Toelichting bij het boekje Vorming in de context Samenlevingsvormen'

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toelichting bij het boekje Vorming in de context Samenlevingsvormen'"

Transcriptie

1 Toelichting bij het boekje Vorming in de context Samenlevingsvormen' De concept-contextbenadering is gekozen als grondslag voor het nieuwe examenprogramma maatschappijwetenschappen. Zowel de hoofd- en kernconcepten als een van de contexten zijn uitgewerkt in boekjes voorbeeldmateriaal voor havo en vwo. In juni 2013 verschenen de boekjes Maatschappijwetenschappen. Hoofdconcepten en kernconcepten; in december 2013 de boekjes die gaan over de contexten. Wederom een voor havo en een voor vwo. Een korte toelichting op het laatste boekje voor havo. De plaats van contexten in het programma Contexten zijn toepassingsdomeinen voor de concepten. Voor maatschappijwetenschappen gaat het om een eindeloos scala aan mogelijkheden uit de wetenschappelijke theorieën uit sociologie en politicologie, uit actuele gebeurtenissen in binnen- of buitenland of uit maatschappelijke processen en verschijnselen. De contexten leveren de vraagstukken waar leerlingen de hoofd- en kernconcepten op toepassen. Concepten krijgen hun specifieke betekenis binnen een context. Leerlingen verwerven op deze manier inzicht in de contexten en in de concepten zelf. De tweede vernieuwingscommissie Schnabel kreeg de opdracht een keuze te maken uit de contexten. Voor elk van deze vier domeinen koos de commissie contexten die verschillen voor havo (meer concreet en toepassingsgericht) en voor vwo (meer abstract en theoretisch). De commissie koos voor de volgende vier voorgeschreven contexten voor havo: Domein B: Vorming, toegepast op de context Samenlevingsvormen. Domein C: Verhouding, toegepast op de context Maatschappelijke verschillen. Domein D: Binding, toegepast op de context Veiligheid. Domein E: Verandering, toegepast op de context Media. Dit betreft het schoolexamen. De domeinen F (Analyse van een sociale actualiteit) en G (Analyse van een politieke actualiteit) 1 lenen zich ervoor om zelf contexten te selecteren en hierop de hoofd- en kernconcepten toe te passen. Leerlingen maken zich eerst aan de hand van een voorgeschreven context een bepaald hoofdconcept en bijbehorende kernconcepten eigen. Daarna kunnen zij de concepten ook toepassen op andere dan de voorgeschreven context. In het centraal examen wordt van leerlingen verwacht dat ze alle hoofd- en kernconcepten, ook die uit het schoolexamendomein, kunnen toepassen op de voorgeschreven contexten maar ook op nieuwe contexten. De praktijk van de pilot De pilot maatschappijwetenschappen die in september 2011 van start is gegaan, loopt eind 2014 af. De evaluatie van de havopilot berichtte over successen (tevredenheid onder pilotdocenten en leerlingen over de concept-contextbenadering) en over knelpunten (meer balans noodzakelijk in de syllabi tussen concepten en contexten). Een terugkerende vraag in de bijeenkomsten over de pilot is wat de plaats van de voorgeschreven contexten moet zijn in het nieuwe programma. De pilotdocenten voeren op dit moment het nieuwe programma uit aan de hand van het lesmateriaal dat ten behoeve van de pilot ontwikkeld is, waarbij sommige docenten kiezen voor een didactiek die start vanuit de concepten en anderen vanuit de contexten. Op verzoek van de pilotdocenten stelde SLO boekjes samen over de hoofd- en kernconcepten. Het ligt voor de hand dan ook twee boekjes over contexten samen te stellen. Voor havo is dit 1 Het havoprogramma laat een keuze uit Domein F of G toe, het vwo-programma schrijft beide voor. Bron: 1

2 'Samenlevingsvormen'. Het betreft voorbeeldlesmateriaal dat geschreven is door een schrijfgroep voor de pilotdocenten en herzien is door SLO. Dit contextboekje laat zien wat de voorgeschreven contextstof inhoudt en hoe de concepten 2 hierop toegepast kunnen worden. In eerste instantie is dit uitgewerkt voor het domein Vorming, maar er komen ook concepten uit andere domeinen aan bod. Het boekje Maatschappijwetenschappen. Hoofdconcepten en kernconcepten beschrijft de concepten die bij deze context toegepast worden. Er is per hoofdstuk een kleine selectie opdrachten toegevoegd om te illustreren wat voor type opdrachten aansluiten op de concept-contextbenadering. Tevens zijn enkele opdrachten opgenomen uit het eerste pilotexamen havo 2013 (eerste en tweede tijdvak) en een door Cito ontwikkeld voorbeeldexamen havo (september 2012). De antwoorden op de opdrachten vindt u in de bijlage bij deze toelichting. De vier boekjes laten niet-pilotdocenten kennismaken met het nieuwe programma in de vorm van voorbeeldlesmateriaal over concepten en over contexten. Dit alles bezien vanuit de stand van zaken in de pilot op dit moment. Pas als het ministerie van OCW, na afronding van de pilot, de definitieve examenprogramma s heeft vastgesteld en CvE de definitieve versie van beide syllabi heeft uitgebracht, kunnen conclusies getrokken worden over hoe het lesmateriaal het beste kan worden uitgevoerd en beschreven. Lieke Meijs en Han Noordink SLO Januari Hoofd- en kernconcepten zijn in vet weergegeven in de boekjes, de contextspecifieke concepten in kleur. Bron: 2

3 Antwoorden bij de opdrachten uit het voorbeeldlesmateriaal: Vorming in de context Samenlevingsvormen Hoofdstuk 1 Socialisatie in de context van het gezin Opdracht 1 Het Nederlandse gezin vanaf de jaren zestig 1. Het gezin neemt een belangrijke plaats in bij het socialisatieproces. Het is een van de belangrijkste socialisatoren. 2. Drie van de volgende kenmerken: sterk verzuilde samenleving; duidelijke en vaste rolpatronen man/vrouw; collectivistisch; kostwinners-/traditionele gezin. 3. De welvaart neemt toe en door de pil kan de vrouw zelf beslissen over gezinsplanning. Gezinnen werden kleiner. Mede daardoor kunnen vrouwen ook langer doorstuderen en het opleidingsniveau en de aanwezigheid op de arbeidsmarkt steeg daardoor. De sociaaleconomische ongelijkheid tussen man en vrouw nam af. De vrouw emancipeerde. Een traditionele rolverdeling was niet meer vanzelfsprekend. Individualisering vindt plaats; de ontwikkeling waarbij het individu de ruimte krijgt om te bepalen hoe hij/zij het leven inricht. De samenleving was minder collectivistisch. Er is sprake van ontzuiling; de verschillende zuilen kregen minder invloed. 4. Meer vrouwen gingen buitenshuis werken (mede onder invloed van de emancipatie van de vrouw). Het werd gebruikelijker dat mannen en vrouwen in deeltijd werkten en gezamenlijk verantwoordelijkheid hadden voor het gezin. De populariteit van het huwelijk nam af. In deze periode eindigden (nog steeds) veel huwelijken in een scheiding. Er komen steeds meer eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen. 5. Naast het kostwinnergezin is er in deze periode sprake van het moderne gezin. Opdracht 2 Opvoeden en media (uit het Cito-examen pilot maatschappijwetenschappen, tweede tijdvak 2013) 1. Voorbeeld van een juist antwoord is: Cultuur is het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven. Culturen zijn relatief betekent dat culturen naar plaats en tijd verschillen. In tekst 1 staat dat in de loop van de tijd de betekenis van het kind zijn veranderd is. De verandering van waarden en normen komt tot uitdrukking in de manier waarop naar kinderen gekeken wordt. Dat is een voorbeeld van een verandering van de cultuur en dus een voorbeeld van de relativiteit van een cultuur. Bron: 3

