16,00-16,50-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00-22,50 SW16-3,48-16,00-16,50-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00-22,50 SW17-3,63-16,00-16,50-17,00-17,50-18,00-18,50-19,00-19,50-20,00-20,50-21,00-21,50-22,00-22,50 Rekenwaarde netto draagkracht [kn] ** ** / 560 mm ** ** ** niet dieper; toepassing van een dieper paalpuntniveau leidt tot een afname van het paaldraagvermogen! Opmerking De waarden in tabel 1 hebben uitsluitend betrekking op het grondmechanische draagvermogen van de palen. Daarnaast dient ook de constructieve sterkte van de paal(schacht) te worden gecontroleerd. Deze is mede afhankelijk van de toegepaste betonkwaliteit en wapening. Bij de controle van de constructieve sterkte van de paalschacht dient rekening te worden gehouden met het optreden van een negatieve kleefbelasting van circa 95 à 120 kn/m 1 (kn per meter paalomtrek). 11

27 R01, 26 april UITVOERING FUNDEX PALEN Bij toepassing van Fundex palen, eventueel met groutinjectie, dient voor de installatie een hierin gespecialiseerd, gerenommeerd aannemingsbedrijf te worden ingeschakeld. Geadviseerd wordt de eerste paal zo dicht mogelijk bij een sondering te installeren. Het waargenomen installatiegedrag voor wat betreft draaimoment, zakkingssnelheid en verbruikte hoeveelheid specie kan in combinatie met het sondeerbeeld een indicatie vormen voor de controle van tussen de sonderingen te installeren palen. Tijdens het oscillerend (!) trekken van de buis dient er op te worden toegezien dat het niveau van de betonmortel zich altijd minimaal op of boven het werkniveau bevindt, zodat een regelmatige opbouw van de paalschacht wordt verkregen. Van iedere paal dienen tenminste de bovengenoemde gegevens en het bereikte paalpuntniveau te worden genoteerd. Deskundig toezicht tijdens het gehele installatieproces is een vereiste. Gezien het gevaar van welvorming/piping door de paalschachten wordt nadrukkelijk geadviseerd met de paalleverancier te overleggen omtrent de noodzaak van een aanpassing van de betonsamenstelling. Voor nadere gegevens omtrent de installatie van de palen en de toe te passen paalwapening wordt verwezen naar de KIWA beoordelingsrichtlijn voor in de grond gevormde palen BRL-2356 (K-237/01, bijlage E), de NEN-EN en de NVN CONTROLE PAALSCHACHT Ter controle wordt geadviseerd alle in de grond gevormde palen akoestisch door te meten. Deze testen geven informatie over de paallengte, doorsnedenvariaties, scheuren en andere inhomogeniteiten. Gebleken is dat met deze testmethode meestentijds, alhoewel niet altijd, eventuele gebreken zijn op te sporen tegen geringe kosten. Voorts zij het benadrukt dat het akoestisch doormeten informatie verschaft over de fysieke kwaliteit van de palen alsmede over de dimensies ervan, doch niet over het paaldraagvermogen. 12

28 R01, 26 april EFFECTEN HORIZONTALE PAALBELASTING / PAALKOPMOMENTEN Ten gevolge van de windbelasting en remkrachten kunnen aanzienlijke horizontale belastingen optreden op delen van de paalfundering. Deze horizontale belastingen worden telkens, door middel van poeren of balken, over meerdere palen verdeeld. Op de vrijstaande palen kan een kopmoment aangrijpen ten gevolge van plaats afwijkingen van de palen. Ten gevolge van voornoemde belastingen ontstaan buigende momenten en dwarskrachten in de paalschachten. Tevens zullen de palen een horizontale uitbuiging vertonen. De optredende doorsnedekrachten in de palen alsmede de optredende uitbuiging van de palen zijn berekend voor een viertal -door de constructeur opgegeven- belastingsituaties. De resultaten van deze berekeningen worden in het vervolg van dit hoofdstuk gepresenteerd. Palen Op verzoek van de constructeur zijn analyses uitgevoerd van de effecten van een horizontale paalkopbelasting op Fundexpalen met een schacht 460 mm. Rekening houdend met het optreden van enige scheurvorming ten gevolge van de buigende momenten in de paal is bij de berekeningen uitgegaan van een elasticiteitsmodulus van de paaldoorsnede van E = 10 x 10 6 kn/m 2. Aldus zijn voor de beschouwde palen de volgende stijfheden (EI) bepaald EI = knm 2 W = cm 3 Het kopniveau van de palen ligt, conform het verstrekte palenplan, op NAP -4,85 m. In de berekeningen voor de horizontaal belaste palen is een paalpuntniveau aangehouden van NAP -20,00 m. Grondopbouw De geotechnische parameters welke in de berekeningen voor de verschillende grondlagen zijn gehanteerd, zijn op basis van de onderzoeksresultaten en ervaring bepaald. Hierbij is een conservatieve inschatting van de grondeigenschappen gemaakt. 13

