ONDERWERP: COËXISTENTIEPROBLEMATIEK BIJ DE TEELT VAN GENETISCHE GEMODIFICEERDE GEWASSEN EN CONVENTIONELE/BIOLOGISCHE GEWASSEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ONDERWERP: COËXISTENTIEPROBLEMATIEK BIJ DE TEELT VAN GENETISCHE GEMODIFICEERDE GEWASSEN EN CONVENTIONELE/BIOLOGISCHE GEWASSEN"

Transcriptie

1 Bijlage 3: GECORRIGEERD VERSLAG VAN EEN BIJEENKOMST VAN OVERHEID MET MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES EN BEDRIJFSLEVEN OP DINSDAG 1 JULI 2003 VAN TOT UUR TE DEN HAAG ONDERWERP: COËXISTENTIEPROBLEMATIEK BIJ DE TEELT VAN GENETISCHE GEMODIFICEERDE GEWASSEN EN CONVENTIONELE/BIOLOGISCHE GEWASSEN Organisatie: Directie Industrie & Handel van ministerie van LNV Aanwezig: W. Brandenburg (COGEM), P. Bertens, P. Bruinenberg, R. Janssen, H. Jasken (Niaba), K-J. Hin (Centrum voor Landbouw en Milieu), A. van den Hurk (Plantum NL), P. Geraads, M. Loefs (LTO Nederland), M. Raaijmakers (Platform Biologica, mede namens Greenpeace Nederland en Stichting Natuur & Milieu), G. Ritsema (Friends of the Earth Europe, mede namens Milieudefensie Nederland), H. de Vriend (Stichting Consument & Biotechnologie), G. Ipema (ministerie van EZ), H. Boonstra (ministerie van VROM), B. Glandorf (Bureau GGO), R. Westendorp (ministerie van VWS), B. Burggraaf, F. van Dijken, L. Huizinga, A. van der Neut (verslag), M. Sonnema (voorzitter) en S. Vonk (ministerie van LNV). Afwezig met kennisgeving: Greenpeace Nederland, Stichting Natuur & Milieu, Projectgroep biotechnologie productschappen en Skal. Doel van de bijeenkomst: Het verhelderen van standpunten in het algemeen met betrekking tot de coëxistentieproblematiek, toegespitst op uitkruising tijdens teelten, ten opzichte van eerder besproken visies tijdens de bijeenkomst van 23 mei 2002 door maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven; Het bespreken van een zestal beleidsopties, eventueel aangevuld met andere opties, die aan betrokken bewindslieden zullen worden voorgelegd ten behoeve van het beleid dat na het zomerreces 2003 aan de Tweede Kamer zal worden bericht. 1. INFORMATIE OVER ONTWIKKELINGEN IN DE EU EN STAND VAN ZAKEN IN NEDERLAND Deelnemers aan de bijeenkomst hebben een schriftelijk overzicht van de ontwikkelingen tot begin juni 2003 ontvangen. Ter vergadering wordt dit aangevuld met recente ontwikkelingen in Brussel met betrekking tot de procedure inzake de totstandkoming van de twee EU-verordeningen voor etikettering en traceerbaarheid van ggo s, gg-levensmiddelen en gg-diervoeders. Bij de afronding van de tweede lezing door het Europese Parlement (in plenaire zitting op 2 juli 2003) van deze verordeningen zal in het kader van de verordening voor gg-levensmiddelen en gg-diervoeders een compromisamendement ter stemming worden gebracht, waarbij een bepaling over coëxistentie wordt opgenomen in EU-richtlijn 2001/18/EG die als volgt luidt: 1. Member States may take appropriate measures to avoid the unintended presence of GMOs in other products. 2. The Commission shall gather and coordinate information based on studies at Community and national level, observe the developments regarding co-existence in the Member States, and based on the information and observations develop guidelines on the co-existence of genetically modified, conventional and organic crops. Het komt er op neer dat de lidstaten, als ze dit willen, maatregelen kunnen treffen. De Commissie zorgt voor informatie, houdt ontwikkelingen in de gaten, en stelt richtsnoeren op (die niet verplichten). 1

2 Hier tegenover staat dat onder andere amendementen die betrekking hebben op verlaging van drempelwaarden voor onvermijdelijke vermenging met ggo s worden ingetrokken. Voorts zal op de Landbouwraad op 22 juli 2003 informatie worden uitgewisseld over gang van zaken met betrekking tot de activiteiten van de Europese Commissie (richtsnoeren). 2. TOELICHTING VAN ALGEMENE STANDPUNTEN DOOR BEDRIJFSLEVEN EN MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) Het CLM spreekt zijn zorg uit over het feit dat bij de coëxistentieproblematiek van een mug een olifant wordt gemaakt. Het gaat immers slechts over een beperkt aantal gewassen, waarvoor met elkaar een praktische oplossing moet worden gevonden. Stichting Consument & Biotechnologie (C&B) De Consumentenbond heeft het algemene standpunt ten aanzien van garanties voor keuzevrijheid en coëxistentie uiteengezet in een brief aan de ministers van LNV en VROM. De Consumentenbond is van mening dat een wettelijke regeling op EU-niveau noodzakelijk is en vindt dat de eventuele kosten van maatregelen moeten worden gedragen door de ggo-gebruikers. Plantum NL Het standpunt van Plantum wijkt niet af van dat van vorig jaar. De overheid moet drempelwaarden voor vermenging met ggo s vaststellen en deze controleren, terwijl de producent eraan moet voldoen. Iedere producent is verantwoordelijk en aansprakelijk voor zijn eigen product zonder onderscheid te maken tussen teelt van gg-gewassen, conventionele of biologische gewassen. COGEM In het kader van de adviestaak van de COGEM wordt een oordeel gegeven over de veiligheid van gggewassen als er sprake is van uitkruising. Economische of ethische overwegingen om uitkruising te voorkomen spelen hierbij geen rol. LTO Nederland Het standpunt van LTO Nederland is bekend en staat ook op de internetsite van LTO Nederland. Voor LTO Nederland blijft het een probleem dat de biologische en de conventionele ggovrije telers mogelijk opgescheept worden met kostenverhogende maatregelen om vermenging met ggo s tegen te gaan. Gewezen wordt op het belang van een in de praktijk hanteerbare etiketteringsdrempel in EU-verband. Platform Biologica (mede namens Stichting Natuur & Milieu en Greenpeace Nederland) De biologische landbouw gaat uit van een systeembenadering, waarbij planten en dieren in samenhang met hun omgeving worden bekeken. In de Europese verordening voor de biologische landbouw staan regels voor de biologische productiemethode. Een van die regels is dat er in het productieproces geen gebruik gemaakt mag worden van genetisch gemodificeerde organismen of daarvan afgeleide producten. Dit betekent dat er wordt gecontroleerd op het productieproces en niet op het eindproduct. De biologische landbouw hanteert dus geen drempelwaarde voor ggo s. Een nadeel van het hanteren van een drempelwaarde is dat hierop zou moeten worden gecontroleerd. Het is ondoenlijk om elk product te controleren op de aanwezigheid van ggo s. Er wordt wel gestreefd naar een nultolerantie ten aanzien van de aanwezigheid van ggo s, dat wil zeggen dat er in principe geen gg-materiaal in een biologisch product mag zitten. Op dit moment is het feit dat een biologische boer geen gebruik maakt van ggo s tijdens het productieproces, nog voldoende garantie dat zijn eindproduct geen ggo s bevat. Maar indien er op grote schaal ggo s geteeld gaan worden in Nederland, kan hier verandering in komen. Onder andere door uitkruising kunnen biologische gewassen dan besmet raken met ggo s. 2

3 Het standpunt van de biologische sector is niet wezenlijk veranderd ten opzichte van vorig jaar. Er zijn inmiddels zaken aangekaart bij de Raad van State in het kader van aanvragen voor verlening van vergunningen voor veldproeven, te weten de kwesties van aansprakelijkheid en het feit dat milieurisico s niet gelijk zijn aan de besmettingsrisico s voor de (biologische) landbouw. De zaken lopen nog, maar uit de voorlopige uitspraken bij de Raad van State is al duidelijk geworden dat er op dit moment geen wetgeving is in Nederland waarbinnen bovengenoemde kwesties geregeld worden. Zolang er geen waarborgen zijn voor de biologische landbouw (maatregelen die een ggovrije productie garanderen en regels voor aansprakelijkheid bij schade) mogen er geen veldproeven met gg-gewassen worden uitgevoerd. Niaba Ook het standpunt van Niaba is niet wezenlijk veranderd. Niaba vindt het een merkwaardige discussie dat ggo s niet mogen uitkruisen naar de biologische landbouw, terwijl klassiek veredelde gewassen, die immers ook niet passen in de biologische systematiek, dat wel mogen. Voor beide typen gewassen zou één lijn moeten worden getrokken. Daarnaast vindt Niaba het merkwaardig dat biologische en klassiek veredelde gewassen mogen uitkruisen naar gg-gewassen. Immers, sommige gg-gewassen vertegenwoordigen een behoorlijke economische waarde, die kan worden aangetast doordat door uitkruising vruchten, zaden en dergelijke van mindere kwaliteit kunnen ontstaan. Niaba benadrukt nog eens dat uitsluitend gaat om economische risico s, omdat de gg-gewassen zijn getoetst op veiligheid voor mens en milieu en op grond van een positief oordeel zijn toegelaten. Een nultolerantie bij uitkruising/vermenging wordt beoordeeld als onhaalbaar. Niaba is voorstander van een pragmatische aanpak van de coëxistentieproblematiek, met een reëel oog voor de lange termijnontwikkelingen. Rechtsgelijkheid voor alle typen gewassen staat voorop. Ook de conventionele landbouw heeft extra kosten, maar dat heeft niets te maken met uitkruising, maar met de consequenties van de beide nieuwe verordeningen voor etikettering en traceerbaarheid. Friends of the Earth (FE) (mede namens Milieudefensie Nederland) De vertegenwoordiger van FE reikt een position paper uit. De organisatie is voorstander van wettelijke regels voor coëxistentie en aansprakelijkheid, anders komt er niets van terecht. Het huidige compromisamendement van het Europees Parlement is een stap in de goede richting, maar uiteindelijk zouden er op Europees niveau algemeen geldende wettelijke voorschriften moeten komen, voordat het de facto moratorium kan worden opgeheven. FE is tegenstander van het door de Commissie bepleite subsidiariteitsbeginsel in deze. De ggo-teler moet de kosten en verliezen voor de biologische sector dragen. Volgens FE is dit ook het standpunt van supermarkten, waarvan FE het jammer vindt dat deze niet zijn uitgenodigd. Voorts mogen ook verborgen kosten niet terecht komen bij de belastingbetaler. Deze moeten ten laste komen van de ggo-producent, of via een heffing op gg-producten worden betaald. 3. BESPREKING VAN DE VERSCHILLENDE OPTIES De verschillende opties zijn: 1. Geen nadere regelgeving, niet nationaal en niet in de EU; 2. Afspraken tussen telers in een regio op vrijwillige basis; 3. Wijziging van de toelating van gg-gewassen in EU-richtlijn 2001/18/EG met generiek verbod op uitkruisbare gg-gewassen; 4. Gewasspecifieke maatregelen in Nederlandse regelgeving: maatregelen opleggen aan de ggoteler; 5. Gewasspecifieke maatregelen in Nederlandse regelgeving: maatregelen opleggen aan ggo-teler èn ggovrije teler; 6. Aanwijzen van ggovrije regio s. 3

