RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 september 2012 (02.10) (OR. en) 14020/12. Interinstitutioneel dossier: 2011/0152 (COD) SOC 764 CODEC 2184

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 september 2012 (02.10) (OR. en) 14020/12. Interinstitutioneel dossier: 2011/0152 (COD) SOC 764 CODEC 2184"

Transcriptie

1 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 27 september 2012 (02.10) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2011/0152 (COD) 14020/12 SOC 764 CODEC 2184 VERSLAG van: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) aan: de Raad (Epsco) nr. vorig doc.: 13773/12 COR 1 SOC 743 CODEC 2138 nr. Comv.: 11951/11 SOC 598 CODEC COM(2011) 348 definitief Betreft: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (elektromagnetische velden) (twintigste bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) - Algemene oriëntatie I. I LEIDI G In 2004 is Richtlijn 2004/40/EG betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (elektromagnetische velden) 1 aangenomen uit hoofde van de kaderrichtlijn 89/391/EEG Richtlijn 2004/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico s van fysische agentia (elektromagnetische velden) (achttiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid l, van Richtlijn 89/391/EEG); PB L 159 van , blz Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk; PB L 183 van , blz /12 ass/pau/rv 1 DG B 4A L

2 Kort na de aanneming in 2004 liet de medische gemeenschap die met magnetischeresonantiescans (MRI) werkt, echter weten dat de strikte grenswaarden voor de blootstellingen waarin de richtlijn voorzag, een belemmering zouden inhouden van haar activiteiten. Daarom besloten het Parlement en de Raad de omzetting uit te stellen tot 30 april 2012, zowel in verband met problemen bij de toepassing als om tijd te hebben om de richtlijn aan te passen aan nieuwe wetenschappelijke informatie (onder meer de publicatie van de nieuwe richtsnoeren van de Internationale Commissie voor bescherming tegen niet-ioniserende straling (ICNIRP) 3 in 2009 en 2010, waarbij het lage frequentiebereik van de ICNIRP-richtsnoeren van 1998, die verwerkt zijn in Richtlijn 2004/40/EG, wordt gewijzigd. In 2012 werd de inwerkingtreding van Richtlijn 2004/40/EG een tweede keer uitgesteld met 18 maanden (tot 31 oktober 2013), omdat het duidelijk werd dat de besprekingen over de nieuwe richtlijn inzake elektromagnetische velden niet vóór 30 april 2012 zouden kunnen worden afgerond 4. Na langdurig overleg met belanghebbenden en op basis van een studie die door de Commissie was verricht om na te gaan wat de gevolgen van Richtlijn 2004/40/EG zijn voor medische procedures, presenteerde de Commissie op 22 juni 2011 haar voorstel voor een richtlijn van de Raad tot herziening van Richtlijn 2004/40/EG. Aangezien de voorgestelde rechtsgrondslag artikel 153, lid 2, van het Verdrag is, moet de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten, conform de gewone wetgevingsprocedure met het Europees Parlement. Het Europees Parlement heeft nog geen advies uitgebracht. Het Comité van de Regio's heeft besloten geen advies uit te brengen. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 7 december 2011 zijn advies uitgebracht. 3 4 ICNIRP - Internationale Commissie voor bescherming tegen niet-ioniserende straling. Richtlijn 2012/11/EU van 19 april 2012, PB L 110/1 van /12 ass/pau/rv 2 DG B 4A L

3 II. WERKZAAMHEDE VA DE RAAD De Groep sociale vraagstukken heeft in juli 2011 een aanvang gemaakt met de bespreking van het voorstel. Tijdens het Cypriotische voorzitterschap is het voorstel bij vier gelegenheden besproken, laatstelijk tijdens de vergadering van 18 september. Het Cypriotische voorzitterschap heeft zijn werkzaamheden gebaseerd op de besprekingen van het dispositief van de richtlijn onder het Poolse voorzitterschap 5 en op de besprekingen van de bijlagen onder het Deense voorzitterschap 6 ; de groep heeft ruime overeenstemming over de tekst ervan bereikt, onder voorbehoud van verdere niet-inhoudelijke tekstwijzigingen. Wat de bijlagen betreft, ligt de aanpak van het voorzitterschap in de lijn van de gemeenschappelijke overeenstemming die in het voortgangsverslag van het Deense voorzitterschap werd opgetekend, namelijk dat op basis van de ruime overeenstemming de besprekingen over de inhoud van de bijlagen niet opnieuw hoeven te worden geopend. Het voorzitterschap heeft tevens al het mogelijke gedaan om de tekst van het dispositief van de richtlijn te verbeteren teneinde voor meer samenhang met de bijlagen te zorgen, zonder de basisfilosofie van het voorstel als geheel te wijzigen. Hoofddoel hierbij was het bereikte evenwicht te handhaven tussen enerzijds de bescherming van de werknemers en anderzijds de haalbaarheid van de toepassing van de regels door belanghebbenden in de praktijk. Tot slot heeft het voorzitterschap diverse keren onderstreept dat absoluut vroeg in het najaar een algemene oriëntatie moet worden bereikt opdat er voldoende tijd zou overblijven voor de onderhandelingen met het Europees Parlement, zodat de nieuwe richtlijn kan worden aangenomen vóór de uiterste datum van omzetting van Richtlijn 2004/40/EG, dat wil zeggen vóór 31 oktober 2013, mede rekening houdend met de andere procedurestappen die moeten worden gedaan voor de inwerkingtreding van de richtlijn. 5 6 Raad Epsco van december 2011 (doc /11). Raad Epsco van juni 2012 (doc /12 REV 1, COR 1 en COR 2, en doc /1/12 REV 1) /12 ass/pau/rv 3 DG B 4A L

4 De groep heeft een ruime overeenstemming over deze tekst bereikt. Tijdens de vergadering van het Coreper op 26 september betuigden een ruime meerderheid van de delegaties en de Commissie opnieuw hun steun aan het voorstel van het voorzitterschap dat in de bijlage is opgenomen. Met name CZ, DK, IE, EL, FR, IT, LT, PL, RO, SK, SE en FI waren gekant tegen enige wijziging van de huidige redactie, en verklaarden dat het voorstel van het voorzitterschap het best mogelijke en meest evenwichtige compromis vormt, dat het resultaat is van zeer moeilijke en lange technische besprekingen op deskundigenniveau. Deze delegaties beklemtoonden dat, gelet op de tijdsdruk en de planning van het Europees Parlement, het opnieuw bespreken van de bijlagen de mogelijkheid om tijdig tot een akkoord in eerste lezing te komen, in het gedrang zou brengen. Gelet op de algemene steun voor het voorstel van het voorzitterschap in de huidige redactie, heeft het Comité van permanente vertegenwoordigers ermee ingestemd de tekst zoals die in de bijlage is opgenomen, toe te zenden aan de Raad (Epsco) van 4 oktober met het oog op het bereiken van een algemene oriëntatie. De resterende voorbehouden zijn in deel III en in de voetnoten van de bijgaande tekst opgenomen. III. RESTERE DE VOORBEHOUDE (1) Inhoudelijk voorbehoud Methoden voor de beoordeling van de blootstelling in bijlage II, opmerkingen A2-3, A3-3, B1-2 en B2-2 DE handhaaft zijn voorbehoud bij de gedeelten van bijlage II waarin de gewogenpiekwaardemethode wordt gedefinieerd als de belangrijkste referentiemethode voor de beoordeling van de blootstelling overeenkomstig artikel 4, terwijl tegelijk andere methoden worden toegestaan die tot gelijkwaardige resultaten leiden (opmerkingen A2-3, A3-3, B1-2 en B2-2). Tijdens de vergadering van het Coreper op 26 september sprak DE opnieuw zijn bezorgdeid uit over het feit dat in bepaalde blootstellingsscenario's de gewogen-piekwaardemethode of methoden die vergelijkbaar zijn wat de resultaten betreft, tot onnodig behoudende resultaten leiden, zonder significante winst inzake veiligheid op het gebied van de bescherming van de werknemers, wat een gevaar zou kunnen betekenen voor de voortzetting van een aantal technische toepassingen, in de auto-industrie en andere industriesectoren in Duitsland en - vermoedelijk - ook in andere lidstaten /12 ass/pau/rv 4 DG B 4A L

