Het belang van het kind versus het belang van de maatschappij

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het belang van het kind versus het belang van de maatschappij"

Transcriptie

1 Het belang van het kind versus het belang van de maatschappij Een kritische beschouwing van artikel 77b Sr Evenzeer als een volwassene, behoort een kind voor zijne daden verantwoordelijk te zijn, zij het in meer beperkte mate en in andere zin. Het kind heeft nog niet voldoende vermogens om na te denken en onderscheidt de werkelijkheid nogal eens onvolkomen." * Minister Cort van der Linden (1901) Masterscriptie Rechtsgeleerdheid, accent Strafrecht M.D. Kosterink (ANR ) Scriptiebegeleider: mr. V.M. Smits Tweede lezer: prof. mr. P. Vlaardingerbroek

2 Voorwoord Deze scriptie is voor mij het kroonstuk van de Master Strafrecht. Het strafrecht is namelijk wat mij betreft het mooiste rechtsgebied dat er is. Het is technisch, complex, onvoorspelbaar, ingrijpend en bovenal, echt mensenwerk. In het jeugdstrafrecht staat voor mij dit laatste aspect nog meer centraal. Daarom was voor mij al gauw duidelijk, na de eerste paar hoorcolleges Jeugdstrafrecht, waar mijn scriptie over zou gaan. Op dat moment speelde de zaak rond de Facebookmoord, waardoor het onderwerp over de sanctionering van jonge, maar zware criminelen ter sprake kwam en hoe het via ons Wetboek van Strafrecht mogelijk is om een minderjarige te veroordelen volgens het volwassenenstrafrecht in plaats van via het jeugdstrafrecht. Dit was het geval bij de Moord op het Terra College: de 16-jarige Murat die zijn conrector in de schoolkantine doodschoot en daar vervolgens voor werd gestraft met toepassing van het volwassenenstrafrecht. Tijdens het college werd uitvoerig stilgestaan bij de overwegingen van met name het Hof om deze minderjarige te berechten als een volwassene. Hoe meer ik te weten kwam, des te meer vraagtekens ontstonden er in mijn hoofd over deze specifieke mogelijkheid in de wet. En zo begonnen mijn hersenspinsels. Terwijl ik het collegejaar afmaakte en allerlei vakken volgde, bleef ik hiermee bezig. Ik verzamelde artikelen en verdiepte me in de literatuur. Na ommekomst van het collegejaar had ik al mijn (extra) vakken afgerond en hoefde ik alleen nog mijn scriptie te schrijven. Ik ging eerst stagelopen bij een in het stafrecht gespecialiseerd advocatenkantoor en werkervaring opdoen. Toen ik eenmaal begon aan mijn scriptie kwam het er in een stortvloed uit. Ook een jaar later boeide het onderwerp mij namelijk nog steeds. Nu ligt dit onderzoeksresultaat voor u. Ik ben trots op dit eindresultaat en tevreden dat dit onderwerp de finale afronding van mijn studie siert. Hierna mag ik er in de praktijk mee aan de slag en daar heb ik net zo veel zin in! Ik wens u veel plezier met het lezen van deze scriptie. Ik hoop dat het u net zo boeit als dat het mij heeft gedaan en nog steeds doet. Melanie Kosterink Juni

3 Inhoudsopgave Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 Het juridisch kader van artikel 77b Sr De beginselen van het jeugdstrafrecht Het huidige wettelijke kader De totstandkoming van artikel 77b Wetboek van Strafrecht Het adolescentenstrafrecht Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Tussenconclusie Hoofdstuk 2 Artikel 77b Wetboek van Strafrecht nader beschouwd De wettekst en de toepassing in de praktijk De Somalische Piraat De ernst van het feit De persoonlijkheid van de dader De omstandigheden waaronder het feit is begaan De consequenties van artikel 77b Sr De motivering De toepassing: toename of afname? De sanctionering bij toepassing van artikel 77b Sr Tussenconclusie Hoofdstuk 3 Rechtsvergelijking De mishandeling in Eindhoven België Conclusie België Duitsland Conclusie Duitsland De lessen van België en Duitsland voor Nederland Hoofdstuk 4 Conclusie en aanbevelingen Conclusie Aanbevelingen Literatuurlijst Jurisprudentieoverzicht

4 Afkortingenlijst GBM IVRK JGG PIJ Raad RSJ Sr Sv TBS Wjb Gedragsbeïnvloedende maatregel Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Jugendgerichtsgesetz (Duitsland) Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen Raad voor de Kinderbescherming Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafvordering Terbeschikkingstelling van de Staat Wet op de Jeugdbescherming (België) 4

5 Inleiding Als je oud genoeg bent om iemand dood te schoppen, en als je oud genoeg bent om daardoor iemand ineens weduwe te maken, en als je oud genoeg bent om daardoor ook 3 kinderen kun vader af te nemen...dan ben je zeker ook oud genoeg voor volwassen rechtspraak. Op Facebook worden dit soort berichten gedeeld die je moet liken en delen als je het ermee eens bent. Bovenstaand bericht gaat over de zaak waarin een grensrechter in het amateurvoetbal door geweld om het leven is gekomen. De verdachten zijn tussen de vijftien en zestien jaar oud. Men wil eigenlijk toepassing van artikel 77b Sr zien; de mogelijkheid voor de rechter om een jeugdige van zestien of zeventien jaar volgens het commune strafrecht te berechten in plaats van volgens de aparte regels van het jeugdstrafrecht. Het jeugdstrafrecht is altijd onderhevig aan veranderingen en onderwerp van discussie. In 1995 is de laatste intensieve wijziging geweest. Naast het feit dat de straffen en maatregelen zwaarder zijn geworden en de rol van de kinderrechter is verkleind, is een belangrijk gevolg van deze wijziging dat het volwassenenstrafrecht makkelijker kan worden toegepast op zestien- en zeventienjarigen. Voorheen was dit alleen mogelijk als aan beide gronden van artikel 77b Sr was voldaan (de ernst van het feit en de persoonlijkheid van de dader). Sinds de wetswijziging van 1995 is daar een grond bijgekomen (omstandigheden waaronder het feit is begaan) en is de toepassing niet meer cumulatief voorgeschreven. Wanneer de rechter aanleiding ziet om het volwassenenstrafrecht toe te passen op basis van één van die gronden is dit dus al voldoende. De wettelijke drempel voor toepassing van het volwassenenstrafrecht op jeugdigen is daarmee dus verlaagd. Middels het jeugdstrafrecht kunnen zestien- en zeventienjarigen een jeugddetentie opgelegd krijgen van maximaal twee jaar en een PIJ-maatregel kan tot maximaal zeven jaar duren in geval van verlenging (afhankelijk van de persoon van de dader en de aard van het delict, zie artikel 77s Sr). Dit zijn aanzienlijke sancties, met name als men zich er van bewust is dat het weliswaar gaat om delinquenten maar dat zij nog altijd kinderen zijn. Aanleiding om het volwassenenstrafrecht toe te passen zou er dus logischerwijs in gelegen moeten zijn dat de daad dermate ernstig is dat twee jaar jeugddetentie niet voldoende is of dat de dader dermate behandeling nodig heeft, dat de duur van de PIJ mogelijk niet voldoende is. 1 Bij deze beredenering kunnen echter vraagtekens geplaatst worden. Het jeugdstrafrecht ziet toe op heropvoeding, resocialisatie en waarborgt juist die pedagogische insteek die jeugdigen behoeven. Een gevangenisstraf kent dit kader bijvoorbeeld niet. De PIJ-maatregel kent dit wel, maar sinds de invoering van het adolescentenstrafrecht is het alleen nog mogelijk om de maatregel op te leggen aan verminderd toerekeningsvatbaren en 1 J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier Juridisch

