1 Algemeen. 1.3 Rapportage-, meet- en registratieverplichtingen. 1.1 Bedrijfstijden. 1.2 Terreinen en wegen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Algemeen. 1.3 Rapportage-, meet- en registratieverplichtingen. 1.1 Bedrijfstijden. 1.2 Terreinen en wegen"

Transcriptie

1 11 1 Algemeen 1.1 Bedrijfstijden De inrichting mag slechts in werking zijn op maandag tot en met zaterdag van 7.00 uur tot 19.00uur. 1.2 Terreinen en wegen Binnen de inrichting moet een overzichtelijke en actuele plattegrond aanwezig zijn. Op deze plattegrond dient ten minste te zijn aangegeven: a. alle gebouwen en de installaties met hun functies; b. alle opslagen van stoffen welke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken met vermelding van aard en maximale hoeveelheid Procesapparatuur, opslagtanks, leidingen en leidingondersteuningen welke zich bevinden op een terreingedeelte waar gemotoriseerd verkeer plaatsvindt, moeten afdoende zijn beschermd door een vangrail of een gelijkwaardige constructie Het terrein mag niet vrij toegankelijk zijn. Er moet een deugdelijke afscheiding aanwezig zijn Bij de ingang van het terrein dient een bord te staan, waarop duidelijk leesbaar is vermeld: a. Naam, adres en telefoonnummer van de inrichting; b. Verbod voor onbevoegden het terrein van de inrichting buiten openingstijden te betreden; c. Openingstijden/dagen; d. Welke afvalstoffen afgegeven kunnen worden; e. Milieu-alarmnummer Provincie Fryslan Zowel de gebouwen als het open terrein van de inrichting dienen buiten werktijd voor onbevoegden te zijn afgesloten De in de inrichting aangebrachte of gebruikte verlichting en de te verrichten werkzaamheden moeten zodanig zijn afgeschermd dat geen hinderlijke lichtstraling buiten de inrichting waarneembaar is afkomstig van directe instraling van lichtbronnen. 1.3 Rapportage-, meet- en registratieverplichtingen Binnen de inrichting dient een milieulogboek bijgehouden te worden. Het milieulogboek dient ten minste te bevatten: a. een exemplaar van de vigerende milieuvergunning met bijbehorende voorschriften; b. een registratie van de afgevoerde afvalstoffen; c. een registratie van het verbruik van gas, elektriciteit en water; d. een opgave van de datum, de duur, de aard en de wijze van beperken of ongedaan maken van de gevolgen van alle storingen en calamiteiten die zich hebben voorgedaan en aanleiding hebben gegeven tot emissie of afvalstoffen;

2 12 e. de op schrift gestelde bevindingen c.q. resultaten van de in deze vergunning voorgeschreven interne metingen, werkzaamheden c.q. controles; tevens dient hierbij de datum van uitvoering en de naam van uitvoerende persoon/instantie te worden aangegeven; f. afschriften van alle installatie- en keuringscertificaten, onderzoeksrapporten en meet- en/of analyseresultaten die in deze vergunning worden genoemd; Het milieulogboek moet altijd aan een vertegenwoordiger van Gedeputeerde Staten kunnen worden getoond Het milieulogboek, registers van afvalstoffen en rapporten die blijkens deze vergunning dienen te worden opgesteld, dienen ten minste vijf jaar binnen de inrichting te worden bewaard. 1.4 Instructie van personeel De in de inrichting werkzame personen moeten zodanig zijn geinstrueerd dat zij de aan hen opgedragen werkzaamheden kunnen verrichten conform deze beschikking Voordat personeelsleden van derden werkzaamheden mogen verrichten op het terrein van de inrichting moeten zij zodanig zijn geinstrueerd, dat de door hen te verrichten werkzaamheden geen gevaar opleveren voor de installaties, opslag e.d. en niet in strijd zijn met het gestelde in deze beschikking In de inrichting moet tijdens de werktijden altijd ten minste een verantwoordelijk persoon aanwezig zijn, die ter zake kundig is en bekend is met de bestaande veiligheidsmaatregelen, om in geval van een onveilige situatie direct de vereiste maatregelen te treffen. 1.5 Diversen Buiten de inrichting geraakte afvalstoffen moeten voor het einde van elke werkdag worden verzameld en binnen de inrichting worden gebracht Het aantrekken van vogels, insecten, knaagdieren en ongedierte moet zoveel mogelijk worden voorkomen door het treffen van doelmatige bestrijdings- c.q. afschermingsmaatregelen De aanwezige apparatuur mag geen storing in de radio- en/of televisie-ontvangst als ook in het telecommunicatieverkeer veroorzaken Indien de inrichting buiten werking wordt gesteld dienen binnen drie maanden alle afvalstoffen uit de inrichting verwijderd te zijn. 1.6 Bijzondere omstandigheden Indien zich binnen de inrichting een ongewoon voorval voordoet zoals bedoeld in artikel 17.1 Wet milieubeheer, dient de in artikel 17.2 bedoelde melding te worden gedaan aan het provinciaal milieu-alarmnummer ( ), 24 uur per dag bereikbaar). De melding dient direct, maar in ieder geval binnen 24 uur, schriftelijk te worden bevestigd per brief of per telefax ( ).

3 1.6.2 Bij het nemen van de ingevolge artikel 17.1 Wet milieubeheer verplichte maatregelen dienen instructies van door Gedeputeerde Staten aangewezen toezichthoudende ambtenaren onverwijld te worden opgevolgd. 13

4 14 2 Geluid 2.1 Geluidnormering (Het meten en berekenen van de in de hierna genoemde voorschriften bedoelde geluidsniveaus, alsmede de beoordeling van de meetresultaten, moet gebeuren overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen lndustrielawaai 1999.) Op de in het akoestisch rapport aangegeven beoordelingspunten mogen de hieronder genoemde waarden van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (4,<>) vanwege het in werking zijn van de inrichting van maandag tot en met zaterdag, niet worden overschreden. Lpg $7 er eriode in db A maanda t/m zaterda Omschrijving Dag Avond Nacht ( u) ( u) ( u) 4 Lutke ost Lutkepost Toelichting: De aangegeven waarden voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus gelden op een waarneemhoogte van 1,5 meter boven het maaiveld ter plaatse van het beoordelings punt Het inzetten van de shredder dient ten minste 2 werkdagen voorafgaande aan het gebruik aan Gedeputeerde Staten te worden gemeld. De data waarop de shredder in gebruik is geweest dient in een bedrijfstijdenregister te worden vastgelegd Op de in het akoestisch rapport aangegeven beoordelingspunten mogen de hieronder genoemde waarden van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L<,<+) vanwege het ophalen compost (incidenteel), niet worden overschreden Op de in het akoestisch rapport aangegeven beoordelingspunten mogen de hieronder genoemde waarden van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L~<+) vanwege versnip eren max. 6 keer er aar), niet worden overschreden. L~ ir per periode in db(a) (vanwege versnipperen- Beoordelings- Omschrijving incidenteel punt Dag Avond Nacht ( u) ( u) ( u) 4 Lutke ost Lutkepost Toelichting: De aangegeven waarden voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus gelden op een waarneemhoogte van 1,5 meter boven het maaiveld ter plaatse van het beoordeling spunt. Lar,u per periode in db(a) (vanwege ophalen compost Beoordelings- Omschrijving incidenteel punt Dag Avond Nacht ( u) ( u) ( u) 4 Lutke ost Lutkepost Toelichting: De aangegeven waarden voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus gelden op een waarneemhoogte van 1,5 meter boven het maaiveld ter plaatse van het beoordelingspunt Op de in het akoestisch rapport aangegeven beoordelingspunten mogen de hieronder genoemde waarden van het maximale geluidsniveaus (LA, gemeten in de meterstand "fast") vanwege het in werking zijn van de inrichting van maandag tot en met zaterdag, niet worden overschreden.

5 15 Beoordelings- L~~ er periode in db(a) maanda t/m zaterda, Omschrijving Dag Avond punt Nacht ( u) ( u) ( u) 4 Lutkepost Lutkepost Toelichting: De aangegeven waarden voor de maximale geluidsniveaus (LA, ) gelden op een waarneemhoogte van 1,5 meter boven het maaiveld ter plaatse van het referentiepunt Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LA,<>) veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting van maandag tot en met zaterdag mag ter plaatse van woningen van derden (Lutkepost 20 en Lutkepost 18) en andere geluidsgevoelige bestemmingen niet meer bedragen dan: 50 db(a) tussen en uur (dagperiode). Het beoordelen, meten en berekenen hiervan dient plaats te vinden conform het Reken- en meetvoorschrift verkeerslawaai. Het emissiegetal (rekenmethode I) of de emissieterm (rekenmethode II) moet zijn gebaseerd op een representatieve weergave van het bronvermogensniveau. De aftrek op grond van artikel 103 van de Wet geluidhinder mag niet worden toegepast. 2.2 Maatregelen en voorzieningen In de inrichting mogen alleen verbrandingsmotoren in werking zijn welke zijn voorzien van een in goede staat zijnde geluiddemper De motoren van bedrijfswagens en andere transportmiddelen met verbrandingsmotoren mogen tijdens het laden en lossen niet in werking zijn, tenzij dit voor het laden en lossen noodzakelijk is Audioapparatuur dient zodanig te zijn afgesteld dat geluid afkomstig van deze apparatuur niet hoorbaar is buiten de inrichting Het overslaan of verplaatsen van materialen (met uitzondering van (licht) stuifgevoelig materiaal en grind of granulaat) moet zodanig geschieden dat geen materialen via vrije val op hun plaats worden gebracht.