5 UK deelde de bezorgdheid van DE, maar kon het huidige voorstel van het voorzitterschap aanvaarden. HU en NL konden de tekst van het voorzitterschap steunen, maar hadden begrip voor de gedachtegang van DE. MT steunde de tekst van het voorzitterschap, maar kon zich soepel opstellen teneinde rekening te houden met de bezwaren van DE. (2) Andere specifieke voorbehouden Gedelegeerde handelingen (overweging 16 en artikelen 11, 12 en 13) MT handhaaft een voorbehoud bij artikel 11 en geeft in overweging om bijlage I uit te sluiten van de gedelegeerde handelingen, aangezien die bijlage definities met essentiële onderdelen bevat en bijgevolg niet het voorwerp van gedelegeerde handelingen mag uitmaken. DE handhaaft een voorbehoud bij de artikelen 11 tot en met 13 aangezien het van oordeel is dat gedelegeerde handelingen niet de aangewezen procedure vormen voor wijziging van de bijlagen. (3) Algemene voorbehouden, voorbehouden voor parlementaire behandeling en taalkundige voorbehouden UK handhaaft een voorbehoud voor parlementaire behandeling. AT handhaaft een taalkundig voorbehoud. De Commissie maakt een volledig voorbehoud bij het gehele compromisvoorstel, en in het bijzonder bij overweging 16 betreffende de gedelegeerde handelingen. V. CO CLUSIE De Raad (EPSCO) wordt verzocht tot een algemene oriëntatie te komen betreffende de tekst van de richtlijn die in de bijlage bij dit verslag gaat /12 ass/pau/rv 5 DG B 4A L

6 BIJLAGE Voorstel voor een RICHTLIJ VA HET EUROPEES PARLEME T E DE RAAD betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (elektromagnetische velden) (twintigste bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 153, lid 2, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 7, Gezien het advies van het Comité van de Regio's 8, Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure, 7 8 PB C [ ] van [ ], blz.. [ ]. PB C [ ] van [ ], blz.. [ ] /12 ass/pau/rv 6

7 Overwegende hetgeen volgt: (1) Ingevolge het Verdrag kan de Raad door middel van richtlijnen minimumvoorschriften vaststellen om de verbetering van met name het arbeidsmilieu te bevorderen, teneinde een betere bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers te waarborgen. Deze richtlijnen vermijden zodanige administratieve, financiële en juridische verplichtingen op te leggen dat zij de oprichting en ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen zouden kunnen hinderen. (2) In artikel 31, lid 1, van het Handvest van grondrechten van de Europese Unie is bepaald dat iedere werknemer recht heeft op gezonde, veilige en waardige arbeidsomstandigheden, (3) Na de inwerkingtreding van Richtlijn 2004/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (elektromagnetische velden) 9 zijn door belanghebbenden, met name binnen de medische wereld, ernstige bedenkingen geuit over de mogelijke gevolgen van de tenuitvoerlegging van die richtlijn voor de toepassing van medische procedures op basis van medische beeldvorming. Tevens werd bezorgdheid geuit over de gevolgen van de richtlijn voor bepaalde industriële activiteiten. (4) De Commissie heeft de door de belanghebbenden aangedragen argumenten aandachtig bestudeerd en na enkele raadplegingen heeft zij besloten sommige bepalingen van Richtlijn 2004/40/EG grondig te heroverwegen op basis van nieuwe wetenschappelijke informatie afkomstig van internationaal erkende deskundigen. 9 PB L 184 van , blz /12 ass/pau/rv 7

8 (5) Richtlijn 2004/40/EG is gewijzigd bij Richtlijn 2008/46/EG van 23 april , waarbij de omzettingstermijn voor Richtlijn 2004/40/EG met vier jaar is verlengd, en vervolgens bij Richtlijn 2012/11/EG 11, waarbij de omzettingstermijn is verlengd tot en met 31 oktober Dit zou de Commissie in de gelegenheid stellen een nieuw voorstel in te dienen en de medewetgevers in de gelegenheid stellen een nieuwe richtlijn vast te stellen op basis van recenter en degelijker bewijsmateriaal. (6) Richtlijn 2004/40/EG moet worden ingetrokken en er moeten passender en evenrediger maatregelen worden ingevoerd ter bescherming van werknemers tegen de aan elektromagnetische velden verbonden risico's. De richtlijn heeft echter geen betrekking op de effecten op lange termijn, met inbegrip van de mogelijke carcinogene effecten van blootstelling aan tijdsafhankelijke elektrische, magnetische en elektromagnetische velden, waarvoor op dit moment geen sluitende wetenschappelijke bewijzen bestaan waaruit een causaal verband blijkt. Met deze maatregelen moet niet alleen beoogd worden de veiligheid en de gezondheid van elke werknemer afzonderlijk te waarborgen, maar ook voor alle werknemers van de Unie een als minimum te beschouwen basisbescherming te bieden, terwijl eventuele concurrentievervalsing wordt vermeden. (7) Er dienen minimumvoorschriften te worden vastgelegd, waarmee de lidstaten de keuzemogelijkheid wordt gelaten gunstiger bepalingen voor de bescherming van werknemers te handhaven of aan te nemen, met name waar het de vaststelling betreft van lagere waarden voor de actieniveaus (AN) of de blootstellingsgrenswaarden (BGW) voor elektromagnetische velden. De uitvoering van deze richtlijn mag echter niet als rechtvaardiging dienen voor enigerlei verlaging van het in de lidstaten reeds bestaande beschermingsniveau. (8) Een systeem ter bescherming tegen elektromagnetische velden moet beperkt blijven tot een omschrijving, zonder overbodige details, van de te verwezenlijken doelstellingen, de in acht te nemen beginselen en de toe te passen basisgrootheden, teneinde de lidstaten in staat te stellen de minimumvoorschriften op equivalente wijze toe te passen PB L 114 van , blz PB L 110 van , blz /12 ass/pau/rv 8

9 (9) Voor de bescherming van werknemers die aan elektromagnetische velden worden blootgesteld, moet een doeltreffende en doelmatige risicobeoordeling worden uitgevoerd. Deze verplichting moet echter in verhouding staan tot de daadwerkelijke situatie op de werkplek. Daarom moet een beschermingssysteem worden vastgesteld waarin het risiconiveau op een eenvoudige en begrijpelijke manier wordt geclassificeerd. Derhalve kan de verwijzing naar een aantal indicatoren en standaardsituaties door middel van praktische aanwijzingen de werkgevers van pas komen bij het voldoen aan hun verplichting. (10) De ongewenste effecten op het menselijk lichaam zijn afhankelijk van de frequentie van het elektromagnetische veld of de straling waaraan het lichaam wordt blootgesteld, dus moeten systemen voor de beperking van de blootstelling gebaseerd zijn op frequentie en blootstellingspatronen om aan elektromagnetische velden blootgestelde werknemers adequaat te beschermen. (11) De blootstelling aan elektromagnetische velden kan doeltreffender worden verminderd door reeds bij het ontwerpen van werkplekken voor preventie te zorgen en arbeidsmiddelen, - procedés en -methoden zodanig te kiezen dat risico's bij voorrang aan de bron worden bestreden. Maatregelen met betrekking tot arbeidsmiddelen en -methoden leveren derhalve een bijdrage tot de bescherming van de werknemers. Het is echter nodig dubbel werk met betrekking tot de beoordelingen te vermijden in gevallen waarin de arbeidsmiddelen voldoen aan de relevante voorschriften van EU-productwetgeving waarin stringentere veiligheidsniveaus zijn vastgesteld dan die waarin deze richtlijn voorziet. Hierdoor wordt het voor een grote groep gevallen mogelijk te volstaan met een vereenvoudigde beoordeling. (12) Het is van belang dat werkgevers zich aanpassen aan de technische vooruitgang en de wetenschappelijke kennis inzake de risico's in verband met blootstelling aan elektromagnetische velden, teneinde de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van werknemers te verbeteren. (13) Deze richtlijn is een bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk 12. Die richtlijn is derhalve, onverminderd meer stringente en/of meer specifieke bepalingen in deze richtlijn, van toepassing op het gebied van de blootstelling van werknemers aan elektromagnetische velden. 12 PB L 183 van , blz /12 ass/pau/rv 9

