Archeologisch onderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Archeologisch onderzoek"

Transcriptie

1 Archeologische Berichten Nijmegen Briefrapport 110 Archeologisch onderzoek in de Hugo de Grootstraat te Nijmegen Katja Zee Camilla Huss Sandor Veldman met bijdragen van Arjan den Braven Rob Reijnen Gemeente Nijmegen, Bureau Archeologie en Monumenten

2 na Chr nieuwste tijd nieuwe tijd middeleeuwen Romeinse tijd ijzertijd laat vol vroeg laat midden vroeg laat midden vroeg laat bronstijd midden 2011 Gemeente Nijmegen, Bureau Archeologie en Monumenten Archeologisch onderzoek in de Hugo de Grootstraat te Nijmegen vroeg K. Zee, A.C. Huss & S.H.HJ. Veldman, met bijdragen van J.A. den Braven & R.W. Reijnen laat Vormgeving : R.M.H.C. Mols Tekstredactie : H. van Enckevort In opdracht van : gemeente Nijmegen Autorisatie : H. van Enckevort neolithicum (jonge steentijd) midden ISSN vroeg 2 Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jo, het besluit van 29 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) van deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. De Gemeente Nijmegen aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without the written permission from the publisher voor Chr. zuid mesolithicum (midden-steentijd) paleolithicum (oude steentijd) noord

3 Archeologisch onderzoek in de Hugo de Grootstraat te Nijmegen 1 Inleiding In het noordelijk deel van de Hugo de Grootstraat heeft Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen voorafgaand aan de vernieuwing van de riolering archeologisch onderzoek verricht (fig. 1 2). De totale te vervangen lengte bedroeg ca. 50 m. De aanleiding voor de werkzaamheden was het vergroten van de capaciteit van het riool naar aanleiding van een nieuw gebouwd appartementencomplex aan de westzijde van de straat. Aangezien het nieuwe riool straatbreed en op grote diepte zou worden aangelegd werden de mogelijk aanwezige archeologische resten bedreigd. Bemmel Slijk-Ewijk Ressen Oosterhout Beuningen Weurt Lent Nijmegen Figuur 1. De locatie van het onderzoeksgebied. rm 1 Archeologische Beleidsadvieskaart Nijmegen, conceptversie 2, Bloemers 1977, H. van Enckevort & J.J.A.J. Wildenberg, 2009 : Programma van Eisen voor de definitieve opgraving in de Hugo de Grootstraat, Nijmegen. De Hugo de Grootsraat valt binnen het gebied met hoge archeologische waarde, zoals weergegeven op de gemeentelijke Archeologische Beleidsadvies Kaart Nijmegen, en is in Archis2 aangeduid als monumentnummer 12653, een terrein van archeologische waarde.1 Bij de vorige vernieuwing van het riool in de straat in 1975 is al onderzoek gedaan door de toenmalige Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB, opgegaan in de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).2 De resultaten daarvan zijn kort besproken in het Jaarverslag van de ROB, maar nooit gepubliceerd. Maar omdat uit het verslag en de veldtekeningen niet duidelijk was of er nog archeologische resten (sporen en vondsten) waren achtergebleven, is besloten om dat deel van de straat waar het riool vernieuwd zou worden nog eens te onderzoeken. Ook de bodemopbouw ter plekke was onbekend, evenals de precieze inpassing van het onderzoek van de ROB in het RD-coördinatensysteem.3 Bovendien was de verwachting dat zich in de grond nog vele metalen vondsten zouden bevinden, aangezien in de jaren zeventig nog geen metaaldetector tijdens opgravingen werd gebruikt. Het meest noordelijke deel van de straat en de kruising met de Barbarossastraat dat toentertijd niet door de ROB kon worden onderzocht, kon ook nu door de grote diepte en beperktheid van de ontgraving ten behoeve van de riolering niet worden opgegraven. Daar is volstaan met een archeologische begeleiding. 3

4 B a r b r a o s s a s r t a a t H u g o d e G ro o ts tra a t 0 20 m Figuur 2. De locatie van de werkput tw 1.1 Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied 4 Provincie : Gelderland Gemeente : Nijmegen Plaats : Nijmegen Toponiem : Hugo de Grootstraat, Hunerberg Kadastrale gegevens : HTT02, A, 8389 en NMG00, B, 5677 Kaartblad : 40C Coördinaten : 188,830 / 428,465 Projectverantwoordelijke : H. van Enckevort Bevoegd gezag : gemeente Nijmegen, contact M. Smit Opdrachtgever : gemeente Nijmegen Soort onderzoek : definitief archeologisch onderzoek (DAO), archeologische begeleiding (AB) Onderzoeksmeldingsnummer : Projectcode : Hg5 Complex en codering : canabae legionis (NKD), grafveld (GVC) Periode(n) : vroeg-romeinse tijd (ROMV), midden-romeinse tijd (ROMM) Geomorfologische context : sandr (spoelzandwaaier) Hoogte maaiveld : ca. 39,90 40,40 +NAP Hoogte maaiveld : 40,0 40,2 +NAP Maximale diepte onderzoek : ca. 2,2 m mv Uitvoering van het veldwerk : oktober 2009 Veldteam : Majanka Brons, Roel Hoek (senior-veldtechnicus), Camilla Huss (senior-veldtechnicus), Bas Kokke, Remco Jalink, Sandor Veldman (senior-veldtechnicus) Coördinatiewerkzaamheden : Kees Brok, Marius van Dam Beheer en plaats vondsten en documentatie : Bureau Archeologie en Monumenten gemeente Nijmegen

5 a b c Figuur 3. a Nijmegen in de vroeg-romeinse tijd, b Nijmegen in de midden-romeinse tijd, c Nijmegen in de laat-romeinse tijd. In groen de legerplaatsen, in donkerbruin de canabae legionis, in geel de burgerlijke bewoning en in oranje de grafvelden. De gele lijnen geven de belangrijkste wegen weer. De onderzoekslocatie is met een rode stip gemarkeerd. rm 5

6 6 1.2 Historische achtergrond De Hugo de Grootstraat ligt in het hoog gelegen, oostelijke deel van Nijmegen waarvan de ondergrond bestaat uit afzettingen van de spoelzandwaaier (sandr) aan de voet van de stuwwal. Restanten van de stuwwal liggen nog tussen Nijmegen en Kleef.4 Op deze heuvelrand zijn grafheuvels en graven aangetroffen van de vroege bronstijd tot de late ijzertijd. De Romeinen bouwden op de Hunerberg hun eerste legioenskamp rond 19 voor Chr., dat echter slechts korte tijd in gebruik is gebleven. De omvang van het kamp, 42 ha, was geschikt om een legermacht ter grootte van twee legioenen (circa man) te herbergen. Op het Kops Plateau lag tussen ca. 10 voor en 70 na Chr. een kleinere legerplaats, die als een commandopost heeft gediend (fig. 3a). De Hugo de Grootstraat ligt ten westen van de oudste legerplaats. In de 1 e eeuw lag ter plekke een grafveld waarin tot de Bataafse opstand graven zijn aangelegd van de bewoners van Oppidum Batavorum, de stedelijke nederzetting op en rond het Valkhof in het centrum van Nijmegen. De westelijke grens van het grafveld ligt enkele tientallen meters ten westen van de Hugo de Grootstraat en de oostgrens m ten oosten van de Museum Kamstraat. De crematieresten bevonden zich in een urn of een (vergaan) zakje en de bijgaven bestonden hoofdzakelijk uit serviesgoed met eten en drinken. Tijdens het onderzoek van de ROB in 1975 zijn in de straat enkele graven uit deze periode onderzocht.5 Onderzoek in aan de westkant van de Hugo de Grootstraat, op de plaats van de voormalige Academie voor Educatieve Arbeid De Kopse Hof door Bureau Archeologie en Monumenten leverde nog enkele graven uit dezelfde tijd op.6 Na de Bataafse opstand in 69 / 70 werd op de Hunerberg een nieuwe legerplaats voor het Tiende Legioen gebouwd, waar omheen de canabae legionis ontstond (fig. 3b). Hier waren de tros van het leger en familieleden van de soldaten ondergebracht. Sporen daarvan zijn in de Hugo de Grootstraat aangetroffen in de vorm van funderingsresten van gebouwen, beerputten en kelders. Nadat de legerplaats aan het eind van de 2 e eeuw definitief is verlaten, gebeurde er ruim een eeuw lang niet veel in de omgeving. Vanaf 300 na Chr. ontstond een grafveld in het gebied tussen de Dr. Claas Noorduijnstraat en de Museum Kamstraat, waar tot in de eerst helft van de 5 e eeuw mensen zijn bijgezet (fig. 3c). De overleden bewoners van Nijmegen zijn in die tijd over het algemeen niet meer gecremeerd maar onverbrand in een kist of lijkwade in een grafkuil bijgezet. Wel werd in de eerste helft van de 4 e eeuw nog volop serviesgoed met eten en drinken in de grafkuil geplaatst. Tijdens het onderzoek in 1975 zijn 17 graven in het zuidelijk deel van de Hugo de Grootstraat onderzocht. Behalve de graven en nederzettingsresten zijn in 1975 ook restanten van een weg aangetroffen, weggreppels en een wegdek van grind. 1.3 Doel van het onderzoek De straat is weliswaar in 1975 door de ROB opgegraven en in kaart gebracht, maar het was niet duidelijk of alle sporen volledig waren afgewerkt. Bovendien was destijds de bodemopbouw niet voldoende vastgelegd. Ook was het niet duidelijk in hoeverre er systematisch naar vondsten is gezocht. Tenslotte was het wenselijk de oude opgraving opnieuw in te meten, aangezien het niet goed mogelijk was om het locale meetsysteem op de destijds geproduceerde tekeningen precies te koppelen aan het landelijke RD-coördinatensysteem. Het doel van het onderzoek, zoals verwoord in het PvE (noot 3), is dan ook vierledig : de aard, kwaliteit, ouderdom, omvang en diepte van de eventueel resterende archeologische resten vaststellen en deze voor zover nodig te bergen. Voor de nieuwe sporen gelden naast de gebruikelijke onderzoeksvragen ook specifieke vragen, toegespitst op graven, wegen, perceleringsgreppels en sporen van een nederzetting. de stratigrafische opbouw van de bodem vastleggen door het tekenen en fotograferen van de profielen van de werkputten. de destijds teruggebrachte grond systematisch te doorzoeken op (metaal)vondsten, onder andere met behulp van een metaaldetector. de precieze inpassing van de tekeningen van de ROB in het landelijke RD-coördinatensysteem vast te leggen aan de hand van het hernieuwde onderzoek. 4 Onderstaande beschrijving is gebaseerd op diverse hoofdstukken in Willems, Van Enckevort, Haalebos & Thijssen Zie ook Van Enckevort Bloemers 1977, Voorlopige informatie over de opgraving is weergegeven in Van Enckevort 2008.

