Blaasstimulator Radboud universitair medisch centrum

Transcriptie

1 Blaasstimulator

2

3 U komt in aanmerking voor een blaasstimulator of u wilt hier eerst meer over weten. Om te bepalen of bij u een blaasstimulator kan worden geplaatst, wordt u eerst onderzocht. In ieder geval moeten de blaas en de zenuwen van de blaas nog intact zijn. Deze folder geeft u informatie over de blaasstimulator. Heeft u na het lezen van deze tekst nog vragen, dan kunt u altijd terecht bij uw behandelend arts. De blaasstimulator is bedoeld voor mensen met een complete dwarslaesie. De meeste dwarslaesiepatiënten legen hun blaas door te kloppen op de buik, waardoor de blaas samentrekt. Toch treden er ook nog oncontroleerbare samentrekkingen op die de oorzaak zijn van spontaan urineverlies en ongewenste drukverhogingen in de blaas. Dwarslaesie patiënten hebben meer kans op blaasinfecties. Deze infecties en drukverhogingen zijn op den duur schadelijk voor de urinewegen, met name voor de nieren. Beschadiging is uiteraard ook afhankelijk van de wijze waarop de blaas wordt geleegd. Daar-om is moeilijk te voorspellen of er inderdaad beschadiging zal optreden en hoe snel dit gebeurt. Soms treedt dit al op binnen de eerste jaren na de dwarslaesie. Het legen van blaas en darm Met de blaasstimulator kunt u de blaas en eventueel uw darm weer onder controle krijgen. Dit betekent dat spontaan urineverlies en drukverhogingen in de blaas zullen verdwijnen. U kunt dus met de blaasstimulator ook uw darm legen. Het gebruik van zetpillen is dan meestal niet nodig. Erectie Mannelijke dwarslaesiepatiënten hebben doorgaans een reflexerectie. Bij implantatie van een blaasstimulator raken zij deze reflexerectie kwijt. Ongeveer vijfig procent van de mannen kan dan wel met de stimulator een erectie opwekken. Voor sommige mannen is het verdwijnen van de reflexerectie een reden om niet te kiezen voor de blaasstimulator. 1

4 Voorbereiding Scheren Het is van groot belang dat u vijf dagen voor de geplande ingreep het gedeelte van het lichaam waar u wordt geopereerd niet scheert met een scheermes. Dit vermindert het risico op een infectie. Als de chirurg scheren noodzakelijk acht, gebeurt dit op de operatiekamer. Vette creme Wilt u op de dag van de operatie geen gebruik maken van vette crèmes? Vette crème zorgt ervoor dat het te opereren gebied niet goed gedesinfecteerd kan worden. Sieraden, piercings etc. Nagellak, make-up, contactlenzen, bril, gebitsprotheses en sieraden (ook piercings) mag u niet dragen tijdens de operatie. Indien u acryl- of gelnagels heeft, dient u deze vóór de operatie van alle vingers te laten verwijderen. Veiligheid Rondom uw operatie zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd. Vlak voordat de operatie van start gaat wordt bijvoorbeeld door het gehele operatieteam een zogenaamde Time out genomen. Tijdens dit controlemoment wordt uw naam, geboortedatum en het te opereren lichaamsdeel en de operatiebenodigdheden gecontroleerd. Medicijnen De anesthesioloog bepreekt met u welke medicijnen u mag blijven gebruiken en welke u moet stoppen. Indien u bloedverdunners gebruikt, overlegt uw behandelend arts met u of u deze kunt door gebruiken of moet stoppen. Heeft u hierover vragen, stel ze dan aan uw behandelend arts. Ingreep Om de spasticiteit van de blaas op te heffen moet u geopereerd worden. Via een operatie worden in de rug de zenuwtakken vrijgelegd. De zenuwtakken die verantwoordelijk zijn voor het hinderlijke urineverlies worden doorgesneden. Op de overblijvende zenuwtakken worden elektrodes geplaatst die met kabeltjes verbonden worden aan een ontvanger. Deze ontvanger is vijf bij vijf centimeter. De operatie duurt ongeveer vijf uur. De opnameduur is tien tot veertien dagen. Tot nu toe zijn de resultaten van deze operatie zeer goed. De kans op complicaties is 2