29 R01, 26 april 2017 Bij de berekeningen voor de Fundexpalen is uitgegaan van onderstaande geschematiseerde, representatieve grondopbouw. Tabel 2 schematische grondopbouw (karakteristieke waarden, alleenstaande palen) laagnr. grondsoort bovenzijde laag [-] [m t.o.v. NAP] rep c rep / sat [ ] [kn/m 2 ] [kn/m 3 ] 1(a) klei, zwak zandig -4,85 22,5 0 15/15 2 zand, los gepakt -7,30 28,0 0 17/19 3 klei, zwak siltig -7,75 20,0 0 14/14 4 klei, zwak humeus -9,50 17,5 2 13/13 5 veen -10,20 15,0 2,5 11/11 6 zand, matig vast -11,80 32,5 0 18/20 De grondwaterstand is bij de berekeningen aangehouden op NAP -5,00 m. De gronddekking welke aanwezig is boven het paalkopniveau, heeft een gunstig effect op de spanningstoestand in de ondergrond en daardoor op de berekeningsresultaten. Deze bovenbelasting is in de berekening verdisconteerd door een toplaag in te voeren (1) met een hoger soortelijk gewicht. Aangezien de horizontaal belaste palen onder de balken en poeren onder de parkeergarage niet als alleenstaande palen kunnen worden beschouwd, is in de uitgevoerde berekeningen voor deze palen rekening gehouden met groepswerking. Hierdoor is de per paal te mobiliseren grondweerstand beperkt. Uitgaande van een h.o.h. afstand van de palen van 1,40 m is een representatieve reductiefactor voor de te mobiliseren weerstand bepaald van 0,77. De grondeigenschappen zijn in de berekeningen voor de palen in paalgroepen zodanig aangepast, dat de bijbehorende reductie van de te mobiliseren weerstand wordt verkregen. Berekeningsmethode De berekeningen zijn uitgevoerd met behulp van de single pile module van het programma D-Sheet Piling, versie Dit programma is gebaseerd op het principe van d.m.v. elastoplastische veren ondersteunde liggers. Berekeningen uitgevoerd voor zowel rekenwaarden als karakteristieke waarden van de paalkopbelastingen en de grondeigenschappen. Uit de eerstgenoemde berekeningen volgen de rekenwaarden van de optredende buigende momenten en dwarskrachten in de paalschacht. Uit de berekeningen op basis van karakteristieke waarden volgt de optredende (rekenkundige) uitbuiging van de paal. 14

30 R01, 26 april 2017 Doordat de paalkopwapening, ter plaatse van de meerpaals poeren en -balken, wordt opgenomen in de stijve funderingsconstructie, worden de betreffende palen aan de bovenzijde ingeklemd. Daar de funderingsconstructie niet oneindig stijf is, is deze inklemming in de berekening gemodelleerd als een stijve rotatieveer. Berekeningen zijn uitgevoerd voor een drietal, door de constructeur opgegeven horizontale paalkopbelastingen Situatie A Fhor;kar = 40 kn, Fv;kar = 950 kn Fhor;d = 60 kn, Fv;d = 1400 kn Situatie B Fhor;kar = 70 kn, Fv;kar = 950 kn Fhor;d = 105 kn, Fv;d = 1400 kn Situatie C Fhor;kar = 100 kn, Fv;kar = 950 kn Fhor;d = 150 kn, Fv;d = 1400 kn Deze belastingsituaties zijn van toepassing op palen in paalgroepen, waarbij dus is gerekend met gereduceerde grondeigenschappen. Daarnaast is een berekening uitgevoerd voor een alleenstaande paal, belast door een kopmoment Situatie D Mkar = 95 knm, Fv;kar = 950 kn Md = 140 kn, Fv;d = 1400 kn 15