6 ontoerekeningsvatbaren. De regering zag er heil in om de PIJ zodanig aan te passen dat omzetting van de PIJ in TBS mogelijk wordt. Een apart kader voor jongeren die behoefte hebben aan heropvoeding en resocialisatie maar die minder geschikt zijn voor jeugddetentie is daarmee vervallen. Thans zal de beredenering dat de PIJ mogelijk qua duur tekort zal schieten waardoor artikel 77b sr wordt toegepast dus ook niet meer op gaan. Bij deze argumentatie door de rechter dat een behandeling van zeven jaar mogelijk tekort schiet, wordt de grond de persoon van de dader veelal gebruikt. Maar is dit criterium wel bedoeld om het volwassenenstrafrecht toe te passen omdat de PIJ-maatregel mogelijk tekort schiet. Is dit überhaupt wel een juist gebruik van artikel 77b Sr? Artikel 77b Sr gaat niet om de mate van vergelding die men wenst en die terug te zien moet zijn in de hoogte van de sanctie, waardoor vervolgens het sanctiearsenaal van het jeugdstrafrecht mogelijk tekort schiet. Het gaat veeleer om de sanctiewijze, want zoals gezegd kennen de sancties uit het jeugdstrafrecht een ander kader dan de sancties uit het commune strafrecht. 2 Een ander opmerkelijk aspect aan artikel 77b Sr is namelijk dat het mogelijk maakt dat minderjarigen worden geplaatst bij volwassenen. Dit terwijl het IVRK voorschrijft dat jeugdigen niet mogen worden geplaatst in een inrichting met volwassenen. Bij de toepassing van artikel 77b Sr is dit laatste onvermijdelijk. Nederland is hier herhaaldelijk voor op de vingers getikt 3, maar heeft op dat punt een voorbehoud gemaakt bij het sluiten van het verdrag en ziet ook nu nog geen reden om artikel 77b Sr te schrappen of te wijzigen. Artikel 77b Sr is een wetsartikel met vergaande gevolgen. Toch wordt door de rechter minimaal gemotiveerd waarom er wordt gekozen voor toepassing van artikel 77b Sr. Daarnaast heeft de Hoge Raad aangegeven dat de motivering voor de toepassing van artikel 77b Sr ook niet uitgebreid hoéft te zijn. 4 De rechter kan volstaan met het noemen van één grond uit artikel 77b Sr. Hierdoor zijn de keuzes en afwegingen die de rechter maakt niet altijd inzichtelijk en kan de vraag gesteld worden of de rechtszekerheid daarmee niet in het geding komt. Al decennia lang zijn er voorstanders van een apart adolescentenstrafrecht. En vanuit de neurofysische wetenschap zijn er nieuwe inzichten gekomen over het ontwikkelen van het brein waaruit blijkt dat adolescentie niet tot het 18 de levensjaar duurt, maar mogelijk tot en met het 23 ste 2 A.L.J. Janssens, Opmerkingen over de motiveringsplicht bij artikel 77b Sr, Gepubliceerd in: Systeem in ontwikkeling. Liber amicorum G. Knigge (red. A.E. Harteveld, D.H. de Jong en E.F. Stamhuis), Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2005, p Zie VN Doc. CRC/C/NLD/CO/3, paragraaf 11 en 78 en General Comment No. 10, Children s rights in juvenile justice, 25 april 2007, VN Doc. En ook Report by the Commissioner for Human Rights mr Thomas Hammarberg on his visit to the Netherlands september 2008 For the attention of the Committee of Ministers and the Parliamentary Assembly, p HR 21 november 2000, NJ 2001, 97. 6

7 levensjaar. Het wetsvoorstel voor een apart adolescentenstrafrecht van Staatssecretaris Teeven is sinds 1 april 2014 tot wet verheven. 5 De vraag is echter of deze wet ook daadwerkelijk een wijziging heeft doorgevoerd die eer doet aan de naam en of dit aan de nieuwe wetenschappelijke inzichten over adolescentie beantwoordt. Het doet lijken alsof het huidige stelsel volledig is gereviseerd, maar bij bestudering van deze wet wordt men mogelijk teleurgesteld. Stop een kikker in kokend water en hij springt er direct uit. Wanneer je een kikker echter in een pan met koud water op het vuur zet, blijft de kikker zitten tot hij gaar gekookt is. Dit zogeheten kokende kikker-syndroom doet mij denken aan de ontwikkeling van het jeugdstrafrecht. Waar vroeger breed gediscussieerd werd over de vraag of kinderen überhaupt wel strafrechtelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden, zijn we inmiddels zo ver dat men zich tegenwoordig bezig houdt met de vraag hoe we de jeugd nog harder kunnen aanpakken en zijn de regels behoorlijk versoepeld om jeugdigen als volwassenen te sanctioneren voor hun delinquente gedrag. Zou de wetgever van een eeuw geleden net als de kikker uit het kokende water springen? Het onderzoek In dit onderzoek zal worden beschreven en beoordeeld hoe de toepassing van artikel 77b Sr nu plaatsvindt. Om dit te kunnen doen, is enig inzicht in de mate waarin het artikel wordt toegepast vereist. Vervolgens kan dan gekeken worden hoe het artikel in de praktijk wordt toegepast. Hoe gaat de rechter om met deze gevallen en hoe wordt de beslissing gemotiveerd? In sommige gevallen kiest de rechter wel voor een uitgebreide motivatie en de andere keer niet. En wanneer artikel 77b Sr toepassing vindt, welke consequenties heeft dit? Dit alles leidt tot de volgende onderzoeksvraag: Hoe verhoudt de toepassing van het volwassenenstrafrecht op jeugdigen zich tot de beginselen van het jeugdstrafrecht en in hoeverre levert deze toepassing in de praktijk een oneigenlijk gebruik van artikel 77b Sr op? In principe is artikel 77b Sr duidelijk geformuleerd. Wanneer men er echter langer naar kijkt, rijzen steeds meer vragen. Vragen naar wat er exact verstaan dient te worden onder de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan en al helemaal onder de grond de persoonlijkheid van de dader. In Nederland zijn wetten in zijn algemeenheid abstract geformuleerd. Dit betekent dat wanneer een wetsartikel bij een bepaalde casus van belang wordt, het wetsartikel vaker dan niet nog invulling dient te krijgen door de rechter. De rechter kent hier diverse interpretatiemethoden voor. 6 Denk hierbij aan interpretatie door middel van de wetshistorie; wat heeft de wetgever destijds overwogen bij het opstellen van het betreffende wetsartikel? Daarnaast 5 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr J. De Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer 2009, p