4 Friends of the Earth (FE) (mede namens Milieudefensie Nederland) FE is van mening, dat een combinatie van optie 4 (maatregelen bij ggo-teler) en optie 6 (ggovrije regio s) mogelijk moet zijn. Voor de biologische landbouw moeten aanzienlijke gebieden als ggovrije regio s worden aangewezen (optie 6). Voor de conventionele landbouw moet optie 4 worden uitgewerkt. Het Deense model is daarbij een goede denkrichting, met uitzondering van de doorrekenen van de kosten aan de belastingbetaler. Deze moeten bij de ggo-teler komen te liggen, wegens het principe de vervuiler betaalt. FE maakt nog de volgende kanttekeningen: FE zou graag zien dat er wat wordt gedaan met de aanbeveling van de Commissie Terlouw (debat Eten en Genen) dat ggo-teelt in Nederland niet mogelijk is; FE wil dat er Canadese juridische toestanden met claims door ggo-producenten worden vermeden; Dat goed wordt gerealiseerd dat een aantal landen in Europa zich opwerpen voor ggovrije teelten (bijvoorbeeld Slovenië). Als Nederland dan geen bindende regelgeving heeft, krijgt de biologische sector afzetproblemen; Op dit moment is er geen retailer te vinden die gg-producten wil verkopen; Nederland loopt achter de muziek aan; Alle regelgeving (maatregelen voor isolatieafstanden en dergelijke) moet op Europees niveau plaats vinden. Niaba Er is veel publieke steun voor de ontwikkelingen in de gentechnologie. AH verkoopt ook gg-producten. We moeten ons realiseren dat Nederland geen eiland is. Wereldwijd gaat de technologie door. Ggproducten geven zowel een concurrentievoordeel als een economisch voordeel. Om ggo s buiten de EU te willen houden is een achterhoedegevecht. Gekeken moet worden naar reële drempelwaarden en zo min mogelijk regelgeving. Niaba kan zich vinden in optie 1 (geen nadere regelgeving), mits er realistische drempelwaarden worden gehanteerd voor onvermijdelijke vermenging. Voorts vindt Niaba optie 2 (vrijwillige afspraken) ook een goede optie. De overige opties worden afgewezen, omdat ze niet reëel zijn (opties 3 en 4), onduidelijk (optie 5) of strijdig met EU-beleid (optie 6). Voorts wordt benadrukt dat het ook in het belang is voor boeren dat er gg-gewassen komen. Ten slotte wordt naar voren gebracht dat bij het hanteren van een nultolerantie door de biologische sector, die slechts een kleine groep consumenten behelst, de keuzevrijheid aan andere consumenten wordt ontnomen. Platform Biologica (mede namens Stichting Natuur & Milieu en Greenpeace Nederland) Het platform plaatst een aantal algemene opmerkingen vooraf: Hoe kun je over keuzevrijheid spreken als er toch nog gg-materiaal tot een bepaalde drempelwaarde in alle producten mag zitten. De consument verwacht van ggovrije producten dat er helemaal niets inzit; In verschillende opties worden de kosten voor de gangbare ggovrije landbouw lager ingeschat (dan de kosten voor de biologische landbouw) vanwege de beschikbare drempelwaarden. Deze drempelwaarden zijn echter alleen bedoeld voor de technisch onvermijdelijke aanwezigheid van ggo s dus voor vermenging in de keten (bijvoorbeeld door een onvoldoende gereinigde container) maar niet om minder stringente maatregelen te hoeven nemen voor coëxistentie in het veld. Het kan toch niet de bedoeling zijn om andere afstandseisen in te voeren om de ggovrije gangbare landbouw te beschermen dan om de biologische landbouw te beschermen? Bovendien is het onmogelijk om te kwantificeren welke isolatieafstand leidt tot welk percentage ggo-besmetting van bepaalde gewassen of zaden. Laat staan dat aan de hand van het percentage ggo-besmetting van zaden te bepalen is hoeveel procent ggo s in het eindproduct zullen zitten. 4

5 Een meerderheid van de consumenten vraagt expliciet om ggovrije voeding, en er zijn geen consumenten die vragen om gg-voedsel. Bovendien is het beleid van de overheid erop gericht om de biologische sector te laten groeien tot 10% in Met andere woorden, een ggovrije landbouw en voedselketen is van groot politiek en maatschappelijk belang. Het is dus niet reëel om van de biologische sector te verwachten dat zij voor de kosten van een ggovrije voedselketen opdraait. De overheid is verantwoordelijk voor het scheppen van een wettelijk kader waarbinnen ggovrije teelt plaats kan vinden. Verschillende opties verwijzen naar de verantwoordelijkheid van de ggovrije telers om aan de normen/drempelwaarden te kunnen blijven voldoen. Het is echter in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de overheid om te zorgen dat de biologische sector aan haar normen kan blijven voldoen! Met andere woorden, om de juiste randvoorwaarden te scheppen voor een ggovrije productie. De nadruk moet liggen op preventieve maatregelen. De preventieve maatregelen om contaminatie te voorkomen moeten dusdanig zijn dat het voor de biologische sector niet noodzakelijk is/wordt om alle producten standaard op de aanwezigheid van ggo s te gaan controleren om een ggovrije productie te kunnen garanderen. Dat is financieel en praktisch onhaalbaar. De overheid moet de aansprakelijkheid regelen. De opties zeggen niks over de aansprakelijkheid bij economische schade als gevolg van afzetverlies of door de kosten van extra controlemaatregelen! Biologische boeren en handelaren hebben hier nu al mee te maken. Toepassing van de huidige aansprakelijkheidsregels zou betekenen dat biologische boeren aan moeten tonen waar de besmetting vandaan komt en dat ze hun collega s voor de rechter moeten dagen. Dat is onwerkbaar. De ggo-teler is verantwoordelijk voor de consequenties van zijn teelt voor andere teelten. Het principe van de vervuiler betaalt is hier van toepassing. Als de overheid besluit om de commerciële teelt van ggo s in Nederland toe te staan vindt de biologische sector een combinatie van opties 3 (geen uitkruisbare gg-gewassen toelaten), 4 (maatregelen leggen bij ggo-teler) en 6 (ggovrije regio s) de beste garantie dat de biologische landbouw ook in de toekomst ggovrij kan blijven produceren. De keuze van optie 3 verduidelijkt het platform met Als Nederland de coëxistentie serieus neemt, moet je niet beginnen aan gg-gewassen met een hoog risico op uitkruising zoals bijvoorbeeld koolzaad, maïs, bieten en grassen. Als het verbieden van uitkruisbare gewassen juridisch niet mogelijk is, kan Nederland wel dusdanige afstandeisen instellen dat de teelt van deze gewassen in de praktijk niet realiseerbaar is. Voor bijvoorbeeld gg-koolzaad zijn zodanig grote isolatieafstanden nodig om uitkruising te voorkomen dat deze teelt in Nederland niet haalbaar is. Het is van belang dat er reële wettelijke afstandseisen komen op basis van wetenschappelijke gronden. De prijs van de grond mag hierbij geen rol spelen. Optie 4 voldoet aan het principe dat de vervuiler betaalt. Het is juist dat de ggo-teler maatregelen treft om contaminatie te voorkomen en de kosten voor zijn rekening neemt. De wettelijke mogelijkheid om ggovrije regio s (optie 6) in te stellen moeten op EU-niveau worden geregeld. (Regionale)overheden moeten de mogelijkheid hebben om ggovrije gebieden aan te wijzen. Voor Nederland kan dit echter nooit de enige oplossing zijn. Er zitten praktische bezwaren aan deze optie. Er moet worden voorkomen dat allerlei boerenbedrijven moeten verhuizen of dat de biologische landbouw alleen in ggovrije gebieden kan groeien. Het platform vraagt zich af of in Nederland plannen op het gebied van de ruimtelijke ordening soulaas kunnen bieden. Zo zijn er nu bijvoorbeeld gebieden met de bestemming natuur (gebieden binnen de ecologische hoofdstructuur), waar geen intensieve veeteelt gevestigd mag worden. Op dezelfde manier zouden bepaalde gebieden van ggo-teelt uitgesloten kunnen worden. Van de zijde van Greenpeace wordt aangegeven dat deze organisatie zich erg verbaast dat Nederland de coëxistentieproblematiek los ziet van het de facto moratorium. Met andere woorden de overheid pleit al voor opheffing van het moratorium, terwijl er nog geen oplossing is voor het coëxistentie vraagstuk. Voorts bestrijdt Greenpeace dat eenmaal toegelaten ggo s veilig zouden zijn. 5