4 2. Socialiserende instituties zijn: ouders, leraren en media/televisie/internet. Toenemende individualisering leidt tot een verandering van bindingen waar mensen mee te maken krijgen. Individualisering houdt in dat mensen in toenemende mate zelf bepalen welke bindingen ze aangaan en dat ze hun identiteit meer zien als een persoonlijk project en minder als een opgelegd gegeven. De media krijgen in dat proces een belangrijker plaats en ouders en leraren boeten aan belang in. 3. Volgens de cultivatiehypothese verandert het beeld van de werkelijkheid van mensen die te veel naar bepaalde soorten programma s kijken. De beelden van seks en geweld in de media komen niet overeen met hoe in de samenleving met seks en geweld omgegaan wordt. Als kinderen te veel van die beelden zien, zouden ze daar een vertekend beeld van kunnen krijgen. Ze interpreteren de alledaagse realiteit dan vanuit het referentiekader van de mediawerkelijkheid. 4. Een kenmerk van het moderne gezin is dat het een onderhandelingshuishouding is. Dat is te herkennen in de eerste aanbeveling waarin staat dat het goed is om afspraken te maken. Een tweede kenmerk is het opvoedingsideaal waarbij de ontplooiing van het kind centraal staat, waarin hij leert om voor een eigen mening uit te komen en zich leert te ontwikkelen naar een zelfstandig handelende persoon. Dit kenmerk is te herkennen in de tweede aanbeveling die inhoudt dat met kinderen gepraat wordt over normen en waarden en dat kinderen geholpen moeten worden om media-inhoud te begrijpen. De normen en waarden worden niet opgelegd, maar het kind wordt geholpen deze te ontwikkelen. Het helpen begrijpen van de media-inhoud helpt het kind zijn eigen mening te vormen. Hoofdstuk 2 Opdracht 3 Cultuur kleurt elke samenleving Taboewoorden Verschillende antwoorden zijn mogelijk. Opdracht 4 Elfstedenkoorts 1. Er is sprake van een mediaframing omdat het onderwerp steeds vanuit een zelfde invalshoek belicht wordt. Die invalshoek is: de verwachting en hoop dat dit evenement doorgaat. Er is opwinding en het mogelijke evenement (Elfstedentocht) wordt in een positief kader belicht. 2. Het in stand houden van de cultuur. 3. Sociale cohesie. 4. Cultuur is het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven. Bron: 4

5 5. Gierig zijn; vrij zijn; land waar veel mag (blowen, prostitutie); heel veel culturen maar niet veel onderling contact (bang om bij de buren te eten); op tijd komen; niet met het hoofd boven het maaiveld uit mogen komen (ze je afkraken als je het groot gaat maken); nivellering (als je rijk wordt je zoveel inlevert); saamhorigheid (als Oranje speelt). 6. Bindende functie: er wordt bezongen dat hij zijn hart heeft verpand aan Nederland. Dit wordt overgedragen aan de luisteraars/kijkers. Het is stand houden van de (Nederlandse) cultuur, waarbij ook kritiek gegeven wordt op de Nederlandse cultuur. Eventueel goed te rekenen: Gedragsregulerende functie: je hoort in het lied wat mag en kan en aanvaardbaar is in onze Nederlandse cultuur. 7. Enculturatie 8. Acculturatie Opdracht 5 De cultuurdimensies van Hofstede 1. Dit kan gebruikt worden om de cultuur in verschillende landen met elkaar te vergelijken Kleine machtsafstand en grote machtsafstand: dit geeft de mate aan waarin mensen in een land de ongelijke verdeling van macht accepteren. 2. Grote mate van collectivisme of grote mate van individualisme: dit geeft aan of in een land het collectief of het individu meer van belang is. 3. Sterk masculien of sterk feminien: dit geeft enerzijds aan dat de rollen sterk gescheiden zijn en mannelijke waarden erg belangrijk, anderzijds dat de rollen minder gescheiden en vrouwelijke waarden erg belangrijk zijn. 4. Sterke mate van onzekerheidsvermijding of kleine mate van onzekerheidsvermijding: dit geeft aan of men in een land onzekerheid zoveel mogelijk wil vermijden of dat men hier veel niet of nauwelijks op gericht is. 5. Gerichtheid op lange termijn of gerichtheid op korte termijn: dit geeft aan of een land veel oog heeft voor de toekomst of hier niet of nauwelijks op gericht is. 3. Eigen antwoord van de leerling. 4. Scores Nederland: 1. De mate van machtsafstand: score Collectivisme tegenover individualisme: score Masculien tegenover feminien: score Mate van onzekerheidsvermijding: score De gerichtheid op de lange termijn of op de korte termijn: score Eigen antwoord van de leerling 6. Op deze wijze plak je een stempel op de cultuur van een land en dat kan een eenzijdig en stereotype beeld opleveren, met als gevaar vooroordelen op basis van een aantal cultuurkenmerken. Bron: 5

