REGELGEVING VEILIGHEID HANDBOOGBANEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "REGELGEVING VEILIGHEID HANDBOOGBANEN"

Transcriptie

1 REGELGEVING VEILIGHEID HANDBOOGBANEN De Regelgeving Veiligheid Handboogbanen is deel III van het gelijktijdig verschenen handboek: normen en richtlijnen voor Handboogsportaccommodaties waarin opgenomen Regelgeving Veiligheid Handboogbanen Uitgave NHB, ISBN In bovengenoemd handboek begint betreffende regelgeving op pagina 52. Deze uitgave heeft een eigen paginanummering; er wordt echter wel gebruik gemaakt van dezelfde hoofdstuknummering en onderverdeling als in het handboek. Opdrachtgever : Nederlandse Handboog Bond Sportlaan 18A Postbus GA ROSMALEN Datum : 2 oktober 1998 Opgesteld door : ing. J.J.L.F. Geurts (NOC*NSF) ir. C.A. Bax (NOC*NSF) W.F. Trienekens Msm (NHB). 1

2 DEEL III Regelgeving veiligheid handboogbanen 9. ALGEMEEN UITVOERING EXPERIMENT EN RESULTATEN 1984 EN DE BANEN VAN HANDBOOGACCOMMODATIES DE VRIJE BUITENBANEN afmeting en inrichting Voorschriften vrije buiten banen DE BUITENBANEN MET VOORZIENINGEN afmeting en inrichting Voorschriften voor buitenbanen met voorzieningen Specifieke toelichting en voorschriften bij de buitenbaan met voorzieningen met beperkte onveilige zones Specifieke toelichting en voorschriften bij de buitenbaan met voorzieningen zonder onveilige zones DE BINNENBANEN BANEN VOOR VELDSCHIETEN BANEN VOOR DEMONSTRATIE EN KENNISMAKING TOEPASSING VAN BANEN VOOR DE VORMEN VAN HANDBOOGSPORT VRIJE BUITENBANEN BUITENBANEN MET VOORZIENINGEN BINNENBANEN VERKLARENDE WOORDENLIJST AANVULLINGEN 11.6 SCHIETNETTEN VOOR HANDBOOGSPORT (JUNI 2005)

3 9. ALGEMEEN Het aspect van de veiligheid is van groot belang bij het inrichten van wedstrijd- en/of oefenaccommodaties. Door het opstellen van een aantal regels, voorschriften en gedragscodes, worden voorwaarden geschapen waarbinnen de handboogsport optimaal en zonder hinder voor anderen, kan worden beoefend. Directieven voor ontwikkeling van veiligheidsregels voor handboogsportaccommodaties Om te bepalen hoe banen voor handboogsport er uit dienen te zien, is onderzoek nodig naar factoren die invloed uitoefenen op die inrichting. Hierbij kan niet worden voorbij gegaan aan de aanwijzingen die gegeven worden door instanties buiten de N.H.B., te weten: de voorwaarden door FITA (de internationale organisatie voor handboogsport) gesteld voor bepaalde wedstrijden en richtlijnen vanwege de Wet Milieubeheer De veiligheidseisen die FITA stelt zijn in Nederland algemeen geaccepteerd maar gaan soms minder ver dan in Nederland gewenst is. In de uitwerking van de NHB Regelgeving Veiligheid wordt dan ook ruimschoots aan die eisen voldaan. Per 1 oktober 1998 is Besluit 322 van 20 mei 1998 betreffende horeca-sport-en recreatieinrichtingen milieubeheer van kracht, hetgeen een onderdeel is van de Wet Milieubeheer. Dit Besluit vervangt de regelgeving die tot dan volgens de Wet Milieubeheer van kracht was, welke op zich een voorzetting was van de regelgeving volgens de Hinderwet. In dit besluit wordt, naast de algemene zaken die voor sportinrichtingen gelden, ook specifieke aandacht besteed aan de veiligheidsaspecten voor handboogbanen. In paragraaf 2.4 van het Besluit wordt aangegeven dat boogbanen binnen de werkingsfeer van dit Besluit vallen. In de toelichting staat dat door de NHB regels zijn opgesteld (Regelgeving Veiligheid) om de boogsport optimaal en zonder gevaar en hinder voor anderen te kunnen beoefenen. Een handboogactiviteit dient bij de gemeente gemeld te worden middels een daartoe bestemd formulier, uiterlijk 4 weken voor aanvang. Vóór het begin van de activiteit dient van de gemeente een instemmingbrief te worden ontvangen. De NHB stelt verder nog specifieke regels voor het gebruik van banen voor de verschillende disciplines van de handboogsport. Door de NHB zal nader beleid worden ontwikkeld om te komen tot veiligheidscertificering van alle inrichtingen voor handboogsport. Voor de NHB heeft de werkgroep Accommodatie en Veiligheid in 1984 een aantal experimenten uitgevoerd in een onderzoek naar de resultaten van de grootste afwijkingen die voorkomen bij wedstrijden en oefeningen van de handboogsport. Hierbij is uitgegaan van twee afwijkingen: over het doel en naast het doel. In juni 1997 zijn deze proeven door NOC*NSF Sector Sportaccommodaties en de NHB herhaald, om te zien of aanpassing van de regelgeving mogelijk is. De beschrijving hiervan staat in hoofdstuk 10. 3

4 Taakverdeling en verantwoordelijkheden bij handboogsport betreffende veiligheid Bij de organisatie van handboogactiviteiten (hiermee is bedoeld het daadwerkelijk schieten) zoals: wedstrijden; trainingen; kennismaking enz. is er een aantal functies en functionarissen te noemen, die elk een eigen taak en/of verantwoordelijkheid met betrekking tot de veiligheid hebben. Om hiertussen een goede samenwerking te laten ontstaan is het nodig zicht te geven op de afbakening van taken binnen ieders gebied. De volgende begrippen spelen daarbij een rol: handboogaktiviteit; inrichting voor handboogsport; regelgeving veiligheid organisator; organisatie; toezichthouder; wedstrijdleider; scheidsrechter. passieve veiligheid; actieve veiligheid; Handboogaktiviteit Hiermee wordt bedoeld al het daadwerkelijk schieten met handbogen en pijlen tijdens wedstrijden, trainingen of in andere zin. Inrichting voor handboogsport Dit is de ruimte waarin het met fysieke middelen mogelijk wordt gemaakt om handboogactiviteiten te houden. Dit gebied, inclusief eventuele onveilige zones en andere aangegeven perken, staat beschreven in Regelgeving Veiligheid. De inrichting kan per discipline van handboogsport verschillend zijn. Als synoniem van inrichting voor handboogsport wordt ook gebruikt: (handboog)accommodatie, (handboog)banen, wedstrijdruimte/wedstrijdterrein. Regelgeving Veiligheid Dit betreft een stelsel van minimum eisen waaraan de te onderscheiden inrichtingen voor handboogsport dienen te voldoen om de sport veilig voor de buitenwereld, de deelnemers en de toeschouwers te laten beoefenen. Deze voorschriften zijn ontwikkeld door NHB/NOC*NSF en gepubliceerd in: het handboek Handboogaccommodaties van NHB, Handboek Sportaccommodaties van NOC*NSF, en Handboek milieuvergunningen van het Ministerie van V.R.O.M. 4

5 Organisator De organisator is de rechtspersoon voor wiens eindverantwoordelijkheid een handboogactiviteit wordt gehouden. Organisatie De organisatie is de rechtspersoon die met fysieke middelen een handbooginrichting exploiteert en als zodanig handboogactiviteiten ontwikkeld. De organisatie is degene die door de Wet Milieubeheer aangeduid wordt als: degene die de inrichting drijft, en die daarom de instemming ingevolge die Wet dient aan te vragen bij de Gemeente. In veel situaties zullen Organisator en Organisatie in dezelfde rechtspersoon samenvallen, zoals bij handboogactiviteiten die georganiseerd worden door een handboogvereniging. In een aantal gevallen echter ook niet: bij bijvoorbeeld een Nederlands Kampioenschap is de NHB Organisator en de uitvoerende vereniging de Organisatie. Toezichthouder Bij handboogactiviteiten zijn twee toezichthouders met betrekking tot de veiligheid aan te wijzen die elk een verschillend werkveld hebben: de Gemeente, die de instemming heeft afgegeven op grond waarvan de handboogactiviteit veiligheidstechnisch is toegestaan; de NHB, die bij bepaalde wedstrijden toeziet op het naleven van het Schiettechnisch Reglement van de NHB. Door de NHB wordt deze functie gedelegeerd aan de voor die wedstrijd toegewezen (hoofd)scheidsrechter. Bij handboogactiviteiten waarbij de NHB geen toezicht houdt ligt de verantwoordelijkheid voor veiligheid bij de Organisatie van de activiteit. Wedstrijdleider Dit is de persoon die namens de organisatie de leiding heeft van de handboogactiviteit. Deze functionaris is, naast andere taken, tevens verantwoordelijk voor actieve en passieve veiligheid. Scheidsrechter Aan een aantal wedstrijden zal door de NHB een scheidsrechter worden toegevoegd. In die situatie zal de verantwoordelijkheid voor zowel de actieve als passieve veiligheid door de scheidsrechter worden overgenomen van de wedstrijdleider. De wedstrijdleider blijft echter wel medeverantwoordelijk voor de passieve veiligheid. Passieve veiligheid Dit betreft een aantal materiële voorzieningen die mede de inrichting vormen en welke vooraf getroffen worden om te voorkomen dat pijlen buiten de inrichting schade veroorzaken. Deze voorzieningen zijn spijkervast en zijn gedurende een handboogactiviteit niet of nauwelijks aan verandering onderhevig. (Zie beschrijvingen voor banen in hoofdstuk 11, en verder) Actieve veiligheid In het Schiettechnisch Reglement van de NHB staat beschreven hoe de handboogsport per discipline wordt uitgevoerd. Hierin staat ook aangegeven hoe de sporters zich dienen te gedragen met betrekking tot veiligheid. De belangrijkste gegevens daarin zijn dat: 5

6 het niet toegestaan is om te schieten indien zich personen in de onveilige zone bevinden; het sporters alleen is toegestaan om de boog met of zonder pijl op de schietlijn uit te trekken, en bij het uittrekken en lossen steeds op het doel te richten; sporters aanwijzingen van de leiding dienen op te volgen. Het gedrag van de sporter bepaalt de actieve veiligheid. (Zie beschrijvingen voor banen in hoofdstuk 11, en verder) 6