6 Greenpeace, primair als milieuorganisatie, bekijkt de verschillende beleidsopties vanuit het uitgangspunt dat (onomkeerbare) verspreiding van ggo's in het milieu vermeden moet worden. Daarnaast bestaat het algemene uitgangspunt van 'de vervuiler betaalt'. In dit geval betekent dat zoeken in de richting van een combinatie van de opties 3, 4 en 6. Uitkruising dient voorkomen te worden. Coëxistentie van verschillende vormen landbouw en verschillende voedselketens dienen gegarandeerd te worden (keuzevrijheid voor de burger). De kosten zijn voor de veroorzaker, de vervuiler, de ggo-sector. LTO Nederland LTO onderschrijft de zorgen van de biologische sector zoals die door het Platform Biologica naar voren zijn gebracht. Desondanks vindt LTO dat coëxistentie van ggo en ggovrij in de praktijk te realiseren moet zijn. Er is daarom behoefte aan eenvoudige regels die in de praktijk hanteerbaar zijn en niet kostprijsverhogend werken. Voor de conventionele en biologische sectoren zou de oplossing kunnen zitten in zo laag mogelijke ggodrempelwaarden voor zaaizaad. LTO betreurt het dat in de huidige voorstellen voor verordeningen voor etikettering en traceerbaarheid de lasten en kosten in feite terechtkomen bij de ggovrije sector. Van belang is dat er een globaal EU-kader komt met niet al te restrictieve maatregelen, dat de mogelijkheid open laat voor een flexibele invulling op lidstaatniveau. Voorgesteld wordt om op korte termijn werkgroepjes te laten starten om na te gaan welke praktische maatregelen mogelijk zijn. Onderzocht zou moeten worden welke reële kansen op uitkruising zich in de praktijk voordoen, wat de kosteneffecten van maatregelen zijn, waar en hoe het beste gg-gewassen kunnen worden geteeld, hoe je wettelijke maatregelen controleert en hoe het zit met de aansprakelijkheid. Het is te overwegen om bij het ontwikkelen en de toelating van ggo s al rekening te houden met maatregelen die nodig zijn om coëxistentie mogelijk maken. Geen enkele van de zes opties is volledig. Belangrijk voor LTO is dat er een reële keuzevrijheid voor de producent blijft. Om reële keuzen te blijven houden zijn een aantal vrijwillig te nemen teeltmaatregelen noodzakelijk en is duidelijkheid ten aanzien van aansprakelijkheid bij uitkruising nodig. Ten slotte vindt LTO dat de overheid tot nu te weinig heeft gedaan om de effecten van uitkruising in beeld te brengen en onderzoek te doen op praktijkschaal naar mogelijke kosteneffectieve maatregelen om coëxistentie in de praktijk mogelijk te maken. COGEM De COGEM onderstreept nogmaals dat veiligheid en uitkruising van gg-gewassen compleet verschillende zaken zijn en niet door elkaar moeten worden gehaald. In feite is er geen sprake van vervuiling als er in het kader van milieuwetgeving een vergunning is afgegeven voor een introductie in het milieu van een GGO. Uitkruising is een natuurlijk proces, dat zich altijd al heeft voorgedaan. Vermenging staat in relatie tot keuzevrijheid. Van belang is de keuzevrijheid van de consument, maar ook van de producent-teler (als consument van de zaaizaad- en pootgoedproducerende bedrijven). Optie 6 valt daarom af. Dit is te ingrijpend voor nationale en Europese regelgeving. Als men coëxistentie letterlijk neemt betekent dit een inspanning aan alle zijden en voor alle systemen (ggo-teelt, conventionele en biologische teelt) om tot afspraken te komen. De COGEM geeft daarom de voorkeur aan opties 1 (geen regelgeving) en 2 (vrijwillige afspraken). Optie 3 (geen uitkruisbare gg-gewassen toelaten) wordt afgeraden, past niet in de milieuregelgeving en is niet in het belang van de consument. Wat betreft (keten)aansprakelijkheid acht de COGEM de spelregels van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek bruikbaar voor de coëxistentieproblematiek. Alle partijen kunnen hiervan gebruik maken. Ten slotte: de overheid moet geen nadere wettelijke maatregelen nemen. Hierdoor zullen de kosten voor iedereen te veel toenemen. 6

7 Plantum NL Bij de coëxistentieproblematiek gaat het om de economische aspecten. Milieuaspecten en gezondheid zijn een geheel ander chapiter en worden elders geregeld. Er moeten afspraken worden gemaakt over redelijke drempelwaarden voor vermenging met ggo s. Nultolerantie is niet mogelijk. Scheiding in ketens moet markttechnisch worden geregeld. Het plantaardig uitgangsmateriaal is een belangrijke schakel in de keten. Goed uitgangsmateriaal is onontbeerlijk. Om aan de behoefte van teler en consument te blijven voldoen moet het mogelijk kunnen zijn genetische modificatietechnieken te gebruiken als deze een oplossing bieden. Plantum NL is er voorstander van alleen drempelwaarden in te stellen en geen verdere maatregelen treffen. In de discussie in Brussel over vermenging met ggo s van conventioneel zaaizaad kwam uiteindelijk naar voren dat Europese maatregelen voor teelt, isolatieafstanden en dergelijke in de praktijk niet uitvoerbaar en niet handhaafbaar zullen zijn en ook geen garanties bieden dat iemand onder een drempelwaarde blijft. Toen werd geconcludeerd dat alleen drempelwaarden zinvol zijn om in de praktijk zinvol zijn. Bij de productie van zaaizaad is veel ervaring opgedaan met betrekking tot de normen die worden gesteld aan de zuiverheid ervan. De regel is dat de producent/boer zelf maatregelen moet treffen dat het zaaizaad voldoet aan de norm. Dat betekent in de praktijk dat er wel eens partijen worden afgekeurd. Plantum geeft de voorkeur aan opties 1 (geen regelgeving) en 2 (vrijwillige afspraken). De overige opties worden afgewezen, omdat men geen nadere regelgeving wenst (opties 4 en 5) of de optie onrealistisch acht (optie 3 en 6). Stichting Consument & Biotechnologie (C&B) C&B refereert aan het appel van een groot aantal partijen voor groei van de biologische productie. Om die groei te realiseren moet je goed naar de markt kijken. De groep consumenten die principieel kiezen voor biologische producten die volledig ggovrij zijn, is erg klein. De groep consumenten die (meer of minder vaak) biologische producten kopen, is veel groter. Deze consumenten zijn minder principieel en meer pragmatisch ingesteld. Ze willen wel weten waar ze aan toe zijn, wat er wel of niet in biologische producten zit. De biologische sector moet het van deze laatste groep consumenten hebben. Daarom moet worden gezocht naar praktische oplossingen voor de coëxistentieproblematiek, met name gericht op de gevallen waar werkelijk contaminatieproblemen verwacht kunnen worden. C&B vindt dat er niet alleen gekeken moet worden naar contaminatieproblemen in de landbouw, maar in de gehele keten, van zaaizaad tot eindproduct. C&B voelt wel wat voor het initiatief van LTO om werkgroepen te vormen om een en ander nader uit te werken. Voorts zouden er meer experimentele gegevens moeten worden verzameld om de omvang van de coëxistentieproblematiek beter in kaart te brengen. Zo zijn de drempelwaarden voor vermenging van conventioneel zaaizaad (0,3, 0,5 en 0,7%, afhankelijk van gewastype) slechts nattevingerwerk. In de toekomst zouden moleculaire technieken (bijvoorbeeld het inbouwen van steriliteit in gggewassen) een oplossing kunnen bieden voor bepaalde typen gewassen. Van belang is dat er bindende maatregelen worden getroffen op Europees niveau. Deze moeten wel rekening houden met de effectiviteit voor alle partijen. De eis dat er alleen sprake mag zijn van onbedoelde en onvermijdelijke vermenging moet gehandhaafd blijven. Flexibiliteit naar regio, tijd, veranderende markten enz. is een belangrijk goed. Bij bindende maatregelen moeten afdwingbare sancties en aansprakelijkheid goed worden geregeld. C&B acht dat optie 3 (geen uitkruisbare gg-gewassen toelaten) op de lange termijn aan de orde zou kunnen komen, nu nog niet. Deze maatregel zou ook niet moeten worden opgehangen aan 2001/18, maar moeten worden opgehangen aan een andere EU-richtlijn of in een aparte EU-richtlijn. Bij optie 6 (ggovrije regio s) heeft C&B grote bedenkingen in verband met keuzevrijheid. 7