6 16 3 Bodembescherming 3. i Algemeen De opslag en het gebruik van stoffen binnen de inrichting moet zodanig geschieden, dat geen verontreiniging van de bodem optreedt Gemorste of gelekte voor de bodem schadelijke vloeistof moet direct worden opgenomen. Er moeten voldoende absorptiemiddelen aanwezig zijn om eventuele gemorste of gelekte vloeistof op te nemen. Verontreinigd absorptiemiddel dient gescheiden van andere stoffen te worden bewaard in vloeistofdicht, goed gesloten vaatwerk. 3.2 Voorzieningen De gedeelten van de inrichting, zoals aangegeven in de het Bodemrisicodocument (aanvraag bijlage J4), waar ten gevolge van de bedrijfsvoering bodembedreigende (vloei)stoffen op of in de bodem kunnen komen, moeten zijn voorzien van bodembeschermende voorzieningen. Elke bodembeschermende voorziening moet in combinatie met aanvullende maatregelen voldoen aan bodemrisicocategorie A, zoals gedefinieerd in de NRB Voor de vloeistofdichte opvangvoorzieningen dient een 'PBV-verklaring vloeistofdichte voorziening'e zijn afgegeven. Een afschrift van deze verklaring dient opgestuurd te worden aan Gedeputeerde Staten Bestaande vloeistofdichte vloeren of vloeistofdichte voorzieningen, inclusief de bedrijfsriolering (voor de afvoer van vervuild bedrijfsafvalwater, zoals ondermeer de afvoer van de ontwatering van het kolkenslib/veegvuil), als bedoeld in voorschrift 3.2.1, dienen te worden gekeurd overeenkomstig CUR/PBV-aanbeveling 44. Voorzover bedoelde keuring nog niet heeft plaatsgevonden dient de eerste keuring plaats te vinden binnen een jaar na het in werking treden van deze vergunning. Het keuringsbewijs dient te worden bewaard in het milieulogboek Indien na de keuring als bedoeld in voorschrift 3.2.3geen verklaring "vloeistofdichte voorziening" is verkregen dient de voorziening binnen 2 maanden te worden gerepareerd of vervangen. De bodembedreigende activiteiten boven die voorziening dienen na de afkeuring te worden gestaakt totdat een bewijs van goedkeuring is overgelegd, opgesteld door een deskundig inspecteur Indien wordt gekozen voor het herstel van de onvolkomenheden of het vervangen van de vloeistofdichte vloer moet, zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 2 maanden na realisatie, een keuring plaatsvinden van de vloer conform het gestelde in voorschrift Van de uitvoering van herstelwerkzaamheden aan de vloeistofdichte constructie moet een aantekening worden gemaakt in het milieulogboek.

7 Bodemonderzoek en monitoring Eindonderzoek Bij beeindiging van de bedrijfsactiviteiten of bij het opheffen van de inrichting dient ter vaststelling van de kwaliteit van de bodem een eindonderzoek te zijn uitgevoerd. De opzet van het bodemonderzoek dient alvorens tot uitvoering wordt overgegaan, te zijn goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. Het onderzoek dient betrekking te hebben op de door Gedeputeerde Staten aan te wijzen locaties binnen de inrichting en te worden uitgevoerd conform het protocol Nulsituatie/BSB-onderzoek tenzij goedkeuring van Gedeputeerde Staten is verkregen voor het toepassen van een andere onderzoeksstrategie De resultaten van het in voorschrift 3.3.1bedoelde onderzoek dienen uiterlijk drie maanden na het uitvoeren van het onderzoek aan Gedeputeerde Staten te zijn overgelegd. Bodemsanering Indien uit monitoring of anderszins blijkt dat de bodem en/of grondwater is verontreinigd kunnen Gedeputeerde Staten binnen 2 jaar na ontvangst van de resultaten van het onderzoek, onderscheidenlijk het bij hun Gedeputeerde Staten op andere wijze bekend worden van de verontreiniging, verlangen dat de bodem of grondwater wordt gesaneerd. Indien de Wet bodembescherming niet van toepassing is op de wijze van saneren dient sanering plaats te vinden conform door Gedeputeerde Staten te stellen nadere eisen Na de sanering als bedoeld in voorschrift 3.3.3dient een evaluatierapport ter goedkeuring te worden overgelegd aan Gedeputeerde Staten. Hierin dient de na sanering van de bodem bereikte kwaliteit te zijn vastgelegd. De in het goedgekeurde saneringsrapport beschreven situatie treedt na goedkeuring door Gedeputeerde Staten in de plaats van het deel van het onderzoeksrapport waarin de nulsituatie is vastgelegd. 3.4 Bodembeschermende voorziening(en) Voor het einde van de termijn waarvoor de PBV-verklaring vloeistofdichte voorziening geldt, dient overeenkomtig CUR/PBV-aanbeveling 44 een herkeuring plaats te vinden van de in voorschrift genoemde vloeistofdichte voorziening(en). 3.5 Bedrijfsrioleringen Functionele eisen De riolering voor de afvoer van vervuild bedrijfsafvalwater, zoals ondermeer de afvoer van de ontwatering van het kolkenslib/veegvuil en de afvoer van het percolaat van de compostering moet vloeistofdicht zijn en bestand tegen het af te voeren afvalwater Het bedrijfsriool en de opvangputten mogen niet anders worden gebruikt dan waarvoor deze zijn bestemd. Stoffen die de toegepaste materialen aantasten mogen niet worden getransporteerd.

8 3.5.3 Indien een vermoeden bestaat of blijkt dat een rioolsysteem lek is dient: a. dit onverwijld te worden gemeld aan Gedeputeerde Staten; b. het betreffende deel van het rioolsysteem buiten gebruik te worden gesteld; c. herstel, indien dit mogelijk is, zo spoedig mogelijk te geschieden Het rioolsysteem, of een gedeelte daarvan, waarvan is geconstateerd dat dit niet kan worden hersteld dient zo spoedig mogelijk te worden verwijderd of vervangen Gelekt product in hemelwaterafvoergoten en rioolputten dient zo spoedig mogelijk met behulp van vacuumwagens of op gelijkwaardige wijze te worden verwijderd.

9 19 4 Afvalstoffen 4.1 Registratie Van de aangevoerde bedrijfsafvalstoffen en van de afvalstoffen c.q. rest- stoffen die worden afgevoerd, moet ten minste het volgende worden geregistreerd: ~ naam en adres van de ontvanger; ~ naam en adres van de transporteur; ~ datum van aan- en afvoer; ~ hoeveelheid in een gewichtseenheid dan wel volume-eenheid; ~ categorie afvalstof, soort (afval)stof; ~ verwerking scode Jaarlijks voor 1 april dient een jaaroverzicht van de registraties genoemd in voorgaande voorschriften te worden opgesteld en aan de daartoe bevoegde ambtenaren op aanvraag ter inzage te worden gegeven en te worden bewaard in het milieulog boek De afgiftebonnen dan wel begeleidingsbrieven die betrekking hebben op het afvoeren van (gevaarlijke) afvalstoffen moeten volgens de termijn genoemd in de Wet milieubeheer worden bewaard. Deze documenten moeten altijd aan een vertegenwoordiger van Gedeputeerde Staten kunnen worden getoond.

10 20 5 Afvalwater 5.1 Algemeen Afvalwater mag slechts in een openbaar riool of andere voorziening voor de inzameling of het transport van afvalwater worden gebracht, indien door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid ervan: a. de doelmatige werking niet wordt belemmerd van een openbaar riool of bij een zodanig riool behorende apparatuur; b. de verwerking niet wordt belemmerd van slib, verwijderd uit een openbaar riool of uit de bij een zodanig riool behorende apparatuur; 5.2 Lozingseisen Het is verboden afvalwater in een openbaar riool te brengen dat: a. een temperatuur heeft hoger dan 30 graden Celsius; b. een ph heeft lager dan 6,5 en hoger dan 10, bepaald volgens NEN 6411 (1981); c. een sulfaatgehalte heeft hoger dan 300 mg per liter, bepaald volgens NEN 6654 (1992); d. een gehalte aan onopgeloste bestanddelen heeft hoger dan 50 mg per liter, bepaald volgens NEN 6621(1988):C1 (1992); e. stankoverlast buiten de inrichting kan veroorzaken; f. stoffen bevat in zodanige hoeveelheden of concentraties, dat brand- of explosiegevaar kan ontstaan; g. stoffen bevat die verstopping of beschadiging van een riool of van de daaraan verbonden installaties kunnen veroorzaken; h. grove of snel bezinkende afvalstoffen bevat. 5.3 Controle Het totale afvalwater dient voordat lozing op het gemeentelijk riool plaatsvindt door een controlevoorziening te worden geleid, zodat te allen tijde bemonstering van dit afvalwater kan plaatsvinden. Deze voorziening dient te allen tijde goed bereik58ar en toegankelijk te zijn. 5.4 De slibvangput en olie-afscheider voor lozingen met minerale olie De slibvangput en olie-afscheider moeten ten minste eenmaal per maand worden geinspecteerd en zo dikwijls als dat voor de goede werking noodzakelijk is, doch ten minste eenmaal per jaar, worden geledigd en ontdaan van vet-, olie- en slibafzetting De slibvangput en olie-afscheider dienen te voldoen aan NEN Op een afvoerleiding naar een slibvangput en olie-afscheider mogen geen afvoerleidingen voor sanitair afvalwater en niet-verontreinigd hemelwater worden aangesloten.