7 10. UITVOERING EXPERIMENT EN RESULTATEN 1984 EN 1997 Voor die proefnemingen hebben enkele handboogsporters (zowel ervaren als onervaren) met verschillende bogen een aantal pijlen geschoten met de diverse maximale afwijkingen. Eén van de belangrijkste afwijkingen is het verkeerd in stellen van het vizier. Naar aanleiding van de resultaten worden de onveilige zones gecontroleerd en daar waar mogelijk aangepast. De proefnemingen in 1997 zijn uitgevoerd door NOC*NSF/NHB. Bij "over het doel" is geschoten op een doel met de hoogte van de roos op 2.10, 3.00 en 4.00 meter ten opzichte van het maaiveld. (Bij wedstrijden en trainingen is de vaste rooshoogte 1.30 m.). Hierbij is vastgesteld dat een afwijking van meer dan 4 meter ten opzichte van het maaiveld over het doel niet voorkomt (dit blijft onveranderd ten opzichte van 1984). Bij het veldschieten wordt echter gebruik gemaakt van variabele rooshoogten. Daarom wordt daar, bij over het doel, uitgegaan van een maximale afwijking van 2,70 m. gemeten boven de hoogste roos van het betreffende doel. Bij "naast het doel" is uitgegaan van een maximale afwijking links of rechts van de baanas bij een doel op de doelenlijn van 90 meter. Voor deze afwijking is geëxperimenteerd met het verkleinen van de uitwijking ten opzichte van de baanas van 9 naar, gerekend vanuit de standplaats sporter (Na het experiment van 1984 was door de Werkgroep de maximale afwijking gesteld op. Door de Commissie Hinderwet werd echter een aanname vastgelegd van een maximale afwijking van 9, waarna dit in de NHB-regelgeving zodanig is opgenomen) Uit het huidige experiment blijkt dat voor een afwijking van 9 de schutter in een onnatuurlijke houding dient te staan, wat in de praktijk niet voor zal komen. Een maximale afwijking tot ligt binnen de verwachtingen. De maximale afwijkingen over het doel en naast het doel gelden ook als het doel op een afstand dichterbij dan 90 meter ten opzichte van de standplaats sporter op de baanas wordt gezet. Pijlen zullen niet hoger dan 4 meter ten opzichte van het maaiveld over, en niet meer dan naast het doel gaan, zonder dat er van opzet sprake is. Bij het hanteren van een afwijking van maximaal 4 meter boven het maaiveld, kunnen de lengtes van de veiligheidszones achter het doel onveranderd blijven. Door aanpassing van de norm voor de afwijking naast het doel van 9 naar, kan de breedte van de veiligheidszones naast het doel verkleind worden. Hoewel een aantal maatregelen de veiligheid van de handboogsport ten opzichte van derden sterk kan bevorderen, blijft toch de individuele deelnemer het belangrijkste element. De sporter dient zich er steeds van te overtuigen dat zijn handelen bijdraagt aan de veiligheid. De beschrijving van de banen in de volgende hoofdstukken, is een samenstelling van algemene regels uit het advies van de NHB aan de Commissie Hinderwet, de voorschriften van FITA en specifieke regels van de NHB. Deze samenstelling is door NOC*NSF Sector Sportaccommodaties, in 1997 herzien. 7

8 11. DE BANEN VAN HANDBOOGACCOMMODATIES De handboogsport wordt zowel op banen gelegen op een buitenterrein als op binnenbanen beoefend. Hierdoor is het nodig zowel de specifieke buitenbanen als de binnenbanen te beschouwen. De navolgende (en meest voorkomende) banen voor handboogsport worden behandeld: 1. Vrije buitenbanen over de afstanden en 50 meter; over de afstanden en 90 meter. 2. Buitenbanen met voorzieningen met beperkte onveilige zone; zonder onveilige zones. 3. Binnenbanen geheel overdekte accommodaties voor handboogsport. 4. Banen voor veldschieten parcours van een aantal banen in de natuur, variabele afstanden tussen 5 en 60 meter. 5 Banen voor demonstratie en kennismaking opzet van een kleine tijdelijke baan De vrije buitenbanen afmeting en inrichting Het kenmerk van de vrije buitenbaan is het ontbreken van enige materiële voorziening tussen standplaats sporter en doelenlijn om de onveilige zones te beperken. De vrije buitenbanen kunnen zowel voor training als wedstrijden worden gebruikt. Er worden twee typen onderscheiden: de vrije buitenbaan over de afstanden standplaats sporter tot doel van 18 meter tot 50 meter (zie figuur 1a); de vrije buitenbaan tot max. 90 meter (zie figuur 1b). In de beide figuren is zone 1 het directe schootsveld. Zone 2 is de onveilige zone achter de doelenlijn waarbij uitgegaan wordt van de maximale afwijking van 4 meter boven het maaiveld. Zone 3 is de ricocheer-zone. De twee banen komen elk afzonderlijk voor, het is mogelijk dat binnen de baan volgens fig. 2. afstanden van 30 en 50 meter worden gebruikt. Ook is het mogelijk dat een baan voor een enkele afstand wordt gebruikt, b.v. 25 m. Het centrum van het blazoen, de roos, ligt 1.30 meter boven het maaiveld. 8

9 Zone 1 Zone 2 Zone 3 13 baan-as baan-as Figuur 1a Zone 1 Zone 2 Zone 3 16 baan-as baan-as Figuur 1b Maten in meters = doel = standplaats sporter 9

10 Voorschriften vrije buiten banen De hierna te noemen voorschriften zijn voor de vrije buitenbanen van toepassing: Uitvoering van de baan de inrichting en de uitrusting moeten altijd in een goede staat van onderhoud verkeren; de onveilige zones die in acht moeten worden genomen zijn in de figuren aangegeven als zone 1 en zone 2. Zone 3 is een niet veilige zone en wordt ricocheer-zone genoemd. de zone 1, het directe schootsveld, tussen standplaats sporter en de doelenlijn kan niet vervangen worden. Deze zone moet zoveel mogelijk zijn geëffend en vrij zijn van harde voorwerpen en zware begroeiing. De zone 2, de zone tussen de doelenlijn en het begin van de ricocheer-zone (zone 3), kan geheel of gedeeltelijk vervallen indien gebruik wordt gemaakt van een doelmatige pijlenvanger. De pijlenvanger moet, indien deze direct aansluitend achter de doelenlijn wordt geplaatst, een hoogte hebben van tenminste 4 meter (zie figuur 2a en 2b). De doelenlijn kan gesteld worden op een of meer genoemde afstanden. Zone 2 begint op de doelenlijn van de grootste afstand. Een doelmatige pijlenvanger kan bestaan uit een grondlichaam, een houten schutting, een versperring van enig ander daartoe geschikt materiaal, of een combinatie van materialen. Bij een grondlichaam wordt het talud bij voorkeur gevormd door een laag zand of gemengde grond en heeft het talud geen flauwere helling dan 1:2, 1 meter hoogte op 2 meter aanleg. Door middel van het laten begroeien van de taluds met een laagblijvende en diep wortelende struik kan afkalving van het talud worden tegen gegaan. Indien een pijlenvanger gesitueerd wordt op een plaats tussen de doelenlijn en de grens van de onveilige zone 2 met de ricocheer-zone wordt de minimale hoogte bepaald door een denkbeeldige lijn vanaf een hoogte van 4 meter op de doelenlijn naar 0,25 meter op de grens onveilige zone 2 met de ricocheer-zone. indien van een vervanging zoals in het voorgaande voorschrift genoemd gebruik wordt gemaakt, vervalt zone 3; de zone 3, de ricocheer-zone, kan worden vervangen door een pijlenvanger van tenminste 25 cm. hoogte, aansluitend op de achtergrens van de onveilige zone 2. Dit kan zijn en aarden wal, een zandrug, strobalen, of een versperring van enig ander, daartoe geschikt materiaal; 10

11 Zone 1 5,5 m. Hoogte 4 m Figuur 2a Zone 1 baan-as 9,5 m. Hoogte 4 m baan-as 90 Figuur 2b indien meer banen naast elkaar worden gebruikt moet de onderlinge afstand van de baanassen tenminste 1 meter bedragen. De onveilige zones zoals in de figuren zijn aangegeven moeten dan gezien worden vanaf de buitenste baanassen. de afstand tussen standplaats sporter en doel mag bij fig.l. ten hoogste 50 meter en bij fig.2. ten hoogste 90 meter zijn. Indien er over een kleinere afstand wordt geschoten moet het doel over de baanas richting standplaats sporter worden verplaatst; 11

12 bij alle toegangen tot de inrichting wordt vóór het begin van de onveilige zone tijdens een handboogactiviteit, de volgende waarschuwing geplaatst: Vanwege Handboogsportactiviteiten is het hierachter gelegen terrein onveilig. Gebruik van de baan de handboogsport moet altijd worden beoefend onder leiding en verantwoordelijkheid van een vereniging of organisator, waarbij de instructies met betrekking tot de veiligheid moeten worden opgevolgd; er mag uitsluitend op het blazoen worden geschoten vanaf de standplaats sporter. De standplaats sporter moet door middel van een merkteken blijvend zijn aangegeven; de boog mag, met of zonder pijl, alleen worden uitgetrokken op de standplaats sporter indien zich niemand in de onveilige zone bevindt. Tijdens het uittrekken en lossen dient steeds op het blazoen te worden gericht, om te voorkomen dat de pijl buiten de veiligheidszones terechtkomt als deze te vroeg of per ongeluk wordt los gelaten. Indien een sporter na een waarschuwing van de wedstrijdleiding aan deze veiligheidseis geen gevolg geeft leidt dit onherroepelijk tot uitsluiting van verdere deelname aan wedstrijd of training; tijdens het schieten mag zich niemand in de onveilige zones bevinden. De onveilige zones moeten te overzien zijn of, indien een gedeelte hiervan niet te overzien is, dient toegang daartoe te worden voorkomen De buitenbanen met voorzieningen afmeting en inrichting Het kenmerk van de buitenbaan met voorzieningen is dat bepaalde materiële voorzieningen zijn getroffen waardoor onveilige zones beperkt worden of overbodig zijn. De banen voor het zo genoemde van binnen naar buiten schieten dienen volgens de categorie buitenbanen met voorzieningen te worden beschouwd. De hierna belichte banen hebben een afstand van standplaats sporter tot doel van maximaal 25 meter. Er worden twee typen onderscheiden: de buitenbanen met voorzieningen met beperkte onveilige zones (zie figuur 3); de buitenbanen met voorzieningen zonder onveilige zones (zie figuur 4) Voorschriften voor buitenbanen met voorzieningen De hierna te noemen voorschriften zijn op beide hiervoor genoemde banen van toepassing: Uitvoering van de baan 12

