- 6 bollen wol (ik gebruikte TWEED breigaren van Zeeman, 100 gr - 163m) - 3 houten sluitingen (houtje touwtje) - haaknaald 4,5. Gehaakte gilet.

Transcriptie

1 Gehaakte gilet Nodig: - 6 bollen wol (ik gebruikte TWEED breigaren van Zeeman, 100 gr - 163m) - 3 houten sluitingen (houtje touwtje) - haaknaald 4,5 Mijn jas is aan middenrug 66 cm lang en van zijnaad tot zijnaad 52 cm breed. De mouwen zijn 59 cm lang gemeten vanaf de schouder. Het patroon is makkelijk aan te passen. Voor een kleiner of groter model haak je gewoon wat minder of meer rijen. Ook de lengte is makkelijk aanpasbaar door minder of meer steken op te zetten.

2 Gebruikte steken: - vasten - halve stokjes Werkbeschrijving: Voor- en achterpand Begin met een lossen van 150 steken. Haak deze niet te vast (of gebruik eventueel een grotere haaknaald voor de opzet) anders kan de onderkant straks gaan trekken. Toer 1: haak 2 losse. Haak een half stokje in de 4e steek vanaf de haaknaald en in alle 148 steken daarna. Toer 2: Haak vanaf hier enkel nog in de achterste lussen. Haak 2 lossen. Haak een half stokje (in de achterste lus) van de tweede steek en alle steken daarna tot het einde van de rij. Herhaal dit t.e.m. toer 24. Hecht de draad af en stop de draadjes in. Haak dit pand nog een keer. Mouwen Haak een lossenlijn van 24 steken. Zorg dat je telkens weer haakt in de achterste lussen. Toer 1: Haak 2 lossen. Haak een half stokje (in de achterste lus) van de tweede steek en alle steken daarna tot het einde van de rij. (totaal 24 steken) Herhaal dit t.e.m. toer 4. Toer 5: Haak een half stokje (in de achterste lus) van de tweede steek en alle steken daarna tot het einde van de rij. In de laatste steek haak je 2 stokjes zodat je 1 steek meerdert en eindigt met 25 steken. (totaal 25 steken)

3 Hieronder vindt je het aantal steken per toer, indien je moet meerderen gebruik je dus bovenstaande werkwijze van toer 5. Toer 6: 26 steken (= 1 meerderen) Toer 7 en 8: 26 steken Toer 9: 27 steken (= 1 meerderen) Toer 10: 28 steken (= 1 meerderen) Toer 11 en 12: 28 steken Toer 13: 29 steken (= 1 meerderen) Toer 14: 30 steken (= 1 meerderen) Toer 15 en 16: 30 steken Toer 17: 31 steken (= 1 meerderen) Toer 18: 32 steken (= 1 meerderen) Toer 19 en 20: 32 steken Toer 21: 33 steken (= 1 meerderen) Toer 22: 34 steken (= 1 meerderen) Toer 23 en 24: 34 steken Toer 25: 35 steken (= 1 meerderen) Toer 26: 36 steken (= 1 meerderen) Toer 27 en 28: 36 steken

4 Toer 29: 37 steken (= 1 meerderen) Toer 30: 38 steken (= 1 meerderen) Toer 31 en 32: 38 steken Toer 33: 39 steken (= 1 meerderen) Toer 34: 40 steken (= 1 meerderen) Toer 35 en 36: 40 steken Toer 37: 41 steken (= 1 meerderen) Toer 38: 42 steken (= 1 meerderen) Toer 39 en 40: 42 steken Toer 41: 43 steken (= 1 meerderen) Toer 42: 44 steken (= 1 meerderen) Toer 43, 44 en 45: 44 steken Aan elkaar zetten Leg voor- en achterpand en mouw met de rechterkant op elkaar. Het midden van de mouw moet samenvallen met het midden van het pand. Haak deze aan elkaar en stop de draden in. 1 Leg nu je mouw, met het pand eraan vast, dubbel met de goede kanten op elkaar. Spelt mouw en zijnaden aan elkaar vast en haak aan elkaar. Afhechten en draden instoppen. De helft van de jas is nu klaar. Maak de andere helft op dezelfde manier.

5 Leg daarna beide panden met de rechter kant op elkaar aan middenrug en haak vanaf de onderkant aan elkaar over een afstand van 64 steken. Afhechten en draad instoppen. Boord Rondom komt nog een boord. Leg je vest met de goede kant naar boven en start in de steek links van middenachter. Haak in elke steek een vaste tot je bij de eerste hoek (middenvoor) komt. Haak in de hoeksteek 3 vasten en markeer de middelste steek. Haak nu verder langs de onderste rand van je vest. Bij de 2e hoek doe je precies hetzelfde als bij de eerste hoek. Haak vervolgens verder tot je weer bij middenachter komt. Keer je werk. Haak een keerlosse en vervolgens weer in elke steek een vaste. Bij de hoeken haak je in elk van de 3 steken van de hoek 2 vasten (dus in de markeersteek en beide steken aan weerskanten daarvan). Wanneer je weer bij middenachter komt sluit je de toer met een halve vaste en hecht af. Stop je draad in. Driehoekje Middenachter vul ik op d.m.v. een driehoekje, gehaakt met vasten. Opzet: haak 2 lossen Toer 1: haak 3 vasten in de 2e losse vanaf de haaknaald (3 steken) Toer 2: haak 1 losse, haak 2 vasten in de 1e steek, 1 vaste in de volgende steek en 2 vasten in de daaropvolgende steek (5 steken) Toer 3: haak 1 losse, haak 2 vasten in de 1e steek, dan in elk van de 3 volgende vasten haak je telkens 1 vaste en tot slot 2 vasten in de laatste steek (7 steken) Toer 4: haak 1 losse, haak 2 vasten in de 1e steek, dan in elk van de 5 volgende vasten haak je telkens 1 vaste en tot slot 2 vasten in de laatste steek (9 steken) Hecht af en laat een lange draad hangen, waarmee je het driehoekje vastnaait aan middenachter.

6 Leg de jas mooi dicht op tafel en bepaal de positie van de sluitingen. (je kunt er ook voor kiezen om geen knopen of sluitingen op te zetten) Ik heb de houten sluitingen vastgenaaid met hetzelfde garen als dat van de jas. De lusjes zijn een ketting van 15 lossen (afhankelijk van de grootte van de knopen) die ik met de hand heb vastgenaaid aan de binnenkant van de jas.