Advies tussendoelen kernvakken onderbouw vo

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Advies tussendoelen kernvakken onderbouw vo"

Transcriptie

1 SLO heeft als nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling een publieke taakstelling in de driehoek beleid, praktijk en wetenschap. SLO heeft een onafhankelijke, niet-commerciële positie als landelijke kennisinstelling en is dienstbaar aan vele partijen in beleid en praktijk. Piet Heinstraat JE Enschede T F E info@slo.nl slo Postbus CA Enschede SLO Foto omslag: humantouchphotography.nl Het werk van SLO kenmerkt zich door een wisselwerking tussen diverse niveaus van leerplanontwikkeling (stelsel, school, klas, leerling). SLO streeft naar (zowel longitudinale als horizontale) inhoudelijke samenhang in het onderwijs en richt zich daarbij op de sectoren primair onderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. De activiteiten van SLO bestrijken in principe alle vakgebieden. Advies tussendoelen kernvakken onderbouw vo SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

2

3 Advies tussendoelen kernvakken onderbouw vo Juli 2012

4 Verantwoording 2012 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Niet voor publicatie. Auteurs: Anne Beeker, Nelleke den Braber, Tiddo Ekens, Monique van der Hoeven, Clary Ravesloot, Victor Schmidt, Wim Spek, Bas Trimbos Eindredactie: Monique van der Hoeven Informatie SLO Afdeling: Onderbouw vo Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon (053) Internet: Kenmerk: OBVO/6193/D/12-393

5 Inhoud Voorwoord 5 Aanleiding en opdracht 7 De aanpak 9 Advies 11 Bijlagen 15 Bijlage 1 Tussendoelen 17 Tussendoelen Nederlands onderbouw vo vmbo 17 Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo 27 Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo 39 Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo 49 Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo 59 Rekensupplement vmbo 2F 67 Tussendoelen wiskunde onderbouw vo havo/vwo 69 Rekensupplement havo/vwo 3F 83 Bijlage 2 Aanbevelingen toetswijzercommissies 85 Bijlage 3 Gebruikte bronnen 87

6

7 Voorwoord Voor u ligt het eindadvies van SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, inzake de tussendoelen Nederlands, Engels en wiskunde/rekenen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het onderhavig document gaat in op de aanleiding voor dit advies en de daaruit voortvloeiende opdracht, verantwoordt de aanpak en presenteert de daaruit voortkomende domeinindeling van de kernvakken. De tussendoelen zelf zijn in een bijlage opgenomen, evenals de aanbevelingen voor de toetswijzercommissies en de bronnen die gebruikt zijn. Alle overige documenten zijn digitaal en in folio aan het ministerie van OCW aangeboden. Dit betreft: de rapportage van de digitale enquête, de verslagen van de gesprekken met de vakexperts van Cito en het College voor Examens, het verslag van het gesprek met de Inspectie, de verslagen van de valideringsbijeenkomsten, de eerste rapportage aan het ministerie van OCW naar aanleiding van de valideringsactiviteiten en de analyse van de rekendoelen. 5

8

9 Aanleiding en opdracht In juni 2011 is het Actieplan Beter Presteren aangeboden aan de Tweede Kamer. Het algemene doel van het Actieplan Beter Presteren is versterking van de kwaliteit van het voortgezet onderwijs en bevordering van hogere prestaties. In het Actieplan wordt in actielijn 3 gesproken over meer aandacht in het curriculum voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde/rekenen in verband met de doorstroom. Voor deze kernvakken in de onderbouw gaan normstellende tussendoelen gelden als basis voor de diagnostische tussentijdse toets. Naar aanleiding hiervan heeft het ministerie van OCW aan SLO verzocht tussendoelen voor de kernvakken Engels, Nederlands en wiskunde/rekenen te ontwikkelen en te valideren (cf. brief met kenmerk ). In de brief wordt SLO gevraagd de opdracht binnen de gestelde kaders en vanuit een onafhankelijke deskundigheid uit te voeren en hierbij relevante partijen te betrekken. Het plan van aanpak van SLO moet zijn afgestemd met de betrokken partijen in verband met de onderlinge afhankelijkheden van de op te leveren resultaten en planningen. Verder dienen de tussendoelen te zijn geënt op de eindexameneisen, de kerndoelen van de onderbouw, de referentieniveaus taal en rekenen en voor Engels op het ERK, (zoveel mogelijk) gerelateerd aan de kerndoelen PO. De tussendoelen zullen als basis dienen voor diagnostische toetsen die onder verantwoordelijkheid van het College voor Examens (CvE) door Cito worden ontwikkeld. 7

10

11 De aanpak Kader Voor de tussendoelen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs wordt de volgende definitie gehanteerd: Tussendoelen zijn een beschrijving van leerdoelen in termen van vakinhouden en vakvaardigheden in een doorlopende leerlijn (leidend naar eindtermen en referentieniveaus), op diverse beheersingsniveaus, richtinggevend voor de diagnostische tussentijdse toets aan het eind van de onderbouw (2vmbo/3hv). De tussendoelen die SLO heeft ontwikkeld zijn conform de opdracht van OCW gebaseerd op de eindtermen, kerndoelen, het referentiekader taal en rekenen, het ERK en de tussendoelen wiskunde 3hv van de commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs (ctwo). De tussendoelen zijn zo veel mogelijk gedifferentieerd beschreven voor de niveaus waarop getoetst gaat worden (2 vmbo-b, 2 vmbo-k, 2 vmbo-gt, 3 havo en 3 vwo). Maar in sommige gevallen was differentiatie moeilijk aan te brengen. Bij de ontwikkeling van de tussendoelen is SLO er dan ook vanuit gegaan dat toetswijzercommissies de tussendoelen nader zullen concretiseren. Planning en afstemming In het gehele traject rond de tussentijdse toets was SLO als eerste aan zet. Leerdoelen vormen immers de basis voor toetsen en de andere partners kunnen hun opdracht niet uitvoeren wanneer er geen (concept-)tussendoelen voor handen zijn. Afstemming en overleg met OCW, CvE en Cito heeft meer dan eens plaatsgevonden, zowel over de manier van werken en over de planning als over de inhoud en toetsbaarheid van de tussendoelen. Validering Via een digitale enquête zijn de relevante partijen over de ontwikkelde tussendoelen bevraagd. SLO heeft in september-oktober 2011 vakexperts (o.a. vakdidactici, lerarenopleiders, wetenschappers, vakexperts van LPC en expertisecentra) benaderd, persoonlijk en via de vakverenigingen, BON en de uitgeverijen, met het verzoek aan de enquête deel te nemen. Docenten hebben hiervoor via OIG (Onderwijs Innovatie Groep) een uitnodiging ontvangen. Hiermee is 90% van de docenten bereikt. Daarnaast heeft SLO zelf nog een aantal andere communicatiekanalen ingezet om zo groot mogelijke deelname door docenten te genereren. OIG heeft de digitale enquête van 1 tot 18 november 2011 uitgezet. De vragen betroffen: de helderheid in formulering; de bruikbaarheid van de voorgestelde tussendoelen voor het inrichten van het onderwijs in de (les)praktijk; de haalbaarheid van de voorgestelde tussendoelen in de onderbouw wat betreft niveau, differentiatie en beschikbare tijd; de volledigheid van de tussendoelen in de zin of er (delen van) tussendoelen gemist worden of geschrapt kunnen worden. Daarnaast heeft SLO nog een aantal vakspecifieke vragen gesteld. De vragen waren deels gesloten, deels open. De open vragen gaven de mogelijkheid om per tussendoel of anderszins specifieke opmerkingen te maken. Hiervan is veelvuldig gebruik gemaakt; de opmerkingen hebben veel informatie opgeleverd voor de aanpassing van de concept-tussendoelen. 9