6 7. Binnen Nederland kun je veel verschillende subculturen onderscheiden. Voorbeelden zijn de verschillen in cultuur tussen stad en platteland. Ook zijn er verschillen tussen mensen op basis van (al dan niet) een geloofsovertuiging. Verder denken ouderen op een aantal punten anders dan jongeren. Binnen een leeftijdsgroep kunnen er ook verschillen bestaan (denk aan de verschillende jeugdculturen). 8. a. Machtsafstand: deze is in gezinnen in de afgelopen decennia afgenomen. Er is niet meer zo n groot gezag bij ouders. Er is inmiddels sprake van meer gelijke verhoudingen. b. Individualisme: in gezinnen is dit de afgelopen decennia toegenomen. In het moderne gezin is het individu belangrijker geworden. c. Masculien/feminien: in de gezinnen zie je dat dit meer feminien is. De rollen en taken van vader en moeder zijn minder gescheiden. Er is meer sprake van gezamenlijke zorg voor inkomen en taken thuis. Hoofdstuk 3 Opdracht 6 De rol van de overheid en de politiek Politieke partijen over gezin 1. In A: het ideologisch uitgangspunt dat politiek gebaseerd moet zijn op gewetensvolle Bijbelse principes. In B: het ideologische uitgangspunt dat mensen zelf verantwoordelijk zijn. In C: het ideologische uitgangspunt dat mensen ongeacht hun herkomst gelijke kansen behoren te hebben. 2. A: SGP en confessionalisme. B: VVD en liberalisme. C: PvdA en socialisme/sociaaldemocratie. 3. Politieke socialisatie. 4. Mogelijke antwoorden: SGP: kinderbijslag voor grote gezinnen niet korten, geen gesubsidieerde kinderopvang, belastingvoordelen voor moeders die niet buitenshuis werken. VVD: studiefinanciering afschaffen, korten op kinderopvang, geen belastingvoordelen moeders die niet buitenshuis werken. PvdA: inkomensafhankelijke bijdragen voor studiefinanciering, kinderopvang, kinderbijslag afhankelijk van inkomen. Bron: 6

7 5. Mogelijke antwoorden: Socialisatoren Individualisering Ontzuiling Gezin Kleinere gezinnen, ieder leidt sterker zijn eigen leven. Vrouwen zijn zelfstandig en niet of minder financieel afhankelijk. Mensen van verschillende geloven en politieke voorkeuren trouwen met elkaar. Onderwijs Opleidingen toegesneden op individuele talenten. Opleiding van de ouders is niet langer allesbepalend voor opleiding kinderen. Godsdienst is minder bepalend voor de schoolkeuze. Achtergrond van leraren en leerlingen op de meeste scholen is heel verschillend. Opdracht 7 Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap doet oproep 1. De PvdA is een sociaaldemocratische partij en past bij de ideologie van het socialisme. Het socialisme/de sociaaldemocratie streeft naar gelijke kansen voor mensen. Zij zet zich onder meer in voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen. De overheid moet er volgens deze ideologie voor zorgen dat de achterstandspositie van vrouwen op de arbeidsmarkt vermindert. 2. Deze partijen vinden het gezin belangrijk; het gezin als hoeksteen van de samenleving. De Bijbelse waarden en normen zijn van toepassing op het gezin. 3. a. Individualisering. b. Een andere maatschappelijke ontwikkeling in die periode: emancipatie, ontzuiling of democratisering. 4. De docente draagt als socialisator de waarden kritisch denken, eigen keuzes maken en het schrijven van een logisch betoog over aan de toekomstige minister Externe democratisering. Dit houdt in dat het hoger onderwijs binnen het bereik komt van mensen uit alle lagen van de bevolking, ongeacht de sociaaleconomische klasse. Doorleren is meer en meer voor iedereen weggelegd. 2. Interne democratisering betekent dat er binnen het onderwijs op school meer inspraak is van het personeel, de leerlingen of studenten en de ouders. Deze mogen advies geven en soms beslissingen nemen samen met het bestuur van de school. 6. a. Goed. Een gereformeerde school mag best bestaan, maar gelijkheid gaat boven vrijheid van onderwijs. b. Niet goed. Een school mag zelf bepalen welke leraren worden aangenomen en deze moeten zich aanpassen aan de identiteit van de school (homoseksualiteit past niet bij de gereformeerde en/of christelijke waarden). Bron: 7

8 Opdracht 8 Financiering van scholen door de overheid Kort betoog over de stelling: Er moet geen belastinggeld gaan naar religieuze scholen. Opdracht 9 Emancipatie: gaan vrouwen meer betaald werk krijgen? (uit het Cito-voorbeeldexamen pilot maatschappijwetenschappen, september 2012) 1. De juiste voorbeelden uit tabel 1 zijn (één van de volgende): 91% van de jonge vrouwen onderschrijft de opvatting 'Betaalde arbeid is belangrijk voor mijn zelfontplooiing en zelfontwikkeling' tegenover 77% van de vrouwen tussen de jaar. / Het verschil in percentage tussen de groep jonge vrouwen en de groep vrouwen tussen de jaar die de stelling 'Betaalde arbeid is belangrijk voor mijn zelfontplooiing en zelfontwikkeling' onderschrijven. 96% van de jonge vrouwen is het eens met de opvatting 'Ik vind het belangrijk om mijn eigen geld te verdienen en niet financieel afhankelijk te zijn' tegenover 74% van de vrouwen tussen de jaar. / Het verschil in percentage tussen de groep jonge vrouwen en de groep vrouwen tussen de jaar die de stelling 'Ik vind het belangrijk om mijn eigen geld te verdienen en niet financieel afhankelijk te zijn' onderschrijven. Uitleg Voorbeelden van een juiste uitleg (één van de volgende): Dat 91% van de jonge vrouwen betaalde arbeid belangrijk vindt voor hun zelfontplooiing tegenover 77% van vrouwen in het algemeen is een indicator van individualisering, omdat in de loop van de tijd meer jonge vrouwen vinden dat het individu het recht heeft eigen keuzen te maken die zij vinden passen bij de eigen persoonlijkheid en de eigen voorkeuren. / Dat meer jonge vrouwen (dan vrouwen in het algemeen) deze stelling onderschrijven is een aanwijzing ervoor dat de steun onder vrouwen voor deze opvatting in de loop der tijd is toegenomen en derhalve een indicator is voor het proces van individualisering. Dat bijna alle jonge vrouwen (96%) financieel onafhankelijk willen zijn tegenover 74% van vrouwen in het algemeen, is een indicator van individualisering. Individualisering heeft ertoe geleid dat meer mensen in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid willen dragen voor hun eigen inkomen. / Dat meer jonge vrouwen (dan vrouwen in het algemeen) deze stelling onderschrijven is een aanwijzing ervoor dat de steun onder vrouwen voor deze opvatting in de loop der tijd is toegenomen en derhalve een indicator is voor het proces van individualisering. Opmerking: Het alleen noemen van een juiste stelling levert geen scorepunten op. (Extrascore:) Bindingen verwijzen hier naar de relaties en onderlinge afhankelijkheden tussen mensen in een gezin of familie. Voorbeeld van een juist antwoord is: Door de veranderingen in de arbeidsparticipatie van vrouwen zijn de bindingen tussen mannen en vrouwen in het gezin veranderd. Doordat meer vrouwen betaald werk verrichten, zijn zij in een gezin financieel minder afhankelijk van mannen. Bron: 8