13 de inrichting en de uitrusting moeten altijd in een goede staat van onderhoud zijn; de poorten, de schermen, de pijlenvanger en de overkapping van de pijlenvanger moeten tenminste bestaan uit vurenhout van 18 mm. beschermd tegen weersinvloeden door middel van beits of verf, of een ander materiaal dat dezelfde pijlen stoppende kwaliteit heeft ; in de hoogste schiethouding waarbij in het nulpunt 2.00 meter boven de baanzool moet worden aangehouden, moet zodanig worden afgeschermd dat een direct schot met een elevatie tot en met 20 de inrichting niet kan verlaten; in de laagste schiethouding, waarbij in het nul punt 1 meter boven de baanzool moet worden aangehouden (gebaseerd op in een rolstoel zittende handboogsporter), moet een direct schot dat nog juist onder het eerste bovenscherm door kan, terechtkomen in het tweede scherm; een direct schot dat nog juist onder het tweede scherm door kan moet terechtkomen in het derde scherm en een direct schot dat nog juist onder het derde scherm door kan moet in de pijlenvanger terechtkomen; de onderdoorgangen van de bovenschermen moeten respectievelijk 2,3, 3,0 en 3,2 meter zijn. Hiermee worden de pijlen in het verticale vlak binnen de inrichting gehouden. Het is daarom noodzakelijk dat de bovenschermen op 5,5, 12,5 en 18,5 meter uit het nulpunt worden gesitueerd. De schermgedeelten dienen respectievelijk 1,7, 1,0 en 0,8 meter hoog te zijn. De hoogte van de pijlenvanger moet 4,0 meter bedragen; de afstand tussen standplaats sporter en doel mag ten hoogste 25 meter bedragen; indien over kleinere afstanden wordt geschoten moet het doel over de baanas worden verplaatst; Gebruik van de baan de handboogsport moet altijd worden beoefend onder leiding en verantwoordelijkheid van een vereniging of organisator, waarbij de instructies met betrekking tot de veiligheid moeten worden opgevolgd; er mag uitsluitend op het doel worden geschoten vanaf de standplaats sporter; de standplaats sporter moet door middel van een merkteken blijvend zijn aangegeven; de boog mag met of zonder pijl, alleen worden uitgetrokken op de standplaats sporter indien zich niemand in de onveilige zone bevindt. Tijdens het uittrekken en lossen dient steeds op het blazoen te worden gericht, om te voorkomen dat de pijl buiten de veiligheidszone terechtkomt als deze te vroeg of per ongeluk wordt los gelaten. Indien een sporter na een waarschuwing van de leiding aan deze veiligheidseis geen gevolg geeft leidt dit onherroepelijk tot uitsluiting van verdere deelname aan wedstrijd of training. 13

14 1 1 5,0 m 1 0,5 0,5 1,0 0 5,5 12,5 18, m 20 4,0 m 1 m 0 5,5 12,5 18,5 25 0,5 m 0,5 m 2,3 m 3,0 m 3,2 m Aantal banen * 1m + 1m 1 e poort 2 e poort 3 e poort Figuur 3 14

15 Specifieke toelichting en voorschriften bij de buitenbaan met voorzieningen met beperkte onveilige zones Poorten in combinatie met een pijlenvanger kunnen de directe schoten binnen de inrichting houden. De indirecte schoten (ricochetten) kunnen echter alsnog via de voorzieningen de inrichting verlaten, waardoor een beperkte onveilige zone noodzakelijk is. Tijdens het schieten moeten onveilige zones worden afgesloten Voor het opvangen van pijlen en van ricochetten, die bij de handboogsport meestal in het horizontale vlak voorkomen, dient bij het inrichten van een handboogsportbaan, zie fig.3., naast het gestelde in aan de volgende regels te worden voldaan: Uitvoering van de baan de poorten worden gesitueerd op respectievelijk 5,5, 12,5 en 18,5 meter van uit het nulpunt; het verticale gedeelte van de poort is zowel links als rechts minimaal 0.5 m. breed. Hierdoor worden pijlen, die vanaf een van de schietpunten geschoten worden met een afwijking in het horizontale vlak tot en met, op gevangen. (zie figuur 3); de pijlenvanger wordt direct achter het doel geplaatst en deze is zowel links als rechts 1 meter breder dan de buitenste baanassen; de hoogte van de pijlenvanger is 4 meter. De pijlenvanger overkapt tevens de doelen tot minimaal 0.8 meter voor de blazoenen; bij deze baan moet links en rechts van de buitenste baanassen een onveilige zone in acht worden genomen van 6 meter; bij alle toegangen tot de inrichting wordt vóór het begin van de onveilige zone tijdens een handboogactiviteit, de volgende waarschuwing geplaatst: Vanwege Handboogsportactiviteiten is het hierachter gelegen terrein onveilig. Gebruik van de baan Tijdens het schieten mag zich niemand in de onveilige zones bevinden. De onveilige zones moeten te overzien zijn of, indien een gedeelte hiervan niet te overzien is, dient toegang daartoe te worden voorkomen Specifieke toelichting en voorschriften bij de buitenbaan met voorzieningen zonder onveilige zones Bij handboogbanen kunnen voorzieningen worden getroffen die onveilige zones geheel overbodig maken. Indien men een handboogbaan wenst zonder onveilige zone kan dat geschieden door het plaatsen van gesloten zijwanden, bovenschermen en een pijlenvanger. De hoogte en plaats van de schermen moeten dan zijn zoals in de tekening fig. 4 is aangegeven. 15

16 ,5 12,5 18, m 20 4,0 m 2,3 m 3,0 m 3,2 m 1 m Figuur 4 Aan de volgende maten en regels moet, naast het gestelde in , bij deze baan worden voldaan: Uitvoering van de baan de banen moeten vanaf het nulpunt tot en met de uiteinden van de pijlenvanger zijn voorzien van zijwanden met een hoogte van 4 meter, zie figuur 4.; de pijlenvanger moet zijn gelegen direct achter de plaats waar het verst gelegen doel mag worden opgesteld en moet aansluiten tussen de zijwanden; de hoogte moet tenminste 4 meter bedragen. 16

17 11.3 De binnenbanen De kans dat door handboogbanen die binnen een gebouw zijn gelegen gevaar, schade of hinder buiten de inrichting kan ontstaan is zeer gering. De trefenergie van de pijlen is klein en het schieten gebeurt nagenoeg geluidloos. Alhoewel niet belangrijk uit het oogpunt van de Wet milieubeheer kan in dergelijke inrichtingen zelfs door het gebruik geen luchtverontreiniging ontstaan. Uitvoering van de baan: de inrichting en de uitrusting moeten altijd in een goede staat van onderhoud verkeren; voorkomen moet worden dat pijlen buiten de inrichting kunnen geraken: raamopeningen vóór de standplaats sporter moeten tijdens het schieten hiertoe worden gesloten en ventilatieopeningen, die rechtstreeks aanschietbaar zijn, moeten worden afgeschermd; zware metalen delen van de baanconstructie bijv. kolommen/radiatoren die zich bevinden voor de standplaats sporter en een ricochet zouden kunnen veroorzaken dienen afgeschermd te worden met pijlenstoppend materiaal; voorkomen moet worden dat de baan binnen getreden kan worden tussen standplaats sporter en doel: toegangsdeuren moeten achter de standplaats sporter zijn gesitueerd of indien tussen de standplaats sporter en de achterwand toch deuren voorkomen, mogen deze tijdens het schieten alleen van binnenuit geopend kunnen worden. Gebruik van de baan: de handboogsport moet altijd worden beoefend onder leiding en verantwoordelijkheid van een vereniging of organisator, waarbij de instructies met betrekking tot de veiligheid moeten worden opgevolgd; er mag uitsluitend op het blazoen worden geschoten vanaf de standplaats sporter. De standplaats sporter moet door middel van een merkteken blijvend zijn aangegeven; de boog mag met of zonder pijl, alleen worden uitgetrokken op de standplaats sporter indien zich niemand in de onveilige zone bevindt. Tijdens het uittrekken en lossen dient steeds op het blazoen te worden gericht. Indien een sporter na een waarschuwing van de leiding aan deze veiligheidseis geen gevolg geeft leidt dit onherroepelijk tot uitsluiting van verdere deelname aan wedstrijd of training Banen voor veldschieten Veldschieten gebeurt meestal in een natuurlijke omgeving, op een geaccidenteerd terrein met natuurlijke begroeiing. De sporters worden ingedeeld in groepjes van drie of meer personen en volgen een looproute van baan naar baan (zie figuur 5a). Voor de veldschietbanen zijn de hierna te noemen voorschriften van toepassing: Uitvoering van de banen 17