8 De oplossing van C&B ligt in de buurt van optie 4 (maatregelen zoveel mogelijk bij ggo-gebruiker) met uitloop naar optie 3 (geen uitkruisbare gg-gewassen) op lange termijn. Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) CLM kan op basis van de huidige kennis geen keuze maken tussen de verschillende opties. De keuzes die kunnen worden gemaakt, kunnen ingrijpende gevolgen hebben: Optie 1: maakt de teelt van ggovrije gewassen onmogelijk (ook bij drempelwaarden). Daarnaast is er grote onzekerheid bij de ggovrije teler omdat hij niet weet of zijn buurman gg-gewassen teelt. Optie 3: introductie van gg-gewassen wordt vele jaren opgeschort. Technologie om uitkruising te voorkomen moet eerst nog worden ontwikkeld en vervolgens (samen met andere eigenschappen) in gewassen worden ingebouwd. Opties 4 en 5: als hierbij wordt gekozen voor isolatieafstanden is een complex administratiesysteem met de nodige administratieve lasten en controle noodzakelijk. Optie 6: grootschalige bedrijfsverplaatsingen zijn noodzakelijk zowel voor bedrijven die gg-gewassen willen telen en in een ggovrije regio zitten, als ook biologische boeren die in een niet-ggovrije zone zitten. Naar verwachting kan uitkruising voor de meeste gewassen beperkt worden door praktische maatregelen. Voorbeelden zijn: beperkte isolatieafstanden (een paar meter), gebruik maken van rassen die op een verschillend tijdstip bloeien, verwijderen van opslag, informatie uitwisselen tussen boeren (aan welke zijde van het bedrijf een gg- of ggovrij gewas wordt geteeld) enz. Dergelijke oplossingen en de wijze waarop deze kunnen worden geïmplementeerd (bijvoorbeeld aansluitend op bestaande wetgeving of de bereidheid tot vrijwillige afspraken) zijn echter nog nooit systematisch in kaart gebracht. Zo n inventarisatie kan worden uitgevoerd door gesprekken te voeren met groepen boeren en het verzamelen van praktijkgegevens. Daarnaast ontbreken veel kwantitatieve gegevens over uitkruising. Dit kan worden ondervangen door een monitoringsprogramma met evaluaties van maatregelen die in de praktijk worden gehanteerd. Het onderwerp helemaal laten rusten en marktpartijen, via tussenkomst van de rechter, laten bepalen wie (teler van gg-gewassen of teler van ggovrije gewassen) verantwoordelijk is voor het voorkomen van uitkruising vindt het CLM onverstandig. In deze situatie is er veel onzekerheid voor zowel de biologische/conventionele landbouw als de ggo-teelt. Deze onzekerheid kan het perspectief voor beide typen teelt schaden. Daarnaast kan de onzekerheid leiden tot spanningen op het platteland. 4. AFSPRAKEN Het conceptverslag wordt aan alle deelnemers per ter correctie gezonden. Betrokken maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven kunnen uiterlijk tot maandag 14 juli 2003 hun standpunt aanpassen en preciseren, nieuwe opties formuleren.verzocht wordt de gegevens digitaal aan te reiken via het adres: a.van.der.neut@ih.agro.nl Het verslag en de standpunten worden meegenomen in de oordeelsvorming door de betrokken bewindslieden. Een ieder zal worden geïnformeerd over de voortgang van dit dossier. BIJLAGE: Beleidsopties voor uitkruising van genetisch gemodificeerde gewassen naar biologische en conventionele gewassen. 8

9 BIJLAGE BIJ GECORRIGEERD VERSLAG VAN EEN BIJEENKOMST VAN OVERHEID MET MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES EN BEDRIJFSLEVEN OP DINSDAG 1 JULI 2003 OVER COËXISTENTIE/UITKRUISING: BELEIDSOPTIES Beleidsopties voor uitkruising van genetisch gemodificeerde gewassen naar biologische en conventionele gewassen Inleiding De afwegingen in de opties die hieronder worden gepresenteerd, zijn mede gebaseerd op informatie uit de volgende rapporten: De in 2001 en 2002 uitgebrachte rapporten van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM); Het in 2002 uitgebrachte rapport van het European Environment Agency (EEA); Het is 2002 uitgebrachte rapport van de EU en het Institute for Prospective Technological Studies (IPTS); De conclusies en samenvatting van het Deense rapport van deskundigen, dat in 2003 is uitgebracht. Dit rapport is gebaseerd op een eigen nationaal rapport en het IPTS-rapport. Op basis van deze rapporten kan in het algemeen kan worden gesteld dat: 1. Er geen concrete gegevens over werkelijke percentages van uitkruising en over kosten voor maatregelen bekend zijn; alleen gegevens uit computermodellen (IPTS-rapport) en praktijkgegevens van de teelt van gecertificeerd zaaizaad. Een Engels onderzoeksrapport op dit gebied is nog niet beschikbaar; 2. De kennis op het gebied van coëxistentie beperkt is en er veel onzeker is; grondige analyse is niet mogelijk; 3. Voor zover er inschattingen zijn gemaakt, wordt er van uitgegaan dat volgens het principe van goede landbouwpraktijken wordt geteeld; 4. Uitkruising afhankelijk is van gewasspecifieke en regiospecifieke factoren; generieke oplossingen derhalve niet voor de hand liggen; 5. Uitkruising een probleem is voor een beperkt aantal (uitkruisende) gewassen, zoals maïs, koolzaad, grassen, appel (pitten in vrucht), aardbeien (pitjes op vrucht); 6. Een zogenaamde nultolerantie die door de biologische landbouw wordt gehanteerd en wordt bepaald door de detectiegrens (die bij de huidige techniek op ongeveer 0,1% ligt), niet of nauwelijks is te realiseren; 7. Voor de biologische landbouw is voldoen aan de 0,1% grens alleen mogelijk, als er geen ggoteelt is in de regio en de vermenging alleen wordt veroorzaakt door import van zaaizaad en teelt in grensgebieden; 8. Bij een hogere drempelwaarde (0,9 tot 1%) de teelt van gg-gewassen naast conventionele/biologische gewassen waarschijnlijk mogelijk is met aanvullende maatregelen; 9. Het gebruik van gecertificeerd zaaizaad conform EU-regelgeving het voldoen aan drempelwaarden vergemakkelijkt; 10. Er geen opmerkelijke verschillen in uitkruising zijn (bij onderzochte modelgewassen) tussen teelt met 10% dan wel 50% gg-gewassen in een bepaald gebied; 11. Naar mate een lagere drempelwaarde voor uitkruising/vermenging wordt gehanteerd de kosten voor maatregelen om hieraan te voldoen, stijgen; 12. De kosten voor voorkoming van uitkruising sterk afhankelijk zijn van het bedrijfssysteem en aan type gewas. Aan de hand van een aantal criteria, juridische gegevenheden en maatschappelijke consequenties worden zes opties onder de loep genomen: 9

10 1. Geen nadere regelgeving, niet nationaal en niet in de EU; 2. Afspraken tussen telers in een regio op vrijwillige basis; 3. Wijziging van de toelating van gg-gewassen in EU-richtlijn 2001/18/EG; 4. Gewasspecifieke maatregelen in Nederlandse regelgeving: maatregelen opleggen aan de ggoteler; 5. Gewasspecifieke maatregelen in Nederlandse regelgeving: maatregelen opleggen aan ggo-teler en ggovrije teler; 6. Aanwijzen van ggovrije regio s. Ten slotte wordt benadrukt dat de concrete uitwerking van de opties met betrekking tot administratieve lastendruk, controle en handhaving enz. nog niet heeft plaatsgevonden Optie 1: Geen nadere regelgeving, niet nationaal en niet in de EU Producenten moeten voldoen aan bestaande en in ontwikkeling zijnde ggo-regelgeving. Dat is bestaande Nederlandse en Europese milieu- en productregelgeving, aangevuld met de nieuwe verordeningen voor etikettering en traceerbaarheid van ggo s, gg-diervoeders en gg-voedingsmiddelen, waarin drempelwaarden voor vermenging met ggo s zijn genoemd, inclusief de nieuwe bepalingen voor drempelwaarden voor conventioneel zaaizaad. Coëxistentie wordt niet geregeld en moet door de markt worden opgelost. Haalbaarheid van gestelde normen: Volgens de EU-regelgeving is de biologische landbouw gehouden aan de bepaling om geen gebruik te maken van ggo s of daarvan afgeleide producten. In de praktijk betekent dit dat voor biologische producten een nultolerantie (op basis van detectiegrens met een drempelwaarde van ongeveer 0,1%) wordt gehanteerd. Aan deze norm zal niet of nauwelijks kunnen worden voldaan, als er ggo-teelt plaatsvindt. Alleen bij afwezigheid van ggo-teelt in een regio, lijkt biologische landbouw in dat geval mogelijk. De conventionele landbouw moet zich houden aan de drempelwaarden van de EUverordeningen. Naar mate de drempelwaarden lager zijn, zal het moeilijker worden om eraan te voldoen, afhankelijk van de omvang van de ggo-teelt. Kosten: Biologische landbouw: de kosten voor maatregelen om een nultolerantie te handhaven zijn hoog. Conventionele landbouw: de kosten voor maatregelen om aan de norm te voldoen nemen toe naar mate de norm voor vermenging/uitkruising lager is en naar mate er meer gg-gewassen worden geteeld. De eisen waaraan de conventionele landbouw moet voldoen liggen lager dan die van biologische, wat zich zal aftekenen in lagere kosten. Ggo-landbouw: geen extra kosten. Administratieve lastendruk: Geen extra administratieve lastendruk door coëxistentieregelgeving. Handhaafbaarheid, controleerbaarheid en fraudegevoeligheid: Geen nieuwe obstakels. Aansprakelijkheid: Naar mate er minder publiekrechtelijk is geregeld zal aansprakelijkheid moeilijker kunnen worden aangetoond. De juridische onzekerheid is groot. Maatschappelijke consequenties: 10