7 Kl5 Kl4 Nz1 Kl3 Kl2 Pk4 Pk3 Pk10 Str2 Pk2 Pk9 Pk8 Kl1 1 2 Pk7 Pk Pk5 Put1 Str Gr m Figuur 4. Sporenoverzicht. 1 oostelijke begrenzing van het onderzoek in 2009, 2 profiel (p2), 3 structuur (Str), 4 sporen die bij het onderzoek in 2009 tevoorschijn zijn gekomen, 5 greppel (Gr), 6 standgreppel, 7 weggreppel, 8 paalgat, 9 paalkuil (Pk), 10 crematiegraf, 11 overige sporen (Kl=kuil, Pk=paalkuil, Nz=nazakking, Put=betonnen put van na 1975), 12 recente verstoring. tw

8 Figuur 5. Een deel van het westelijk profiel tijdens het onderzoek bk 2 Werkwijze Het archeologische onderzoek ging grotendeels vooraf aan het leggen van het nieuwe riool. Er is allereerst een hoofdmeetlijn en een vaste hoogtemaat uitgezet en ingemeten met behulp van GPS om de precieze ligging ten opzichte van het RD-coördinatensysteem te kunnen vast te leggen. De eerder door de ROB onderzochte sporen lagen op ongeveer 2 m onder het maaiveld. Om tot dit niveau te geraken is eerst een grote hoeveelheid tijdens de voorgaande opgraving verrommelde grond afgegraven. Deze is systematisch doorzocht op vondsten. Door de beperkte ruimte en het grondverzet tot op grote diepte was het noodzakelijk om het te onderzoeken tracé op te delen in zones van maximaal 5 5 m. Binnen die zones zijn zij steeds een of twee vlakken en een putprofiel gedocumenteerd en de vondsten verzameld. Deze documentatie van de zones zijn vervolgens verbonden tot aansluitende vlak- en profieltekeningen. Om dit mogelijk te maken zijn de hoogten van zowel vlak als maaiveld ingemeten. In figuur 4 is een overzicht van de sporen aangegeven uit de opgraving in 1975, gecombineerd met die uit de opgraving in De gaat vooral om (Romeinse) kuilen, paalkuilen en -gaten en greppels. Sommige sporen zijn in 1975 (gedeeltelijk) blijven zitten en in 2009 alsnog nader onderzocht. Daarnaast zijn de in 1975 niet vastgelegde sporen getekend, gecoupeerd en afgewerkt. De stratigrafische bodemopbouw is aan de westkant van de werkput over de gehele lengte vastgelegd in een aaneensluitend profiel (fig. 4 6). Het profiel aan de oostzijde van de werkput was volledig verstoord omdat de opgraving in 1975 hier een stuk breder was omdat destijds ook de parkeerhavens aan deze kant van de straat zijn opgegraven. Tenslotte is een profiel (fig. 4.p2 en 7.1) getekend en gefotografeerd dat dwars op de straat loopt net ten noorden van het oude onderzoek. 8 De exacte locatie van de oude opgraving was tot nu toe onzeker door afwijkingen in het destijds gebruikte meetsysteem. Een van de doelen van deze opgraving was dan ook om de locatie van de toentertijd onderzochte sporen precies vast te leggen. Op deze manier kon achteraf de nieuwe opgravingstekening over die van het oude onderzoek heen worden gelegd waardoor de precieze locatie van de in 1975 getekende sporen is bepaald. Om logistieke redenen kon het meest noordelijke stuk vanaf het noordelijk profiel (p2) tot in het hart van de Barbarossastraat niet worden opgegraven. Hier lag een grote hoeveelheid kabels en leidingen en door de grote diepte was het bovendien niet mogelijk om in de sleuf te werken (fig. 7.2). Daarom is er in deze zone voor gekozen om de aanleg van het nieuwe riool archeologisch te begeleiden. Wel zijn de omtrek van het ontgraven deel van de straat, de bodemopbouw en de hoogten vastgelegd op tekeningen en foto s.

9 Hg5-Profielen schaal 1:200 m +NAP ZW NO 40,00 39,00 38,00 Gr1 Put1 Pk8 Pk9 Kl2 Nz1 Kl3 Kl4 Kl5 m +NAP NW ZO 40,00 39,00 38,00 37, (recent) Figuur 6. Schematische weergave van de bodemopbouw in het westelijke profiel p1 en het noordelijk profiel P2 van de werkput. Schaal 1:200. rm 9

10 Figuur 7. 1 profiel p2, 2 archeologische begeleiding van de werkzaamheden in het noordelijke deel van de Hugo de Grootstraat, 3 Een deel van het vlak tijdens het onderzoek, gezien naar het zuiden. Zichtbaar zijn de rioleringssleuf (de lange gevlekte baan) en uitgegraven greppels en paalkuilen. mb / sv (2)

11 3 Bodemopbouw Tijdens de opgraving is het westelijk (lengte)profiel van de werkput vastgelegd (fig. 5 6). Vooral in de noordelijke deel van de werkput bleek de stratigrafische opbouw goed bewaard gebleven. Er waren hier duidelijk verschillende cultuurlagen te herkennen, evenals diverse sporen. Laag 5000 bestaat uit opgebrachte grond en vergravingen uit recente tijd. Na de opgraving in 1975 is er nog een betonnen put aan de westkant van de straat ingegraven, waarvan een zijkant is blootgelegd bij het aanleggen van het profiel (fig. 4. Put1) waarvan de ingraving ook tot laag 5000 is gerekend. Daaronder bevindt zich een akkerpakket van donker bruingrijs, zwak lemig zand (laag 5020) met fragmenten baksteen. De dikte van de laag varieert tussen 20 en 70 cm, wat vooral veroorzaakt is door de wisselende diepte van de recentere ingravingen. De onderzijde van de laag ligt tamelijk horizontaal. In het zuidelijk deel van de straat ligt de onderzijde van de laag op 39,30 +NAP, zakt dan naar 39,10 +NAP en stijgt daarna weer naar 39,30 +NAP in het meest noordelijke deel. Uit de laag komen naast een bronzen Keltische en twee bronzen Romeinse munten (tabel 5, nr. 4, 19 en 24) ook scherven van Romeinse gladwandige kruiken en een fragment van een tegula. Verder is ook materiaal uit de 17e tot de 19e eeuw verzameld, waaronder fragmenten van rood- en witbakkend, industrieel en faience-aardewerk, een pijpensteel en een loden musketkogel. Uitzonderlijk is een scherf van een Elmpt-achtig aardewerk uit de late 12e tot het midden van de 14e eeuw. Laag 5030 bestaat uit donker grijsbruin, zwak lemig zand met baksteenfragmenten en klein grind. Dit pakket is in de Romeinse tijd gevormd, evenals de laag eronder die net iets lichter van kleur is maar niet overal zichtbaar was (laag 5031). De vondsten uit beide lagen zijn zodanig dat er geen verschil in datering te maken is. Het daarin aangetroffen aardewerk bestaat uit fragmenten van gladwandig (12), ruwwandig (3) en geverfd aardewerk (1). Van het gladwandige aardewerk behoorden twee scherven tot het type Stuart 131. De vier aangetroffen amfoorscherven behoorden tot verschillende typen, Camulodunum 184, Dressel 2 5, Dressel 20 en Oberaden 83. Een metaalvondst komt uit deze lagen. Het betreft een hanger Bishop 1 van paardentuig. Voorts zijn er verschillende stukken bouwmateriaal geborgen, waaronder een fragment van een tegula met een stempel van het Tiende Legioen. De onderzijde van deze lagen is door bioturbatie verrommeld (laag 5040) en vormt de overgang tussen de cultuurlagen en de moederbodem (laag 5050). Deze laag is 15 tot 20 cm dik en heeft een grijsbruin en bruingeel gevlekt uiterlijk. Afgaande op de hoogteligging van laag 5040 is er een natuurlijk verval in de bodem van het onderzochte terrein van circa 60 cm te constateren. In het zuidelijk deel begint deze laag op een hoogte van 38,70 +NAP in het noordelijk deel op 38,10 +NAP. Aan de noordkant van de opgraving is de grens van de oude opgraving opgezocht met als doel om ook dwars op de straat een bodemprofiel te kunnen vastleggen (fig. 7.2). Hier is goed te zien hoe smal de destijds aangelegde rioolsleuf is. Ook de dikke cultuurlagen met Romeins materiaal zijn hier goed te zien. 4 Sporen Tijdens de opgraving bleek dat de door de ROB opgegraven en gecoupeerde sporen destijds behoorlijk compleet zijn uitgegraven (fig. 7.3). Bij vier paalkuilen waren onder de oude coupes nog wel intacte delen van sporen aanwezig (fig. 4.Pk1 4). Ook bleek nog een restant van een funderingsgreppel Gr1 niet geheel onderzocht. De overgebleven restanten variëren van 2 tot 20 cm. In tabel 1 zijn de afmetingen, de dieptes en de dateringen van de besproken sporen weergegeven. Het onderzoek in 2009 begon net ten noorden van de noordelijkste weggreppel van een weg die door de ROB is aangetroffen. Ten zuiden van deze weg zijn graven uit de 1e en de 4e eeuw gevonden, zodat de begrenzing van de afzonderlijke grafvelden kennelijk bij deze weg moet worden gezocht. Een uitzondering vormt een crematiegraf 11