18 de inrichting en de uitrusting moeten altijd in een goede staat van onderhoud verkeren; binnen de inrichting worden één of meer parcoursen uitgezet die elk een aantal afzonderlijke banen bevatten. De banen hebben een lengte van minimaal 5 en maximaal 60 meter (figuur 5 b); de banen dienen zo gesitueerd te zijn dat elk voldoet aan de veiligheidsnorm zoals die gesteld is in figuur 5b en in paragraaf , met uitzondering van de 2 e zin van de 3 e aanhaling. Indien bij veldbanen echter gebruik gemaakt wordt van (tijdelijke) pijlenvangers om de zone s 2 en 3 te laten vervallen, dient, voor wat de hoogte betreft, op de banen langer dan 30 meter de direct achter het doel geplaatste pijlenvanger tenminste 2.7 meter boven de bovenste spot (roos) van dat doel uit te steken. Op banen van 10 meter en korter kan de hoogte van de pijlenvanger beperkt worden tot 1,3 meter boven de bovenste spot. Op afstanden tussen 30 en 10 meter kan de pijlenvanger evenredig kleiner worden. (b.v. bij 25 meter: 2,35 m, bij 20 meter : 2,0m en bij 15 meter : 1.65m). De breedte van de pijlenvanger is conform de uitgangspunten van figuur 5b. indien achter het doel de grondslag oploopt ten opzichte van de baanzool van de baan, dan kan daardoor een natuurlijke pijlenvanger ontstaan waarmee de veiligheidszone achter het doel ingekort kan worden; indien zich geen natuurlijke pijlenvanger bevindt achter het doel van een baan, waarvan de oog-spot-lijn, ten opzichte van horizontaal gezien, oploopt, dient achter het doel een extra voorziening getroffen te worden zoals hierboven in de 3 e aanhaling is aangegeven, om te voorkomen dat misgeschoten pijlen de veiligheidszone 2 overschrijden. Indien niet in een pijlenvanger voorzien wordt, dan dient de veiligheidszone 2 (figuur 5b) voor de desbetreffende baan verlengd te worden tot 350 meter. Indien de oog-spot-lijn niet meer dan 20º ten opzichte van horizontaal gezien oploopt, kan die veiligheidszone beperkt worden tot 225 meter; bij alle toegangen tot de inrichting wordt vóór het begin van de onveilige zone tijdens een handboogactiviteit, de volgende waarschuwing geplaatst: Vanwege Handboogsportactiviteiten is het hierachter gelegen terrein onveilig. Gebruik van de banen de handboogsport moet altijd worden beoefend onder leiding en verantwoordelijkheid van een vereniging of organisator, waarbij de instructies met betrekking tot de veiligheid moeten worden opgevolgd; er mag uitsluitend op het blazoen worden geschoten vanaf de standplaats sporter. De standplaats sporter moet door middel van een merkteken blijvend zijn aangegeven; de boog mag met of zonder pijl, alleen worden uitgetrokken op de standplaats sporter indien zich niemand in de onveilige zone bevindt. Tijdens het uittrekken en lossen dient steeds op het blazoen te worden gericht, om te voorkomen dat de pijl buiten de veiligheidszone terechtkomt als deze te vroeg of per ongeluk wordt los gelaten. Indien een sporter na een waarschuwing van de leiding aan deze veiligheidseis geen gevolg geeft leidt dit onherroepelijk tot uitsluiting van verdere deelname aan wedstrijd of training; 18

19 nog meer dan bij de andere handboogdisciplines draagt het persoonlijk gedrag van de sporter bij aan de veiligheid. Zodra op een baan begonnen wordt met schieten houden de sporters die niet aan de beurt zijn, zicht op de omgeving. Met name zal men attent zijn op het mogelijk binnentreden van de baan of veiligheidszones door andere personen. 19

20 Voorbeeld veldparcours van 8 banen figuur 5a lengte van de banen tussen de 5 en 60 meter X = organisatie = buitengrens van de inrichting --->-- = looproute = toegangsweg = standplaats sporter 20

21 Zone 1 Zone 2 Zone 3 baan-as Maximaal 60 m voorbeeld uitgangspunt rooshoogte 1.30 m = doel = standplaats sporter Figuur 5b 11.5 Banen voor demonstratie en kennismaking Organisatoren kunnen demonstraties van de handboogsport geven of kunnen mensen laten kennismaken met de sport. Dit gebeurt dan op banen die alleen voor dat moment worden opgezet. De verantwoordelijkheid en toezicht berusten bij het bestuur van de betreffende vereniging of organisator. Een dergelijke inrichting kan zowel binnen als buiten worden opgezet. Op dergelijke banen wordt op een korte afstand geschoten (zie figuur 6). De hierna te noemen voorschriften zijn voor deze tijdelijke banen van toepassing: Uitvoering van de baan de inrichting en de uitrusting moeten altijd in een goede staat van onderhoud verkeren; de afstand waarover geschoten wordt dient niet groter te zijn dan 10 meter; achter de doelen dient een pijlenvanger gesitueerd te zijn die bestaat uit een gesloten wand of een systeem van netten van tenminste 3,5 meter hoog; links en rechts van de buitenste baanassen dient de pijlenvanger tenminste 3 meter door te lopen. Indien de baan is voorzien van een gesloten zijwand dient de pijlenvanger hierop aan te sluiten; indien geen gebruik gemaakt wordt van een pijlenvanger gelden de voorschriften zoals die in 11.2 worden genoemd; de wachtlijn dient tenminste 2 meter achter de schietlijn te worden aangebracht. Gebruik van de baan 21

22 de handboogsport moet altijd worden beoefend onder leiding en verantwoordelijkheid van een vereniging of organisator, waarbij de instructies met betrekking tot de veiligheid moeten worden opgevolgd; er mag uitsluitend op het blazoen worden geschoten vanaf de standplaats sporter. De standplaats sporter moet door middel van een merkteken blijvend zijn aangegeven; de boog mag, met of zonder pijl, alleen worden uitgetrokken op de standplaats sporter indien zich niemand in de onveilige zone bevindt. Tijdens het uittrekken en lossen dient steeds op het blazoen te worden gericht, om te voorkomen dat de pijl buiten de veiligheidszones terechtkomt als deze te vroeg of per ongeluk wordt los gelaten. Indien een sporter na een waarschuwing van de wedstrijdleiding aan deze veiligheidseis geen gevolg geeft leidt dit onherroepelijk tot uitsluiting van verdere deelname aan wedstrijd of training; Bij kennismakingsbanen gelden verder nog de volgende voorschriften: er mogen alleen recurvebogen worden gebruikt, en die mogen geen groter trekgewicht hebben dan 11,3 kilogram (25 lbs); er dient alleen geschoten te worden onder begeleiding van personen die door de organisator aangewezen zijn voor instructie; in buitensituaties dient per baan tenminste een instructeur aanwezig te zijn; in binnensituaties kan volstaan worden met tenminste een instructeur per twee banen. wachtlijn schietlijn 3 m Hoogte pijlenvanger 3,5 m 3 m 2 m max. 10 m Figuur 6 22

23 12. TOEPASSING VAN DE BANEN VOOR DE VORMEN VAN HANDBOOGSPORT 12.1 Vrije buitenbanen Naast de algemene veiligheidseisen zoals die eerder beschreven zijn, wordt voor het gebruik van de vrije buitenbanen nog een aantal aanvullende regels gesteld. Voor wedstrijden in de discipline 25m1p geldt: aan de buitenzijden van de meest linkse en meest rechtse baanassen, loopt, evenwijdig met deze baanassen, een onveilige zone van 6 meter. Deze zone gaat over in een bredere zone vanaf het punt waar de buitenste lijn van de 6 meter zone de hoeklijn van de raakt. De wachtlijn wordt gesteld op tenminste 1 meter achter de schietlijn. Voor de toeschouwerslijn is geen bepaalde afstand gesteld, in het algemeen wordt gerekend dat in de wachtruimte gemiddeld 2 m² plaats is voor elke deelnemer; de indeling van het wedstrijdveld is dan zoals figuur 7 aangeeft. Voor beperking van een deel van de onveilige zones zijn de mogelijkheden in het vorige hoofdstuk beschreven. De verdere materiële uitrusting en inrichting van de banen staat beschreven in de Schiettechnische Reglementen. 23

24 Zone 1 Zone 2 Zone 3 wachtlijn schietlijn 6 13 baan-as baan-as Min. 1 meter Maten in meters = doel = standplaats sporter Voor wedstrijden in de discipline Outdoor geldt: Figuur 7 aan de buitenzijden van de meest linkse en meest rechtse baanassen, loopt, evenwijdig met deze baanassen, een onveilige zone van 6 meter. Deze zone gaat over in een bredere zone vanaf het punt waar de buitenste lijn van de 6 meter zone de hoeklijn van de raakt; de wachtlijn wordt gesteld op 5 meter achter de schietlijn; de toeschouwerslijn wordt gesteld op tenminste 10 meter achter de wachtlijn; de indeling van een wedstrijdveld is dan, afhankelijk van de wedstrijd, zoals in figuur 8 of 9 is aangegeven. 24

25 Voor beperking van een deel van de onveilige zones zijn de mogelijkheden in de vorige hoofdstukken beschreven. De verdere materiële uitrusting en inrichting van de banen staat beschreven in het Schiettechnisch reglement. wachtlijn Zone 1 Zone 2 Zone 3 schietlijn 6 13 baan-as baan-as Min. 5 meter 6 13 Min. 10 meter Maten in meters = doel = standplaats sporter Figuur 8 25

26 wachtlijn Zone 1 Zone 2 Zone 3 schietlijn 6 16 baan-as baan-as Min. 5 meter Min. 10 meter Maten in meters = doel = standplaats sporter Figuur Buitenbanen met voorzieningen Ter aanvulling van de reeds genoemde veiligheidsregels wordt de wachtlijn gesteld op tenminste 1 meter achter de schietlijn. Voor elke deelnemer wordt in de wachtruimte in het algemeen 2 m² aangehouden Binnenbanen Ter aanvulling van de reeds genoemde veiligheidsregels wordt de wachtlijn gesteld op tenminste 1 meter achter de schietlijn. Indien de baan in gebruik is voor een wedstrijd onder Fita-reglementering moet de wachtlijn op 3 meter achter de schietlijn gesteld zijn. Voor elke deelnemer wordt in de wachtruimte in het algemeen 2 m² aangehouden. 26

27 VERKLARENDE WOORDENLIJST Onderstaand vindt u een verklarende woordenlijst voor de diverse termen die gebruikt worden binnen de handboogsport. Baan Enkelvoudige ruimte voor één handboogaktiviteit beginnend met de schietlijn en eindigend met het doel. Door het midden van de baan loopt de baanas. Baanas Een denkbeeldige lijn tussen nulpunt of 0-punt (het oog van de sporter) en het midden van het doel. Baanzool Het gedeelte van de accommodatie tussen het nulpunt en de pijlenvanger. Blazoen Een weergave van concentrische cirkels of andersoortige afbeeldingen, meestal gedrukt op papier of karton. Direct schot De pijl die ongehinderd het doel bereikt. Doel Een lichaam, gemaakt van daarvoor geschikt materiaal, dat de snelheid van de hierin doordringende pijl reduceert tot 0, en dat meestal voorzien is van een blazoen. Doel(en)lijn De lijn waarop het doel staat opgesteld (meestal staan meerdere doelen naast elkaar opgesteld). Deze lijn loopt evenwijdig aan de schietlijn. Elevatie De hoek die gevormd wordt door de pijl en de horizontale bodem. Nulpunt De standplaats sporter; het 0-punt wordt vastgelegd in de baanas; dit gebeurt meestal door middel van een piket, een tegel of een teken op de grond. Onveilige zone Het gedeelte van de inrichting waarin tijdens het schieten pijlen die het doel missen of ricocheren, terecht kunnen komen. In de onveilige zone is gevaar voor leven, letsel en/of schade aan goederen te duchten. De afmetingen van de onveilige zone zijn afhankelijk van het type baan. Pijlenvanger Een ondoordringbare versperring, bedoeld om pijlen die het doel missen op te vangen. Poorten 27