10 (14) De in de bijlagen bij deze richtlijn vastgestelde natuurkundige grootheden, grenswaarden en actieniveaus zijn gebaseerd op de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor bescherming tegen niet-ioniserende straling (ICNIRP) en moeten worden bezien in overeenstemming met het concept ervan, voor zover deze richtlijn niet in specifieke bepalingen voorziet. (15) De bevoegdheid handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moet aan de Commissie worden gedelegeerd teneinde haar te machtigen om zuiver technische wijzigingen in de bijlagen bij deze richtlijn aan te brengen, in overeenstemming met de vaststelling van richtlijnen op het gebied van technische harmonisatie en normalisatie en als resultaat van de technische vooruitgang, wijzigingen in de meest relevante normen of specificaties en nieuwe wetenschappelijke gegevens met betrekking tot risico's in verband met elektromagnetische velden, en om de actieniveaus aan te passen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden het nodige overleg pleegt, onder meer met deskundigen. Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen moet de Commissie erop toezien dat de desbetreffende documenten gelijktijdig, tijdig en op passende wijze bij het Europees Parlement en de Raad worden ingediend. (16) Het kan in de toekomst nodig zijn om zuiver technische wijzigingen in de bijlagen aan te brengen; in zulke gevallen dient de Commissie steeds nauw samen te werken met het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats 13. (17) In uitzonderingsgevallen waarin dwingende urgente redenen, zoals mogelijke onmiddellijke risico's voor de gezondheid en veiligheid van werknemers ten gevolge van hun blootstelling aan elektromagnetische velden, dat vereisen, moet de mogelijkheid worden geboden om de urgentieprocedure op door de Commissie vastgestelde gedelegeerde handelingen toe te passen. 13 De Commissie maakt een voorbehoud bij overweging 16. Zie inleidende nota, deel III, punt 3) /12 ass/pau/rv 10

11 (18) Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van de lidstaten en de Commissie van 28 september 2011 over toelichtende stukken 14 hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen bij de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen één of meer stukken te voegen waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd. (19) Een systeem dat blootstellingsgrenswaarden en actieniveaus omvat, moet, voor zover van toepassing, worden beschouwd als een hulpmiddel om te voorzien in een hoog niveau van bescherming tegen de schadelijke gezondheids- en veiligheidsrisico's die het gevolg kunnen zijn van blootstelling aan elektromagnetische velden. Een dergelijk systeem kan echter in strijd zijn met de specifieke omstandigheden voor bepaalde activiteiten, zoals het gebruik van magnetische resonantie in de medische sector. Er moet derhalve met deze specifieke omstandigheden rekening worden gehouden. (20) Gezien het eigen karakter van de strijdkrachten en om hun doeltreffende inzet en interoperabiliteit mogelijk te maken, onder meer bij gezamenlijke internationale militaire oefeningen, moeten de lidstaten gelijkwaardige of meer specifieke beschermingssytemen kunnen toepassen, bijvoorbeeld internationaal overeengekomen normen zoals die van de NAVO, mits schadelijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheidsrisico's worden voorkomen. (21) Van werkgevers dient te worden verlangd dat zij er zorg voor dragen dat risico's in verband met elektromagnetische velden op het werk worden uitgebannen of tot een minimum worden teruggebracht. Niettemin bestaat de mogelijkheid dat in specifieke gevallen en in naar behoren gerechtvaardigde omstandigheden de in deze richtlijn vastgestelde grenswaarden voor de blootstelling tijdelijk worden overschreden. De werkgever dient dan de noodzakelijke maatregelen te nemen om te zorgen dat zo snel mogelijk opnieuw de hand wordt gehouden aan de grenswaarden voor de blootstelling. 14 PB C 369 van , blz /12 ass/pau/rv 11

12 (22) Een systeem dat een hoog beschermingsniveau waarborgt ten aanzien van de schadelijke gezondheids- en veiligheidsrisico's van blootstelling aan elektromagnetische velden moet naar behoren rekening houden met specifieke groepen werknemers met een verhoogd risico en storingen van of effecten op het functioneren van medische hulpmiddelen, zoals metalen prothesen, pacemakers en defibrillators, cochlea-implantaten en andere implantaten of op het lichaam gedragen medische hulpmiddelen vermijden. Storingen, met name bij pacemakers, kunnen optreden bij niveaus die onder de actieniveaus liggen en moeten daarom het voorwerp vormen van passende voorzorgs- en beschermingsmaatregelen. HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: 14020/12 ass/pau/rv 12

13 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Onderwerp en werkingssfeer 1. Bij deze richtlijn, die de twintigste bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG is, worden minimumvoorschriften vastgesteld voor de bescherming van werknemers tegen risico's voor hun gezondheid en veiligheid die zich voordoen of kunnen voordoen door blootstelling aan elektromagnetische velden tijdens het werk. 2. Deze richtlijn heeft betrekking op alle bekende directe biofysische effecten en indirecte effecten van elektromagnetische velden. 3. De in deze richtlijn vastgestelde blootstellingsgrenswaarden hebben enkel betrekking op wetenschappelijk zorgvuldig vastgestelde betrekkingen tussen rechtstreekse biofysische effecten op de korte termijn en blootstelling aan elektromagnetische velden. Deze richtlijn betreft dus niet de veronderstelde effecten op de lange termijn. 4. Deze richtlijn heeft geen betrekking op de risico's die verbonden zijn aan het contact met stroomvoerende geleiders. 5. Richtlijn 89/391/EEG is onverkort van toepassing op het gehele gebied bedoeld in lid 1, onverminderd stringentere en/of specifieker bepalingen van deze richtlijn. Artikel 2 Definities Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder: a) "elektromagnetisch veld": statische elektrische, statische magnetische en tijdsafhankelijke elektrische, magnetische en elektromagnetische velden met frequenties tot 300 GHz; 14020/12 ass/pau/rv 13

14 b) "direct biofysisch effect": een effect op het menselijk lichaam dat het rechtstreeks gevolg is van aanwezigheid in een elektromagnetisch veld, met name: i) thermische effecten, zoals verwarming van weefsel door absorptie van energie van elektromagnetische velden in het weefsel; en ii) niet-thermische effecten, zoals stimulering van spieren, zenuwen of zintuigen. Deze effecten kunnen een schadelijke uitwerking hebben op de mentale en fysieke gezondheid van blootgestelde werknemers. De stimulering van zintuigen kan bovendien leiden tot voorbijgaande symptomen zoals duizeligheid of fosfeen. Dit kan tijdelijke hinder veroorzaken of de cognitie of andere hersen- of spierfuncties aantasten en daardoor het vermogen van een werknemer om veilig te werken aantasten (veiligheidsrisico's); iii) elektrische stromen in extremiteiten; c) "indirecte effecten": effecten veroorzaakt door de aanwezigheid van een object in een elektromagnetisch veld, dat een gevaar voor de veiligheid of de gezondheid kan opleveren, zoals: i) interferentie met medische elektronische apparatuur en hulpmiddelen (inclusief pacemakers en andere implantaten en op het lichaam gedragen hulpmiddelen); ii) het risico op rondvliegende ferromagnetische voorwerpen in statische magnetische velden; iii) het in werking stellen van elektrische ontstekingen (detonators); iv) brand en explosies als gevolg van de ontbranding van brandbare materialen door vonken als gevolg van geïnduceerde velden, contactstromen of vonkontladingen; en v) contactstromen; 14020/12 ass/pau/rv 14

15 d) "blootstellingsgrenswaarde (BGW)": een op grond van biofysische en biologische overwegingen vastgestelde waarde, met name betreffende wetenschappelijk op ruime schaal erkende directe kortetermijn- en acute effecten, te weten thermische effecten en elektrische stimulering van weefsel. i) "BGW voor effecten op de zintuigen": blootstellingsgrenswaarden bij overschrijding waarvan werknemers kunnen blootstaan aan voorbijgaande verstoringen van de zintuiglijke waarneming en geringe wijzigingen in de hersenfuncties; en ii) "BGW voor gezondheidseffecten": blootstellingsgrenswaarden bij overschrijding waarvan werknemers kunnen blootstaan aan effecten die schadelijk zijn voor de gezondheid, zoals thermische verwarming of stimulering van de zenuwen en het spierweefsel; e) "actieniveaus (AN)": operationele niveaus die zijn vastgesteld om eenvoudiger te kunnen aantonen dat de relevante blootstellingsgrenswaarden in acht zijn genomen, of, in voorkomend geval, om de in deze richtlijn gespecificeerde beschermings- of preventiemaatregelen te nemen. De in bijlage II gehanteerde terminologie moet als volgt worden uitgelegd: i) voor elektrische velden hebben "laag AN" en "hoog AN" betrekking op de niveaus van de specifieke beschermings- of preventiemaatregelen welke in deze richtlijn zijn gespecificeerd; en ii) voor magnetische velden heeft "laag AN" betrekking op de niveaus van de BGW voor effecten op de zintuigen en "hoog AN" op de BGW voor gezondheidseffecten. Artikel 3 Blootstellingsgrenswaarden en actieniveaus 1. De natuurkundige grootheden met betrekking tot de blootstelling aan elektromagnetische velden staan vermeld in bijlage I. De BGW voor effecten op de gezondheid, de BGW voor effecten op de zintuigen alsmede de actieniveaus staan vermeld in de bijlagen II en III /12 ass/pau/rv 15