12 uit de 1e eeuw (Cr1), dat ten noorden van de weg door de ROB is aangetroffen. De diverse bijgaven zijn nog niet nader gedetermineerd, maar op de veldtekening van de ROB zijn een kom van terra sigillata, een niet nader aangeduide pot en een pot van inheems-romeinse makelij ingetekend. Het is onduidelijk of er crematieresten zijn aangetroffen. Wat dit betekent voor de datering van de weg is moeilijk te zeggen, voorlopig is die gesteld van de 1e tot de 5e eeuw. structuurnr. spoornr. spooraard afmetingen (cm) NAP-hoogte datering Cr1 ROB crematiegraf >165x150 38,10 pre-flavisch Pk1 7 deels ROB paalkuil ,34 ca Pk2 20 deels ROB paalkuil diameter 32 38,14 ca Pk3 22 deels ROB paalkuil ,18 ca Pk4 24 deels ROB paalkuil diameter 28 38,18 ca Pk5 11 paalkuil diameter ,31 ca Pk6 12 paalkuil diameter 16 38,25 ca Pk7 13 paalkuil diameter 20 38,23 ca Pk8 14 paalkuil diameter 22 38,20 ca Pk9 15 paalkuil diameter 16 38,13 ca Pk10 21 paalkuil diameter 16 38,13 ca Kl1 ROB kuil ,93 ca Kl2 28 deels ROB kuil 100 >80 37,87 ca Kl3 29 deels ROB kuil 100 >45 37,92 ca Kl4 ROB kuil >20x>120 37,90 ca Kl5 ROB kuil 124 x? 38,40 ca Gr1 grotendeels ROB greppel ,25 ca Gr2 grotendeels ROB greppel > ,37 ca Nz1 23 nazakking 250 x? 38,30 ca Str1 ROB wandgreppel 3, ,40 ca Str1 ROB paalkuil 100 >80 37,85 ca Str1 ROB 4 paalkuilen + Pk ,35 ca Str1 ROB 2 paalkuilen ,25 ca Str2 ROB 3 paalkuilen + Pk ,19 38,04 ca We1 ROB weggreppel > ? I Put1 8 kelder 220 x? >38,30 20 e eeuw Tabel 1. Overzicht van de afmetingen, de diepten en de dateringen van de sporen. Een langwerpige kuil (Kl1) in de buurt lijkt wat afmetingen betreft overeen te komen met grafkuil Cr1. De kuil is iets dieper aangelegd maar bevat geen vondsten die als bijgaven kunnen worden aangemerkt. Het is niet onmogelijk dat deze kuil iets met het grafritueel te maken heeft gehad, maar behalve de afmetingen ontbreken verdere aanwijzingen. Dergelijke kuilen zijn in 1975 ook in het zuidelijk deel van de straat aangetroffen.7 In de wand van de werkput is een restant van greppel Gr1 gezien die in het vlak al in de oude opgraving is gedocumenteerd. De rest van het profiel van de greppel was recentelijk verstoord. De greppel is in laag 5030 ingegraven en bevatte nog vier fragmenten van terra sigillata en drie niet nader gedetermineerde botfragmenten. De terra sigillata-fragmenten zijn van Zuid-Gallische makelij, daterend tussen 15 en 120 na Chr., waaronder een niet veel voorkomend bakje Hermet 9, daterend tussen 60 / 70 en 120 na Chr. Een bodem van een Dragendorff 29 kan niet later zijn vervaardigd dan 80 na Chr., maar kan natuurlijk later als afval in de bodem terecht zijn gekomen. Verdere aanwijzingen over datering en betekenis van de greppel ontbreken. Hij ligt weliswaar op korte afstand van de noordelijke weggreppel, maar de oriëntatie is niet hetzelfde. Het tweede spoor dat in het profiel is aangetroffen is de nazakking Nz1 van twee naast elkaar liggende kuilen (Kl2 3) die in 1975 al in het vlak zijn gezien. In de kuil Kl2 zijn vijf scherven, een stuk verbrande leem en twee runderkiezen aangetroffen. Het aardewerk bestaat uit een scherf van een wrijfschaal (Stuart 149), een fragment van een amfoor (Dressel 20), een ruwwandige scherf en twee gladwandige scherven. Verder werden er in het vlak zes nieuwe paalkuilen aangetroffen die destijds niet zijn 12 vastgelegd (Pk5 10). In het westelijke en het noordelijke putprofiel (p1 en p2) is 7 Bloemers 1977, 19.

13 bovendien een drietal niet eerder gedocumenteerde Romeinse kuilen aangetroffen (Kl4 6). Kuil Kl5 bevatte enkele stukken aardewerk, een fragment van een amfoor (Dressel 20), vier gladwandige scherven en een wandfragment van kommetje van Zuid-Gallische terra sigillata. Door de aard van het opgravingsvlak, lang en smal, is niet helemaal duidelijk wat de sporen voorstellen. Er zijn hier en daar wel wat paalkuilen die op een rij liggen, maar het is onduidelijk of ze tot een gebouw horen. In twee gevallen mag daarop een uitzondering gemaakt worden. Structuur 1 (Str1) bestaat uit twee evenwijdige greppels en een aantal paalkuilen die in een rechte lijn evenwijdig daaraan liggen. Van een van de greppels is nog een restant teruggevonden, waardoor de diepte van de greppel goed kon worden vastgelegd. Het lijkt te gaan om een gedeelte van een gebouw dat min of meer dezelfde oriëntatie heeft als de weg We1. Aan de zuidkant van de meest zuidelijke funderingsgreppel liggen zelfs twee paalkuilen die kunnen wijzen op een zuilengalerij. Ten noorden daarvan ligt structuur, Str2, een spieker bestaande uit vier paalgaten, waaraan paalkuil Pk10 mogelijk toegevoegd mag worden omdat deze precies in de lijn van de oostelijke wand ligt. De oriëntatie van de spieker is dezelfde als die van Str1 en de weg. Alle sporen lijken, voor zover aan de hand van de vorm en de inhoud is vast te stellen, voornamelijk te hebben behoord tot de canabae legionis van de legerplaats van het Tiende Legioen op de Hunerberg en mogen globaal tussen 70 en 120 na Chr. gedateerd worden. Uit recente tijd dateert, behalve de vergravingen uit 1975 en de rioolsleuf uit datzelfde jaar, de grote betonnen constructie Put1 in de westelijke wand van de werkput die in 1975 niet is vastgelegd. Destijds zijn er zelfs sporen uit de Romeinse tijd op deze plek aangetroffen. We mogen dus concluderen dat deze constructie na 1975 is aangelegd. 5 Aardewerk Het merendeel van het aangetroffen aardewerk is Romeins (tabel 2). In totaal zijn 148 fragmenten van op de draaischijf vervaardigd Romeins vaatwerk aangetroffen, globaal daterend uit de 1e en het begin van de 2e eeuw. Handgemaakt aardewerk ontbreekt geheel. Uit de middeleeuwen dateren vier scherven en uit de nieuwe tijd 84 scherven. In tabel 3 is een overzicht weergegeven van al het Romeinse aardewerk. periode N % Romeinse tijd middeleeuwen 4 2 nieuwe tijd totaal Tabel 2. Overzicht van het aantal aardewerkfragmenten per periode. 8 Hartley & Dickinson 2008, , Calvus i, 5bb. Determinatie Dirk Visser. 9 Genin 2007, Zij dateert de vorm nog tot aan het eind van de 2e eeuw, maar hier is 120 aangehouden aangezien dan de import vanuit La Graufesenque naar de Lage Landen is gestopt (Polak 1999, 51). Het aardewerk uit de Romeinse tijd De aardewerkvondsten uit de Romeinse tijd zijn weergegeven in tabel 3. N vertegenwoordigt het totaal aantal scherven. Het minimum aantal individuen (MinAi) is gebaseerd op randscherven met eventueel aanpassende scherven. Het maximum aantal individuen (MaxAi) komt neer op het totale aantal scherven, waarbij de passende scherven als een individu zijn geteld. Van de 16 terra sigillata-scherven zijn er 13 afkomstig uit La Graufesenque, het pottenbakkerscentrum in Zuid-Gallië. Op een fragment van een bord Dragendorff 15 / 17 is nog een klein deel van een pottenbakkersstempel aanwezig (fig. 8.1). Het is een stempel van de pottenbakker Calvus uit La Graufesenque, daterend tussen 65 en 80 na Chr.8 Dit specifieke stempel is al eerder aangetroffen in de legerplaats van het Tiende Legioen op de Hunerberg en in de canabae legionis. Zeer bijzonder is een bakje Hermet 9 waarvan in de productieplaats La Graufesenque tot nu toe ca. 10 exemplaren zijn aangetroffen (fig. 8.2). De datering ligt waarschijnlijk tussen 60 / 70 en 120 na Chr.9 13

14 Figuur 8. Selectie van het aardewerk uit de Romeinse tijd. Schaal 1 : 1 (1), 1 : 2 (8) en 1 : rm / mv / dv Onder de versierde terra sigillata bevinden zich drie fragmenten van kommen van het type Dragendorff 29 en twee fragmenten van kommen van het type Dragendorff 37. Het laatstgenoemde type verving tussen 70 en 80 na Chr. het eerstgenoemde. Aan de versiering op de scherven is geen aandacht besteed. Naast de scherven uit Zuid-Gallië zijn er drie scherven aangetroffen waarvan het type en het baksel kenmerkend zijn voor de tweede helft van de 2 e eeuw en het begin van de 3 e eeuw. Een bord of een kom, een randfragment van een kraagkom Dragendorff 38 of 44 en een bodem van een wrijfschaal Dragendorff 43 of 45 (fig. 8.3) zijn zachter gebakken en lichter van kleur dan het materiaal uit Zuid-Gallië. De wrijfschaal heeft zelfs een grijze kern. Deze producten zijn in Midden- of Oost-Gallië gemaakt, maar zonder bakselonderzoek is niet aan te geven in welk pottenbakkerscentrum precies. Het is opvallend dat dit de enige scherven zijn met een dergelijke jonge datering. 14 Gebronsd aardewerk valt onder de categorie Belgisch aardewerk. Het aangetroffen randfragment is van een tot nu toe onbekend type (fig. 8.4). Het is verbrand en heeft daardoor een beige gekleurde buitenzijde waarop de glimmers nog zichtbaar zijn, en een zwartgrijze kern. Er zijn twee scherven van geverfd aardewerk aangetroffen. Een daarvan is in techniek B vervaardigd en bestrooid met zand, terwijl de andere, eveneens bestrooid, verbrand is, zodat niet duidelijk is in welke techniek deze is vervaardigd. Tussen de scherven gladwandig aardewerk bevindt zich een scherf van type Stuart 101 in een zacht oranje baksel met grijze kern, daterend uit het eerste decennium voor Chr. tot in de vroege 1e eeuw na Chr. (fig. 8.5). Samen met een wandscherf van een andere kruik in een dergelijk baksel vormen deze fragmenten de oudste vondsten uit het onderzoek. Ze zijn toe te schrijven aan de bezetting in de Augusteïsche periode van het legioenskamp op de Hunerberg. De andere vondsten in deze categorie zijn van latere datum, zoals de kruiken Stuart 109 (fig. 8.6) en kruikamforen Stuart 129A en Stuart 131. Een aantal fragmenten is in een Nijmeegs / Holdeurns baksel vervaardigd, waaronder een Stuart 131 en een kruik Stuart 106 (fig. 8.7). De laatste heeft ook een witte sliblaag wat erop kan wijzen dat het in het kampdorp is vervaardigd. Ook een zesledig oor in een fijn gemagerd, oranje baksel en wat harder dan dat van de Stuart 106 heeft een witte sliblaag (fig. 8.8). Van de 83 fragmenten gladwandig aardewerk hebben er 80 tot kruiken behoord. Er is een scherf met een tweeledig oor van een honingpot van het type Stuart 146 aangetroffen. De andere twee scherven zijn een randfragment van een kelkbakje Stuart 145 in een geelwit baksel (fig. 8.9) en de voet van een dergelijk bakje in een oranje baksel, waarop een brandspoor is te zien (fig. 8.10). Het brandspoor is mogelijk veroorzaakt

