Uitgevoerd door Gesproken met Referenties Bijlagen. Jan Hoogendijk Teunis Kraaijeveld 1 CO2 Emissie inventaris Teun Kraaijeveld Deborah van Ballegooij

Transcriptie

1 Document : E Revisie : 1 Datum : Pagina 1 van 6 Soort Evaluatie Bedrijfsfunctie Bedrijfsproces Systeem Intern Directie Beleid Arbo Extern Verkoop Bedrijfsproces Milieu Engineering Procesondersteuning Energie Inkoop Datum Werkvoorbereiding Bedrijf Kraaijeveld s. Uitvoering Aannemingsbedrijf Projectbewaking Adres/PB Postcode Woonplaat s Barendrecht Bedrijfsmiddelen Personeelszaken Kwaliteitsmanagement Uitgevoerd door Gesproken met Referenties Bijlagen Jan Hoogendijk Teunis Kraaijeveld 1 CO2 Emissie inventaris Teun Kraaijeveld Deborah van Ballegooij Bespreking resultaten Opmerkingen Datum Naam Gebruikte codering; C Conform Aandachtspunt, actie niet verplicht, wel aangeraden N Niet conform, tekortkoming, maatregelen verplicht Nr. Omschrijving actie Door Begin Einde Gereed Opmerking Afhandeling Evaluatierapport Her-evaluatie Ja Nee Datum Kwaliteitsoverleg Samenvatting en conclusie De Energie Audit is uitgevoerd aan de hand van de ISO ;2012 (2006) paragraaf 7.3. Met deze werkwijze wordt enerzijds voldaan aan de CO2 Prestatieladder en wordt anderzijds voldaan aan het aantoonbaar verbeteren van prestaties in het kader van de ISO 9001; De procesbeoordeling is opgenomen in de Planning IKZ 2015 en 16. De gebruikte gegevens voor het bepalen van de CO2 uitstoot hebben betrekking op de periode 2013 t/m het kalenderjaar 2015.

2 Document : E Revisie : 1 Datum : Pagina 2 van Emissie inventaris 1.1 Rapporterende organisatie De Procesbeoordeling is uitgevoerd voor Kraaijeveld Investments B.V. Voor nadere informatie over de organisatie wordt verwezen naar IKZ01-01/02.00 R3 Organisatiestructuur. 1.2 Verantwoordelijkheid De procesbeoordeling alsook de rapportage is uitgevoerd door Teunis Kraaijeveld in samenwerking met Deborah van Ballegooij en de extern Adviseur IKZ Jan Hoogendijk. Eindverantwoordelijk voor de CO 2 Emissie inventaris is de algemeen Directeur Teun Kraaijeveld. 1.3 Rapportageperiode De CO 2 Emissie inventaris is bepaald voor het kalenderjaar 2015 en deze is vergeleken met de voorgaande 2 jaren met het jaar 2013 als referentie. 1.4 Afbakening Organizational- en Operational Boundaries Organizational Boundaries De rapportage heeft betrekking op Kraaijeveld Investments B.V. waarin Kraaijeveld s Aannemingsbedrijf B.V. wordt beschouwd als verantwoordelijk voor 99% van de CO2 uitstoot. De samenwerkingsverbanden met andere aannemingsbedrijven worden buiten beschouwing gelaten voor de CO2 prestatie Combination Boudaries Indien van toepassing, blijft elke combinant zelf verantwoordelijk voor het bepalen en vastleggen van de eigen CO2 uitstoot van de eigen middelen Operational Boudaries Voor een juiste afbakening van scopes, is gebruik gemaakt van de scope-indeling van het Green House Gas (GHG Protocol) en de scope-indeling van de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO). 1.5 GHG emissies De in de jaren 2013 t/m 2015 verzamelde gegevens voor de CO2 Emissie inventaris zijn in bijlage 1 van het Evaluatierapport weergegeven en ingedeeld in de volgende uitstootniveaus Scope 1: Directe CO 2 uitstoot CO 2 uitstoot veroorzaakt door bronnen die eigendom zijn van Kraaijeveld Investments B.V. Zoals verwarming van het kantoor, het wagenpark of uitstoot veroorzaakt door en afkomstig uit chemische processen.