11 Coëxistentie is hoofdzakelijk een zaak van private partijen en privaatrechtelijke procedures. Ggovrije ketens: alle verantwoordelijkheid en kosten voor het ggovrij houden van het product liggen bij de biologische en conventionele ondernemer. Welke producten in werkelijkheid een kans krijgen, wordt aan de markt overgelaten. De consument zal meer moeten gaan betalen voor biologische/conventionele producten als er ggo-teelt is. Duurdere biologische producten zullen de toekomst van deze sector bemoeilijken. Bij ggo-teelt op grote schaal bestaat de kans dat een aantal gewassen geheel niet meer biologisch/conventioneel kan worden geteeld in Nederland Optie 2: Afspraken tussen telers in een regio op vrijwillige basis In een bepaalde regio bespreken telers van gg-gewassen en biologische/conventionele gewassen op welke wijze vermenging/uitkruising binnen de perken houden. Ze maken afspraken over bijvoorbeeld isolatieafstanden, het tijdstip/jaar waarop bepaalde gewassen worden geteeld. Om dit proces op gang te brengen behoort een actieve begeleiding door de overheid tot de mogelijkheden. Partijen moeten dit wel willen. Bij de invulling van de criteria hieronder is uitgegaan van de situatie dat de vrijwillige afspraken lukken. Haalbaarheid van gestelde normen: Aan een nultolerantie (op basis van detectiegrens met een drempelwaarde van ongeveer 0,1%) die de biologische landbouw hanteert, zal niet of nauwelijks kunnen worden voldaan. Alleen bij afwezigheid van ggo-teelt in een regio, lijkt biologische landbouw mogelijk. De vooruitzichten zijn echter wel beter dan bij optie 1 (geen regelgeving), maar zijn vergelijkbaar of iets minder gunstig dan bij optie 3 (geen uitkruisbare gg-gewassen). Voor de conventionele landbouw zijn de vooruitzichten zijn beter dan bij optie 1 (geen regelgeving), maar zijn vergelijkbaar of iets minder gunstig dan bij optie 3 (geen uitkruisbare gggewassen). Kosten: Afhankelijk van de gemaakte afspraken, maar waarschijnlijk hoger dan bij optie 3 (geen toelating van uitkruisbare gg-gewassen) en optie 6 (ggovrije regio s). Bij actieve begeleiding van de overheid zijn hieraan extra kosten verbonden (organisatie, kosten deskundigen enz.). Deze kunnen volledig worden gedragen door de overheid, betaald door partijen, of een gemeenschappelijk door overheid en partijen. Administratieve lastendruk: Geen administratieve lastendruk door extra coëxistentieregelgeving. Handhaafbaarheid, controleerbaarheid en fraudegevoeligheid: Geen nieuwe obstakels. Aansprakelijkheid: Naar mate er minder publiekrechtelijk is geregeld zal aansprakelijkheid moeilijker kunnen worden aangetoond. Heldere private afspraken verkleinen de juridische onzekerheid, die speelt in optie 1 (geen regelgeving). Maatschappelijke consequenties: Coëxistentie is hoofdzakelijk een zaak van private partijen en privaatrechtelijke procedures. Als partijen dat wensen, kan de overheid optreden als bemiddelaar en facilitator. Het voordeel hiervan is dat partijen door dialoog dichter bij elkaar kunnen komen. Gezamenlijke, door partijen gedragen oplossingen, vergroten de leefbaarheid van het platteland. De lasten voor coëxistentie worden door alle partijen gedragen. 11

12 Welke producten in werkelijkheid een kans krijgen, wordt aan de markt overgelaten. De consument zal voor alle producten wat meer moeten betalen Optie 3: Wijziging van de toelating van gg-gewassen in EU-richtlijn 2001/18/EG In EU-richtlijn 2001/18/EG wordt een generiek verbod opgenomen voor gg-gewassen die kunnen uitkruisen. Kruisbestuivende gewassen kunnen alleen worden toegelaten als de eigenschap uitkruising is geblokkeerd. Van de huidige technieken is bekend dat garanderen dat het gg-gewas helemaal niet uitkruist, niet mogelijk is. Voorts is een neveneffect van deze technieken dat geen zaaizaad kan worden gewonnen voor nateelt. Telkens moet de teler opnieuw zaad kopen van de producent. Richtlijn 2001/18/EG laat een dergelijke wijziging niet toe. Het gaat hierbij namelijk om een ethische afweging, waarvoor geen ruimte is bij markttoelatingen van ggo s. Alleen veiligheidsoverwegingen voor mens en milieu spelen een rol. Zou men toch dit aspect willen op nemen in de regelgeving, dan zal de richtlijn moeten worden gestoeld op een ander artikel van het EU-verdrag. Het ziet er niet naar uit, dat deze oplossing in de (naaste) toekomst een reële optie binnen de EU zal zijn.ten slotte speelt hier ook de kwestie van WTO-conformiteit een rol. Haalbaarheid van gestelde normen: Aan de nultolerantie (op basis van detectiegrens met een drempelwaarde van ongeveer 0,1%) die de biologische landbouw hanteert, zal met enige moeite kunnen worden voldaan.een zekere uitkruising door milieuomstandigheden is niet uit te sluiten. Afwezigheid van ggo-teelt in een regio lijkt gunster, omdat dan alleen vermenging door import een rol speelt (optie 6: ggovrije regio s). Voor de conventionele landbouw is deze optie gunstig om aan drempelwaarden van de EUverordeningen te voldoen. Kosten: Biologische landbouw: de kosten voor maatregelen om 100% ggovrij zijn relatief laag, maar hoger dan bij afwezigheid van ggo-teelt in een regio (optie 6). Conventionele landbouw: door een lage druk op uitkruising vanuit de ggo-teelt zijn de kosten relatief laag, maar hoger dan bij ggovrije regio s (optie 6). Ggo-landbouw: Ten opzichte van optie 1 (geen regelgeving) zullen de kosten toenemen om een niet-uitkruisbaar gewas op de markt te brengen. Administratieve lastendruk: Door een aangescherpt toelatingssysteem, neemt de administratieve lastendruk voor de aanvrager mogelijk toe. Handhaafbaarheid, controleerbaarheid en fraudegevoeligheid: Het is de vraag of er geen nieuwe obstakels: is controle en handhaving van een zogenaamd nietuitkruisbaar gewas in de praktijk mogelijk? Zo nee, dan brengt deze maatregel extra problemen met zich mee voor de uitvoering van EU-richtlijn 2001/18/EG. Aansprakelijkheid: Daar uitkruisende gg-gewassen verboden zijn, ligt de bewijslast bij de ggo-teler dat hij zich aan de wet heeft gehouden. De juridische onzekerheid is kleiner dat in optie 1 (geen regelgeving). Onder omstandigheden kan ook de overheid aansprakelijk zijn, omdat deze via toelating er op moet toezien dat niet-uitkruisbare gewassen worden toegelaten. Omdat 100% voorkomen van uitkruising niet is te garanderen, zullen de biologische en conventionele teler verantwoordelijk blijven dat ze aan de normen voor vermenging/uitkruising voldoen. Maatschappelijke consequenties: 12

13 Via publiekrechtelijke maatregel wordt vermenging/uitkruising ingeperkt. De producent van het gg-gewas moet aantonen dat het niet uitkruist. De nieuwe maatregel moet in de EU dooreen ingrijpende wijziging van richtlijn 2001/18/EG worden vastgesteld. Nederland is slechts één van de lidstaten bij de besluitvorming. Het is onwaarschijnlijk dat deze ingreep zal worden gerealiseerd. Welke producten in de praktijk worden gekocht, wordt aan de markt overgelaten. De toelating van gg-gewassen op de EU-markt wordt bemoeilijkt, waardoor innovatie op dit terrein verder wordt ontmoedigd. Door de lange ontwikkeltijd van een nieuw gg-gewas zal de introductie van gg-gewassen voor lange tijd zijn geblokkeerd. De consument zal relatief meer moeten gaan betalen voor een gg-product Optie 4: Gewasspecifieke maatregelen in Nederlandse regelgeving; maatregelen opleggen aan de ggo-teler Er is geen regelgeving op Europees niveau. De EU-Commissie zal richtsnoeren opstellen, die Nederland (mede) gebruikt voor nationale regelgeving. Uitkruising van ggo s naar biologische/conventionele gewassen kan worden beperkt door maatregelen voor de teelt. Deze maatregelen kunnen zijn: isolatieafstanden, fysieke barrières, teeltintervallen, bestrijding van opslag, teeltvoorschriften. Wettelijke, nationale, maatregelen worden opgelegd aan de ggo-teler. In Denemarken heeft men dit systeem voor ogen. De ggo-teler is daar niet alleen gehouden aan de voorschriften, maar moet ook een verplichte cursus volgen voor de ggo-teelt. Haalbaarheid van gestelde normen: Aan de nultolerantie (op basis van detectiegrens met een drempelwaarde van ongeveer 0,1%) die de biologische landbouw hanteert, zal niet of nauwelijks kunnen worden voldaan. Alleen bij afwezigheid van ggo-teelt in een regio, lijkt biologische landbouw mogelijk. De vooruitzichten zijn echter wel beter dan bij optie 1 (geen regelgeving), maar zijn vergelijkbaar of iets minder gunstig dan bij optie 3 (geen uitkruisbare gg-gewassen). De conventionele landbouw moet voldoen aan de drempelwaarde van de EU-regelgeving. De situatie is gunstiger dan bij de biologische landbouw. In relatie tot andere opties zijn de vooruitzichten voor de conventionele landbouw beter dan bij optie 1 (geen regelgeving), maar vergelijkbaar met of iets minder gunstig dan bij optie 3 (geen uitkruisbare gg-gewassen). Kosten: Biologische landbouw: de kosten voor het nemen van maatregelen zijn laag, want deze komen voor rekening van de ggo-teler. Conventionele landbouw: de kosten voor het nemen van maatregelen zijn laag, want deze komen voor rekening van de ggo-teler. Ggo-landbouw: de kosten voor het nemen van verplichte maatregelen tijdens de teelt nemen toe. Administratieve lastendruk: Verhoging van de administratieve lastendruk voor de ggo-teler. Handhaafbaarheid, controleerbaarheid en fraudegevoeligheid: Het controleren van maatregelen door de overheid zal verzwaring van het controleapparaat met zich meebrengen. Overigens is het de vraag of in de praktijk op eenvoudige wijze kan worden gecontroleerd. Er zal waarschijnlijk een fraudebestendig systeem moeten worden opgezet, waarbij koppeling aan de volgens EU-richtlijn 2001/18/EG verplichte registratie van gg-gewassen een mogelijkheid is. 13