12 Voor de precieze formulering van de vragen en de enquêteresultaten wordt verwezen naar de rapportages van OIG. In november hebben met de vakspecialisten van Cito en CvE aparte bijeenkomsten plaatsgevonden waarin de voorgestelde tussendoelen nauwkeurig besproken zijn en specifiek gekeken is naar de toetsbaarheid. Voor CvE is het niet mogelijk gebleken om tijdig een wiskundige ter beschikking te hebben. Bij wiskunde heeft dus alleen Cito feedback op de toetsbaarheid gegeven. De tussendoelen bleken over het algemeen uitstekend toetsbaar. Op grond van de enquêtegegevens en andere reacties die SLO heeft gekregen, zijn knelpunten en bespreekpunten geïnventariseerd. Die zijn voorgelegd tijdens een valideringsbijeenkomst die op 12 december 2011 in Amersfoort is gehouden. Docenten hadden zich er via de enquête voor op kunnen geven. De bijeenkomst is voorgezeten door drie onafhankelijke voorzitters: Jenneke Krüger voor wiskunde, Toon van der Ven voor Engels en Piet Litjens voor Nederlands. SLO vervulde de secretarisrol. SLO heeft de deelnemers de verslagen toegestuurd en ze na commentaar waar nodig aangepast. Voor de legitimering van de tussendoelen heeft SLO ook de VO-raad en de Inspectie benaderd met de vraag of, hoe en wanneer ze betrokken zouden willen worden bij de inhoudelijke validering. De VO-raad gaf aan niet aanwezig te willen zijn bij de valideringsbijeenkomst van 12 december. Wel wil de Raad op termijn met SLO en OCW verkennen wat zijn rol de komende jaren zou kunnen zijn. Ook de Inspectie gaf aan niet aanwezig te zullen zijn bij de bijeenkomst. Wél is door individuele inspecteurs gereageerd op de tussendoelen. Voor overige afspraken met de Inspectie zij verwezen naar het verslag van het betreffende gesprek. Aanpassing van de concept-tussendoelen SLO heeft over de resultaten van de validering aan OCW gerapporteerd en de concepttussendoelen op basis van de validering aangepast (zie bijlage 1). Rekensupplement Wat rekenen betreft, heeft OCW na het afronden van de tussendoelen wiskunde SLO gevraagd te analyseren in hoeverre het noodzakelijk is naast de tussendoelen wiskunde te beschikken over een set aparte tussendoelen rekenen. Daartoe heeft SLO een analyse uitgevoerd waarin de einddoelen rekenen, zoals die in de rekentoetswijzers 2F en 3F vermeld staan, naast de tussendoelen wiskunde zijn gelegd. Op grond van zes verwantschapscategorieën bleek een zeer groot deel van de rekendoelen verwant te zijn met de wiskundetussendoelen. Vier categorieën hoeven naar het oordeel van SLO om uiteenlopende redenen niet als tussendoel rekenen geformuleerd te worden. Bij twee categorieën zijn vervolgens tussendoelen rekenen geformuleerd. In de meeste gevallen stemmen die overeen met de betreffende rekendoelen in het referentiekader 2F/3F en is het enige verschil het gebruik van de rekenmachine en slechts in twee gevallen is een echt tussendoel rekenen geformuleerd (vmbo, rekendoel 3 en 5). Voor de analyse en de uitgangspunten wordt verwezen naar het betreffende document. SLO heeft de uitgangspunten, de argumentatie voor gemaakte keuzes en de conclusies van de analyse en de haalbaarheid en helderheid van formulering van de nieuwe tussendoelen gevalideerd met een kleine groep docenten en andere vakexperts. Cito en CvE waren ook vertegenwoordigd. SLO heeft over de resultaten van de validering aan OCW gerapporteerd. Er bleken slechts kleine aanpassingen nodig te zijn. Het resultaat is een kleine set aparte doelen. Die zijn in een rekensupplement opgenomen: vijf voor vmbo en zes voor havo-vwo, verdeeld over twee, respectievelijk drie domeinen van het referentiekader. Deze rekensupplementen zijn toegevoegd aan de tussendoelen wiskunde. 10

13 Advies Om de diverse niveaus snel te kunnen herkennen is in de lay-out gebruik gemaakt van kleuren en kleurschakeringen (licht/donker). Onderstrepingen geven het verschil in formulering tussen de niveaus aan. SLO adviseert om de bijgevoegde tussendoelen Nederlands, wiskunde en Engels te gebruiken voor het opstellen van concrete documenten door de toetswijzercommissies, voor de pilots met betrekking tot de diagnostische tussentijdse toets en de constructie van de diagnostische tussentijdse toetsen. Mocht uit de pilots of uit latere onderzoeksgegevens blijken dat aanpassing gewenst of noodzakelijk is, dan zal SLO deze taak na opdrachtverstrekking door OCW uitvoeren. Aanbevelingen voor de toetswijzercommissies heeft SLO in bijlage 2 toegevoegd. SLO adviseert nadrukkelijk om de tussendoelen op de onderdelen die genoemd worden te concretiseren. Het veld heeft hierom gevraagd. Tenslotte adviseert SLO om de bijgevoegde tussendoelen zo spoedig mogelijk aan het onderwijsveld, waaronder de educatieve uitgeverijen, ter beschikking te stellen. Uiteraard met de vermelding dat het gaat om een voorlopige, nog niet wettelijk vastgestelde (werk)versie. Tijdige beschikbaarheid is van belang voor het aanpassen van de methodes en om de docenten gelegenheid te geven hun onderwijs waar nodig aan te passen op de tussendoelen en hier ervaring mee op te doen. Bij twee tussendoelen wiskunde zegt SLO iets over het gebruik van de rekenmachine. Er worden geen beperkingen over het gebruik van de rekenmachine beschreven. Het veld verwacht hierover wel duidelijkheid, zeker wat de diagnostische toets betreft. Gezien de lopende discussies en de adviezen die erover uitgebracht zullen worden, ziet SLO ervan af zich bij deze tussendoelen uit te spreken over mogelijk beperking van het gebruik van de rekenmachine. Wat betreft het rekensupplement adviseert SLO om van het volgende goed nota te nemen. Door docenten en een aantal vakexperts is tijdens de valideringsbijeenkomst opgemerkt dat er een verkeerd signaal kan worden afgegeven wanneer de (tussen)doelen rekenen als supplement worden toegevoegd aan de tussendoelen wiskunde: het aanleren en/of onderhoud van rekenen is niet alleen de verantwoordelijkheid van de wiskundeleraren maar van alle leraren en de gehele school. Dit betreft het 'hoe'. Scholen zijn vrij om hierin eigen keuzes te maken. Daarom lijkt heldere communicatie van groot belang: over doel en functie van het rekendoelensupplement en hoe de tussendoelen wiskunde, het rekensupplement en het referentiekader zich tot elkaar verhouden. 11

14 SLO raadt aan om in ieder geval duidelijk te maken dat de einddoelen van de referentieniveaus 2F en 3F in feite al in de onderbouw van vmbo, respectievelijk havo-vwo gehaald kunnen worden. De tussendoelen wiskunde dekken deze einddoelen 2F en 3F, op een enkele uitzondering na. Deze uitzonderingen staan beschreven in het supplement. Onderhoud van rekenkennis en -vaardigheden totdat de eindtoets wordt afgenomen is voor de scholen een aandachtspunt. SLO adviseert om in nauw overleg met Cito, CvE en SLO een weloverwogen afweging te maken over de vraag of en hoe (apart of bij wiskunde) rekenen in een diagnostische tussentijdse toets getest gaat worden. Aandachtspunten hierbij zijn: de toetslast; het feit dat het rekensupplement erg klein is; de eindtoets rekenen op 2F en 3F-niveau wordt pas enkele jaren later afgenomen. De functie van een diagnostische tussentijdse toets rekenen aan het eind van de onderbouw op hetzelfde rekenniveau als de eindtoets zal goed uitgelegd moeten worden. de leerdoelen wiskunde en rekenen kennen veel verwantschap. De vraag is echter of rekenen met een zelfde soort opdrachten getoetst kan en zal worden als wiskunde. Het lijkt in dit verband verstandig om de vorm, inhoud en resultaten van de huidige rekenpilots vmbo-b hierin te betrekken, ook wat betreft de vraag hoe die zich verhouden tot het wiskunde-examen vmbo-b. 12

15 Domeinindeling van de kernvakken De eindexamenprogramma's, kerndoelen po en onderbouw vo en het referentiekader taal en rekenen, het ERK en de ctwo-wiskundedoelen 3 havo-vwo hebben mede aan onderstaande domeinindeling van Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen ten grondslag gelegen. Dat betekent dat gekozen is voor een indeling die maximaal recht doet aan het door OCW gestelde kader. SLO adviseert de volgende domeinen: Voor Nederlands : Domein A1: Lezen van zakelijke teksten Domein A2: Lezen van fictie Domein B1: Mondelinge taalvaardigheid Gesprekken Domein B2: Mondelinge taalvaardigheid Luisteren Domein B3: Mondelinge taalvaardigheid Spreken Domein C: Schrijven Voor Engels: Domein A: Domein B: Domein C: Domein D: Domein E: Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven Voor wiskunde: Domein A: Inzicht en handelen Domein B: Getallen (vmbo) Domein B: Getallen en variabelen (havo-vwo) Domein C: Verhoudingen Domein D: Meten en meetkunde Domein E: Verbanden en formules Domein F: Informatieverwerking en onzekerheid (alleen havo-vwo) Voor rekenen: Domein A: Getallen Domein B: Verhoudingen Domein C: Meten en meetkunde Domein D: Verbanden 13

16

17 Bijlagen Bijlage 1 Tussendoelen Bijlage 2 Aanbevelingen Toetswijzercommissies Bijlage 3 Gebruikte bronnen 15

18

19 Bijlage 1 Tussendoelen Tussendoelen Nederlands onderbouw vo vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit bekende delen van het woord. Subdomein A 1.2: Begrijpen 2.1 vmbo een of meer informatie-elementen weergeven; 2.2 vmbo hoofd- en bijzaken herkennen; 2.3 vmbo tekstdelen herkennen; 2.4 vmbo tekstverbanden herkennen, namelijk opsommingen, tijdvolgorde, tegenstelling en oorzaak-gevolg. Subdomein A 1.3: Interpreteren 3.1 vmbo informatie en meningen interpreteren die letterlijk in de tekst staan; 3.2 vmbo het tekstdoel herkennen, namelijk informeren, instrueren of betogen; 3.3 vmbo de bedoeling van tekstgedeeltes verwoorden; 3.4 vmbo de bedoeling van specifieke formuleringen verwoorden; 3.5 vmbo de bedoeling van de schrijver verwoorden wanneer die expliciet in de tekst staat. 17