16 2. De lidstaten verlangen dat de werkgever zorgt dat de blootstelling van werknemers aan elektromagnetische velden beperkt blijft tot de BGW voor effecten op de gezondheid en de BGW voor effecten op de zintuigen voor niet-thermische effecten als vermeld in bijlage II en voor thermische effecten als vermeld in bijlage III. De inachtneming van de BGW voor effecten op de gezondheid en de BGW voor effecten op de zintuigen moet worden aangetoond met behulp van de relevante in artikel 4 genoemde procedures voor de beoordeling van de blootstelling. Overschrijdt de blootstelling de grenswaarden ter zake, dan neemt de werkgever onverwijld maatregelen overeenkomstig artikel 5, lid Voor de toepassing van deze richtlijn geldt dat de werkgever de BGW voor effecten op de gezondheid en de BGW voor effecten op de zintuigen in acht neemt wanneer wordt aangetoond dat de relevante, in de bijlagen II en II vermelde actieniveaus niet worden overschreden. Overschrijdt de blootstelling de actieniveaus, dan neemt de werkgever maatregelen overeenkomstig artikel 5, lid 2, tenzij uit de overeenkomstig artikel 4, leden 1 tot en met 3, verrichte beoordeling blijkt dat de relevante BGW niet zijn overschreden en dat veiligheidsrisico's kunnen worden uitgesloten. Niettemin mag de blootstelling onverminderd dit lid hoger zijn a) dan het laag AN voor elektrische velden (bijlage II, tabel B1) indien dat door de praktijk of het procedé wordt gerechtvaardigd, mits de BGW voor effecten op de zintuigen (bijlage II, tabel A3) niet worden overschreden; of i) de BGW voor effecten op de gezondheid (bijlage II, tabel A2) niet worden overschreden; ii) buitenmatige vonkoverslag en contactstromen (bijlage II, tabel B3) worden voorkomen met behulp van specifieke beschermingsmaatregelen overeenkomstig artikel 5, lid 6; en iii) aan de werknemers informatie is verstrekt overeenkomstig artikel 6, punt f); 14020/12 ass/pau/rv 16

17 b) dan het laag AN voor magnetische velden (bijlage II, tabel B2) indien dat door de praktijk of het procedé wordt gerechtvaardigd, ook voor hoofd en romp, gedurende de ploegendienst, mits de BGW voor effecten op de zintuigen (bijlage II, tabel A3) niet worden overschreden; of i) het een tijdelijke overschrijding betreft; ii) de BGW voor effecten op de gezondheid (bijlage II, tabel A2) niet worden overschreden; iii) gehandeld wordt overeenkomstig artikel 5, lid 9, onder voorbehoud van symptomen van voorbijgaande aard overeenkomstig de tekst onder a) van dat artikel; en iv) aan de werknemers informatie is verstrekt overeenkomstig artikel 6, punt f); 4. Onverminderd de leden 2 en 3 mag de blootstelling hoger zijn dan: a) de BGW voor effecten op de zintuigen (bijlage II, tabel A1) gedurende de ploegendienst, indien dat door de praktijk of het procedé wordt gerechtvaardigd, mits: i) het een tijdelijke overschrijding betreft; ii) de BGW voor effecten op de gezondheid niet worden overschreden; iii) specifieke preventiemaatregelen zijn genomen overeenkomstig artikel 5, lid 7; iv) gehandeld wordt overeenkomstig artikel 5, lid 9, onder voorbehoud van symptomen van voorbijgaande aard overeenkomstig de tekst onder b) van dat artikel; en v) aan de werknemers informatie is verstrekt overeenkomstig artikel 6, punt f) /12 ass/pau/rv 17

18 b) de BGW voor effecten op de zintuigen (bijlage II, tabel A3 en bijlage III, tabel A2) gedurende de ploegendienst, indien dat door de praktijk of het procedé wordt gerechtvaardigd, mits: i) het een tijdelijke overschrijding betreft; ii) de BGW voor effecten op de gezondheid niet worden overschreden; iii) gehandeld wordt overeenkomstig artikel 5, lid 9, onder voorbehoud van symptomen van voorbijgaande aard; en iv) aan de werknemers informatie is verstrekt overeenkomstig artikel 6, punt f). HOOFDSTUK II VERPLICHTINGEN VAN WERKGEVERS Artikel 4 Beoordeling van risico's en vaststelling van blootstelling 1. Bij de uitvoering van de verplichtingen uit hoofde van artikel 6, lid 3, en artikel 9, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG beoordeelt de werkgever alle risico's waaraan de werkgevers zijn blootgesteld als gevolg van de elektromagnetische velden op de arbeidsplaats en indien nodig meet of berekent hij deze niveaus. 2. Met het oog op de beoordeling stelt de werkgever vast in hoeverre er sprake is van elektromagnetische velden op de arbeidsplaats en beoordeelt hij deze, waarbij hij rekening houdt met de relevante richtsnoeren van artikel 13 of andere door de lidstaten verstrekte normen of richtsnoeren, waaronder gegevensbanken betreffende blootstelling. Onverminderd dit artikel is de werkgever in voorkomend geval ook gerechtigd rekening te houden met de emissieniveaus en andere passende veiligheidsgegevens die door de vervaardiger of distributeur overeenkomstig de relevante Uniewetgeving met de apparatuur zijn verstrekt, waaronder risicobeoordelingen, indien van toepassing op de blootstellingsvoorwaarden op de arbeidsplaats of de plaats van installatie /12 ass/pau/rv 18

19 3. Indien de inachtneming van de blootstellingsgrenswaarden niet op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld aan de hand van gemakkelijk verkrijgbare gegevens, wordt de blootstelling beoordeeld aan de hand van metingen of berekeningen. Bij de beoordeling wordt dan rekening gehouden met de onzekerheden bij metingen of berekeningen (zoals cijferfouten, bronmodellering, fantoomgeometrie, elektrische eigenschappen van weefsel en materiaal) zoals bepaald volgens de relevante beste praktijken. 4. De in de leden 1, 2 en 3 bedoelde beoordeling, meting en/of berekening worden met passende frequentie door bevoegde diensten of personen gepland en uitgevoerd, rekening houdend met de richtsnoeren en met name met de artikelen 7 en 11 van Richtlijn 89/391/EEG inzake de vereiste deskundige diensten of personen en raadpleging van en participatie door de werknemers. De gegevens die door middel van de beoordeling, meting en/of berekening van het niveau van blootstelling zijn verkregen, worden in een passende vorm bewaard, om latere raadpleging overeenkomstig het nationaal recht en de nationale praktijk mogelijk te maken. 5. Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Richtlijn 89/391/EEG besteedt de werkgever bij de risicobeoordeling met name aandacht aan: a) de BGW voor effecten op de gezondheid, de BGW voor effecten op de zintuigen en de actieniveaus als bedoeld in artikel 3 en de bijlagen II en III van deze richtlijn; b) de frequentie, het niveau, de duur en de aard van de blootstelling, met inbegrip van de verdeling over het lichaam van de werknemer en de ruimte van de arbeidsplaats; c) alle biofysische effecten op het menselijk lichaam die rechtstreeks veroorzaakt zijn door de aanwezigheid in het elektromagnetisch veld, als bedoeld in artikel 2, onder b); d) mogelijke effecten voor de gezondheid en veiligheid van werknemers met een specifiek risico, in het bijzonder werknemers die een actief of passief geïmplanteerd medisch hulpmiddel (zoals een pacemaker) dragen, werknemers die medische hulpmiddelen (zoals een insulinepomp) op het lichaam dragen en zwangere werknemers; 14020/12 ass/pau/rv 19