8 kan er door middel van jurisprudentie een leer ontstaan of maatstaven aan de hand waarvan de rechter het desbetreffende wetsartikel kan toetsen of die hem een richtlijn verschaffen zogeheten kernarresten. Wanneer deze zaken ontbreken of niet voldoende voorhanden zijn, kan er ook worden gekeken naar de rechtsbeginselen van het betreffende rechtsgebied. Bij het jeugd(straf)recht zijn er tal van beginselen, zoals het belang van het kind dat altijd voorop dient te staan alsook de pedagogische insteek. Het belang van deze wijze van interpreteren van de wet en het nader invulling geven is om een uniforme rechtstoepassing te creëren. Dit leidt tot rechtseenheid en gelijkheid, wat op haar beurt zorgt voor rechtszekerheid omdat ook de burger daardoor beter kan inschatten wat er van hem verwacht wordt en te wachten staat als het hem overkomt. Deze aspecten zullen in dit onderzoek uitgebreid naar voren komen. Vervolgens zal dan de vraag of artikel 77b Sr op de juiste wijze wordt toegepast beantwoord kunnen worden. De vraag die dan eerst beantwoord moet worden is hoe een eigenlijke toepassing van artikel 77b Sr er uit hoort te zien. Als men namelijk alleen kijkt naar de tekst van de wet, waarin staat dat wanneer de rechter grond ziet in één van de criteria van artikel 77b Sr dit voldoende is om het volwassenenstrafrecht toe te passen, dan kan de rechter inderdaad volstaan met het enkel aanhalen van de tekst. Maar wanneer men ook kijkt naar de systematiek en de historie van de wet, naar de jurisprudentie en de grondbeginselen van het jeugdstrafrecht, volgt mogelijk een hele andere conclusie. En wanneer het artikel eenmaal toepassing vindt, kent dit nogal wat consequenties. Wanneer deze problemen van de huidige regelgeving in kaart zijn gebracht, wordt nog ingegaan op hoe men in onze buurlanden omgaat met adolescenten. Tijdens dit onderzoek zal in mindere mate worden stilgestaan bij de leeftijdsgroep tot en met 15 jaar. Bij deze groep is het strafrecht (nog meer) een ultimum remedium en dient zoveel mogelijk opgelost te worden via Jeugdzorg, althans via het civiele jeugdrecht. 7 Onderzoeksmethoden In de eerste plaats zal getracht worden een antwoord te vinden op de onderzoeksvragen door middel van literatuurstudie. Dit zal zich voornamelijk afspelen in de rechtswetenschappelijke sferen met een uitstapje naar de bio/neurofysische wetenschap. Bovendien zal een rechtsvergelijking gemaakt worden met twee andere landen, tevens door middel van literatuurstudie. Dit zal zowel normstellend zijn, door middel van bijvoorbeeld wetshistorie, als beschouwend, waarbij gedacht kan worden aan opiniestukken en relevante onderzoeken. Een belangrijke onderzoeksmethode zal ook zijn het bestuderen van rechterlijke uitspraken. 7 Th.A.H. Doreleijers, Dies rede Vrije Universiteit, Amsterdam: Vrije Universiteit oktober

9 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie De maatschappelijke relevantie is in dit onderzoeksvoorstel eerder naar voren gekomen: het jeugdstrafrecht, en met name die ernstige zaken waarbij het de vraag is of het volwassenenstrafrecht toegepast moet worden, staat altijd in de aandacht van de media en maakt veel los in de maatschappij. De uitkomsten van dit onderzoek zullen leiden tot aanbevelingen die mogelijk bijdragen aan de verbetering van ons huidige stelsel. Het onderzoek is mede in dat licht dus in het belang van de maatschappij. De wetenschappelijke relevantie zit in het overzicht dat wordt geboden door inzicht te bieden in hetgeen zich in de rechtspraak afspeelt rondom artikel 77b Sr en de problemen die zich daarbij voordoen. Het onderzoek is zeer actueel nu het adolescentenstrafrecht pas recent is ingevoerd en er nog weinig over gepubliceerd is, zeker niet in de combinatie van de bestaande problemen rondom artikel 77b Sr en welk effect het adolescententrafrecht daarbij heeft. Zodoende zal dit onderzoek een aanvulling bieden voor de rechtswetenschap. 9

10 Hoofdstuk 1 Het juridisch kader van artikel 77b Sr In dit hoofdstuk wordt allereerst kort uiteengezet hoe het jeugdstrafrecht er vandaag de dag uitziet. Daarbij staat artikel 77b Sr centraal en wordt er dus met name aandacht besteed aan de leeftijdsgrenzen en de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 77b Sr. Er wordt een overzicht geboden van de beginselen die gelden in het jeugdstrafrecht. Daarnaast wordt bekeken wat vanuit internationaal perspectief van belang is bij artikel 77b Sr. Deze aspecten tezamen zullen het juridisch kader vormen voor dit onderzoek ten aanzien van artikel 77b Sr. 1.1 De beginselen van het jeugdstrafrecht Naast de wetstekst en de wetshistorie, horen ook de grondbeginselen van het jeugdstrafrecht tot het juridisch kader van artikel 77b Sr. Dat er een apart jeugdstrafrecht dient te zijn steunt namelijk op de gedachte dat minderjarigen die verdacht worden van een strafbaar feit, daarvoor veroordeeld worden of zijn, extra bescherming nodig hebben en moeten kunnen leren van hun fouten. 8 En die gedachte resulteert erin dat in Nederland het belangrijkste beginsel is dat het strafrecht voor jeugdigen een zoveel mogelijk pedagogisch karakter c.q. perspectief kent. De reactie op het plegen van strafbare feiten door minderjarigen moet gebaseerd zijn op herintegratie, het geven van een tweede kans, heropvoeding, resocialisatie en op het weerhouden van verdere criminele activiteiten. 9 Dit mondt zich uit in de wijze van sanctioneren, wat namelijk gericht is op heropvoeding en resocialisatie, maar ook in hoe het strafproces eruit ziet. Denk daarbij aan behandeling achter gesloten deuren, de beschikking over een raadsman of gemachtigde en een speciale kinderrechter. In de wet staat het beginsel van de pedagogische insteek niet opgenomen. De RSJ heeft wel aanbevolen om dit te doen en hier is inderdaad iets voor te zeggen. Volgens de RSJ is nu niet duidelijk (genoeg) wat met dit beginsel wordt bedoeld en wat dit concreet betekent voor de jeugdige. 10 Het opnemen van dit beginsel in de wet zou ervoor zorgen dat de focus meer op dit beginsel komt te liggen en het zou niet alleen een handvat vormen voor rechters, maar tevens voor de wetgever bij toekomstige plannen en overwegingen. 11 In het hierna volgende dienen deze beginselen dus altijd in het achterhoofd gehouden te worden. 8 M. Blaak, M. Bruning, M. Eijgenraam, M. Kaandorp & S. Meuwese, Handboek internationaal jeugdrecht, Leiden: Defence for children 2012, p M. Blaak, M. Bruning, M. Eijgenraam, M. Kaandorp & S. Meuwese, Handboek internationaal jeugdrecht, Leiden: Defence for children 2012, p Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, Jeugdstrafproces toekomstbestendig!, Advies 14 maart 2011, p Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, Jeugdstrafproces toekomstbestendig!, Advies 14 maart 2011, p