9 2. Uitgangspunt confessionele ideologie (in die tijd): Het gezin wordt beschouwd als hoeksteen van de samenleving. / Binnen het gezin behoren mannen en vrouwen traditionele rollen te vervullen. / In het gezin is vader de baas en verdient de kost en moeder zorgt voor het huishouden en de kinderen. (Extrascore:) Bindingen verwijzen hier naar de relaties en onderlinge afhankelijkheden / onderlinge betrokkenheid tussen mensen in een maatschappelijke organisatie/sociale instituties. Voorbeeld van een juist antwoord is: De arbeidsdeelname van vrouwen is toegenomen. De meeste vrouwen hebben een baan. (In 2009 heeft 60 procent van de vrouwen een baan van minstens twaalf uur per week.) Daardoor ontstaat binding met het bedrijf of de instantie waar men werkt; binding kan zich uiten in het zich verantwoordelijk voelen voor het bedrijf, het werken binnen een organisatie geeft een gevoel van betrokkenheid met elkaar. 3. a. Er is sprake van ongelijke behandeling van vrouwen en mannen. Er zijn verschillen tussen mannen en vrouwen en deze verschillen leiden tot verschillende maatschappelijke posities. b. In toenemende mate werd deze situatie door mensen als onrechtvaardig ervaren. 4. Kostwinnersgezin Citaten uit de tekst (een van de volgende): Vrouwen werken vaak in deeltijd en maken onvoldoende uren om financieel zelfstandig te zijn. (regels 6-8) Nu werken nog veel vrouwen in deeltijd of helemaal niet. Dat komt mede doordat ze betaald werk en de zorg voor kinderen moeilijk kunnen combineren. (regels 32-36) Uitleg: Er is dan sprake van een kostwinnersgezin omdat de man het inkomen verdient en de vrouw (grotendeels) het huishouden doet en de kinderen verzorgt. Het egalitaire gezin Citaten uit de tekst (een van de volgende): Citaat uit de tekst: Mannen en vrouwen moeten hun werk kunnen combineren met zorgtaken, vrijwilligerswerk, scholing en vrije tijd. (regels 73-76) waarbij mannen en vrouwen een gelijke bijdrage leveren aan de arbeidsmarkt. (regels 25-27) Uitleg: Elk citaat past bij het egalitaire gezin waarin de taken binnen- en buitenshuis gelijk verdeeld worden en de partners financieel onafhankelijk zijn. 5. De VVD baseert zich op de liberale ideologie. Uitgangspunten (een van de volgende): In deze ideologie staan de vrijheid en verantwoordelijkheid van het individu voorop; hebben individuen het recht zich te ontplooien; stelt de overheid zich terughoudend op. Uit de tekst blijkt dat de overheid maatregelen neemt om meer vrouwen aan het werk te krijgen, maar de eigen verantwoordelijkheid van mensen en bedrijven blijft voorop staan (regels 36-48). Bron: 9

10 Het CDA baseert zich op de confessionele ideologie. Uitgangspunten (een van de volgende): In deze ideologie is een belangrijke rol weggelegd voor het maatschappelijk middenveld; heeft de overheid een aanvullende of stimulerende rol. Het kabinet vindt dat maatschappelijke organisaties en bedrijven zelf verantwoordelijk zijn om ervoor te zorgen dat vrouwen meer betaald werk kunnen doen of topfuncties gaan vervullen (regels 46-48, regels 65-71) / De overheid stimuleert de arbeidsdeelname van vrouwen (regels 49-50). Opmerkingen Per partij alleen het eerste scorepunt toekennen als zowel naam als uitgangspunt van ideologie juist zijn en alleen het tweede scorepunt toekennen als het genoemde aspect van het emancipatiebeleid past bij het genoemde ideologische uitgangspunt van de partij. 6. Voorbeelden van omgevingsfactoren die het emancipatiebeleid van het kabinet beïnvloeden: Culturele factor: hiervoor is een verandering in opvattingen nodig bij bedrijven, maar ook bij mannen en vrouwen zelf (regels 28-30). Dit is een factor die belemmerend werkt op het emancipatiebeleid. Demografische factor: de toenemende vergrijzing van de Nederlandse bevolking (regels 18-19). Dit is een factor die bevorderend werkt op het emancipatiebeleid. Economische factor: structurele tekorten op de arbeidsmarkt (regels 20-21). Dit is een factor die bevorderend werkt op het emancipatiebeleid. Politiek-juridische factor: belemmeringen in de arbeidswetgeving (regels 77-81). Dit is een factor die belemmerend werkt op het emancipatiebeleid. 7. Voorbeeld van een juist antwoord: Welke (maatschappelijke) rol mannen en vrouwen dienen te vervullen, wordt aangeleerd in socialisatieprocessen: vrouwen/meisjes leren de norm/waarde dat zij als volwassene een betaalde baan moeten hebben/economisch zelfstandig moeten zijn en mannen/jongens moeten de norm/waarde leren dat zij ook een belangrijke taak hebben in het huishouden en de zorg voor kinderen. Voorbeeld van een passend citaat: Het kabinet wil naar een tweeverdienerssamenleving. Hiervoor is een verandering in opvattingen nodig bij bedrijven, maar ook bij mannen en vrouwen zelf. (regels 28-30) 8. Aspect 1 van het moderniseringsproces Voorbeeld van een juist antwoord is: Enerzijds gaat het bij modernisering om een verandering als gevolg van de toepassing van wetenschappelijke en technologische vernieuwingen. Voorbeeld en uitleg: de ontwikkeling van de anticonceptiepil (zie 1964 in tekst 1) of het gebruik van allerlei nieuwe huishoudelijke apparaten hebben daadwerkelijk bijgedragen aan het vergroten van de keuzevrijheid en zelfstandigheid van vrouwen. Aspect 2 van het moderniseringsproces Voorbeeld van een juist antwoord is: Anderzijds gaat het bij modernisering om een culturele verandering, namelijk het streven om los te komen van traditionele maatschappelijke verhoudingen. Bron: 10