11 21 6 Energie 6.I Registratie Vergunninghouder dient het energieverbruik per energiedrager (m'as, kwh) van het afgelopen jaar te registreren. Deze gegevens moeten tevens vijf jaar binnen de inrichting worden bewaard in het milieulogboek als bedoeld in voorschrift

12 22 7 Externe veiligheid 7.1 Brandpreventie Teneinde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten voldoende brandblusmiddelen en/of brandbestrijdingsinstallaties aanwezig zijn. In of nabij de KGA-opslagplaats en sorteerruimte moet voor elke 200 m'loeroppervlakte of gedeelte daarvan een draagbaar blustoestel aanwezig zijn met een blusequivalent van 6 kg poeder In een KGA-opslaggebouw moet het totaal aantal blustoestellen ten minste twee bedragen. De loopafstand tot het dichtstbijzijnde blustoestel mag niet meer dan 15 m bedragen Alle brandblusmiddelen moeten voor een ieder duidelijk zichtbaar zijn aangebracht of opgehangen en onbelemmerd kunnen worden bereikt. De brandblusmiddelen moeten voor direct gebruik gereed zijn en in goede staat van onderhoud verkeren Draagbare blustoestellen moeten zijn voorzien van een rijkskeurmerk met rangnummer. Het onderhoud moet overeenkomstig NEN 2559 geschieden. Brandslanghaspels moeten voldoen aan NEN-EN De blusmiddelen moeten ten minste een keer per jaar door een door Gedeputeerde Staten erkende deskundige worden gecontroleerd. Van elke uitgevoerde controle moet aantekening worden gemaakt op een bij het apparaat ter inzage aanwezige registratiekaart of middels een duidelijk zichtbare sticker/label, welk op het blusmiddel is aangebracht. 7.2 Brandbestrijding Het terrein en het wegenstelsel dienen zodanig te zijn ingericht en de toegankelijkheid dient zodanig te zijn bewaakt, dat elk deel van de inrichting te allen tijde vanuit ten minste twee richtingen is te bereiken In de gehele inrichting mag niet worden gerookt behalve op die plaatsen en in die gebouwen waar vanwege vergunninghoudster nadrukkelijk de toestemming tot roken is aangegeven. Het rookverbod moet duidelijk zijn aangegeven door middel van opschriften of pictogrammen conform NEN In de gehele inrichting moeten die plaatsen en die gebouwen, waar open vuur en roken verboden is, zoals binnen gevarenzones, duidelijk zijn aangegeven door middel van opschriften of pictogrammen conform NEN 3011.

13 23 8 Opslag en verlading Ter voorkoming van stofverspreiding, zowel binnen als buiten de inrichting, dienen bij de opslag van fijnkorrelige stoffen en compost een van de volgende maatregelen in acht te worden genomen: a. de vakken waarin de stoffen worden opgeslagen worden aan ten minste drie zijden omgeven door keerwanden; b. de stoffen worden volledig afgedekt en beschermd tegen opwaaien; c. indien de weersomstandigheden daartoe aanleiding geven worden de stoffen bevochtigd Indien bij op- en overslag van stoffen gevaar bestaat voor verspreiding van stof en afvalstoffen buiten de inrichting, dienen voldoende en adequate maatregelen te worden getroffen om genoemde verspreiding te voorkomen Het verharde gedeelte van het terrein dient te worden geveegd of gezogen in zodanige frequentie dat verspreiding van zand, stof en ander fijnkorrelig materiaal wordt voorkomen.

14 24 9 Milieustraat 9.1 Acceptatie Binnen drie maanden na het inwerking treden van de vergunning moet een door burgemeester en wethouders goedgekeurd acceptatiereglement voor de afgifte van afvalstoffen aan gedeputeerde staten worden overgelegd Stoffen of bestanddelen die niet geaccepteerd en niet opgeslagen mogen worden, maar die niettemin incidenteel in een geaccepteerde vracht afvalstoffen worden aangetroffen en qua gevaarsaspecten overeenkomen met afvalstoffen die wel geaccepteerd mogen worden, moeten onmiddellijk uit de betreffende partij worden verwijderd en naar soort gescheiden en in goed gesloten verpakking worden opgeslagen Brandende of smeulende stoffen mogen niet tot de inrichting worden toegelaten Voordat de aangeboden afvalstoffen (inclusief klein gevaarlijk afval) worden geaccepteerd dient een visuele controle plaats te vinden en dient de aanbieder, met het oog op de mogelijkheid van acceptatie en de wijze van behandeling en opslag, naar de aard van het afval te worden gevraagd Indien twijfel bestaat over de samenstelling van de aangeboden (partijen) afvalstoffen moet ten minste een uitgebreide zintuiglijke controle op een vloeistofdichte vloer worden uitgevoerd. Zo nodig dient ter beoordeling van de samenstelling van een partij afvalstoffen bemonstering en analyse op stoffen en componenten waarvan de aanwezigheid wordt vermoed te worden uitgevoerd. Hierbij moeten de daartoe geschikte en gangbare bemonsterings- en analysemethoden worden toegepast. 9.2 De milieustraat De opslag van gescheiden afvalstoffen dient effectief doorgevoerd te zijn. Bij elke opslagvoorziening moet duidelijk zijn aangegeven welk type afvalstof wordt ingenomen De opslagmiddelen moeten zijn geplaatst op een afstand van ten minste 2 meter van de perceelsgrens of van een object met enig brandrisico De terreinverharding moet, op plaatsen waar vrachtwagens manoeuvreren of zich kunnen bevinden en op plaatsen waar containers staan opgesteld, bestand zijn tegen zwaar verkeer Het bewaren van afvalstoffen moet op ordelijke en nette wijze geschieden binnen de inrichting; afvalstoffen mogen niet kunnen verwaaien. Zonodig dienen hiertoe containers e.d. met bijvoorbeeld netten te worden afgedekt; gemorste of gelekte stoffen moeten zo spoedig mogelijk worden opgeruimd Opgeslagen afvalstoffen mogen voorafgaande aan afvoer ten behoeve van storten en verbranden maximaal een jaar worden opgeslagen.

15 Opgeslagen afvalstoffen mogen voorafgaande aan (afvoer ten behoeve van) nuttige toepassing maximaal drie jaar worden opgeslagen. 9.3 Inname en opslag van asbesthoudend afval De wijze van opslag van asbesthoudend afval dient te geschieden in een speciaal daarvoor bestemde container Asbesthoudend afval mag alleen worden geaccepteerd indien het dubbel verpakt wordt aangeleverd in plastic ln de inrichting moet een duidelijk leesbare instructie op een in het oog springende plaats zijn aangebracht waarop de procedure met betrekking tot de inname van asbesthoudend afval staat beschreven. 9.4 Inname en opslag van groenafval ln de inrichting mag groenafval, zoals tuinafval en snoeihout worden afgegeven. Het aangevoerde groenafval mag geen puin, veegvuil of andere verontreinigingen bevatten Grof groenafval mag niet hoger dan 4 meter boven het maaiveld zijn gestapeld ln totaal mag niet meer dan ton grof groenafval in de inrichting zijn opgeslagen. 9.5 Inname en opslag van koel- en vrieskasten De opslag van koel- en vrieskasten, dient te geschieden in een gesloten container of op gelijkwaardige wijze, zodanig dat geen stoffen uit de voorziening kunnen geraken. De opslagvoorziening dient zodanig te zijn ingericht dat geen hemelwater in aanraking kan komen met de opgeslagen afvalstoffen De opslagruimte van koel- en vrieskasten mag alleen toegankelijk zijn voor personeel behorende bij de inrichting Koel- en vrieskasten moeten bij het in en uit de opslagruimte plaatsen zo worden behandeld dat het koelsysteem, de warmtewisselaar en de isolatiematerialen niet worden beschadigd. 9.6 Opslag van wit- en bruingoed anders dan koel- en vrieskasten De opslag van wit- en bruingoed anders dan koel- en vrieskasten, dient te geschieden in een gesloten container of op gelijkwaardige wijze, zodanig dat geen stoffen uit de voorziening kunnen geraken. De opslagvoorziening dient zodanig te zijn ingericht dat geen hemelwater in aanraking kan komen met de opgeslagen afvalstoffen.

16 Kolkenzuigerslib en veegvuil Kolkenslib en veegvuil moeten worden bewaard in vloeistofdichte containers of mag worden bewaard in de speciaal daarvoor bestemde, vloeistofdichte, tegen het zand en slib bestendige bak die via een gesloten leiding afwatert op de bedrijfsriolering De inhoud van de veegvuil- en kolkenslibbak/bunker moet zo vaak als noodzakelijk is, uit de inrichting worden afgevoerd naar een afvalbewerkingsinrichting.

17 27 10 Compostering 10.1 Acceptatie van te composteren groenafvalcomponenten Om te composteren mag, met in achtneming van de overige voorschriften van deze vergunning, uitsluitend groenafval worden geaccepteerd De afgifte van het afval dient onder toezicht van het bij de inrichting behorende personeel te geschieden Alle aangevoerde partijen afvalstoffen dienen bij binnenkomst visueel te worden gecontroleerd Rottend materiaal mag alleen worden geaccepteerd als direct doeltreffende maatregelen worden genomen om geurhinder te voorkomen Bij twijfel over de samenstelling van de geaccepteerde groenafvalcomponenten dienen de betreffende afvalstoffen apart te worden opgeslagen. Het materiaal mag niet eerder worden bewerkt dan nadat analyse van het materiaal in een laboratorium heeft aangetoond dat het niet is verontreinigd Aanvoer, opslag en voorbewerking De aanvoer, opslag en voorbewerking van de groenafvalcomponenten dienen zodanig te geschieden, dat zich geen afval buiten de inrichting kan verspreiden Het te composteren groenafval dient, voorafgaande aan enige bewerking, te worden ontdaan van zichtbare grove verontreinigingen zoals plastic, metalen, papier en van overtollige zandfracties en dergelijke Bermmaaisel of gras, dat in rollen wordt aangevoerd, dient eerst te worden losgemaakt voordat het op hopen wordt gezet De opslag van het nog te composteren (verkleinde) materiaal en van de grove houtfractie mag niet hoger reiken dan 4 meter boven het maaiveld Reststoffen dienen te worden bewaard in deugdelijke, gesloten containers die zodra deze vol zijn, doch ten minste eenmaal per week, uit de inrichting moeten worden afgevoerd De compostering Het percolaatwater dient zoveel mogelijk te worden opgevangen om opnieuw te kunnen worden gebruikt ter bevochtiging van de composteringshopen Het vloeistofdicht gecontroleerd. zijn van de vloeren moet ten minste een maal per jaar visueel worden Indien de controles daartoe aanleiding geven dient onderhoud en reparatie plaats te vinden.