11 1.2 Het huidige wettelijke kader In Nederland geldt de hoofdregel dat kinderen tot twaalf jaar niet strafrechtelijk aansprakelijk zijn en dus niet vervolgd kunnen worden. 12 Voor kinderen van twaalf tot achttien jaar geldt dat zij wel strafrechtelijk aansprakelijk zijn maar op hen zijn de bijzondere regels van het jeugdstrafrecht 13 van toepassing en vindt vervolging dus niet plaats volgens het commune strafrecht. Op deze hoofdregel zijn twee uitzonderingen. Allereerst maakt artikel 77c Sr het mogelijk dat jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot 23 jaar alsnog via het jeugdstrafrecht worden berecht indien de rechter daarvoor aanleiding ziet in de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Tot 1 april 2014 lag deze grens bij 18- tot 21-jarigen, maar sinds de invoering van het adolescentenstrafrecht is dit verruimd. Hoewel artikel 77c Sr een belangrijk aspect ten aanzien van het jeugdstrafrecht is, gaat het het bestek van dit onderzoek te buiten om hier verder uitgebreid op in te gaan. De tweede uitzondering op de hoofdregel vormt artikel 77b Sr. Artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht maakt het mogelijk om het volwassenenstrafrecht toe te passen op zestien- en zeventienjarigen. Hiervoor worden in de wet drie gronden genoemd, te weten: de ernst van het begane feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan. De twee uitzonderingen geformuleerd in artikel 77b en artikel 77c Sr zorgen ervoor dat Nederland een flexibele bovengrens kent ten aanzien van de leeftijdsgrenzen in het strafrecht. 1.3 De totstandkoming van artikel 77b Wetboek van Strafrecht Al rond de vorige eeuwwisseling bestaat de flexibele bovengrens in het jeugdstrafrecht in Nederland. In die tijd was er een grote verdeeldheid over waar de bovengrens moest liggen. 14 Men kon elkaar uiteindelijk niet overtuigen en daarom is toentertijd tot een compromis gekomen: ten opzichte van minderjarigen die den leeftijd van zestien jaren doch dien van achttien jaren nog niet hebben bereikt, kan de rechter de voorafgaande bepalingen van dit artikel buiten toepassing laten en recht doen naar de bepalingen ten aanzien van personen boven den leeftijd van achttien jaren geldende. 15 Het artikel werd pas in 1965 voor het eerst gewijzigd, met de toevoeging van de twee criteria de ernst van het feit en de persoon van de dader, welke cumulatief golden. De Commissie Overwater 12 Dit volgt uit artikel 486 Sv. Wel zijn enkele politiedwangmiddelen toegestaan, met als doel waarheidsvinding, zoals ook aangehaald in voornoemd artikel. Daarnaast kunnen de omstandigheden aanleiding zijn om wel via het civiele jeugdrecht het kind en het gezin te onderzoeken. Zie J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier Juridisch 2009, p Artt. 77a t/m 77gg Sr en artt. 488 t/m 505 Sv. 14 I. Weijers, Jeugdige dader, volwassen straf?, Kluwer: Deventer 2006, p Memorie van Toelichting, nr. 219, p

12 beoogde met deze aanvulling dat de toepassing van het artikel (toen nog 77c) enigszins aan banden werd gelegd: het was alleen voor de enkele, extremere gevallen bedoeld. 16 In 1995 is het huidige artikel 77b Sr in de plaats gekomen van artikel 77c Sr (oud) wat voordien dus nog twee gronden kende die cumulatief toegepast dienden te worden. 17 De mogelijkheden van een flexibele overgang van het kinderstrafrecht naar het volwassenenstrafrecht zijn volgens de wetgever door deze wetswijziging vergroot, doordat de criteria voor de toepassing van het artikel niet meer cumulatief maar alternatief zijn geformuleerd. 18 En hoewel de Commissie Anneveldt, die met haar rapport de basis vormde voor de wetswijziging, niet met dit voorstel kwam zag de wetgever hier toch genoeg reden voor. Evenals de toevoeging van een derde grond de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Volgens de wetgever wordt hierdoor de overgang tussen de verschillende leeftijdscategorieën vloeiender en makkelijker te hanteren. 19 Over de toevoeging van een derde grond wordt in de Memorie van Toelichting nog gezegd dat dit de mogelijkheid opent om een groep jongeren, deels ouder, deels jonger dan achttien jaren, gelijkelijk te bestraffen. Meer wordt er niet over gezegd. Het lijkt een compromis om de voorstanders van een apart adolescentenstrafrecht waar toen veel discussie over bestond (waarover later meer) tegemoet te komen en de leeftijdsgrenzen minder hard te maken. Doch, het lijkt erop dat het vooral eenvoudiger is geworden om jeugdige daders te berechten als volwassenen. Dit terwijl destijds de sancties ook nog flink verzwaard zijn. Men zou dus ook kunnen stellen, dat nu er een zwaarder sanctiearsenaal was gecreëerd, er minder noodzaak is om uit te wijken naar het commune strafrecht. Toch is het artikel gehandhaafd en zelfs versoepeld. 1.4 Het adolescentenstrafrecht Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht in werking getreden. 20 De Commissie Wiarda heeft reeds in 1965 voorgesteld om een afzonderlijk strafrecht te creëren met eigen straffen en maatregelen voor de leeftijdscategorie 18- tot 23- of 25-jarigen. 21 Dit voorstel is niet meegenomen in de tot stand gekomen wetten van 1988, maar wel werd er in de MvT bij de wet aangekondigd dat er een commissie zou worden ingesteld om de mogelijkheden van een afzonderlijk strafrecht voor jongvolwassenen te onderzoeken. Deze commissie werd op 21 juni 1979 ingesteld onder voorzitterschap van mr. E.J. Anneveldt die op 22 september 1982 haar eindrapport aanbood aan de Minister van Justitie. Dit eindrapport was de basis voor het wetsvoorstel dat heeft geleid tot 16 Commissie Overwater (1951), Rapport van de Commissie ingesteld met doel van advies te dienen over de vraag in welke richting het Rijkstucht- en opvoedingswezen en in het verband daarmede het kinderstrafrecht zich zullen moeten ontwikkelen, s-gravenhage: Staatsdrukkerij en Uitgeversbedrijf Wet van 7 juli 1994, Stb. 528 (i.w.tr. op 1 september 1995). 18 Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 3 (MvT), p Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 3 (MvT), p Stb. 2013, Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.3 (MvT), p

13 herziening van het jeugdstrafrecht in 1994, maar heeft niet een apart adolescentenstrafrecht tot gevolg gehad. Nu, anno 2014, is het dan zover. De wet draait vooral om artikel 77c Sr. En hoewel dit artikel bij de invoering van het adolescentenstrafrecht juist is verruimd wegens vernieuwde inzichten omtrent de ontwikkeling van het brein en het voortduren van adolescentie, hebben deze inzichten niet geleid tot een wijziging van artikel 77b Sr. Dit is des te meer opmerkelijk, nu die vernieuwde inzichten de connectie leggen tussen de onvoltooide ontwikkeling en criminaliteit bij jeugdigen. 22 Hoogleraar forensische psychiatrie en oud-hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Theo Doreleijers is op het gebied van de ontwikkeling van het brein van jeugdigen en met name in combinatie met criminaliteit, een autoriteit. Hem is sterk de mening toegedaan dat de leeftijdsgroep van 16- tot 23-jarigen beter in een aangepast strafrecht kan worden vervolgd dan via het volwassenenstrafrecht, zodat in plaats van repressie de nadruk ligt op behandeling en resocialisatie. 23 En sterker nog, hij pleit voor een beperkte toepassing van het jeugdstrafrecht. Het is een uiterst middel en het verdient de voorkeur om zoveel mogelijk effectieve jeugdzorg in te zetten. Het is zo dat de jeugd en adolescenten van vandaag een meer zelfstandig leven leiden dan vroeger het geval was, wat ook aanleiding was om destijds de leeftijdsgrens in het strafrecht van 21 naar 18 jaar te verlagen. Volgens Doreleijers heeft de feitelijke psychologische ontwikkeling echter eerder een omgekeerde ontwikkeling gekregen: jongeren zitten langer op school, wonen langer thuis, gaan pas op latere leeftijd serieuze relaties aan, krijgen later een serieuze baan met de financiele mogelijkheden om bijvoorbeeld een huis te kopen. Het empathisch vermogen krijgt ook pas in die fase een vaste vorm. 24 Hoewel de lengtegroei van kinderen plaats vindt tot hun 16 de à 18 de jaar, ontwikkelt het brein zich nog tot het 25 ste levensjaar. Ook ten aanzien van risicogedrag vinden nog belangrijke ontwikkelingen plaats, pas nà het 20 ste levensjaar. Voor die tijd zijn jongvolwassenen nog vatbaar voor de invloed van anderen en pas daarna nemen zij meer autonoom beslissingen. 25 Deze inzichten brengen Doreleijers dan ook tot de conclusie dat nu de ontwikkeling op een bepaalde leeftijd nog onvoldoende voltooid is, een aangepast (jeugd/adolescenten)strafrecht ertoe moet bijdragen dat deze ontwikkeling in de gewenste richting wordt omgebogen. Daarbij is een belangrijk gegeven dat veel van de criminele jongeren een stoornis heeft, waardoor het strafrecht voor die groep gericht zou moeten zijn op behandeling en resocialisatie. Recidivecijfers laten niet zien dat repressieve middelen (met name vrijheidsontneming) leidt tot minder recidive, terwijl onderzoek heeft aangetoond dat forensisch psychiatrische dagbehandeling alleen al de geweldadigheid van jongeren op significant niveau terugdringt. 26 Al deze inzichten zouden ook kunnen doorwerken in de manier hoe wij met jeugdige delinquenten omgaan, die nu nog mogelijk met toepassing van artikel 77b Sr berecht worden via het volwassenenstrafrecht. Dit is helaas niet terug te zien in de nieuwe wet en bijbehorende stukken. 22 RSJ, Advies Jeugdstrafproces: toekomstbestendig!, Stcrt. 2011, Th.A.H. Doreleijers, Te oud voor het servet, te jong voor het tafellaken, FJR 2009, Th.A.H. Doreleijers, Te oud voor het servet, te jong voor het tafellaken, FJR 2009, Th.A.H. Doreleijers, Te oud voor het servet, te jong voor het tafellaken, FJR 2009, Th.A.H. Doreleijers, Te oud voor het servet, te jong voor het tafellaken, FJR 2009,