14 Aansprakelijkheid: Door wettelijke voorschriften is de juridische onzekerheid is kleiner dat in optie 1 (geen regelgeving). De biologische/conventionele teler kan met de wet in de hand zijn claim leggen bij de ggo-teler. Omdat 100% voorkomen van uitkruising niet is te garanderen, zullen de biologische en conventionele teler verantwoordelijk blijven dat ze aan de normen voor vermenging/uitkruising (drempelwaarden) voldoen. Maatschappelijke consequenties: Via publiekrechtelijke maatregelen wordt vermenging/uitkruising ingeperkt. Welke producten in de praktijk worden gekocht, wordt aan de markt overgelaten. De teelt van gg-gewassen in Nederland wordt bemoeilijkt. Innovatie van de veredelingssector wordt afgeremd doordat het product duurder wordt door de extra teeltkosten op grond van wettelijke vereisten. De consument zal relatief meer moeten gaan betalen voor een gg-product Optie 5: Gewasspecifieke maatregelen in Nederlandse regelgeving; maatregelen opleggen aan ggoteler en ggovrije teler De ggo-teler en ggovrije teler zijn verplicht zich te houden aan wettelijke voorschriften voor isolatieafstanden en dergelijke (zie optie 4: nationale regelgeving voor ggo-teler).wie zich aan welk wettelijk voorschrift moeten houden is niet nader uitgewerkt. Dit zal zeer waarschijnlijk afhankelijk zijn van de feitelijke situatie. Beiden moeten echter zich inspannen om aan wettelijke voorschriften te voldoen. Het motto zou kunnen zijn: gedeelde smart is halve smart. Haalbaarheid van gestelde normen: Zie optie 4 (nationale regelgeving voor ggo-teler). Kosten: Extra kosten voor coëxistentie worden gedragen door alle drie teelten. Of de kosten in een bepaalde regio redelijk zijn verdeeld moet aan de hand van de voorschriften nader worden uitgewerkt. Administratieve lastendruk: Verhoging van de administratieve lastendruk voor alle drie teelten. Ook hier is de uitwerking van voorschriften van belang voor een evenwichtige verdeling van de lastendruk. Voor de ggo-teler zijn de kosten hoger dan in optie 1 (geen regelgeving), maar lager dan in optie 4 (nationale regelgeving voor ggo-teler). Voor de conventionele/biologische teler zijn de kosten lager dan in optie 1 (geen regelgeving), maar hoger dan optie 3 (geen toelating van uitkruisbare gg-gewassen), optie 4 (nationale regelgeving voor ggo-teler) en optie 6 (ggovrije regio s). Handhaafbaarheid, controleerbaarheid en fraudegevoeligheid: Het controleren van maatregelen door de overheid zal verzwaring van het controleapparaat met zich meebrengen. Overigens is het de vraag of in de praktijk op eenvoudige wijze kan worden gecontroleerd. Er zal waarschijnlijk een fraudebestendig systeem moeten worden opgezet, waarbij koppeling aan de volgens EU-richtlijn 2001/18/EG verplichte registratie van gg-gewassen een mogelijkheid is. Aansprakelijkheid: Door wettelijke voorschriften is de juridische onzekerheid is kleiner dat in optie 1 (geen regelgeving). De biologische/conventionele teler kan met de wet in de hand zijn claim leggen bij de ggo-teler. En vice versa.omdat 100% voorkomen van uitkruising niet is te garanderen, zullen de biologische en conventionele teler verantwoordelijk blijven dat ze aan de normen voor vermenging/uitkruising (drempelwaarden) voldoen. 14

15 Maatschappelijke consequenties: Via publiekrechtelijke maatregelen wordt vermenging/uitkruising ingeperkt. Welke producten in de praktijk worden gekocht, wordt aan de markt overgelaten. De lasten voor coëxistentie worden gedragen door alle partijen. De consument zal voor alle producten iets meer moeten betalen Optie 6: Aanwijzen van ggovrije regio s Op nationaal of Europees niveau worden ggovrije regio s aangewezen. Volgens de EU-Commissie is dit op Europees niveau juridisch niet mogelijk op grond van het recht van de teler om toegelaten rassen overal in de EU te mogen verbouwen. Op nationaal niveau wordt onderzocht welke mogelijkheden de Wet op de Ruimtelijke Ordening biedt voor het aanwijzen van ggovrije gebieden. Haalbaarheid van gestelde normen: Bij afwezigheid van ggo-teelt in de regio lijkt het mogelijk voor de biologische landbouw om te voldoen aan de norm 100% ggovrij (detectiegrens met drempelwaarde van ongeveer 0,1%). De conventionele landbouw moet zich houden aan de drempelwaarden van de EUverordeningen. Hieraan kan worden voldaan. Kosten: Geen extra kosten voor alle drie teelten. Wel kosten voor eventuele verplaatsing van conventionele/biologische bedrijven naar ggovrije regio s. Administratieve lastendruk: Geen extra administratieve lastendruk door nieuwe regelgeving. Aanwijzing van ggovrije regio s is een eenmalige zaak. Handhaafbaarheid, controleerbaarheid en fraudegevoeligheid: Ggo-teelt in de ggovrije zones is verboden. Overtreders zijn strafbaar. Dit brengt controle- en handhavinglasten met zich mee. Zodra gg-producten in een ggovrije keten worden aangetroffen moeten deze kunnen worden getraceerd. Of een en ander uitvoerbaar is, dient nader te worden onderzocht. Aansprakelijkheid: Aansprakelijkheid van overtreder (ggo-teler) ligt (juridisch) duidelijk. Maatschappelijke consequenties: Via publiekrechtelijke maatregel wordt vermenging/uitkruising ingeperkt. De ggo-teler wordt wettelijk beperkt in de keuze van zijn bedrijfslocatie. Welke producten in de praktijk worden gekocht, wordt aan de markt overgelaten. De consument zal geen noemenswaardige prijsstijging door coëxistentie ondervinden, mits de kosten voor bedrijfsverplaatsingen niet worden doorberekend. De burger zal de kosten van bedrijfsverplaatsingen als belastingbetaler mee bekostigen, als de overheid deze kosten voor zijn rekening (moet) nemen. 15

ONDERWERP: LANDBOUWKUNDIGE RISICO S VAN GGO S (UITKRUISING) Organisatie: Projectbureau Biotechnologie van ministerie LNV

ONDERWERP: LANDBOUWKUNDIGE RISICO S VAN GGO S (UITKRUISING) Organisatie: Projectbureau Biotechnologie van ministerie LNV GECORRIGEERD VERSLAG VAN EEN BIJEENKOMST VAN OVERHEID MET MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES EN BEDRIJFSLEVEN OP DONDERDAG 23 MEI 2002 VAN 10.00 TOT 12.00 UUR ONDERWERP: LANDBOUWKUNDIGE RISICO S VAN GGO S (UITKRUISING)

Nadere informatie

Datum 26 juli 2010 Betreft Antwoorden Kamervragen inzake de isolatieafstanden bij experimentele gentechaardappels.

Datum 26 juli 2010 Betreft Antwoorden Kamervragen inzake de isolatieafstanden bij experimentele gentechaardappels. > Retouradres Postbus 30945 2500 GX Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Betreft en Kamervragen

Nadere informatie

Slide 1. Co existentie. Naast elkaar bestaan van GG en niet-gg teelten. Clemens van de Wiel, Jan Schaart & Bert Lotz

Slide 1. Co existentie. Naast elkaar bestaan van GG en niet-gg teelten. Clemens van de Wiel, Jan Schaart & Bert Lotz Slide 1 Co existentie Naast elkaar bestaan van GG en niet-gg teelten Clemens van de Wiel, Jan Schaart & Bert Lotz Slide 2 Co-existentie: context Een GG gewas wordt eerst beoordeeld op veiligheid voor toelating

Nadere informatie

EU-voorstel: Verordening voor de teelt van GGO-gewassen COM(2010) 375

EU-voorstel: Verordening voor de teelt van GGO-gewassen COM(2010) 375 32 472 EU-voorstel: Verordening voor de teelt van GGO-gewassen COM(2010) 375 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2 Brief van de minister van Buitenlandse

Nadere informatie

R e a d e r. R e a d e r

R e a d e r. R e a d e r R e a d e r R e a d e r A SEED Europe maart 2008 READER Gen Zoekt Boer A SEED Europe 2008 Over genetische manipulatie in de landbouw Index Inleiding 1. Regels en beleid in Nederland 2. Coëxistentie en

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 21.1.2009 COM(2009) 12 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende het voorlopig verbod op het gebruik en de verkoop in Hongarije

Nadere informatie

Genetisch gemodificeerde (GG) gewassen: maatschappelijke betekenis en regelgeving

Genetisch gemodificeerde (GG) gewassen: maatschappelijke betekenis en regelgeving Genetisch gemodificeerde (GG) gewassen: maatschappelijke betekenis en regelgeving Presentatie voor Commissie Fysiek Domein gemeente Stichtse Vecht Dirk Stemerding 16 juni 2015 www.rathenau.nl info@rathenau.nl

Nadere informatie

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst) L 112/6 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/684 VAN DE COMMISSIE van 24 april 2015 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde mais NK 603 (MON-ØØ6Ø3-6) en tot

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING Directoraat I. Landbouwwetgeving en procedures I.1. Landbouwwetgeving; vereenvoudiging Datum van verspreiding 8.7.2015 INTERPRETATIENOTA