28 Haaks op de baanas opgestelde constructies waarin een of meer openingen zijn aangebracht waar doorheen kan worden geschoten; zij beperken de onveilige zone. De horizontale (boven) en verticale (zij) vlakken worden schermen genoemd Ricochet Een pijl die na contact met de grond of met een voorwerp op-, zijwaarts of terug springt en zijn vlucht meestal in een afwijkende richting voortzet. De snelheid van de pijl kan hierna variëren tussen nagenoeg de oorspronkelijke snelheid en 0. Ricochetgebied Het gebied waarin tijdens het schieten als gevolg van een ricochet pijlen terecht kunnen komen; het ricochetgebied is een onderdeel van de onveilige zone. Roos Centrum van het blazoen. (wordt bij veldschieten spot genoemd) Schermen Haaks op de schietrichting aangebrachte blinderingen: aan de zijkant van de baan verticaal opgesteld, waar tussendoor geschoten kan worden (zijschermen),en/of boven de baan, waar onderdoor geschoten kan worden (bovenschermen). Zij- en bovenschermen vormen samen een poort zoals bedoeld in Schietlijn De lijn van waaraf de handboogsporter de pijlen schiet naar het doel. Toeschouwerslijn De lijn waarachter zich een ieder moet bevinden die geen deelnemer is of een functie heeft bij de beoefening van de handboogsport op dat moment. Wachtlijn De lijn die achter de schietlijn en daaraan evenwijdig loopt. In de ruimte tussen de schietlijn en de wachtlijn mogen zich alleen deelnemers bevinden die op dat moment aan de schietbeurt bezig zijn. Wachtruimte De ruimte tussen de wachtlijn en de toeschouwerslijn waarbinnen zich de functionarissen en de deelnemers die niet aan hun schietbeurt bezig zijn, bevinden. Alleen in deze ruimte mag de handboogsportuitrusting worden opgesteld. Wedstrijdterrein/wedstrijdruimte Ruimte met meerdere banen en bijbehorende aangegeven perken, zoals: onveilige zone s, wachtruimten, toeschouwersruimten e.d. 28

29 14. AANVULLINGEN 11.6 Schietnetten voor handboogsport (juni 2005) Met schietnetten kan een onveilige zone worden afgeschermd en/of het toebrengen van schade aan een gebied voorkomen worden. Netten, mits goed gemonteerd, brengen de snelheid van een pijl die het doel mist, terug tot 0. Schietnetten lijken op visnetten; de mazen van de netten zijn 4.5 mm of minder. Netten mogen niet rekken en kunnen gemaakt zijn van polyester of katoen, of van een ander daarvoor geschikt materiaal. Schietnetten kunnen functioneren omdat ze aan de bovenzijde met ringen aan een staalkabel of rek geplooid opgehangen zijn (lengte net is 1 ½ x de lengte van het af te schermen gebied). Aan de onderkant dienen netten, zonder bevestigingen, vrij tot op de grond te hangen; aan de zijkanten hangen ze ook vrij. Door de losse ophanging zal een net bij de inslag van een pijl meegeven en remmend werken zodat de pijl gestopt wordt; als een net (te) strak hangt zal een pijl er dwars door heen gaan. Indien er netten achter het doel gebruikt worden dan dient er een dubbel systeem van netten met een tussenruimte van ongeveer 25 cm te worden gehangen. Indien netten parallel aan de baanas gebruikt worden dan kan met enkelvoudige netten volstaan worden. Gebruik van een net binnen Netten zijn geschikt om tijdelijke een Indooraccommodatie in te richten. Doordat netten gemakkelijk op te hangen of te verschuiven zijn kan een sporthal of een andere ruimte tot een functionele handboogaccommodatie worden ingericht. Hier door kunnen trainingen en wedstrijden worden gehouden op plaatsen die niet specifiek voor handboogsport zijn ingericht. Zie tevens ook: 11.5 Banen voor demonstratie en kennismaking. Gebruik van een net buiten Voor een permanente opstelling buiten zijn netten niet geschikt omdat tijdens het schieten weersomstandigheden niet onder controle te houden zijn. Door wind zullen netten gaan bollen, strak trekken en daardoor hun pijlstoppende functie verliezen. Tevens is dan niet meer te overzien of netten nog op de goede plaats hangen. Regen zal netten zwaar maken waardoor ze bij de inslag van de pijl niet meer meegeven en daardoor hun remmende werking verliezen: de pijl zal er doorheen gaan. Zie tevens ook: 11.5 Banen voor demonstratie en kennismaking. 29

Veiligheidsplan handboogschietvereniging Agilaz Tiendeveen. VEILIGHEIDSPLAN

Veiligheidsplan handboogschietvereniging Agilaz Tiendeveen. VEILIGHEIDSPLAN VEILIGHEIDSPLAN Handboogschietvereniging Agilaz. Inschrijving handelsregister K.v.K. onder nr. 64764877. Vestigingsadres. Molenweg 4a, 7936 PB Tiendeveen. Postadres: Roerdomplaan 97, 7905 EC Hoogeveen

Nadere informatie

Voorwoord. Ondersteuning

Voorwoord. Ondersteuning Nieuwsbrief SIE Januari 2014 Sport Institute Europe e.v. Scheidtbahchstrasse 15 51469 Bergisch Gladbach Trade register: 29 july 2008 / Ambsgericht Gladbach VR2525 email: info@sportinstitute.nl Voorwoord

Nadere informatie

DRAAIBOEK RK INDOOR 1

DRAAIBOEK RK INDOOR 1 DRAAIBOEK RK INDOOR 1 Inleiding Het organiseren van een RK is eigenlijk niet heel ingewikkeld. Het is een dubbele indoor wedstrijd (2x 30 pijlen) met finales. Als je een goed finaleschema hebt, ben je

Nadere informatie

Schiettechnisch Reglement van de NEDERLANDSE HANDBOOG BOND. Deel 3D

Schiettechnisch Reglement van de NEDERLANDSE HANDBOOG BOND. Deel 3D Schiettechnisch Reglement van de NEDERLANDSE HANDBOOG BOND Deel 3D De Nederlandse Handboog Bond is lid van: - de Fédération Internationale de Tir à l Arc (FITA) - European and Mediterranean Archery Union

Nadere informatie

NEDERLANDSE HANDBOOG BOND

NEDERLANDSE HANDBOOG BOND Schiettechnisch Reglement van de NEDERLANDSE HANDBOOG BOND Deel 5: 3D De Nederlandse Handboog Bond is lid van: International Field Archery Association (IFAA) International Archery Federation (FITA) European

Nadere informatie

Informatieblad. Post adres: Ruiterij 30. Veld adres: Sportlaan 10 Postcode: 9204

Informatieblad. Post adres: Ruiterij 30. Veld adres: Sportlaan 10 Postcode: 9204 Informatieblad Post adres: Ruiterij 30 Postcode: 9201 DC Plaats: Drachten Veld adres: Sportlaan 10 Postcode: 9204 Plaats: Drachten Voorwoord Hartelijk dank voor je aanmelding bij Handboogvereniging Drachtsterpijl,

Nadere informatie

WEDSTRIJDREGLEMENT NOORD NEDERLANDSE HANDBOOG FEDERATIE Geldig vanaf Art. 1. Organisatie van wedstrijden, uitslagen, afmeldingen.

WEDSTRIJDREGLEMENT NOORD NEDERLANDSE HANDBOOG FEDERATIE Geldig vanaf Art. 1. Organisatie van wedstrijden, uitslagen, afmeldingen. WEDSTRIJDREGLEMENT NOORD NEDERLANDSE HANDBOOG FEDERATIE Geldig vanaf 01-08-2014 Art. 1. Organisatie van wedstrijden, uitslagen, afmeldingen. a. De vereniging is verplicht de uitslag van een wedstrijd binnen

Nadere informatie

VEILIGHEIDSREGLEMENT KNTS

VEILIGHEIDSREGLEMENT KNTS VEILIGHEIDSREGLEMENT KNTS Voor permanente schietlocaties In dit Veiligheidsreglement zijn de minimale voorwaarden beschreven, waaraan de vereniging moet voldoen, voor het organiseren van een schietwedstrijd

Nadere informatie

Kruisboogreglement Opname uit NBFS reglement 2008

Kruisboogreglement Opname uit NBFS reglement 2008 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 66. De organisatoren dragen zorg voor een beveiligd terrein, waarop de benodigde schutsbomen worden geplaatst. Bij iedere schutsboom dient een tafel met twee stoelen voor de

Nadere informatie

Veiligheidsreglement Vogelschieten

Veiligheidsreglement Vogelschieten Artikel 1: Algemeen 1. Het bestuur van de organiserende vereniging verplicht zich de veiligheid in en om de schietinrichting te allen tijde te waarborgen. 2. Ter handhaving van de veiligheid heeft één

Nadere informatie

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40 PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40 2 van 13 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Besluitvlakregels 8 Artikel 3 Gemengd 8

Nadere informatie

DEEL X GEHANDICAPTENREGLEMENT

DEEL X GEHANDICAPTENREGLEMENT POSTBUS 303, 3830 AJ LEUSDEN DEEL X GEHANDICAPTENREGLEMENT KNSA Schiet- en Wedstrijdreglement, deel X, versie 01-10-2016, pagina 1 INHOUD DEEL X GEHANDICAPTENREGLEMENT Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk

Nadere informatie

Afstellen van de handboog Pagina 1 van 5

Afstellen van de handboog Pagina 1 van 5 HET AFSTELLEN VAN HET MATERIAAL. Onder het afstellen wordt verstaan Afstellen van de handboog Pagina 1 van 5 Het creëren van zodanige condities, dat de schutter met zijn materiaal en zijn beheersing van

Nadere informatie

Antwoordmodel Reglemententoets wedstrijdleiders / scheidsrechter Wedstrijdreglement 2016/2017

Antwoordmodel Reglemententoets wedstrijdleiders / scheidsrechter Wedstrijdreglement 2016/2017 Antwoordmodel Reglemententoets wedstrijdleiders / scheidsrechter Wedstrijdreglement 2016/2017 GOED of FOUT (40 punten) Hieronder volgen 20 beweringen. Geef aan of ze goed of fout zijn door het juiste antwoord

Nadere informatie

ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND

ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND SPELREGLEMENT Versie 2012.01 Geheel herzien. Dit reglement is vastgesteld door de Top-/Breedtesportcommissie en treedt in werking vanaf 1 september 2012. Hiermee vervallen

Nadere informatie

Reglementen Crossbaan Boerenrockfestival

Reglementen Crossbaan Boerenrockfestival Reglementen Crossbaan Boerenrockfestival Het Boerenrockfestival is geen officiële crosswedstrijd maar hanteert wel regels waarin eisen aan voertuigen zijn vastgelegd. Ook zijn er eisen m.b.t. veiligheid

Nadere informatie

ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND

ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND SPELREGLEMENT Dit reglement is vastgesteld op de bondsraad 2009 en treedt in werking vanaf 1 september 2009. Hiermee vervallen alle vorige uitgaven. INHOUDSOPGAVE 1. Algemeen

Nadere informatie

Opmerking. Het schietpatroon is samengesteld voor een rechtse schutter. De linkse schutter moet alles identiek doen, maar wel in spiegelbeeld.