11 Voorbeeld en uitleg: volgens tekst 1 is er sprake van toenemende gelijkheid tussen mannen en vrouwen. De traditionele waarden en normen over mannen- en vrouwenrollen in de jaren vijftig zijn geleidelijk veranderd in een cultuur waarin man en vrouw gelijk zijn. Ook goed: Modernisering is ook op te vatten in normatieve zin als een ontwikkeling naar een op de rechten van de mens gebaseerde en democratisch ingerichte samenleving en Staat. Emancipatie van vrouwen is de uitdrukking van een op de rechten van de mens gebaseerde samenleving. Mensenrechten houden in dat mannen en vrouwen dezelfde rechten en mogelijkheden hebben. In de Universele Verklaring van de Rechten van de mens is gelijkheid tussen mannen en vrouwen opgenomen. 9. Twee van de volgende: Grote machtsafstand versus kleine machtsafstand met beschrijving. Individualistisch versus collectivistisch met beschrijving. Masculien versus feminien met beschrijving. Per juist antwoord indien kandidaat alleen twee juiste dimensies noemt zonder beschrijving Grote machtsafstand versus kleine machtsafstand. Voorbeeld van een juist antwoord: In de jaren vijftig van de vorige eeuw was er in de regel sprake van een grote machtsafstand tussen man en vrouw: de man/de vader was de baas in het gezin; de vrouw had een meer ondergeschikte/ dienende rol. Vanaf de jaren zestig (onder invloed van ontzuiling, democratisering, individualisering) veranderden de gezagsverhoudingen. De machtsafstand tussen mannen en vrouwen werd kleiner. Individualistisch versus collectivistisch Voorbeeld van een juist antwoord: De Nederlandse samenleving in de jaren vijftig (en zestig) vertoonde collectivistische trekken. De invloed van verzuilde organisaties en instituties op het leven van elke individu was erg groot. Je leefde sterk volgens de cultuur van de zuil waartoe je behoorde. Daartoe behoorden traditionele rolpatronen. Vanaf de jaren zestig werd de samenleving meer individualistisch. De ontplooiing, de zelfstandigheid van het individu kwam centraal te staan. Emancipatie van vrouwen gelijkheid tussen man en vrouw werd een belangrijk doel / belangrijke waarde. Masculien versus feminien Voorbeeld van een juist antwoord: In de jaren vijftig was er een overheersend masculiene cultuur: traditionele verdeling van de taken tussen mannen en vrouwen: de man zorgt voor het inkomen en de vrouw voor het gezin. Na de jaren zestig heeft de samenleving meer kenmerken gekregen die als feminien beschouwd worden: de zorgtaken zijn wat evenwichtiger verdeeld, veel vrouwen werken buitenshuis (het moderne gezin). Bron: 11

12 Opdracht 11 Kwajongens (uit het Cito-examen pilot maatschappijwetenschappen, eerste tijdvak 2013) 1. Uit tekst 5 blijkt dat zowel mannen (jongens) als vrouwen (meisjes) zacht moeten zijn/gericht op emoties/gevoelens moeten zijn. Dit past bij een feminiene samenleving waarbij de emotionele sekserollen tussen mannen en vrouwen elkaar overlappen/gelijk zijn. Juiste voorbeelden uit de tekst (twee van de volgende): o De jongen moet zich gaan gedragen als een meisje en zijn patroon van jongensachtige activiteit laten varen (regels 8-11). o De code van collectieve mannelijkheid moet worden afgeleerd (regels 12-17). o Jongens moeten emotioneel weerbaar zijn (en niet agressief) (regels 17-21). o De moeder moet haar zoon leren dat hij zijn gevoelens niet moet wegdrukken (regels 26-28). o Ook de vader moet emotioneel aanspreekbaar zijn (regels 28-30). 2. Volgens de uitspraken van Crott in de tekst moet in de opvoeding typisch jongensgedrag worden afgeleerd / jongens geleerd worden zich meer als een meisje te gedragen. Er is dus sprake van een gedragsregulerende functie van socialisatie. 3. Het kenmerk van het moderniseringsproces is het streven los te komen van traditionele maatschappelijke verhoudingen. Een toename van het aantal echtscheidingen past bij dit kenmerk omdat het wijst op een afname van de stabiliteit van het huwelijk als traditionele verbintenis. Een toename van het aantal werkende vrouwen past bij dit kenmerk omdat er minder sprake is van een traditionele rolverdeling tussen mannen en vrouwen waarin de man kostwinner is en de vrouw het huishouden en de kinderen verzorgt. of Het kenmerk van het moderniseringsproces is individualisering. Een toename van het aantal echtscheidingen past bij dit kenmerk omdat individuen zich in toenemende mate vrij voelen hun leven naar eigen inzicht vorm te geven. Een toename van het aantal werkende vrouwen past bij dit kenmerk omdat meer vrouwen zelfstandig voor hun inkomen kunnen zorgen. 4. Twee van de volgende: Sommige opvoedingstaken (sociale vaardigheden bijvoorbeeld) worden overgeheveld van het gezin naar het onderwijs. Meer kinderen uit alle lagen van de bevolking volgen (langer) onderwijs (externe democratisering). Door de Mammoetwet werd algemene vorming uitgebreid van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Kinderen worden in het algemeen steeds vroeger en langer buiten de directe sfeer van het gezin in een regime van educatie en socialisatie geplaatst. Door de leerplichtwet zijn kinderen verplicht naar school te gaan. Bron: 12

13 5. Datgene wat de samenleving binnen een cultuur als kenmerkend voor de man en de vrouw beschouwt / Het ideaalbeeld of de sociale definitie van wat binnen een cultuur man en vrouw is, is aan veranderingen onderhevig /is tijdgebonden. Veranderingen in de rolpatronen tussen mannen en vrouwen in de afgelopen vijftig jaar, zoals mannen die ook meer zorgtaken op zich nemen en toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen, hebben ervoor gezorgd dat de identiteit van de man minder ontleend wordt aan zijn rol als kostwinner / meer ontleend wordt aan zijn zorgtaken en die van de vrouw minder aan haar rol als verzorger van de kinderen / meer aan haar rol als deelnemer op de arbeidsmarkt. 5. Bron: 13

maatschappijwetenschappen pilot havo 2016-I

maatschappijwetenschappen pilot havo 2016-I Opgave 3 Betrokken vaders 13 maximumscore 3 vormingsvraagstuk, met: gebruik van het hoofdconcept vorming 1 gebruik van een kernconcept bij het hoofdconcept vorming 1 vormingsvraagstuk omdat vaderbetrokkenheid

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10683 20 april 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 april 2015, nr. VO/741555,

Nadere informatie

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen (pilot)

maatschappijwetenschappen (pilot) Examen HAVO 2014 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-16.30 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 65 punten

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2018 tijdvak 1 vrijdag 25 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten te

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019

TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019 TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019 pagina 3 van 12 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Opbouw van de syllabus 6 3 Het examen 8 4 De vraagstelling 9 5 Toepassing van het correctievoorschrift

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 12 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 12 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2016 tijdvak 1 donderdag 12 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 57 punten

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen (pilot) Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

maatschappijwetenschappen (pilot) Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen HAVO 2014 tijdvak 1 donderdag 22 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2015 tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 56 punten

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2013 tijdvak 1 woensdag 22 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 72 punten te

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2015 tijdvak 1 donderdag 21 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 58 punten

Nadere informatie

PILOT MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO

PILOT MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO PILOT MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO Werkversie syllabus centraal examen 2014 voor pilotscholen Augustus 2012 Syllabuscommissie: Arthur Pormes Coen Gelinck Jan Jacobs Lieke Meijs Mariëtte van Hanswijk

Nadere informatie

CONCEPTSYLLABUS MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO

CONCEPTSYLLABUS MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO CONCEPTSYLLABUS MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO CENTRAAL EXAMEN 2017 EN 2018 VOOR PILOTSCHOLEN EN VANAF 2019 VOOR ALLE SCHOLEN Inhoud Voorwoord 4 1 Inleiding 5 2 Examenstof van het centraal examen en het