20 Subdomein A 1.4: Evalueren 4. vmbo verbanden binnen een tekst beoordelen, zoals argumenten voor en tegen. Subdomein A 1.5: Samenvatten 5.1 vmbo de belangrijkste informatie-elementen in de tekst aanwijzen en/of noteren; 5.2 vmbo de hoofdzaken van een tekst in kernwoorden noteren. Subdomein A 1.6: Opzoeken 6.1 vmbo systematisch informatie opzoeken (alfabetisch en met trefwoorden) in naslagwerken, op internet of in de mediatheek; 6.2 vmbo schematische informatie lezen, zoals tabellen en grafieken; 6.3 vmbo de bruikbaarheid en de betrouwbaarheid van informatiebronnen beoordelen. 18

21 Domein A 2: Lezen van fictie Subdomein A 2.1: Begrijpen 7.1 vmbo structuurelementen herkennen, zoals wisselingen van tijd en plaats; 7.2 vmbo meeleven met een personage en gevoelens van het personage beschrijven; 7.3 vmbo een situatie of verwikkeling beschrijven; 7.4 vmbo figuurlijk taalgebruik herkennen; 7.5 vmbo verhalen en gedichten in eigen woorden navertellen. Subdomein A 2.2: Interpreteren 8.1 vmbo de tekst met de werkelijkheid vergelijken; 8.2 vmbo het onderwerp benoemen; 8.3 vmbo verschillende emoties in de tekst herkennen; 8.4 vmbo spannende, humoristische, dramatische, of realistische passages herkennen. Subdomein A 2.3: Evalueren 9.1 vmbo de tekst evalueren met argumenten en/of voorbeelden uit de tekst. 19

22 Domein B 1: Mondelinge taalvaardigheid Gesprekken Subdomein B 1.1: Beurten nemen en bijdragen aan de samenhang 10.1 vmbo een frase gebruiken om het gesprek te openen; 10.2 vmbo een gesprek gaande houden (bijvoorbeeld door de beurt te nemen, oogcontact, instemmend knikken of bevestigingen); 10.3 vmbo een frase gebruiken om een gesprek te beëindigen; 10.4 vmbo op de beurt wachten om iets te zeggen. Subdomein B 1.2: Afstemming op doel 11.1 vmbo een gesprek voeren om informatie en meningen uit te wisselen, uitleg te geven, instructie te geven en te volgen of om iemand te overtuigen; 11.2 vmbo vragen stellen om aan specifieke informatie te komen, zoals wie-, wat-, waar- en wanneer-vragen. Subdomein B 1.3 Afstemming op de gesprekspartner(s) 12.1 vmbo de gesprekspartner goed volgen, ook als er een onverwachte wending in het gesprek volgt; 12.2 vmbo non-verbaal contact onderhouden met de gesprekspartner (door oogcontact, mimiek, handgebaren en lichaamshouding); 12.3 vmbo het spreekdoel van gesprekspartner(s) herkennen, namelijk informeren, instrueren of betogen. Subdomein B 1.4: Woordenschat en woordgebruik 13.1 vmbo over voldoende woorden beschikken om informatie over te brengen; 13.2 vmbo in woordgebruik variëren om storende herhaling te voorkomen. 20

23 Subdomein B 1.5: Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing 14.1 vmbo een verstaanbaar volume hanteren, maar niet te hard; 14.2 vmbo een tempo hanteren dat is afgestemd op de gesprekspartner(s); 14.3 vmbo een afwisselende intonatie hanteren; 14.4 vmbo woorden correct uitspreken; 14.5 vmbo enkelvoudige en samengestelde zinnen gebruiken. 21

24 Domein B 2: Mondelinge taalvaardigheid Luisteren Subdomein B. 2.1: Woordenschat 15.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 15.2 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit bekende delen van het woord; Subdomein B 2.2: Begrijpen 16.1 vmbo het onderwerp benoemen; 16.2 vmbo enkele deelonderwerpen benoemen; 16.3 vmbo verbanden herkennen, namelijk opsommingen, tijdvolgorde, tegenstelling en oorzaak-gevolg. Subdomein B 2.3: Interpreteren 17.1 vmbo informatie en meningen interpreteren die expliciet genoemd zijn; 17.2 vmbo het spreekdoel herkennen, namelijk informeren, instrueren of betogen; 17.3 vmbo de bedoeling van de spreker verwoorden als die expliciet genoemd is. Subdomein B 2.4: Evalueren 18.1 vmbo een oordeel over een fragment verwoorden en toelichten; 18.2 vmbo herkennen van soorten informatiebronnen, zoals nieuwsberichten, reclameboodschappen en discussieprogramma's. Subdomein B 2.5: Samenvatten 19.1 vmbo de belangrijkste informatie-elementen (ook visuele) benoemen. 22

25 Domein B 3: Mondelinge taalvaardigheid Spreken Subdomein B 3.1: Samenhang 20.1 vmbo het onderwerp en de belangrijkste deelonderwerpen noemen; 20.2 vmbo de verschillende deelonderwerpen markeren; 20.3 vmbo signaalwoorden gebruiken voor opsommingen, tijdvolgorde, tegenstelling en oorzaak-gevolg; 20.4 vmbo verwijswoorden gebruiken, zoals die, dat. Subdomein B 3.2: Afstemming op doel 21.1 vmbo een herkenbaar spreekdoel hanteren, namelijk informeren, instrueren of betogen. Subdomein B 3.3: Afstemming op publiek 22.1 vmbo woordgebruik en toon afstemmen op publiek; 22.2 vmbo ervaringen met het onderwerp verwoorden; 22.3 vmbo na afloop vragen beantwoorden; 22.4 vmbo bij voorbereide presentaties ondersteunende materialen gebruiken, zoals voorwerpen, posters, beeld- of geluidsfragmenten. Subdomein B 3.4: Woordenschat en woordgebruik 23.1 vmbo over voldoende woorden beschikken om informatie over te brengen; 23.2 vmbo in woordgebruik variëren om storende herhaling te voorkomen. 23

26 Subdomein B 3.5: Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing 24.1 vmbo een verstaanbaar volume hanteren, maar niet te hard; 24.2 vmbo een tempo hanteren dat is afgestemd op het publiek; 24.3 vmbo passende en afwisselende intonatie gebruiken; 24.4 vmbo woorden correct uitspreken; 24.5 vmbo enkelvoudige en samengestelde zinnen gebruiken; 24.6 vmbo vloeiend spreken (maar aarzelingen, pauzes, valse starts en herformuleringen komen voor); 24.7 vmbo een betrokken, geïnteresseerde houding tonen; 24.8 vmbo passende mimiek gebruiken om emoties uit te drukken. 24

27 Domein C: Schrijven Subdomein C 1: Samenhang 25.1 vmbo een onderwerp en de belangrijkste deelonderwerpen beschrijven; 25.2 vmbo signaalwoorden gebruiken voor opsommingen, tijdvolgorde, tegenstelling en oorzaak-gevolg; 25.3 vmbo het onderwerp in een inleiding introduceren en met een passend slot afronden; 25.5 vmbo een tekst in alinea s onderverdelen; 25.7 vmbo verwijswoorden gebruiken, zoals die, dat. Subdomein C 2: Afstemming op doel 26.1 vmbo een herkenbaar schrijfdoel hanteren, namelijk informeren, instrueren of betogen; Subdomein C 3: Afstemming op publiek 27.1 vmbo woordgebruik en toon afstemmen op publiek; 27.2 vmbo een titel gebruiken; 27.3 vmbo conventies bij correspondentie hanteren, zoals datering, adressering, aanhef, ondertekening; 27.4 vmbo opmaakelementen gebruiken, namelijk lettertype, bladspiegel en illustraties. 25

28 Subdomein C 4: Woordenschat en woordgebruik 28.1 vmbo over voldoende woorden beschikken om informatie over te brengen; 28.2 vmbo in woordgebruik variëren om storende herhaling te voorkomen; 28.4 vmbo gebruik maken van bronteksten door citeren en parafraseren. Subdomein C 5: Spelling, interpunctie en grammatica 29.1 vmbo correcte spelling en interpunctie hanteren bij het schrijven, maar met af en toe fouten in de volgende gevallen: - als de stam van de persoonsvorm op een d eindigt (ik word, jij wordt); - als 'jij' of 'je' achter de persoonsvorm staat (word jij ziek, wordt je broer ziek); - als de persoonsvorm en het voltooid deelwoord hetzelfde klinken (gebeurt, gebeurd); - als het om de verleden tijd van werkwoorden gaat waarvan de stam eindigt op een -t of een -d (bevatten, antwoorden) - als het om de vervoeging van Engelse werkwoorden gaat; - als de tussenklanken -s- en -e(n)- niet duidelijk hoorbaar zijn in de gesproken taal (Stationsstraat, krantenbericht); - als het aaneenschrijving en losschrijving betreft; - als het een verkleinwoord na een open klinker betreft (autootje) vmbo enkelvoudige en samengestelde zinnen gebruiken. 26