18 / 28 Bevindingen van controles en uitgevoerde onderhouds- en herstelwerkzaamheden dienen te worden geregistreerd De reeds verkleinde, te composteren groenafvalcomponenten dienen zo spoedig mogelijk, doch ten minste binnen drie dagen na dat zij zijn aangevoerd danwel verkleind, zo los mogelijk op "gemixte" hopen te worden gezet De composteringshopen moeten zodanig zijn gestructureerd en gedimensioneerd dat overal aerobe condities heersen. De voet van de composteringshopen moet vrij worden gehouden van regen- en percolatiewater De composteringshopen mogen niet hoger zijn dan 4 meter Wekelijks dient vergunninghoudster de temperatuur en het vochtgehalte in de composteringshoop te meten. Indien uit de gemeten waarde en eventuele visuele waarneming blijkt dat het proces niet optimaal verloopt dan dienen direct doeltreffende maatregelen te worden getroffen Van het composteringsproces dient een logboek te worden bijgehouden waarin ten minste wordt aangetekend: a. de wekelijks gemeten temperatuur en vochtgehalte in het midden van de composteringshopen; b. de hoeveelheid op een bepaalde composteringshoop aan- en afgevoerd c. de tijdstippen, waarop de composteringshopen omgezet zijn. materiaal; 10.4 Percolaatbassin De constructies van het percolaatbassin en de riolering moeten in hun geheel en in alle delen afzonderlijk zodanig zijn uitgevoerd dat geen verlies van percolaat/afvalwater naar de bodem optreedt De te gebruiken materialen voor het bassin, leidingen, afsluiters en andere appendages alsmede betonconstructies van het percolaatbassin moeten bestand zijn tegen het percolaat, oxydatieve afbraak, UV-licht, lage temperaturen en bacteriologische aantasting. Hiertoe dient te worden voldaan aan alle voorschriffen in de publikatie Richtlijnen mestbassins 1992, uitgegeven door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in Een verklaring van de folieleverancier, dat de gebruikte folie voldoet aan de eisen van de in het voorgaande voorschrift bedoelde publikatie, moet binnen zes maanden na het inwerking treden van deze vergunning aan Gedeputeerde Staten worden overgelegd Het bassin moet op dichtheid worden gecontroleerd door of namens het KIWA of door een door Gedeputeerde Staten geaccepteerde deskundige, zo vaak omstandigheden daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij een redelijk vermoeden dat de folie beschadigd is. Een controle op dichtheid van de folie moet plaatsvinden binnen zes maanden na het inwerking treden van deze vergunning en daarna om de vijf jaar worden herhaald. Een door of namens het KIWA of door Gedeputeerde Staten geaccepteerde deskundige afgegeven bewijs van een beoordeling op dichtheid moet aan Gedeputeerde Staten worden overgelegd Het percolaatbassin dient zodanig te zijn gedimensioneerd dat een neerslagoverschot en percolaat/afvalwater kan worden opgevangen.

19 29 11 KGA-DEPOT 11.1 Onverenigbare combinaties Met elkaar reagerende gevaarlijke stoffen waarbij gevaarlijke gassen of dampen kunnen vrijkomen of gevaarlijke situaties zoals explosies, rondspattende gevaarlijke stoffen of excessieve warmteontwikkeling kunnen ontstaan, moeten gecompartimenteerd worden opgeslagen. Hoe compartimentering kan worden gerealiseerd, is behandeld bij de desbetreffende wijze van opslag. Hierbij moeten niet alleen vloeistoffen of de vaste stoffen beschouwd worden, maar moet tevens bekeken worden of dampen en gassen met elkaar een van de hierboven genoemde effecten kunnen veroorzaken Het eerste uitgangspunt om vast te stellen of compartimentering noodzakelijk is, is in onderstaande tabel weergegeven (X = combinatie van hoofdcate orieen die niet gezamenlijk mag worden opgeslagen). I I I I I I IV V I X X X X II X X X III X X IV X X X V X X X X In deze tabel zijn de volgende hoofdcategorieen I tot en met V gebruikt. In principe moet iedere categorie gescheiden van andere gevaarlijke stoffen worden opgeslagen. I: oxiderende stoffen II: (zeer licht of licht) ontvlambare vloeistoffen III: (zeer licht of licht) ontvlambare vaste stoffen IV: (zeer) vergiftige stoffen V: corrosieve/bijtende stoffen Tevens moet worden vastgesteld of stoffen die meer dan een gevaarsaspect bezitten, gecompartimenteerd moeten worden opgeslagen. Indien compartimentering niet noodzakelijk is, dan moet aan de hand van de eigenschappen worden onderzocht welk gevaarsaspect voor wat betreft de veiligheid het belangrijkst is. Opslag kan dan plaatsvinden bij stoffen met overeenkomstige gevaarsaspecten Maximale hoeveelheden Totale inrichting De opgeslagen hoeveelheid KGA mag maximaal 10 ton bedragen Verpakking en etikettering Binnen de inrichting moet de verpakking van gevaarlijke stoffen zijn geetiketteerd overeenkomstig de bepalingen van het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen Bij opgebulkte kleinverpakkingen hoeft alleen de bulkverpakking te zijn voorzien van de juiste etikettering en niet elke afzonderlijke kleinverpakking.

20 De verpakking van gevaarlijke stoffen moet zodanig zijn dat: 1. niets van de inhoud uit de emballage kan ontsnappen; 2. het materiaal van de emballage niet door gevaarlijke stoffen kan worden aangetast,dan wel met die gevaarlijke stoffen een gevaarlijke reactie kan aangaan dan wel een gevaarlijke verbinding kan vormen; 3. de emballage tegen normale behandeling bestand is bij bewaring van gevaarlijke stoffen; 4. in een losse kast de emballage geen grotere inhoud heeft dan 25 kg of liter Glazen flessen mogen geen grotere inhoud hebben dan 5 liter Sorteerruimte In de sorteerruimte vinden activiteiten plaats waarbij de aard van de gebrachte afvalstoffen wordt bepaald en gelijksoortige afvalstoffen en gevaarlijk afval worden samengevoegd. Dit betreft veelal het samenvoegen van kleinverpakkingen in een bulkverpakking. Alleen bij stoffen als afgewerkte olie, fixeer en ontwikkelaar is het toegestaan om de inhoud van kleinverpakkingen samen te voegen. Uitgangspunt is dat de fysische en chemische samenstelling niet mag wijzigen, anders handelt men in strijd met de vergunning, waarin alleen het bewaren is toegestaan Sorteer- en/of ompakwerkzaamheden mogen niet plaatsvinden in de opslagruimte van het depot. Deze werkzaamheden moeten plaatsvinden in een speciaal voor de te verwachten gevaren ingerichte sorteerruimte welke voldoende beschutting biedt tegen weersinvloeden De sorteerruimte van het depot moet zijn overkapt ter bescherming tegen directe weersinvloeden De vloer van de sorteerruimte van het depot moet naadloos zijn. Vloer, wanden en drempel(s) onder de deur(en) moeten tezamen een vloeistofdichte bak vormen, die bestand is tegen de inwerking van de opgeslagen stoffen. De inhoud van deze opvangvoorziening moet zodanig zijn uitgevoerd dat ten minste 100% van de in de sorteerruimte aanwezige vloeistoffen kan worden opgevangen. Indien in de sorteerruimte geen (licht) ontvlambare stoffen aanwezig zijn, moet in afwijking hiervan de opvangcapaciteit ten minste gelijk zijn aan de inhoud van het grootste in bewaring zijnde soort emballage, vermeerderd met 10% van de inhoud var, de overige emballage voor vloeibare gevaarlijke stoffen In de sorteerruimte dient ventilatie (natuurlijke en/of mechanische) aanwezig te zijn. Deze ventilatie moet een dusdanige capaciteit hebben dat alle schadelijke en/of hinderlijke gassen, dampen of stof die vrij kunnen komen bij de verwerking van het gevaarlijk afval, verwijderd worden. Een goede ruimtelijke ventilatie kan door middel van roosters plaatsvinden. De ventilatieopeningen moeten dan in een wand nabij de vloer en in een andere wand nabij de overkapping of in de overkapping zijn aangebracht. De openingen moeten zover mogelijk uit elkaar zijn gelegen. De openingen moeten zijn voorzien van niet afsluitbare ventilatieroosters, die elk een luchtdoorlatend oppervlak van tenminste 1 dm'oeten hebben. Een mechanische ventilatie moet een ventilatievoud hebben van minimaal 4 maal per uur. Eventuele spotafzuiging nabij de plaats, alwaar eventueel verpakkingen worden geopend, kan aanvullend plaatsvinden In de sorteerruimte dient ten behoeve van de ontvangst en sortering van het klein gevaarlijk afval een ontvangstbalie of -tafel aanwezig te zijn.