3 Document : E Revisie : 1 Datum : Pagina 3 van Scope 2: Indirecte CO 2 uitstoot of elektriciteit CO 2 uitstoot veroorzaakt door het inkopen/verbruiken van elektriciteit. Deze vorm van uitstoot wordt veroorzaakt waar de stroom gegenereerd wordt. In de definitie van SKAO worden ook eigen auto s gebruikt voor zakelijk vervoer en eventueel vliegverkeer tot scope 2 gerekend. Voor de Emissie inventaris is het gebruik van privé voertuigen voor zakelijk gebruik echter opgenomen in scope 3 in overeenstemming met de GHG methode Scope 3: Andere indirecte CO 2 uitstoot Scope 3 is een categorie die is toe te rekenen aan werkzaamheden waar Kraaijeveld Investments B.V. geen directie invloed op heeft, maar waar de organisatie wel verantwoordelijk voor is omdat ze worden veroorzaakt door de werkzaamheden van de organisatie. Het gebruik van privé voertuigen voor zakelijk gebruik is echter opgenomen in overeenstemming met de GHG methode Verbranding biomassa Binnen de organisatie heeft, evenals voorgaande jaren, in 2015 geen verbranding van biomassa plaatsgevonden GHG Verwijderingen Binnen de organisatie heeft, evenals voorgaande jaren, in 2015 geen binding van CO 2 plaatsgevonden Uitzonderingen in de rapportage Er zijn geen uitzonderingen van toepassing 1.6 GHG emissies 2013 t/m 2015 met analyse Directe GHG emissies (scope 1) Energiestroom scope Aardgas Propaan Benzine Diesel LPG Aspen 5 9 Ad Blue 1 1 CO 2 Uitstoot totaal (ton) Een effect van de aanschaf en eind 2015 in gebruik genomen 2 MAN 6x6 Kippers met autolaadkraan met hybridetechniek zal eerst in 2016 meetbaar worden. Dat geldt ook voor de in 2015 vervangen bestelwagens naar een kleiner en zuiniger type.

4 Document : E Revisie : 1 Datum : Pagina 4 van Indirecte GHG emissies (scope 2) Energiestroom scope Grijze elektriciteit CO 2 Uitstoot totaal (ton) Door moverende oorzaken is de overgang van grijze naar groene stroom niet gerealiseerd en Is naar 2016 doorgeschoven. Het effect daarvan zal 60 ton CO 2 ofwel 2,5% t.o.v zijn Andere Indirecte GHG emissies (scope 3) Energiestroom scope Zakelijk gebruik privé auto CO 2 Uitstoot totaal (ton) Evaluatie over CO2 uitstoot totaal Scope 1 gesplitst naar bedrijfsfunctie/onderdeel Bedrijfsonderdeel Kantoor Werkplaats Magazijn Transport Haven Koedood Projectlocaties CO 2 Uitstoot totaal (ton) Scope 1 gesplitst naar product- en werksoort Product- en werksoort Grond-, weg- en water Riolering Risicobeheer railinfra Bodemsanering Bedrijfslocatie CO 2 Uitstoot totaal (ton)