29 Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit bekende delen van het woord; 1.3 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de grammaticale vorm (werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, enkel- of meervoud). Subdomein A 1.2: Begrijpen 2.1 h/v een of meer informatie-elementen weergeven; 2.2 h/v hoofd- en bijzaken herkennen; 2.3 h/v tekstdelen herkennen en verbanden leggen tussen tekstdelen en tussen teksten; 2.4 h/v de hoofdgedachte weergeven; 2.5 h/v tekstverbanden herkennen, namelijk opsommingen, tijdvolgorde, tegenstellingen, conclusies en oorzaak-gevolg; 2.6 h/v feiten en meningen herkennen; 2.7 h/v standpunt en argumenten herkennen; 2.8 h/v informatie ordenen, bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden; 2.9 h/v figuurlijk taalgebruik herkennen. Subdomein A 1.3: Interpreteren 3.1 h/v informatie en meningen interpreteren; 3.2 h/v het tekstdoel herkennen, namelijk informeren, instrueren of betogen; 3.3 h/v de bedoeling van tekstgedeeltes verwoorden; 3.4 h/v de bedoeling van specifieke formuleringen verwoorden; 3.5 Havo conclusies verwoorden die expliciet in de tekst staan; 27

30 Vwo conclusies trekken naar aanleiding van de tekst; 3.6 h/v de bedoeling van de schrijver verwoorden. Subdomein A 1.4: Evalueren 4.1 h/v verbanden binnen een tekst beoordelen, zoals argumenten voor en tegen, en verbanden tussen teksten beoordelen, zoals overeenkomsten en verschillen; 4.2 Vwo van een aantal eenheden in de tekst de functie benoemen, zoals argumenten voor en tegen, probleem en oplossing of voor- en nadelen. Subdomein A 1.5: Samenvatten 5.1 h/v een tekst beknopt samenvatten; 5.2 h/v een schematische samenvatting maken. Subdomein A 1.6: Opzoeken 6.1 h/v systematisch informatie opzoeken (alfabetisch en met trefwoorden), in naslagwerken, op internet of in de mediatheek; 6.2 h/v schematische informatie lezen, zoals tabellen en grafieken; 6.3 h/v de bruikbaarheid en de betrouwbaarheid van informatiebronnen beoordelen. 28

31 Domein A 2: Lezen van fictie Subdomein A 2.1: Begrijpen 7.1 h/v het genre herkennen; 7.2 h/v structuurelementen herkennen, zoals wisselingen van tijd en plaats; 7.3 h/v het denken, voelen en handelen van personages beschrijven; 7.4 h/v de ontwikkeling van de hoofdpersoon beschrijven; 7.5 Havo situaties en verwikkelingen in de tekst beschrijven; Vwo verbanden leggen tussen handelingen van personages en gebeurtenissen; 7.6 h/v de geschiedenis chronologisch navertellen; 7.7 h/v figuurlijk taalgebruik herkennen, zoals metaforen; 7.8 h/v verhalen en gedichten in eigen woorden navertellen. Subdomein A 2.2: Interpreteren 8.1 h/v beschrijven in welke mate de personages en gebeurtenissen herkenbaar en realistisch zijn; 8.2 Havo het thema van de tekst benoemen; Vwo uitleggen hoe het thema van de tekst wordt uitgewerkt; 8.3 Vwo symboliek uitleggen; 8.4 Havo personages typeren, zowel innerlijk als uiterlijk; Vwo expliciete doelen en motieven van personages benoemen; 8.5 h/v passages in de tekst typeren als spannend, humoristisch, dramatisch of realistisch. Subdomein A 2.3: Evalueren 9.1 h/v de tekst evalueren met argumenten en/of voorbeelden uit de tekst; 9.2 Vwo verwoorden welke emotie de tekst oproept. 29

32 Domein B 1: Mondelinge taalvaardigheid Gesprekken Subdomein B 1.1: De beurt nemen en bijdragen aan de samenhang 10.1 h/v een juiste frase gebruiken om aan het woord te komen; 10.2 h/v op het juiste moment een reactie geven die aansluit; 10.3 Vwo samenvatten of parafraseren wat gezegd is. Subdomein B 1.2: Afstemming op doel 11.1 h/v een gesprek voeren om informatie en meningen uit te wisselen, uitleg te geven, instructie te geven en te volgen of om iemand te overtuigen; 11.2 h/v een juiste frase gebruiken om het eigen gespreksdoel duidelijk te maken; 11.3 Vwo een juiste frase gebruiken om van gespreksdoel te veranderen; 11.4 h/v doelgericht doorvragen om de gewenste informatie te krijgen (in ieder geval wie-, wat-, waar-, wanneer-, waarom- en hoe-vragen); 11.5 Vwo open en gesloten vragen afwisselen om het doel te bereiken; Subdomein B 1.3: Afstemming op de gesprekspartner(s) 12.1 h/v de gesprekspartner goed volgen, ook als er een onverwachte wending in het gesprek volgt; 12.2 h/v non-verbaal contact onderhouden met de gesprekspartner (door oogcontact, mimiek, handgebaren en lichaamshouding); 12.3 h/v het spreekdoel van gesprekspartner(s) herkennen, namelijk informeren, instrueren of betogen; 12.4 h/v woordgebruik en toon op het publiek afstemmen. Subdomein B 1.4: Woordenschat en woordgebruik 13.1 h/v over voldoende woorden beschikken om informatie over te brengen; 13.2 h/v omschrijvingen geven van een woord als het goede woord onbekend is; 13.3 h/v in woordgebruik variëren om storende herhaling te voorkomen; 13.4 h/v figuurlijk taalgebruik hanteren, zoals uitdrukkingen. 30

33 Subdomein B 1.5: Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing 14.1 h/v een verstaanbaar volume hanteren, maar niet te hard; 14.2 h/v een normaal tempo hanteren dat is afgestemd op de gesprekspartners; 14.3 h/v een afwisselende intonatie hanteren; 14.4 h/v woorden correct uitspreken; 14.5 h/v enkelvoudige en samengestelde zinnen gebruiken; 14.6 h/v opvallende fouten in de zinsbouw herstellen; 14.7 h/v vloeiend en zonder storende pauzes spreken. 31

34 Domein B 2: Mondelinge taalvaardigheid Luisteren 15.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 15.2 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit bekende delen van het woord; 15.3 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de grammaticale vorm (werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, enkel- of meervoud). Subdomein B 2.2: Begrijpen 16.1 h/v het onderwerp benoemen; 16.2 h/v enkele deelonderwerpen benoemen; 16.3 h/v de hoofdgedachte weergeven; 16.4 h/v hoofd- en bijzaken herkennen; 16.5 h/v verbanden herkennen, namelijk opsommingen, tijdvolgorde, tegenstellingen, conclusies en oorzaak-gevolg; 16.6 h/v feiten en meningen herkennen; 16.7 h/v standpunt en argumenten herkennen; 16.8 h/v figuurlijk taalgebruik herkennen. Subdomein B 2.3: Interpreteren 17.1 h/v informatie en meningen interpreteren; 17.2 h/v het spreekdoel herkennen, namelijk informeren, instrueren of betogen; 17.3 h/v de bedoeling van de spreker verwoorden. 32

35 Subdomein B 2.4: Evalueren 18.1 h/v een oordeel over een fragment verwoorden en toelichten; 18.2 h/v de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van informatiebronnen beoordelen. Subdomein B 2.5: Samenvatten 19.1 h/v een fragment beknopt samenvatten; 19.2 h/v een schematische samenvatting maken van de belangrijkste informatie-elementen (ook visuele). 33

36 Domein B 3: Mondelinge taalvaardigheid Spreken Subdomein 3.1: Samenhang 20.1 h/v het onderwerp, de opbouw en structuur vooraf duidelijk maken voor het publiek; 20.2 h/v de verschillende deelonderwerpen markeren; 20.3 h/v de gedachtegang samenhangend presenteren; 20.4 h/v signaalwoorden gebruiken voor opsomming, tegenstelling, tijdvolgorde, oorzaak- gevolg en conclusie. Subdomein 3.2: Afstemming op doel 21.1 h/v een herkenbaar spreekdoel hanteren, namelijk informeren, instrueren of betogen. Subdomein 3.3: Afstemming op publiek 22.1 h/v woordgebruik en toon afstemmen op publiek; 22.2 h/v concrete voorbeelden en ervaringen met het onderwerp verwoorden; 22.3 h/v na afloop vragen beantwoorden; 22.4 h/v bij voorbereide presentaties ondersteunende materialen gebruiken, zoals voorwerpen, posters, beeld- of geluidsfragmenten. Subdomein 3.4: Woordenschat en woordgebruik 23.1 h/v over voldoende woorden beschikken om informatie over te brengen; 23.2 h/v omschrijvingen geven van een woord als het goede woord onbekend is; 23.3 h/v in woordgebruik variëren om storende herhaling te voorkomen; 23.4 h/v figuurlijk taalgebruik hanteren, zoals uitdrukkingen. 34