Opmerking. Het schietpatroon is samengesteld voor een rechtse schutter. De linkse schutter moet alles identiek doen, maar wel in spiegelbeeld. Het schietpatroon is samengesteld voor een rechtse schutter. De linkse schutter moet alles identiek doen, maar wel in spiegelbeeld. De houding moet tijdens het volledig schietpatroon behouden blijven.

Nadere informatie

HANDBOOGSPORT OP SCHOOL! groep 7-8

HANDBOOGSPORT OP SCHOOL! groep 7-8 HANDBOOGSPORT OP SCHOOL! groep 7-8 Handboogsport op school GROEP 7 EN 8 Introductie Dit lespakket Handboogsport op School is speciaal ontwikkeld voor leerlingen in groep 7 en 8 van de basisschool. Met

Nadere informatie

VLAKBANKBEVEILIGING MET PARALLELGELEIDING 1972 Blz. 1

VLAKBANKBEVEILIGING MET PARALLELGELEIDING 1972 Blz. 1 Blz. 1 1. INLEIDING Bij het werken aan niet of onvoldoend beveiligde vlakbanken vinden in Nederland jaarlijks vele ongevallen plaats door het in aanraking komen met de sneldraaiende beitels. Dit kan zich

Nadere informatie

DE GESCHIEDENIS VAN DE HANDBOOGSPORT

DE GESCHIEDENIS VAN DE HANDBOOGSPORT DE GESCHIEDENIS VAN DE HANDBOOGSPORT De pijl en boog is waarschijnlijk een der oudste wapens, die de mensheid kent ( de enige plaats waar de pijl en boog onbekend is gebleven is Australië ). Reeds in de

Nadere informatie

Internationaal Handboog festival Outdoor Doelschieten Zaterdag 17 en zondag 18 september 2011. Locatie: Texas Hoeve. Rietdijk 6 4823 ZK Breda.

Internationaal Handboog festival Outdoor Doelschieten Zaterdag 17 en zondag 18 september 2011. Locatie: Texas Hoeve. Rietdijk 6 4823 ZK Breda. Internationaal Handboog festival Outdoor Doelschieten Zaterdag 17 en zondag 18 september 2011 Locatie: Texas Hoeve Rietdijk 6 4823 ZK Breda. Inschrijving uiterlijk 30 augustus 2011 op breda.archery@casema.nl

Nadere informatie

Reglement schietwedstrijden Goedgekeurd tijdens de algemene ledenvergadering te Zevenaar d.d.

Reglement schietwedstrijden Goedgekeurd tijdens de algemene ledenvergadering te Zevenaar d.d. Federatie van Gelderse schuttersgilden en schutterijen St. Hubertus Reglement schietwedstrijden Goedgekeurd tijdens de algemene ledenvergadering te Zevenaar d.d. Artikel 1: Schietwedstrijden 1.1 Het reglement

Nadere informatie

o ATerinzagelegging @ 7906572

o ATerinzagelegging @ 7906572 Octrooiraad o ATerinzagelegging @ 7906572 Nederland @ NL

Nadere informatie

Voorwaarden Topsportverenigingen

Voorwaarden Topsportverenigingen Voorwaarden Topsportverenigingen Inleiding Reeds in het Meerjarenplan 2009-2012 Kiezen voor de toekomst wordt de loopbaan naar topschutter beschreven. Bij de wedstrijdschutter met topsportambitie en de

Nadere informatie

Competitiereglement Moergestelse dartcompetitie

Competitiereglement Moergestelse dartcompetitie Competitiereglement Moergestelse dartcompetitie 1.1 Voorwaarden teams. 1.1.1 Uit hun midden wijzen de spelers van een team een captain aan. Deze wordt beschouwd als de contactpersoon voor het team. Mededelingen

Nadere informatie

HANDLEIDING TEAMSCHIETEN

HANDLEIDING TEAMSCHIETEN HANDLEIDING TEAMSCHIETEN In deze handleiding worden de belangrijkste regels omtrent het teamschieten samengevat. De artikels verwijzen naar de oorspronkelijke artikelen in FITA-boek 3, Indoor. In de meeste

Nadere informatie

Wedstrijdreglement TARGET SPRINT ZATERDAG 15 JUNI 2019

Wedstrijdreglement TARGET SPRINT ZATERDAG 15 JUNI 2019 Wedstrijdreglement TARGET SPRINT ZATERDAG 15 JUNI 2019 Deelname Iedere deelnemer/ster loopt en schiet voor eigen risico en verantwoording. De organisatie aanvaardt voor geen enkele schade enige aansprakelijkheid.

Nadere informatie

ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND

ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND SPELREGLEMENT Versie 2014.02 Geheel herzien. Dit reglement is vastgesteld door de Top-/Breedtesportcommissie en treedt in werking vanaf 1 september 2014. Hiermee vervallen

Nadere informatie

FIETSMETINGEN BIJ WIELERWEDSTRIJDEN. Bronnen: UCI/KNWU

FIETSMETINGEN BIJ WIELERWEDSTRIJDEN. Bronnen: UCI/KNWU FIETSMETINGEN BIJ WIELERWEDSTRIJDEN Bronnen: UCI/KNWU Positie regels Plaats van het traditionele stuur Plaats van de stuur extensies Meting punt van de shifters Hoogte van het stuur extensies Positie van

Nadere informatie

Buitenschietbanen

Buitenschietbanen 3.8.3. Buitenschietbanen Artikel 3.157 Deze paragraaf is van toepassing op het schieten op: a. een buitenschietbaan die wordt gebruikt door de Nederlandse of een bondgenootschappelijke krijgsmacht waar

Nadere informatie

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

Voorschriften aan projectbesluit Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg" - 1 - HOOFDSTUK 1 Begrippen Artikel 1 Begrippen 1.1 het projectbesluit de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende

Nadere informatie

Draaiboek jeugdwedstrijden regio 101

Draaiboek jeugdwedstrijden regio 101 Draaiboek jeugdwedstrijden regio 101 Draaiboek jeugdwedstrijd van Regio I0I In Regio I0I worden jeugdwedstrijden, de zogenaamde jeugdcompetitie, geschoten. De Nederlandse HandboogBond financiert deze wedstrijden.

Nadere informatie

Het Schietpatroon INHOUDSOPGAVE

Het Schietpatroon INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE Overzicht... 3 De Houding aan de lijn... 4 Pijl opzetten (Kepen)... 5 Booghand en koordhand plaatsen... 6 Concentratie... 7 Vooraantrek... 8 Aantrek... 9 Ankeren... 10 Mikken... 11 Doortrekken

Nadere informatie

1. Een scharnierend of uitneembaar gedeelte op die plaats waar noodzakelijk onderhoud moet worden gepleegd;

1. Een scharnierend of uitneembaar gedeelte op die plaats waar noodzakelijk onderhoud moet worden gepleegd; Belasting van Personenauto s en motorrijwielen. Inrichtingseisen bestelauto s 1 Belasting van Personenauto s en motorrijwielen. Inrichtingseisen bestelauto s Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

JUIST OF FOUT correctiemodel

JUIST OF FOUT correctiemodel JUIST OF FOUT correctiemodel 1. Een scheidsrechter moet altijd eerst een gele kaart geven vooraleer hij een rode kaart kan geven. Fout (art. 125.5 noot i zie ook art. 144.2 noot) 2. De scheidsrechter is

Nadere informatie

Koepel Nederlandse Traditionele Schutters

Koepel Nederlandse Traditionele Schutters Erkenning traditioneel schieten en disciplines Met in acht neming van de artikel b 2.6 in het CWM van 1 juli 2014 erkent of reglementeert de KNTS het in wedstrijdverband beoefenen van disciplines, ook

Nadere informatie

Wedstrijdreglement TARGET SPRINT

Wedstrijdreglement TARGET SPRINT Wedstrijdreglement TARGET SPRINT ZATERDAG 9 JUNI 2018 INHOUDSOPGAVE 1 Target Sprint 2018 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Eigenschappen Target Sprint 3 1.2.1 Individuele wedstrijd 1.2.2 Groep (man/vrouw 12+) wedstrijd

Nadere informatie

EPS /VTN Reglement baanfunctionarissen 2018 Vlaggers, baanonderhoud, schrijvers

EPS /VTN Reglement baanfunctionarissen 2018 Vlaggers, baanonderhoud, schrijvers EPS /VTN Reglement baanfunctionarissen 2018 Vlaggers, baanonderhoud, schrijvers 1. Dit wedstrijdbaanreglement (hierna te noemen reglement) is op mij van toepassing vanaf het moment dat ik me tijdens de

Nadere informatie

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam

Nadere informatie

Voorschriften voor gecombineerde meterkast in eengezinswoningen

Voorschriften voor gecombineerde meterkast in eengezinswoningen Voorschriften voor gecombineerde meterkast in eengezinswoningen Behorend bij: Aanwijzingen voor aansluiting op het openbare drinkwaterleidingnet 1 oepassing De voorschriften in deze brochure komen overeen

Nadere informatie

Reglemententoets. Wedstrijdleider / scheidsrechter

Reglemententoets. Wedstrijdleider / scheidsrechter «Dag» «datum» «reglementen» Reglemententoets Wedstrijdleider / scheidsrechter Naam: «Voornaam» «Tussenvoegsel» «Achternaam» Wedstrijdreglement 2016/2017 Reglemententoets - 1 - OF (40 punten) Hieronder

Nadere informatie

Handleiding opgelegd schieten met steun +56 jaar

Handleiding opgelegd schieten met steun +56 jaar VLAAMSE SCHIETSPORTKOEPEL Vereniging zonder winstoogmerk Erkend door Sport Vlaanderen 1 Handleiding opgelegd schieten met steun +56 jaar 2018 - versie 1 ISSF Reglementering Opgelegd schieten Hoe deze regels

Nadere informatie

JeugdFITA: Reglement. Evenement. Wedstrijdopzet, categorieën, klassen en meer...