15 categorie groep type N MinAi MaxAi figuur terra sigillata Zuid-Gallisch bord kom Hermet Dragendorff 15 / Dragendorff Dragendorff Dragendorff Midden / Oost-Gallisch bord / kom Dragendorff 38 of Dragendorff 43 of totaal terra sigillata Belgisch aardewerk gebronsd geverfd techniek b beker gladwandig Augusteïsch Stuart Stuart Stuart 129A Stuart Stuart oranje Stuart Nijmeegs / Holdeurns Nijmeegs / Holdeurns Stuart Nijmeegs / Holdeurns Stuart totaal gladwandig amfoor amfoor stand Dressel Oberaden Dressel Pélichet Camulodunum Camulodunum totaal amfoor wrijfschaal Nijmeegs / Holdeurns Stuart totaal wrijfschaal dolium klein dolium Stuart totaal dolium

16 categorie groep type N MinAi MaxAi figuur ruwwandig reducerend reducerend deksel reducerend Stuart reducerend Nijmeegs / Holdeurns Stuart oxiderend oxiderend Nijmeegs / Holdeurns kan oxiderend Nijmeegs / Holdeurns bak oxiderend Nijmeegs / Holdeurns pot gesmookt gesmookt deksel Rhineland Granular Grey totaal ruwwandig Tabel 3. Overzicht van het Romeinse aardewerk. door het branden van wierook, wat een ondersteuning is voor de omschrijving van dergelijke bakjes als wierookbakjes. Van de zestien amfoorfragmenten kunnen er zes aan het type Dressel 20 toegeschreven worden. Een ouder type olijfolie-amfoor is de Oberaden 83, waarvan eveneens een fragment is verzameld. Tot de wijnamforen horen drie scherven van amforen Dressel 2 5, afkomstig uit het mediterrane gebied, en een scherf van een amfoor Pélichet 47, die uit Zuid-Frankrijk afkomstig is. Voorts is er een fragment van het type Camulodunum 184 met een worstvormig oor en een scherf van het type Camulodunum 189 gevonden. Drie van de vijf scherven van wrijfschalen zijn van het type Stuart 149, en een daarvan vertoont brandsporen. Grote dolia zijn vertegenwoordigd met drie scherven van het type Stuart 147 met een gedraaide, brede rand. Verder zijn een fragment van een klein, op de draaischijf vervaardigd dolium en van een dolium met golfvormige versiering aangetroffen. Het ruwwandige aardewerk kan worden verdeeld in drie hoofdcategorieën : regionaal geproduceerd aardewerk, gesmookt aardewerk uit de regio rond Tienen in België, en overig aardewerk van diverse baksels en afkomstig uit verschillende regio s. Er zijn twee scherven van gesmookt aardewerk en twee scherven van Rhineland Granular Grey gevonden. Onder de in totaal 20 aangetroffen ruwwandige scherven bevond zich verder een aantal determineerbare fragmenten, zoals de randen van een Stuart 210 en een Stuart 201. De laatste is mogelijk een product van de pottenbakkerij in de canabae legionis. Daarnaast is een aantal fragmenten verzameld dat niet direct aan een type toegeschreven kan worden, opmerkelijk genoeg allemaal producten van Nijmeegs / Holdeurnse pottenbakkerijen. Een van de randen heeft een hoekige doorsnede en is vergelijkbaar met Holwerda BW62 (fig. 8.11). De tweede rand is die van een kan met de aanzet van een oor (fig. 8.12). De lip staat wijd uit en is aan de buitenzijde geprofileerd. De laatste is een rand van een schaal of een kom met een diameter van ca. 37 cm zonder profilering (fig. 8.13). Middeleeuws en jonger aardewerk Arjan den Braven & Camilla Huss 16 De aardewerkfragmenten uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd zijn afkomstig uit de bovenste laag (5000), afgezien van vier scherven en een pijpensteel (hoofdstuk 3).10 Het betreft in totaal 84 scherven van voorwerpen van een voornamelijk huishoudelijk karakter en 19 fragmenten van aardewerken pijpen, daterend uit de 14 e tot en met de eerste helft van de 20 e eeuw (tabel 4). Er zijn vier middeleeuwse scherven aangetroffen. Een daarvan is een bodemfragment met een iets geknepen standring van Pingsdorf-aardewerk en dateert van circa 900 tot De overige drie scherven dateren uit de late middeleeuwen. Het betreft een scherf van Elmpt-achtig aardewerk en twee fragmenten van steengoed uit Siegburg. Steengoed uit de nieuwe tijd is vertegenwoordigd met zeven scherven. Van de twee aangetroffen kanfragmenten is de een afkomstig uit Westerwald en de ander uit Raeren. 10 De determinaties zijn verricht door Arjan den Braven volgens het Deventer classificatiesysteem.

17 periode categorie type N MinAi MaxAi opmerkingen datering middeleeuwen Pingsdorf iets geknepen standring ca na Chr. Elmpt Elmpt-achtig late 12 e eerste helft 14 e eeuw s1 steengoed zonder glazuur / engobe s Siegburg 14 e vroeg 16 e eeuw s1-kan Siegburg 14 e eeuw totaal middeleeuwen nieuwe en nieuwste tijd s2 steengoed met glazuur / engobe s2-fle e eeuw s2-fle laatste kwart 19 e 20 e eeuw s2-fle e eeuw s2-kan Raeren, stempeldecoratie 16 e 17 e eeuw s2-kan Westerwald 16 e 17 e eeuw majolica kom of bord blauwe beschildering 17 e eeuw faience e 19 e eeuw blauwe beschildering 17 e eeuw bord e 18 e eeuw Aziatisch porselein blauwe beschildering 17 e 18 e eeuw blauwe beschildering 18 e eeuw Europees porselein groene randjes 20 e eeuw print late 19 e 20 e eeuw industrieel wit groene glazuur 20 e eeuw blauwe print tweede helft 19 e eeuw schaal of kom tweede helft 19 e eerste helft 20 e eeuw roodbakkend e 20 e eeuw e 19 e eeuw met slib 17 e 18 e eeuw met engobe en slib tweede helft 19 e eerste kwart 20 e eeuw oor e 20 e eeuw oor met engobe en loodglazuur 19 e eeuw r-blo e eerste helft 20 e eeuw r-blo e 20 e eeuw r-blo e 20 e eeuw r-kom e 17 e eeuw witbakkend e 19 e eeuw Frankfurter waar roze baksel, late variant 19 e vroege 20 e eeuw theepot aanzet tuit e eeuw totaal nieuwe en nieuwste tijd pijpen 4 4 met merk WT en springend hert tweede en derde kwart 17 e eeuw e eeuw? totaal pijpen Tabel 4. Overzicht van het middeleeuws en jonger aardewerk. 11 Bartels 1999, Het laatste fragment is voorzien van een stempeldecoratie met een bloemmotief, vervaardigd in de 16 e 17 e eeuw. Voorts zijn er vijf flesfragmenten verzameld, waarvan er vier van mineraalwaterflessen en een van een jeneverfles, alle daterend uit de 19 e eeuw. Dit type slanke, roodbruine flessen met korte hals zijn vanaf 1790 geproduceerd.11 Onder de scherven bevinden zich drie scherven van faience en een majolicafragment. Deze dateren uit de 17 e tot de 19 e eeuw. Faience en majolica lijken sterk op elkaar maar majolica heeft doorschijnend tinglazuur aan de onderkant, terwijl de onderkant van faience voorzien is van troebel tinglazuur. De ontwikkeling van majolica naar faience 17