37 Subdomein 3.5: Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing 24.1 h/v een verstaanbaar volume hanteren, maar niet te hard; 24.2 h/v een normaal tempo hanteren dat is afgestemd op het publiek; 24.3 h/v passende en afwisselende intonatie gebruiken; 24.4 h/v woorden correct uitspreken; 24.5 h/v enkelvoudige en samengestelde zinnen gebruiken; 24.6 h/v vloeiend en zonder storende pauzes spreken; 24.7 h/v een betrokken, geïnteresseerde houding tonen; 24.8 h/v passende mimiek gebruiken om emoties uit te drukken. 35

38 Domein C: Schrijven Subdomein C 1: Samenhang 25.1 h/v een onderwerp en de belangrijkste deelonderwerpen beschrijven; 25.2 h/v het onderwerp in een inleiding introduceren en met een passend slot afronden; 25.3 h/v een gedachtegang presenteren; 25.4 h/v een tekst in alinea s onderverdelen; 25.5 h/v signaalwoorden gebruiken voor opsomming, tegenstelling, tijdsvolgorde, oorzaak en gevolg, conclusies; 25.6 h/v verwijswoorden gebruiken, zoals die, dat. Subdomein C 2: Afstemming op doel 26.1 h/v een herkenbaar schrijfdoel hanteren, namelijk informeren, instrueren of betogen; 26.2 h/v argumenten voor en tegen weergeven; 26.3 h/v voor- en nadelen weergeven. Subdomein C 3: Afstemming op publiek 27.1 h/v woordgebruik en toon afstemmen op publiek; 27.2 h/v een titel gebruiken; 27.3 h/v bij langere teksten tussenkopjes gebruiken; 27.4 h/v opmaakelementen gebruiken, namelijk lettertype, bladspiegel, illustraties, witregel, marge; 27.5 h/v tekstconventies hanteren, zoals voor zakelijke brief, , werkstuk, verslag, artikel. Subdomein C 4: Woordenschat en woordgebruik 28.1 h/v over voldoende woorden beschikken om informatie over te brengen; 28.2 h/v in woordgebruik variëren om storende herhaling te voorkomen; 28.3 h/v figuurlijk taalgebruik hanteren, zoals uitdrukkingen; 28.4 h/v gebruik maken van bronteksten door citeren en parafraseren. 36

39 Subdomein C 5: Spelling, interpunctie en grammatica 29.1 h/v correcte spelling en interpunctie hanteren bij het schrijven, maar met af en toe fouten in de volgende gevallen: - als 'jij' of 'je' achter de persoonsvorm staat (word jij ziek, wordt je broer ziek); - als de persoonsvorm en het voltooid deelwoord hetzelfde klinken (gebeurt, gebeurd); - als de tussenklanken -s- en -e(n)- niet duidelijk hoorbaar zijn in de gesproken taal (Stationsstraat, krantenbericht); - als het de lastige gevallen van aaneenschrijving en losschrijving betreft (ten minste/tenminste, ervan uitgaan, goed praten/goedpraten, evengoed/even goed; 29.2 h/v enkelvoudige en samengestelde zinnen gebruiken. 37

40 38

41 Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden verstaan onderwerpen uit het dagelijks leven (DL) en de publieke sector (PU). Voorbeelden hiervan zijn: persoonlijke identificatie, huis, thuis en omgeving, vrije tijd en amusement, dagelijkse routines, school, contacten met andere mensen, de weg vragen en wijzen, het weer (DL), bioscoop, theater, kijksporten bezoeken, reizen, winkelen, eten, drinken en gebruikmaken van publieke diensten zoals een bezoek aan de dokter (PU), waarbij de leerling ook leert welke rol het Engels speelt in (internationale) contacten. Alleen voor het subdomein D2 'Een publiek toespreken' van domein D 'Spreken' geldt dat de leerling zijn/haar presentatie mag voorbereiden. Domein A: Luisteren Subdomein A1: Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan 1.0 bb begrijpen wanneer anderen zich voorstellen aan elkaar; 1.1 k/g/t het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek. Subdomein A2: Luisteren als lid van een live publiek 2.0 vmbo geen omschrijving op dit niveau. Subdomein A3: Luisteren naar aankondigingen en instructies 3.1 bb in vertrouwde situaties korte, duidelijke instructies begrijpen die gericht zijn aan de luisteraar; 3.2 bb in korte, duidelijk gesproken teksten, getallen en bekende woorden verstaan die gericht zijn aan de luisteraar; 3.3 bb korte, eenvoudige waarschuwingen begrijpen die gericht zijn aan de luisteraar; 3.4 k/g/t in vertrouwde situaties eenvoudige feitelijke informatie begrijpen; 3.5 k/g/t een korte uitleg begrijpen; Tekstkenmerken vmbo zwarte tekst; bb blauwe tekst; k/g/t rode tekst Onderwerp Teksten hebben betrekking op zeer eenvoudige en bekende onderwerpen uit het dagelijks leven. Woordgebruik en zinsbouw Het taalgebruik is zeer eenvoudig. De zinnen zijn vaak gescheiden door pauzes. Tempo en articulatie De spreker spreekt zorgvuldig, langzaam en in duidelijk gearticuleerde standaardtaal. Tekstlengte Teksten zijn kort en zeer eenvoudig. Signalen herkennen en interpreteren Kan van korte teksten over zeer vertrouwde en bekende onderwerpen op basis van voorkennis voorspellen waar de tekst waarschijnlijk over gaat. 39

42 3.6 k/g/t aanwijzingen begrijpen over de werking van vertrouwde apparaten, bijvoorbeeld 'smart phones', mits het apparaat voorhanden is. Subdomein A4: Luisteren naar tv, video- en geluidsopnames 4.0 bb het onderwerp bepalen van korte kijk-/luisterteksten; 4.1 k/g/t relevante informatie uit korte, voorspelbare luisterteksten begrijpen; 4.2 k/g/t herkennen wat de hoofdpunten zijn van nieuwsberichten, als er een duidelijke visuele ondersteuning is; 4.3 k/g/t korte, duidelijke berichten van computers en antwoordapparaten begrijpen. 40

43 Domein B: Lezen Subdomein B1: Correspondentie lezen 5.1 bb korte mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld via sociale media; 5.2 bb voorgedrukte kaarten begrijpen met standaard boodschappen; 5.3 k/g/t een korte, eenvoudige (standaard)brief, of (algemene) kennisgeving, bijvoorbeeld van een officiële instantie over een tijdelijk parkeerverbod, begrijpen. Subdomein B2: Oriënterend lezen 6.1 bb een korte standaard mededeling lezen; 6.2 bb dingen opzoeken in of kiezen uit een lijst; 6.3 bb eenvoudige informatie op een poster, mededelingenbord of brochure lezen; 6.4 k/g/t specifieke informatie vinden en begrijpen in eenvoudig, alledaags materiaal; 6.5 k/g/t eenvoudige advertenties met weinig afkortingen begrijpen; 6.6 k/g/t in lijsten, overzichten en formulieren specifieke informatie vinden en begrijpen; 6.7 k/g/t veelvoorkomende borden en mededelingen begrijpen. Subdomein B3: Lezen om informatie op te doen Tekstkenmerken vmbo zwarte tekst; bb blauwe tekst; k/g/t rode tekst Onderwerp Concrete zaken over zeer vertrouwde en bekende situaties. Woordgebruik en zinsbouw Hoogfrequente woorden en korte, eenvoudige zinnen. Hoogfrequente woorden, soms ook woorden bekend uit de eigen taal of behorend tot internationaal vocabulaire. Zinnen zijn eenvoudig. Tekstindeling De tekst wordt bij voorkeur door illustraties verduidelijkt. Tekstlengte Teksten zijn kort, zeer eenvoudig en zijn helder gestructureerd. Signalen herkennen en interpreteren Kan van korte teksten over zeer vertrouwde en bekende onderwerpen op basis van voorkennis en gebruikmakend van de lay-out voorspellen waar de tekst waarschijnlijk over gaat. 7.1 bb zich een idee vormen van de inhoud van een korte tekst die waar mogelijk visueel ondersteund wordt; 7.2 bb in korte informatieve teksten informatie over personen en plaatsen begrijpen; 7.3 k/g/t specifieke informatie begrijpen in eenvoudige teksten; 7.4 k/g/t de hoofdlijn begrijpen van eenvoudige teksten in een tijdschrift, krant of 41

44 op een website; 7.5 k/g/t korte, beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen. Subdomein B4: Instructies lezen 8.1 bb zeer eenvoudige, korte en goed gestructureerde instructies begrijpen; 8.2 k/g/t eenvoudige, goed gestructureerde instructies begrijpen. 42