14 Evenmin is ervoor gekozen om tegemoet te komen aan internationale wetgeving en om die reden de voorbehouden bij het IVRK in te trekken. 27 Er wordt in een andere denkrichting beredeneerd dat het voorbehoud moet blijven bestaan, namelijk omdát het middels onze wetgeving nog steeds mogelijk is dat kinderen bij volwassenen worden geplaatst. Al met al, voldoet de nieuwe wet niet aan de verwachtingen die men er van had. 28 Een nog uitgebreidere bespreking van deze nieuwe wet kan achterwege blijven, daar het zoals vermeld vooral draait om artikel 77c Sr. Het enige aspect dat wel van belang is, is de genoemde mogelijkheid van de rechter om de PIJ-maatregel om te zetten in TBS wanneer vermoed wordt dat de veroordeelde nog gevaarlijk is op het moment dat de PIJ eindigt. Tot nu toe is het namelijk niet ongebruikelijk dat een rechter kiest voor toepassing van artikel 77b Sr wegens het risico dat een delinquent niet uitbehandeld is na de behandelingsduur die de PIJ kan bieden. Dit zal door de recente wetswijziging dus geen aanleiding meer zijn om te kiezen voor het commune strafrecht in plaats van het jeugdstrafrecht. Het is evenwel een gemiste kans dat er met deze wet zo weinig aandacht besteed is aan artikel 77b Sr. Zoals later in dit onderzoek nog naar voren zal komen, is er op dit moment weinig houvast voor rechters naast de wettekst om invulling te geven aan artikel 77b Sr. Het wetsvoorstel had deze lacune kunnen opvullen. De gewijzigde inzichten omtrent adolescentie hadden niet alleen effect kunnen hebben op de wijze van sanctioneren van 18-plussers, maar ook extra kunnen benadrukken dat 18-minners nog volop in ontwikkeling zijn en dat artikel 77b Sr dus met terughoudendheid moet worden toegepast. Dit zou ook aansluiten bij de oorsprong van het artikel, zoals eerder is weergeven, namelijk dat het alleen bedoeld is voor de enkele, extremere gevallen. Wist men niet van de oorspronkelijke ideeen achter het eerste wetsvoorstel, dan zou men nog kunnen denken dat deze nieuwe wetgeving een nieuwe beweging inzet waarmee erkend wordt dat jeugdigen een aparte aanpak verdienen en sterker nog, dat deze aanpak mogelijk langer dient te gelden ondanks dat de meerderjarigheid reeds is bereikt. Echter, in de oorspronkelijke teksten van het wetsvoorstel was juist te lezen dat men de bestaande jeugdsancties wilde verdubbelen en kwam het neer op een nog repressievere aanpak van de jeugd. Jammer dat het deze insteek had, maar gelukkig is het wetsvoorstel niet in die vorm aangenomen. 29 Het kan overigens nog extremer. Tweede Kamerlid De Roon (PVV) heeft een wetsvoorstel ingediend om onder andere de leeftijdsgrens van meerderjarigheid terug te brengen van achttien naar zestien jaar, om artikel 77b Sr van toepassing te laten zijn op veertien- en vijftienjarigen en de benedengrens te verruimen van twaalf- naar tienjarigen. Dit wetsvoorstel is ingediend in 2009 en ligt sindsdien ter 27 Ondanks de vele kritiek op Nederland op dit punt en ondanks de adviezen van de RSJ. 28 Zie onder meer T. Liefaard, Strafrecht voor adolescenten, NJB 2011/1873 en B.C. Feld & P.H. van der Laan, Adolescentenstrafrecht. Gaat het wat worden?, Sancties 2014/ Wel is besloten om het huidige jeugdstrafrecht met bijbehorende sanctie over vijf jaar te evalueren om dan te bezien of hogere sancties niet toch aangewezen is. 14

15 behandeling bij de Tweede Kamer. 30 Het is inmiddels dus vijf jaar geleden ingediend, en het is te hopen dat het nooit verder dan dit stadium zal geraken. 1.5 Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Ook vanuit internationaal opzicht is er veel aandacht voor het jeugdstrafrecht. In 1989 werd het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (Hierna IVRK ) gesloten wat op 8 maart 1995 in Nederland van kracht werd. 31 Het IVRK kan als een compilatie worden gezien van al eerder in andere internationale teksten geformuleerde strafrechtelijke normen, 32 maar dan toegespitst op het kind. 33 Het belangrijkste internationale kindbeginsel, is het belang van het kind, zoals verwoord in artikel 3 lid 1 IVRK: Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging. Relatief recent heeft het VN-Comité voor de Rechten van het Kind vier nieuwe general comments aangenomen. Deze zijn bedoeld als richtsnoer en implementatie van het IVRK. Een van die general comments, nummer 14, betreft het beginsel van het belang van het kind. 34 Het Comité stelt zich op het standpunt dat het belang van het kind in de eerste plaats een materieel kinderrecht betreft waaraan rechtstreekse werking zou moeten toekomen en dat ingeroepen zou moeten kunnen worden ten overstaan van de rechter. Het VN-Comité benadrukt daarbij dat de invulling van het beginsel niet in zijn algemeenheid te geven is omdat het een dynamisch concept is en het dus een concrete afweging van factoren in een specifieke context vraagt. Het comité beschouwt het beginsel voorts als een fundamenteel interpretatiebeginsel dat in samenhang met andere bepalingen van het IVRK moet worden beschouwd. Nationale wet- en regelgeving moet reeds verdragsconform worden geïnterpreteerd, maar dit introduceert wel een belangrijke basis voor de implementatie voor kinderrechten. 35 Al met al geeft het VN-Comité dus een sterke boodschap af. Het beginsel het belang van het kind is nu juist in het licht van dit onderzoek van belang daar het de ultieme tegenhanger vormt van het belang van de maatschappij wanneer toepassing van artikel 30 Kamerstukken II 2009/09, , nr Goedkeuring van het op 20 november 1989 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van het kind, Tweede Kamer, vergaderjaar , (R1451), nr. 3 (MvT), p G. de Jonge & A.P. van der Linden, Jeugd & Strafrecht, Kluwer: Deventer 2007, p Goedkeuring van het op 20 november 1989 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van het kind, Tweede Kamer, vergaderjaar , (R1451), nr. 3 (MvT), p General comment No. 14 (2013) on the right of the child to have his or her best interests taken as a primary consideration (artikel 3, para. 1), Adopted by the Committee at its sixty-second session (14 January 1 February 2013). GE / CRC/C/GC/ T. Liefaard, Het belang van het kind als kinderrecht, FJR 2013/76. 15