21 Indien de loopafstand tot een uitgang in de sorteerruimte meer bedraagt dan 5 meter, dient in de sorteerruimte een tweede, zo mogelijk tegenovergelegen vluchtweg aanwezig te zijn Ten behoeve van administratieve handelingen die samenhangen met de inname van klein gevaarlijk afval, moet een ruimte beschikbaar zijn die geen deel uitmaakt van de opslagcompartimenten en het sorteergebouw Aan het einde van iedere werkdag dient het ingenomen klein gevaarlijk afval in de daartoe bestemde opslagcompartimenten te worden opgeslagen Gebruik Lege, niet gereinigde emballage moet worden behandeld als volle Emballage mag niet worden gestapeld, tenzij deze emballage geschikt is voor stapelen of hiertoe voorzieningen zijn aangebracht Breekbare enkelvoudige emballage mag niet zijn gestapeld Een stelling voor de opslag van emballage moet voldoende sterk, bestendig en stabiel zijn bij normaal gebruik. Breekbare enkelvoudige emballage die bestemd is voor direct gebruik mag niet hoger dan 1,2 meter zijn geplaatst Op rekken geplaatste emballage moet goed zijn afgesloten Pallets die zijn gestapeld, moeten van een deugdelijke constructie zijn; niet meer dan drie pallets mogen boven elkaar zijn geplaatst Gemorste droge stoffen moeten direct worden opgenomen op een zodanige wijze dat verspreiding wordt voorkomen; gemorste vloeistoffen moeten direct worden geimmobiliseerd, in een speciaal daartoe bestemd vat worden gedaan en vervolgens op verantwoorde wijze worden verwijderd In een opslagcompartiment alsmede binnen 2 m. afstand daarvan mag niet worden gerookt en mag, indien er brandbare vloeistoffen worden bewaard, geen open vuur aanwezig zijn Een toegangsdeur tot een opslagcompartiment moet van buitenaf met een slot en sleutel of op een andere gelijkwaardige wijze afsluitbaar zijn, doch van binnenuit zonder sleutel kunnen worden geopend. Een toegangsdeur moet behalve tijdens het inbrengen of uitnemen van gevaarlijke stoffen zijn afgesloten. Een toegangsdeur moet naar buiten opendraaien Instructie, voorlichting en organisatorische maatregelen Bij ieder opslagcompartiment moet een duidelijke leesbare instructie zijn aangebracht van de veiligheidshandelingen, de te gebruiken middelen en de eerste hulp bij ongevallen en een alarmregeling.

22 Door de bedrijfsleiding moet een aantal personen aangewezen zijn die toegang hebben tot het KGA-depot. Deze personen moeten voldoende op de hoogte zijn van de aard en de gevaarsaspecten van de opgeslagen stoffen en over de veiligheidshandelingen, de te gebruiken middelen (waaronder regelen bij onregelmatigheden). Deze personen moeten hieromtrent schriftelijk zijn geinformeerd De opslagvoorzieningen voor KGA moeten elke drie maanden visueel worden gecontroleerd op lekkages Emballage die beschadigd is dient direct te worden vervangen door nieuwe Opruimen van gemorste gevaarlijke stoffen Indien er gevaarlijke stoffen in de opvangbakken gemorst zijn, moeten deze direct worden opgeruimd Op andere plaatsen gemorste gevaarlijke stoffen moeten direct worden geneutraliseerd of geabsorbeerd. Hiertoe moet in of nabij het KGA-depot voldoende absorptie- of neutralisatiemiddel aanwezig zijn. De aard en hoeveelheid moet afgestemd zijn op de aard van de gevaarlijke stoffen en de aard van de opslag Gebruikte absorptie- en neutralisatiemiddelen moeten als gevaarlijk afval worden behandeld Veiligheidssignalering Bij de opslagcompartimenten moeten op duidelijk zichtbare plaatsen waarschuwingsborden worden geplaatst, die het gevaar van de opgeslagen stoffen aanduiden. Op daartoe geschikte plaatsen moeten de betreffende gevaarsymbolen zijn aangebracht: a. voor wat betreft de opslag van (licht) ontvlambare vloeistoffen, de pictogrammen "vuur, open vlam en roken verboden" en "brandgevaar"; b. voor wat betreft de opslag van andere brandbare vloeistoffen (vlampunt hoger dan c. 55 C) het pictogram "verboden te roken"; voor wat betreft de opslag van oxiderend werkende stoffen of bijtende stoffen de pictogrammen "corrosiegevaar" en "vuur, open vlam en roken verboden"; d. voor wat betreft de opslag van giftige stoffen, het pictogram "vergiftigingsgevaar" en "verboden te roken"; De gevarensymbolen moeten zijn uitgevoerd overeenkomstig het Besluit veiligheidssignalering op de arbeidsplaats (Stcrt. 1982, 142) Compartimentering van de opslagruimten Compartimentering van ruimten voor de opslag van gevaarlijke stoffen die op grond van voorschrift 11.1gescheiden moeten worden opgeslagen, moet geschieden door middel van het aanbrengen van scheidingswanden Een scheidingswand moet zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal en voldoende bestand zijn tegen de opgeslagen stoffen.

23 t Een scheidingswand tussen compartimenten bestemd voor de opslag van (licht) ontvlambare stoffen en de compartimenten voor de opslag van stoffen van andere klassen of voor andere doeleinden moet een brandwerendheid van ten minste 60 minuten bezitten Een scheidingswand tussen compartimenten bestemd voor de opslag van niet brandbare gevaarlijke stoffen onderling en ruimten voor andere doeleinden moet een brandwerendheid van ten minste 30 minuten bezitten In afwijking van het bepaalde in moet een scheidingswand van een compartiment bestemd voor de opslag van gevaarlijke stoffen die bij brand gevaarlijke verbindingen kunnen vormen een brandwerendheid van ten minste 60 minuten bezitten Elk op grond van voorschrift gevormd compartiment moet over zodanige voorzieningen beschikken dat ten minste 100% van de in het compartiment bewaarde vloeistoffen kan worden opgevangen. Indien in het compartiment geen (licht) ontvlambare stoffen worden opgeslagen, moet in afwijking hiervan de opvangcapaciteit ten minste gelijk zijn aan de inhoud van het grootste in bewaring zijnde soort emballage, vermeerderd met 10% van de inhoud van de overige emballage voor vloeibare gevaarlijke stoffen De ten behoeve van voorschrift aangebrachte voorzieningen moeten zodanig zijn ingericht dat daarin geen contact mogelijk is tussen gevaarlijke stoffen, die op grond van voorschrift gescheiden moeten worden opgeslagen Indien gesloten kleinverpakkingen in een bulkverpakking worden samengebracht, kan de bulkverpakking tevens dienst doen als opvangvoorziening De buitenwanden van een compartiment moeten een brandwerendheid bezitten overeenkomstig het bepaalde in voorschrift tot en met voorschrift Constructie van het KGA-depot Een KGA-depot moet zijn opgetrokken zonder verdiepingen De vloer moet zijn vervaardigd van onbrandbaar en vloeistofdicht materiaal en bestand zijn tegen inwerking van de opgeslagen stoffen In de vloer mogen zich geen openingen bevinden die in directe verbinding staan met riolen. Ten behoeve van het opvangen van bij lekkage vrijkomende vloeistof mag de vloer iets beneden het maaiveld liggen De wanden van een opslagcompartiment moeten zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal. Een KGA-depot mag aan ten hoogste een zijde grenzen aan een ander gebouw of muur. Indien in een KGA-depot brandbare vaste stoffen of brandbare vloeistoffen worden bewaard, mag dit gebouw slechts van buitenaf toegankelijk zijn Indien de loopafstand tot een vluchtdeur in enig opslagcompartiment meer bedraagt dan 5 meter dienen zich in dit compartiment twee deuren te bevinden die zo mogelijk in twee tegenover elkaar gelegen wanden zijn aangebracht.

24 \ Een opslagcompartiment moet zijn voorzien van een ventilatie-inrichting, die niet ongewild buiten werking kan worden gesteld. Indien wordt gekozen voor natuurlijke ventilatie, dan moet aan het volgende worden voldaan: a. de ventilatieopeningen moeten rechtstreeks aangesloten op de buitenlucht en (diagonaalsgewijs) zijn aangebracht in tegenoverliggende wanden of in het dak (door middel van kokers) en wel bij het hoogste punt en bij de vloer; b. de totale oppervlakte van de openingen moet 0,5% van het vloeroppervlak bedragen; c. elk rooster moet een luchtdoorlatend oppervlak van ten minste 1 dm'ebben; d. er moeten doeltreffende voorzieningen zijn aangebracht om te voorkomen dat door de ventilatieopeningen ontsteking van buitenaf kan plaatsvinden; e. Indien gebruik wordt gemaakt van mechanische ventilatie, dan moet deze voldoende zijn om de lucht binnen het KGA-depot vier maal per uur te verversen Opslag dient zodanig plaats te vinden dat de ventilatie te allen tijde optimaal kan functioneren In de gemeenschappelijke scheidingsconstructie tussen een KGA-depot en een aangrenzend gebouw is ten hoogste een doorgangsopening toegestaan indien: a. de deurconstructie een brandwerendheid bezit van 60 minuten; b. de deur zelfsluitend is uitgevoerd en c. in de aangrenzende ruimte behalve bedoelde doorlaatopening nog een of meer deuren aanwezig zijn die als vluchtgelegenheid kunnen dienen Indien in een opslagcompartiment (licht) ontvlambare stoffen worden bewaard, moet in het opslagcompartiment een met opzet aangebrachte zwakke plaats aanwezig zijn die bij een onverhoopte in het opslagcompartiment plaatsvindende explosie bezwijkt met het in stand houden van de rest van de constructie van het gebouw. Een zwakke plaats moet zodanig zijn gesitueerd dat het bezwijken hiervan in geval van explosie geen gevaar of schade voor de omgeving met zich meebrengt Nadere eisen opslaggebouw Het terrein moet binnen de in de voorschriften tot en met ven de richtlijn CPR 15-1 genoemde afstanden vrij worden gehouden van brandbare materialen. Eventuele begroeiing moet kort worden gehouden Rondom een opslaggebouw moet op een afstand van 2 meter een vast en ten minste 2 meter hoog hekwerk van metaalgaas met twee afsluitbare toegangspoorten zijn aangebracht. De poorten moeten van binnenuit, zonder gebruikmaking van een sleutel of een los voorwerp kunnen worden geopend. Indien het opslaggebouw is gesitueerd op een voor publiek afgesloten gedeelte van een inrichting waarvoor een rook- en vuurverbod geldt, behoeft aan het in dit voorschrift gestelde niet te worden voldaan Technische voorzieningen Elektrische installatie en gevarenzone-indeling De elektrische installatie in een KGA-depot moet zijn aangepast aan de aard en de gevaren van de opgeslagen stoffen.