20 e) mogelijke indirecte effecten op een object als gevolg van de aanwezigheid in een elektromagnetisch veld dat een gevaar voor de veiligheid of de gezondheid kan opleveren, zoals bedoeld in artikel 2, onder c); f) het bestaan van vervangend materieel dat ontworpen is om het niveau van blootstelling aan elektromagnetische velden te verminderen; g) passende, door toezicht op de gezondheid verkregen informatie; h) informatie verstrekt door de vervaardiger van apparatuur en andere beschikbare relevante informatie aangaande gezondheid en veiligheid; i) blootstelling aan verscheidene bronnen; j) gelijktijdige blootstelling aan velden met verschillende frequenties. 6. De beoordeling van de blootstelling behoeft niet te worden uitgevoerd op arbeidsplaatsen die opengesteld zijn voor het publiek, mits er reeds een beoordeling heeft plaatsgevonden overeenkomstig de bepalingen inzake beperking van de blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden, en de daarin vervatte beperkingen voor de werknemers worden geëerbiedigd en gezondheids- en veiligheidsrisico's worden uitgesloten. Aan deze voorwaarden is voldaan wanneer enkel apparatuur die bestemd is voor gebruik in het publiek en die in overeenstemming is met de productwetgeving van de EU welke voorziet in stringentere veiligheidsniveaus dan die waarin deze richtlijn voorziet, op de beoogde wijze in het publiek wordt gebruikt. 7. De werkgever is in het bezit van een risicobeoordeling, overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder a), van Richtlijn 89/391/EEG, en vermeldt welke maatregelen overeenkomstig artikel 5 van de onderhavige richtlijn moeten worden getroffen. De werkgever kan daarbij argumenten aandragen om aan te tonen dat de aard en de omvang van de aan elektromagnetische velden verbonden risico's een meer uitvoerige beoordeling overbodig maken. De risicobeoordeling wordt regelmatig bijgewerkt, met name indien er ingrijpende veranderingen hebben plaatsgevonden waardoor zij achterhaald zou kunnen zijn, of wanneer uit de resultaten van het gezondheidstoezicht blijkt dat aanpassing nodig is /12 ass/pau/rv 20

21 Artikel 5 Maatregelen ter voorkoming of vermindering van risico's 1. De werkgever neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de risico's ten gevolge van elektromagnetische velden op de arbeidsplaats worden geëlimineerd of tot een minimum beperkt, waarbij hij rekening houdt met de technische vooruitgang en de mogelijkheid om maatregelen te nemen om de productie van elektromagnetische velden aan de bron te beheersen. De vermindering van de risico s die verbonden zijn aan de blootstelling aan elektromagnetische velden geschiedt met inachtneming van de in Richtlijn 89/391/EEG vermelde algemene preventieprincipes. 2. Zodra op basis van de in artikel 4 bedoelde risicobeoordeling blijkt dat relevante in artikel 3 en de bijlagen II en III bedoelde actieniveaus overschreden worden, gaat de werkgever over tot de opstelling en uitvoering van een actieplan dat technische en/of organisatorische maatregelen omvat om een blootstelling te voorkomen waarbij de BGW voor gezondheidseffecten en de BGW voor effecten op de zintuigen worden overschreden, tenzij uit de overeenkomstig artikel 4, leden 1 tot en met 3, verrichte beoordeling blijkt dat de relevante BGW niet worden overschreden en veiligheidsrisico's kunnen worden uitgesloten. Er moet met name rekening worden gehouden met: a) alternatieve werkmethoden die leiden tot minder blootstelling aan elektromagnetische velden; b) de keuze van arbeidsmiddelen die minder elektromagnetische velden uitzenden, rekening houdend met het te verrichten werk; c) technische maatregelen om de emissie van elektromagnetische velden te beperken, waar nodig ook door het gebruik van vergrendeling, afscherming of soortgelijke mechanismen ter bescherming van de gezondheid; d) adequate afbakenings- en toegangsmaatregelen (bijvoorbeeld signalen, etiketten, vloermarkeringen, hekken) om de toegang te beperken of te controleren; 14020/12 ass/pau/rv 21

22 e) bij blootstelling aan elektrische velden: maatregelen en procedures voor het beheersen van vonkoverslag en contactstromen met behulp van technische middelen en door opleiding van werknemers; f) passende onderhoudsprogramma's voor de arbeidsmiddelen, de werkplek en de systemen op de arbeidsplaats; g) het ontwerp en de indeling van de werkplek en de arbeidsplaats; h) beperking van de duur en intensiteit van de blootstelling; en i) de beschikbaarheid van passende persoonlijke beschermingsmiddelen. 3. Op basis van de in artikel 4 bedoelde risicobeoordeling gaat de werkgever over tot de opstelling en uitvoering van een actieplan dat technische en/of organisatorische maatregelen bevat om alle risico's voor werknemers met een verhoogd risico alsmede alle risico's ten gevolge van indirecte effecten als bedoeld in artikel 4, te voorkomen. 4. Uit hoofde van artikel 15 van Richtlijn 98/391/EEG past de werkgever de in dit artikel bedoelde maatregelen in voorkomend geval aan aan de vereisten van werknemers met een verhoogd risico en de afzonderlijke risicobeoordelingen, met name voor werknemers die verklaard hebben dat zij actieve of passieve geïmplanteerde medische hulpmiddelen gebruiken (zoals pacemakers) of op het lichaam gedragen medische hulpmiddelen (zoals insulinepompen) dan wel zwanger zijn, overeenkomstig de informatie in artikel 6 van deze richtlijn. 5. Op basis van de risicobeoordeling bedoeld in artikel 4 worden werkplekken waar werknemers met waarschijnlijkheid worden blootgesteld aan elektromagnetische velden die de actieniveaus overschrijden, overeenkomstig de bijlagen II en III en Richtlijn 92/58/EEG van de Raad van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften voor de veiligheids- en/of gezondheidssignalering op het werk (negende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) aangegeven door middel van passende signaleringen 15. De betreffende ruimten worden als zodanig aangemerkt en de toegang ertoe wordt op gepaste wijze beperkt. Indien de toegang tot deze ruimten reeds om andere redenen op gepaste wijze is beperkt en de werknemers over de elektromagnetische risico's zijn geïnformeerd, zijn geen specifieke signaleringen en beperkingen van de toegang in verband met elektromagnetische velden vereist. 15 PB L 245 van , blz /12 ass/pau/rv 22

23 6. In toepassing van artikel 3, lid 3, onder a), worden specifieke beschermingsmaatregelen genomen, zoals opleiding van werknemers overeenkomstig artikel 6 en het gebruik van technische middelen en persoonlijke bescherming, zoals aarding van de voorwerpen waarmee gewerkt wordt, het verbinden van werknemers met die voorwerpen (potentiaalvereffening) en in voorkomend geval overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 89/656/EEG, het gebruik van isolerende schoenen, handschoenen en beschermende kleding. 7. In toepassing van artikel 3, lid 4, onder a), worden specifieke beschermingsmaatregelen vastgesteld, onder meer betreffende beheersing van bewegingen. 8. Tenzij voldaan is aan de voorwaarden van artikel 3, lid 3, artikel 3, lid 4, artikel 10, lid 2, of artikel 10, lid 4, worden werknemers niet blootgesteld aan overschrijdingen van de BGW voor effecten op de zintuigen en BGW voor gezondheidseffecten. Indien de BGW voor gezondheidseffecten en de BGW voor effecten op de zintuigen ondanks de maatregelen die de werkgever uit hoofde van deze richtlijn heeft genomen, worden overschreden, neemt de werkgever onmiddellijk maatregelen om de blootstelling terug te brengen tot onder deze blootstellingsgrenswaarden. De werkgever gaat na waarom de grenswaarden voor de gezondheidseffecten en effecten op de zintuigen zijn overschreden en wijzigt de beschermings- en preventiemaatregelen op zodanige wijze dat de grenswaarden niet opnieuw worden overschreden. 9. In toepassing van artikel 3, leden 3 en 4, actualiseert de werkgever indien nodig de risicobeoordeling en de preventiemaatregelen wanneer door de werknemer gesignaleerde voorbijgaande symptomen als bedoeld in artikel 2, onder b), optreden. Voorbijgaande symptomen kunnen betrekking hebben op: a) zintuiglijke gewaarwordingen en effecten in het functioneren van het centraal zenuwstelsel in het hoofd, opgewekt door tijdsafhankelijke magnetische velden; en b) effecten van statische magnetische velden, zoals duizeligheid en misselijkheid /12 ass/pau/rv 23

