Toer 2 Haak 3 lossen en in dezelfde steek nog en stokje. Haak nu in iedere volgende steek 2 stokjes. Je hebt nu 24 stokjes.

Transcriptie

1 Patroon paasideetjes Eiernetje Toer 1 Maak een magische lus met hierin 12 vasten. Toer 2 Haak 3 lossen en in dezelfde steek nog en stokje. Haak nu in iedere volgende steek 2 stokjes. Je hebt nu 24 stokjes. Toer 3 Haak 4 lossen. Sla 1 steek over en *haak een vaste in de volgende steek. Haak 3 lossen, sla 1 steek over** en haak een vaste in de volgende steek. Herhaal van * tot ** tot het einde van de

2 toer. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste losse van de 4 beginlossen. Je hebt nu 12 lussen. Toer 4 Haak 1 halve vaste in de volgende lus en 1 vaste. Maak 4 lossen. *haak 1 vaste in de volgende lus en 4 lossen**. Herhaal van * tot ** tot het einde van de toer. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Toer 5 Haak 2 halve vasten naar het midden van de volgende lus en haak nog 1 vaste in dezelfde lus. Haak nu 4 lossen. *Haak 1 vaste in de volgende lus en 4 lossen**. Herhaal van * tot ** tot het einde van de toer. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Toer 6 t/m 12 Zie toer 5 Toer 13 Maak 2 halve vasten naar het midden van de eerste lus. Maak in dezelfde lus nog een vaste. Haak nu 3 lossen. *Haak in de volgende lus een vaste en 3 lossen**. Herhaal van * tot ** tot het einde van de toer. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Wissel van kleur.

3 Toer 14 Haak een halve vaste in de volgende lus. Haak nu 3 lossen en 2 stokjes in dezelfde lus. Haak in alle volgende lussen 3 stokjes. Je hebt nu 36 stokjes. Toer 15 Haak 4 lossen. Sla nu 1 steek over. *Haak in de volgende steek een stokje. Haak 1 losse en sla een steek over**. Her haal van * tot ** tot het einde van de toer. Luit de toer met een halve vaste in de derde van de 4 beginlossen. Toer 16 Haak 3 lossen. Haak nu een stokje in iedere 1-lossenlus en op ieder stokje van de vorige toer. Sluit met een halve vaste in de derde van de 3 beginlossen. Wissel van kleur. Toer 17 Haak 4 lossen. *Maak een vaste in de volgende steek en haak 3 lossen.** Herhaal van * tot ** tot het einde van de toer. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste van de 4 beginlossen. Hecht de draad af en werk de draadjes netjes weg.

4 Neem nu de 2 kleuren die je hebt gebruikt voor je netje. Hak met dubbele draad een lossenlijn van 80 lossen. Hecht af. Rijg nu het koord door de lusjes van het netje tussen de 2 toeren stokjes in en maak een kraaltje aan beide uiteinden.

5 Eier-mutsje Toer 1 Maak een magische ring en haak hierin 6 vasten. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Toer 2 Haak 1 losse. Haak nu in iedere vaste 2 vasten. Je hebt nu 12 vasten. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Toer 3 Haak 1 losse. Haak in iedere vaste 2 vasten. Je hebt nu 24 vasten. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Toer 4 Haak 1 losse. Haak 24 vasten. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Toer 5 t/m 7 Zie toer 4. Toer 8 Haak 1 losse. Haak in de eerste 2 steken 1 vaste en in de derde steek 2 vasten. Haak zo de toer uit. Je hebt nu 32 vasten. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Toer 9 Haak 1 losse. Haak nu in iedere steek 1 vaste. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste.

6 Toer 10 Haak 1 losse. Haak nu in iedere steek een vaste in de achterste lus. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Toer 11 Haak 1 losse. Haak in iedere steek 1 vaste (gewoon weer in 2 lussen). Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Toer 12 Haak 1 losse. *Haak in de eerste steek 1 vaste, 1 stokje, 1 vaste en in de tweede steek een vaste**. Herhaal van * tot ** tot het einde van de toer. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Hecht de draad af en werk de eindjes netjes weg. Toer 13 Neem nu een nieuwe kleur garen en maak hiermee een schuifknoop op je naald. Steek nu je haaknaald op een willekeurige plek in een van de voorste lussen van de toer waar je alleen in de achterste lus hebt gehaakt. Maak nu een vaste. Haak zo de hele toer vasten in de voorste lus. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste.

7 Hecht de draad af en werk de eindjes netjes weg.

8 Narcisvaas Maak een ketting van lossen. Voor de pot die ik heb gebruikt had ik 52 lossen nodig. Meet je eigen pot even goed op door de ketting er af en toe even omheen te leggen. Maak nu een halve vaste in de eerste losse zodat je een ring hebt. Zorg er goed voor dat de ketting niet draait. Toer1 Maak 3 lossen en 51 stokjes vanaf de tweede losse. Sluit de toer met een halve vaste in de derde van de 3 beginlossen. Wissel hierbij van kleur. Toer 2 Maak 1 losse en 52 vasten vanaf de eerste steek. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Wissel hierbij van kleur. Toer 3 Maak 3 lossen en nog 51 stokjes in de volgende steken.. Sluit de toer met een halve vaste in de derde van de 3 beginlossen. Wissel hierbij van kleur. Herhaal toer 2 en 3 nog een keer. Hecht de draad af en werk de draadjes netjes weg.

9 Het patroon van de narcis heb ik gehaald uit de laatste Simply haken. ( ) Zet nu de narcis met oranje garen vast op het bandje. Zo krijg je een mooi hartje.