31 R01, 26 april 2017 Berekeningsresultaten palen in paalgroepen Zoals vermeld, zijn berekeningen uitgevoerd voor drie verschillende belastingsituaties. Voor iedere situatie zijn telkens twee berekeningen uitgevoerd op basis van rekenwaarden en karakteristieke waarden (van belasting en grondeigenschappen). In totaal zijn derhalve 6 verschillende situaties doorgerekend. De berekeningsresultaten zijn samengevat in tabel 3. In de tabel zijn weergegeven - de beschouwde horizontale paalkopbelasting (rekenwaarde/karakteristieke waarde) - het berekende maximale moment in de paalschacht (rekenwaarde) - de berekende maximale dwarskracht in de paalschacht (rekenwaarde) - de maximale horizontale uitbuiging van de paalkop (karakteristieke waarde) Tabel 3 berekeningsresultaten bij de beschouwde belastingsituaties Beschouwde situatie [-] Horizontale belasting (rekenwaarde/ karakteristiek) [kn] Fundexpaal 460 mm, in paalgroep Maximaal buigend moment (rekenwaarde) [knm] Maximale dwarskracht (rekenwaarde) [kn] Maximale uitbuiging (karakteristiek) [mm] A 60 / 40 94,5 60 6,4 B 105 / , ,1 C 150 / , ,0 In de bijlagen is, voor elke beschouwde situatie, het uitvoerbestand van D-Sheet Piling voor de berekening op basis van rekenwaarden weergegeven, waarin invoergegevens en berekeningsresultaten meer uitgebreid zijn gepresenteerd. In de betreffende bijlagen is zowel een grafische weergave van het verloop van de doorsnedekrachten opgenomen, als ook een numerieke. Hieruit kan het verloop van het buigend moment en de dwarskracht in de paalschacht worden afgelezen. Berekeningsresultaten alleenstaande palen Voor de alleenstaande palen is een berekening uitgevoerd, uitgaande van het optreden van een kopmoment ten gevolge van afwijkingen in de paalposities. Bij de berekening is tevens rekening gehouden met het optreden van een normaalkracht van 950 kn / 1400 kn (karakteristiek / rekenwaarde). De berekeningsresultaten voor de alleenstaande palen zijn samengevat in tabel 4. 16

32 R01, 26 april 2017 In de tabel zijn weergegeven - het beschouwde kopmoment (rekenwaarde/karakteristieke waarde) - het berekende maximale moment in de paalschacht (rekenwaarde) - de berekende maximale dwarskracht in de paalschacht (rekenwaarde) - de maximale horizontale uitbuiging van de paalkop (karakteristieke waarde) Tabel 4 berekeningsresultaten bij de beschouwde belastingsituaties Beschouwde situatie [-] Kopmoment (rekenwaarde/ karakteristiek) [knm] Fundexpaal 460 mm, alleenstaand Maximaal buigend moment (rekenwaarde) [knm] Maximale dwarskracht (rekenwaarde) [kn] Maximale uitbuiging (karakteristiek) [mm] D 140 / ,9 53,8 17,3 In de bijlagen is het uitvoerbestand van D-Sheet Piling voor de berekening op basis van rekenwaarden weergegeven, waarin invoergegevens en berekeningsresultaten meer uitgebreid zijn gepresenteerd. In de betreffende bijlage is zowel een grafische weergave van het verloop van de doorsnedekrachten opgenomen, als ook een numerieke. Hieruit kan het verloop van het buigend moment en de dwarskracht in de paalschacht worden afgelezen. Consequentie funderingspalen (wapening) De toe te passen Fundexpalen (o.g.) dienen van voldoende wapening te worden voorzien, zodat de optredende buigende momenten en dwarskrachten door de paalschacht kunnen worden opgenomen. De toe te passen wapening dient door de paalleverancier te worden bepaald en ter goedkeuring aan de constructeur te worden voorgelegd. Koops & Romeijn Grondmechanica ir. J.Th.M. Nicolasen adviseur geotechniek 17

