Inhoudsopgave: Bijlage 4: bouwbeleid bordessen, trappen en leuningen. Inleiding Algemeen Begrippenlijst Tekeningen

Transcriptie

1 Inhoudsopgave: Inleiding Algemeen Begrippenlijst Tekeningen Inleiding: Deze bijlage is toepasbaar voor poldergemalen, rioolgemalen en zuiveringsinstallaties. En de principes zijn bruikbaar voor stuwen waar trappen en bordessen nodig zijn. Bordessen, trappen ladders en leuningen ontworpen volgens de in dit document aangereikte principes en oplossingen worden geacht functioneel veilig te zijn voor gebruik. Bordessen, trappen en vaste ladders dienen ontworpen en vervaardigd te worden volgens de Nederlandse normen NEN-EN- ISO (nl), NEN-EN- ISO (nl) en NEN- EN- ISO (nl). Het kiezen voor trapladders en vaste ladders zijn echter keuzes die al in het verleden gemaakt zijn. In vele bestaande objecten is het door tekort aan ruimte niet mogelijk om trappen toe te passen tenzij er radicale bouwkundige of civiele renovaties plaats gaat vinden, welke financieel niet verantwoord zijn. Het verdient de voorkeur om trappen, roosters, bordessen en dergelijken uit te voeren met glasvezel versterkt kunststof (composiet achtige materialen). Afwijking van deze voorkeur is mogelijk na overleg met en akkoord van de opdrachtgever, en een gemotiveerde onderbouwing van de reden van afwijking.

2 Algemeen: Het probleem: De aanwezige binnentrappen en trapladders van sommige obejecten zijn niet makkelijk en veilig te betreden en kan zorgen voor gevaarlijke situaties met een letsel tot het gevolg. Doelstelling: Het doel is om in de vorm van een programma van eisen een document beschrijven welk de opdrachtgever in staat stelt om op een verantwoorde manier aanpassingen te gaan verrichten om de toegankelijk van de objecten op een meer veilige manier mogelijk te maken. Uiteindelijke doelstelling is ook dat het document de status van een beleid krijgt op het gebied van toegankelijkheid objecten Waterschap Hollandse Delta. Onderzoek/ Studie De veiligheidssituatie van een paar (riool)gemalen zijn ter plaatse bestudeerd en in kaart gebracht, er zijn gesprekken gevoerd met de gebruikers, medewerker KAM van het Waterschap Hollandse Delta en gekeken naar diverse relevante normen en regels op het gebied van nieuwbouw, renovatie en ARBO. Conclusie/ toepassinggebied: Het programma van eisen van dit document te gebruiken voor de nieuwbouw en renovaties t.b.v. van de trapladders en vaste ladders. De sterkte van de sporten en de stijlen, verbindingsmiddelen en verankeringen van de vaste ladders dienen volgens Nederlandse norm NEN- EN- ISO (nl) gerealiseerd te zijn. Voor het ontwerpen van trappen bij nieuwbouw of renovaties zijn de eisen van het bouwbesluit 2001 en NEN- EN (nl) van juli 2001 maatgevend en dient door de ontwerper in acht te worden genomen. Advies: Wordt geadviseerd om de waarden van het programma van eisen (pve) te gebruiken voor het nieuw bouwen of renoveren van alle objecten van Waterschap Hollandse Delta, in welke sprake is van het plaatsen of het renoveren van de trapladders of vaste ladders.

