Het strafrechtelijk beleid inzake de overbevolking in de Belgische gevangenissen: naar een afdoende oplossing of slechts een doekje voor het bloeden?
|
|
- Hans van der Meer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 FACULTEIT RECHTSGELEERDHEIDD Het strafrechtelijk beleid inzake de overbevolking in de Belgische gevangenissen: naar een afdoende oplossing of slechts een doekje voor het bloeden? Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door ( ) DE MIL Fleur Academiejaar Promotor : Prof. Dr. De Ruyver Brice Commissarissen : Prof. Dr. Ponsaers Paul Prof. Dr. Vander Beken Tom 1
2 Kernbegrippen Overbevolking Gevangenis Expansionistisch beleid versus reductionistisch beleid Strafrechtelijk beleidsplan Alternatieve maatregelen en sancties 2
3 Verklaring inzake toegankelijkheid van de masterproef criminologische wetenschappen Ondergetekende, De Mil Fleur geeft hierbij aan derden, zijnde andere personen dan de promotor (en eventuele co-promotor), de commissarissen of leden van de examencommissie van de master in de criminologische wetenschappen, [de toelating] [geen toelating] (schrappen wat niet past) om deze masterproef in te zien, deze geheel of gedeeltelijk te kopiëren of er, indien beschikbaar, een elektronische kopie van te bekomen, waarbij deze derden er uiteraard slechts zullen kunnen naar verwijzen of uit citeren mits zij correct en volledig de bron vermelden. Deze verklaring wordt in zoveel exemplaren opgemaakt als het aantal exemplaren waarin de masterproef moet worden ingediend, en dient in elk van die exemplaren ingebonden onmiddellijk na het titelblad. Datum:.. Handtekening: 3
4 Dankwoord Ik wens in de eerste plaats mijn promotor Professor Dr. Bryce De Ruyver te bedanken voor de verbeteringen, de feedback en de hulp die hij mij geboden heeft gedurende het volledige proces van totstandkoming van mijn masterproef. Ik dank ook de heer Luc Stas, kabinetsmedewerker van Minister van Justitie Stefaan De Clerck. Hij was zo vriendelijk om mij op mijn eerste verzoek te ontvangen in de gebouwen van het Ministerie van Justitie te Brussel en hij verschafte mij heel veel achtergrondinformatie over het tot stand komen van het actuele beleid i.v.m. de aanpak van de overbevolking van onze gevangenissen. Ik dank ook mijn vriend Tom, die ondanks de combinatie werken en universitaire studies toch tijd uittrok om over het onderwerp te discussiëren en mijn masterproef na te lezen. Tot slot bedank ik mijn ouders voor hun emotionele en andere steun. 4
5 Inhoudstafel Kernbegrippen Dankwoord Inhoudstafel Gebruikte afkortingen Inleiding II IV V VII VIII 1. Evolutie van de gevangenispopulatie in België vanaf Periode Periode Periode 1991 tot nu Besluit De huidige strafrechtsbedeling Het Strafrechtelijk Beleid Mogelijke beleidsopties Homeostatisch of stability of punishment model Reductionistisch model Expansionistisch model Standstill model Het beleid gevoerd tussen 1980 en het midden van de jaren De beleidsplannen vanaf De Oriëntatienota Straf- en Gevangenisbeleid van 1996 (Stefaan De Clerck) Algemene beleidsnota van de Minister voor de Justitie 31 oktober 2006(Laurette Onkelinx) S.O.S-Plan voor Justitie 20 april 2007 (CD&V) Beleidsverklaring van Minister van Justitie Jo Vandeurzen april Het Masterplan voor een gevangenisinfrastructuur in humane omstandigheden en de stand van zaken en bijkomende projecten tot 2016 (Stefaan De Clerck) 54 5
6 Straf- en strafuitvoeringsbeleid overzicht en ontwikkelingen van februari 2010 (Stefaan De Clerck) Besluit Instrumenten die de overbevolking kunnen beïnvloeden Input dalen Decriminaliseren Depenaliseren Sepot door politie Vervolging van het Openbaar Ministerie beperken Beslissingen genomen door de rechtenbank: (probatie)uitstel en (probatie)opschorting Voorlopige hechtenis Output stijgen Elektronisch toezicht Niet uitvoeren korte gevangenisstraf Voorlopige Invrijheidstelling Voorwaardelijke invrijheidstelling Vreemdelingen Toename capaciteit Vergroten van de gevangeniscapaciteit Cellen huren in het buitenland Besluit 94 Algemeen besluit 96 Bibliografie 99 6
7 Gebruikte afkortingen afl. bv. Art. CPT d.m.v. d.w.z. ET EVRM FOD i.p.v. i.v.m. m.a.w. m.b.t. NICC nl. nr. o.a. o.m. OM PdK PSD SV SW VH aflevering bijvoorbeeld artikel European Committee for the Prevention of Torture door middel van dit wil zeggen elektronisch toezicht Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Federale Overheidsdienst in plaats van in verband met met andere woorden met betrekking tot Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie namelijk nummer onder andere onder meer Openbaar Ministerie Procureur des Konings psychosociale dienst Wetboek van Strafvordering Strafwetboek voorlopige hechtenis 7
8 Inleiding De laatste decennia hebben we in België, net zoals overal ter wereld, te kampen met een toename van de gevangenispopulatie. Deze toename overstijgt de beschikbare capaciteit van de gevangenissen, waardoor er overbevolking is. Overbevolking is geen eenvoudig fenomeen. Het betreft een problematiek die meerdere gevolgen heeft. In eerste instantie is overbevolking een kwantitatief probleem. Hoe dan ook is er een tekort aan beschikbare cellen en gevangenisgebouwen. Maar daarnaast is de overbevolking ook een kwalitatief probleem. 1 Het is niet voldoende om te concluderen dat er sprake is van overbevolking vanaf het moment dat er één cel te weinig is. Overbevolking, in de literatuur crowding genoemd, heeft ook andere gevolgen, naast het plaatsgebrek. Zo geeft overbevolking aanleiding tot een subjectief gevoel van onveiligheid bij de gedetineerden en onvoldoende en gebrekkige levensruimte 2. Het Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg beschouwt de overbevolking niet langer als louter onwenselijk. De overbevolking wordt beschouwd als een inbreuk op art. 3 van het EVRM, wat inhoudt dat niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen 3. Ook het personeel van de gevangenis ervaart de problematiek van de overbevolking negatief: er heersen gevoelens van overbelasting en onbeheersbare omstandigheden. Ik beperk mij in mijn masterproef tot de kwantitatieve zijde van de overbevolkingsproblematiek. De Minister van Justitie tracht d.m.v. zijn strafrechtelijk beleid aan deze problematiek het hoofd te bieden. Hiervoor worden strafrechtelijke beleidsplannen opgesteld. In het eerste deel van mijn masterproef schets ik de evolutie van de gevangenispopulatie vanaf 1946 tot nu en ik geef aan welke de voornaamste categorieën zijn die aan de basis liggen van de overbevolking in de Belgische gevangenissen. Het tweede deel van mijn masterproef bestaat uit een uiteenzetting van de verschillende beleidsmogelijkheden t.a.v.de overbevolkingsproblematiek, zoals een reductionistisch of een expansionistisch beleid. Vervolgens schets ik kort het gevoerde beleid 1 K. BEYENS, S. SNACKEN en C. ELIAERTS, Barstende muren. Overbevolkte gevangenissen: omvang, oorzaken en mogelijke oplossingen, Antwerpen, Kluwer-Rechtswetenschappen, 1993, S. SNACKEN, A reductionist penal policy and European human rights standards, European Journal of Criminal Policy and Research, (2), 12, 2006, Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, 4 november 1950, art.3 8
9 tussen 1980 tot het midden van de jaren 90. Nadien geef ik, beginnende vanaf 1996 met de Oriëntatienota van Minister van Justitie Stefaan De Clerck, de belangrijkste en voor mijn masterproef de meest relevante beleidsplannen weer met daarbij de nodige kritieken op en tekortkomingen van de beleidsplannen. Het laatste deel van mijn masterproef bevat een overzicht van de mogelijke instrumenten, die een invloed hebben of kunnen hebben op de overbevolkingsproblematiek. Hierbij schets ik ook welke de problemen omtrent deze instrumenten zijn en waar er veranderingen dienen te worden doorgevoerd. Om tot een conclusie hieromtrent te komen, deed ik een literatuuronderzoek. Ik bestudeerde enerzijds de verschillende beleidsplannen opgesteld door de opeenvolgende Ministers van Justitie m.n. de Oriëntatienota van 1996, de Algemene Beleidsnota van de Minister voor de Justitie 2006/2007, het S.O.S.-plan voor Justitie 2007, de Beleidsverklaring van Minister van Justitie Jo Vandeurzen van april 2008, het Masterplan voor een gevangenisinfrastructuur in humane omstandigheden en de stand van zaken en bijkomende projecten tot 2016 en het Straf- en strafuitvoeringsbeleid overzicht en ontwikkelingen. Anderzijds bestudeerde ik verscheidene onderzoeken betreffende de overbevolkingsproblematiek, de alternatieven voor de gevangenisstraf en de instrumenten die de gevangenispopulatie positief kunnen beïnvloeden. Om de nodige literatuur te bekomen, gebruikte ik o.a. elektronische databanken zoals ELIN articles en Web of Science. Ook vond ik interessante artikelen in o.a. het tijdschrift Panopticon, Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk en het tijdschrift Fatik, Tijdschrift voor Strafbeleid en Gevangeniswezen. Daarnaast raadpleegde ik ook meerdere onderzoeken gedaan door het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie. De bibliotheek van de criminologische wetenschappen verschafte toegang tot een uitgebreide collectie relevantie literatuur. 9