33 R01, 26 april 2017 VOORBEELDBEREKENING NEGATIEVE KLEEF - gehanteerde sondering SW03 - paaltype Fundex paal g.i. - schachtafmeting 460 mm Voor de berekening is ervan uitgegaan dat de bodem samendrukbaar is tot een niveau van NAP -11,30 m. De daaronder gelegen lagen zijn dermate zanderig dat hierin geen zetting en derhalve geen negatieve kleef zijn te verwachten. De grondopbouw is geschematiseerd in 3 lagen een ophooglaag of droge zone, een samendrukbare laag en een onsamendrukbare funderingslaag. Bij de bepaling van de negatieve kleef is verder rekening gehouden met een bovenbelasting van 5,4 kn/m 2 ten gevolge van een mogelijke terreinophoging. Berekening negatieve kleef De representatieve waarde van de maximale negatieve kleefbelasting van een alleenstaande paal volgens hoofdstuk NEN bedraagt Fnk;rep = (h1.ko;1.tan 1.(P0 + 'v;1)/2 + h2.ko;2.tan 2.( 'v;1 + 'v;2)/2). Os = 141,9 kn. waarin in dit geval h1 = dikte van de ophooglaag of de droge zone van de bodem 0,33 m h2 = dikte van de samendrukbare lagen 7,40 m Ko;1.tan 1 = product van de representatieve waarde van de neutrale gronddruk factor met de tangens van de wrijvingshoek tussen paal en grond voor de ophooglaag of droge zone 0,32 - Ko;2.tan 2 = idem voor de samendrukbare lagen 0,25 - P0 = bovenbelasting ten gevolge van eventuele terreinophoging 5,4 kn/m² 'v;1 = representatieve waarde van de effectieve verticale spanning onder de ophooglaag 11,3 kn/m² 'v;2 = idem onder de samendrukbare lagen 74,8 kn/m² Os = omtrek van de paalschacht 1,445 m De rekenwaarde van de maximale negatieve kleefbelasting van een alleenstaande paal bedraagt Fnk;d = Fs;nk;rep. f;nk = 142 kn. waarin in dit geval f;nk = belastingsfactor voor de negatieve kleef (hoofdstuk (7b) uit NEN ) 1,0 -

34 R01, 26 april 2017 VOORBEELDBEREKENING VAN HET DRAAGVERMOGEN CONFORM NEN Voor de berekening is het draagvermogen van een paal bij sondering SW03 uitgewerkt. Paaltype Fundex paal g.i. Paalgegevens paalpuntniveau - NAP -21,50 m paalomtrek (Op) - 1,445 m paalafmeting - 460/560 mm voetoppervlak (Apunt) - 0,2463 m² Het draagvermogen is opgebouwd uit puntdraagvermogen en positieve schachtwrijving in de zandige lagen. De maximale draagkracht van de paal bij sondering i (Rc;cal;i in kn) is bepaald volgens Rc;cal; i = Rb;cal;max;i + Rs;cal;max;i waarbij Rb;cal;max;i Rs;cal;max;i = maximale draagkracht van de paalpunt bij sondering i (kn) = maximale schachtwrijvingskracht bij sondering i (kn) De berekening van beide componenten wordt onderstaand nader uitgewerkt, de index i wordt hierbij verder niet vermeld. Maximale draagkracht van de paalpunt De maximale draagkracht van de paalpunt (Rb;cal in kn) wordt bepaald met Rb;cal;max = Apunt qb;max waarin Apunt = oppervlakte van de paalpunt (m²) qb;max = maximale puntweerstand (NEN ) (kn/m²) waarbij qb;max = ½ p s [½ (qc;i;gem + qc;ii;gem) + qc;iii;gem ] waarin rekening houdend met het paaltype p = 0,63 (paalfactor, volgens tabel 7.c van NEN ) = 1,0 (paalvoetvormfactor, volgens (10)(g) van NEN ) s = 1,0 (vormfactor, volgens (10)(h) van NEN ) en de uit de sondering bepaalde waarden qc;i;gem qc;ii;gem qc;iii;gem = gemiddelde conusweerstand over een traject van 0,7 à 4d onder de punt. In dit geval 9,60 MN/m². = minimale conusweerstand binnen het traject van 0,7 à 4d onder de punt. In dit geval 8,54 MN/m². = gemiddelde minimale conusweerstand over een traject van 8d boven de punt. In dit geval 8,43 MN/m². zodat qb;max = 5,512 MN/m² en Rb;cal;max = 1357 kn