25 De elektrische installatie moet voldoen aan NEN In een ruimte met gasontploffingsgevaar moet de daar aanwezige elektrische installatie bovendien voldoen aan NEN Voor de uitvoering van de elektrische installatie moet concept publicatie CP 20 getiteld "Gevarenzone-indeling met betrekking tot gasontstekingsgevaar." worden toegepast. In veel gevallen zal de opslag van (licht) ontvlambare stoffen worden geclassificeerd als zone 2 als bedoeld in NEN Voor wat betreft de opslag van bijtende stoffen moet de elektrische installatie in het KGA-depot voldoen aan de "Voorschriften voor installaties in vochtige ruimten en ruimten met bijtende gassen, dampen of stoffen", als bedoeld in NEN Verwarming Indien in een opslagcompartiment brandbare vaste stoffen of brandbare vloeistoffen worden bewaard mag de verwarming van het opslagcompartiment slechts geschieden door verwarmingstoestellen, waarvan de verbrandingsruimte niet in open verbinding staat of kan worden gebracht met het opslagcompartiment; in het opslagcompartiment mag geen apparatuur met een oppervlaktetemperatuur hoger dan 150 C aanwezig zijn. Noodverlichting In een KGA-depot moet noodverlichting aanwezig zijn die geschikt is voor de gevarenzone bepaald volgens publicatie P 182 van de Arbeidsinspectie. Bescherming watervoorzieningen Een KGA-depot mag niet boven reinwaterkelders of sprinklerwaterreservoirs zijn gelegen. Onder een KGA-depot moet de aanwezigheid van drinkwaterleidingen, persluchtleidingen of luchtbehandelingkanalen worden vermeden. Drinkwaterleidingen bestemd voor een KGA-depot moeten zijn voorzien van voorzieningen om terugslag van water naar andere distributiepunten te voorkomen.

26 36 12 Opslag afgewerkte olie 12.1 Algemeen Het vullen van de tank, moet onder zodanige controle geschieden, dat overvullen en overlopen is uitgesloten. De vulling mag ten hoogste 95% van de nominale inhoud bedragen Slangen, los- en laadarmen, koppelingen en hulpstukken moeten: a. bestand zijn tegen de stoffen waarmee ze in aanraking komen; b. geschikt zijn voor de condities waaronder ze worden gebruikt; c. een barstdruk hebben van ten minste twee maal de hoogst voorkomende werkdruk tenzij in deze vergunning anders is voorgeschreven Opslag afgewerkte olie in een stalen dubbelwandige tank zonder leidingen en appendages De opslag dient te voldoen aan het gestelde in de volgende voorschriften van de richtlijn CPR 9-6: a en 4.1.2; b en ; c tot en met 4.1.6; d en 4.3.9; e ; f ; g en 4.4.5; h en 4.4.8; i tot en met 4.5.9; j ; k tot en met Aanvullende eisen voor inpandige opslag Op een tank die inpandig is gesitueerd zijn de voorschriften tot en met uit de CPR 9-6 eveneens van toepassing. Aanvullende eisen voor de opslag van afgewerkte olie Het vullen en leegzuigen van een tank bestemd voor de opslag van afgewerkte olie moet zonder morsen geschieden. Zowel het vulpunt als de aansluiting voor het leegzuigen moeten elk zijn opgesteld boven een lekbak met een oppervlak van ten minste 0,25 m', die bestand is tegen afgewerkte olie. De lekbak moet zodanig zijn geplaatst of afgedekt dat zich geen (regen)water kan verzamelen. Indien het vulpunt in een gebouw gelegen is moet de vloer van de ruimte waarin het vulpunt gelegen is vloeistofdicht zijn uitgevoerd Bij het vulpunt van de tank voor de opslag van afgewerkte olie moeten voorzorgen worden genomen om verstopping van de leidingen te voorkomen. Het vulpunt moet afgesloten zijn wanneer het niet in gebruik is.

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Avebe u.a. te Gasselternijveen 2 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 3 1.1. Algemeen 3 2 AFVALSTOFFEN 3 3 BODEM

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht 2 INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN BESLUIT BEHEER AUTOWRAKKEN 3

Nadere informatie

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN 1. Gegevens bedrijfsdossier 1.1 Algemeen Naam bedrijf Adres Plaats / postcode Telefoon Contactpersoon Inrichtingsnummer Procedurenummer Gecontroleerd door Datum controle

Nadere informatie

EVO PGS-15 Checklist

EVO PGS-15 Checklist Checklist PGS-15 Checklist EVO PGS-15 Checklist evo.nl/pgs15 1 Verkrijg eenvoudig een algemeen inzicht in de PGS-15 richtlijn Bedankt voor uw download Deze PGS-15 checklist is opgesteld om een algemeen

Nadere informatie

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2 BIJLAGE 1 Gewaarmerkte voorschriften omgevingsvergunning (Milieu) Behoort bij de beschikking van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen van: CZAV, Havenweg 67-69 te Dinteloord.

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Voorschriften milieu Zaaknummer: 607098 Vergunninghouder: Maatschap H. en E. Brink Projectomschrijving: Wijzigen stalinrichting en plaatsen mestloods VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

Nadere informatie

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu)

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage 3: Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Mts. Vroege Burg. ten Holteweg 39 7751 CR

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Sunny-Egg-Systems BV te Rogat INHOUDSOPGAVE 1 AFVALSTOFFEN 3 1.1. Afvalscheiding 3 2 BODEM 3 2.1. Doelvoorschriften

Nadere informatie

Voorschriften baggerdepot Polsbroek Noord

Voorschriften baggerdepot Polsbroek Noord Voorschriften baggerdepot Polsbroek Noord Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden te Houten d.d. 24 juli 2007 met nr. 2007INT200822 Bijlage

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

Checklist Gebruik en Opslag gevaarlijke stoffen Houtbewerking, bouwnijverheid en installatietechniek

Checklist Gebruik en Opslag gevaarlijke stoffen Houtbewerking, bouwnijverheid en installatietechniek Naam bedrijf Contactpersoon Adres vestiging Postcode + plaats Telefoonnummer Postadres Naam inspecteur Datum controle Activiteitenbesluit Type A Type B Type C Postcode + plaats Telefoonnummer nio = niet

Nadere informatie

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 17 1.1 Algemeen 17 2 BODEMBESCHERMING 17 2.1 Voorzieningen en beheermaatregelen 17 2.2 Nulsituatiebodemonderzoek 17 3 AFVALSTOFFEN 18 3.1 Toegestane activiteiten 18 4 GELUID 18

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal, d.d. 5 augustus 2008 met nr. 2008INT226030 Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Jellice Pioneer Europe te Kapitein Antiferstraat 31 te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN

Nadere informatie

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen Hieronder treft u een stappenplan aan waarmee u zelf aan de slag kunt gaan om te bepalen of u onder de werkingssfeer van de nieuwe

Nadere informatie

1.1.2 De inrichting moet schoon worden gehouden en in een goede staat van onderhoud verkeren.

1.1.2 De inrichting moet schoon worden gehouden en in een goede staat van onderhoud verkeren. Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Ballast- Van Oord Grondstoffen VOF (Laurum) te Woerden, d.d. 30 september 2008 nummer 2008INT229983. Bijlage I: Voorschriften Bijlage I: Begripsbepalingen

Nadere informatie

Vragenlijst controle autobedrijven

Vragenlijst controle autobedrijven Opslag van afvalstoffen inclusief autowrakken Bewaart u gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen gescheiden? Ja Nee Voert u afvalstoffen gescheiden af naar een erkend inzamelaar? Ja Nee Slaat u accu

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Loenen, d.d. 9 augustus 2005 met nr. 2005WEM003129i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7 Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7 08-06-2016 14:42 Nr. Maatregel Activiteit Frequentie Thema Activiteitenbesluit Activiteitenregeling m31 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen

Nadere informatie

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering!

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering! Korte Checklist 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering! Er is een logboek aanwezig op het bedrijf / in de stallen. Hierin zijn o.a. certificaten (installaties, brandveiligheidsvoorzieningen)

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van SITA Recycling Services Noord-Oost BV te Veenendaal, d.d. 22 maart 2005 met nr. 2005WEM001070i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE

Nadere informatie

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen Nr. 4.1.1 Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen Vindplaats Activiteitenbesluit: 4.1.1, artikel

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav Opslaan en overslaan van goederen algemeen m31 m30 m22 m t4 122 m23 m26 m27 m21 m29 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen de afstand

Nadere informatie

V O O R S C H R I F T E N M I L I E U V E R G U N N I N G 2 VRAGENLIJST ACCEPTATIE- EN VERWERKINGSBELEID (A&V)

V O O R S C H R I F T E N M I L I E U V E R G U N N I N G 2 VRAGENLIJST ACCEPTATIE- EN VERWERKINGSBELEID (A&V) Behoort bij de beschikking van 24 mei, onder nummer 2005WEM002003i, van Gedeputeerde Staten van de voor een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van. I N H O U D V O O R S C H R I F T E N M I L I E

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2 Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2 Opslaan en overslaan van goederen algemeen m31 m30 m22 t4 122 m23 m26 m27 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen de afstand tussen

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Oudewater, d.d. 19 juli 2005 met nr. 2005WEM002702i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Algemene wet bestuursrecht/wet milieubeheer INLEIDING Op 6 juni 2006 hebben wij het verzoek van De Jong Gameren B.V.