10 1. Evolutie van de gevangenispopulatie in België vanaf 1946 De instroom in de gevangenissen en de duur van de detentie bepalen de omvang van de gevangenispopulatie. Een stijging van de gevangenispopulatie is bijgevolg onderhevig aan stijgingen van het aantal opsluitingen enerzijds en/of aan een langere detentieduur anderzijds. 4 5 De weergave van de gevangenispopulatie kan gedaan worden aan de hand van twee parameters. Deze zijn de dagpopulatie en het aantal opsluitingen 6. Om een duidelijk inzicht te verwerven in de evolutie van de gevangenispopulatie wordt het aantal opsluitingen met de gemiddelde dagpopulatie vergeleken. Gezien het feit dat de dagpopulatie onderhevig is aan seizoens- en maatschappelijke schommelingen, werkt men dus beter met de gemiddelde dagpopulatie. Het gebruik van de dagpopulatie levert vaak een vertekend en incorrect beeld op, gezien deze parameter de weergave is van de situatie op een specifiek moment. Zo zal er tijdens de maanden juli en augustus een lagere dagpopulatie zijn dan tijdens andere maanden, dit omdat gedurende die maanden het gerechtelijk verlof plaats vindt. Tijdens die periode worden er maar een zeer beperkt aantal zittingen gehouden en enkel de dringende zaken worden behandeld. D.m.v. het gebruik van de gemiddelde dagpopulatie, waar men verschillende momentopnames neemt als basis, kunnen de verschillen en schommelingen over een bepaald jaar worden gemilderd en verwerkt 7. Dit levert meer betrouwbare gegevens op. De tweede parameter, het aantal opsluitingen, wordt bepaald door het aantal personen dat in de gevangenis binnenkomt. Deze parameter is niet onderhevig aan seizoensschommelingen, aangezien hij betrekking heeft op een periode van één jaar. Wat wel problematisch is bij deze parameter zijn de dubbeltellingen. Het gebeurt regelmatig tot vaak dat een persoon in VH zit alvorens hij definitief wordt veroordeeld. De vraag die dan dient te worden gesteld, is of deze persoon één keer als beklaagde moet worden geteld en vervolgens nogmaals als gedetineerde of slechts eenmalig dient te worden opgenomen in de statistieken. In België verstaat men onder opsluiting de zogenaamde 4 E., MAES en V., SCHEIRS, De Belgische gevangenispopulatie in cijfers in Achter tralies in België, T., DAEMS, P., PLETINCX, L., ROBERT, V., SCHERIS, A., VAN DE WIEL en K., VERPOEST, (ed.), Gent, Academia Press en de Liga voor Mensenrechten, 2009, 94 5 E. MAES, Studie van de evolutie van de gedetineerdenpopulatie naar misdrijfcategorie ( ), Panopticon, Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk, (23), 4, 2002, H. TUBEX en J. STRYPSTEIN, Veel gedetineerden, weinig cijfers, Panopticon, Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk, (1), 25, 2004, A. NEYS, T. PETERS, Samenstelling en evolutie van de penitentiaire bevolking in Tralies in de weg, A. NEYS, T. PETERS en J. VANACKER, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 1994, 79 10
11 eigenlijke opsluiting na een toestand van algehele vrijheid. Hieronder worden niet begrepen de terugkeer uit verlof of de terugkeer na onttrekking aan de uitvoering van een vrijheidsbeperkende straf of ten gevolge van een uitgaanspermissie 8. Dit houdt in dat althans in België de persoon die binnenkomt als beklaagde, later vervolgd wordt en een definitieve gevangenisstraf wordt opgelegd, slechts eenmaal wordt opgenomen in de statistieken, nl. als beklaagde. Zo heeft men getracht om een antwoord te bieden op de problematiek van de dubbeltellingen. Vaak worden personen voor meer dan één misdrijf opgesloten. In de penitentiaire statistieken wordt in bovenstaand geval enkel het zwaarste misdrijf opgenomen. Dit zorgt voor een onderschatting van een aantal misdrijven. Onderzoek naar individuele dossiers moet hieraan tegemoet komen Het blijft een moeilijke opdracht om correcte en volledige statistieken op te stellen en voor te leggen. Voor de periode baseer ik mij op gemiddelden berekend op basis van twee momentopnames per jaar, nl. de dagpopulatie op 30 juni en die op 31 december. Voor de periode 1975 tot 1985 wordt gebruik gemaakt van de cijfergegevens opgenomen in het Bulletin van het Bestuur de Strafinrichtingen, dat het Tijdschrift van de Penitentiaire Administratie is 11. Cijfergegevens vinden we terug in de interne verslagen van de Dienst Individuele Gevallen van het Bestuur Strafinrichtingen, in de jaarverslagen van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen en in de activiteitenverslagen van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen Vanaf 2003 worden in de brochure Justitie in Cijfers penitentiaire gegevens weergegeven. De samenstelling van de gevangenispopulatie wordt beïnvloed door allerlei factoren externe, interne en intermediaire en de interacties tussen deze factoren. Deze kunnen verder worden ingedeeld. De externe factoren houden economische en demografische veranderingen in. Voornamelijk de bevolkingspiramide en de migratiestroom, voor wat betreft de demografische factoren, zijn van belang. Er kan een piek van criminaliteit worden vastgesteld bij jongeren tussen 20 en 25 jaar. Dus een land waar de bevolking jonger is, zal bijgevolg vaker te kampen hebben met criminaliteit. Naast de bevolkingspiramide moet ook gekeken worden naar de migratiestroom. In België bestaat de gevangenispopulatie voor ongeveer 44% uit vreemdelingen. Dit wil echter niet 8 K. BEYENS en S. SNACKEN, Tot de muren barsten? Markante evoluties in de recente gevangenisbevolking ( ), Panopticon, Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk, (15), 2, 1994, K. BEYENS, S. SNACKEN en C. ELIAERTS, o.c., 1993, K. BEYENS en S. SNACKEN, o.c., 1994, Ibid., E. MAES en V. SCHEIRS, o.c., 2009, K. BEYENS en T. HILDE, Gedetineerden geteld in Strafrechtelijk beleid in beweging, S. SNACKEN, (red.), Brussel, VUBPRESS, 2001,
12 zeggen dat de etnische minderheden meer criminaliteit plegen. In dit verband dient wel rekening te worden gehouden met het eventueel aanwezig zijn van de discriminatiethese Ook de socioeconomische achterstand heeft een invloed op het plegen van criminaliteit. Zo werd er een duidelijk verband aangetoond tussen werkloosheid, inkomensongelijkheid, althans de veranderingen van het niveau ervan en het plegen van eigendomsdelicten. Vooral jonge mannen die sociaal kwetsbaar zijn, blijken gevoeliger te zijn voor het plegen van dit soort criminaliteit. De interne factoren de definitie van criminaliteit en de manier waarop er gereageerd wordt op criminaliteit en de besluitvorming (houding en beslissing) op alle niveaus van de strafrechtbedeling situeren zich eerder binnen het strafrechtelijk systeem. Voor de beperking van de gevangenispopulatie is het van belang dat de wetgever een reductionistisch beleid voert t.a.v.de gevangenisstraf en dit vooral voor de categorieën gevangenen die de oorzaak vormen van de toename van de gevangenispopulatie. Ook de andere schakels in de strafrechtsbedeling moeten openstaan voor andere vormen van bewaring dan de vrijheidsberoving. De media, de publieke opinie en het politieke klimaat vormen de intermediaire factoren. Opdat alternatieve maatregelen een realistische kans zouden krijgen, is een mentaliteitswijziging van gevangenisstraf naar alternatieve maatregelen bij het publiek noodzakelijk. De media hebben hierin een belangrijke rol te vervullen. 18 Voor de weergave van de gevangenispopulatie, wat betreft de tijdsindeling, baseer ik mij op die gebruikt door Kristel Beyens, Sonja Snacken en Christian Eliaerts in: Barstende muren. Overbevolkte gevangenissen : omvang, oorzaken en mogelijke oplossingen. 14 Discriminatiethese: selectieprocessen bij politie en justitie. 15 K. BEYENS, Justitie met een kleurtje, Orde van de Dag - Criminaliteit en Samenleving, afl. 40, 2007, S. SNACKEN, K. BEYENS en H. TUBEX, changing prison populations in Western countries: fate of policy? European Journal of Crime, Criminal Law and Criminal Justice, 3, 1, 1995, S. SNACKEN, Hoe meer zielen hoe meer vreugd? Over capaciteitsproblemen in de gevangenissen Panopticon, Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk, (9), 1, 1998, S. SNACKEN en K. BEYENS, Alternatieven voor de vrijheidsberoving: hoop voor de toekomst? in Strafrechtelijk beleid in beweging, S. SNACKEN, Brussel, VUBPRESS, 2002,