35 R01, 26 april 2017 Maximale positieve schachtwrijving De maximale positieve paalschachtwrijving (Rs;cal in kn) wordt bepaald met Rs;cal;max = Op l s q c;gem waarin Os = omtrek van de paalschacht, voor het beschouwde paaltype 1,445 m l = lengte waarover schachtwrijving in rekening wordt gebracht, in dit geval 10,00 m (van NAP -11,50 m tot -21,50 m) s = 0,009 (paalklassefactor, volgens tabel 7.c van NEN ) qc;gem = de gemiddelde conusweerstand in de tot de schachtwrijving bijdragende zandlagen, in dit geval 11,44 MN/m². zodat Rs;cal;max = 1,445 m 10,00 m 0,009 11,44 10³ kn/m² = 1488 kn Maximale draagkracht van de paal Het maximale draagvermogen (Rc;cal) is berekend met Rc;cal = Rb;cal;max + Rs;cal;max dus Rc;cal = 1357 kn kn = 2845 kn. Bepaling karakteristieke waarde Uitgaande van palen onder een niet-stijf bouwwerk of een gedeelte daarvan, wordt de karakteristieke waarde van het paaldraagvermogen als volgt bepaald Rc;k = Rc;cal / 3 Voor het onderhavige project is uitgegaan van 3 = 1,30 (NEN , Tabel A.10a) Rc;k = 2845 kn / 1,30 = 2189 kn De rekenwaarde van de maximale draagkracht (Rc;d) wordt bepaald met Rc;d = Rc;k / t met t = 1,20 (partiële weerstandsfactor op de totale weerstand voor op druk belaste palen, volgens NEN , bijlage A, Tabel A.7). dus Rc;d = 2189 / 1,20 = 1824 kn Bepaling rekenwaarde toelaatbare belasting Fc;d Fc;d Rc;d Fnk;d met Fnk;d = rekenwaarde negatieve kleef, in dit geval 142 kn dus F c;d = 1682 kn (in de tabel afgerond op 1680 kn)

36 R01, 26 april 2017 Berekeningsuitvoer horizontaal belaste paal situatie A, rekenwaarden

37 Momenten/Krachten/Verplaatsingen Dwarskrachten [kn] Verplaatsingen [mm] Max -13,8 Diepte [m] -13 Diepte [m] Buigende Momenten [knm] M support 94,5 01 klei, zw. zandig 01a klei, zw. zandig 02 zand, los 03 klei, zw. siltig 04 klei, zw. hum 05 veen 460 mm E=10E6 kn/m zand. matig vast Max 22,0 - Min -94,5 Max 60,0 - Min -7,4 Diepte [m] D-Sheet Piling 16.1 ø 460 mm groep DES reduced.shi Koops & Romeijn grondmechanica FundaTech De Ververt AD Wijchen TELEPHONE (024) TELEFAX (024) date 4/19/2017 drw. JN Extensie parkeergarage P1 Schiphol Fundexpalen g.i. ø 460 mm, DESIGN Fhor;d = 60 kn; Fv;d = 1400 kn ctr. form. A4

38 Rapport voor D-Sheet Piling 16.1 Ontwerp van Diepwanden en Damwanden Ontwikkeld door Deltares Bedrijfsnaam Koops & Romeijn grondmechanica FundaTech Datum van rapport 4/19/2017 Tijd van rapport PM Datum van berekening 4/19/2017 Tijd van berekening PM Bestandsnaam Projectbeschrijving U\..\palen horizontaal belast\ø 460 mm groep DES reduced Extensie parkeergarage P1 Schiphol Fundexpalen g.i. ø 460 mm, DESIGN Fhor;d = 60 kn; Fv;d = 1400 kn