18 vond plaats in de eerste helft van de 17 e eeuw. Faience werd voor de Europese markt ontwikkeld als imitatie van het Aziatische porselein. De toenemende productie van industrieel aardewerk verdrong uiteindelijk faience van de markt.12 Tijdens het onderzoek zijn twee fragmenten van Aziatisch porselein gevonden. Beide scherven zijn blauw beschilderd en dateren uit de 17 e 18 e eeuw. De import van Aziatisch porselein kwam op gang na het oprichten van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) in In Nijmegen en omstreken werd Aziatisch porselein pas in de loop van de 18 e eeuw toegankelijk voor een breder publiek.13 De ontwikkeling van Europees porselein lag in de handen van vorstenhuizen totdat de industriële productie de markt ging domineren. De twee aangetroffen fragmenten van Europees porselein dateren uit de 19 e 20 e eeuw. Naast de ontwikkeling van Europees porselein kwam de productie van verschillende soorten aardewerk op gang in Engeland. Kenmerkend voor dit aardewerk is dat de grondstof uit meerdere ingrediënten is samengesteld. De productie van Engels industrieel aardewerk ging koste van het populaire faience. Vanaf 1836 werd industrieel wit aardewerk ook in Nederland geproduceerd. De drie aangetroffen fragmenten van industrieel vervaardigd wit aardewerk dateren uit de tweede helft van de 19 e eeuw of uit de 20 e eeuw.14 Van de totaal 61 fragmenten van roodbakkend aardewerk zijn er 53 afkomstig van gedraaide en geperste bloempotten uit de 19 e of 20 e eeuw. De bloempotfragmenten werden aangetroffen in de (sub)recente bovenlagen. De overige scherven in deze categorie dateren vanaf de 16 e eeuw tot in de eerste helft van de 20 e eeuw, en zijn afkomstig van diverse vormen kookgerei en gebruiksgoed. Er zijn ook enkele scherven van witbakkend aardewerk aangetroffen. Drie ervan behoren tot hetzelfde exemplaar. Het roze baksel doet vermoeden dat het hier om een late variant van Frankfurter waar gaat, uit de late 19 e of vroege 20 e eeuw. Van de overige twee scherven behoort er een tot een tuit van een theepot uit de 18 e eeuw. De 19 aangetroffen fragmenten van kleipijpen zijn uit witbakkende klei vervaardigd. Tot de pijpfragmenten behoorden 5 koppen (of kopfragmenten) en 14 steelfragmenten. In totaal zijn er vier hielmerken op de pijpfragmenten aangetroffen, alle voorzien van de initialen WT en de afbeelding van een springend hert. Deze pijpen zijn rond het midden van de 17 e eeuw in Gorinchem vervaardigd door Willem Teeck,15 ook wel bekend onder de naam Tamkins.16 In en rond Nijmegen komen opvallend veel pijpen van deze producent voor.17 Kennelijk onderhield hij goede contacten in Nijmegen. 6 Munten 18 Rob Reijnen Tijdens het onderzoek zijn 54 munten gevonden en verder nog een speelpenning die ook als betaalmiddel gebruikt kan zijn (tabel 5). Van de 54 munten zijn er 38 uit de Romeinse tijd. Zeven munten en een speelpenning dateren uit de 16 e tot en met de 18 e eeuw. De overige negen munten zijn uit de periode vanaf ongeveer het midden van de 19 e eeuw tot in de Tweede Wereldoorlog. Uit de periode tussen de Romeinse tijd en de 16 e eeuw zijn geen munten aangetroffen. Mede bepalend voor de samenstelling van de muntreeks waren de omstandigheden waaronder het materiaal verzameld kon worden, waardoor het beeld enigszins vertekend kan zijn. Ondanks deze voor het onderzoek minder gunstige omstandigheden is het aantal van 55 munten toch niet zo gering, als men bedenkt dat het onderzochte terrein beperkt van omvang is. Opvallend genoeg heeft het oude onderzoek in 1975 geen munten opgeleverd in dat deel van de straat dat nu opnieuw is onderzocht. Dit maakt het verschil in het niet en wel gebruiken van een metaaldetector zichtbaar. De gevonden hoeveelheid laat zien dat er door de tijden heen vrij veel munten in Nijmegen gecirculeerd moeten hebben. De meeste munten zullen bij dagelijks gebruik verloren zijn geraakt en geven zo een beeld van die geldcirculatie door de tijden heen. Aangezien het gebied rondom en in de Hugo de Grootstraat in de vroeg- en in de 12 Bartels 1999, , Thijssen 1991, Thijssen 1991, Thijssen 1991, Van der Meulen, Brinkerink & Von Hout 1992, 136 en Duco 2001, Van der Meulen 1999, 314.

19 laat-romeinse tijd als grafveld is gebruikt, is het echter niet uitgesloten dat een aantal van de Romeinse munten bewust is gedeponeerd als een bijgave in een graf, maar door latere grondverplaatsing uit de oorspronkelijke context is verdwenen. Overigens zullen niet veel van de munten als zodanig gebruikt zijn, omdat er maar betrekkelijk weinig zijn aangetroffen in de graven die in de omgeving zijn onderzocht.18 Bovendien zijn de munten uit de graven over het algemeen minder lang gebruikt, gezien hun vrij geringe slijtage, in tegenstelling tot de hier besproken munten die duidelijk meer afgesleten zijn. Hoe de 38 Romeinse munten over de verschillende perioden zijn verdeeld is te zien in figuur 9. Dit overzicht van de chronologische verdeling van muntvondsten in de vorm van een histogram wordt in numismatische kringen steeds vaker gebruikt om muntcomplexen van verschillende vindplaatsen met elkaar te vergelijken. Aan dit histogram ligt de volgende formule ten grondslag :19 aantal munten per regeringsperiode 1000 lengte van de periode (= regeringsjaren) totaal aantal munten jaarlijks verlies per 1000 munten Mondelinge mededeling Harry van Enckevort. 19 Voor de uitleg zie Reijnen 2010, 166. Daar zijn ook een vergelijkbare histogrammen te vinden voor het centrum van Nijmegen (St. Josephhof), het Kops Plateau en het westelijk deel van de voormalige canabae legionis op de Hunerberg. Dit laatste komt verderop nog ter sprake periode Figuur 9. Verdeling per periode van de Romeinse munten. 1 Kelten (ca. 110 v. 14 na Chr.) 2 Republiek ( v. Chr.) 3 Overgangstijd (45 28 v. Chr.) 4 Augustus (27 v. 14 na Chr.) 5 Tiberius (14 37) 6 Caligula (37 41) 7 Claudius (41 54) 8 Nero / Burgeroorlog (54 68) 9 Vespasianus / Titus (68 81) 10 Domitianus (81 96) 11 Nerva / Trajanus (96 117) 12 Hadrianus ( ) 13 Antoninus Pius ( ) 14 Marcus Aurelius ( ) 15 Commodus ( ) 16 Septimius Severus t / m Caracalla ( ) 17 Elagabalus ( ) 18 Severus Alexander ( ) 19 Maximinus I ( ) rr 20 Gordianus III ( ) 21 Philippus I ( ) 22 Trajanus Decius / Trebonianus Gallus ( ) 23 Valerianus met Gallienus ( ) 24 Gallienus en Gallische keizers ( ) 25 Aurelianus t / m Diocletianus ( ) 26 Diocletianus t / m Constantinus I ( ) 27 Constantinus I met caesaren ( ) 28 Zonen van Constantinus I tot munthervorming ( ) 29 Constantius II t / m Julianus ( ) 30 Valentinianus I / Valens / Gratianus ( ) 31 Gratianus / TheodosiusI / Magnus Maximus ( ) 32 Theodosius I / zonen Honorius en Arcadius ( ) De reeks begint met twee bronzen Keltische munten (kolom 1) en een zilveren quinarius (of halve denarius) uit 42 voor Chr. (fig. 10, kolom 3). De eerste periode die redelijk goed vertegenwoordigd is, is die van Augustus (27 voor 14 na Chr.), weergegeven in 19

20 Figuur 10. Selectie van de munten. De nummers verwijzen naar het volgnummer in tabel 5. Schaal 1 : 1. rm kolom 4. Uitzonderlijk is dat niet. Munten van deze keizer worden in Nijmegen-Oost regelmatig gevonden. Daar zijn genoeg vroeg-romeinse locaties waar ze gebruikt kunnen zijn geweest, zoals de versterking bij het Trajanusplein ten westen van de Hugo de Grootstraat of de grote legerplaats op de Hunerberg ten oosten daarvan. Maar evengoed kunnen ze afkomstig zijn van de grafvelden die tot omstreeks 70 na Chr. daartussen gelegen hebben, en daar dan niet als bijgave zijn gebruikt maar eerder door passanten of bezoekers kunnen zijn verloren. Een andere mogelijkheid is dat deze munten zelfs deels nog onderdeel zijn geweest van de geldcirculatie na 70 in de canabae legionis van het Tiende Legioen.20 Bij de munten van Augustus valt het betrekkelijk grote aantal gehalveerde exemplaren op (7 van de 11). Samen met twee Keltische Kleinbronzen doet dat denken aan dagelijks kleingeld dat vooral in nederzettingen gebruikt is. En bij ten minste drie munten lijkt de halvering zeker nog in het tweede decennium na Chr. gebeurd te zijn. Twee daarvan zijn namelijk Muntmeester-asses uit Rome, die daar weliswaar nog vóór het begin van de jaartelling geslagen zijn, maar grotendeels pas op het einde van Augustus regering in 14 na Chr. naar het Nederrijngebied zijn gekomen. Bovendien bevat een van de twee een CAESAR-klop die vermoedelijk ook pas in die tijd gebruikt is.21 Die klop lijkt bij het halveren geraakt te zijn en die handeling moet dus daarna plaats hebben gevonden.22 De derde munt is een Altaar-as uit Lyon, die op zijn vroegst pas in 100% hele munten halve munten 80% 60% 40% 20 Kemmers 2011, % 0 COPIA / VIENNA / DIVUS IVLIVS Nemausus AVAVCIA-type Lugdunum serie I Muntmeestermunten Republikeins Lugdunum serie II uit Rome, II/IV bronsgeld uit Rome munttype Figuur 11. Bronzen munten uit de Augusteïsche en de daaraan voorafgaande tijd. rr 21 Reijnen 2010, Deze chronologische volgorde is in overeenstemming met wat Werz (1999, 322) hierover zegt. Munten met kloppen werden nog wél gehalveerd, maar gehalveerde munten zijn daarna niet meer van kloppen voorzien.