3 Begrippenlijst: Aantrede: Horizontale afstand tussen de randen van twee opeenvolgende treden (t) Afstand handregel: De handregel moet over haar gehele lengte op een minimale afstand van 100 mm tot obstakels blijven. Bordes: Horizontale rustvlak aan het einde van een trap. Breedte trap: De vrije breedte tussen bomen of leuningen (w). Handregel: Het bovenste deel van een leuning ter afsteuning van het lichaam, met de hand te worden vast gepakt. Klimhoogte: Verticale afstand tussen het referentievlak en het bordes. (H) Klimkooi: Samengestelde constructie die bedoeld is voor de vermindering van het risico van het vallen van personen van de ladder. Klimlijn: Een denkbeeldige lijn; die de randen van opeenvolgende treden met elkaar verbindt. Knieregel: Onderdeel van een leuning dat evenwijdig ligt aan de handregel en dat extra bescherming biedt tegen het tussendoor vallen van een persoon. Leuning: Voorzienning voor de beveiliging tegen toevallig vallen of toevallig toegang tot een gevaarlijk gebied, waarmee trappen, trapladders, bordessen, werkbordessen en looppadden kunnen worden uitgerust. Optrede: Hoogte tussen twee opeenvolgende treden, gemeten van vanaf het tredeoppervlak van de ene tot het trede oppervlak van de volgende (h) Sport: Opeenvolging van verticale treden waarmee het mogelijk is van ene niveau naar een andere niveau te gaan. Stander: Verticale constructie van de leuning tussen leuning en de trap of bordes. Sterkte- eisen leuningen: De leuning moet zonder blijvend vervorming, kunnen worden belast. Hierbij zijn de eisen van het Nederlandse norm NEN- EN- ISO (nl) van juli 2001 van toepassing.

4 Trap: Opeenvolging van horizontale treden (bordessen) waarmee het mogelijk is van ene niveau naar een andere niveau te gaan. Een traphelling is tussen 31 en 38 graden. Voor uitgebreide technische informatie wordt verwijzen naar Bouwbesluit 2003 en het Nederlandse norm NEN- EN- ISO (nl) van juli Trap helling: Hoek tussen klimlijn en loopniveau bij de beginpunt van de trapladder (referentievlak). Trapladder: Opeenvolging van horizontale treden (bordessen) waarmee het mogelijk is van ene niveau naar een andere niveau te gaan. De helling van een trapladder is tussen 38 t/m 75 graden. Tredediepte: Vrije afstand tussen de rand en de achterkant van de trede (g) Valbeveiliging: Technische maatregel om het risico van het vallen van personen van vaste ladders te voorkomen. (voorbeeld: geleide rail met volgwagen om harnas aan te koppelen) Vasteladder: Opeenvolging van sporten (bordessen) waarmee het mogelijk is van ene niveau naar een andere niveau te gaan. De helling van een trapladder 90 graden. Bij het ontwerp of renovatiewerk dient de Nederlandse norm NEN- EN- ISO (nl) te worden toegepast. Voetstootlijst: Vaste laagste onderdeel van een leuning ter verankering van de leuning aan het bordes of de trap. (Noodzakelijk bij bordessen waar het de verwachting is dat er zich personen onder het bordes kunnen bevinden) Vrije hoogte: Verticale afstand boven de klimlijn(trede-vlak) vrij van alle obstakels zoals balken, leidingen, enz.

5 Tekeningen:

6 Bijlage 4: bouwbeleid bordessen, trappen en leuningen Leuningen voor trapladders Leuning: Verklaring: 1. Handregel 2. Knieregel 3. Voetstootlijst 4. Standaar 5. Loopniveau

7

8

9 Veiligheidseisen voor trapladders en vaste ladders in (mm): Afmetingen NEN (MRL) Waternet Toe te passen bij WSHD Trappen en bordessen Trapladders Min. Tredediepte * Min. Aantrede * * * 210 * Max. optrede Min. Vrije breedte trap Min vloeroppervlakte bordes * 600x600 * 600 x 600 * Min. Vrije hoogte boven de trap * Max. Trap helling in graden * * Leuning toepassen bij h groter dan: * * * Min. Hoogte leuning bordes * Min. hoogte schoprand Min. Hoogte knieregel t.o.v. loopniveau Min, Hoogte leuning i.g.v. handmatig kroosvissen bij een maximale valhoogte van 2,5 m 900 Min. H, leuning (trede-leuning) * Vasteladder s Doorsnede handregels leuningen Min. Hoogte voetstootlijst * * * * 100 Max.afstand stootlijst en loopniveau * * * * / Hoogte trap (klim hoogte) Min. afstand handregel-obstakel 100 * * Max.hoogte trapladder zonder bordes * * * Min. Diameter/ breedte sporten * * * * 20 Max. Diameter/ breedte sporten * * * * 35 Min. Afstand ladder- obstakel (voor) * * * * 650/ 600 Min. Afstand ladder- obstakel (achter) * * * * 200/ 150 Plaatsen Veiligheidskooi na max. * * * * 3000