24 Artikel 6 Voorlichting en opleiding van de werknemers Onverminderd de artikelen 10 en 12 van Richtlijn 89/391/EEG zorgt de werkgever ervoor dat werknemers die met waarschijnlijkheid aan risico's in verband met elektromagnetische velden op het werk zullen worden blootgesteld, en/of hun vertegenwoordigers, alle noodzakelijke voorlichting en opleiding ontvangen in verband met het resultaat van de in artikel 4 bedoelde risicobeoordeling, in het bijzonder betreffende: a) maatregelen die ter uitvoering van deze richtlijn zijn genomen; b) de waarden en concepten van de blootstellingsgrenswaarden en actieniveaus, de daarmee verbonden mogelijke risico's en de getroffen preventieve maatregelen; c) de mogelijke indirecte gevolgen van blootstelling; d) de resultaten van de overeenkomstig artikel 4 verrichte beoordeling, meting en/of berekening van de mate van blootstelling aan elektromagnetische velden; e) de wijze waarop schadelijke gezondheidseffecten van de blootstelling moeten worden opgespoord en gemeld; f) het mogelijk optreden van voorbijgaande symptomen en gewaarwordingen die verband houden met effecten in het centrale en het perifere zenuwstelsel; g) de omstandigheden waarin werknemers recht hebben op gezondheidstoezicht; h) veilige werkmethoden om de risico's van blootstelling tot een minimum te beperken; i) werknemers met een verhoogd risico, als bedoeld in artikel 4, lid 5, onder d), en artikel 5, leden 3 en 4, van deze richtlijn /12 ass/pau/rv 24

25 Artikel 7 Raadpleging en deelneming van de werknemers Overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 89/391/EEG wordt voorzien in raadpleging en deelneming van de werknemers en/of hun vertegenwoordigers. HOOFDSTUK III DIVERSE BEPALINGEN Artikel 8 Gezondheidstoezicht 1. Voor preventie en vroegtijdige diagnose van mogelijke schadelijke gezondheidseffecten ten gevolge van blootstelling aan elektromagnetische velden wordt een passend gezondheidstoezicht uitgeoefend overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 89/391/EEG. Deze maatregelen worden ingevoerd overeenkomstig de nationale wetgeving en/of praktijk. 2. Overeenkomstig de nationale wetgeving en/of praktijk worden de gegevens die door middel van het gezondheidstoezicht zijn verkregen, in een passende vorm bewaard om latere raadpleging ervan mogelijk te maken, waarbij rekening wordt gehouden met vertrouwelijkheidsvoorschriften. De individuele werknemer heeft desgevraagd toegang tot de hem persoonlijk betreffende medische gegevens. Artikel 9 Sancties De lidstaten voorzien in adequate sancties op niet-naleving van de krachtens deze richtlijn vastgestelde nationale wetgeving. Deze sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn /12 ass/pau/rv 25

26 Artikel 10 Afwijkingen 1. De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing in afwijking van de verplichtingen waarin artikel 3 voorziet. 2. Onverminderd artikel 5, lid 1, mogen blootstellingen de blootstellingsgrenswaarden overschrijden indien de blootstelling verband houdt met de installatie, het testen, het gebruik, de ontwikkeling, het onderhoud van of onderzoek betreffende MRI-apparatuur voor patiënten in de gezondheidssector, indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan: a) uit de overeenkomstig artikel 4 uitgevoerde risicobeoordeling is gebleken dat grenswaarden zijn overschreden; b) gezien de stand van de techniek zijn alle technische en/of organisatorische maatregelen toegepast; c) er is sprake van naar behoren gerechtvaardigde omstandigheden; d) er is rekening gehouden met de kenmerken van de arbeidsplaats, de arbeidsmiddelen of de arbeidspraktijken; en e) de werkgever heeft aangetoond dat de werknemers onverminderd beschermd zijn tegen effecten die schadelijk zijn voor de gezondheid en tegen veiligheidsrisico's, onder meer door ervoor te zorgen dat de instructies ten behoeve van een veilig gebruik die door de fabrikant zijn verstrekt overeenkomstig Richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen, worden opgevolgd. 3. Onverminderd artikel 5, lid 1, kunnen de lidstaten toestaan dat een gelijkwaardig of meer specifiek beschermingssysteem wordt opgezet voor personeel dat werkzaam is in operationele militaire installaties of betrokken is bij militaire activiteiten, met inbegrip van gezamenlijke internationale militaire oefeningen, mits gezorgd wordt voor preventie van schadelijke gezondheidseffecten en veiligheidsrisico's /12 ass/pau/rv 26

27 4. Onverminderd artikel 5, lid 1, mogen de lidstaten in naar behoren gerechtvaardigde gevallen en enkel zo lang deze gevallen naar behoren gerechtvaardigd zijn, toestaan dat de blootstellingsgrenswaarden tijdelijk worden overschreden in specifieke sectoren of ten behoeve van specifieke activiteiten die niet onder de werkingssfeer van de leden 2 en 3 vallen. Binnen deze context wordt onder "naar behoren gerechtvaardigde omstandigheden" verstaan omstandigheden waarin aan de volgende criteria is voldaan: a) uit de overeenkomstig artikel 4 uitgevoerde risicobeoordeling is gebleken dat grenswaarden zijn overschreden; b) gezien de stand van de techniek zijn alle technische en/of organisatorische maatregelen toegepast; c) er is rekening gehouden met de specifieke kenmerken van de arbeidsplaats, de arbeidsmiddelen of de arbeidspraktijken; en d) de werkgever toont aan dat de werknemers onverminderd beschermd zijn tegen schadelijke gezondheidseffecten en veiligheidsrisico's, onder meer met behulp van vergelijkbare, meer specifieke en internationaal erkende normen en richtsnoeren. 5. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van elke afwijking uit hoofde van de leden 3 en 4, en van de rechtvaardiging van deze afwijkingen, in het verslag bedoeld in artikel 17 bis van Richtlijn 89/391/EEG /12 ass/pau/rv 27

28 Artikel 11 Technische wijzigingen in de bijlagen 16 De Commissie krijgt overeenkomstig artikel 12 de bevoegdheid gedelegeerde handelingen vast te stellen om zuiver technische wijzigingen 17 in de bijlagen aan te brengen teneinde: a) rekening te houden met de vaststelling van richtlijnen op het gebied van de technische harmonisatie en normalisatie met betrekking tot het ontwerp, de bouw, de vervaardiging of de constructie van arbeidsmiddelen of werkplekken; b) rekening te houden met de technische vooruitgang, wijzigingen in de meest toepasselijke normen of specificaties, en nieuwe wetenschappelijke inzichten op het gebied van elektromagnetische velden; c) aanpassingen door te voeren in de actieniveaus, mits onverminderd wordt voldaan aan de bestaande, in de bijlagen II en III genoemde blootstellingsgrenswaarden en er sprake is van nieuw wetenschappelijk bewijs. Indien, in het geval van zuiver technische wijzigingen van de bijlagen, zoals bedoeld in de eerste alinea, dwingende urgente redenen dat vereisen, is de procedure van artikel 13 van toepassing op overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen. Artikel 12 Uitoefening van de delegatie 1. De bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend onder de in dit artikel gestelde voorwaarden. 16 DE handhaaft een voorbehoud bij de artikelen 11 tot en met 13 inzake gedelegeerde handelingen. Zie inleidende nota, deel III, punt 2). 17 MT handhaaft een voorbehoud bij artikel 11. Zie inleidende nota, deel III, punt 2) /12 ass/pau/rv 28

29 2. De in artikel 11 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt met ingang van [de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] aan de Commissie verleend voor een periode van vijf jaar. 3. De in artikel 11 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of door de Raad worden ingetrokken. Een besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis. 5. Een krachtens artikel 11 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt pas in werking als het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie voor het verstrijken van deze termijn heeft meegedeeld voornemens te zijn geen bezwaar te maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan deze termijn met twee maanden worden verlengd. Artikel 13 Spoedprocedure 1. Een overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handeling treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad wordt vermeld om welke redenen gebruik wordt gemaakt van de spoedprocedure. 2. Het Europees Parlement of de Raad kan overeenkomstig de in artikel 12, lid 5, bedoelde procedure bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling. In dat geval trekt de Commissie de handeling onverwijld in na de kennisgeving van het besluit waarbij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt /12 ass/pau/rv 29

17019/11 lep/rts/rv 1 DG G 2B

17019/11 lep/rts/rv 1 DG G 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2011 (23.11) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2011/0152 (COD) 17019/11 SOC 1001 CODEC 2059 VERSLAG van: het voorzitterschap aan: het Comité van permanente

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 29.6.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 179/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2013/35/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 26 juni 2013 betreffende de minimumvoorschriften

Nadere informatie

Risico s van elektromagnetische velden op het werk Wetgevende nota

Risico s van elektromagnetische velden op het werk Wetgevende nota Risico s van elektromagnetische velden op het werk Wetgevende nota De Europese richtlijn 2013/35/EU van 26 juni 2013 betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot

Nadere informatie

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht.