Nadere informatie

Acceptatie- en verwerkingbeleid

Acceptatie- en verwerkingbeleid Acceptatiereglement voor de ontvangst van afvalstoffen binnen de inrichting van Rijssense Gebouwensloperij b.v., gevestigd aan de Noordermorssingel 1 te Rijssen. Artikel 1 Toepassingsgebied Dit reglement

Nadere informatie

RICHTLIJN CPR 15-1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN IN EMBALLAGE (opslag van vloeistoffen en vaste stoffen 0-10 ton)

RICHTLIJN CPR 15-1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN IN EMBALLAGE (opslag van vloeistoffen en vaste stoffen 0-10 ton) 1. Doel en functie 1. Doel en functie van richtlijnen van de Commissie Preventie van Rampen door gevaarlijke stoffen In onze steeds gecompliceerder wordende samenleving wordt een toenemend gebruik gemaakt

Nadere informatie

Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012

Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012 Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012 Voorschriften Bakwagens/kramen Toelichting Een belangrijke bedreiging van de fysieke veiligheid van

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer; b

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0 Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0 Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer m265 m299 m266 Afleveren van benzine: Ga na wat

Nadere informatie

Veilig werken met gassen en correcte opslag.

Veilig werken met gassen en correcte opslag. Veilig werken met gassen en correcte opslag. Hatek Lastechniek heeft op deze pagina de hoofdpunten van de richtlijn PGS15 voor u samengevat. Tevens zijn er op een aantal veelgestelde vragen uit de praktijk

Nadere informatie

Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. t.a.v. de heer G.J. Brinks Kanaalweg PH SCHOONEBEEK. Datum verzending: 27 mei 2019

Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. t.a.v. de heer G.J. Brinks Kanaalweg PH SCHOONEBEEK. Datum verzending: 27 mei 2019 Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. t.a.v. de heer G.J. Brinks Kanaalweg 14 7761 PH SCHOONEBEEK Provincie Drenthe Postadres Postbus 122 9400 AC Assen Bezoekadres Westerbrink 1 9405 BJ Assen t 0592-36

Nadere informatie

1. In te trekken de Afvalstoffenverordening 2016 Dronten 2. Vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening 2019 Dronten

1. In te trekken de Afvalstoffenverordening 2016 Dronten 2. Vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening 2019 Dronten Afvalstoffenverordening 2019 De raad van de gemeente Dronten, gelezen het voorstel van het college van 30 oktober, no B18.002803.; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26 van de

Nadere informatie

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER (ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Smurfit Kappa Solid Board B.V. ten behoeve van het wijzigen van een inrichting bedoeld voor productie van karton (Locatie: De

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Montfoort te Montfoort, d.d. 21 februari 2006 met nr. 2006WEM000342i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht Onderwerp : Afvalstoffenverordening 2010 Samenvatting Deze verordening geeft onder meer aan hoe de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen gebeurt, wat wel en niet is toegestaan bij het ter inzameling

Nadere informatie

Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen.

Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen. Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen. 1. Het slopen, moet voor zo ver dat betrekking heeft op asbest, worden opgedragen aan een deskundig verwijderingsbedrijf.

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Kringloopstation Nieuwegein, d.d. 11 oktober 2005 met nr. 2005WEM004102i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012 PGS 15 December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: 2005 Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012 Wijzigingen In tabel 1.2 is de ondergrens voor klasse 2 (gassen) gesteld op 125 l (was eerst 50 l). Voorschrift

Nadere informatie

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en voorschriften, afwijkingen en nadere eisen Nr. Activiteiten in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden 1. zorgplicht 1. dat

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode);

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode); Zaaknummer: 590653 Vergunninghouder: Maatschap J. Wilting, H. Wilting-Cremer en A.A. Wilting Projectomschrijving: het veranderen of veranderen van de werking van de inrichting (revisie). MILIEUVOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 2. 2 MILIEUASPECTEN Geluidhinder Bodembescherming Geur- en stofhinder 4

1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 2. 2 MILIEUASPECTEN Geluidhinder Bodembescherming Geur- en stofhinder 4 Voorschriften behorende bij de beschikking ingevolge de Wet milieubeheer voor het baggerdepot Laagraven te Houten van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, gevestigd nabij de Langeweg in de gemeente

Nadere informatie

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESCHIKKING MILIEUASPECT INRICHTINGEN (artikel 3.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Datum Nummer aanvraag Gegevens aanvrager Naam aanvrager Postbus

Nadere informatie

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN Opsteller Namens Datum onderzoek Aanwezig Naam Namens Naam bouwwerk Straat Gemeente Bestemming bouwwerk Contactpersoon Telefoonnummer Datum gebruiksvergunning Datum

Nadere informatie

Milieuvergunningen. Recycling Dongen BV De Leest RC DONGEN. Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State

Milieuvergunningen. Recycling Dongen BV De Leest RC DONGEN. Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State Recycling Dongen BV De Leest 26 5107 RC DONGEN DEFINITIEVE BESCHIKKING Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting. DSM Advanced Polyesters Emmen BV

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting. DSM Advanced Polyesters Emmen BV VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting DSM Advanced Polyesters Emmen BV 2 INHOUDSOPGAVE 1 VOORWAARDEN ONDERDEEL BOUW 3 2 VOORWAARDEN

Nadere informatie

Bodem+, Kennis van bodemzaken

Bodem+, Kennis van bodemzaken Bodem+, Kennis van bodemzaken Bodem+, Kennis van bodemzaken Handhaving Activiteitenbesluit Fred Mudde Robert Luinge Inhoud presentatie - Beleidsachtergronden Activiteitenbesluit - Uitvoeren toezicht op:

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Vos Zand en Grind BV te Ellertshaar

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Vos Zand en Grind BV te Ellertshaar VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Vos Zand en Grind BV te Ellertshaar 14 INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN 1 ALGEMEEN 15 2.1. Aanvullende voorschriften

Nadere informatie

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016. Behoort bij raadsvoorstel 2016-348, titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016. De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum

Nadere informatie

gezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel.

gezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel. Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 juni 2016; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede

Nadere informatie

WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESCHIKKING MILIEUASPECT INRICHTINGEN (artikel 3.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht )

WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESCHIKKING MILIEUASPECT INRICHTINGEN (artikel 3.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ) WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESCHIKKING MILIEUASPECT INRICHTINGEN (artikel 3.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ) Nummer aanvraag : 2013118440 Gegevens aanvrager Naam aanvrager

Nadere informatie

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER ONDERWERP Op 30 november 1993 is voor L.W.M. de Bruijn, Jac. Thijssenstraat 24 te Nederasselt, een oprichtingsvergunning verleend voor een machinale houtbewerkingsinrichting

Nadere informatie

L3G Bodembescherming, Bijlage Bodemrisico inventarisatie (checklist)

L3G Bodembescherming, Bijlage Bodemrisico inventarisatie (checklist) Deze bodemrisicoanalyse is opgesteld aan de hand van de Bodemrisicochecklist uit de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) 2012. Alle genoemde combinaties van voorzieningen en maatregelen (CVM) voldoen

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Middelburg, 23 augustus 2006 Nummer: RMW0609693 Afdeling: Milieuhygiëne BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND V.D.S. Staal- en Machinebouw B.V. is in het bezit van een vergunningen ingevolge

Nadere informatie

Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg

Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg A. Open ruimte bij en in de omgeving van de inrichting. 1. Vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van de brandweer 1.1. De bij de

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op het op 7 december 2005 bij hen ingekomen verzoek van het waterschap Brabantse Delta aan Bergschot 69-1 te Breda om wijziging van de voorschriften

Nadere informatie

Omgevingsdienst Brabant Noord

Omgevingsdienst Brabant Noord ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING WIJZIGEN Omgevingsdienst Brabant Noord Onderwerp Gemeente Uden heeft op 16 december 216 een verzoek ontvangen van de Provincie Noord-Brabant (hierna de provincie) voor

Nadere informatie

Bijlage 6 Aanvraag Oprichtingsvergunning Wabo Definitief

Bijlage 6 Aanvraag Oprichtingsvergunning Wabo Definitief Bijlage 6 Bodemrisico inventarisatie Voor Scheepswerf Reimerswaal B.V. (hierna: SWR) is ten behoeve van de aanvraag van de oprichtingsvergunning milieu een bodemrisico inventarisatie (BR) volgens de Nederlandse

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN...3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Doelstelling... 3 2 HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN...3 Artikel 3. Aanwijzing inzameldienst...

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. DSM EP te Emmen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. DSM EP te Emmen VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting DSM EP te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 AFVALSTOFFEN 3 1.1. Afvalscheiding 3 2 AFVALWATER 3 2.1. Monitoringsplan 3 BIJLAGE

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening Eemnes 2017

Afvalstoffenverordening Eemnes 2017 Afvalstoffenverordening Eemnes 2017 De raad van de gemeente Eemnes; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26

Nadere informatie

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN... 2

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN... 2 BIJLAGE 1 Gewaarmerkte voorschriften Behoort bij de beschikking van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen van:, Zuidlangeweg 3a te Dinteloord, nr.: MYZ11000448..............................