39 Koops & Romeijn grondmechanica FundaTech D-Sheet Piling Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 2 Overzicht Overzicht van de Maxima 3 3 Invoergegevens Algemene Invoergegevens Paaleigenschappen Algemene eigenschappen Stijfheid EI (elastisch gedrag) Maximale toelaatbare momenten Overzicht Normaalkrachten Verende Steunpunten Horizontale Krachten Waterniveau Maaiveld Eigenschappen van de grondmaterialen Eigenschappen van de grondmaterialen berekend met Brinch Hansen Beddingsconstanten 6 4 Berekeningsresultaten Grafieken van Momenten, Krachten en Verplaatsingen Momenten, Krachten en Verplaatsingen Stijve en Verende Steunpunten 9 4/19/2017 U\..\ø 460 mm groep DES reduced Pagina 2

40 Koops & Romeijn grondmechanica FundaTech D-Sheet Piling Overzicht 2.1 Overzicht van de Maxima Verplaatsing Moment Dwarskracht Mob. perc. Mob. perc. moment weerstand [mm] [knm] [kn] [%] [%] -13,8-94,52 60,00 0,4 1,9 4/19/2017 U\..\ø 460 mm groep DES reduced Pagina 3

41 Koops & Romeijn grondmechanica FundaTech D-Sheet Piling Invoergegevens 3.1 Algemene Invoergegevens Model Soortelijk gewicht van water Enkele paal; Paal belast door krachten 10,00 kn/m³ 3.2 Paaleigenschappen Lengte 15,15 m Bovenkant -4,85 m Aantal secties Algemene eigenschappen Snede Van Tot Materiaal Diameter naam type [m] [m] [m] ø 460 mm E= ,00-4,85 Beton 0, Stijfheid EI (elastisch gedrag) Snede Elastische Red. factor Gecorrig. elas. Toelichting op naam stijfheid EI op EI stijfheid EI reductiefactor [knm²] [-] [knm²] ø 460 mm E= ,1979E+04 1,00 2,1980E Maximale toelaatbare momenten Snede Mr;kar;el Modificatie Materiaal Red. factor Mr;d;el naam factor factor toelaat. moment [knm] [-] [-] [-] [knm] ø 460 mm E= ,00 1,00 1,10 1,00 0, Overzicht Overzicht -4,85-5,00 Fnormal [kn] -4,85-5,00-5,85 Balk/Poer Fhor;d = 60 kn 01 klei, zw. zandig -5,85-7,30-7,75-9,50-10,20-11,75 01a klei, zw. zandig 02 zand, los 03 klei, zw. siltig 04 klei, zw. hum 05 veen -7,30-7,75-9,50-10,2-11,7 ø 460 mm E=10E6 kn/m2 06 zand. matig vast /19/2017 U\..\ø 460 mm groep DES reduced Pagina 4

42 Koops & Romeijn grondmechanica FundaTech D-Sheet Piling Normaalkrachten Naam Kracht op Kracht op maaiveld- Kracht op maaiveld- Kracht op bovenkant damwand niveau, linkerkant niveau, rechterkant onderkant damwand [kn] [kn] [kn] [kn] Ndes 1400, , , , Verende Steunpunten Naam Niveau Rotatie Translatie [m] [knm/rad] [kn/m] Balk/Poer -4,85 1,00000E+06 0,00000E Horizontale Krachten Naam Niveau Belasting [m] [kn] Fhor;d = 60 kn -4,85-60, Waterniveau Freatisch niveau -5,00 [m] 3.8 Maaiveld Maaiveldniveau -4,85 [m] 3.9 Eigenschappen van de grondmaterialen Laag Niveau Volumegewicht Cohesie Wrijvingshoek Brinch naam Onverz. Verz. phi Hansen [m] [kn/m³] [kn/m³] [kn/m²] [graad] gebruikt 01 klei, zw. zan... -4,85 30,00 30,00 0,00 16,85 Ja 01a klei, zw. za... -5,85 15,00 15,00 0,00 16,94 Ja 02 zand, los -7,30 17,00 19,00 0,00 22,01 Ja 03 klei, zw. siltig -7,75 14,00 14,00 0,00 15,33 Ja 04 klei, zw. hum -9,50 13,00 13,00 0,96 13,16 Ja 05 veen -10,20 11,00 11,00 1,21 11,00 Ja 06 zand. matig ,75 18,00 20,00 0,00 26,80 Ja Laag Niveau Gronddrukcoëfficiënten Wateroverspanning naam Actief Neutraal Passief Boven Onder [m] [-] [-] [-] [kn/m²] [kn/m²] 01 klei, zw. zan... -4,85 0,00 0,00 2,20 0,00 0,00 01a klei, zw. za... -5,85 0,00 0,00 2,82 0,00 0,00 02 zand, los -7,30 0,00 0,00 4,87 0,00 0,00 03 klei, zw. siltig -7,75 0,00 0,00 2,82 0,00 0,00 04 klei, zw. hum -9,50 0,00 0,00 2,34 0,00 0,00 05 veen -10,20 0,00 0,00 1,87 0,00 0,00 06 zand. matig ,75 0,00 0,00 10,07 0,00 0, Eigenschappen van de grondmaterialen berekend met Brinch Hansen Laag Niveau Fictieve naam cohesie [m] [kn/m²] 01 klei, zw. zan... -4,85 0,00 01a klei, zw. za... -5,85 0,00 02 zand, los -7,30 0,00 03 klei, zw. siltig -7,75 0,00 04 klei, zw. hum -9,50 4,34 05 veen -10,20 5,58 06 zand. matig ,75 0,00 4/19/2017 U\..\ø 460 mm groep DES reduced Pagina 5