13 1.1. Periode Gedurende deze periode wordt een onderscheid gemaakt tussen de incivieken en de gedetineerden van gemeen recht. Onder incivieken worden de Belgische collaborateurs tijdens de Tweede Wereldoorlog verstaan. Ongeveer 80 %( op gedetineerden) van de gevangenispopulatie in 1946 bestaat uit incivieken. Sinds die piek in 1946 daalt hun aantal voortdurend om vanaf 1964 volledig te zijn verdwenen uit de Belgische gevangenissen. Ook het aantal gedetineerden van gemeen recht kent een daling tussen 1946 en Nadien schommelt de gemiddelde totale gevangenisbevolking tussen en 6.500, met een ongeziene piek van meer dan in Het aantal gedetineerden van gemeen recht blijft tot 1971 schommelen rond de Vanaf 1946 merkt men een daling op van het aantal beklaagden en met beklaagden gelijkgestelden. Deze daling zet zich door tot Nadien wordt het aantal beklaagden gekenmerkt door een constante stijging, die weliswaar een aantal beperkte schommelingen kent. Opmerkelijk is wel dat de piek van de totale gevangenispopulatie in de jaren 60 zich niet heeft voorgedaan bij de beklaagden. Tijdens de jaren 60 kende het aantal beklaagden in de gevangenissen zelfs een lichte daling en zij liggen dus niet aan de basis van de toenmalige stijging van de totale gevangenispopulatie. Een derde categorie gedetineerden, nl. de geïnterneerden, dient hier te worden vermeld. De eerste wet die de geïnterneerden als een afzonderlijke categorie beschouwde, was de Wet van 9 april 1930 ter bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde strafbare feiten 21. Ook al werd de wet in 1930 ingevoerd, toch zien we in de statistieken betreffende de gevangenispopulatie dat de geïnterneerden pas vanaf 1952 als afzonderlijke categorie worden opgenomen. Tot het einde van de jaren 60 is het aantal geïnterneerden in de Belgische gevangenissen hoog. Hun aantal schommelt om en bij de Het aantal geïnterneerden daalt in de daaropvolgende periode. Gerechtelijke statistieken tonen aan dat sinds 1965 jaarlijks tussen de 250 en 500 personen geïnterneerd worden 23. Dit cijfer op zich lijkt geen onoverkomelijk hoog aantal, maar aangezien het om een interneringsbeslissing gaat en dit een maatregel van onbepaalde duur is, houdt dit in dat een groot aantal van de reeds eerder 19 K. BEYENS en S. SNACKEN, o.c., 1994, K. BEYENS, S. SNACKEN en C. ELIAERTS, o.c., 1993, J. GOETHALS en L. ROBERT, Een nieuwe interneringswet?, Fatik, Tijdschrift voor Strafbeleid en Gevangeniswezen, nr 114, 2007, 4 22 K. BEYENS, S. SNACKEN en C. ELIAERTS, o.c., 1993, J. GOETHALS, Internering in België, enkele statistische gegevens, Panopticon, Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk, (6), 2, 1985,
14 geïnterneerden gedurende lange periodes in de gevangenissen opgesloten blijven, ook degenen die niet meer gevaarlijk zijn voor de maatschappij. Gedurende de jaren 70 zien we een sterke daling van het aantal geïnterneerden, die zich verder zet tot het einde van de jaren Periode Sinds 1975 is er een daling op te merken van de gemiddelde dagpopulatie binnen de Belgische gevangenissen. Deze populatie kent een dieptepunt in 1980, wanneer er slechts personen opgesloten zitten 25. De gevangenispopulatie stijgt nadien lichtjes tot in Tot 1991 situeert de gemiddelde gevangenispopulatie zich tussen en gedetineerden. Zoals hierboven reeds aangegeven, is het niet voldoende om enkel naar de gemiddelde dagpopulatie te kijken, willen we een dieper inzicht verwerven in de mogelijke oorzaken van de toename. Men dient ook het aantal opsluitingen te bestuderen en te vergelijken met de gemiddelde dagpopulatie. Er is net zoals bij de gemiddelde dagpopulatie een toename vast te stellen in het aantal opsluitingen. Dit cijfer haalt in 1983 een absolute piek, nl Vanaf 1984 wordt het aantal opsluitingen op jaarbasis gekenmerkt door een afname en deze daling gaat niet gepaard met een gelijklopende daling van de gemiddelde gevangenispopulatie. De vaststelling dat de twee parameters een verschillende daling kennen, kan een eerste indicator zijn voor de verlenging van de gemiddelde strafduur. Om een vergelijking te kunnen maken met de huidige toestand is het van belang dat we naar de categorieën kijken, die de dag van vandaag domineren binnen onze gevangenissen, nl. de beklaagden, de langgestraften en de geïnterneerden. Dezen zijn reeds meer dan tien jaar de oorzaak van de overbevolking. Sinds 1980 vond er een grote toename van het aantal beklaagden plaats. Dezen vertegenwoordigden ongeveer 13 à 14% van de totale dagpopulatie in de jaren 50. De grote toename van het aantal beklaagden in de jaren 80 maakte dat zij ongeveer 30% van de dagpopulatie uitmaakten 28. Hierdoor 24 K. BEYENS, S. SNACKEN en C. ELIAERTS, o.c., 1993, S. SNACKEN, K. BEYENS en H. TUBEX, o.c., 1995, 2 26 K. BEYENS, S. SNACKEN en C. ELIAERTS, o.c., 1993, K. BEYENS en S. SNACKEN, o.c., 1994, A. RAES en S. SNACKEN, The future of remand custody and its alternatives in Belgium, The Howard Journal, (43), 5, 2004,
15 hebben we een eerste keer te maken met overbevolking binnen de Belgische gevangenissen. Deze stijging stopte na het begin van de jaren 80 en ging over in een daling van het aantal beklaagden, die zich verder zette tot in Zoals hierboven reeds aangegeven kende de gevangenispopulatie aan het begin van de jaren 80 een stijging. Figuur 1 toont dat er in die periode ook een stijging was van het aantal opsluitingen. In 1983 kende het aantal opsluitingen een ongekende piek, met name Voor de periode ziet men het laagste aantal opsluitingen, nl , in het jaar De detentieduur blijft gedurende die periode stabiel. Wat betreft de periode dient opgemerkt te worden dat de gemiddelde dagelijkse gevangenispopulatie min of meer gelijk bleef, tegenover een daling van het aantal opsluitingen. Hieruit kan worden afgeleid dat de gemiddelde detentieduur gedurende die periode is gestegen 32. Figuur 1: evolutie van het aantal opsluitingen en de gemiddelde dagpopulatie in de gevangenissen ( ) K. BEYENS, S. SNACKEN en C. ELIAERTS, o.c., 1993, K. BEYENS, Van kwaad tot erger. De evolutie van de gevangenisbevolking in de jaren negentig, Panopticon, Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk, (17), 2, 1996, A. NEYS en T. PETERS, Samenstelling en evolutie van de penitentiaire bevolking in Tralies in de weg, A. NEYS, T. PETERS, F. PIETERS en J. VANACKER, (eds.), Leuven, Universitaire Pers Leuven, 1994, E. MAES en V. SCHEIRS, o.c., 2009, Ibid., 95. De cijfers die werden gebruikt in figuur, zijn afkomstig uit volgende bronnen: (1) voor de opsluitingen: Beyens e.a. (1993: 15), Beyens en Tubex (2002: 142), justitie in cijfers 2007 (p.53) en activeringsverslag 2007 DG EPI (p. 133); (2) voor de gemiddelde dagpopulatie: Beyens, Snacken en Eliaerts (1993: 8), Beyens en Tubex (2002: 142), Tubex en Strypstein (2006: 329) en activiteitenverslag 2007 DG EPI (p. 131) 15
16 Het aantal crimineel veroordeelden kende tot 1964 een constante daling. Nadien kwam er een open neergaande beweging, die zich in 1980 omzette tot een sterke stijging van hun aandeel binnen de gevangenispopulatie. Het aantal gedetineerden met een gevangenisstraf van minder dan één jaar kende een constante daling. Er kan worden vastgesteld dat het aantal gestraften met een gevangenisstraf van één tot drie jaar kleine schommelingen, met zowel opgaande als neergaande bewegingen, kent tot Gedurende deze periode bedroeg het aandeel geïnterneerden ongeveer 10 à 11% van de totale gevangenispopulatie Periode 1991 tot nu De trend van toename van de detentieduur zet zich ook verder tijdens deze periode, vooral de periode wordt gekenmerkt door een sterke stijging. Tijdens die periode evolueert de detentieduur van gemiddeld 4,1 maand in 1991 naar 7,4 maand in De verdere stijging van de gevangenispopulatie wordt vanaf 1998 veroorzaakt door een toename van het aantal opsluitingen. Tijdens deze periode situeert de detentieduur zich tussen 6,7 en 7,1 maand, zoals ook duidelijk wordt weergegeven in onderstaande figuur 2. Figuur 2: evolutie van de gemiddelde detentieduur in maanden (indicator, ) K. BEYENS, S. SNACKEN en C. ELIAERTS, o.c., 1993, Ibid., E. MAES en V. SCHEIRS, o.c., 2009, 96 16