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT. over genetisch gewijzigde organismen en biologische gewassen VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. over genetisch gewijzigde organismen en biologische gewassen VERSLAG Zit ting 2004-2005 24 november 2004 VERZOEKSCHRIFT over genetisch gewijzigde organismen en biologische gewassen VERSLAG namens de Subcommissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid uitgebracht door

Nadere informatie

Bijlage I - Conceptbrief aan de Europese Commissie

Bijlage I - Conceptbrief aan de Europese Commissie Bijlage I - Conceptbrief aan de Europese Commissie CONCEPT Aan de Voorzitter van de Europese Commissie B-1049 Brussel België Onderwerp: Gemotiveerd advies (subsidiariteit) over het EU-voorstel voor een

Nadere informatie

Bio. (s)maakt het verschil

Bio. (s)maakt het verschil Bio (s)maakt het verschil Weet u niet precies hoe kwalitatieve voeding te kiezen? Of hoe u ervan te verzekeren dat u en uw kinderen gezond én lekker eten? Vraagt u zich soms ook af of het bio-label wel

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 4.8.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 202/11 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 28 juli 2010 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN 30.4.2015 L 112/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/683 VAN DE COMMISSIE van 24 april 2015 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten

Nadere informatie

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag BEZOEKADRES: A. VAN LEEUWENHOEKLAAN 9 3721 MA BILTHOVEN POSTADRES: POSTBUS 578 3720 AN BILTHOVEN Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.10.2011 COM(2011) 622 definitief 2011/0266 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel

Nadere informatie

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

C.V.I. 5.8 Testen op genetisch gemodificeerde organismen 5.8 TESTEN OP GENETISCH GEMODIFICEERDE ORGANISMEN

C.V.I. 5.8 Testen op genetisch gemodificeerde organismen 5.8 TESTEN OP GENETISCH GEMODIFICEERDE ORGANISMEN 5 METHODEN VAN ONDERZOEK 5.8 TESTEN OP GENETISCH GEMODIFICEERDE ORGANISMEN Auteur : Dr. G. van Duijn TNO Kwaliteit van Leven Zeist maart 2006 blad 1 van 5 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 2 REGELGEVING...

Nadere informatie

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst) L 203/26 10.8.2018 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1112 VAN DE COMMISSIE van 3 augustus 2018 tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 3.8.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 201/41 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 28 juli 2010 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING Europees Parlement 2014-2019 Commissie internationale handel 2016/0383(E) 9.6.2017 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken; WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van... houdende regels inzake diervoeders (Besluit diervoeders 2012) Besluit van Op de voordracht

Nadere informatie

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE L 298/16 16.10.2014 UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) PUBLIC 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Beschikking van de Raad betreffende de

Nadere informatie

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst) L 112/60 30.4.2015 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/696 VAN DE COMMISSIE van 24 april 2015 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Gentech maïs tweede kamer is tegen, Europese Commissie is voor In het verleden stemde de Nederlandse regering altijd voor toelating van gentech in de EU, maar het tij lijkt te keren. Afgelopen week heeft

Nadere informatie

Biotechnologie. VROM-beleid en vergunningverlening

Biotechnologie. VROM-beleid en vergunningverlening Biotechnologie VROM-beleid en vergunningverlening Biotechnologie biedt kansen voor een duurzame samenleving. Daarom zet VROM in op biotechnologie. Maar biotechnologie kan ook risico s voor mens en milieu

Nadere informatie

Landbouwgewassen: geen genetische modificatie zonder een uitgebreide evaluatie

Landbouwgewassen: geen genetische modificatie zonder een uitgebreide evaluatie Landbouwgewassen: geen genetische modificatie zonder een uitgebreide evaluatie Tekst van het ggo-platform, ondertekend door Bond Beter leefmilieu, Greenpeace, Natuurpunt, Oxfam Wereldwinkels, Velt, Vredesleilanden

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 13.1.2006 COM(2006) 2 definitief 2003/0165 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea,

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-204 Commissie verzoekschriften 27.2.203 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0343/202, ingediend door Wiebke Reinhardt (Duitse nationaliteit), gesteund door 2 504 medeondertekenaars,

Nadere informatie

Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken

Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel: Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de definitie, presentatie

Nadere informatie

GGO S IN VLAANDEREN: COEXISTENTIE VAN VERSCHILLENDE LANDBOUWSYSTEMEN

GGO S IN VLAANDEREN: COEXISTENTIE VAN VERSCHILLENDE LANDBOUWSYSTEMEN GGO S IN VLAANDEREN: COEXISTENTIE VAN VERSCHILLENDE LANDBOUWSYSTEMEN april 2004 Caroline Vrijens, Pieter Gabriels, Dirk Van Gijseghem Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Administratie Land- en Tuinbouw

Nadere informatie

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi Fiche 9: Verordening EU octrooi vertaalregelingen 1. Algemene gegevens Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi Datum Commissiedocument:

Nadere informatie

COËXISTENTIE PRIMAIRE SECTOR

COËXISTENTIE PRIMAIRE SECTOR COËXISTENTIE PRIMAIRE SECTOR Rapportage van de tijdelijke commissie onder voorzitterschap van J. van Dijk Commissiepartijen: Biologica, LTO Nederland, Plantum NL en Platform Aarde Boer Consument. Den Haag,

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0433(COD) van de Commissie internationale handel

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0433(COD) van de Commissie internationale handel EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie internationale handel 20.3.2015 2013/0433(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie internationale handel aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Nadere informatie

BIJLAGE 3 CONSULTATIE DUURZAAMHEIDEISEN BIOMASSA

BIJLAGE 3 CONSULTATIE DUURZAAMHEIDEISEN BIOMASSA BIJLAGE 3 CONSULTATIE DUURZAAMHEIDEISEN BIOMASSA Werkgroep Beleidsinpassing in opdracht van IPE, VROM en EZ - april 2007 INHOUDSOPGAVE 1 Consultatie Implementatie Duurzaamheidscriteria Biomassa...3 2 Resultaten...3

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. aan de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. aan de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid 11 juli 2002 VOORLOPIGE VERSIE 2002/0073(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 147 Besluit van 3 maart 2005, houdende wijziging van het Besluit biotechnologie bij dieren (Handelingen met betrekking tot dieren waar geen vergunning

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

Tracking & Tracing: gevolgen van de GFL voor uienverpakkers en exporteurs 14 december 2004 Inge Neessen en Irma Schönherr

Tracking & Tracing: gevolgen van de GFL voor uienverpakkers en exporteurs 14 december 2004 Inge Neessen en Irma Schönherr Tracking & Tracing: gevolgen van de GFL voor uienverpakkers en exporteurs 14 december 2004 Inge Neessen en Irma Schönherr Onderzoek en communicatie Tracking en Tracing AGF branche Aangevraagd door Frugi

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 533 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid in verband met verordening

Nadere informatie

WAT IS GENETISCHE MODIFICATIE?

WAT IS GENETISCHE MODIFICATIE? SPREEKBEURT OF WERKSTUK WAT IS GENETISCHE MODIFICATIE? Hier vind je informatie voor een spreekbeurt of werkstuk over genetische modificatie. De informatie is ingedeeld in stappen. Dit zijn de verschillende

Nadere informatie

Beleidsdebat biotechnologie in de landbouw

Beleidsdebat biotechnologie in de landbouw Toespraak Datum 27 januari 2009 Inbreng PvdA (Joyce Sylvester) inzake Beleidsdebat biotechnologie in de landbouw Inleiding MdV, de fractie van de PvdA heeft er naar uitgekeken om vandaag met de Regering

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Diervoederetikettering Naleving etiketterings- en claimvoorschriften

Diervoederetikettering Naleving etiketterings- en claimvoorschriften Diervoederetikettering 2015-2016 Naleving etiketterings- en claimvoorschriften Om een beeld te krijgen van de naleving van de voorschriften voor etikettering en het juiste gebruik van claims heeft de NVWA

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

O 8OKT 2015 Het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen

O 8OKT 2015 Het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Datum Betreft O 8OKT 2015 Het tentoonstellen

Nadere informatie

Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU

Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU De Europese Unie mikt hoog Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling Bijdrage van het landbouwbeleid Het GLB biedt landbouwers een aantal stimuli

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2268 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport: "Crop volunteers and climate change"

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport: Crop volunteers and climate change Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Dhr. J.J. Atsma Postbus 30945 2500 GX Den Haag DATUM 20 september 2011 KENMERK ONDERWERP CGM/110920-02 Aanbieding onderzoeksrapport: "Crop volunteers

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

12169/16 nuf/gar/ev 1 DG G 3A

12169/16 nuf/gar/ev 1 DG G 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 15 september 2016 (OR. en) 12169/16 COMPET 477 MI 570 IND 190 RECH 263 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 25.02.1998 COM(1998) 99 def. Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD betreffende de verplichte opneming in de etikettering van bepaalde met genetisch

Nadere informatie

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE Europees Parlement 2014-2019 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 21.10.2016 2016/2903(RSP) ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0000/2016

Nadere informatie

1. KEUZEVRIJHEID GARANDEREN VOOR CONSUMENTEN EN BOEREN

1. KEUZEVRIJHEID GARANDEREN VOOR CONSUMENTEN EN BOEREN 1. KEUZEVRIJHEID GARANDEREN VOOR CONSUMENTEN EN BOEREN De keuzevrijheid moet gegarandeerd blijven. De problematiek is zeer complex. Zowel de mensen die genetisch gewijzigde voeding willen als diegenen

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2017 COM(2017) 643 final 2017/0297 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 2003/17/EG van de Raad wat betreft

Nadere informatie

CGM/ Advies isolatieafstand bij veldproef met gg-aardappels

CGM/ Advies isolatieafstand bij veldproef met gg-aardappels BEZOEKADRES: A. VAN LEEUWENHOEKLAAN 9 3721 MA BILTHOVEN POSTADRES: POSTBUS 578 3720 AN BILTHOVEN Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw J.C. Huizinga-Heringa

Nadere informatie

BESLUITEN. (Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

BESLUITEN. (Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst) 21.12.2018 L 327/65 BESLUITEN UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/2045 VAN DE COMMISSIE van 19 december 2018 tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk

Nadere informatie

Datum 18 juni 2015 Betreft Beantwoording vragen van de leden Jasper Van Dijk en Smaling (SP) over het bericht TTIP tast gezondheid EU aan

Datum 18 juni 2015 Betreft Beantwoording vragen van de leden Jasper Van Dijk en Smaling (SP) over het bericht TTIP tast gezondheid EU aan Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2015Z07933 Datum 18 juni

Nadere informatie

Melden en Traceren van onveilige diervoeders

Melden en Traceren van onveilige diervoeders Melden en Traceren van onveilige diervoeders informatieblad 70 / 3 januari 2005 Wat verandert er in 2005? Vanaf 1 januari 2005 is de Algemene Levensmiddelen Verordening (General Food Law) van kracht. Daarmee

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 434 Besluit van 14 november 2017, houdende regels inzake nieuwe voedingsmiddelen en genetisch gemodificeerde levensmiddelen (Warenwetbesluit

Nadere informatie

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 6.10.2010 COM(2010) 544 definitief 2010/0272 (COD) C7-0316/10 VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EG)

Nadere informatie

Opstel door B woorden 6 maart keer beoordeeld. Inleiding. Wat is biotechnologie?