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 november 2004 (16.11) (OR. en) PUBLIC 14287/04 Interinstitutioneel dossier: 1992/0449/B (COD) LIMITE SOC 523 CODEC 1208 VERSLAG van: de Groep sociale vraagstukken

Nadere informatie

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie 10.4.2019 A8-0020/585 Amendement 585 Pavel Svoboda namens de Commissie juridische zaken Verslag A8-0020/2018 József Szájer Aanpassing van een aantal rechtshandelingen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 oktober 2005 (25.10) 13693/05 Interinstitutioneel dossier: 1992/0449 (COD) SOC 414 CODEC 938 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 24 mei 2019 (OR. en) 2016/0400 (COD) PE-CONS 65/19 INST 49 IND 65 JUR 114 COMPET 209 TELECOM 90 MAP 5 DEVGEN 38 POLARM 3 EMPL 127 COARM 36 SOC 162

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.6.2013 COM(2013) 418 final 2013/0192 (COD) C7-0176/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied

Nadere informatie

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie 10.11.2017 A8-0332/ 001-009 AMENDEMENTEN 001-009 ingediend door de Commissie vervoer en toerisme Verslag Gesine Meissner Periode voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen A8-0332/2017 Voorstel

Nadere informatie

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 april 2011 (20.04) (OR. en) 8753/1/11 REV 1 PE 164 INST 195 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de delegaties Consensus - Gedelegeerde handelingen Voor de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 4.5.2005 COM(2005) 189 definitief 1992/0449 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 20 juni 2007 (OR. en) 2006/0127 (COD) LEX 801 PE-CONS 3617/3/07 REV 3 SOC 166 CODEC 432 RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT WIJZIGING

Nadere informatie

(1999/C 55/06) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 118 A,

(1999/C 55/06) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 118 A, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 55 van 25/02/99 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 13/1999 door de Raad vastgesteld op 22 december 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2010 COM(2010)381 definitief 2010/0205 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften

Nadere informatie

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 159/ 1. I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 159/ 1. I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 30.4.2004 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 159/ 1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) RICHTLIJN 2004/40/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 2004

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juni 2011 (14.06) (OR. en) 10641/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0380 (COD) SOC 437 CODEC 895

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juni 2011 (14.06) (OR. en) 10641/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0380 (COD) SOC 437 CODEC 895 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juni 2011 (14.06) (OR. en) 10641/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0380 (COD) SOC 437 CODEC 895 VERSLAG van: de Groep sociale vraagstukken aan: het Comité van permanente

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S) RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S) POSEIDOM 11 POSEICA 11 POSEIMA 10 REGIO 55 I ST 351 UD 181 OTA van: aan: Betreft: het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 oktober 2003 (15.10) (OR. en) 13428/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 1992/0449/C (COD) SOC 396 CODEC 1358

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 oktober 2003 (15.10) (OR. en) 13428/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 1992/0449/C (COD) SOC 396 CODEC 1358 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 oktober 2003 (15.10) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 1992/0449/C (COD) 13428/03 ADD 1 SOC 396 CODEC 1358 ADDENDUM 1 BIJ HET VERSLAG van: het Comité van permanente

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 24 januari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0010 (NLE) 5569/17 ENV 50 COMPET 37 VOORSTEL van: ingekomen: 19 januari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) 14533/08. Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) 14533/08. Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S) 14533/08 GAF 14 FI 400 UEM 182 EUROPOL 71 DROIPE 79 OTA I-PU T van: de Groep fraudebestrijding

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.1.2017 COM(2017) 23 final 2017/0010 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0102 (CNS) 8333/16 LIMITE PUBLIC FISC 59 ECOFIN 326 NOTA van: aan: het voorzitterschap het Comité

Nadere informatie

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 25 april 2001 (04.05) (OR. en) 7725/01 Interinstitutioneel dossier: 2000/0211 (COD) LIMITE ENT 55 ENV 166 CODEC 319 RESULTAAT BESPREKINGEN van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.6.2011 COM(2011) 348 definitief 2011/0152 (COD) C7-0191/11 NL Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de minimumvoorschriften inzake

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek V.- Omgevingsfactoren en fysische agentia. Titel 7. Elektromagnetische velden

Codex over het welzijn op het werk. Boek V.- Omgevingsfactoren en fysische agentia. Titel 7. Elektromagnetische velden Codex over het welzijn op het werk Boek V.- Omgevingsfactoren en fysische agentia Titel 7. Elektromagnetische velden Omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn 2013/35/EU van het Europees Parlement en

Nadere informatie

1990L0269 NL

1990L0269 NL 1990L0269 NL 27.06.2007 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 mei 1990 betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.10.2012 COM(2012) 591 final 2012/0285 (COD)C7-0332/12 Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr.2187/2005

Nadere informatie

(vijftiende bij zondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)

(vijftiende bij zondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 23 van 28/01/2000 RICHTLIJN 1999/92/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 december 1999 betreffende minimumvoorschriften voor de verbetering

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.4.2015 COM(2015) 155 final 2015/0080 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot uitvoering van het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet

Nadere informatie

Elektro Magnetische Velden (EMV) in Arbeidssituaties

Elektro Magnetische Velden (EMV) in Arbeidssituaties Elektro Magnetische Velden (EMV) in Arbeidssituaties NVVK congres 29 maart 2017 1 Doel De NVS kent een viertal afdelingen. Afdeling Industriële Stralingsveiligheid (IS) Afdeling Bedrijfs-Gezondheidszorg

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 21.1.2009 COM(2009) 12 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende het voorlopig verbod op het gebruik en de verkoop in Hongarije

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 17 november 2003 (OR. en) 2003/0001 (COD) LEX 478 PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575 RICHTLIJN 2003/103/EG VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2010 over het voorstel voor

Nadere informatie

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 55 van 25/02/99 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 13/1999 door de Raad vastgesteld op 22 december 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, 29.4.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 127/129 RICHTLIJN 2014/46/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 3 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 1999/37/EG van de Raad inzake de kentekenbewijzen

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE PUBLIC Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE AGRILEG 144 CODEC 1043 NOTA I-PUNT van: aan: nr. Comv.:

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 26.10.2007 COM(2007) 669 definitief 2007/0230 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0194 (COD) 5520/14 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 26 juni 2014 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ECOFIN 49 UEM 12 STATIS

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT ***II STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 23 oktober 2001 1992/0449(COD) PE2

EUROPEES PARLEMENT ***II STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 23 oktober 2001 1992/0449(COD) PE2 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Geconsolideerd wetgevingsdocument 23 oktober 2001 1992/0449(COD) PE2 ***II STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in tweede lezing vastgesteld op 23 oktober 2001 met het oog

Nadere informatie

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 april 2010 (07.05) (OR. en) 9109/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0125 (CNS) POSEIMA 3 POSEICAN 3 POSEIDOM 3 REGIO 36 UD 117 NOTA van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.8.2012 COM(2012) 432 final 2012/0208 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad voor

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) ENT 175 EEE 60 SAN 99 CODEC 831 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER,

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD) A TIDUMPI G 52 COMER 143 WTO 220 CODEC 1636 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.:

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S)

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S) Conseil UE PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S) 14625/08 LIMITE FISC 138 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 150/93 RICHTLIJNEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 150/93 RICHTLIJNEN 14.6.2018 Publicatieblad van de Europese Unie L 150/93 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/849 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 30 mei 2018 tot wijziging van de Richtlijnen 2000/53/EG betreffende

Nadere informatie

Afdeling I. Toepassingsgebied en definities

Afdeling I. Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 20 mei 2016 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico s van elektromagnetische velden op het werk (B.S. 10.6.2016) Afdeling