JeugdFITA: Reglement. Evenement. Wedstrijdopzet, categorieën, klassen en meer... JeugdFITA: Reglement Wedstrijdopzet, categorieën, klassen en meer... De Jeugd FITA-wedstrijden worden georganiseerd voor jeugdige schutters (aspiranten tot en met junioren). Doel is dat het een leuke wedstrijd

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1 blz.1 1. INLEIDING Naar de praktijk leert, gebeuren elk jaar, o.a. op bouwwerken, ernstige ongevallen doordat personen van een grote hoogte vallen. Artikel 127 van het "Veiligheidsbesluit voor fabrieken

Nadere informatie

B I J W O NI NGEN 2012

B I J W O NI NGEN 2012 E R F - O F P ERCEELSAFSCHEIDINGEN B I J W O NI NGEN 2012 1. Inleiding Wie in Nederland iets wil bouwen heeft (meestal) een omgevingsvergunning nodig en is aan allerlei regels gebonden. Deze regels staan

Nadere informatie

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1 Hoogtesprong Vleugels De staander moet tenminste 100cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste 75 cm hoogte op de staander. De breedte van de vleugel is 40 tot 60 cm. Het mag niet mogelijk

Nadere informatie

Catalogus Handboogmateriaal

Catalogus Handboogmateriaal Catalogus Handboogmateriaal Materiaal voor onderwijs-, recreatie- en sportsector 010-011 1 + + 1 Handboogset Basis Handboogset Uitgebreid Eagle eye Basis set om een kleine groep (1 pers.) onervaren deelnemers

Nadere informatie

Catalogus Handboogmateriaal

Catalogus Handboogmateriaal Catalogus Handboogmateriaal Materiaal voor onderwijs-, recreatie- en sportsector 2012-2013 1+2 3+4 1 Handboogset Basis 2 Handboogset Uitgebreid 3 Eagle eye Basis set om een kleine groep (1 pers.) onervaren

Nadere informatie

Regels voor de Baancommandant

Regels voor de Baancommandant Regels voor de Baancommandant Als er geen baancommandant in de accommodatie aanwezig is, mag er niet geschoten worden. Eventueel wordt er een nieuwe baancommandant aangewezen. De baancommandant mag tijdens

Nadere informatie

Checklist toestellen 2016 Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Checklist toestellen 2016 Commissie Agility, Raad van Beheer 1 Hoogtesprong Hoogte L: 55-60 cm, M: 35-40 cm, S: 25-30 cm Vleugels De staander moet tenminste 100cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste 75 cm hoogte op de staander. De breedte van de

Nadere informatie

Eisen aan uw meterruimte en invoervoorzieningen Informatie voor aanvragers van een Lianderaansluiting

Eisen aan uw meterruimte en invoervoorzieningen Informatie voor aanvragers van een Lianderaansluiting Eisen aan uw meterruimte en invoervoorzieningen Informatie voor aanvragers van een Lianderaansluiting voor nieuwbouw iedereen energie eisen aan uw meterruimte en invoervoorzieningen Voor uw eigen veiligheid

Nadere informatie

Reglement competitie handboogverengingen Vught

Reglement competitie handboogverengingen Vught Reglement competitie handboogverengingen Vught Vastgesteld in 2013 1. A L G E M E E N Wat is het doel van de competitie Het doel van de Vughtse competitie is om zoveel mogelijk schutters van de diverse

Nadere informatie

Algemene informatie Run-Archery

Algemene informatie Run-Archery Algemene informatie Run-Archery De Sport Run-Archery is een combinatie van veldlopen (cross country) en handboogschieten. Na het startschot lopen de atleten in verschillende klassen met de boog (en pijlen)

Nadere informatie

Leskaarten. Auteur: Rudy Papo Ludus Outdoor datum: November Leskaarten Eagle Eye

Leskaarten. Auteur: Rudy Papo Ludus Outdoor datum: November Leskaarten Eagle Eye Auteur: Rudy Papo Ludus Outdoor datum: November 2014 Leskaarten Eagle Eye De Eagle Eye is een gave manier om elastieken te schieten! Voor kinderen is schieten erg aantrekkelijk en kan een leuke afwisseling

Nadere informatie

Reglement. Post adres: Ruiterij 30. Veld adres: Sportlaan 10 Postcode: 9204

Reglement. Post adres: Ruiterij 30. Veld adres: Sportlaan 10 Postcode: 9204 Reglement Post adres: Ruiterij 30 Postcode: 9201 DC Plaats: Drachten Veld adres: Sportlaan 10 Postcode: 9204 Plaats: Drachten Voorwoord Met het opstellen van het reglement hebben we regels opgesteld voor

Nadere informatie

TOERNOOI- EN WEDSTRIJDREGLEMENT NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND

TOERNOOI- EN WEDSTRIJDREGLEMENT NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND TOERNOOI- EN WEDSTRIJDREGLEMENT NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Uitgave november 2014 Hoofdstuk 1 Begrippen Artikel 1 Algemeen Evenement: Toernooi: Wedstrijd: Meerkamp: Evenementenseizoen: Bondsvertegenwoordiger:

Nadere informatie

TECHNISCH REGLEMENT VLAAMSE SCHIETSPORTKOEPEL AFDELING DOELSCHIETEN

TECHNISCH REGLEMENT VLAAMSE SCHIETSPORTKOEPEL AFDELING DOELSCHIETEN TECHNISCH REGLEMENT VLAAMSE SCHIETSPORTKOEPEL AFDELING DOELSCHIETEN Art. 1. Dit landelijk technisch reglement bevat aanvullende bepalingen op het Technisch Reglement ISSF en de Nationale Reglementen en

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. :metselwerk of beton

MONTAGEHANDLEIDING. :metselwerk of beton MONTAGEHANDLEIDING model type :ZEELAND :metselwerk of beton => Lees voordat u overgaat tot montage van het product eerst deze handleiding zorgvuldig door. = => Volg gedurende de montage de 6 stappen in

Nadere informatie

De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 BESTEMMINGSPLAN. Datum: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10

De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 BESTEMMINGSPLAN. Datum: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10 BESTEMMINGSPLAN Datum: Fase: Planid: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10 De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 Inhoudsopgave Toelichting 2 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

SCHIET EN WEDSTRIJDREGLEMENT LANGE AFSTAND SCHIETEN MET LUCHTDRUKGEWEREN

SCHIET EN WEDSTRIJDREGLEMENT LANGE AFSTAND SCHIETEN MET LUCHTDRUKGEWEREN SCHIET EN WEDSTRIJDREGLEMENT LANGE AFSTAND SCHIETEN MET LUCHTDRUKGEWEREN Schietvereniging De 100 Meter Crew SV De 100 Meter Crew SWR Lange afstand schieten met luchtdrukgeweren, versie 2016, blz. 1 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN Parkeerverordening Súdwest-Fryslân 2014 AFDELING I. DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

Nadere informatie

Reglement Carnavalsoptocht CS De Sparrenarren

Reglement Carnavalsoptocht CS De Sparrenarren Reglement Carnavalsoptocht CS De Sparrenarren Deze voorwaarden zijn opgesteld om de veiligheid tijdens de carnavalsoptocht voor zowel de deelnemers als toeschouwers te optimaliseren. De voorwaarden zijn

Nadere informatie

INFOBLAD 01. Toelichting op nieuw TCVT schema W3-11

INFOBLAD 01. Toelichting op nieuw TCVT schema W3-11 INFOBLAD 01 Toelichting op nieuw TCVT schema W3-11 INLEIDING 1.0 Algemeen De Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport (TCVT) beheert alle certificatieschema s in het kader van Verticaal Transport.

Nadere informatie

Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel 2.1.5.1. Algemene Plaatselijke Verordening)

Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel 2.1.5.1. Algemene Plaatselijke Verordening) Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel 2.1.5.1. Algemene Plaatselijke Verordening) Status Geldend Wettelijk kader Gemeentewet, Algemene

Nadere informatie

Watervergunning Keur waterschap Hunze en Aa s

Watervergunning Keur waterschap Hunze en Aa s Watervergunning Keur waterschap Hunze en Aa s 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 16 december 2015 een aanvraag ontvangen van Gemeente Assen, Postbus 30018 te ASSEN,

Nadere informatie

HANDBOEK MEERKAMPEN Deel 1 HB-besluit NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND

HANDBOEK MEERKAMPEN Deel 1 HB-besluit NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND HANDBOEK MEERKAMPEN Deel 1 HB-besluit NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Uitgave december 2000 Ten geleide. Deze druk van het Handboek Meerkampen is een herziene uitgave van het in april 1978 uitgekomen eerste

Nadere informatie

DOCENDI Algemene Voorwaarden

DOCENDI Algemene Voorwaarden Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle trainingen welke door Docendi worden aangeboden en verzorgd. DOCENDI Mail : info@docendi.nl KVK : 69620954 BTW : NL160325833B01 Definities Algemene

Nadere informatie

Sky-Line Universele overkapping

Sky-Line Universele overkapping Sky-Line Universele overkapping V E I L I G W E R K E N O P H O O G N I V E A U Skyworks BV Hoofdkantoor: Postbus 38 2650 AA Berkel en Rodenrijs Tel. 010-5140050 Fax 010-5140055 E-mail: info@skyworks.nl

Nadere informatie

FHN Reglementen. Behendigheid Toestellen

FHN Reglementen. Behendigheid Toestellen FHN Reglementen Behendigheid Toestellen Behendigheid Toestellen versie 2009 INHOUDSOPGAVE Blz. DE TOESTELLEN 3 FIGUUR 1: Hoogtesprongen 8 FIGUUR 2: De Muur 9 FIGUUR 3: De Borstelsprong 10 FIGUUR 4: De

Nadere informatie

Normaal wat normaal kan, speciaal wat speciaal moet

Normaal wat normaal kan, speciaal wat speciaal moet AANGEPAST BADMINTON ANGEPAST BADMINTON Normaal wat normaal kan, speciaal wat speciaal moet Aangepast Badminton Inleiding Badminton is een sport voor iedereen. Het over de hele wereld gespeelde razendsnelle

Nadere informatie

3M Traffic Safety Systems. Diamond Grade Contourmarkering. Zichtbaar beter. zichtbaar veiliger

3M Traffic Safety Systems. Diamond Grade Contourmarkering. Zichtbaar beter. zichtbaar veiliger 3M Traffic Safety Systems Diamond Grade Contourmarkering Zichtbaar beter zichtbaar veiliger Alles over de invoering van ECE Reglement 48 vanaf 10 juli 2011 Retroreflecterende contourmarkering Minder ongevallen

Nadere informatie

VEILIGHEIDSREGLEMENT

VEILIGHEIDSREGLEMENT Stichting Ontwikkeling en Exploitatie Schietsportaccommodaties VEILIGHEIDSREGLEMENT SSC EMMEN STICHTING OES 50-100-300 METER BAAN INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Algemeen 3 2. Functionarissen 3 3. Veiligheidsregels

Nadere informatie

Gevelgeleiding. Onderwerp: Inleiding

Gevelgeleiding. Onderwerp: Inleiding Onderwerp: Gevelgeleiding Inleiding Gevelgeleiding is een systeem om de stabiliteit van de gondel door windbelasting binnen de gebruiksvoorwaarden te waarborgen. De geleiding moet volgens de huidige regelgeving

Nadere informatie

CIRCULAIRE. Technische voorwaarden waaraan de burgerlijke helihavens moeten voldoen.