16 77b Sr ter beoordeling staat. 36 Op dat moment dient de rechter dus een afweging te maken tussen de gronden van artikel 77b Sr enerzijds, en het belang van het kind anderzijds. En strikt genomen, dient de afweging andersom te zijn. Wat is het belang van het kind, en vervolgens welke omstandigheden maken het dat het belang van het kind moet wijken waardoor toepassing van het volwassenenstrafrecht gerechtvaardigd is? Bij het sluiten van het IVRK zijn er verplichtingen ontstaan waaraan de verdragspartijen zich dienen te houden. Zo bepaalt artikel 37 dat kinderen berecht dienen te worden middels het strafrecht dat bij hun leeftijd past en dat jeugdigen apart van volwassenen gedetineerd dienen te worden. 37 Zoals besproken, is het in Nederland mogelijk om kinderen van zestien en zeventien jaar te berechten via het commune strafrecht. Het is daardoor mogelijk dat een zestien- of zeventienjarige een gevangenisstraf wordt opgelegd die in een gewone gevangenis tenuitvoergelegd zal worden. Om deze reden heeft Nederland een voorbehoud gemaakt bij dit artikel. 38 Artikel 40 formuleert apart het recht van een kind dat verdacht of vervolgd wordt, op een behandeling die geen afbreuk doet aan het gevoel van waardigheid en eigenwaarde van het kind, die de eerbied van het kind voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van anderen vergroot, en waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd van het kind en met de wenselijkheid van het bevorderen van de herintegratie van het kind en van de aanvaarding door het kind van een opbouwende rol in de samenleving. Volgens sommige auteurs sluit dit een louter repressieve aanpak voor het grootste deel uit. 39 Zij stellen dat enige repressie niet is uit te sluiten, maar een strafrechtelijke reactie ten aanzien van de jeugdige dient altijd gepaard te gaan met een mogelijkheid voor de jeugdige om te leren van zijn fouten en de draad weer op te pakken. Uit artikel 37 en 40 kan worden afgeleid dat gewaarborgd dient te worden dat wanneer minderjarigen in aanraking komen met de justitiële autoriteiten zij zoveel mogelijk worden geholpen om hun leven te beteren. In samenhang met de overige artikelen van het IVRK, dient vergelding dus niet op de eerste plek te staan bij minderjarigen. 40 Doek stelt dat toepassing van het volwassenenstrafrecht, mede in het licht van het IVRK, niet alleen in theorie maar ook in de praktijk een zeer hoge uitzondering behoort te zijn en een zeer stevige motivering nodig heeft omdat zij voor 36 I. Weijers, Jeugdige dader, volwassen straf?, Deventer: Kluwer 2006, p Rutgers van Rozenburg en Groenendaal verstaan onder artikel 37 dat er dus een apart jeugdstrafrecht dient te zijn (zie W.S.E. Rutgers van Rozenburg & E.G.C. Groenendaal, Hoe volwassen zijn kinderen, NJB 2004/33). 38 Goedkeuring van het op 20 november 1989 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van het kind, Tweede Kamer, vergaderjaar , (R1451), nr. 3 MvT, p I. Mijnarends, T. Liefaard & M. Bruning, De doorwerking van het IVRK in het Nederlandse jeugdstrafrecht, NTM- NJCMBull. 2013/ T.E.G. Seedorf, De bevoegdheid om het meerderjarigenstrafrecht toe te passen in zaken van minderjarigen vanwege de ernst van het feit wordt mede bezien in het licht van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Een beschouwing naar aanleiding van de strafzaak tegen de scholier van het Terra College, NJB 2004/33. 16

17 de jeugdige een inbreuk betekent op de geest en de letter van het IVRK. 41 Te meer daar vergelding meer voorop lijkt te staan bij de toepassing van artikel 77b Sr is zijn stelling verdedigbaar. Daarnaast is door verschillende gerechtelijke instanties directe werking van zowel artikel 37 als artikel 40 IVRK toegekend. 42 In voorkomende gevallen toetst de rechter hier zelfs ambtshalve aan. 43 Des te meer kan worden afgevraagd wanneer de regering het voorbehoud bij de artikelen intrekt. Doordat Nederland voorbehouden heeft gemaakt, 44 wordt een volledige toepassing van het IVRK in Nederland weerhouden. 45 Diverse instanties hebben bij Nederland erop aangedrongen artikel 77b Sr te schrappen. Zo ook de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Thomas Hammarberg, die tijdens zijn bezoek aan Nederland heeft geconcludeerd dat Nederland door jeugdigen op te sluiten met volwassenen strijdig handelt ten opzichte van de internationale verdragen en standaarden en dat Nederland daarmee een uitzondering vormt op de praktijk in de meeste Europese staten. 46 Dit is ook een merkwaardige situatie. Het berechten van een minderjarige als een volwassene hoeft niet per se tot gevolg te hebben dat de straf dan ook in een instelling voor volwassenen ten uitvoer moet worden gelegd. Het is een situatie die eenvoudig op te lossen is en waarbij een onvolledig toepassingsbereik van het IVRK onnodig is. In de Kinderrechtenmonitor roept ook de Kinderombudsman de regering op om het voorbehoud bij de artikelen van het IVRK in te trekken. 47 De staatssecretaris reageert hier als volgt op: Op de noodzaak van de handhaving van dit voorbehoud is de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie ingegaan in zijn brief aan de Tweede Kamer van 25 juni 2011 over de invoering van een adolescentenstrafrecht (kamerstukken II 2011/12, , nr. 17). Voor een goede uitvoering van de daarin vervatte beleidsvoornemens, die inmiddels vertaling hebben gevonden in het bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel tot invoering van een adolescentenstrafrecht (kamerstukken I 41 J. Doek, De jeugdige delinquent, de toepassing van het strafrecht voor volwassenen en het IVRK, FJR 5, mei 2001, p Artt. 5, 7 lid 1, 8, 9 lid 2-4, 10 lid 1, 12 lid 1-2, 13-16, 30, 37 en 40 lid 2 IVRK. Zie Goedkeuring van het op 20 november 1989 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van het kind, Tweede Kamer, vergaderjaar , (R1451), nr. 3 MvT, p T.E.G. Seedorf, De bevoegdheid om het meerderjarigenstrafrecht toe te passen in zaken van minderjarigen vanwege de ernst van het feit wordt mede bezien in het licht van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Een beschouwing naar aanleiding van de strafzaak tegen de scholier van het Terra College, NJB 2004/ De artt. 26, 37 en 40 en voor wat betreft de interpretatieve verklaringen bij de artikelen 14, 22 en 38 IVRK. 45 J. Doek, De jeugdige delinquent, de toepassing van het strafrecht voor volwassenen en het IVRK, FJR 5, mei 2001, p Zie Report by the Commissioner for Human Rights mr Thomas Hammarberg on his visit to the Netherlands september 2008 For the attention of the Committee of Ministers and the Parliamentary Assembly, p.28. Zie voor de overige aanmoedigingen: VN Doc. CRC/C/NLD/CO/3, paragraaf 11 en 78 en General Comment No. 10, Children s rights in juvenile justice, 25 april 2007, VN Doc, en Concluding observations of the Committee on the Rights of the Child: The king dom of the Netherlands, unedited version, 30 january 2009, CRC/C/NLD/CO/3. 47 Kinderombudsman, Kinderrechtenmonitor 2013, p