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 6.10.2010 COM(2010) 544 definitief 2010/0272 (COD) C7-0316/10 VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EG)

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0010 (NLE) 8430/17 LIMITE PUBLIC ENV 375 COMPET 264 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft:

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 909 definitief 2006/0282 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 17.7.2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 17.7.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.7.2014 C(2014) 4580 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 17.7.2014 betreffende de voorwaarden voor de indeling in klassen zonder tests van bepaalde

Nadere informatie

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 5 september 2008 (9.09) (OR. en) 2677/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0025 (COD) CODEC 054 EDUC 202 SOC 473 OTA van: aan: Betreft : het secretariaat-generaal het

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2018 COM(2018) 261 final 2018/0124 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de opname van de Italiaanse

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3 2.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3 VERORDENING (EG) Nr. 2060/2004 VAN DE RAAD van 22 november 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2702/1999 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 mei 2006 (15.05) (OR. en) 9133/06 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2005/0153 (CNS) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 mei 2006 (15.05) (OR. en) 9133/06 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2005/0153 (CNS) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 0 mei 2006 (5.05) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2005/053 (CNS) 933/06 ADD 2 PUBLIC LIMITE AGRILEG 76 AGRIFIN 35 ADDENDUM BIJ HET VERSLAG van: de Groep

Nadere informatie

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0279 (COD) 7566/17 PI 33 CODEC 463 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD) SIRIS 112 CODEC 1150 COMIX 638 NOTA I-PUNT van: het secretariaat-generaal aan:

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) 11061/04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE PUBLIC ENV 387 TOUR 14 AGRI 177 MAR 128 IND 91 CODEC 869 NOTA van:

Nadere informatie

16435/14 jel/gra/hh 1 DG G 2B

16435/14 jel/gra/hh 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 5 december 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0400 (CNS) 16435/14 FISC 221 ECOFIN 1157 NOTA A-PUNT van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de Raad

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.8.2013 COM(2013) 577 final 2013/0280 (CNS) C7-0268/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van de Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de Franse

Nadere informatie

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 7 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0267 (COD) 10729/4/16 REV 4 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: PHARM 44 SAN 285 MI 479 COMPET 403 CODEC 978

Nadere informatie

Technisch bureau van Eeden Arbeidsomstandighedenbesluit secties geluid en trillingen

Technisch bureau van Eeden Arbeidsomstandighedenbesluit secties geluid en trillingen Afdeling 3. Lawaai 1. Algemeen Artikel 6.6. Definities In deze afdeling wordt verstaan onder: a. piekgeluidsdruk (Ppiek): maximumwaarde van de «C»-frequentiegewogen momentane lawaaidruk; b. dagelijkse

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag 8.2.2019 A8-0062/ 001-017 AMENDEMENTEN 001-017 ingediend door de Commissie vervoer en toerisme Verslag Pavel Telička A8-0062/2019 Gemeenschappelijke regels ter waarborging van basisconnectiviteit in het

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave Europees Parlement 2014-2019 AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave P8_TA-PROV(2019)0047 Douanewetboek van de Unie: opname van de Italiaanse gemeente Campione d'italia en de Italiaanse wateren van het meer

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT C6-0114/2007. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2006/0018(COD) 24/04/2007

EUROPEES PARLEMENT C6-0114/2007. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2006/0018(COD) 24/04/2007 EUROPEES PARLEMENT 2004 ««««««««««««Zittingsdocument 2009 C6-0114/2007 2006/0018(COD) 24/04/2007 Gemeenschappelijk standpunt Gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld op 19 april 2007 met het

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 25.3.2017 L 80/7 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/556 VAN DE COMMISSIE van 24 maart 2017 houdende de nadere regeling voor de inspectieprocedures inzake goede klinische praktijken overeenkomstig Verordening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 181 Besluit van 4 mei 2016 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de vaststelling van regels met betrekking tot de

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 799 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen die

Nadere informatie

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 7 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0266 (COD) 10728/4/16 REV 4 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: PHARM 43 SAN 284 MI 478 COMPET 402 CODEC 977

Nadere informatie

7597/18 nuf/gra/fb 1 DRI

7597/18 nuf/gra/fb 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 12 april 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0907 (APP) 7597/18 NOTA van: aan: PE 41 INST 134 FREMP 40 JUR 160 AG 4 het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B Raad van de Europese Unie Brussel, 26 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0251 (CNS) 12848/1/18 REV 1 FISC 397 ECOFIN 881 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN

Nadere informatie

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006 30.12.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 396/849 Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot wijziging van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad betreffende

Nadere informatie

17217/2/10 REV 2 bar/lep/mv 1 DG I 1A

17217/2/10 REV 2 bar/lep/mv 1 DG I 1A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 december 2010 (14.12) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0241 (COD) 17217/2/10 REV 2 ENV 824 MI 510 CODEC 1413 NOTA - HERZIENE VERSIE van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 3 mei 2017 (OR. en) 2016/0145 (COD) PE-CONS 11/17 PECHE 71 CODEC 261 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, december 004 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 004/038 (CNS) 58//04 REV LIMITE COPEN 44 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 374/04 COPEN 8

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.6.2010 COM(2010)331 definitief 2010/0179 (CNS) C7-0173/10 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EEG betreffende het gemeenschappelijk

Nadere informatie

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 5 september 2008 (23.09) (OR. en) 2673/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0024 (COD) CODEC 052 CULT 94 CADREFI 8 OTA van: aan: Betreft : het secretariaat-generaal het

Nadere informatie

Elektromagnetische velden in de arbeidsomgeving. De Europese Richtlijn 2013/35/EU

Elektromagnetische velden in de arbeidsomgeving. De Europese Richtlijn 2013/35/EU Elektromagnetische velden in de arbeidsomgeving De Europese Richtlijn 2013/35/EU Dr. Maurits De Ridder FOD WASO, A.D. Humanisering van de Arbeid Arbeidsgezondheidkunde, Universiteit Gent Belgian BioElectromagnetics

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2012 COM(2012) 530 final 2012/0260 (COD)C7-0304/12 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 15 november 2012 aan: het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

1. De Commissie heeft haar voorstel op 10 september 2007 bij de Raad en het Europees Parlement ingediend.

1. De Commissie heeft haar voorstel op 10 september 2007 bij de Raad en het Europees Parlement ingediend. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 30 juni 2008 (09.07) (OR. en) 11242/08 Interinstitutioneel dossier: 2007/0187 (COD) MI 229 E T 155 CO SOM 80 CODEC 888 OTA A-PU T van: het secretariaat-generaal van de

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 juli 999 (07.09) (OR. en) 0456/99 LIMITE DROIPEN 5 RESULTAAT BESPREKINGEN van : de Groep Materieel Strafrecht d.d. : 9 juli 999 nr. vorig doc. : 9966/99 DROIPEN 4

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14149/09 LIMITE ENV 649 ENT 183

PUBLIC. Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14149/09 LIMITE ENV 649 ENT 183 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) 14149/09 LIMITE PUBLIC ENV 649 ENT 183 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 6 februari 2003 (OR. en) 1992/0449 A (COD) LEX 395 C5-0501/2002 PE-CONS 3666/4/02 REV 4 SOC 463 CODEC 1315 RICHTLIJN 2003/10/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 oktober 2003 (OR. fr) 14051/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0255 (COD) ENT 194 ENV 570 CODEC 1478 INGEKOMEN DOCUMENT van: mevrouw Patricia BUGNOT, directeur,

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.3.2019 C(2019) 1922 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 14.3.2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.3.2012 COM(2012) 136 final 2012/0066 (COD)C7-0133/12 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van [...] tot wijziging van Richtlijn 2006/66/EG inzake

Nadere informatie

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 6 maart 205 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 203/09 (COD) 682/5 JUSTCIV 40 FREMP 36 CODEC 283 NOTA van: aan: het voorzitterschap de Raad nr. vorig doc.: 6599/5 JUSTCIV

Nadere informatie

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2003 (25.11) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2003/0217 (CNS) 2003/0218 (CNS) 14969/1/03 REV 1 LIMITE VISA 191 COMIX 701 NOTA van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 125/10 VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/786 VAN DE COMMISSIE van 19 mei 2015 tot vaststelling van criteria voor de aanvaardbaarheid van zuiveringsprocedés die worden toegepast op producten die bedoeld

Nadere informatie