21 8 na Chr. geslagen kan zijn. Vermoedelijk kunnen de gehalveerde munten in verband worden gebracht met nederzettingsactiviteiten vanaf 14 na Chr. in de omgeving van de Hugo de Grootstraat. In figuur 12 wordt een overzicht gegeven van de munten uit de Augusteïsche tijd. De enige bronzen munt van Tiberius (14 37) behoort tot het eveneens in het Nederijngebied veel voorkomende Providentia-type (kolom 5). Opvallend in figuur 9 is het relatief grote aantal munten (kolom 6) van diens opvolger Caligula (37 41), die veel korter geregeerd heeft en dus minder tijd gehad lijkt te hebben om munten te laten slaan. Men moet hierbij wel bedenken dat het slechts om 2 munten gaat, eveneens van brons. Vanwege dit geringe aantal kan men hieraan niet al te veel conclusies verbinden. Ook deze munten behoren tot de meest gangbare types die van deze keizer in het Nederrijngebied in omloop zijn geweest. Hetzelfde geldt voor Caligula s opvolger, keizer Claudius (41 54). Van de twee bronzen munten die van hem gevonden zijn (kolom 7) is de ene een veel voorkomende Minerva-as en de andere een sterk afgesleten sestertius die nog best tot na 70 gebruikt kan zijn. De erop aanwezige kloppen IMP en PRO behoren eveneens tot gangbare typen in het gebied aan de Benedenrijn. Dat er van Nero (54 68) slechts een munt is aangetroffen (kolom 8) kan te maken hebben met het eveneens vrij geringe aantal munten van de Flavische keizers Vespasianus (69 79) en Domitianus (81 96). Die zijn vertegenwoordigd met respectievelijk 1 (kolom 9) en 2 stuks (kolom 10). In de verder naar het oosten gelegen legerplaats van het Tiende Legioen op de Hunerberg, waar juist vanaf 70 na Chr. veel soldaten gelegerd waren, en in de daarbij behorende canabae legionis daaromheen, waar betrekkelijk veel geld in omloop was, behoorden ook relatief veel munten van Nero nog tot de geldcirculatie.23 Dat is goed te zien in figuur 12, waarin een overzicht gegeven wordt van de Romeinse munten die gevonden zijn in het westelijk deel van de canabae legionis jaarlijks verlies naar 1000munten Kemmers 2005, met name Veel van de gouden en zilveren munten en alle bronzen munten van Nero die daar gevonden zijn, dateren uit de jaren 64 en later. In de laatste jaren vóór 70 is de Hunerberg nauwelijks gebruikt en lijken munten uit die tijd vooral later in de bodem zijn geraakt. 24 Gegevens gehaald uit Kemmers Voor verklaring van de cijfers zie de legenda bij figuur Bron : archief ROB, brief van 29 juli 1986 van het toenmalige Koninklijke Kabinet van Munten en penningen te s-gravenhage met een analyse van het muntmateriaal periode Figuur 12. Verdeling per periode van de Romeinse munten gevonden in een gedeelte van het westelijke deel van het kampdorp op de Hunerberg. rr Flavische munten (figuur 10, kolom 9 10) komen verreweg het meeste voor, gevolgd door munten van Nero (kolom 8). Waarom die in de Hugo de Grootstraat zoveel minder te voorschijn zijn gekomen is onduidelijk. In de wat meer naar het oosten gelegen Museum Kamstraat is bij een opgraving van de ROB in 1986 een vergelijkbaar aantal Romeinse munten uit de 1 e en 2 e eeuw gevonden, namelijk 26 stuks (tegenover 24 in de Hugo de Grootstraat, tabel 5). Van de 26 dateren er 11 uit de Flavische tijd.25 Overigens is ook daar maar 1 munt van Nero gevonden, maar op het totaal aantal vóór-flavische munten is dat verhoudingsgewijs méér (1 van de 12) dan wat er in de Hugo de Grootstraat is gevonden (1 van de 20). Dat de canabae legionis na het vertrek van het Tiende Legioen in 104 na Chr. nog enige tijd heeft voortbestaan valt misschien af te leiden uit de vondst van een bronzen sestertius van Trajanus (98 117) uit de jaren Maar de sterk afgesleten munt kan ook nog gebruikt zijn tot het einde van de 2 e eeuw door een militair van de laatste in 21

22 22 nr. autoriteit muntsoort datering muntplaats handboek bijzonderheden 1 M. Antonius quinarius 42 voor Chr. Lugdunum RPC Augustus (27 voor 14 na Chr.) 3 locale autoriteit (of ondernemer) 4 locale autoriteit (of ondernemer) 5 Augustus (27 voor 14 na Chr.) 6 Augustus (27 voor 14 na Chr.) / M. Maecilius Tullus 7 Augustus (27 voor 14 na Chr.) 8 Augustus (27 voor 14 na Chr.) 9 Augustus (27 voor 14 na Chr.)? 10 Augustus (27 voor 14 na Chr.) 11 Augustus (27 voor 14 na Chr.) 12 Augustus (27 voor 14 na Chr.) 13 Augustus (27 voor 14 na Chr.) / S. Nonius Quinctilianus 14 Augustus (27 voor 14 na Chr.) as voor Chr. Roma RIC(I²) 373 / 389 klop : CAESAR (kz.) kleinbrons kleinbrons ca. 15 voor 9 na Chr. Nederrijngebied (Nijmegen?) ca. 15 voor 9 na Chr. Nederrijngebied (Nijmegen?) as 9 3 voor Chr. Nemausus RPC 524 Scheers 217, klasse II Scheers 217, klasse II verm. AVAVCIA-type AVAVCIA-type as 7 voor Chr. Roma RIC(I²) 435 gehalveerd ; klop : CAESAR (vz.) as 7 3 voor Chr. Lugdunum RIC(I²) 230 gehalveerd as 7 3 voor Chr. Lugdunum RIC(I²) 230 as 7 3 voor Chr. Lugdunum? RIC(I²) 230 verm. as 7 3 voor Chr. Lugdunum RIC(I²) 230 gehalveerd : ca. 1 / 3 er af as 7 3 voor Chr. Lugdunum (hulpatelier?) RIC(I²) 230 gehalveerd as 7 3 voor Chr. Lugdunum RIC(I²) 230 gehalveerd as 6 voor Chr. Roma RIC(I²) 439 gehalveerd as 8 14 na Chr. Lugdunum RIC(I²) 238a / 245 gehalveerd 15 Tiberius (14 37) as Roma RIC(I²) Caligula (37 41) dupondius Roma RIC(I²) Caligula (37 41) as Roma RIC(I²) Claudius (41 54) sestertius Roma RIC(I²) 98 / 114 kloppen : IMP en PRO (vz.) 19 Claudius (41 54) as Roma RIC(I²) Nero (54 68) as 65 Lugdunum RIC(I²) 420 / Vespasianus (69 79) as Lugdunum RIC(II) Domitianus (81 96) as 82 Roma RIC(II) 242(a) 23 Domitianus (81 96) as Roma RIC(II) 301(a) / Trajanus (98 117) sestertius Roma RIC(II) Septimius Severus ( ) denarius Roma RIC(IV / 1) 167(a) niet geplateerd ; vooral keerzijde lijkt uit gietvorm te komen 26 Constantinus I ( ) follis 317 Arelate RIC(VII) Constantinus I ( ) follis 319 Treveri RIC(VII) 213 / 221 verm. 28 Constantinus I ( ) follis Lugdunum RIC(VII) Constantinus I ( ) follis Treveri RIC(VII) Constantijnse dynastie ( ) 31 Constantijnse dynastie ( ) follis ? type GLORIA EXER- CITVS, 1 standaard follis ? (locaal muntatelier?)type GLORIA EXER- CITVS, 1 standaard 32 Constantinus II ( ) follis Lugdunum RIC(VIII) Constantius II ( ) follis 340 Treveri RIC(VIII) 108voor / 109voor 34 Constans ( ) follis Treveri? RIC(VIII) 195? 35 Constans ( ) follis Treveri RIC(VIII) 196 tin(?)-resten erop : geplateerd geweest? imitatie? 36 Gratianus ( ) aes Arelate RIC(IX) 15, xiv(c) wat primitief 37 Valens ( ) aes Arelate RIC(IX) 17(b), xi(b) 38 Theodosius I en zonen ( ) aes ? type VICTORIA AVGGG 39 Stad Nijmegen grootken ca Nijmegen Passon 16A of 1 / 72 stuiver 40 Philips II ( ) 1 / 20 philipsdaalder Doornik GH of stoter

Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin

Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin Inleiding De toestemming van het bestuur van het Dienstencentrum maakte het

Nadere informatie

Archeologisch bureauonderzoek

Archeologisch bureauonderzoek Archeologische Berichten Nijmegen Briefrapport 185 Archeologisch bureauonderzoek in verband met sloop van het schoolgebouw Spechtstraat 4 (Nijmegen) en de ontwikkeling van het plangebied tot park Benjamin

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologische begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Definitief ISSN 1573-5710

Nadere informatie

Archeologische Berichten Nijmegen Rapport 27. en verbrand geld op de Nijmeegse Hunerberg. Harry van Enckevort. met bijdragen van

Archeologische Berichten Nijmegen Rapport 27. en verbrand geld op de Nijmeegse Hunerberg. Harry van Enckevort. met bijdragen van Archeologische Berichten Nijmegen Rapport 27 Romeinse graven en verbrand geld op de Nijmeegse Hunerberg Archeologisch onderzoek aan de Hugo de Grootstraat Harry van Enckevort met bijdragen van Rob Reijnen

Nadere informatie

Archeologisch bureauonderzoek

Archeologisch bureauonderzoek Archeologische Berichten Nijmegen Briefrapport 157 Archeologisch bureauonderzoek station Heyendaal in Nijmegen Joris Habraken Gemeente Nijmegen, Bureau Archeologie en Monumenten 2013 na Chr. 1800 1500

Nadere informatie

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan Bodemshop Dhr. Roosendaal s-gravendijckseweg 45 A 2201 CZ Noordwijk Noordwijk, 16 juni 2008 Kenmerk : 09840508/29047 Contactpersoon : drs. Edwin Hoven E-mail : ehoven@beckerenvandegraaf.nl Betreft : Archeologische

Nadere informatie

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag Mirjam Brouwer Goedkeuring evaluatieverslag Jos van der Weerden Locatie.