17 Wat betreft het aantal beklaagden en gelijkgestelden dient hier vooreerst te worden opgemerkt dat men, aan de hand van de Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis 37, een poging wilde ondernemen om de toename van het aantal beklaagden in te perken. Gezien het feit dat het aantal beklaagden reeds voor deze wet een daling kende, die zich jammer genoeg niet doorzette in de periode na 1991, kan worden geconcludeerd dat deze wet zijn vooropgesteld doel niet kon realiseren. De duur van de VH kent sinds 1980 een verdubbeling. Deze heeft in belangrijke mate een invloed op de stijging van het aantal beklaagden 38. Hun aantal evolueerde van bijna in 1980 naar ongeveer in In februari 2009 zaten beklaagden in onze gevangenissen 39. De beklaagden vormen ongeveer 35% van de totale gevangenisbevolking Sinds 1980 kent het aantal langgestraften, zowel de levenslang gestraften als de tijdelijk crimineel veroordeelden, een opmerkelijke stijging. Deze stijging moet worden geplaatst tegenover de daling van het aantal opsluitingen. Op basis daarvan komen we tot de conclusie dat er een stijging is van de gemiddelde duur van de detentieperiode. Daar waar het aantal opsluitingen in het begin van de jaren 80 nog ongeveer bedroeg, valt het op dat dit cijfer tegen 2000 een forse daling tot om en bij de opsluitingen kende 42. De stijging van het aantal langgestraften zette zich verder na 1991 en dit blijft zo tot vandaag de dag. De overbevolking binnen de gevangenissen kan, sinds 1980, worden toegeschreven aan de toename van het aantal langgestraften en de beklaagden en de met hen gelijkgestelden. 43 Het aantal kortgestraften daarentegen neemt af. In 2005 was hun aandeel in de gevangenispopulatie nog maar 1/10 van hun aandeel in de gevangenispopulatie van Dit kan worden verklaard door het systematisch niet uitvoeren van gevangenisstraffen tot drie jaar en de versoepeling van de mogelijkheid tot vervroegde invrijheidsstelling. Daarnaast werden er ook verschillende alternatieve maatregelen in het leven geroepen, die tot doel hadden de gevangenisstraf te vervangen. 37 Wet van 20 april 1874 betreffende de voorlopige hechtenis, B.S. 22 april E. MAES en V. SCHEIRS, o.c., 2009, Ibid., DIRECTORAAT-GENERAAL PENITENTIAIRE INRICHTINGEN, (2009), Activiteitenverslag 2009, [WWW]. FOD Justitie: [12/05/2010] 41 A. NEYS en T. PETERS, o.c., 1994, L. ROBERT, (onderzoek) achter de tralies in België: niet alleen cijfers tellen, Panopticon, Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk, (29), 3, 2003, H. TUBEX en J. STRYPSTEIN, o.c., 2004, E. MAES en V. SCHEIRS, o.c., 2009, Ibid., 99 17
18 Wat betreft de derde categorie de geïnterneerden - wordt een constante stijging waargenomen vanaf In dat jaar bedroeg het aantal geïnterneerden 589, dit tegenover in In 2009 waren er geïnterneerden aanwezig in onze Belgische gevangenissen (10% van de totale gevangenispopulatie), wat nog altijd een verdubbeling van hun aantal is sinds Figuur 3: evolutie van de gemiddelde jaarlijkse dagpopulatie gedetineerden naar wettelijke toestand ( ) en elektronisch toezicht-populatie op 1 maart ( ) 48. Ook wat betreft het aantal vreemdelingen in onze Belgische gevangenissen kunnen we een stijging vaststellen. In 1990 zaten er vreemdelingen in onze gevangenissen, in , m.a.w. een stijging van 67% 49. Deze trend bleef zich verder zetten: in oktober 2007 bedroeg hun aantal en maakten ze ruim 40% van de totale gevangenispopulatie uit Dit liep in 2009 op tot 42,6%. Op verbleven er in de 33 Belgische gevangenissen iets meer dan gedetineerden (alle categorieën, GFC Tongeren en GJ Everberg inbegrepen) 52, waar er maar een beschikbare capaciteit is van De gemiddelde dagpopulatie voor 2009 bedroeg ,8. De gevangenissen 46 P. COSYNS, C. D HONT, D. JANSSENS, E. MAES, E. en R. VERELLEN, Geïnterneerden in België: de cijfers, Panopticon, Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk, (1), 28, 2007, Federale Overheidsdienst Justitie (2009), Justitie in cijfers 2009 [WWW]. FOD Justitie: 48 E. MAES en V. SCHEIRS, o.c., 2009, K. BEYENs, o.c., 1996, K. BEYENS, o.c., 2007, S. DE CLERCK, Straf- en strafuitvoeringsbeleid. Overzicht en ontwikkelingen, FOD Justitie, Brussel, 2010, DIRECTORAAT-GENERAAL PENITENTIAIRE INRICHTINGEN, (2009), Activiteitenverslag 2009, [WWW]. FOD Justitie: [10/04/2010] 18
19 hadden bijgevolg te kampen met een overbevolking van om en bij de 24%. Zoals reeds hierboven weergegeven, bestaat de gevangenispopulatie voornamelijk uit drie categorieën: de definitief veroordeelden (langgestraften), de beklaagden en de daarmee gelijkgestelden en als derde categorie de geïnterneerden. Begin 2010 bedroeg het aantal definitief veroordeelden Er zaten op dat ogenblik personen in VH. Het aantal geïnterneerden bedroeg op het einde van Het spreekt dan ook voor zich dat deze constante toename van de gevangenispopulatie, die zich al decennia lang voordoet, ernstig moet worden genomen en als prioriteit moet worden behandeld. Temeer daar het niet enkel om een probleem van kwantitatieve aard gaat, maar het er ook een is van kwalitatieve aard Besluit De gevangenispopulatie wordt beïnvloed door enerzijds de instroom in de gevangenis en anderzijds de duur van de detentie. Verschillende factoren zoals economische en demografische factoren, de bevolkingspiramide, de migratiestroom,. hebben een invloed op de samenstelling van de populatie binnen de gevangenissen Deze kan worden bestudeerd aan de hand van twee parameters: de gemiddelde dagpopulatie en het aantal opsluitingen. Na de Tweede Wereldoorlog bestond 80% van de gevangenisbevolking uit incivieken. Deze waren volledig verdwenen uit de gevangenissen in Het aantal veroordeelden van gemeen recht schommelde rond tot het begin van de jaren 70. Het aandeel beklaagden kende een daling die zich verder zette in de jaren 60. Echter in de jaren 80 maakten ze 30% uit van de dagpopulatie in de gevangenissen, wat een overbevolking binnen de gevangenissen tot gevolg had. Deze stijgende trend zette zich ook verder in de jaren 90 en de daaropvolgende jaren: in 1980 zaten er ongeveer beklaagden in gevangenissen, in 2005 ongeveer en in Ibid., J. STRYPSTEIN, !, Fatik, Tijdschrift voor Strafbeleid en Gevangeniswezen, nr. 110, 2006, 3 55 DIRECTORAAT-GENERAAL PENITENTIAIRE INRICHTINGEN, (2009), Activiteitenverslag 2009, [WWW]. FOD Justitie: [12/05/2010] 19
20 Sinds de jaren 80 kent het aantal crimineel veroordeelden de langgestraften een sterke stijging. Ook deze stijging zet zich tot op heden verder. Deze stijging moet echter worden geplaatst tegenover een daling van het aantal opsluitingen. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de gemiddelde detentieduur een stijging kent. Tot de jaren 60 vormden de geïnterneerden een groot aandeel van de gevangenen. Nadat hun aandeel gedaald was in de jaren 70, bleef het nadien permanent stijgen. Actueel maken de geïnterneerden 10,4% van de totale gevangenispopulatie uit. Wij hebben sinds de jaren 80 te kampen met een overbevolking, die zich tot op de dag van vandaag blijft verder zetten. De cijfers van 2009 tonen aan dat er een gemiddelde dagelijkse bevolking is van ,8 waar de beschikbare celcapaciteit slechts bedraagt. 20
21 2. De huidige strafrechtsbedeling Het laatste decennium is er het een en ander veranderd in het juridische landschap. De Oriëntatienota Strafbeleid en Gevangenisbeleid van Minister van Justitie Stefaan De Clerck gaf de aanzet tot een wettelijke regeling betreffende de interne en externe rechtspositie van de gedetineerde en de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken. De Minister gaf de opdracht aan professor Dupont om een voorontwerp van de Beginselenwet Gevangeniswezen en Tenuitvoerlegging van Vrijheidsbenemende Sancties op te stellen 56. Dit voorontwerp diende als basis voor de Commissie Basiswet Gevangeniswezen en Rechtspositie van Gedetineerden, die reeds klaar was met haar opdracht in Het duurde echter nog tot februari 2005 alvorens de Wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden gepubliceerd werd. Het nam nog een jaar in beslag voordat er een wet op de externe rechtspositie van de gedetineerde 57 en een wet houdende de oprichting van de strafuitvoeringsrechtbanken kwam. Er kwam ook een wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis en een betreffende de ter beschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank 61. De invoering van de bovenstaande wetten houdt echter nog geen automatisch succes in. Verschillende aspecten van de Basiswet weken af van de voorstellen gedaan door de Commissie Dupont: zo werden o.a. het principe van de maximumcapaciteit, het recht op eigen cel, het recht op een normaal loon voor in de