5 echter wel aanwezig. Het kan zijn dat er een infectie optreedt rond de inwendige stimulatieapparatuur. Met de nodige voorzorg is het risico klein, maar als infectie optreedt moet de blaasstimulator weer worden weggenomen. Dit betekent dat de blaas dan alleen nog geleegd kan worden door katheterisatie. Apparatuur en gebruik De blaasstimulator bestaat uit twee delen, een zender en een ontvanger. De ontvanger bevindt zich onder de huid op een plaats waar de patiënt bij kan. De (uitwendige) zender heeft drie instellingen, die u zelf kunt instellen. De stand is afhankelijk van uw behoefte; het legen van de blaas, de darm of het opwekken van een erectie. Bij het stimuleren van de blaas kan soms ontlasting meekomen. Het is daarom aan te raden de blaas te stimuleren op het toilet of op een bedpan. Wanneer u een condoomurinaal met been-reservoir draagt kunt u de stimulator ook in een rolstoel gebruiken. Nazorg Na de ingreep blijft u onder controle. Het eerste jaar is dat om de drie maanden. Daarna is dit twee keer per jaar. Bij deze controles worden zowel de urinewegen als de apparatuur gecontroleerd. 3

6 Instructie gebruik blaas-stimulator U heeft een blaasstimulator en heeft al mondelinge instructies gehad over hoe u die moet gebruiken. Hieronder kunt u die instructies nog eens nalezen. Natuurlijk kunt u met vragen altijd terecht bij de arts en verpleegkundigen van de afdeling waar u onder behandeling bent. Aanzetten van de stimulator Door kort de knoppen (programma) 1, 2 of 3 in te drukken en los te laten wordt de stimulatorbox ingeschakeld. Uw arts zal u precies vertellen welk programma voor welke functie dient. In het algemeen is programma 1 voor blaaslediging, programma 2 voor darmontlediging en programma 3 voor erectie. Het nummer van het gekozen programma wordt weergegeven in het display en de stimulatie start na enkele seconden. Plaats de stimulator op het onderhuidse ontvangerblok. Activeer programma 1. Houd de stimulator enkele minuten op het blok. Door de stroompulsen die nu worden afgegeven trekt de blaas samen en zal de urine in scheuten naar buiten stromen. Deze behandeling moet u een aantal keren herhalen totdat de blaas helemaal leeg is. Legen van de darm Plaats de stimulator op het onderhuidse ontvangerblok. Activeer programma 2. Houd het zenderblok gedurende enkele minuten op de juiste plaats. 4

7 Pauzeer een of twee minuten door het apparaat af te zetten. De duur van de stimulatie wisselt per patiënt. Erectie Plaats de stimulator op het onderhuidse ontvangerblok. Activeer programma 3. De zender moet gedurende de erectie op het ontvangerblok blijven. Dit kunt u doen door de zender met een pleister vast te plakken op de ontvanger. Uitzetten van de stimulator De stimulator zet u uit door de knop 0 in te drukken. Opladen van de stimulator Het opladen van de batterijen kost ongeveer vier uur. Stop het stekkertje van de oplader in de stekkerdoos van de stimulatorbox. Hier is ook het snoertje van de zender op aangesloten). Sluit de oplader aan op het netstroom.. Testen van de stimulator Het is mogelijk de stimulatorbox te testen als het is ingeschakeld op pro-gramma 1, 2 of 3. Op de rand van de stimulatorbox zit een zogenaamde output test area. Door een van de drie zenders (A, B of C) van het zenderblok boven dit gebiedje te houden licht een groen lampje op. Hiermee wordt zichtbaar dat de stimulatorbox functioneert. Het programma kan zo zijn ingesteld dat niet alle zenders (A,B of C) tegelijk zijn ingeschakeld. Voor vragen kunt u terecht bij: Dr. J.P.F.A. Heesakkers, uroloog Annuleren van afspraken Voor het annuleren van afspraken kunt u ook het contactformulier invullen op onze website: 5

8 Ruimte voor uw notities

9

10

11

12 Adres Polikliniek Urologie Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid GA Nijmegen Volg route 725, Poliplein C0 Contact De polikliniek is telefonisch bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van uur (volg het keuzemenu) Radboud universitair medisch centrum