Nadere informatie

STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND

STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND Onderwijsraad TRNDR-resultaten Hilversum, 20 februari 2019 1 TRNDR-RESULTATEN (14-12-2018 T/M 15-02-2019) 2 1. TOP 10 TRENDS Onderwijsraad - TRNDR resultaten 3 TOP 10 TRENDS

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle

Nadere informatie

MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO

MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO WERKVERSIE SYLLABUS VOOR DE PILOTSCHOLEN JULI 2011 Syllabuscommissie: Arthur Pormes Coen Gelinck Jan Jacobs Lieke Meijs Mariëtte van Hanswijk Rob van Otterdijk Simon ten

Nadere informatie

PILOT MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO

PILOT MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO PILOT MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO Syllabus centraal examen 2015 en 2016 voor pilotscholen maw havo (3 e werkversie) Augustus 2013 2013 1 2013 College voor Examens (Utrecht) Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme samenleving. Samenvatting Maatschappijleer hoofdstuk 4 Pluriforme samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme samenleving. Samenvatting Maatschappijleer hoofdstuk 4 Pluriforme samenleving Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme samenleving Samenvatting door Nynke 1210 woorden 5 april 2018 8,9 9 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting Maatschappijleer

Nadere informatie

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Partij van de Arbeid (PvdA) Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) Christen-democratisch Appèl (CDA) Democraten

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot havo 2016-I

maatschappijwetenschappen pilot havo 2016-I Opgave 1 Burgernet 1 maximumscore 2 een eigen bericht van een delict voor Burgernet, met: twee factoren die de kans op slachtofferschap van een delict vergroten; twee veelvoorkomende kenmerken van verdachten.

Nadere informatie

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II Aanwijzing voor de kandidaat Als in een vraag staat dat je een hoofd- of kernconcept moet gebruiken, dan gebruik je in het antwoord die elementen uit de omschrijving van het hoofd- of kernconcept die nodig

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? 1 maximumscore 2 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk beargumenteerd met behulp van kernconcept sociale cohesie 1 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot havo 2018-I

maatschappijwetenschappen pilot havo 2018-I Opgave 1 Lobby 1 maximumscore 3 het noemen van de mediaframing hypothese 1 een stereotype op grond van r. 28-45 van tekst 1 1 een verband tussen dit stereotiepe beeld en de mediaframing hypothese 1 In

Nadere informatie

Voorbeeld van een praktische opdracht maatschappijwetenschappen - Analyseer het nieuws -

Voorbeeld van een praktische opdracht maatschappijwetenschappen - Analyseer het nieuws - Voorbeeld van een praktische opdracht maatschappijwetenschappen - Analyseer het nieuws - Docentenmateriaal 1. Inleiding Door vaker met leerlingen te oefenen hoe maatschappelijke en actuele vraagstukken

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I Opgave 2 Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving 9 maximumscore 1 een argumentatie die aangeeft of het standpunt van Rutte in tekst 4 wel of niet overeenkomt met een kenmerk van het kernconcept

Nadere informatie

Onderzoek nieuwe examenprogramma MAW

Onderzoek nieuwe examenprogramma MAW Onderzoek nieuwe examenprogramma MAW Voorbeeldlesmateraal maakt vernieuwingen Maatschappijwetenschappen concreet en uitvoerbaar In het kader van haar afstudeerproject voor de eerstegraads lerarenopleiding

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen (pilot)

maatschappijwetenschappen (pilot) Examen VWO 2014 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 61 punten

Nadere informatie

5 brillen. Verandert evangeliewerking de Vlaamse cultuur? (of is het andersom?)

5 brillen. Verandert evangeliewerking de Vlaamse cultuur? (of is het andersom?) 5 brillen Verandert evangeliewerking de Vlaamse cultuur? (of is het andersom?) Vlaams en Christen: Vlaamse cultuurkenmerken Onzekerheidsvermijding Onzekerheidsvermijding is de mate waarin de dragers van

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2013 tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 71 punten

Nadere informatie

LANDSEXAMEN VWO

LANDSEXAMEN VWO LANDSEXAMEN VWO 2018-2019 Examenprogramma I&S/MAATSCHAPPIJLEER V.W.O. 1 Het eindexamen Het vak Individu en Samenleving/maatschappijleer (I&S/maatschappijleer) kent slechts het commissie-examen. Er is voor

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot havo 2015-I

maatschappijwetenschappen pilot havo 2015-I Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend. Opgave 1 Opvoedingswaarden en de opvoedingscanon 1 maximumscore 3 noemen van het moderne gezin (indien twee kenmerken genoemd)

Nadere informatie

Proeftoets periode 4 vwo

Proeftoets periode 4 vwo 1. Presentation of the self : I. heeft te maken met rolgedrag. II. werkt gedragsregulerend. III. is kenmerkend in subculturen. A. Alleen II is juist. B. Alleen III is juist. C. II en III zijn juist. D.

Nadere informatie

VORMING IN DE CONTEXT SAMENLEVINGSVORMEN

VORMING IN DE CONTEXT SAMENLEVINGSVORMEN VORMING IN DE CONTEXT SAMENLEVINGSVORMEN Maatschappijwetenschappen Voorbeeld lesmateriaal havo VORMING IN DE CONTEXT SAMENLEVINGS- VORMEN Maatschappijwetenschappen havo Verantwoording 2013 SLO (nationaal

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Culturele verschillen tussen België en Nederland en hun impact op jongeren en het internet. Stefan Mertens

Culturele verschillen tussen België en Nederland en hun impact op jongeren en het internet. Stefan Mertens Culturele verschillen tussen België en Nederland en hun impact op jongeren en het internet Stefan Mertens België en Nederland = de lage landen? Verschil qua digitale ontwikkeling: Nederland: Noord- Europese

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

5,9. Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari 2011 5,9 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Pluriforme samenleving In Nederland wonen ruim zestien miljoen mensen.

Nadere informatie

Bij deze opgave horen de teksten 6 en 7 en de figuren 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje.

Bij deze opgave horen de teksten 6 en 7 en de figuren 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Opgave 2 Massamedia Bij deze opgave horen de teksten 6 en 7 en de figuren 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding De media vervullen verschillende functies voor zowel het individu als voor de samenleving

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2017-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2017-I Opgave 1 Solidariteit in het pensioenstelsel Bij deze opgave horen tabel 1, tekst 1, figuur 1 en figuur 2. Inleiding Vanaf het moment van pensionering heeft iedereen recht op een AOW-uitkering (Algemene

Nadere informatie

Examenprograma filosofie havo/vwo

Examenprograma filosofie havo/vwo Examenprograma filosofie havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Opgave 1 Agressie op het sportveld

Opgave 1 Agressie op het sportveld Opgave 1 Agressie op het sportveld 1 maximumscore 3 uitvoerende macht (één van de volgende): 1 politie/openbaar Ministerie/officier van justitie/minister van Veiligheid en Justitie met als taak het opsporen

Nadere informatie

Examen HAVO maatschappijwetenschappen. tijdvak 1 woensdag mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO maatschappijwetenschappen. tijdvak 1 woensdag mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2019 tijdvak 1 woensdag 22 15 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten te behalen.