45 Domein C: Gesprekken voeren Subdomein C1: Informele gesprekken 9.1 bb op een eenvoudige manier groeten en afscheid nemen; 9.2 bb zichzelf en anderen voorstellen en reageren als iemand voorgesteld wordt; 9.3 bb eenvoudige informatie vragen en geven over welbevinden; 9.4 k/g/t in alledaagse situaties op eenvoudige manier bekenden en onbekenden aanspreken, groeten en zich voorstellen, zich bij hen voor iets verontschuldigen; 9.5 k/g/t op eenvoudige wijze een voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen; 9.6 k/g/t in beperkte mate meedoen aan eenvoudige gesprekken over alledaagse, bekende onderwerpen; 9.7 k/g/t iemand correct ontvangen en op zijn/haar gemak stellen, passend bij de situatie. Subdomein C2: Bijeenkomsten en/of vergaderingen 10.0 bb geen omschrijvingen op dit niveau; 10.1 k/g/t indien dat rechtstreeks gevraagd wordt, tijdens een groepsgesprek een mening geven, mits hij/zij om herhaling mag vragen en hij/zij hulp krijgt bij het formuleren van een antwoord. Subdomein C3: Zaken regelen 11.1 bb om dingen vragen, iets aanbieden, voor iets bedanken en reageren wanneer om iets gevraagd wordt; 11.2 bb een aantal getallen uitspreken en verstaan en een aantal bekende woorden spellen en de spelling ervan verstaan; Tekstkenmerken vmbo zwarte tekst; bb blauwe tekst; k/g/t rode tekst Onderwerp De onderwerpen zijn eenvoudig, alledaags en zeer vertrouwd en gerelateerd aan directe behoeften. Woordenschat en woordgebruik Beperkt tot een klein repertoire van woorden en eenvoudige uitdrukkingen om zich in bepaalde concrete situaties te kunnen redden en te kunnen praten over persoonlijke details zoals welbevinden, hobby's e.d. Uit het hoofd geleerde eenvoudige uitdrukkingen en kleine groepen van woorden waarmee zeer beperkte informatie over eenvoudige, alledaagse en vertrouwde activiteiten uitgewisseld kan worden. Grammaticale correctheid Gebruikmaken van een beperkt aantal eenvoudige uit het hoofd geleerde uitdrukkingen en eenvoudige grammaticale constructies. Hoeft nog niet correct. Interactie Vragen en antwoorden over persoonlijke details zoals welbevinden, hobby's e.d. De communicatie is totaal afhankelijk van herhaling, herformulering en correcties. Vragen en antwoorden op eenvoudige uitspraken. De communicatie is nog vaak afhankelijk van herhaling, herformulering en correcties. 43

46 k/g/t k/g/t getallen uitspreken en verstaan en woorden spellen en dat verstaan; iets bestellen, reserveren en ergens naar vragen; Er hoeft geen initiatief te zijn om de conversatie gaande te houden k/g/t iemand uitnodigen en op uitnodigingen ingaan of afslaan; 11.6 k/g/t in een vertrouwde situatie eenvoudige voorstellen doen en op voorstellen Vloeiendheid reageren; Beperkt tot korte, geïsoleerde standaarduitdrukkingen met 11.7 k/g/t eenvoudige informatie vragen over reizen en gebruikmaken van het veel pauzes. Beperkt tot de uitspraak van minder bekende openbaar vervoer; woorden en het herstellen van storingen in de communicatie k/g/t een eenvoudig gesprek aan een balie voeren; k/g/t k/g/t een eenvoudig telefoongesprek voeren; afspraken maken; Beperkt tot veel standaarduitdrukkingen met veel pauzes, valse starts en herformuleringen k/g/t communicatie in stand houden. Subdomein C4: Informatie uitwisselen 12.1 bb eenvoudige informatie over vertrouwde, concrete onderwerpen vragen of geven; 12.2 bb met een kort en eenvoudig antwoord reageren op korte, eenvoudige vragen over zichzelf en andere mensen; 12.3 bb in eenvoudige bewoordingen zeggen wat hij/zij wel en niet leuk vindt en vragen wat anderen wel en niet leuk vinden; 12.4 bb om verduidelijking vragen, eventueel ondersteund met gebaren; 12.5 k/g/t eenvoudige aanwijzingen en instructies geven en opvolgen; 12.6 k/g/t beperkte informatie uitwisselen over eenvoudige en concrete zaken; 12.7 k/g/t informatie van persoonlijke aard vragen en geven. Coherentie Het verband tussen woorden of groepen van woorden wordt aangegeven met basisvoegwoorden, zoals: en of dan, incidenteel uitgebreid met andere eenvoudige voegwoorden zoals: 'maar' en 'omdat'. Uitspraak De uitspraak van een beperkt aantal geleerde woorden en uitdrukkingen kan met enige inspanning worden verstaan door native speakers die gewend zijn om te luisteren naar mensen met een andere taalachtergrond. Compenserende strategieën Kan aangeven dat iets niet begrepen wordt. Kan vragen om een langzamer spreektempo, herhaling of uitleg, eventueel met behulp van gebaar en mimiek. Kan gebruikmaken van 'fillers', zoals 'well', 'uhm', en stopwoorden zoals 'kind of', 'you know' enz. 44

47 Domein D: Spreken Subdomein D1: Monologen 13.1 bb eenvoudige informatie over zichzelf geven; 13.2 bb in losse woorden en simpele, korte zinnen iets of iemand beschrijven; 13.3 k/g/t in een serie korte zinnen informatie geven over zichzelf en anderen; 13.4 k/g/t vertrouwde zaken en personen op een eenvoudige manier beschrijven; 13.5 k/g/t in eenvoudige, korte zinnen vertellen over ervaringen, gebeurtenissen en activiteiten; 13.6 k/g/t op een eenvoudige manier vertellen hoe iets gedaan moet worden. Subdomein D2: Een publiek toespreken 14.1 bb een korte, vooraf geoefende mededeling voorlezen aan een groep; 14.2 k/g/t voor een groep in korte, vooraf ingestudeerde zinnen iets aankondigen of meedelen; 14.3 k/g/t een kort, eenvoudig, vooraf ingestudeerd praatje houden voor een groep. Tekstkenmerken vmbo zwarte tekst; bb blauwe tekst; k/g/t rode tekst Onderwerp Concrete zaken over de spreker zelf, zijn directe omgeving en personen uit die omgeving, alledaagse en zeer vertrouwde onderwerpen. Woordgebruik en woordenschat Beperkt tot een klein repertoire van woorden en eenvoudige uitdrukkingen om zich in bepaalde concrete situaties te kunnen redden en te kunnen praten over persoonlijke details zoals welbevinden, hobby's e.d. Uit het hoofd geleerde eenvoudige uitdrukkingen en kleine groepen van woorden waarmee beperkte informatie wordt overgebracht in eenvoudige alledaagse en vertrouwde situaties. Grammaticale correctheid Gebruikmaken van een beperkt aantal eenvoudige uit het hoofd geleerde uitdrukkingen en eenvoudige grammaticale constructies. Hoeft nog niet correct. Vloeiendheid Beperkt tot korte, geïsoleerde standaarduitdrukkingen, met veel pauzes. Beperkt tot de uitspraak van minder bekende woorden en het herstellen van storingen in de communicatie. Beperkt tot veel standaarduitdrukkingen met veel pauzes, valse starts en het herformuleren van standaarduitdrukkingen. Coherentie Woorden of groepen van woorden zijn verbonden door basisvoegwoorden, zoals: en of dan, incidenteel uitgebreid met andere eenvoudige voegwoorden zoals: 'maar' en 'omdat'. 45

48 46 Uitspraak De uitspraak van een beperkt aantal geleerde woorden en uitdrukkingen kan met enige inspanning worden verstaan door native speakers, die gewend zijn om te luisteren naar mensen met een andere taalachtergrond. Compenserende strategieën Kan een woord redelijk omschrijven als hij/zij zelf niet op het woord kan komen, eventueel gebruikmakend van gebaren en mimiek. Kan redelijk gebruikmaken van een overkoepelend begrip ('fruit' voor 'orange'). Kan tijdens de voorbereiding redelijk gebruikmaken van bronnen zoals een woordenboek en internet.

49 Domein E: Schrijven Subdomein E1: Correspondentie 15.1 bb een korte, eenvoudige (digitale) kaart met een wens of groet schrijven; 15.2 bb een kort, eenvoudig berichtje schrijven om een afspraak te bevestigen of af te zeggen via sms, of via andere sociale media; 15.3 k/g/t een eenvoudig persoonlijk briefje schrijven via de post, of via andere sociale media; 15.4 k/g/t aan een eenvoudige chatsessie deelnemen. Subdomein E2: Aantekeningen, berichten, formulieren 16.1 bb een eenvoudig formulier invullen; 16.2 bb eenvoudige aantekeningen maken, bijvoorbeeld het noteren van het huiswerk in het Engels; 16.3 bb een eenvoudige lijst met vragen over zichzelf invullen; 16.4 k/g/t standaardformulieren invullen; 16.5 k/g/t eenvoudige notities en aantekeningen maken voor zichzelf; 16.6 k/g/t eenvoudige notities en aantekeningen maken voor anderen; 16.7 k/g/t korte, eenvoudige berichten schrijven over zaken van direct belang. Subdomein E3: Verslagen en rapporten 17.0 vmbo geen omschrijving op dit niveau. Subdomein E4: Vrij schrijven Tekstkenmerken vmbo zwarte tekst; bb blauwe tekst; k/g/t rode tekst Onderwerp De teksten hebben betrekking op de schrijver zelf of zeer eenvoudige alledaagse en vertrouwde situaties. Woordenschat en woordgebruik Beperkt tot een klein repertoire van woorden en eenvoudige uitdrukkingen om zich in bepaalde concrete situaties te kunnen redden en te kunnen schrijven over persoonlijke details zoals welbevinden, hobby's e.d. Uit het hoofd geleerde eenvoudige uitdrukkingen en kleine groepen van woorden waarmee beperkte informatie wordt overgebracht in eenvoudige alledaagse en vertrouwde situaties. Grammaticale correctheid Gebruikmaken van een beperkt aantal eenvoudige uit het hoofd geleerde uitdrukkingen en eenvoudige grammaticale constructies. Hoeft nog niet correct. Spelling en interpunctie Bekende woorden en korte zinnen zoals op eenvoudige (verkeers)borden, instructies, namen van dagelijkse objecten en namen van winkels of regelmatig gebruikte basiszinnen zijn niet altijd correct overgeschreven. Eigen adres, nationaliteit en andere persoonlijke details zijn niet altijd correct gespeld. Korte woorden en zinnen over alledaagse en vertrouwde onderwerpen zijn correct overgeschreven. Spelling van korte woorden die binnen het mondelinge vocabulaire van de schrijver vallen is fonetisch zeer beperkt correct bb een paar eenvoudige zinnen opschrijven over zichzelf of over andere mensen; 47