Nadere informatie

odijmond REGIO WATERLAND

odijmond REGIO WATERLAND Gemeente Waterland - k MRĨ 2015 INGEKOMEN Gemeente Waterland O 4 MRT 2015 GESCAND odijmond REGIO WATERLAND Gemeentewerf Monnickendam De heer J.A.J. Borst Postbus 1000 1140 BA MONNICKENDAM VERZONDEN -3

Nadere informatie

Bijlage 13 Bodem risico analyse Komeco BV

Bijlage 13 Bodem risico analyse Komeco BV Bijlage 3 Bodem risico analyse Komeco BV Uitgevoerd via het stappenplan van de NRB. 200 & 202. Opgemaakt: Komeco BV, augustus 203 De volgende activiteiten vinden plaats bij Komeco BV aan de Colijnweg 2

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n en AIM sessie Auznl3qpx2n In de AIM heeft u tijdens sessie Auznl3qpx2n op 21 12 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Bedrijfstype

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Auto Recycling Oldenzaal B.V. Activiteiten van de inrichting : Opslag en verwerking van autowrakken Locatie : Loweg 25, Oldenzaal

Nadere informatie

De Afvalstoffenverordening Woudenberg 2017:

De Afvalstoffenverordening Woudenberg 2017: RAADSBESLUIT Registratiekenmerk: 175527 Raadsvergadering van: 24 november 2016 Onderwerp: Afvalstoffenverordening 2017 De raad van de Gemeente Woudenberg, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs 15-02-2017 13:59 m0418 Keuring en controle Ga na hoe vaak u een stookinstallatie moet laten keuren. In werking hebben van een stookinstallatie - Keuring

Nadere informatie

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen Explosiegevaarlijke ruimte: Arbeidsplaats: Beschrijving van gas en/of damp Veiligheidsinformatieblad aanwezig (1) Vlampunt Vlampunt beneden 21 C Vlampunt boven 21 C Beschrijving van de installatie (2)

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1.1 Algemeen. Algemene voorschriften

Inhoudsopgave. 1.1 Algemeen. Algemene voorschriften Voorschriften behorende bij de definitieve beschikking ingevolge de Wet milieubeheer voor het baggerdepot Alpha BV te Wilnis van Alpha B.V. gevestigd aan de Bovendijk 16 in de gemeente De Ronde Venen,

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 2 oktober 2001 Nr. 2001-16006/40, RMM Verzonden: 10 oktober 2001 Beslissen bij dit besluit op de aanvraag tot het veranderen van de vergunning ingevolge

Nadere informatie

Vloer niet gekeurd Matig Dwangsom p.w. max. 10 x. Licht Zelf laten verwijderen + Dwangsom Ernstig PV+

Vloer niet gekeurd Matig Dwangsom p.w. max. 10 x. Licht Zelf laten verwijderen + Dwangsom Ernstig PV+ Bijlage 1 Leidraad toepassing handhavinginstrument 'last onder ' BODEM Keuring tank niet (op tijd) uitgevoerd Geen vloeistofdichte vloer of (lek)bak aanwezig Vloer of (lek)bak niet bestand tegen chemische

Nadere informatie

De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl. Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group)

De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl. Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group) De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group) Wat gaan we vertellen? - Wat is een PGS? - Waarom een Nieuwe Stijl? - Wat is de Nieuwe Stijl?

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie As8o91oea60

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie As8o91oea60 Overzicht maatregelen bij AIM-sessie As8o91oea60 02-02-2016 15:13 Nr. Maatregel Activiteit Frequentie Thema Activiteitenbesluit Activiteitenregeling m27 Hergebruik het afvalwater dat in contact is geweest

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening Avri 2016

Afvalstoffenverordening Avri 2016 Afvalstoffenverordening Avri 2016 Auteur Avri Versie 1 Datum 3 december 2015 Afvalstoffenverordening Avri 2016 Het algemeen bestuur van Avri besluit, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van

Nadere informatie

Amitec. Het aanvraagformulier is aangepast en het lozen van huishoudelijk afvalwater en hemelwater is in de aanvraag opgenomen.

Amitec. Het aanvraagformulier is aangepast en het lozen van huishoudelijk afvalwater en hemelwater is in de aanvraag opgenomen. Reactie op opmerkingen naar aanleiding van opmerkingen op concept Aanvraagformulier 1 de bijlage van de aanvraag is een volgens de NRB toegevoegd. de bedrijfsafvalcontainer met het nummer 22 w o r d t

Nadere informatie

U kunt met uw kinderen snel en goed altijd alle uitgangen bereiken

U kunt met uw kinderen snel en goed altijd alle uitgangen bereiken U kunt met uw kinderen snel en goed altijd alle uitgangen bereiken Zijn de ingangen, doorgangen, uitgangen, nooduitgangen, gangpaden, trappen, hellingbanen en vluchtroutes over de minimaal vereiste breedte

Nadere informatie

2003WEMxxxxxi. Bijlage 1: Voorschriften 3. 1 Milieuzorg 3. 2 Milieuaspecten en -componenten 5. 3 Specifieke bedrijfsonderdelen/activiteiten 12

2003WEMxxxxxi. Bijlage 1: Voorschriften 3. 1 Milieuzorg 3. 2 Milieuaspecten en -componenten 5. 3 Specifieke bedrijfsonderdelen/activiteiten 12 Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor een milieustraat, grofvuilretourette en brandweeroefenplaats van de gemeente Leusden, dd. 13 januari 2004 nr. 2003WEM006178i. 2003WEMxxxxxi

Nadere informatie

Algemene gebruiksvoorschriften behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik.

Algemene gebruiksvoorschriften behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik. Algemene gebruiksvoorschriften behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik. Paragraaf 1.4 Bijzondere bepalingen Artikel 1.16 Zorgplicht Een bij of krachtens de wet aanwezige

Nadere informatie

1 Algemeen. 2 Huishoudelijke afvalstoffen

1 Algemeen. 2 Huishoudelijke afvalstoffen De raad van de gemeente Veenendaal; gelezen het voorstel van..., nummer overwegende dat gelet op BESLUIT: het gewenst is de Afvalstoffenverordening aan te passen aan de actuele ontwikkelln en; Artikel10.23,

Nadere informatie

Pluimveehouderij Bouma

Pluimveehouderij Bouma Voorschriften die behoren bij de beschikking d.d. 3 januari 2011 betreffende de revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor Pluimveehouderij Bouma, De Trije Roeden 4, Boelenslaan VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

AFDELING 2. BODEM- WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING

AFDELING 2. BODEM- WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2016; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 10.23 lid 1 van de

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 november 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT250700

Nadere informatie

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma Workshop bodem Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal Mlieudienst IJmond 1 Programma Korte herhaling Bodemonderzoek, hoe en wat Uitwerking NRB in Activiteitenbesluit Normdocumenten en Kwalibo Casus

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan de Graanweg 17 te Moerdijk, kadastraal bekend Klundert, sectie C, nummer 1995.

De inrichting is gelegen aan de Graanweg 17 te Moerdijk, kadastraal bekend Klundert, sectie C, nummer 1995. BESCHIKKING Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176 MCS Moerdijk Cargo Services

Nadere informatie

CHECKLIST TANKSTATIONS

CHECKLIST TANKSTATIONS CHECKLIST TANKSTATIONS Naam bedrijf (KvK naam) Contactpersoon NAW gegevens Naam toezichthouder Datum controle SBI code Telefoonnummer Type A / B / C Postadres Maatwerk gesteld? Vergunning ja voor ja d.d.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING

HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING Algemene toelichting De afvalstoffenverordening heeft betrekking op die bepalingen die worden gesteld voor het beheer van huishoudelijke en andere afvalstoffen.

Nadere informatie

Voorschriften voor evenementen in de openbare ruimte die zijn vrijgesteld van de vergunningplicht Algemeen Toezicht E.H.B.O.

Voorschriften voor evenementen in de openbare ruimte die zijn vrijgesteld van de vergunningplicht Algemeen Toezicht E.H.B.O. Voorschriften voor evenementen in de openbare ruimte die zijn vrijgesteld van de vergunningplicht Algemeen 1. De aanwijzingen van de politie, brandweer en de gemeente dienen stipt en onmiddellijk te worden

Nadere informatie

Verordening Afvalstoffen 2010

Verordening Afvalstoffen 2010 Verordening Afvalstoffen 2010 Gemeente Brummen Verordening Afvalstoffen 2010 gemeente Brummen Kenmerk : V09.00008/PvD Vastgesteld : bij raadsbesluit RB09.0035/PvD van.. december 2009 1 2 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR28712_1. Afvalstoffenverordening 2010 (7.21)

CVDR. Nr. CVDR28712_1. Afvalstoffenverordening 2010 (7.21) CVDR Officiële uitgave van Haaksbergen. Nr. CVDR28712_1 20 juni 2017 Afvalstoffenverordening 2010 (7.21) Onderwerp: Afvalstoffenverordening 2010 Samenvatting Deze verordening geeft onder meer aan hoe de

Nadere informatie

Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) en aanverwante artikelen

Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) en aanverwante artikelen 1 Aanvulling revisie besl u i t : 1 Gegevens inrichting Behoort bij besluit van Burgem eester en Wethouders da t u m : 25 september 2015 r eg.n r. : Z-HZ_WABO-2014-02205 toegekend Nam ens dezen, de m anager

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Middelburg 10 december 2001 Nummer 0111755 Afdeling milieuhygiëne BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Op 22 juni 2001 is een verzoek ingekomen van Scheepswerf van Os Yerseke B.V. te Yerseke

Nadere informatie

CHECKLIST TANKSTATIONS BARIM

CHECKLIST TANKSTATIONS BARIM CHECKLIST TANKSTATIONS BARIM Naam bedrijf (KvK naam) Contactpersoon NAW gegevens Naam toezichthouder Datum controle SBI code Telefoonnummer Type A / B / C Postadres Maatwerk gesteld? Vergunning ja voor

Nadere informatie