gevangenis gepresteerde arbeid niet opgenomen in de Basiswet. Het principe van de maximumcapaciteit benadrukt de onmogelijkheid tot de invoering van een Basiswet zonder tegelijkertijd ook de overbevolkingsproblematiek aan te pakken. Gezien de ernst van de overbevolking in onze gevangenissen was het principe van het recht op een eigen cel dan ook weinig realistisch en dit werd dus bijgevolg geschrapt S. SNACKEN en K. BEYENS, Tien jaar kwaliteitszorg in de strafuitvoering in België: Sire, wij zijn ongerust., Orde van de Dag - Criminaliteit en Samenleving, afl. 41, 2008, Wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidstraf en de aan de slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, B.S. 15 juni Wet van 17 mei 2006 houdende de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken, B.S. 15 juni Wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, B.S. 13 juli H. HEIRMANS, Is er opnieuw hoop voor de geïnterneerden?, Fatik, Tijdschrift voor Strafbeleid en Gevangeniswezen, nr. 114, 2007, Wet van 26 april 2007 betreffende de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank, B.S. 13 juli G. SMAERS, Mogen we trots zijn op wat er overblijft van de Basiswet gevangeniswezen en rechtspositie van gedetineerden?, Fatik, Tijdschrift voor Strafbeleid en Gevangeniswezen, nr. 104, 2004, 4 21
22 Opgemerkt dient te worden dat de publicatie van de wetten niet automatisch de implementatie ervan inhoudt. Zo dienen er nog verscheidene bepalingen van de Basiswet in werking te treden. 63 Op de legaliteitscrisis werd een antwoord geboden, maar het is ook net dat antwoord dat gevolgen heeft voor de gevangenisbevolking. Zo zal er o.a. een vertraging van de uitstroom uit de gevangenissen zijn door de oprichting van de strafuitvoeringsrechtbanken (zie hierna betreffende de voorlopige invrijheidstelling en betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling) en de inwerkingtreding van alle bepalingen van de Wet op de externe rechtspositie van de gedetineerden. Hierdoor wordt de kans op uitstroom uit de gevangenis kleiner wat eventueel kan leiden tot een uitbreiding van de gevangeniscapaciteit. Dit druist in tegen de mening van de opeenvolgende Ministers van Justitie die stelden dat de gevangenisstraf als ultimum remedium moet worden beschouwd. 64 (zie hierna 3.4.) De gevangenisbevolking blijft, ondanks alle initiatieven, toch toenemen. Er is niet enkel een toename op te merken, maar ook een verandering erin. Zij bestaat nu hoofdzakelijk uit middel- en langgestraften 65 en uit beklaagden. Het aantal kortgestraften daarentegen neemt wel af. 66 Deze daling kan worden verklaard door de niet-uitvoering van de korte gevangenisstraffen. Veroordeelden tot een gevangenisstraf van minder dan zes maand dienen zich aan te bieden in de gevangenis, waar zij automatisch in vrijheid zullen worden gesteld zonder dat hieraan voorwaarden worden verbonden. Verscheidene omzendbrieven regelen deze materie. Veroordeelden tot een gevangenisstraf tussen zes maand en drie jaar beschikken over de mogelijkheid tot een vervroegde invrijheidstelling, dit na een in een omzendbrief bepaalde termijn. 67 De Minister van Justitie daarentegen wil, met de invoering van zijn beleidsnota Straf- en Strafuitvoeringsbeleid van 2010, dat alle gevangenisstraffen integraal worden uitgevoerd. (zie hierna )Het dient te worden afgewacht welke gevolgen dit heeft voor de overbevolkingsproblematiek. 63 T. DAEMS, Gapen bij de gapende kloof. Strafbeleid, gevangeniswezen en de weergekeerde stilte rond de legitimiteitscrisis van de vrijheidstraf in Achter tralies in België, T. DAEMS, P. PLETINCX, L. ROBERT, V. SCHEIRS, A. VAN DE WIEL, K. VERPOEST, (eds), Gent, Academia Press, 2009, Ibid., E. MAES en V. SCHEIRS, o.c., 2009, K. BEYENS en H. TUBEX, Gedetineerden geteld in Strafrechtelijk beleid in beweging, S. SNACKEN, Brussel, VUBPRESS, 2002, Ch. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht en Internationaal Strafrecht, Antwerpen, Maklu, 2006,
23 3. Het Strafrechtelijk Beleid 3.1. Mogelijke beleidsopties Het is de overheid beslist welke beleidsvorm zij verkiest in haar strijd tegen de overbevolking van de gevangenissen. Er zijn vier soorten aanpak. Ik zal deze verschillende beleidsmogelijkheden, die elke een eigen klemtoon leggen, hieronder kort schetsen Homeostatisch of stability of punishment model 68 Bij dit model gaat men uit van het feit dat het bestraffingsniveau doorheen de tijd gelijk blijft in een bepaalde samenleving. Dit model wordt in weinig tot geen landen nog toegepast, omdat er geen stabiliteit is vanaf de jaren Reductionistisch model Het reductionistische beleid staat sceptisch ten aanzien van de mogelijke voordelen van de gevangenisstraf; overbevolking in de gevangenis wordt niet als aanvaardbaar beschouwd, evenmin als uitbreiding van de gevangeniscapaciteit 72. Er wordt vertrokken van de gedachte dat de gevangenisstraf een ultimum remedium is 73. Het is van belang om zo veel mogelijk alternatieven af te wegen alvorens een gevangenisstraf uit te spreken. Het uitgangspunt is dan ook dat men een gevangenisstraf slechts mag uitspreken van zodra het om zware misdrijven gaat, waarbij de maatschappij een dergelijk groot gevaar loopt dat de gevangenisstraf de enige redelijke en mogelijke oplossing is. Het reductionisme vertrekt vanuit de vaststelling dat de gevangenissen overstelpt worden met personen die relatief minder ernstige misdrijven hebben gepleegd. Er wordt binnen deze beleidsvorm gezocht naar alternatieven om de minder ernstige misdadigers uit de gevangenissen te houden en indien dit niet mogelijk is, om hen zo snel mogelijk vrij te laten 74. De reductionistische 68 K. BEYENS, S. SNACKEN en C. ELIAERTS, o.c., 1993, Ibid., S. SNACKEN, o.c., 2006, S. SNACKEN, Bestraffing, vrijheidsberoving en mensenrechten. Een reductionistisch strafbeleid in Mensenrechtelijk perspectief in Vrijheden en vrijheidsbeneming. Mensenrechten van gedetineerden, E. Brems, S. Sottiaux, P. VandenHeede, W. Vandenhole, (Eds.), Antwerp Oxford:Intersentia,2005, S. SNACKEN, o.c., 2006, T. PETERS, Een pleidooi voor een radicaal reductionistisch opsluitingsbeleid, Panopticon, Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk,(5), 4, 1984, A. RUTHERFORD, Prisons and the process of justice: the reduction challenge, England, Mackays of Chatham Ltd, 1984,
24 aanpak van het gevangenissysteem hangt onvermijdelijk samen met het sociaal en economisch beleid. Het beleid aangaande opleiding, gezondheid en armoede hebben een invloed op het gevangenisbeleid 75. De reductionistische agenda bestaat uit negen items, waarbij men ervan uitgaat dat de eerste actie van het gevangenissysteem zelf moet komen 76 : De gevangeniscapaciteit dient substantieel te worden verminderd: dit doet men o.a. door geen nieuwe gevangenissen bij te bouwen, door het sluiten van gevangenissen in verschillende fasen en door de gevangenissen die behouden worden op te knappen waardoor het aantal beschikbare plaatsen verder zal verminderen. De minimumstandaarden wat betreft de fysische condities binnen de gevangenis dienen te worden vastgelegd en dezen moeten juridisch afdwingbaar zijn: deze standaarden maken een basis uit waaronder niet mag gegaan worden. Er bestaat een zekere terughoudendheid in de meeste gevangenissystemen om die basisstandaarden vast te stellen, omdat hierdoor criteria worden vastgelegd, waardoor later de gevangenisdirecteur en administratie ter verantwoording kunnen worden geroepen. Minimumstandaarden betreffen niet enkel de fysieke ruimte van de gedetineerde maar ook de grootte van de gevangenispopulatie, de gevangeniscapaciteit en de levensomstandigheden (o.m. werk en opleiding). Nodig zijn een aantal minimumstandaarden, geen reeks van competitieve standaarden, die duidelijk de manier aangeven waarop er moet gewerkt worden en waarvan de efficiëntie objectief kan worden gemeten. Vanuit het reductionistisch standpunt gezien, hebben de minimumstandaarden het grote voordeel dat zij voor de bestaande gevangenisaccommodatie een maximale grootte van de gevangenispopulatie vastleggen 77. Men dient na te gaan wat de optimale verhouding tussen het gevangenispersoneel en de gevangenispopulatie is en men dient deze toe te passen: ernstige problemen kunnen ontstaan wanneer er ofwel een tekort ofwel een overschot aan gevangenispersoneel is. Binnen een expansionistisch beleid gebeurt het vaak dat er sterke toename van personeel wordt doorgevoerd. Deze personeelskost gaat dan ten koste van de leefomstandigheden binnen de gevangenis. Het gevangenissysteem moet beschikken over alternatieven betreffende de vervroegde invrijheidstelling en deze gebruiken met de bedoeling om overbevolking te voorkomen: het 75 Ibid., Ibid., K. BEYENS, S. SNACKEN en C. ELIAERTS, o.c., 1993,