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 maandag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 maandag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2017 tijdvak 1 maandag 22 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 53 punten te

Nadere informatie

Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding

Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding 1 Waarom? Nederland staat voor een uitdaging. De arbeidsmarkt verandert door technologische ontwikkelingen, flexibilisering, decentralisering en bezuinigingen.

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2016-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2016-I Aanwijzing voor de kandidaat Als in een vraag staat dat je een hoofd- of kernconcept moet gebruiken, dan gebruik je in het antwoord die elementen uit de omschrijving van het hoofd- of kernconcept die nodig

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijleer

Examenprogramma maatschappijleer Examenprogramma maatschappijleer Informatiewijzer Preambule 1 Leeswijzer 2 maatschappijleer 3 1. Preambule De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn 1 Werken

Nadere informatie

Opgave 3 Een nieuwe klassenmaatschappij?

Opgave 3 Een nieuwe klassenmaatschappij? Opgave 3 Een nieuwe klassenmaatschappij? 19 maximumscore 4 een beschrijving van twee moderniseringsprocessen op economisch gebied (per proces 1 scorepunt) 2 het aangeven van het gevolg: vraag naar hogeropgeleide

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-II

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-II Opgave 2 Deeltijdklem Bij deze opgave horen de figuur 1, tabel 1 en tekst 3. Inleiding Deze opgave gaat over Europese verschillen tussen werkende mannen en werkende vrouwen, en over de zogenaamde deeltijdklem,

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2009 tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken

Nadere informatie

Toelichting bij het boekje Verandering in de context Moderne samenleving

Toelichting bij het boekje Verandering in de context Moderne samenleving Toelichting bij het boekje Verandering in de context Moderne samenleving De concept-contextbenadering is gekozen als grondslag voor het nieuwe examenprogramma maatschappijwetenschappen. Zowel de hoofd-

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A

Nadere informatie

Opgave 3 Arbeidsmigratie in goede banen

Opgave 3 Arbeidsmigratie in goede banen Opgave 3 Arbeidsmigratie in goede banen 13 maximumscore 1 Een kenmerk van globalisering is een toename van internationale verbindingen. De toetreding van Midden- en Oost-Europese landen tot de Europese

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Rechtsstaat

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Paraprofessionele functies Voor allochtone vrouwen zonder formele kwalificaties worden komende jaren paraprofessionele functies gecreëerd. Deze

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving Samenvatting door M. 1352 woorden 8 december 2016 6,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Multiculturele samenleving begrippen Hoofdstuk 1 Multiculturele

Nadere informatie

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003 Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003 tijdvak 2 MAATSCHAPPIJLEER 2 CSE GL EN TL MAATSCHAPPIJLEER VBO-MAVO-D 300030-580-561c Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2

Nadere informatie

Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019

Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019 Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019 Het correctievoorschrift van het CvTE is bindend. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Dit verslag

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel)

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel) Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel) Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands

Examen HAVO. Nederlands Nederlands Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 28 mei 9.00 12.00 uur 20 04 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 50 punten te behalen; het examen bestaat uit 23 vragen

Nadere informatie

PTA maatschappijleer 1&2 KBL Bohemen cohort 14-15-16

PTA maatschappijleer 1&2 KBL Bohemen cohort 14-15-16 Dit is een gecombineerd PTA voor twee vakken: voor maatschappijleer 1 (basis, behorend tot het gemeenschappelijk deel van het vakkenpakket) en voor maatschappijleer 2 (verdieping, behorend tot de sectorvakken

Nadere informatie

TIJD OM TE WERKEN Internationale Vrouwendag 8 maart 2014

TIJD OM TE WERKEN Internationale Vrouwendag 8 maart 2014 TIJD OM TE WERKEN Internationale Vrouwendag 8 maart 2014 TIJD OM TE WERKEN Vandaag is het Internationale Vrouwendag. Een dag die ooit begon op 8 maart 1908 met een massale staking van Amerikaanse vrouwen

Nadere informatie

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2014-2015-2016

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2014-2015-2016 Schoolexamen derde leerjaar mavo (2014 2015) 1 SE1 De industriële samenleving in Nederland Het proces van industrialisatie heeft de Nederlandse samenleving ingrijpend veranderd vanaf het midden van de

Nadere informatie

Het nieuwe Program van Uitgangspunten van het CDA wordt in mei op het congres een feit. Duidelijk staat daarin vermeld dat het

Het nieuwe Program van Uitgangspunten van het CDA wordt in mei op het congres een feit. Duidelijk staat daarin vermeld dat het Jongma-Roelants Stellingen 1. 'Solidariteit' binnen zorg en arbeid kan slechts in beperkte mate worden afgedwongen door de overheid. Zo blijkt ook dat mensen minder profijt van de overheid willen trekken

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting door een scholier 1077 woorden 21 mei 2003 7,4 25 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 9 Knelpunten in het besluitvormingsproces

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot havo 2015-II

maatschappijwetenschappen pilot havo 2015-II Opgave 1 De nieuwe werkwijze van jeugdgevangenissen 1 maximumscore 3 relatie tussen criminaliteit en vormingsvraagstuk met kernconcept bij vorming 1 voorbeeld uit tekst 1 om ongewenste vorming te illustreren

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Analyse maatschappelijk vraagstuk: seksualisering van de maatschappij 38 maximumscore 3 Voorbeeld op basis van kenmerk 1 (sociaal probleem): 1 Veel mensen vinden het onwenselijk dat bijvoorbeeld tienermeisjes

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo

Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage Examen HAVO 2013 tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur maatschappijwetenschappen Bij dit examen hoort een bijlage Het examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te behalen.

Nadere informatie

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens. Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

Maatschappij - wetenschappen Vernieuwd Examen- * programma

Maatschappij - wetenschappen Vernieuwd Examen- * programma Maatschappij - wetenschappen Vernieuwd Examen- programma Maatschappij - wetenschappen Vernieuwd Examen- programma Verantwoording Maatschappijwetenschappen Vernieuwd Examenprogramma September 2009 Vervolgcommissie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39364 13 juli 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 juli 2017, nr. VO/1188661,

Nadere informatie

Profielkeuzevakken C&M E&M. Ak Ec Mw. Fa/Du Ak BE Mw. N&G en N&T in de vrije ruimte. Een van de volgende vakken. Een van de volgende vakken:

Profielkeuzevakken C&M E&M. Ak Ec Mw. Fa/Du Ak BE Mw. N&G en N&T in de vrije ruimte. Een van de volgende vakken. Een van de volgende vakken: Profielkeuzevakken C&M Een van de volgende vakken Ak Ec Mw E&M Een van de volgende vakken: Fa/Du Ak BE Mw N&G en N&T in de vrije ruimte verschillen Ma Geen eindexamen Niet in eindexamenklas Veel discussie

Nadere informatie

Examen VWO maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2019 tijdvak 2 maandag tijdvak 17 juni 1 woensdag 13.30-16.30 22 mei uur 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen.