Opstel door B woorden 6 maart keer beoordeeld. Inleiding. Wat is biotechnologie? Opstel door B. 1149 woorden 6 maart 2013 8 2 keer beoordeeld Vak Methode ANW ANW Actief Inleiding Wat is biotechnologie? Het begrip biotechnologie omvat alle methodes waarbij organismen gebruikt worden

Nadere informatie

Welke richting volg je? In welke mate ga je akkoord met volgende stellingen?

Welke richting volg je? In welke mate ga je akkoord met volgende stellingen? Groepsnummer: Nummer respondent: Beste leerling, Hieronder vind je een aantal vragen. Lees de opdrachten aandachtig en probeer zo nauwkeurig mogelijk te antwoorden. Laat geen vragen open. Als je iets niet

Nadere informatie

9 Europese regelgevende agentschappen

9 Europese regelgevende agentschappen 9 Europese regelgevende agentschappen Bij de uitvoering van Europese regelgeving spelen in toenemende mate Europese regelgevende agentschappen een belangrijke rol. Het gaat daarbij om organen die los staan

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.8.2006 COM(2006) 434 definitief 2003/0210 (COD) ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

De grootste veranderingen in hoofdlijnen

De grootste veranderingen in hoofdlijnen GDPR Introductie Met de ingang van de General Data Protection Regulation (GDPR) op 6 mei 2018 wordt de privacy van (persoons)gegevens Europabreed geregeld. Daarmee komt de Nederlandse Wet Bescherming Persoonsgegevens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 27 428 Beleidsnota Biotechnologie Nr. 270 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN DE MINISTER

Nadere informatie

Onderzoeksverslag : Veilen circusvoorstellingen Gemeente Assen

Onderzoeksverslag : Veilen circusvoorstellingen Gemeente Assen Onderzoeksverslag : Veilen circusvoorstellingen Gemeente Assen Inhoudsopgave Aanleiding...2 Geschiedenis...2 Centrale vraagstelling van dit onderzoek...2 Onderzoeksverslag.3 Conclusie 5 Scenario s...6

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend Document. bij het Voorstel voor een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend Document. bij het Voorstel voor een COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.10.2008 SEC(2008) 2616 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend Document bij het Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Directie Europees Landbouwen Bezoekadres Bezuidenhoutseweg

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.7.2018 C(2018) 3304 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 9.7.2018 tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV- 509 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over het ontwerp van koninklijk besluit houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie Verbruik binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1090 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER)

Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER) Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER) ICER 2002-03/31 Aan: de Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag Datum Doorkiesnummer 9 april 2002 070-370 6703 Onderwerp Advies Strafrecht

Nadere informatie

Verklaring van Zweden

Verklaring van Zweden Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0028 (COD) 11505/15 ADD 1 CODEC 1120 ENV 522 AGRI 439 MI 527 COMER 114 PECHE 271 NOTA I/A-PUNT van: aan:

Nadere informatie

Inhoudsopgave I. BASISREGELS. A. Substantiële regels

Inhoudsopgave I. BASISREGELS. A. Substantiële regels Inhoudsopgave I. BASISREGELS A. Substantiële regels Verord. (EG) nr. 178/2002 E.P. en de Raad 28 JANUARI 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving,

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 185/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1136 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 betreffende de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie

Nadere informatie

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013 1 TOELICHTING HANDELSNORMEN VOOR EIEREN VERZAMELAARS Inhoud 1 Algemeen 2 Vergunning / registratie 3 Ontvangst, transportverpakking, begeleidend document eieren 4 Intraverkeer van eieren 5 Merken van de

Nadere informatie

Co-existentie in de aardappelteelt Een evaluatie van de specifieke teeltvoorwaarden

Co-existentie in de aardappelteelt Een evaluatie van de specifieke teeltvoorwaarden Co-existentie in de aardappelteelt Een evaluatie van de specifieke teeltvoorwaarden Bart Van Droogenbroeck, Alex De Vliegher, Marc De Loose Persconferentie 25 april 2013 Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 28 januari

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 28 januari A D V I E S Nr. 1.888 ------------------------------- Zitting van dinsdag 28 januari 2014 ------------------------------------------------- Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen

Nadere informatie

MACRO-ECONOMISCHE VOORWAARDEN IN HET COHESIEBELEID

MACRO-ECONOMISCHE VOORWAARDEN IN HET COHESIEBELEID DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING B: STRUCTUURBELEID EN COHESIE REGIONALE ONTWIKKELING MACRO-ECONOMISCHE VOORWAARDEN IN HET COHESIEBELEID NOTA Korte samenvatting In deze

Nadere informatie

Fiche 2: Aanpassing verordening statuut en financiering Europese politieke partijen

Fiche 2: Aanpassing verordening statuut en financiering Europese politieke partijen Fiche 2: Aanpassing verordening statuut en financiering Europese politieke partijen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging

Nadere informatie

Duurzame wereldvoedselvoorziening. hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen?

Duurzame wereldvoedselvoorziening. hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen? Duurzame wereldvoedselvoorziening hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen? Even voorstellen: Ruben Bringsken Ondernemer in Food en ICT (focus op duurzame oplossingen) Eigenaar/participatie

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 5 november

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 5 november A D V I E S Nr. 1.913 -------------------------------- Zitting van woensdag 5 november 2014 ------------------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het

Nadere informatie

Koersnotitie genetisch gemodificeerde gewassen Gedeputeerde Staten 2013

Koersnotitie genetisch gemodificeerde gewassen Gedeputeerde Staten 2013 Koersnotitie genetisch gemodificeerde gewassen Gedeputeerde Staten 2013 1. Inleiding Waarom deze notitie? Fryslân is van oudsher een landbouwprovincie. Akkerbouw, en met name de pootaardappelteelt inclusief

Nadere informatie

No.W /IV 's-gravenhage, 7 december 2007

No.W /IV 's-gravenhage, 7 december 2007 ... No.W11.07.0382/IV 's-gravenhage, 7 december 2007 Bij brief van de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 16 oktober 2007 heeft de Tweede Kamer bij de Raad van State het voorstel van

Nadere informatie

N HAND PRAK - Biociden A2 Brussel, 26 juli 2013 MH/AB/AS 709-2013 ADVIES. over

N HAND PRAK - Biociden A2 Brussel, 26 juli 2013 MH/AB/AS 709-2013 ADVIES. over N HAND PRAK - Biociden A2 Brussel, 26 juli 2013 MH/AB/AS 709-2013 ADVIES over EEN VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET OP DE MARKT AANBIEDEN EN HET GEBRUIKEN VAN BIOCIDEN (goedgekeurd door

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 27.1.2012 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 230/2009 ingediend door Spiridon Andriopoulos (Griekse nationaliteit), over de niet-naleving

Nadere informatie

Raadscommissievoorstel

Raadscommissievoorstel Raadscommissievoorstel Status: Voorbereidend besluitvormend Agendapunt: 9 Onderwerp: Grondslag rioolheffing Datum: 11 november 2014 Portefeuillehouder: dhr. N.L. Agricola Decosnummer: 279 Informant: G.

Nadere informatie

ADVIES. 15 september 2016

ADVIES. 15 september 2016 ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat het gebruik van pesticiden, die fipronil of neonicotinoïden bevatten, verbiedt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 15 september

Nadere informatie

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 364 van 25/11/98 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 59/98 door de Raad vastgesteld op 20 juli 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

Fact sheet GGO 08/07/2019

Fact sheet GGO 08/07/2019 Fact sheet GGO 08/07/2019 Wat is een GGO? GGO staat voor Genetisch Gemodificeerd Organisme. Een organisme dat aangepast wordt met de gentechnologie krijgt de naam GGO. Gentechnologie is een moderne vorm

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1167 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/04/2016

Datum van inontvangstneming : 04/04/2016 Datum van inontvangstneming : 04/04/2016 Vertaling C-111/16-1 Zaak C-111/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 februari 2016 Verwijzende rechter: Tribunale di Udine (Italië)

Nadere informatie

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 11.11.2011 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (2014/287/EU)

(Voor de EER relevante tekst) (2014/287/EU) 17.5.2014 L 147/79 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 10 maart 2014 tot vaststelling van de criteria voor de oprichting en evaluatie van Europese referentienetwerken en de leden daarvan en voor de

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.3.2018 C(2018) 1558 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 19.3.2018 betreffende de procedurele stappen van de raadplegingsprocedure om vast te stellen

Nadere informatie