Nadere informatie

Heesch - Beellandstraat

Heesch - Beellandstraat Archeologische Quickscan Heesch - Beellandstraat Gemeente Bernheze 1 Steller Drs. A.A. Kerkhoven Versie Concept 1.0 Projectcode 12110023 Datum 22-11-2012 Opdrachtgever LWM Ewislaan 12 1852 GN Heiloo Uitvoerder

Nadere informatie

ADDENDUM 10. Werkput 5

ADDENDUM 10. Werkput 5 Asse-Kalkoven, / en /3 Rapporten Agilas vzw / ADDENDUM. Werkput.. Inleiding Enkele dagen na het indienen van het conceptrapport, deelden de nutsmaatschappijen mee dat de sleuven voor de aansluiting van

Nadere informatie

Evaluatiebrief Archeologisch onderzoek 58915 Sevenum-Beatrixstraat IVO-P

Evaluatiebrief Archeologisch onderzoek 58915 Sevenum-Beatrixstraat IVO-P Postbus 297 6900 AG Zevenaar Ringbaan Zuid 8a 6905 DB Zevenaar tel. 0316-581130 fax 0316-343406 info@archeodienst.nl www.archeodienst.nl Archeodienst BV, Postbus 297, 6900 AG Zevenaar Evaluatiebrief Archeologisch

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/26480

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK GEMEENTE URK WIJK 4-46

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK GEMEENTE URK WIJK 4-46 ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK GEMEENTE URK WIJK 4-46 AWN AFDELING 21 RAPPORT nr. 2006-2 Legenda ii". WA.Vf'lEl.INGi'N ~ \/arosnaf!.oingfh ;mel O «c)tdn) h;3'l~ W b... t-- " l '~. ~~fij b lwdl ~ :;;.... - t.à:;ij

Nadere informatie

AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND)

AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND) AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND) Locatie 15 Westerstraat Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend 2010-01-OCB Locatie onderzoeksgebied

Nadere informatie

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND) AWP-VERSLAG-WAARNEMING (PURMEREND) Locatie 11 Nieuwstraat Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend Locatie onderzoeksgebied Administratieve gegevens

Nadere informatie

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Delftse Archeologische Notitie 101 Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Proefsleuvenonderzoek aan de Phoenixstraat 32 te delft Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 101

Nadere informatie

Proefsleuvenonderzoek

Proefsleuvenonderzoek Archeologische Berichten Nijmegen Briefrapport 129 Proefsleuvenonderzoek op de locatie van het Goffertstation aan het Graafsepad te Nijmegen E. van de Lagemaat met een bijdrage van E. Mol Gemeente Nijmegen,

Nadere informatie

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES INFORMATIERAPPORT EN ELECTIEADVIE Proefsleuvenonderzoek Bedrijventerrein fase 2 (Homoetsestraat), Maurik, gemeente Buren Archis onderzoekmeldingsnummer 4120 Inleiding Tussen 14 en 23 februari 2011 is door

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT Een waarneming tijdens een bodemsanering J.A. Nipius 2011 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg & Archeologie Colofon ISSN n.v.t. ISBN n.v.t. Tekst J.A. Nipius Redactie

Nadere informatie

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen 6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen 6.3.1. Algemeen In totaal werden er tijdens het vlakdekkend onderzoek 31 sporen geregistreerd in het vlak. Vijf ervan kwamen ook reeds tijdens het vooronderzoek

Nadere informatie

Het in Halder gefabriceerde aardewerk

Het in Halder gefabriceerde aardewerk Het in Halder gefabriceerde aardewerk Joop van der Groen Nadat de pottenbakkersoven in Halder buiten gebruik was gesteld, is de ovenput gebruikt als afvalkuil. Bij het gevonden afval waren ook wat misbaksels,

Nadere informatie

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein 2012 Archol bv Ivo van Wijk Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

Rotterdamseweg 202 in Delft

Rotterdamseweg 202 in Delft Delftse Archeologische Notitie 117 Rotterdamseweg 202 in Delft Een archeologische begeleiding en waarneming Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 117 Rotterdamseweg 202 in Delft Een archeologische

Nadere informatie

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld 2015 Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol) Postbus 9515 2300 RA Leiden (071) 527 33 13 www.archol.nl Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld Voorlopig evaluatierapport, Archol BV Opgraving Hengelo Winkelskamp

Nadere informatie

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen

Nadere informatie

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Archol S. Baas 435 Archol Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Sven Baas Colofon Archol Rapport 435 Een oppervlaktekartering in

Nadere informatie

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) (28 en 29 oktober 2009) Oudenburg, 2009 Colofon Archeologisch Rapport Oudenburg 4 Waarderend archeologisch Onderzoek te

Nadere informatie

Archeologische directievoering

Archeologische directievoering Archeologische Berichten Nijmegen Briefrapport 153 Archeologische directievoering op het voormalig terrein van De Gelderlander in Nijmegen Joris Habraken Gemeente Nijmegen, Bureau Archeologie en Monumenten

Nadere informatie

RAAP-NOTITIE 1378. Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding

RAAP-NOTITIE 1378. Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding RAAP-NOTITIE 1378 Plangebied Weideveld Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding Colofon Opdrachtgever: gemeente Bodegraven Titel: Plangebied Weideveld, gemeente Bodegraven; een archeologische

Nadere informatie

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Mei 2012 Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier COLOFON 2012, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur:

Nadere informatie

Intern OE-rapport. Ename Lijnwaadmarkt 48 Beknopt prospectieverslag.

Intern OE-rapport. Ename Lijnwaadmarkt 48 Beknopt prospectieverslag. Intern OE-rapport Ename Lijnwaadmarkt 48 Beknopt prospectieverslag. Terreinwerk & rapportage Vera Ameels Brussel, 2013 Administratieve gegevens: Provincie: Oost-Vlaanderen Gemeente: Oudenaarde - Ename

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat T.D. Hamburg Archol briefrapport 15 Inleiding In opdracht van de gemeente Oss heeft Archeologische Onderzoek Leiden (Archol bv) op maandag 26 augustus een

Nadere informatie

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 Arcadis Nederland B.V. Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Nederland +31 (0)88 4261 261 www.arcadis.com 2 Contactpersonen

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

Zuidnederlandse Archeologische Notities

Zuidnederlandse Archeologische Notities Verslag opgraving Elst Dorpsstraat 92 Miel Schurmans Zuidnederlandse Archeologische Notities 16 Amsterdam 2004 Archeologisch Centrum Vrije Universiteit - Hendrik Brunsting Stichting Opdrachtgever : Gemeente

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD DORDRECHT, SPUIBOULEVARD 273-287 Waarneming van een deel van de stadsmuur M.C. Dorst De stadsmuur met de Beulstoren op een tekening van Schouman uit 1747 (Erfgoedcentrum DIEP, inventarisnr. 551_30093).

Nadere informatie

Uitpakken 1: Romeinse amforen uit Venlo

Uitpakken 1: Romeinse amforen uit Venlo Verschenen in: Archeologie in Limburg 77 (1998), 48-51 Uitpakken 1: Romeinse amforen uit Venlo Wim Hupperetz Inleiding In de jaren 50 en 60 zijn in de binnenstad van Venlo grote hoeveelheden Romeins aardewerk

Nadere informatie

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol. Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg Archol A. Porreij-Lyklema 313 Archol Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische

Nadere informatie

Jaarverslag BATO 2006

Jaarverslag BATO 2006 Jaarverslag BATO 2006 Afgelopen jaar was een bewogen en creatief jaar voor Bato. Ten eerste hebben zich twee nieuwe leden aangemeld: Christa van Diepen en Jan van Oostveen. Naast de gewoonlijke werkzaamheden

Nadere informatie

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro ArcheoPro Archeologische rapporten nr. 602 Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal Souterrains Partner of ArcheoPro Joep Orbons Richard Exaltus juni 2006 ArcheoPro Archeologische bouwbegeleiding

Nadere informatie

De resultaten van de publieksopgraving in Dalfsen

De resultaten van de publieksopgraving in Dalfsen De resultaten van de publieksopgraving in Dalfsen Henk van der Velde en Niels Bouma Inleiding In de zomermaanden van 2017 heeft er in Oosterdalfsen een publieksopgraving plaatsgevonden. Een archeoloog,

Nadere informatie

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de

Nadere informatie

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB. Locatie 1 Kanaalkade Purmerend. ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat KT Purmerend

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB. Locatie 1 Kanaalkade Purmerend. ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat KT Purmerend AWP-VERSLAG-WAARNEMING Locatie 1 Kanaalkade Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend Locatie 1 onderzoeksgebied Administratieve gegevens van

Nadere informatie

Plangebied Koningstraat 10

Plangebied Koningstraat 10 6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4464 Plangebied Koningstraat 10 3750 voor Chr. Gemeente Zaltbommel Archeologisch onderzoek: een archeologische begeleiding 2200 voor Chr. 700 voor Chr. 150 na Chr. 320 na Chr.

Nadere informatie

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal Komvest 45 8000 Brugge T +32 [0]50 44 50 44 F +32 [0]50 61 63 67 E info@raakvlak.be www raakvlak.be Brugge, Sint-Salvatorskathedraal Dossiernr. 2010/067 onderzoek t.h.v. het koorgestoelte Elisabeth Van

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf

Nadere informatie

Pottenbakkersovens in Landgraaf

Pottenbakkersovens in Landgraaf Pottenbakkersovens in Landgraaf Schaesberg, Steenfabriek Russel, Dr. Calsstraat In 1921 twee ovens uit verschillende tijdsperken met vondsten uit de vroege en volle middeleeuwen. Ook in 1926 werd nog aardewerk

Nadere informatie

Verslag onderzoek van door leden van de Amateur Tuindervereniging Arentsburgh verzamelde scherven

Verslag onderzoek van door leden van de Amateur Tuindervereniging Arentsburgh verzamelde scherven Verslag onderzoek van door leden van de Amateur Tuindervereniging Arentsburgh verzamelde scherven Vondsten uit de grond van de ATV Arentsburgh De grond van deze vereniging ligt in de directe omgeving van

Nadere informatie

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken.

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken. Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken. In de vroege zomer van 2017 heeft Archeologie West-Friesland een opgraving uitgevoerd tussen de Davidstraat, Romeinstraat en Korte

Nadere informatie

Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel

Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel

Nadere informatie

Archeologische Berichten Nijmegen Briefrapport 195. Carmen Harmsen Eckhart Heunks

Archeologische Berichten Nijmegen Briefrapport 195. Carmen Harmsen Eckhart Heunks Archeologische Berichten Nijmegen Briefrapport 195 Een archeologische begeleiding op het terrein De Horizon in Meijhorst Carmen Harmsen Eckhart Heunks Gemeente Nijmegen, Bureau Leefomgevingskwaliteit,

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :

Nadere informatie

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 41 Juridische aspecten van ketensamenwerking Naar een multidisciplinaire

Nadere informatie

Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem

Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het

Nadere informatie

Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem

Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het

Nadere informatie

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa Kessel-Lo, 2016 Studiebureau Archeologie bvba Archeologienota: Het archeologisch

Nadere informatie

Hogeweg 135. Archeologisch onderzoek in Gent 2012, (Stadsarcheologie. Bodem en monument in Gent, reeks 2 nr. 6), Gent, 2012, p

Hogeweg 135. Archeologisch onderzoek in Gent 2012, (Stadsarcheologie. Bodem en monument in Gent, reeks 2 nr. 6), Gent, 2012, p Hogeweg 135 Gunter Stoops & Georges Antheunis OVERDRUK UIT: Archeologisch onderzoek in Gent 2012, (Stadsarcheologie. Bodem en monument in Gent, reeks 2 nr. 6), Gent, 2012, p. 38-41. HOGEWEG 135 Gunter

Nadere informatie

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol.