18 2012/13, A), is handhaving van dit voorbehoud noodzakelijk. 48 Een echt antwoord kun je het bijna niet noemen. Het resultaat is in ieder geval bekend. Het adolescentenstrafrecht is ingevoerd en de voorbehouden bij het IVRK zijn ongewijzigd. 1.6 Tussenconclusie Aan het einde van dit eerste hoofdstuk kan geconcludeerd worden dat het jeugdstrafrecht altijd een plek in de aandacht heeft en onderhevig is (geweest) aan verandering. Door de jaren heen is het belang van een apart stelsel voor minderjarigen steeds meer erkend en verankerd, zowel nationaal als internationaal. Het Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind is daar het resultaat van. In dit verdrag zijn belangrijke beginselen neergelegd. Nederland heeft echter een aantal voorbehouden bij dit verdrag gemaakt onder andere met het oog op de toepassing van artikel 77b Sr. Dit artikel is samen met artikel 77c Sr een uitzondering op het uitgangspunt dat jeugdigen middels de regels van het jeugdstrafrecht worden vervolgd. Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht in werking getreden. Door de jaren heen zijn hier eerder initiatieven toe gedaan, maar pas nu is het daadwerkelijk geevolueerd tot wet. De aanleiding hiervoor is het ontstaan van nieuwe inzichten over de ontwikkeling van minderjarigen en jongvolwassenen. De inzichten hebben er in de nieuwe wet toe geleid dat het tot een latere leeftijd voor de rechter nog mogelijk is om sancties uit het jeugdstrafrecht op te leggen aan jongvolwassenen, maar de nieuwe inzichten hebben er niet toe geleid dat artikel 77b Sr is geschrapt of beperkt. Evenmin heeft het er toe geleid dat Nederland haar voorbehouden bij het IVRK heeft ingetrokken. 48 Reactie op aanbevelingen Kinderrechtenmonitor 2013, aangeboden door drs. M.J. van Rijn, Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de staatssecretarissen van Veiligheid en Justitie, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 27 september 2013, aanbiedingsbrief-reactie-kinderrechtenmonitor.html ( geraadpleegd op 20 maart 2014). 18

19 Hoofdstuk 2 Artikel 77b Wetboek van Strafrecht nader beschouwd In dit hoofdstuk wordt uitvoerig ingegaan op artikel 77b Sr. Er wordt gekeken naar de betekenis van de criteria genoemd in het wetsartikel alsmede naar de toepassing ervan in de praktijk en de consequenties van deze toepassing. 2.1 De wettekst en de toepassing in de praktijk Artikel 77b Sr luidt: Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van zestien jaren doch nog niet die van achttien jaren heeft bereikt, kan de rechter de artikelen 77g tot en met 77gg buiten toepassing laten en recht doen overeenkomstig de bepalingen in de voorgaande titels vervat, indien hij daartoe grond vindt in de ernst van het begane feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan Het artikel is op zichzelf duidelijk geformuleerd. Zoals bij de meeste wetsartikelen dient dit echter nader invulling te krijgen door de interpretatie van de rechter. Dit kan hij onder andere doen door middel van wetsgeschiedenis en jurisprudentie. In het hiernavolgende zal worden gekeken hoe het artikel in de praktijk tot zijn recht komt De Somalische Piraat In een nogal opmerkelijke zaak van het Hof Den Haag van 20 december 2012 staat onder meer de vraag centraal of een minderjarige Somalische piraat volgens het jeugdstrafrecht of het commune strafrecht veroordeeld dient te worden voor zeeroof (artikel 381 Sr). 49 De jongen weet zijn leeftijd niet en er zijn geen andere personen die hier over kunnen verklaren. Mede met behulp van de Raad voor de Kinderbescherming wordt aangenomen dat de jongen ten tijde van het plegen van het delict in ieder geval zestien maar nog niet achttien jaar was. De zaak betreft vijf Somaliërs die ervan verdacht werden in oktober en november 2010 dienst te hebben genomen op een vaartuig wetende dat deze bestemd is voor en gebruikt werd voor het plegen van daden van geweld tegen andere vaartuigen en/of tegen zich daarop bevindende personen en/of goederen. Zij zouden het zeiljacht de Choizil hebben gekaapt met zeer veel geweld en bij deze kaping zou ook een Zuid-Afrikaans stel gegijzeld zijn. Voor dit laatste staan deze vijf Somaliërs niet terecht. Wel voor kaping en zeeroof (piraterij). De Rechtbank Rotterdam komt op 12 augustus 2011 tot een bewezenverklaring en deelt gevangenisstraffen uit, variërend van viereneenhalf tot zeven jaar Gerechtshof s-gravenhage 20 december 2012, NS 2013, Rechtbank Rotterdam 12 augustus 2011, ECLI:RBROT:2011:BR4930 en ECLI:RBROT:2011:BR4931. De andere uitspraken in deze zaak zijn niet gepubliceerd. 19

20 De jonge Somalische piraat is veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. Hij stelt op 23 augustus 2011 hoger beroep in, net zoals de officier van justitie dat doet op 24 augustus Vervolgens komt de zaak voor te liggen bij het Gerechtshof Den Haag, welke op 20 december 2012 uitspraak doet. 51 In hoger beroep heeft de raadsvrouw verzocht om het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg nietig te verklaren en de zaak terug te wijzen naar de rechtbank. 52 Daartoe heeft zij gemotiveerd aangevoerd dat de verdachte ten onrechte door de rechtbank als meerderjarige is aangemerkt. Nu de verdachte ten tijde van het tenlastegelegde minderjarig was, had de zaak in eerste aanleg moeten worden behandeld door een kinderrechter en had die behandeling aan de processuele vereisten van het jeugdstrafrecht moeten voldoen. 53 Dat is niet gebeurd. Vanwege deze gebreken in de behandeling in eerste aanleg zijn volgens de raadsvrouw de fundamentele rechten van de verdachte als minderjarige op ontoelaatbare wijze geschonden. Het OM voert aan dat de hoofdregel voor vernietiging en terugwijzing van een vonnis zoals bepaald in artikel 423 lid 1 en lid 2 Sv, namelijk dat er niet is beslist in de hoofdzaak, niet hier aan de orde is. Daarnaast is (achteraf) gebleken dat in de samenstelling van de meervoudige kamer van de rechtbank een kinderrechter heeft deelgenomen. Het Hof oordeelt dat het voldoende aannemelijk is geworden dat de verdachte ten tijde van zijn aanhouding tenminste zestien jaar oud was en derhalve minderjarig. Om die reden is daarom in beginsel het jeugdstrafrecht van toepassing en had de behandeling van de zaak in eerste aanleg dan ook aan de processuele vereisten van het jeugdstrafrecht moeten voldoen. Echter het Hof geeft aan dat uit artikel 423 lid 1 Sv volgt dat er in appèl een herkansing plaats vindt en dat door een nieuwe beslissing van de rechter in appel eventuele fouten en gebreken uit de eerste aanleg hersteld kunnen worden. Volgens het Hof is er geen sprake van een uitzondering als bedoeld in het tweede lid van artikel 423 Sv en is terugwijzing niet aan de orde waardoor het Hof de zaak zelf afdoet. Het Hof legt aan deze beslissing nog ten grondslag dat in eerste aanleg geen toepassing van het jeugdstrafrecht is bepleit en geen ander verweer is gevoerd op basis van de leeftijd van de verdachte en dat dit wel alsnog in hoger beroep mogelijk is. 54 De advocaten-generaal vorderen dat de verdachte wordt veroordeeld met toepassing van het meerderjarigenstrafrecht tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren. 55 De verdediging 51 Deze zaak is inmiddels ook door de Hoge Raad behandeld, maar de Hoge Raad heeft slechts één van de vijf cassatiemiddelen behandeld, de rest kon niet tot cassatie leiden en is zonder motivering afgedaan middels artikel 81 lid 1 RO. Het middel dat wel werd behandeld waar slechts één alinea aan is gewijd slaagde evenmin, en het arrest van het Hof Den Haag is dus bevestigd. Zie HR 11 februari 2014, ECLI:HR:2014: Deze zaak kent veel interessante juridische aspecten, maar in het hiernavolgende zal worden beperkt tot hetgeen relevant is met betrekking tot het jeugdstrafrecht en met name tot het onderwerp van dit onderzoek. 53 Volgens titel II van het vierde boek van het Wetboek van Strafvordering. 54 Overigens is het opmerkelijk dat er in het vonnis niet wordt gerept over de behandeling van de zaak achter gesloten deuren, terwijl dit een van de belangrijkste processuele rechten is van een minderjarige verdachte. 55 Gerechtshof s-gravenhage 20 december 2012, NS 2013, 127, punt