50 k/g/t k/g/t k/g/t in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven; in korte, eenvoudige zinnen een persoon beschrijven; kort en eenvoudig een gebeurtenis of een ervaring beschrijven. Coherentie Woorden of groepen van woorden zijn af en toe verbonden met basisvoegwoorden, zoals: en of dan, maar nog niet systematisch uitgebreid met andere eenvoudige voegwoorden zoals: 'maar' en 'omdat'. Compenserende strategieën Kan redelijk gebruikmaken van een woordenboek en de spelling- en grammaticacontrole van een tekstverwerkingsprogramma. 48

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Nederlands ( 2F havo vwo )

Nederlands ( 2F havo vwo ) Tussendoelen Nederlands Nederlands ( 2F havo vwo ) havo/vwo = Basis Leesvaardigheid zakelijke teksten Onderwerpen teksten over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de

Nadere informatie

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv Carte Orange 1 hv, 2 hv, 3 hv ERK-overzicht 1 Luisteren 1 hv 2 hv 3hv 1 Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan A2 Kan het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek 2-3-4-5-6-7-8*

Nadere informatie

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo Carte Orange 1 gth, 2 gt, 3/4 vmbo ERK-overzicht 1 Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo 1 Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan A2 Kan het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek

Nadere informatie

Kan-beschrijvingen ERK A2

Kan-beschrijvingen ERK A2 Kan-beschrijvingen ERK A2 Lezen Ik kan zeer korte, eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

SLO Leerdoelenkaart Engels: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs

SLO Leerdoelenkaart Engels: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs 1.1.1 Onderwerp Je praat over onderwerpen die eenvoudig, alledaags, zeer vertrouwd en gerelateerd zijn aan directe behoeften. Je praat over onderwerpen die eenvoudig, alledaags, vertrouwd en gerelateerd

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties.

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties. aardigheid BB B GT ER-niveau A2 A2 A2+ Alle leerwegen Alleen voor GT Ik voer over eenvoudige en alledaagse gesprekken. Het gaat dan over uitwisseling van informatie van bekende onderwerpen en activiteiten.

Nadere informatie

ERK - Europees Referentiekader. luisteren. pers. prof. educ.

ERK - Europees Referentiekader. luisteren. pers. prof. educ. luisteren A1 Luisteren naar aankondigingen en instructies Kan in vertrouwde situaties korte, duidelijke instructies begrijpen. Kan in korte, duidelijk gesproken teksten, namen, getallen en bekende woorden

Nadere informatie

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen Correspondentie lezen Opleiding: uitwisseling, vorming,

Nadere informatie

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) Einddoelen Nederlands Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) vmbo bovenbouw = CE = Basis = SE = Varieert per bb/kb/gt-leerweg en varieert ook door de keuze voor papieren of digitaal examen. Zie Syllabus 2014. Leesvaardigheid

Nadere informatie

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. A. LEER EN TOETSPLAN DUITS Onderwerp: Leesvaardigheid De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven

Nadere informatie

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die willen functioneren in informele alledaagse situaties. Hoe wordt er getoetst? Toetst alle vaardigheden apart:

Nadere informatie

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleiden die hun taalvaardigheid in het Nederlands zullen moeten bewijzen op de werkvloer in Vlaanderen, Nederland of in een buitenlands bedrijf

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu? Gesprekjes voeren gesprekspartner gebruikt veelvoorkomende woorden en hele korte zinnetjes; spreekt heel langzaam en pauzeert vaak spreekt woorden en korte zinnetjes duidelijk uit; herhaalt zinnetjes en

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) of jongeren (16+) aan het einde van het secundair of voortgezet onderwijs in het buitenland die starten met een studie

Nadere informatie

Criteria bij ERK methodes

Criteria bij ERK methodes SLO is het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Al 35 jaar geven wij inhoud aan leren en innovatie in de driehoek beleid, wetenschap en onderwijspraktijk. De kern van onze expertise betreft

Nadere informatie

Leerroute 1 naar 1S: Gesprekken

Leerroute 1 naar 1S: Gesprekken Leerroute 1 naar 1S: Gesprekken - Is zich ervan bewust dat hij een gesprek voert met als doel informatie te verkrijgen. - Is zich bewust dat hij een gesprek voert met een bepaald doel. - Blijft trouw aan

Nadere informatie

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA Aan: Directie opleiding Informatica Van: Huis van het Nederlands 11/04/2012 Dit zijn talige eisen die alleen de opleiding stelt. Voor de werkvloer zijn ze niet

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

Moderne vreemde talen havo/vwo Leerlijnen landelijke kaders

Moderne vreemde talen havo/vwo Leerlijnen landelijke kaders Moderne vreemde talen havo/vwo Leerlijnen landelijke kaders SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Verantwoording 2009 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling Lesperiode: week 1 t/m week 3 Aantal lessen per week: 4 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van

Nadere informatie

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Oktober 2015 Verantwoording 2015 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het

Nadere informatie

VSO leerlijn Engels (uitstroom arbeid)

VSO leerlijn Engels (uitstroom arbeid) VSO leerlijn Engels (uitstroom arbeid) LEERLIJN ENGELS VSO Leerlijnen Kerndoelen 1.1. Taalbegrip 1. De leerling leert vertrouwde woorden en basiszinnen te begrijpen die zichzelf, zijn/haar familie en directe

Nadere informatie

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - havo/vwo) 2011

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - havo/vwo) 2011 Doorlopende leerlijnen Nederlands ( - havo/vwo) 2011 De samengevatte kerndoelen en eindtermen in samenhang met de referentieniveaus taal Domein 1. Leesvaardigheid Nr. 4: Informatie achterhalen in informatieve

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. A. LEER EN TOETSPLAN DUITS Leerjaar: 2 Onderwerp: Leesvaardigheid De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken

Nadere informatie

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang

Nadere informatie

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: - NEX Klas: IG2 HV Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Lesperiode: 2 1 Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Materiaal: Leerlingschrift A4 Snelhechter Markeerstift Al

Nadere informatie

DATplus. Kerndoelanalyse SLO

DATplus. Kerndoelanalyse SLO DATplus Kerndoelanalyse SLO September 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming

Nadere informatie

Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo Onderbouw vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid

Nadere informatie

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Taalfontein Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om

Nadere informatie

Taal in beeld Spelling in beeld

Taal in beeld Spelling in beeld Taal in beeld/ / Spelling in beeld Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld

Nadere informatie

Staal. Kerndoelanalyse SLO

Staal. Kerndoelanalyse SLO Staal Kerndoelanalyse SLO oktober 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming van

Nadere informatie

SLO Leerdoelenkaart Frans: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs

SLO Leerdoelenkaart Frans: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs 1.1.1 Woordenschat receptief Je gesprekspartner gebruikt woorden en uitdrukkingen die hoogfrequent zijn. Het woordgebruik is concreet en alledaags, niet-idiomatisch. De zinnen zijn kort en eenvoudig. Je

Nadere informatie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie Zin in taal/ Zin in spelling tweede editiee Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt

Nadere informatie

Beschikt over voldoende woordenschat om alledaagse handelingen uit te voeren die betrekking hebben op vertrouwde situaties en onderwerpen (A2+).

Beschikt over voldoende woordenschat om alledaagse handelingen uit te voeren die betrekking hebben op vertrouwde situaties en onderwerpen (A2+). Vaardigheid: Spreken Niveau: A2 Beheersingsniveau: Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (2F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (2F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1 1.1. Gesprekken Algemene omschrijving Kan in gesprekken over alledaagse en niet-alledaagse onderwerpen uit

Nadere informatie

STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO

STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO BIJLAGE 7: KIJKWIJZER TAAL LEERSTANDAARD (V)SO AAN PASSENDE PERSPECTIEVEN VERSIE 5.0 Korte toelichting Versie 5.0 Deze kijkwijzer bevat selecties van doelen uit

Nadere informatie

SLO Leerdoelenkaart Duits: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs

SLO Leerdoelenkaart Duits: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs BBL zit ver boven KBL/GL/TL zit boven Havo zit op KBL/GL/TL zit ver boven Havo zit boven Vwo zit op 1.1.1 Woordenschat receptief Je gesprekspartner gebruikt woorden en uitdrukkingen die hoogfrequent zijn.