CIRCULAIRE. Technische voorwaarden waaraan de burgerlijke helihavens moeten voldoen. KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR Bestuur van de Luchtvaart CIRCULAIRE CIR/GDF-02 Datum : 07/83 Uitgave : 4 Betreft : Technische voorwaarden waaraan de burgerlijke helihavens moeten

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

Huisregels HBS d Eendracht

Huisregels HBS d Eendracht Huisregels HBS d Eendracht Algemeen In heel het gebouw mag niet gerookt worden. Honden worden niet toegestaan in het gebouw. De bogen worden achter het schot gemonteerd en gedemonteerd. De tassen en koffers

Nadere informatie

Algemene informatie Run-archery

Algemene informatie Run-archery David Stevenhagen Pijlkruidvaart 39 2724 VD Zoetermeer tel: 06-41712882 e-mail: inoutevents@hotmail.com website: www.run-archery.com Algemene informatie Run-archery De Sport Run-archery is een combinatie

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Artikel 11.03 Afmeting van de werkplekken Werkplekken moeten zo groot zijn dat iedere persoon die er werkt voldoende bewegingsvrijheid heeft.

Artikel 11.03 Afmeting van de werkplekken Werkplekken moeten zo groot zijn dat iedere persoon die er werkt voldoende bewegingsvrijheid heeft. Reglement Onderzoek Schepen Rijnvaart HOOFDSTUK 11 VEILIGHEID OP DE WERKPLEK Artikel 11.01 Algemene bepalingen 1. Vaartuigen moeten zodanig zijn gebouwd, ingericht en uitgerust, dat personen daarop veilig

Nadere informatie

Verwerkings- en Montage voorschriften NONIGNIS / IGNIS

Verwerkings- en Montage voorschriften NONIGNIS / IGNIS Verwerkings- en Montage voorschriften NONIGNIS / IGNIS Gevelbekleding NONIGNIS / IGNIS van massief hout. NONIGNIS kan worden toegepast in de gevel, kozijnborstweringen en voor houten bergingen, schuttingen,

Nadere informatie

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s;

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s; ALGEMENE REGELS VOOR HET KRUISEN VAN WATERKERINGSVRIJE OPPERVLAKTEWATERLICHAMEN EN BIJBEHORENDE DUIKERS, ONDERHOUDSPADEN EN BESCHERMINGSZONES MET KABELS EN LEIDINGEN Het dagelijks bestuur van het waterschap

Nadere informatie

Rondje 400, rondje 384,18 of rondje 365,34

Rondje 400, rondje 384,18 of rondje 365,34 Rondje 400, rondje 384,18 of rondje 365,34 Door: Leon Schrage Datum: 16 januari 2006 Bron: KNSB Ik heb mijzelf menig maal afgevraagd hoe het nu zat met de snelheden die ik op de baan heb bereikt en dus

Nadere informatie

Pagina 1 van 4 KNK CYNOPHILIA

Pagina 1 van 4 KNK CYNOPHILIA sprong Muur Breedtesprong Slalom Vleugels De staander moet tenminste 100cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste 75 cm hoogte op de staander. De breedte van de vleugel is 40 tot 60 cm.

Nadere informatie

MON C50ccgt Reglement Plaatselijke Renners 2015

MON C50ccgt Reglement Plaatselijke Renners 2015 MON C50ccgt Reglement Plaatselijke Renners 2015 Inhoud Artikel 1. Organisatie C50ccgt demo grasbaanraces... 3 Artikel 2. Motoren van plaatselijke renners... 4 Artikel 3. Renners... 5 Artikel 4. Evenement...

Nadere informatie

aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen? Voorwaarden voor het veilig plaatsen en functioneren van bouwkasten in het voorzieningsgebied van Liander

aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen? Voorwaarden voor het veilig plaatsen en functioneren van bouwkasten in het voorzieningsgebied van Liander aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen? Voorwaarden voor het veilig plaatsen en functioneren van bouwkasten in het voorzieningsgebied van Liander voor maximale veiligheid op de bouwplaats In deze brochure

Nadere informatie

Veiligheid schootsveld 2 e

Veiligheid schootsveld 2 e Veiligheid schootsveld 2 e wijziging Taken en verantwoordelijkheden van de: - Baancommandant; - Wedstrijdleider; - Schootsveldbewaker; - Buksmeester; - Schutter; - Optekenaar; - Bond- en federatiebestuur.

Nadere informatie

B Zolang er geen commentaar op de leiding van de scheidsrechter wordt gegeven is dit altijd toegestaan.

B Zolang er geen commentaar op de leiding van de scheidsrechter wordt gegeven is dit altijd toegestaan. Regel 1 Het speelveld 1 Gedurende de gehele wedstrijd staan drie personen van de thuisploeg tegelijkertijd vanuit de instructiezone voor de dug-out aanwijzingen te schreeuwen naar de spelers van hun team.

Nadere informatie

2009 13 de TRIARC Kampioenschap van België / Vlaanderen (Individueel & Clubploegen)

2009 13 de TRIARC Kampioenschap van België / Vlaanderen (Individueel & Clubploegen) 2009 13 de TRIARC Kampioenschap van België / Vlaanderen (Individueel & Clubploegen) BOOGSCHIETEN Zat. 4 juli 2009 Wedstrijden van 9 tot 18 uur Aansluitend : prijsuitreiking en huldiging van de kampioenen

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. Gedelegeerde Verordening van de Commissie

BIJLAGEN. bij. Gedelegeerde Verordening van de Commissie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.2.2018 C(2018) 863 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij Gedelegeerde Verordening van de Commissie tot wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/208 ter

Nadere informatie

De aanvraag betreft de aanleg van een dam met duiker in hoofdwatergang Hoogemeedstertocht, nabij Hogeweg 1, 9801 TG te Zuidhorn.

De aanvraag betreft de aanleg van een dam met duiker in hoofdwatergang Hoogemeedstertocht, nabij Hogeweg 1, 9801 TG te Zuidhorn. 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest heeft op 27 november 2018 een aanvraag ontvangen van om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten

Nadere informatie

Parkeerverordening 2013

Parkeerverordening 2013 Parkeerverordening 2013 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Parkeerverordening 2013 Citeertitel Parkeerverordening Lelystad

Nadere informatie

Checklist toestellen 2018

Checklist toestellen 2018 TOESTEL ONDERDELEN EISEN AKKOORD Hoogtesprong Hoogte L: 55-60 cm, M: 35-40 cm, S: 25-30 cm Vleugels De staander moet tenminste 100cm en maximaal 120 cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste

Nadere informatie

Informatieblad. MIVA Voorzieningen. ITS & MIVA Uitgangspunten

Informatieblad. MIVA Voorzieningen. ITS & MIVA Uitgangspunten ITS & MIVA De toegankelijkheid van een gebouw hangt af van veel factoren. Mensen met een functiebeperking willen, voordat zij ergens naar toe gaan weten of zij er kunnen komen, binnen kunnen komen en gebruik

Nadere informatie

Regels. Kenmerk: R05

Regels. Kenmerk: R05 Regels Kenmerk: 1581-06-R05 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 4 Artikel 3 Wonen 4 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Nadere informatie

Versie MON Parcoursreglement Classic Demo. Pagina 1 van 10

Versie MON Parcoursreglement Classic Demo. Pagina 1 van 10 Versie 0.0 23-08-2018 2018 MON Parcoursreglement Classic Demo Pagina 1 van 10 Inhoud Onderwerp pag 1. Afmetingen parcours.... 3 2. Splitsingen. 3 3. Publiekszones.. 3 4. Democircuits. 4 5. Buitenafzetting

Nadere informatie

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen Concentrisch systeem, flexibele-en starre voering. Duinkerkenstraat 27 Postbus 509 9700 AM Groningen Telefoon: 0503139944 Telefax : 0503185423

Nadere informatie

1-2 Twee paar in kleur verschillende bollen, van dezelfde samenstelling. De bollen moeten mooi rond, even groot en even zwaar zijn.

1-2 Twee paar in kleur verschillende bollen, van dezelfde samenstelling. De bollen moeten mooi rond, even groot en even zwaar zijn. SPELREGLEMENT NEDERLANDSE BEUGEL BOND (versie juli 2011) 1 BENODIGDHEDEN 1-1 Beugelbaan (zie tekening 3) De hoogte van de balken bedraagt min.15 cm. en max. 25 cm. De gegeven afmetingen gelden voor nieuw

Nadere informatie

Veiligheidsregio HAAGLANDEN. Handhaving van bestaande kooiladders

Veiligheidsregio HAAGLANDEN. Handhaving van bestaande kooiladders Veiligheidsregio HAAGLANDEN Handhaving van bestaande kooiladders Jan Brekelmans 3 maart 2010 1 INHOUD 1. Inleiding... 3 2. Aanleiding... 4 3. Regelgeving... 4 4. Kwaliteit en bruikbaarheid van een kooiladder...

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013; )110 gemeentestms Gemeente Sluis De raad van de gemeente Sluis gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel

Nadere informatie