5 Document : E Revisie : 1 Datum : Pagina 5 van 6 Eventuele verschillen in eindgetallen tussen de CO2 Emissie inventaris en de in het Evaluatierapport genoemde getallen, worden veroorzaakt door afrondingen. Dit heeft geen effect op het beoordelingsresultaat. De CO 2 uitstoot in 2015 ligt lager dan de uitstoot in de voorgaande 2 kalenderjaren. Dat wordt voornamelijk veroorzaakt door; - Een hogere efficiency aangaande de inzet van personeel en materieel - Een hogere omzet met name in Een eerste effect van de vervanging van bestelwagens door een kleiner type Voor het beoordelen van de CO 2 uitstoot en bereikte resultaten, moet verder worden gezocht naar nog meer concrete meetpunten en meetwaarden. Daarbij wordt gedacht aan Kwaliteits-prestatieindicatoren zoals; - Het gerealiseerde aantal productieve uren door het aantal FTE s, inclusief inhuur - Het aantal afgelegde kilometers naast het verzamelen van verbruiksgegevens De oorspronkelijk vastgestelde doelstelling, het jaarlijks ca 1,5% CO2 uitstoot verminderen ten opzichte van het basisjaar 2013, is in de jaren 2014 en 2015 niet gerealiseerd. Daar zijn meerdere achtergronden voor aan te wijzen. Overwogen moet worden deze doelstelling bij te stellen. 1.7 Berekeningsmethode Voor het kwantificeren van de CO 2 Emissie is het verbruik aan brandstoffen bepaald aan de hand van beschikbare overzichten en afrekeningen van de leverancier. Daarnaast is een begin gemaakt met het bijhouden van kilometerstanden per voertuig. Voornoemde inventarisatie is vermenigvuldigd met de actueel geldende Conversiefactoren. Met deze Conversiefactoren zijn de in 2013 en 2014 berekende waarden opnieuw berekend. Op grond daarvan is een vergelijk tussen de diverse jaren mogelijk en kan een tendens op lange termijn worden vastgesteld. 1.8 Conversiefactoren Voor het bepalen van de emissies is gebruik gemaakt van een algemeen instrument met als titel Carbon Assessment Tool. Voor het berekenen van de CO2 uitstoot zijn de vastgestelde verbruiksgegevens vermenigvuldigd met de hierna genoemde Conversiefactoren. - Brandstoffen voertuigen en schepen juni Brandstoffen voor energieopwekking maart Elektriciteit januari Goederenvervoer januari Personenvervoer juni 2015 Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de kalenderjaren 2013 t/m 2015 zijn voor het bepalen van de CO 2 uitstoot dezelfde conversiefactoren gebruikt. 1.9 Betrouwbaarheid Voor de CO 2 Emissie inventaris zijn de gegevens aangeleverd vanuit de financiële administratie na beoordeling en vaststelling door de Controller Tanco Mulderij Scope 1 Het verbruik van aardgas en brandstoffen is berekend op basis van de jaaropgave van de leveranciers en teruggerekend naar een periode van 365 dagen.

6 Document : E Revisie : 1 Datum : Pagina 6 van Scope 2 Het verbruik van elektriciteit is berekend op basis van de jaaropgave van de leverancier en teruggerekend naar een periode van 365 dagen. De overgang van grijze naar groene stroom was wel gepland, maar is nog niet doorgevoerd. Deze overgang wordt doorgeschoven naar Scope 3 Scope 3 is invulling gegeven met het aantal gedeclareerde zakelijk gereden kilometers met privé voertuigen. Deze post is afhankelijk van de werkomvang, werklocaties en lokale omstandigheden. Invloed op deze scope is en blijft daarom uiterst beperkt en nauwelijks of niet te beïnvloeden. Een optie voor 2016 zou kunnen zijn het inventariseren van de CO 2 Emissie bij onderaannemers en leveranciers. 2.0 Resultaten en bevindingen 2.1 C Belanghebbenden Partijen die belang hebben bij een zo laag mogelijke CO2 uitstoot zijn gelijk aan de Stakeholders (belanghebbenden) bij een goed functionerende organisatie Kraaijeveld Investments B.V. Deze partijen worden zijn in het Kwaliteitsoverleg KO nader ingevuld in groepen; - Brancheorganisaties - Afnemers - Partners - Leveranciers - Aandeelhouders - Werknemers - Banken/Verzekeraars - Burgers - Opdrachtgevers - Media 2.2 Prestatie Door het inventariseren van de CO 2 emissie en het kwantificeren van de CO 2 uitstoot, wordt voldaan aan de eisen voor Niveau 1 en 2 van de CO 2 Prestatieladder. Door te streven naar een meetbare vermindering van de CO 2 uitstoot wordt voldaan aan de eisen voor niveau 3. De weg naar niveau 4 is voor een deel ingeslagen door het organiseren van de juiste interne en externe communicatie alsmede het deelnemen aan een sectorinitiatief (QI ). 2.3 C Gerealiseerde maatregelen Met de ingevoerde werkwijze wordt met ingang van 2016 gebruik gemaakt van de zogeheten Demming cirkel. De methode om voortdurend te streven naar verbetering van prestaties. Deze werkwijze wordt in 2016 verder aangestuurd vanuit het Management Actieplan. Met behulp van werkwijze voor de CO 2 prestatieladder wordt ook de verbetering van prestaties aantoonbaar op het gebied van Kwaliteit en Veiligheid. Met deze aanpak wordt ook voldaan aan de eisen en verwachtingen van de ISO 9001;2015.