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Spreektekst Jaarverslag OCW

Spreektekst Jaarverslag OCW Spreektekst Jaarverslag OCW Ten eerste wil ik de rapporteurs bedanken. Naast de verbeterpunten waar de rapporteurs namens de hele commissie op in zullen gaan wil ik namens de VVD drie punten accentueren.

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot havo 2015-II

maatschappijwetenschappen pilot havo 2015-II Opgave 2 De digitale stedeling 9 maximumscore 2 aangeven dat het gebruik van sociale media mogelijk is door nieuwe communicatietechnieken 1 aangeven dat nieuwe communicatietechnieken voorbeeld zijn van

Nadere informatie

PILOT MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN VWO

PILOT MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN VWO PILOT MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN VWO Werkversie syllabus centraal examen 2015 voor pilotscholen Augustus 2012 Toelichting bij de titel van de deze syllabus: Deze syllabus geldt voor het CE van het jaar

Nadere informatie

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2015-2016-2017

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2015-2016-2017 Exameneenheden geschiedenis GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken GT GS/K/2 Basisvaardigheden GT GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting GT GT GS/K/4 De koloniale relatie Indonesië

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

VOORTGEZET ONDERWIJS FIJN IN JE EIGEN LIJF

VOORTGEZET ONDERWIJS FIJN IN JE EIGEN LIJF VOORTGEZET ONDERWIJS FIJN IN JE EIGEN LIJF 1 Algemene informatie Beste docent, Voor u ligt de toolkit die RADAR voor u heeft ontworpen. Vanuit de resultaten van de Diverscity-meter is deze toolkit voor

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage Examen HAVO 2009 tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur tevens oud programma Nederlands Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage Dit examen bestaat uit 21 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor

Nadere informatie

Examenbespreking Maatschappijwetenschappen havo pilot

Examenbespreking Maatschappijwetenschappen havo pilot Examenbespreking Maatschappijwetenschappen havo pilot Woensdag 24 mei 2017, 18.00 19.30 uur Aanwezig: zes docenten, drie vertegenwoordigers van Cito/CvTE, daarnaast de voorzitter en notulist. Opmerking:

Nadere informatie

BIJLAGE CULTUURDIMENSIES

BIJLAGE CULTUURDIMENSIES 0 BIJLAGE CULTUURDIMENSIES Aan de hand van de data uit het werk van Hofstede, Hofstede, & Minkov (2016 (1991)) / Hofstede Insights zijn landenscores te bepalen op zes cultuurdimensies. Gezien de diversiteit

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo I

Eindexamen maatschappijleer vwo I Opgave 1 De media en de positie van Wilders 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste journalistieke regels zijn (één van de volgende): 1 scheiding aanbrengen tussen nieuws en commentaar / scheiden van mening

Nadere informatie

Examen VWO maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 tijdvak woensdag 22 mei woensdag 22 mei uur uur

Examen VWO maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 tijdvak woensdag 22 mei woensdag 22 mei uur uur Examen VWO 2019 tijdvak 1 tijdvak woensdag 22 mei woensdag 22 mei 9.00-12.00 uur 9.00 12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor

Nadere informatie

Vak Maatschappijwetenschappen Thema Politieke besluitvorming (katern) Klas Havo 5 Datum december 2012. Hoofdstuk 8 Stromingen en partijen

Vak Maatschappijwetenschappen Thema Politieke besluitvorming (katern) Klas Havo 5 Datum december 2012. Hoofdstuk 8 Stromingen en partijen Vak Maatschappijwetenschappen Thema Politieke besluitvorming (katern) Klas Havo 5 Datum december 2012 Hoofdstuk 8 Stromingen en partijen maatschappijvisie een samenhangend aantal opvattingen, die men [als

Nadere informatie

Correctievoorschrift VMBO-KB 2006

Correctievoorschrift VMBO-KB 2006 Correctievoorschrift VMBO-KB 2006 tijdvak 1 MAATSCHAPPIJLEER 2 CSE KB Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 1 REGELS

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen 4 april 2002 PE 305.487/1-19 AMENDEMENTEN 1-19 Ontwerpadvies (PE 305.487) Emilia Franziska Müller inzake het Witboek van de

Nadere informatie

Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan 10 2290 Vorselaar 014/51 27 00 0478/28 82 63 014/ 51 88 97 directie@deknipoog.be

Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan 10 2290 Vorselaar 014/51 27 00 0478/28 82 63 014/ 51 88 97 directie@deknipoog.be Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan 10 2290 Vorselaar 014/51 27 00 0478/28 82 63 014/ 51 88 97 directie@deknipoog.be Elementen van een pedagogisch project 1 GEGEVENS M.B.T. DE SITUERING VAN

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme Samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme Samenleving Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme Samenleving 7,5 Samenvatting door Martijn 1441 woorden 110 keer beoordeeld 28 maart 2017 Vak Maatschappijleer Methode Thema's maatschappijleer 1: Cultuur: Alle

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11101 6 juni 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 april 2012, nr. VO/389632, houdende

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012 Nr. 229 BRIEF

Nadere informatie

Domein B. Het hoofdconcept vorming verwijst naar het proces van verwerving van een bepaalde identiteit.

Domein B. Het hoofdconcept vorming verwijst naar het proces van verwerving van een bepaalde identiteit. Domein B Domein B: Vorming Vorming Het hoofdconcept vorming verwijst naar het proces van verwerving van een bepaalde identiteit. Inleiding Vorming is het hoofdconcept dat met een aantal kernconcepten centraal

Nadere informatie

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014 examenprogramma maatschappijwetenschappen Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Examen VWO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

Examen VWO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl) Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn maximaal 93 punten te

Nadere informatie

Maatschappijwetenschappen: de begrippen

Maatschappijwetenschappen: de begrippen Maatschappijwetenschappen: de begrippen 1 INHOUD INLEIDING. 3 1. VORMING 4 Kernconcepten bij het hoofdconcept vorming. 5 1.1 Socialisatie 5 1.2 Acculturatie 9 1.3 Identiteit 9 1.4 Cultuur 10 1.5 Politieke

Nadere informatie

Friese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011

Friese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011 Friese taal en cultuur HAVO Syllabus centraal examen 2011 september 2009 2009 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag

Nadere informatie