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers Inhoud 1 Inleiding 15 2 Geschiedenis van het jeugdstrafrecht 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Heropvoeding 21 2.3 Niet het delict maar de toekomst van het kind 24 2.4 Psychologisering van het criminele kind 29

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

De wenselijkheid van toepassing van artikel 77b Sr in het kader van het jeugdstrafrecht.

De wenselijkheid van toepassing van artikel 77b Sr in het kader van het jeugdstrafrecht. De wenselijkheid van toepassing van artikel 77b Sr in het kader van het jeugdstrafrecht. Naam: Elody Klein Velderman Begeleider: Tamara de Wit Studentnummer: 5730880 Email: Telefoonnummer: Datum: 29-07-2012

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel

Nadere informatie

Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling

Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling Prof. mr. T. (Ton) Liefaard SWR-conferentie, 27 september 2014 Opbouw 1. Leeftijdsgrenzen in het strafrecht Welke leeftijdsgrenzen kennen we en

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

In januari 2004 werd de

In januari 2004 werd de Strafrecht In jeugdzaken past de kinderrechter slechts in ruim 1 procent van de gevallen het volwassenenstrafrecht toe, maar de gevolgen voor de minderjarige zijn aanzienlijk en de motivering voor de uitzondering

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

WETGEVINGSADVIES. 1. Inleiding

WETGEVINGSADVIES. 1. Inleiding WETGEVINGSADVIES Datum 30 maart 2012 Contactpersoon J.M.A. Timmer Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 93 10 Fax rechtspraak (070) 361 93 15 Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Het Conceptwetsvoorstel Adolescentenstrafrecht

Het Conceptwetsvoorstel Adolescentenstrafrecht Het Conceptwetsvoorstel Adolescentenstrafrecht Hoe voldoet invoering van het adolescentenstrafrecht in Nederland voor de leeftijdsgroep zestien- en zeventienjarigen aan het criterium in het belang van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag contactpersoon datum

Nadere informatie

2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak

2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak ECLI:NL:HR:2014:1174 Uitspraak 20 mei 2014 Strafkamer nr. 13/02407 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 februari 2013, nummer 22/001806-12,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

De artikelen 77b en 77c Wetboek van Strafrecht, verleden, heden en toekomst

De artikelen 77b en 77c Wetboek van Strafrecht, verleden, heden en toekomst De artikelen 77b en 77c Wetboek van Strafrecht, verleden, heden en toekomst Hoe worden de artikelen 77b en 77c Sr toegepast en komt dit overeen met de visie van de wetgever op deze artikelen? Masterscriptie

Nadere informatie

Een paar nachtjes in de cel

Een paar nachtjes in de cel Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag en het voorarrest van minderjarigen in politiecellen Maartje Berger Carrie van der Kroon JEUGDSTRAFRECHT Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 maart 2014 Uw kenmerk 476490 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in strijd met het IVRK?

Is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in strijd met het IVRK? Is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in strijd met het IVRK? Naam : Frances Lemmens Studentnr. : 838128936 Begeleider : Drs. D.H. van Ekelenburg Examinator : Mw. Dr. W.H.B. Dreissen Voorwoord En

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2016:382 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/01533

ECLI:NL:PHR:2016:382 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/01533 ECLI:NL:PHR:2016:382 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 12-04-2016 Datum publicatie 24-05-2016 Zaaknummer 15/01533 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Geen noodzaak voor adolescentenstrafrecht

Geen noodzaak voor adolescentenstrafrecht January 9, 2012 Geen noodzaak voor adolescentenstrafrecht Het wetsvoorstel van Teeven: een verbetering of verslechtering van ons huidig jeugdstrafrecht? Thesis in de strafwetenschappen te verdedigen tegenover

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv]

Nadere informatie

De rol van de persoonlijkheid van de adolescente dader in het huidige strafrecht

De rol van de persoonlijkheid van de adolescente dader in het huidige strafrecht De rol van de persoonlijkheid van de adolescente dader in het huidige strafrecht Een onderzoek naar de manier waarop er door de rechter meer rekening kan worden gehouden met de persoonlijkheid van de adolescente

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak. ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker, RSJ Postbus 30137 2500 GC Den Haag www.rsj.nl Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum : 29 maart 2019 E-mail : advies@rsj.nl Uw kenmerk : 2477367

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht: een verbetering voor de jeugdige?

Het adolescentenstrafrecht: een verbetering voor de jeugdige? Het adolescentenstrafrecht: een verbetering voor de jeugdige? Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Rechtsgeleerdheid Scriptie Master Strafrecht, 29 juni 2012 Susana van den Bergh Studentnummer 0267457

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I Opgave 1 Veranderende opvattingen in het jeugdstrafrecht tegen de achtergrond van veranderingen in criminaliteitscijfers onder jongeren Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met uit het bronnenboekje.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 230 Besluit van 18 mei 2009, houdende wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (vaststelling duur zwangerschap) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht** inzake

Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht** inzake Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht** inzake het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Veiligheid en Justitie anders in Ministerie van Veiligheid en Justitie Aan de Koning sector Straf- en sanctierecht Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www. rijksoverheid. nh/venj Contactpersoon Mr.

Nadere informatie

Datum 17 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Recourt en Rebel over minderjarigen in voorlopige hechtenis

Datum 17 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Recourt en Rebel over minderjarigen in voorlopige hechtenis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:6424

ECLI:NL:RBROT:2015:6424 ECLI:NL:RBROT:2015:6424 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 09-09-2015 Zaaknummer C/10/476228 / FA RK 15-3821 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

De voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.

De voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 10december2013 Uw kenmerk 427418 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht inzake Voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet educatie en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 138 Besluit van 21 maart 2014 tot intrekking van het Besluit gedragsbeïnvloeding jeugdigen en tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 239 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met de uitvoering van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag

Nadere informatie

VAN PIJ NAAR TBS. Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer:

VAN PIJ NAAR TBS. Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer: VAN PIJ NAAR TBS Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer: 575902 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Het jeugdstrafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement

De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement Advies 8 juni 2007 De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming draagt er door middel van rechtspraak en advies toe bij dat overheid

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt

Nadere informatie