Nadere informatie

Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers vwo Differentiatie 3 havo/vwo SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers vwo Mei 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal

Nadere informatie

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - vmbo) 2011

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - vmbo) 2011 Doorlopende leerlijnen Nederlands ( - vmbo) 2011 De samengevatte kerndoelen en eindtermen in samenhang met de referentieniveaus Domein 1. Leesvaardigheid Nr. 4: Informatie achterhalen in informatieve en

Nadere informatie

Je beschrijving was vrij kort en niet echt interessant. Je neemt voor de hand liggende voorbeelden.

Je beschrijving was vrij kort en niet echt interessant. Je neemt voor de hand liggende voorbeelden. Rubric Types of workers / soorten werknemers (vakoverschrijdende opdracht Engels / SEI) Feedback van de lkr 0 2 3 4 TOTAAL Je omschreef je soorten werkenden goed (met de juiste definities, begrippen) en

Nadere informatie

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende

Nadere informatie

Kies jij Frans? Lesmateriaal afbuigers havo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Kies jij Frans? Lesmateriaal afbuigers havo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Frans? Lesmateriaal afbuigers havo Differentiatie 3 havo/vwo SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Frans? Lesmateriaal afbuigers havo Maart 2011 Verantwoording 2011 SLO

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (3F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (3F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1.1. Gesprekken Kan op effectieve wijze deelnemen aan gesprekken over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding

Nadere informatie

Taalprofiel. Kwalificatiedossier Parketteur. Johan de Wittlaan 11 Postbus AJ Woerden T (0348) F (0348)

Taalprofiel. Kwalificatiedossier Parketteur. Johan de Wittlaan 11 Postbus AJ Woerden T (0348) F (0348) Taalprofiel Kwalificatiedossier Parketteur Johan de Wittlaan 11 Postbus 394 3440 AJ Woerden T (0348) 466 440 F (0348) 466 441 info@shm.nl www.shm.nl Inleiding bij het taalprofiel van het kwalificatiedossier

Nadere informatie

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Mondelinge taalvaardigheid: aanbod doelen voor groep 1 en 2 verwerkt in de kleuterthema s Woordenschat en woordgebruik Th 1 2 3 4 5 6 totaal uitbreiden van

Nadere informatie

Getting Integrated Functioneel ontwerp webbased leerobjecten Engels December 2007

Getting Integrated Functioneel ontwerp webbased leerobjecten Engels December 2007 Getting Integrated Functioneel ontwerp webbased leerobjecten Engels December 2007 Algemeen Opgesteld door : Frank Volmerink, Melanie Brandenburg (PCC), Rukie Renes (Willem Blaeu), Miep Post (Willem Blaeu),

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (1F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (1F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1 1.1. Gesprekken Algemene omschrijving Kan eenvoudige gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen in het

Nadere informatie

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN HAVO EN VWO

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN HAVO EN VWO NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN HAVO EN VWO STAATSEXAMEN 2014 Juni 2013 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Examens (CvE). Het CvE is verantwoordelijk voor

Nadere informatie

2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg

2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg 2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg Gesprekken Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse

Nadere informatie

Nederlands ( 3F havo vwo )

Nederlands ( 3F havo vwo ) Nederlands Nederlands ( 3F havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = Verdiepende keuzestof = SE Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen Gespreksvaardigheid Taken: - deelnemen aan discussie en overleg - informatie

Nadere informatie

Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders

Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Verantwoording 2009 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK) A Beginnend taalgebruiker B Onafhankelijk taalgebruiker C Vaardig taalgebruiker A1 A2 B1 B2 C1 C2 LUISTEREN Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F) 1. Mondelinge Taalvaardigheid Niveau 4F 1.1 Gesprekken Algemene omschrijving Kan in alle soorten gesprekken de taal nauwkeurig en doeltreffend

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel zuiver morfologisch

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel

Nadere informatie

Niveaus Europees Referentie Kader

Niveaus Europees Referentie Kader Niveaus Europees Referentie Kader Binnen de niveaus van het ERK wordt onderscheid gemaakt tussen begrijpen, spreken en schrijven. Onder begrijpen vallen de vaardigheden luisteren en lezen. Onder spreken

Nadere informatie

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 1 Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 Mondeling onderwijs Kerndoel 1 Kerndoel 2 Kerndoel 3 Schriftelijk onderwijs Kerndoel 4 Bijlage kerndoel 4 leestechniek Kerndoel 5 Kerndoel

Nadere informatie

Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1

Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1 Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die zelfstandig willen functioneren in meer formele contexten in de Nederlandse of Vlaamse samenleving. Hoe wordt er

Nadere informatie

Common European Framework of Reference (CEFR)

Common European Framework of Reference (CEFR) Common European Framework of Reference (CEFR) Niveaus van taalvaardigheid volgens de Raad van Europa De doelstellingen van de algemene taaltrainingen omschrijven we volgens het Europese gemeenschappelijke

Nadere informatie

Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de lijst

Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de lijst Locatie: Innova Schooljaar: 2016-2018 Vak: Nederlands las: 3 & 4 Afdeling: mavo Bronnen: Nieuw Nederlands 3 vmbo-gt Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de

Nadere informatie

Europees Referentiekader

Europees Referentiekader Europees Referentiekader Luisteren Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. Ik

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke

Nadere informatie

Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Lesperiode: 5 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 4 Blz. 127 t/m 12 Nieuw Nederlands Online H 1 t/m 4, onderdeel Lezen extra en Test Nieuwsbegrip

Nadere informatie

Niveaubepaling Nederlandse taal

Niveaubepaling Nederlandse taal Niveaubepaling Nederlandse taal Voor een globale niveaubepaling kunt u de niveaubeschrijvingen A1 t/m C1 doornemen en vaststellen welk niveau het beste bij u past. Niveaubeschrijving A0 Ik heb op alle

Nadere informatie

Doorlopende leerlijnen taal

Doorlopende leerlijnen taal 31 Doorlopende leerlijnen taal Doorlopende leerlijnen taal Concretisering van de referentieniveaus In januari 2008 bood de Expertgroep Doorlopende leerlijnen taal en rekenen haar rapport Over de drempels

Nadere informatie

Kies jij Frans? Lesmateriaal doorstromers havo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Kies jij Frans? Lesmateriaal doorstromers havo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Frans? Lesmateriaal doorstromers havo Differentiatie 3 havo/vwo SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Frans? Lesmateriaal doorstromers havo Maart 2011 Verantwoording 2011

Nadere informatie

Werken met tussendoelen in de onderbouw

Werken met tussendoelen in de onderbouw Laura Punt 2013 Werken met tussendoelen in de onderbouw Interactief lees- en schrijfonderwijs Inhoud Het waarom en het wat van tussendoelen Aansluiting tussen po en vo Werken met tussendoelen Voorbeelden

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235

Nadere informatie

Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid

Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid Kerndoelen: 1. Leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie mondeling (of schriftelijk) gestructureerd weer te

Nadere informatie

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou

Nadere informatie

Leerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal)

Leerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal) Herkomst Leerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal) Eigen school Periode DL -20 t/m 200 Schrijven Schrijven - 1-2 GL + Schrijft tekens die op letters ( beginnen te) lijken -19-0 -19-0 -19-0 Soort tekst

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13602 25 juli 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 juni 2011, nr. VO/309740, houdende

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15 Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

Nederlands ( 3F havo vwo )

Nederlands ( 3F havo vwo ) Einddoelen Nederlands Nederlands ( 3F havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = Verdiepende keuzestof = SE Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen Gespreksvaardigheid Taken: - deelnemen aan discussie en overleg

Nadere informatie

Taal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn 2010-2011

Taal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn 2010-2011 Servicedocument Taal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn 2010-2011 Calibris Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Postbus 131 3980 CC Bunnik T 030

Nadere informatie

Vaardigheid HAVO VWO Eindtermen Eindtermen

Vaardigheid HAVO VWO Eindtermen Eindtermen ERK-niveau B1+ B2 havo vwo Ik voer gesprekken in situaties die zich kunnen voordoen tijdens een reis in het gebied waar Engels wordt gesproken. Ik neem zonder me voor te bereiden deel aan gesprekken: over

Nadere informatie

Kerndoelen - ERK. Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ERK) 2. Library en ERK 6

Kerndoelen - ERK. Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ERK) 2. Library en ERK 6 Kerndoelen - ERK Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ERK) 2 en ERK 6 1 2 Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ook wel ERK) In de kerndoelen die door de overheid zijn

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL 1 Nederlands Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 5 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

Hoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs

Hoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs Hoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs Voorstellen/ kennismaken Examens in het MBO Centrale examens: CvTE is verantwoordelijk voor de uitvoering

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Profiel Professionele Taalvaardigheid

Profiel Professionele Taalvaardigheid Profiel Professionele Taalvaardigheid PPT Het Profiel Professionele Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om professioneel in het Nederlands te functioneren en is in de eerste plaats gericht

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Klas: IG2 HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F Spelling: vorming

Nadere informatie