25 kan hier zowel gaan over vervroegde invrijheidstelling (amnestie, probatie) als over tijdelijke vrijlating (weekendverlof). Indien er geen onmiddellijk beschikbare plaats is in een gevangenis, zouden bepaalde categorieën veroordeelden moeten wachten tot ze opgeroepen worden: dit geeft hen de mogelijkheid om persoonlijke zaken af te handelen. Voor de gevangenis houdt dit in dat er een weloverwogen, ongehaaste beslissing kan worden genomen betreffende de plaats waar de gevangenisstraf zal worden uitgezeten. Deze werkwijze zorgt ervoor dat bij een toegenomen vraag naar capaciteit, de druk zich situeert buiten en niet zozeer binnen de gevangenis. Er moet altijd worden gegrepen naar de minst restrictieve sanctie: er zouden richtlijnen i.v.m. bestraffing moeten opgemaakt worden met de bedoeling dat de gevangenisstraf als ultimum remedium wordt beschouwd door de rechters. Het niet voldoen aan een niet-vrijheidbeperkende straf, mag slechts in zeer uitzonderlijke gevallen aanleiding geven tot een gevangenisstraf: veroordeelden tot een geldboete die nalaten deze te betalen, belanden nu al te vaak in de gevangenis. De rechter dient te kunnen beschikken over andere dwingende maatregelen ter vervanging van de plaatsvervangende gevangenisstraf. De categorieën van de misdrijven, waarop geen gevangenisstraf staat, moeten worden uitgebreid, zodat bepaalde types van minder ernstige diefstal en eigendomsdelicten onder die categorie komen te vallen. De uitbreiding van het gevangenissysteem is vaak nodig omdat men lichtere misdrijven gaat bestraffen met een gevangenisstraf. In België heeft men op die manier reeds landloperij, dat vroeger met een gevangenisstraf bestraft werd, uit het Strafwetboek gehaald Beslissingen i.v.m. het al dan niet opleggen van een gevangenisstraf zouden zeer vroeg in het strafrechtelijk proces moeten genomen worden. Het OM zou minder de strafrechter moeten vorderen wanneer het om lichtere misdrijven gaat. Er zou meer gebruik moeten gemaakt worden van een niet-strafrechtelijke afhandeling waardoor sowieso gevangenisstraffen worden vermeden. Het bereik van het strafrecht moet aanzienlijk ingeperkt worden: dit kan enerzijds door het niet verder vergroten van de draagwijdte van het strafrecht en anderzijds door de 78 Ch. VAN DEN WYNGAERT, C., Strafrecht, Strafprocesrecht en Internationaal Strafrecht, Antwerpen, Maklu, 2004, Wet van 12 januari 1993 houdende een urgentieprogramma voor een meer solidaire samenleving (art SW opgeheven door de wet van 12 januari 1993), B.S. 4 februari E. MAES en V. SCHEIRS, o.c., 2009, 97 25
26 decriminalisering van misdrijven. De voorkeur moet worden gegeven aan een burgerlijke afhandeling van de zaken. Het doorvoeren van het reductionistische beleid kan op twee manieren, nl. via de voordeurstrategie en de achterdeurstrategie Het verminderen van de gevangenispopulatie dient, indien mogelijk, bij voorkeur te worden bewerkstelligd via de combinatie van beide strategieën: Voordeurstrategie: men probeert de input van de gevangenis zoveel mogelijk te beperken d.m.v. decriminalisering, door beperking in het gebruik van de VH en van de gevangenisstraf, evenals van de duur ervan en d.m.v. het effectief toepassen van alternatieve maatregelen en straffen ter vervanging van de gevangenisstraf. De gevangenisstraf moet beperkt worden tot de misdrijven die een zodanige bedreiging vormen voor de maatschappij dat de gevangenisstraf het enig mogelijke antwoord is. Achterdeurstrategie: men probeert de output van de gevangenis zoveel mogelijk uit te breiden, dit o.a. door de detentieduur zo kort mogelijk te houden d.m.v. de optimale toepassing van de vervroegde invrijheidstelling. De verschillende deelaspecten van het reductionistisch beleid zijn terug te vinden in de aanbevelingen van de Raad van Europa, vnl. in aanbeveling R (99) 22 on prison overcrowding and prison population inflation 83 : Deprivation of liberty should be regarded as a sanction or measure of last resort and should therefore be provided for only where the seriousness of the offence would make any other sanction or measure clearly inadequate The extension of the prison estate should rather be an exceptional measure, as it is generally unlikely to offer a lasting solution to the problem of overcrowding. Countries whose prison capacity may be sufficient in overall terms but poorly adapted to local needs should try to achieve a more rational distribution of prison capacity Provision should be made for an appropriate array of community sanctions and measures, possibly graded in terms of relative severity; prosecutors and judges should be prompted to us them as widely as possible Member states should consider the possibility of decriminalizing certain types of offence or reclassifying them so that they do not attract penalties entailing the deprivation of liberty 81 K. BEYENS, S. SNACKEN en C. ELIAERTS, o.c., 1993, S. SNACKEN, o.c., 2006, Prison overcrowding and prison population inflation recommendation no. R (99) 22 and report,
27 In order to devise a coherent strategy against prison overcrowding and prison population inflation a detailed analysis of the main contributing factors should be carried out, addressing in particular such matters as the types of offence which carry long prison sentences, priorities in crime control, public attitudes and concerns and existing sentencing practices. Deze aanbeveling werd door het Committee of Ministers goedgekeurd en is dus een uiting van politieke consensus. Desondanks heeft ze geen juridisch bindende kracht. Het CPT, European Committee for the Prevention of Torture, staat achter een reductionistisch beleid, wat zeker een positieve invloed heeft op de waarde die het beleid heeft binnen de Raad van Europa. Het CPT stelt dat overbevolking op zichzelf een inhumane en vernederende behandeling is, zeker in combinatie met onvoldoende sanitaire voorzieningen en activiteiten voor de gedetineerden. Het CPT kan de problematiek van de overbevolking wel aanklagen, maar het heeft enkel een adviserende bevoegdheid en kan de overheden niet verplichten om het probleem op een welbepaalde manier op te lossen. In het Europese Verdrag ter Preventie van Foltering is een principe van samenwerking opgenomen, dit houdt in dat de lidstaten rekening dienen te houden met de aanbevelingen van het CPT. Het blijft uiteraard een suggestie en is dus niet juridisch bindend voor de lidstaten Finland is een goed voorbeeld van een land, waar men via het voeren van een reductionistisch beleid kwam tot een vermindering van de gevangenispopulatie gekomen. Finland had een hogere gevangenispopulatie dan andere Scandinavische landen. Dit feit werd op het einde van de jaren 60 onder de loep genomen en daaruit kwam naar voor dat het hogere gevangeniscijfer niet te wijten was aan een hogere criminaliteitsgraad in Finland, maar wel aan de langere detentieduur. Finland is er in geslaagd om haar gevangenispopulatie te laten dalen d.m.v. een reductionistisch beleid De oplossing werd gevonden zowel in een vermindering van de duur van gevangenisstraf als in een vermindering van de toepassing van gevangenisstraffen o.a. door de decriminalisering van bepaalde misdrijven zoals de openbare dronkenschap. Deze vermindering 84 S. SNACKEN, o.c., 2006, S. SNACKEN, o.c., 2005, Wetgevingsstuk nr /1 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 20 juli 1990, betreffende de voorlopige hechtenis met het oog op de invoering van het elektronisch toezicht (Ingediend door mevrouw Martine Taelman) [30/03/2010] 87 H. TAKALA, Crime prevention in Europe in Crime and Criminal Justice in Europe, European Council, Germany, 2000, 59 27
Achter tralies in België
Achter tralies in België Tom Daems Peter Pletincx Luc Robert Veerle Scheirs Angela van de Wiel Karen Verpoest (eds.) Achter tralies in België Tom Daems Peter Pletincx Luc Robert Veerle Scheirs Angela van
Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie
Inhoud Inhoud Ten geleide Avant propos Woord vooraf Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie 1 Intitiele opdracht 1.1 haalbaarheidscriteria 1.2 Definitie van het begrip integrale veiligheidszorg
Hof van Cassatie van België
24 JUNI 2014 P.14.0929.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0929.N F A H, veroordeelde tot een vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat bij de balie te Tongeren. I.