43 Koops & Romeijn grondmechanica FundaTech D-Sheet Piling Beddingsconstanten Laag Niveau Ménard E-Mod Grondtype Tak 1 naam gebruikt Ménard Ménard Boven Onder [m] [kn/m²] [kn/m³] [kn/m³] 01 klei, zw. zan... -4,85 Ja 1423,00 Klei 5764, ,30 01a klei, zw. za... -5,85 Ja 1423,00 Klei 5764, ,30 02 zand, los -7,30 Ja 1195,00 Zand 7155, ,11 03 klei, zw. siltig -7,75 Ja 955,00 Klei 3868, ,52 04 klei, zw. hum -9,50 Ja 1185,00 Klei 4800, ,20 05 veen -10,20 Ja 2075,00 Veen 5970, ,27 06 zand. matig ,75 Ja 5925,00 Zand 35476, ,18 4/19/2017 U\..\ø 460 mm groep DES reduced Pagina 6

44 Koops & Romeijn grondmechanica FundaTech D-Sheet Piling Berekeningsresultaten Aantal iteraties Grafieken van Momenten, Krachten en Verplaatsingen Momenten/Krachten/Verplaatsingen -5 Buigende Momenten [knm] M support 94,5 01 klei, zw. zandig -5 Dwarskrachten [kn] -5 Verplaatsingen [mm] a klei, zw. zandig 02 zand, los klei, zw. siltig klei, zw. hum veen Diepte [m] mm E=10E6 kn/m2 Diepte [m] Diepte [m] zand. matig vast Max 22,0 - Min -94, Max 60,0 - Min -7, Max -13,8 4.2 Momenten, Krachten en Verplaatsingen Segment Niveau Moment Dwarskracht Verplaatsing nummer [m] [knm] [kn] [mm] 1-4,85-94,52 60,00-13,8-4,88-92,71 59,99-13,8-4,91-90,89 59,95-13,8-4,94-89,08 59,88-13,7-4,97-87,26 59,78-13,7 2-5,00-85,46 59,66-13,7 2-5,00-85,46 59,66-13,7-5,08-80,23 59,20-13,6-5,17-75,05 58,59-13,5-5,25-69,93 57,84-13,4-5,34-64,88 56,94-13,3 3-5,42-59,91 55,89-13,1 3-5,42-59,91 55,89-13,1-5,51-54,90 54,70-12,9-5,59-50,00 53,36-12,7-5,68-45,22 51,88-12,5-5,76-40,57 50,25-12,2 4-5,85-36,07 48,47-12,0 4-5,85-36,06 48,45-12,0-6,00-28,65 44,33-11,5-6,14-21,84 40,12-11,0-6,29-15,64 35,97-10,5-6,43-10,03 32,03-10,0 5-6,58-4,97 28,28-9,5 5-6,58-4,98 28,27-9,5-6,72-0,42 24,73-8,9 4/19/2017 U\..\ø 460 mm groep DES reduced Pagina 7