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol. Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek M.E. Hemminga Archol 409 Archol Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat

Nadere informatie

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: 978 90 3720 834 4 NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: 978 90 3720 834 4 NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen Colofon 1 Colofon Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: 978 90 3720 834 4 NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteurs: E. Benthem, J. Broekhuizen, H. La Poutré, J. Bruinsma,

Nadere informatie

Publiekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden

Publiekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden Publiekssamenvatting Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden Catastrofale overstromingen kwamen vaak voor in de geschiedenis van Pannerden, wat met de ligging in de driehoek tussen de rivieren

Nadere informatie

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS)

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS) Archeologie, aardkundige waarden en cultuurhistorie Naar de archeologie in onder andere de Groeneveldse Polder is een bureaustudie gedaan door de heer Bult van het Vakteam Archeologie i. De in weergegeven

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK Archeologische begeleiding van de sanering van zinkassen Heijerstraat 26 te Westerhoven in de gemeente

Nadere informatie

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw Kessel-Lo, 2009 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat

Nadere informatie

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Laagland Archeologie Rapport 11 Inventariserend veldonderzoek karterende fase Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Opdrachtgever: gemeente Steenwijkerland april 2016 Versie 1 Inventariserend

Nadere informatie

evaluatierapport zaltbommel-ruiterstraat 8 archeologische begeleiding

evaluatierapport zaltbommel-ruiterstraat 8 archeologische begeleiding evaluatierapport zaltbommel-ruiterstraat 8 archeologische begeleiding 1 1 inleiding Van vrijdag 19 september tot en met dinsdag 23 september 2014 heeft VUhbs archeologie in opdracht van de familie van

Nadere informatie

Een archeologische begeleiding op het Marktplein te Geldermalsen, briefrapport.

Een archeologische begeleiding op het Marktplein te Geldermalsen, briefrapport. Een archeologische begeleiding op het Marktplein te Geldermalsen, briefrapport. valentijn van den brink met een bijdrage van Gerard Boreel Zuidnederlandse Archeologische Notities 7 Amsterdam 01 VUhbs Archeologie

Nadere informatie

Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11

Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11 Delftse Archeologische Notitie 99 Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11 Een archeologisch bureauonderzoek Jean Paul Bakx, Jorrit van Horssen & Bas Penning 5 Nieuw Delft Veld 3 5.1 Plangebied

Nadere informatie

Archeo-rapport 50 Het archeologische vooronderzoek aan de Deerlijksesteenweg te Harelbeke

Archeo-rapport 50 Het archeologische vooronderzoek aan de Deerlijksesteenweg te Harelbeke Archeo-rapport 50 Het archeologische vooronderzoek aan de Deerlijksesteenweg te Harelbeke Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 50 Het archeologische vooronderzoek aan de Deerlijksesteenweg

Nadere informatie

Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen

Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen

Nadere informatie

WWW. Damme (Sijsele) Antwerpse Heirweg 38. Frederik Roelens. Stefan Decraemer

WWW. Damme (Sijsele) Antwerpse Heirweg 38. Frederik Roelens. Stefan Decraemer 2013 13 WWW. Damme (Sijsele) Antwerpse Heirweg 38 Frederik Roelens Stefan Decraemer Opdrachtgever: Dhr. Patrick Zwaenepoel Antwerpse Heirweg 38, 8340 Sijsele (Damme) Titel: Antwerpse Heirweg 38, 8340 Sijsele

Nadere informatie

memo Locatiegegevens: Inleiding

memo Locatiegegevens: Inleiding memo van Bram Silkens afdeling RB Datum Contact 28-04-2016 Walcherse Archeologische Dienst (gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen) postbus 70 4330 AB Middelburg b.meijlink@middelburg.nl (06-52552925)

Nadere informatie

Houten Tiellandt De Stenen Poort. Archeologische begeleiding. A. Porreij-Lyklema & J. van der Leije. Archol

Houten Tiellandt De Stenen Poort. Archeologische begeleiding. A. Porreij-Lyklema & J. van der Leije. Archol Houten Tiellandt De Stenen Poort Archeologische begeleiding Archol A. Porreij-Lyklema & J. van der Leije 198 Archol 2013 Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol) Postbus 9515 2300 RA Leiden (071) 527 33

Nadere informatie

Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België)

Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België) Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 621 27 NOVEMBER 2012 D. LENTJES & S. LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 621 Houtskoolanalyse van

Nadere informatie

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Beschrijving schaal van Oegstgeest Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Figure 2: Onderaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. De schaal heeft een diameter van 21 centimeter

Nadere informatie

Uitpakken 3: Een merovingische pottenbakkersoven uit Kessel-Hout

Uitpakken 3: Een merovingische pottenbakkersoven uit Kessel-Hout Verschenen in: Archeologie in Limburg 79 (1999), 11-12. (1) Uitpakken 3: Een merovingische pottenbakkersoven uit Kessel-Hout Wim Hupperetz Inleiding Tijdens de inventarisatie van de collectie archeologie

Nadere informatie

t Overlaar in de buurtschap Zwiep

t Overlaar in de buurtschap Zwiep Onderzoek voormalige havesathe, 29 maart 2005 t Overlaar in de buurtschap Zwiep Ben de Graaf In deze bijdrage doet amateurarcheoloog Ben de Graaf verslag van een onderzoek, dat op 29 maart 2005 werd uitgevoerd

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds 33

Dordrecht Ondergronds 33 Dordrecht Ondergronds 33 Plangebied Vest 90-92 Gemeente Dordrecht Waarneming van de stadsmuur en de Nonnentoren M.C. Dorst 2012 Gemeente Dordrecht Stadsontwikkeling/Ruimtelijke Realisatie/Archeologie Colofon

Nadere informatie

Plan van Aanpak. PvA A I / Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) 1

Plan van Aanpak. PvA A I / Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) 1 Plan van Aanpak Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) Projectnr. A16-085-I, september 2016, versie: 1 Auteur: dr. P.T.A. de Rijk Verkennend booronderzoek Veldwerk Inleiding: Onderzoeksvragen:

Nadere informatie

SAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT

SAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT SAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT Geologie Over het algemeen geldt dat de toplaag van 0,0 tot 0,5 m mv. zal bestaan uit opgebrachte zand/grond dat plaatselijk (licht) puinhoudend is. Ter plaatse

Nadere informatie

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2 R. Jansen, L.G.L. van Hoof Colofon Archol Rapport nummer 41 Verkennend archeologisch onderzoek Vorstenbosch-Bergakkers fase 2 Uitvoering:

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend booronderzoek Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen Quickscan Archeologie Bedrijfsunits te Deil Opdrachtgever: Van Es architecten Hazenberg AMZ-publicaties 2009-12 Auteur Datum Versie Status dr. W.K. Vos 24 juli 2009 1.1 Definitief Contactgegevens Hazenberg

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20151 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20151 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20151 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Enckevort, Harry van Title: Gebundelde sporen : enkele kanttekeningen bij aardewerk

Nadere informatie

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 1 Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 2 Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 3 Arie Quik Hou

Nadere informatie

Een legendarisch fort aan de Waal Opgravingsgegevens van zeven hectaren Kops Plateau

Een legendarisch fort aan de Waal Opgravingsgegevens van zeven hectaren Kops Plateau Een legendarisch fort aan de Waal Opgravingsgegevens van zeven hectaren Kops Plateau Project 10 Nijmegen Kops Plateau: een Romein s fort Onderwerp Aan het eind van de lste eeuw voor Chr. heeft het Romeinse

Nadere informatie

Roermond, Swalmen schorsdepot

Roermond, Swalmen schorsdepot Roermond, Swalmen schorsdepot Een archeologische begeleiding N. Huisman Dit briefrapport is geautoriseerd door: Autorisatie: N.M. Prangsma ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, juli 2009 Foto s en tekeningen:

Nadere informatie

-Rapporten. Een archeologische begeleiding (protocol opgraven) aan de Eexterweg te Gieten, gemeente Aa en Hunze (Dr) ARC-Rapporten

-Rapporten. Een archeologische begeleiding (protocol opgraven) aan de Eexterweg te Gieten, gemeente Aa en Hunze (Dr) ARC-Rapporten Een archeologische begeleiding (protocol opgraven) aan de Eexterweg te Gieten, gemeente Aa en Hunze (Dr) -Rapporten M.J.M. de Wit ARC-Rapporten 2010-242 Groningen 2010 ISSN 1574-6887 Colofon Een archeologische

Nadere informatie

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Goed- en afkeurcriteria bouwkundige brandveiligheid

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Goed- en afkeurcriteria bouwkundige brandveiligheid INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID bouwkundige brandveiligheid Versie : 1.0 Publicatiedatum : 1 augustus 2014 Ingangsdatum : 1 augustus 2014 VOORWOORD Pagina 2/6 De Vereniging van Inspectie-instellingen

Nadere informatie

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen Kessel-Lo, 2009 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Nadere informatie

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01) OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012 WIJZIGINGSBLAD A2 Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 Publicatiedatum : 1 april 2012 Ingangsdatum : 1 april 2012 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING VOORWOORD A2:2012/BMI 2002 Pagina 2/5 Dit wijzigingsblad

Nadere informatie

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen Kessel-Lo, 2009 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010 WIJZIGINGSBLAD A2 Nationale Beoordelingsrichtlijn BORG 2005 versie 2 Procescertificaat voor het ontwerp, de installatie en het onderhoud van inbraakbeveiliging BORG 2005 versie 2 / A2 Publicatiedatum :

Nadere informatie

Conclusies van het bakselonderzoek en de betekenis daarvan voor Romeins Halder

Conclusies van het bakselonderzoek en de betekenis daarvan voor Romeins Halder Conclusies van het bakselonderzoek en de betekenis daarvan voor Romeins Halder Roos Wijnen-Jackson Inleiding In 1973 is op Halder een aardewerkoven uit de Romeinse tijd opgegraven. De opgraving is indertijd

Nadere informatie

Praktische toelichting op de UAV 2012

Praktische toelichting op de UAV 2012 Praktische toelichting op de UAV 2012 Praktische toelichting op de UAV 2012 prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Eerste druk s-gravenhage - 2012 1 e druk ISBN 978-90-78066-56-9 NUR 822 2012, Stichting Instituut

Nadere informatie

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen Kessel-Lo, 2009 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Nadere informatie