VRIJHEDEN EN VRIJHEIDSBENEMING. Mensenrechten van gedetineerden
VRIJHEDEN EN VRIJHEIDSBENEMING Mensenrechten van gedetineerden E. BREMS, S. SOTTIAUX, P. VANDEN HEEDE en W. VANDENHOLE (EDS.) intersentia Antwerpen - Oxford INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF AFKORTINGEN v ix
Meer van hetzelfde: is dat wel een goed idee?
Meer van hetzelfde: is dat wel een goed idee? Forumtekst Discussion Kristel Beyens a Hans Claus b Liesbeth Naessens c d Panopticon, 35 (3), 213-218 2014 Maklu ISSN 0771-1409 mei 2014 a b c d Hoogleraar,
Strafuitvoeringsrechtbanken
Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter
Wederopsluiting na vrijlating uit de gevangenis
Wederopsluiting na vrijlating uit de gevangenis Luc ROBERT & Eric MAES (promotor) 16 februari 2012 Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie OVERZICHT Intro: recidive-onderzoek in België
Hoe punitief is België?
Hoe punitief is België? Editors: Ivo Aertsen Kristel Beyens Torn Daems Eric Maes Antwerpen / Apeldoorn Inhoud Voorwoord 9 Punitiviteitshypotheses in de criminologie. Slaan ze de nagel op de kop? 11 Tom
GEVANGENISBELEID EN OPSLUITINGSGRAAD
GEVANGENISBELEID EN OPSLUITINGSGRAAD EEN VERGELIJKING TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND Aantal woorden: 36 846 Lowiese Vanassche Studentennummer: 01409638 Promotor: Prof. Dr. Tom Vander Beken Commissaris: Prof.
Strafuitvoeringsrechtbanken
Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter
Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)
Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij
HET GEVANGENISBELEID ONDER MINISTER DE CLERCK Van reductionisme naar expansie
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-11 HET GEVANGENISBELEID ONDER MINISTER DE CLERCK Van reductionisme naar expansie Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend
Strafuitvoeringsrechtbanken
Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent foto s: Lieven Nollet tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:
Strafuitvoeringsrechtbanken
v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent foto s: Lieven Nollet Strafuitvoeringsrechtbanken Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:
Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer
6 Berechting Z.C. Driessen en R.F. Meijer In 2015 deed de rechter 102.000 misdrijfzaken af, 20% minder dan in 2007 en 5% meer dan in 2014. Vermogensmisdrijven en gewelds- en seksuele misdrijven vormden
De Belgische gevangenispopulatie in cijfers
De Belgische gevangenispopulatie in cijfers Eric Maes 1 en Veerle Scheirs 23 1. Inleiding België telt actueel 33 gevangenissen, waarvan 15 langs Vlaamse zijde, 15 langs Waalse zijde en 3 in het Brussels
Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II
Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer
Scenario s voor de gevangenis van de toekomst
Scenario s voor de gevangenis van de toekomst Tom Vander Beken Studiedag Justitie 2020. Brussel, 3 maart 2016 t. +32 9 264 69 39 f. +32 9 264 69 71 tom.vanderbeken@ugent.be 1 Overzicht 2 1. Inleiding 2.
Conclusies en aanbevelingen van de audit. Hoofdstuk
Conclusies en aanbevelingen van de audit Hoofdstuk 1 maatregelen tegen de overbevolking in de gevangenissen / 11 1.1 Conclusies De overbevolking van de gevangenissen veroorzaakt inhumane leefomstandigheden
Masterproef De externe rechtspositie van de gedetineerden doorgelicht
2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef De externe rechtspositie van de gedetineerden doorgelicht Promotor : Prof. dr. Bart SPRIET De transnationale Universiteit Limburg is een uniek
Internering wet en regelgeving
Internering wet en regelgeving Permanente Vorming Forensische Gedragswetenschappen - Universiteit Gent 23 oktober 2012 Tom Vander Beken & Walter Van Steenbrugge Inhoud 2 1. Internering? 2. Achtergronden
Gespecialiseerde opleiding voor toekomstige magistraten van de strafuitvoeringsrechtbanken
Gespecialiseerde opleiding voor toekomstige magistraten van de strafuitvoeringsrechtbanken ref.: PEN-046 Doelgroep magistraten van de zetel en het parket die kandidaat zijn voor de functies van respectievelijk
Inhoudstafel. Lijst figuren 13. Lijst tabellen 17. Rechtbank onder invloed 25
ASP Migranten in de balans.book Page 7 Friday, January 15, 2010 10:47 AM Inhoudstafel Inhoudstafel 7 Lijst figuren 13 Lijst tabellen 17 Rechtbank onder invloed 25 Deel I: Etnische minderheidsgroepen :
Gevangeniscapaciteit en strafrechtelijk beleid. Een vergelijkende studie van België en Nederland
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-2014 Gevangeniscapaciteit en strafrechtelijk beleid. Een vergelijkende studie van België en Nederland Masterproef van de opleiding Master
Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013
Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel
Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31)
Persbericht van de Ministerraad Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, keurde de Ministerraad
Masterproef Noodzaak van het elektronisch toezicht als autonome straf?
2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef Noodzaak van het elektronisch toezicht als autonome straf? Promotor : Prof. dr. Bart SPRIET De transnationale Universiteit Limburg is een uniek
RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4
a) Wie zit waar Lees aandachtig onderstaande tekst. Duid nadien op de foto de plaats aan van de verschillende actoren (rood en onderlijnd in tekst) in een rechtbank. Bij een burgerlijke of een strafrechtelijk
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2019-06-19 Numac : 2019041200 5 MEI 2019. - Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters
College van Procureurs-generaal stelt. jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor
Statistisch analisten van het Openbaar Ministerie College van Procureurs-generaal BRUSSEL College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor Persbericht 21 april
nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Justitiehuizen - Werklastmeting De minister liet heeft eerder
[Be-Gen] NETWORK PROJECT. [Understanding the operational, strategic, and political implications of the National Genetic Database]
NETWORK PROJECT [Be-Gen] [Understanding the operational, strategic, and political implications of the National Genetic ] Contract - BR/132/A4 EINDRAPPORT (Januari 2019) PROMOTOREN: BERTRAND RENARD (NICC)
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke
Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken
Wet Potpourri II FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing
Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013
Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die
A D V I E S Nr Zitting van woensdag 6 november
A D V I E S Nr. 1.873 ------------------------------ Zitting van woensdag 6 november 2013 ------------------------------------------------------- Voorontwerp van wet tot aanvulling en wijziging van het
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke
Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten
Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten 6 e Vlaamse GGZ-congres Macht en kracht. Zorgrelaties in verandering 18 en 19 september 2012, Antwerpen Freya Vander
Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken
Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken Paul Ponsaers 1 1. De EU is niet enkel een economische, politieke en sociale gemeenschap, maar evenzeer een waardengemeenschap.
College van Procureursgeneraal. Collège des procureurs généraux
Collège des procureurs généraux College van Procureursgeneraal Bruxelles, le 18 janvier 2018 Brussel, 18 januari 2018 CIRCULAIRE N 02/2018 DU COLLÈGE DES PROCUREURS GÉNÉRAUX PRÈS LES COURS D APPEL OMZENDBRIEF
Hof van Cassatie van België
1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING
Publicaties Dirk Van Daele (2004)
1 Publicaties Dirk Van Daele (2004) I. BOOKS 1. FIJNAUT, C., GOOSSENS, F., HUTSEBAUT, F. en VAN DAELE, D., Het Belgische politiewezen. Wetgeving - Beleid - Literatuur inzake politie, bestuur en justitie,
Inhoud. 1. De kunst van de omgevingsanalyse. 2. Scenario s: onzekerheden aanvaarden én gebruiken. 3. Georganiseerde criminaliteit in 2015
Scenario-ontwikkeling als techniek voor omgevingsanalyse Studienamiddag Overheidsbeleid verbeteren door toekomstonderzoek Leuven 9 december 2014 Tom Vander Beken 2 3 Since the plotters were flexible and
DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE
DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE V.U. Eric Beaucourt 9000 Gent stand januari 2018-1 I.DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK 1.Algemeen. De Belgische strafuitvoeringsrechtbanken
Studie van de evolutie van de gedetineerdenpopulatie naar misdrijfcategorie (1980-1998)
Gepubliceerd in: Panopticon, Tijdschrift voor strafrecht, criminologie en forensisch welzijnswerk, 23 (2002), nr. 4 (juli-augustus), 340-350. Studie van de evolutie van de gedetineerdenpopulatie naar misdrijfcategorie
Doelstellingen van de straf een penologische discussie 33
Inhoud Inleiding 21 Kristel Beyens & Sonja Snacken HOOFDSTUK 1. Een penologisch perspectief op bestraffing 25 Sonja Snacken & Kristel Beyens 1. Penologie als wetenschap 25 2. Bestraffing 28 Bibliografie
Een onderzoek naar de evolutie van de mensenrechten in het licht van het beleid inzake gevangenisoverbevolking
FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Een onderzoek naar de evolutie van de mensenrechten in het licht van het beleid inzake gevangenisoverbevolking Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master
Het Comité in het kort
Het Comité in het kort Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) Voorkoming van mishandeling van personen beroofd van hun vrijheid
Nederlandse instrumenten van internationale rechtshulp in strafzaken
Nederlandse instrumenten van internationale rechtshulp in strafzaken in verdragen, resoluties, aanbevelingen, wetten, richtlijnen en circulaires 2e bijgewerkte en herziene druk verzameld en ingeleid door
Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11
Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde
Vertaling van het Franse origineel
Nota van de Verenigde advies- en onderzoekscommissie van de Hoge Raad van Justitie met het oog op de hoorzitting voor de Commissie Justitie van de Kamer op 20 maart 2019 over het wetsvoorstel 3527/001
Het Justitieplan: de hervorming van justitie door Minister Geens
Het Justitieplan: de hervorming van justitie door Minister Geens FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke
Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik
Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere
DE FORMELE RECHTSPOSITIE VAN GEDETINEERDEN: DE THEORIE EN DE PRAKTIJK. (Deel I: Scriptie)
FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID DE FORMELE RECHTSPOSITIE VAN GEDETINEERDEN: DE THEORIE EN DE PRAKTIJK. (Deel I: Scriptie) Scriptie neergelegd tot het behalen van de graad van Licentiaat/Master in de criminologische
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015
Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid
HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)
HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders
Artikel. iedereen? Annelies Permentier 1, Freya Vander Laenen 2, Wouter Vanderplasschen 3 & Tom Vander Beken 4
iedereen? Annelies Permentier 1, Freya Vander Laenen 2, Wouter Vanderplasschen 3 & Tom Vander Beken 4 Dit artikel focust op de doelgroep van geïnterneerden die achterblijven in detentie. Ondanks vele initiatieven
Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43
Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 A. Drugs: vriend of vijand van alle tijden? 1 1. Inleiding 1 2. De psychoactieve stoffen van alle tijden: de klassieke drugs 4 3. De nieuwe psychoactieve
Een analyse van vijf jaar werking van de strafuitvoeringsrechtbanken
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-15 Een analyse van vijf jaar werking van de strafuitvoeringsrechtbanken Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door
De juridische implicaties van het elektronisch toezicht als autonome straf
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 De juridische implicaties van het elektronisch toezicht als autonome straf Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend
Nederland in internationaal perspectief 1
11 Nederland in internationaal perspectief 1 P.R. Smit en H. Goudriaan Nederland doet mee met de dalende trend in de geregistreerde criminaliteit in Noord- en West-Europese landen in de periode 2002-2011.
Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen
Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk door een scholier 1573 woorden 23 januari 2002 5,8 206 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Inleiding Het gevangeniswezen. Hoe gaat het er in de gevangenissen
Hof van Cassatie van België
11 FEBRUARI 2015 P.14.1739.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1739.F I. E. V. D., II. A. A. Mr. Patricia Vanlersberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De
Bibliotheek Strafrecht Larcier... Hoofdstuk 1. Omschrijving van het onderwerp... 3
iii INHOUDSTAFEL Bibliotheek Strafrecht Larcier....................................... i ALGEMENE ORIËNTATIE Hoofdstuk 1. Omschrijving van het onderwerp........................ 3 Hoofdstuk 2. Actuele Belgische
Manifest Internering Een betere behandeling voor geïnterneerden
Manifest Internering Een betere behandeling voor geïnterneerden Liga voor Mensenrechten Manifest Internering 1/10 Inhoudstafel Wat is internering? p. 3 Standpunt 1: Geïnterneerden hebben recht op behandeling
over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden
Advies over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Brussel, 4 juli 2012 SARWGG_Raad_20120704_HulpEnDienstverleningGedetineerden_ADV_DEF Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid
Een paar nachtjes in de cel
Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag en het voorarrest van minderjarigen in politiecellen Maartje Berger Carrie van der Kroon JEUGDSTRAFRECHT Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag
De beperkte detentie als strafuitvoeringsmodaliteit: een evaluatie
FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID De beperkte detentie als strafuitvoeringsmodaliteit: een evaluatie Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door (01000365)
Hof van Cassatie LIBERCAS
Hof van Cassatie LIBERCAS 4 2012 CASSATIEBEROEP STRAFZAKEN Strafzaken Beslissingen vatbaar voor casstieberoep Strafvordering Beslissingen uit hun aard niet vatbaar voor cassatieberoep Ontvankelijkheid
De interne en externe rechtspositieregeling van gedetineerden: een beknopt overzicht van enkele recente ontwikkelingen
De interne en externe rechtspositieregeling van gedetineerden: een beknopt overzicht van enkele recente ontwikkelingen Tom DAEMS en Elien GOOSSENS 1 De interne en externe rechtspositieregeling onderging
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke
5.1. Impact van de wijzigingen van het nationaliteitswetboek
5. Verkrijgen en toekennen van de Belgische nationaliteit 1 5.1. Impact van de wijzigingen van het nationaliteitswetboek Sinds het ontstaan van het Koninkrijk stijgt het aantal vreemdelingen dat Belg wordt
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Y.A.J.M. van Kuijck, waarnemend algemeen voorzitter
Aan de Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum : 13 februari 2006 kenmerk : CR35/1035453/06/AvdH/TvV betreft : advies over het onderwijs in de p.i.-en Mijnheer de minister, Bij de toezichtbezoeken
6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen
6 Berechting M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In deed de rechter 102.000 misdrijfzaken 1 af. Dat is 23% minder dan in. In meer dan de helft van de zaken gaat het om vermogensmisdrijven (35%) of gewelds- en
A AN B E V E L I N G Nr
A AN B E V E L I N G Nr. 25 ---------------------------------------- Aanbeveling aan de paritaire comités betreffende de strafbaarstelling van inbreuken op algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen
ECLI:NL:RBAMS:2017:5462
ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-08-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer 13/751411-17 RK-nummer: 17/4077 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Inleiding. 1 Strafrecht
Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen
Recidive na een rechterlijke beslissing
Recidive na een rechterlijke beslissing Nationale cijfers op basis van het Centraal strafregister Eric Maes & Luc Robert (zie artikel, pp.173-189) Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie
[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]
Toekomstig recht [Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Ingevoegd bij W. 2014.02.07, art. 6; Inwerkingtreding: onbepaald Noot: de wetgever voegt een Afdeling Vter in voor Afdeling Vbis en
Detentie in een open of halfopen gevangenis: een vergelijkende studie.
Vakgroep Criminologie, strafrecht & sociaal recht Detentie in een open of halfopen gevangenis: een vergelijkende studie. Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische
Adviesorgaan van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind
Adviesorgaan van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind Advies over de vrijheidsberoving van kinderen in België naar aanleiding van de publicatie van het Belgische staatsrapport in kader van
Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN
Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN.. Tussen De Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium van de FOD Economie, KMO, Middenstand
De invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-11 De invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf Masterproef van de opleiding 'Master in de rechten' Ingediend door Stefanie
Langgestrafte veroordeelden in de SURB-wachtkamer voor VI
Langgestrafte veroordeelden in de SURB-wachtkamer voor VI Eric MAES & Carrol TANGE Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie Databron en onderzochte populatie Module SUR SIDIS-Griffie (DGEPI)
Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting
Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hoeveel bedraagt het leefloon en hoeveel mensen moeten ermee rondkomen? Laatste aanpassing: 28/06/2019
Netwerk Samenleving & Detentie
Netwerk Samenleving & Detentie WIE WE ZIJN EN WAT WE WILLEN? Foto: Lieven Nollet De manier waarop een samenleving het strafbeleid en de strafprocedures organiseert, bepaalt of ze wel of niet fatsoenlijk
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen
Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.
Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk
OP WEG NAAR EEN BEGINSELENWET GEVANGENISWEZEN
OP WEG NAAR EEN BEGINSELENWET GEVANGENISWEZEN Prof. Dr. L. Dupont (ed.) Proeve van Voorontwerp van Beginselenwet Gevangeniswezen en Tenuitvoeirlegging van Vrijheidsstraffen door Prof: Dr. Lieven Dupont
De ontwikkeling van het Nederlandse gevangenisstelsel vanaf de 19 e eeuw.
De ontwikkeling van het Nederlandse gevangenisstelsel vanaf de 19 e eeuw. Mei 2004 Simone van Esch ANR 304542 Universiteit van Tilburg Inhoud 1.0 Inleiding 2.0 Gevangenisstelsels in de 18 e eeuw. 2.1 Het
Met de hulp van Spiderman
Met de hulp van Spiderman Editoriaal Editorial Op weg naar koud elektronisch toezicht Tom Vander Beken a Panopticon, 34 (2), 73-79 2013 Maklu ISSN 0771-1409 Maart 2013 a Hoogleraar, Vakgroep Strafrecht
Berechting. A.Th.J. Eggen
6 Berechting A.Th.J. Eggen Jaarlijks behandelt de rechter in eerste aanleg circa 130.000 strafzaken tegen verdachten van misdrijven. Ruim 80% van de zaken wordt afgedaan door de politierechter. Het aandeel
Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin
Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1
Eerste Kamer der Staten-Generaal
erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor
Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen
5 Vervolging M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In 2012 werden 218.000 misdrijfzaken bij het Openbaar Ministerie (OM) ingeschreven. Dit is een daling van 18% ten opzichte van 2005. In 2010 was het aantal ingeschreven
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid