Addendum Nadere Detaillering Ecologische effecten Windenergiegebieden op de Noordzee mei 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Addendum Nadere Detaillering Ecologische effecten Windenergiegebieden op de Noordzee mei 2010"

Transcriptie

1 Addendum Nadere Detaillering Ecologische effecten Windenergiegebieden op de Noordzee mei 2010 Ministerie van Verkeer en Waterstaat 8 juni 2010 Definitief rapport 9V6143.C0

2

3 Boschveldweg 21 Postbus AM 's-hertogenbosch +31 (0) Telefoon +31 (0) Fax Internet Arnhem KvK Documenttitel Addendum Nadere Detaillering Ecologische effecten Windenergiegebieden op de Noordzee mei 2010 Verkorte documenttitel Status Definitief rapport Datum 8 juni 2010 Projectnummer 9V6143.C0 Opdrachtgever Ministerie van Verkeer en Waterstaat Referentie Auteur(s) Collegiale toets drs. ing. S.K. Lubbe ir. H. Zigterman Datum/paraaf.. Vrijgegeven door drs. M. van Elswijk Datum/paraaf..

4

5 INHOUDSOPGAVE Blz. 1 INLEIDING 1 2 BASISSCENARIO Variant 6A Variant 6B Effectberekening Jan van Gent Basisscenario Eindoverweging basisscenario 7 3 ONTWIKKELSCENARIO Variant 6A Variant 6B Effectberekening Jan van Gent ontwikkel scenario Eindoverweging ontwikkel scenario 15 4 VERGELIJKING BASIS EN ONTWIKKEL SCENARIO 17 Definitief rapport 8 juni 2010

6

7 1 INLEIDING Na het afronden van de Nadere Detaillering Ecologische effecten Windenergiegebieden op de Noordzee in maart 2010 is nog een variant ontwikkeld (variant 6A en 6B). In dit Addendum worden de effecten van een basisinvulling en een ontwikkelingsinvulling van variant 6A en 6B op de beschermde kolonies kleine mantelmeeuwen weergegeven. De wijze waarop de berekeningen zijn uitgevoerd en de gebruikte uitgangspunten zijn weergegeven in het rapport Nadere Detaillering Ecologische Effecten Windenergiegebieden op zee. Daarnaast zijn nog enkele opmerkingen van het ministerie van LNV in dit Addendum opgenomen als aanvulling danwel verbetering van de versie uit maart. Omdat het een achtergronddocument betreft voor het planmer en Passende Beoordeling hebben enkele van de opmerkingen ook betrekking op deze documenten. 1. Bij de definitieve besluitvorming Natura2000 gebied Veerse Meer is het instandhoudingsdoel van de Kleine Mantelmeeuw van 700 teruggebracht naar 590 (Pers mede. Dhr T. Verboom, LNV). Een en ander betekent dat de significantiegrens verder omhoog zou kunnen (afromen). Omdat de kolonie al boven het IHD zat was de gebruikte significantiegrens op 20% additionele sterfte; deze kwam niet in het geding. Het terugbrengen van 700 naar 590 heeft daarom geen consequenties voor dit rapport. (i.e. in deze regio is het Krammer Volkerak beperkend voor de mogelijkheden wat betreft windmolens (zie bijvoorbeeld variant 6). Paragraaf 1.4 wettelijk kader is vervangen door onderstaande: Op het Nederlands deel van de Noordzee, het NCP (Nederlands Continentaal Plat), zijn buiten de territoriale wateren twee kaders aanwezig voor wetgeving die in het verband met windparken op zee van belang zijn als het gaat om Natura2000: de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) en de Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet). Voor de constructie van windparken in de Noordzee is thans een vergunning in het kader van de Waterwet (voorheen Wbr) benodigd. Het wettelijke kader voor afweging van effecten op Natura2000 ten gevolge van windparken op zee wordt gevormd door Artikel 6 van de Europese Habitatrichtlijn. Hoewel dit inmiddels is geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet 1998, geldt in het kader van de uitvoering van de plannen voor windparken en de vergunningverlening onder de Waterwet als toetsingskader de Habitatrichtlijn en niet de Nb-wet. Dit toetsingskader is uitgewerkt in het IBN2015. De voorgenomen ingreep vindt (voornamelijk) plaats buiten de 12-mijlszone en hier is de Nb-wet niet geldig. Voor aanleg en exploitatie van de elektriciteitskabel of het mogelijk plaatsen van windmolenparken binnen de 12 mijlszone dient wel getoetst te worden aan de Natuurbeschermingswet. Definitief rapport juni 2010

8 De (aanstaande) "wet tot wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet naar de EEZ (exclusieve economische zone)" (TK 32002) voorziet in uitbreiding van de werkingssfeer van beide wetten tot de EEZ. De EEZ ligt buiten de territoriale zee en is dus het gebied "achter" de 12 mijlszone (12 mijlszone = territoriale zee). 2. Paragraaf Nieuw aan te wijzen Natura2000 gebieden is vervangen door onderstaande: Nederland is recentelijk gestart met de aanmeldingsprocedure voor mariene Natura2000-gebieden zoals eerder onderzocht en genoemd in Lindeboom et al (2005). Op 22 december 2008 zijn vier in de Noordzee gelegen Habitatrichtlijngebieden bij de Europese Commissie te Brussel aangemeld voor plaatsing op de lijst van gebieden van communautair belang, die op grond van de Habitatrichtlijn moeten worden aangewezen. Uitbreiding van de Noordzeekustzone tot Bergen: Vlakte van Raan in de monding van de Westerschelde; Doggersbank; Klaverbank. Deze gebieden zijn aangemeld op basis van het voorkomen van een aantal habitattypen (riffen, zandbanken), zeezoogdieren (Bruinvis, zeehonden) en diadrome vissen (prikken, elft en fint). De Noordzeekustzone is bovendien als vogelrichtlijngebied uitgebreid tot aan de -20 meter dieptelijn tot aan Bergen. Met de genomen wijziging komen de grenzen van het Habitatrichtlijngebied en Vogelrichtlijngebied samen te vallen. Daarnaast bestaat het Vogelrichtlijngebied Friese Front. Omdat dit gebied uitsluitend is aangewezen als Vogelrichtlijngebied zal het direct worden aangewezen als Natura2000-gebied. Voor de Noordzeekustzone (inclusief de uitbreiding tot aan de 20 meter dieptelijn en) en de Vlakte van de Raan zijn al instandhoudingsdoelstellingen geformuleerd in het conceptaanwijzingsbesluit, voor de overige gebieden is dat nog niet het geval De effecten op diadrome vissen zijn reeds in paragraaf 4.2 aan de hand van de Handreiking Passende Beoordeling beschreven (Prins et al., 2008). Volgens deze handreiking PB (Prins et al., 2008) worden er geen significante effecten op (voor Natura2000-gebieden aangewezen) vissoorten verwacht. In geval van heien ontstaan er directe effecten op de nieuw aan te wijzen Natura2000-gebieden. Voor MW betekent dat er langdurige verstoring optreedt van leef- en foerageergebied. Voor operationele parken geldt dat eerst moet worden aangetoond dat het gedrag niet veranderd is ten gevolge van windparken (voorzorgsprincipe) voordat bij belangrijke foerageergebieden windparken kunnen worden aangelegd. 3. Paragraaf Er zijn nog enkele andere gebieden met bijzondere ecologische waarde die mogelijk in het kader van Natura2000 worden aangewezen is vervangen door onderstaande zin. 8 juni Definitief rapport

9 Er zijn nog enkele andere gebieden die mogelijk ecologisch waardevol zijn en die mogelijk in het kader van Natura2000 worden aangewezen. 4. Paragraaf 4.3 mogelijk mitigerende maatregelen. De initiatiefnemer die een vergunningsaanvraag voor een windpark met een gravity based fundering had ingediend, heeft in een later stadium van deze methode afgezien. Zinsnede toegevoegd. Definitief rapport juni 2010

10 8 juni Definitief rapport

11 2 BASISSCENARIO 2.1 Variant 6A De resultaten van de GIS-analysen voor variant 6A staan weergegeven in tabel 1 en figuur 1A. In tabel 1 staan de resultaten van de berekeningen voor het scenario binnen ecologische randvoorwaarden alsmede het totale (gecumuleerde) effect per kolonie ten gevolge van nieuw te ontwikkelen windparkgebieden, de Belgische parken en de 2e ronde windparken. Uit tabel 1 is op te maken dat de gecumuleerde additionele sterfte op de kolonie Krammer Volkerak groter is dan 5,8%. Dit is de optelsom van sterfte ten gevolge van alle windparken binnen het foerageerbereik van vogels uit de betreffende kolonie. Indien het effect groter is dan 5,8% is dit op te vatten als een significant effect. Om het gecumuleerde effect binnen de significantiegrens te houden, zal in het noorden (binnen het foerageerbereik van vogels uit de kolonie in het Krammer Volkerak) minder windparken geplaatst moeten worden dan volgens dit scenario. Daarnaast is te zien dat de gecumuleerde effecten voor de kolonie in het zuiden (Veerse Meer) en helemaal in het Noorden (Waddenzee, Vlieland, Texel) onder de significantiegrens blijven. Dat wil zeggen dat voor deze kolonies nog ecologische gebruikruimte over is; in de windgebieden die in de foerageercirkels van kleine mantelmeeuwen uit deze kolonies liggen kunnen nog windmolens geplaatst worden. Dit kan onder de volgende voorwaarden: Bijplaatsing van windturbines kan totdat de ecologische gebruikruimte op is; dwz het gecumuleerde effect op de kolonie de significantiegrens heeft bereikt. De plaatsing van molens niet plaats heeft in die delen van de foerageercirkel die overlap vertoont met de foerageercirkel van de vogels uit de kolonie Krammer Volkerak. Immers, daar is al een significant effect op de kolonie. Een gebied dat in aanmerking komt is IJmuiden Ver. Via verplaatsing van windmolens kan de overschrijding bij het Krammmer Volkerak (0.4% boven significantiegrens) tot beneden de significantiegrens worden gebracht, terwijl bij Texel voldoende ecologische ruimte is (0.7% over tot significantie grens) om deze turbines te kunnen bijplaatsen zonder dat significante effecten ontstaan. Realisatie van het doel van MW binnen de randvoorwaarden van de natuurbeschermingswet, gegeven de gestelde significantiegrens en de gebruikte methodiek en de daaraan ten grondslag liggende aannames, alsmede andere gestelde randvoorwaarden, is waarschijnlijk mogelijk voor variant 6A. Definitief rapport juni 2010

12 2.2 Variant 6B De resultaten van de GIS-analysen voor variant 6B staan weergegeven in tabel 2 en figuur 1B. In tabel 2 staan de resultaten van de berekeningen voor het scenario binnen ecologische randvoorwaarden alsmede het totale (gecumuleerde) effect per kolonie ten gevolge van nieuw te ontwikkelen windparkgebieden, de Belgische parken en de 2e ronde windparken. Uit tabel 1 is op te maken dat de gecumuleerde additionele sterfte op de kolonie Krammer Volkerak groter is dan 5,8%. Dit is de optelsom van sterfte ten gevolge van alle windparken binnen het foerageerbereik van vogels uit de betreffende kolonie. Indien het effect groter is dan 5,8% is dit op te vatten als een significant effect. Om het gecumuleerde effect binnen de significantiegrens te houden, zal in het noorden (binnen het foerageerbereik van vogels uit de kolonie in het Krammer Volkerak) minder windparken geplaatst moeten worden dan volgens dit scenario. Daarnaast is te zien dat de gecumuleerde effecten voor de kolonie in het zuiden (Veerse Meer) en helemaal in het Noorden (Waddenzee, Vlieland, Texel) onder de significantiegrens blijven. Dat wil zeggen dat voor deze kolonies nog ecologische gebruikruimte over is; in de windgebieden die in de foerageercirkels van kleine mantelmeeuwen uit deze kolonies liggen kunnen nog windmolens geplaatst worden. Dit kan onder de volgende voorwaarden: Bijplaatsing van windturbines kan totdat de ecologische gebruikruimte op is; dwz het gecumuleerde effect op de kolonie de significantiegrens heeft bereikt. De plaatsing van molens niet plaats heeft in die delen van de foerageercirkel die overlap vertoont met de foerageercirkel van de vogels uit de kolonie Krammer Volkerak. Immers, daar is al een significant effect op de kolonie. Een gebied dat in aanmerking komt is IJmuiden Ver. Via verplaatsing van windmolens kan de overschrijding bij het Krammmer Volkerak (1,3% boven significantiegrens) tot beneden de significantiegrens worden gebracht, terwijl bij Texel voldoende ecologische ruimte is (1,2% over tot significantie grens) om deze turbines te kunnen bijplaatsen zonder dat significante effecten ontstaan. Realisatie van het doel van MW binnen de randvoorwaarden van de natuurbeschermingswet, gegeven de gestelde significantiegrens en de gebruikte methodiek en de daaraan ten grondslag liggende aannames, alsmede andere gestelde randvoorwaarden, is waarschijnlijk mogelijk voor variant 6A. 2.3 Effectberekening Jan van Gent Basisscenario Geen wijzigingen. 8 juni Definitief rapport

13 2.4 Eindoverweging basisscenario Voor alle andere varianten, behalve voor varianten 3B, 6A en 6B komt de gecumuleerde additionele sterfte niet boven de significantiegrens van 20% (Veerse Meer) of 5,8%. In alle varianten, behalve 3B,6A en 6B, kan het doel van MW binnen de randvoorwaarden van de natuurbeschermingswet (e.g. Kleine Mantelmeeuw), gehaald worden met de voorgestelde locaties. Dat wil niet zeggen dat voor de varianten 3B, 6A en 6B dat niet kan; met de voorgestelde verplaatsingen van turbines kan naar alle waarschijnlijkheid wel het doel van 6000 MW bereikt worden binnen de randvoorwaarden van de natuurbeschermingswet (e.g. Kleine Mantelmeeuw). Dit alles gegeven de gestelde significantiegrenzen en de gebruikte methodiek met de daaraan ten grondslag liggende aannames en andere gestelde randvoorwaarden gerealiseerd worden. Uit tabel en dit Addendum is op te maken dat de gecumuleerde additionele sterfte in varianten 3b, 6A en 6B voor één kolonie groter is dan de significantiegrens. Concreet gaat het om een additionele sterfte van 6,8% op de kolonie Duinen en Lage Land van Texel bij variant 3B en resp. 6,2% en7,2% op het Krammer Volkerak bij de varianten 6A en 6B. Dit is, conform de besluiten van het Bevoegd Gezag, op te vatten als een significant effect. Immers, het actuele aantal broedparen van deze kolonie bevindt zich op het instandhoudingsdoel waardoor de significantiegrens op 5,8% additionele sterfte ligt. Om het gecumuleerde effect binnen de significantiegrens te houden, zal in deze varianten verplaatsingen moeten plaatsvinden naar de windenergiegebieden waar voor de betreffende kolonies nog ecologische gebruiksruimte over is. Voor alle andere varianten, behalve voor variant 3B, 6A en 6B, komt de gecumuleerde additionele sterfte niet boven de significantiegrens van 20% (Veerse Meer) of 5,8%. Te zien is dat in alle varianten de gecumuleerde effecten voor de kolonies in het zuiden (Veerse Meer, Krammer Volkerak) en helemaal in het Noorden (Waddenzee) onder de significantiegrens blijven. Dat wil zeggen dat voor deze kolonies nog ecologische gebruikruimte over is. Immers, voor deze kolonie is nog niet het maximaal toelaatbare percentage van 5,8% of 20% (Veerse Meer) opgemaakt In variant 3B kan een verschuiving van het aantal windmolens vanuit het Noorden richting het gebied Borssele waarschijnlijk ervoor zorgen dat ook hier de MW gerealiseerd kan worden. In variant 6A en 6B kan een verschuiving van het aantal windmolens vanuit het Zuiden richting het gebied IJmuiden Ver waarschijnlijk ervoor zorgen dat ook hier de MW gerealiseerd kan worden. Voor de jan van gent treden in de verschillende varianten effecten op ter grootte van 1,1-1,5% additionele sterfte voor de kolonie in Helgoland. Gelet op de instandhoudingsdoelstelling van het gebied (zie paragraaf 7.11) zullen de natuurlijke kenmerken en waarden van de kolonie Jan van Genten op Helgoland, mede gezien het kwantitatief kleine effect, bewaard blijven. Tevens is uit de analysen op te maken dat, ondanks de verschillen in ruimtelijke ligging van de windenergiegebieden in de verschillende varianten, de effecten nauwelijks onderscheidend zijn. Voor de kolonie van Bempton Cliffs zijn de effecten in alle gevallen kleiner dan 1% additionele sterfte. Definitief rapport juni 2010

14 Alle conclusies zijn alleen geldig met inbegrip van uitgangspunten en aannamen zoals eerder uiteengezet. Grofweg betekent dat de conclusies kunnen veranderen indien: De significantiegrenzen veranderen. Het aanvaringenmodel wijzigt met betrekking tot de aannamen over het vlieggedrag. De configuratie van de windparken (turbinehoogte, rotoroppervlak, afstand tussen de palen, aantal palen) zoals gebruikt in het aanvaringenmodel wijzigen (zie tabel 7.11). Tabel 7.11: Overzicht gebruikte configuratie (overeenkomstig Offshore windpark Den Helder 1 uit 2 e ronde). Onderstaande configuratie geeft verhoudingsgewijs minste effecten (zie ook paragraaf 5.2). Wijziging in variabelen geeft andere uitkomst in de bekerende additionele sterfte. Configu- Voorbeeld Capaciteit Ashoogte Rotordia- Totale Onderlinge Lengte Aantal Aantal ratie park (MW) (m) meter (m) hoogte (m) afstand (m) windpark (m) turbines MW per km 2 Minimum Den , Afh. van Afh. van 7,57 Helder gevraagde gevraagde capaciteit capaciteit 8 juni Definitief rapport

15 Tabel 1: Overzicht additionele sterfte bij windparken met configuratie 6 MW turbines voor variant 6A IJm. Ecologische Gebied Borssele Ver Hollandse Kust België Besluiten Cumulatief ruimte Gebiednr a 5b 5c Waddenzee 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,1 2,1 3,7 Duinen en Lage Land Texel 0,0 0,0 0,0 0,0 0,9 4,1 5,1 0,7 Duinen van Vlieland 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,7 0,7 5,1 Krammer-Volkerak 1,2 0,0 0,8 0,4 1,3 0,4 1,4 6,2-0,4 Veerse Meer 5,3 0,0 0,7 0,4 0,8 2,6 0,8 11,7 8,3 De kolom ecologische gebruikruimte geeft per kolonie aan hoeveel additionele sterfte (%) nog mag worden veroorzaakt. In de kolom cumulatie staat het gecumuleerde (het totale) effect in termen van additionele sterfte (%) weergegeven. Dit is de optelsom van sterfte ten gevolge van alle windparken binnen het foerageerbereik van vogels uit de betreffende kolonie. Gebied Wadden Noord is ingevuld via de daar afgegeven vergunningen. Tabel 2: Overzicht additionele sterfte bij windparken met configuratie 6 MW turbines voor variant 6B Gebied België Besluiten Cumulatief Ecologische ruimte Gebiednr. Waddenzee 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,1 2,1 3,7 Duinen en Lage Land Texel 0,0 0,0 0,0 0,3 0,2 4,1 4,6 1,2 Duinen van Vlieland 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,7 0,7 5,1 Krammer-Volkerak 1,2 0,8 0,4 1,1 1,1 0,4 1,4 7,1-1,3 Veerse Meer 5,3 0,7 0,4 0,6 0,5 2,6 0,8 12,1 7,9 De kolom ecologische gebruikruimte geeft per kolonie aan hoeveel additionele sterfte (%) nog mag worden veroorzaakt. In de kolom cumulatie staat het gecumuleerde (het totale) effect in termen van additionele sterfte (%) weergegeven. Dit is de optelsom van sterfte ten gevolge van alle windparken binnen het foerageerbereik van vogels uit de betreffende kolonie. Gebied Wadden Noord is ingevuld via de daar afgegeven vergunningen. Definitief rapport juni 2010

16 Figuur 1A en 1B: ruimtelijke inrichting volgens het basisscenario voor variant 6A en 6B. Donkergroene gebieden zijn de 2e ronde vergunningen en Belgische parken. Lichtgroene gebieden zijn de nieuwe (3e ronde) windenergiegebieden die in cumulatie geen significante grenzen overschrijden. Eventuele overschrijding van significantienormen is weergegeven via regenboogkleuren (alleen voor de windgebieden van de 3e ronde). 8 juni Definitief rapport

17 3 ONTWIKKELSCENARIO 3.1 Variant 6A De resultaten van de GISanalysen voor variant 6A staan weergegeven in tabel 3 en figuur 2A. In tabel 3 staan de resultaten van de berekeningen voor de ontwikkelvariant alsmede het totale (gecumuleerde) effect per kolonie ten gevolge van nieuw te ontwikkelen windparkgebieden, de Belgische parken en de 2e ronde windparken (indien van toepassing). Uit tabel 3 is op te maken dat de gecumuleerde additionele sterfte op de kolonie Duinen en Lage Land van Texel groter is dan 5,8%. Dit is de optelsom van sterfte ten gevolge van alle windparken binnen het foerageerbereik van vogels uit de betreffende kolonie. Indien het effect groter is dan 5,8% is dit op te vatten als een significant effect. Daarnaast is te zien dat de gecumuleerde effecten voor de kolonie in het zuiden (Veerse Meer, Krammer Volkerak) en helemaal in het Noorden (Waddenzee) onder de significantiegrens blijven. Dat wil zeggen dat voor deze kolonies nog ecologische gebruikruimte over is; in de windgebieden die in de foerageercirkels van kleine mantelmeeuwen uit deze kolonies liggen kunnen nog windmolens geplaatst worden. Dit kan onder de volgende voorwaarden: Bijplaatsing van windturbines kan totdat de ecologische gebruikruimte op is; dwz het gecumuleerde effect op de kolonie de significantiegrens heeft bereikt. De plaatsing van molens niet plaats heeft in die delen van de foerageercirkel die overlap vertoont met de foerageercirkel van de vogels uit de kolonie Duinen en Lage Land van Texel. Immers, daar is al een significant effect op de kolonie. 3.2 Variant 6B De resultaten van de GISanalysen voor variant 6B staan weergegeven in tabel 4 en figuur 2B. In tabel 4 staan de resultaten van de berekeningen voor de ontwikkelvariant alsmede het totale (gecumuleerde) effect per kolonie ten gevolge van nieuw te ontwikkelen windparkgebieden, de Belgische parken en de 2e ronde windparken (indien van toepassing). Uit tabel 4 is op te maken dat de gecumuleerde additionele sterfte op de kolonies Duinen en Lage Land van Texel en Krammer Volkerak groter zijn dan 5,8%. Dit is de optelsom van sterfte ten gevolge van alle windparken binnen het foerageerbereik van vogels uit de betreffende kolonie. Indien het effect groter is dan 5,8% is dit op te vatten als een significant effect. Daarnaast is te zien dat de gecumuleerde effecten voor de kolonie in het zuiden (Veerse Meer) en helemaal in het Noorden (Waddenzee, Vlieland) onder de significantiegrens blijven. Dat wil zeggen dat voor deze kolonies nog ecologische gebruikruimte over is; Definitief rapport juni 2010

18 in de windgebieden die in de foerageercirkels van kleine mantelmeeuwen uit deze kolonies liggen kunnen nog windmolens geplaatst worden. Dit kan onder de volgende voorwaarden: Bijplaatsing van windturbines kan totdat de ecologische gebruikruimte op is; dwz het gecumuleerde effect op de kolonie de significantiegrens heeft bereikt. De plaatsing van molens niet plaats heeft in die delen van de foerageercirkel die overlap vertoont met de foerageercirkel van de vogels uit de kolonie Duinen en Lage Land van Texel en Krammer Volekerak. Immers, daar is al een significant effect op de kolonies. Vanwege de groter overlap van de foerageercirkels van dieren uit het Krammer Volkerak met het Veerse meer en Duinen en Lage Land van Texel met die van Vlieland zal bijplaatsing vrijwel niet mogelijk zijn. Om significante effecten te voorkomen zullen de windturbines daarom verder uit de kust moeten worden geplaatst. 8 juni Definitief rapport

19 Tabel 3: Overzicht additionele sterfte bij windparken met configuratie 6 MW turbines voor variant 6A Gebied België Besluiten Cumulatief Ecologische ruimte Gebiednr. Waddenzee 0,0 0,0 0,1 0,2 0,0 0,0 2,1 2,4 3,4 Duinen en Lage Land Texel 0,0 0,5 1,1 3,8 0,0 1,1 4,1 10,6-4,8 Duinen van Vlieland 0,0 0,0 0,4 1,4 0,0 0,0 0,7 2,5 3,3 Krammer-Volkerak 1,2 0,0 0,0 0,0 0,4 1,6 0,4 1,4 5,7 0,1 Veerse Meer 5,3 0,0 0,0 0,0 0,4 0,8 2,6 0,8 11,0 9,0 De kolom ecologische gebruikruimte geeft per kolonie aan hoeveel additionele sterfte (%) nog mag worden veroorzaakt. In de kolom cumulatie staat het gecumuleerde (het totale) effect in termen van additionele sterfte (%) weergegeven. Dit is de optelsom van sterfte ten gevolge van alle windparken binnen het foerageerbereik van vogels uit de betreffende kolonie. Gebied Wadden Noord is ingevuld via de daar afgegeven vergunningen. Tabel 4: Overzicht additionele sterfte bij windparken met configuratie 6 MW turbines voor variant 6B Gebied België Besluiten Cumulatief Ecologische ruimte Gebiednr. Waddenzee 0,0 0,0 0,3 0,2 0,0 0,0 2,1 2,6 3,2 Duinen en Lage Land Texel 0,0 0,5 3,0 2,0 0,6 0,4 4,1 10,6-4,8 Duinen van Vlieland 0,0 0,0 1,1 0,7 0,0 0,0 0,7 2,5 3,3 Krammer-Volkerak 1,2 0,0 0,0 0,0 1,4 1,5 0,4 1,4 6,6-0,8 Veerse Meer 5,3 0,0 0,0 0,0 0,7 0,6 2,6 0,8 11,0 9,0 De kolom ecologische gebruikruimte geeft per kolonie aan hoeveel additionele sterfte (%) nog mag worden veroorzaakt. In de kolom cumulatie staat het gecumuleerde (het totale) effect in termen van additionele sterfte (%) weergegeven. Dit is de optelsom van sterfte ten gevolge van alle windparken binnen het foerageerbereik van vogels uit de betreffende kolonie. Gebied Wadden Noord is ingevuld via de daar afgegeven vergunningen. Definitief rapport juni 2010

20 Figuur 2 A en 2B: Ruimtelijke inrichting volgens het ontwikkelingsscenario voor variant 6A en 6B. Donkergroene gebieden zijn de 2e ronde vergunningen en Belgische parken. Lichtgroene gebieden zijn de nieuwe (3e ronde) windenergiegebieden die in cumulatie geen significante grenzen overschrijden. Eventuele overschrijding van significantienormen is weergegeven via regenboogkleuren (alleen voor de windgebieden van de 3e ronde). 8 juni Definitief rapport

21 3.3 Effectberekening Jan van Gent ontwikkel scenario Geen wijzigingen. 3.4 Eindoverweging ontwikkel scenario Uit tabel en dit Addendum is op te maken dat de gecumuleerde additionele sterfte in alle varianten voor ten minste één kolonie groter is dan de significantiegrens. Concreet gaat het om de onderstaande overschrijdingen (tabel 8.10): Tabel 8.10: Overzicht van additionele sterfte waarbij significantiegrens voor de betreffende kolonie wordt overschreden in het ontwikkel scenario Variant Gebied Additionele Sterfte (%) 1 Duinen en lage land van Texel 8.7 2A Duinen en lage land van Texel B Duinen en lage land van Texel A Duinen en lage land van Texel Duinen van Vlieland A Duinen en lage land van Texel Duinen van Vlieland A Duinen en lage land van Texel B Duinen en lage land van Texel Krammer Volkerak A Duinen en lage land van Texel B Duinen en lage land van Texel A Duinen en lage land van Texel B Duinen en Lage Land van Texel Krammer Volkerak Deze effecten zijn, conform de besluiten 2 e ronde windparken van het Bevoegd Gezag, op te vatten als een significant effect. Voor alle andere kolonies komt de gecumuleerde additionele sterfte niet boven de significantiegrens van 20% (Veerse Meer) of 5,8% (overige kolonies). Te zien is dat in alle varianten de gecumuleerde effecten voor de kolonies in het zuiden (Veerse Meer) en helemaal in het Noorden (Waddenzee) onder de significantiegrens blijven. Dat wil zeggen dat voor deze kolonies nog ecologische gebruikruimte over is. Immers, voor deze kolonie is nog niet het maximaal toelaatbare percentage van 5,8% of 20% (Veerse Meer) opgemaakt. Voor de jan van gent treden in de verschillende varianten effecten op ter grootte van 1,3-1,6% additionele sterfte voor de kolonie in Helgoland. Gelet op de instandhoudingsdoelstelling van het gebied (zie paragraaf 8.11) zullen de natuurlijke kenmerken en waarden van de kolonie Jan van Genten op Helgoland, mede gezien het kwantitatief kleine effect, bewaard blijven. Tevens is uit de analysen op te maken dat, ondanks de verschillen in ruimtelijke ligging van de windenergiegebieden in de Definitief rapport juni 2010

22 verschillende varianten, de effecten nauwelijks onderscheidend zijn. Voor de kolonie van Bempton Cliffs zijn de effecten in alle gevallen kleiner dan 1% additionele sterfte. Alle conclusies zijn alleen geldig met inbegrip van uitgangspunten en aannamen zoals eerder uiteengezet. Grofweg betekent dat de conclusies kunnen veranderen indien: De significantiegrenzen veranderen. Het aanvaringenmodel wijzigt met betrekking tot de aannamen over het vlieggedrag. De configuratie van de windparken (turbinehoogte, rotoroppervlak, afstand tussen de palen, aantal palen) zoals gebruikt in het aanvaringenmodel wijzigen (zie tabel 8.11). Tabel 8.11: Overzicht gebruikte configuratie (overeenkomstig Offshore windpark Den Helder 1 uit 2 e ronde). Onderstaande configuratie geeft verhoudingsgewijs minste effecten (zie ook paragraaf 5.2). Wijziging in variabelen geeft andere uitkomst in de bekerende additionele sterfte. Configu- Voorbeeld Capaciteit Ashoogte Rotordia- Totale Onderlinge Lengte Aantal Aantal ratie - park (MW) (m) meter (m) hoogte (m) afstand (m) windpark (m) turbines MW per km 2 Minimum Den , Afh. van Afh van 7,57 Helder gevraagde gevraagde capaciteit capaciteit 8 juni Definitief rapport

23 4 VERGELIJKING BASIS EN ONTWIKKEL SCENARIO In tabel 9.1 is per variant weergegeven op welke kolonies de realisatie van MW op de locaties zoals weergeven in bijlage VIII leidt tot significante effecten. Voor de kleine mantelmeeuw wordt in vergelijking met het basisscenario in het ontwikkelscenario op meer kolonies een significant effect veroorzaakt en tevens is in de meeste varianten het effect groter op de beschermde kolonies. Tabel 9.1: Overzicht van de kolonies waarbij de significantiegrens wordt overschreden (per scenario, per variant). Tevens is aangegeven hoe groot de berekende additionele sterfte voor de betreffende kolonie is. Ontwikkel scenario Variant Gebied Additionele Sterfte (%) 1 Duinen en lage land van 8.7 Texel 2a Duinen en lage land van 10.7 Texel 2b Duinen en lage land van 12.1 Texel 3a Duinen en lage land van 14.3 Texel Duinen van Vlieland 6.0 Gebied Basis scenario Additionele sterfte (%) 3b 4a 4b Duinen en lage land van Texel 20.2 Duinen en lage land van Texel Duinen van Vlieland 8.3 Duinen en lage land van 14.2 Texel Duinen en lage land van 16.2 Texel 6,8 5a 5b 6A 6B Krammer Volkerak 5.9 Duinen en lage land van 12.9 Texel Duinen en lage land van 16.8 Texel Duinen en Lage Land 10.6 Krammer Volkerak 6.2 van Texel Duinen en lage land van 10.6 Texel Krammer Volkerak 6.6 Krammer Volkerak 7.1 Definitief rapport juni 2010

24 Het verschil tussen de varianten van beide scenario s wordt bepaald door: Het uitgangspunt voor de gecumuleerde additionele sterfte. Deze is opgebouwd uit: De sterfte ten gevolge van de Belgische windparken en 2) de sterfte ten gevolge van de ronde 2 vergunningen. Voor het ontwikkel scenario is het uitgangspunt lager omdat met minder 2 e ronde vergunningen rekening is gehouden (i.v.m. geografisch zwaartepunt in IJmuiden Ver). De locaties waar de MW is geprojecteerd: Immers, in het ontwikkel scenario zijn de meeste parken dichter naar de kust geprojecteerd (goedkoper) waardoor in veel gevallen de afstand tot de beschermde kolonies ook kleiner wordt en het effect (relatief) dus groter. Belangrijk is het feit dat alle berekeningen voor de nieuwe windgebieden zijn uitgevoerd met configuraties behorend bij 6 MW turbines. Het gebruik van kleinere turbinetypen leidt tot grotere effecten. Voor beide scenario s heeft het gebruik van 3 MW turbines (met de daarbij behorende configuratie) tot gevolg dat: A) Basisscenario: de effecten ten gevolge van de windlocaties zoals nu weergegeven in Bijlage VIII leiden tot significante effecten op de beschermde kolonies Duinen en Lage Land Texel, Krammer Volkerak en het Veerse Meer. Dat is logisch omdat de locaties zijn bepaald aan de hand van de te verwachte effecten van windparken met een configuratie behorend bij 6 MW turbines deze locaties. Het gebruik van 3 MW turbines zal ertoe leiden dat, onder de voorwaarde dat significante grenzen niet overschreden mogen worden, windgebieden op grotere afstand van de kolonies gesitueerd moeten worden in vergelijking met het gebruik van 6 MW turbines. B) Ontwikkelscenario: de effecten ten gevolge van de windlocaties zoals nu weergegeven in Bijlage VIII leiden tot significante effecten op Duinen en Lage Land van Texel, Duinen van Vlieland en Krammer Volkerak. In vergelijking met het gebruik van 6 MW turbines worden per variant op meer kolonies significante effecten veroorzaakt en zijn de effecten groter (ca 2x zo groot). Specifiek voor het basisscenario geldt dat bij het vaststellen van de nieuwe windenergiegebieden de effecten voor enkele kolonie bijna significant zijn. Dat is logisch want bij dit scenario is gezocht naar de goedkoopste gebieden zonder dat significante effecten worden overschreden. De goedkoopste gebieden liggen dicht bij de kust en hebben relatief grote effecten op de kolonies (zie ontwikkelvariant). De grens is letterlijk opgezocht bij het ontwikkelen van dit scenario. Bij het vaststellen van de locaties van dit scenario is gewerkt met de te verwachte effecten volgens windparken met een configuratie die hoort bij 6 MW turbines. Hierin zijn verschillende variabelen vastgesteld zoals de hoogte van de molens, de afstand tussen de molens, het rotoroppervlak en het aantal molens. Iedere aanpassing in een van deze variabelen leidt tot een andere additionele sterfte dan nu berekend is. Bijvoorbeeld, als de molens dichter bij elkaar worden gezet dan nu wordt aangenomen, leidt dat tot grotere sterfte op de betreffende locatie dan nu wordt aangenomen. Daarmee is de ecologische gebruiksruimte voor het resterende aantal MW kleiner en zal het resterend aantal MW gemiddeld genomen verder uit de kust moeten worden geplaatst om binnen de grenzen van niet-significante effecten te blijven. Dat wil zeggen dat aanpassing van een van deze variabelen zal leiden tot een andere keuze van locaties! 8 juni Definitief rapport

25 Daarnaast is het zo dat daar waar in het basisscenario bijna significante effecten zijn bereikt (bijvoorbeeld op de kolonie Duinen en Lage Land van Texel) er, volgens de huidige kennis en methoden, binnen de foerageercirkels van vogels afkomstig van de betreffende kolonie, geen doorgroei meer mogelijk is tot boven de 6000 MW. Voor de Jan van Gent blijkt dat de ruimtelijke variatie van de windenergiegebieden voor de Hollandse Kust (vergelijk basis scenario met ontwikkel scenario) nauwelijks onderscheidend zijn. Voor Helgoland zijn liggen minimum en maximum effect allen binnen de 1.1 en 1.6% additionele sterfte. Gelet op de instandhoudingsdoelstelling van het gebied (zie paragraaf 8.11) zullen de natuurlijke kenmerken en waarden van de kolonie Jan van Genten op Helgoland, mede gezien het kwantitatief kleine effect, bewaard blijven. Voor Bempton Cliffs komt de additionele sterfte niet boven de 1% uit. Definitief rapport juni 2010

Nationaal Waterplan 4 alternatieven:

Nationaal Waterplan 4 alternatieven: Nadere detaillering zoekgebieden windparken op het NCP Nationaal Waterplan 4 alternatieven: 1. Borssele 2. Hollandse kust 3. Noorden van Wadden 4. IJmuiden Nadere detaillering zoekgebieden windparken op

Nadere informatie

PlanMER/PB Structuurvisie Wind op Zee Resultaten beoordeling Natuur. Windkracht14 22 januari 2014 Erik Zigterman

PlanMER/PB Structuurvisie Wind op Zee Resultaten beoordeling Natuur. Windkracht14 22 januari 2014 Erik Zigterman PlanMER/PB Structuurvisie Wind op Zee Resultaten beoordeling Natuur Windkracht14 22 januari 2014 Erik Zigterman Korte historie 2009: Nationale Waterplan! 2 windenergiegebieden aangewezen! Borssele en IJmuiden

Nadere informatie

Windenergie op zee. Anita Nijboer

Windenergie op zee. Anita Nijboer Windenergie op zee Anita Nijboer Windenergie op zee Ronde 1 (2000-2007) Realisatie van twee windturbineparken binnen de 12-mijlszone Offshore windpark Egmond aan Zee (10-18 km uit kust) vergunning 2005,

Nadere informatie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage 3 september 2008 08-LNV-96 DN. 2008/3031 8 oktober 2008 Brief Stichting De Noordzee en Wereld Natuurfonds 1 Geachte

Nadere informatie

Inspraakwijzer. Ontwerpbesluiten voor drie mariene gebieden. Ministerie van Economische Zaken Postbus ek Den Haag

Inspraakwijzer. Ontwerpbesluiten voor drie mariene gebieden. Ministerie van Economische Zaken Postbus ek Den Haag Inspraakwijzer Ontwerpbesluiten voor drie mariene gebieden Deze publicatie is een uitgave van: Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 ek Den Haag Datum ordernummer Ontwerpbesluiten voor drie

Nadere informatie

Passende Beoordeling Windpark Q10

Passende Beoordeling Windpark Q10 Passende Beoordeling Windpark Q10 Passende Beoordeling Windpark Q10 6 januari 2009 Colofon Aan dit rapport hebben onder andere meegewerkt: Projectorganisatie Eric Arends (Pondera); Arjen Boon (Haskoning).

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 10 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-014970 - gemeente Oude IJsselstreek Activiteit

Nadere informatie

IBN 2015, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 1.

IBN 2015, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 1. Directie Natuur De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum onderwerp doorkiesnummer bijlagen Aanwijzing Natura 2000-gebieden

Nadere informatie

Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee Aanvulling gebied Hollandse Kust

Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee Aanvulling gebied Hollandse Kust Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee Aanvulling gebied Hollandse Kust Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 3039 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Ten Noorden van de Waddeneilanden. Aanwijzing Windenergiegebieden (partiële herziening Nationaal Waterplan) Hollandse Kust. Henk Merkus/Rob Gerits

Ten Noorden van de Waddeneilanden. Aanwijzing Windenergiegebieden (partiële herziening Nationaal Waterplan) Hollandse Kust. Henk Merkus/Rob Gerits Ten Noorden van de Waddeneilanden Aanwijzing Windenergiegebieden (partiële herziening Nationaal Waterplan) MCN Den Helder Henk Merkus/Rob Gerits Hollandse Kust Inhoud Ronde 1 2-3 Nationaal Waterplan (NWP)

Nadere informatie

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid)

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid) Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid) Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 3091 1. Oordeel over de milieueffectrapporten De Wet windenergie op zee

Nadere informatie

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid)

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid) Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 oktober 2016 / projectnummer: 3091 1. Oordeel over de milieueffectrapporten De Wet windenergie op zee maakt

Nadere informatie

Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen

Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen IRO/CEDA lezing Bert Wilbrink (ministerie EZK) Suzanne Lubbe (RWS) 12 maart 2019 Inhoud presentatie Visie overheid op ecologische impact bouw

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19983 14 juli 2015 Voorbereidingsbesluit kavel III windenergiegebied Borssele, Ministerie van Economische Zaken De Minister

Nadere informatie

Ontwerp-wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta

Ontwerp-wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta Ontwerp-wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT: Artikel 1 Het besluit van 19

Nadere informatie

Gecumuleerde impact van NOZ HKZ en kavels I-IV HKZ op bruinvissen

Gecumuleerde impact van NOZ HKZ en kavels I-IV HKZ op bruinvissen Gecumuleerde impact van NOZ HKZ en kavels I-IV HKZ op bruinvissen Opdrachtgever Referentie TenneT Bruinzeel, L.W. 2017. Gecumuleerde impact van NOZ HKZ en kavels I-IV HKZ op bruinvissen Projectcode 2466stc

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikelen 2.7 lid 2 en lid 3, 2.8 leden 3 en 9 en 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit natuurbescherming

Nadere informatie

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Stibbe & Pondera Winddag 11 oktober 2016 Windparken en gebiedsbescherming:

Nadere informatie

ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN. De heer G. van de Ligt. Definitief december 2015

ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN. De heer G. van de Ligt. Definitief december 2015 715075 18 december 2015 ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN De heer G. van de Ligt Definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon

Nadere informatie

Crisis- en herstelwet: Vragen en antwoorden

Crisis- en herstelwet: Vragen en antwoorden Crisis- en herstelwet: Vragen en antwoorden Datum Februari 2012 Status Definitief in opdracht van Agentschap NL Colofon Projectnaam Projectnummer Versienummer Publicatienummer Locatie Projectleider Contactpersoon

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor de aanwijzingsbesluiten van drie mariene Natura 2000-gebieden. 164 Doggersbank. 165 Klaverbank.

Procedurewijzer. Voor de aanwijzingsbesluiten van drie mariene Natura 2000-gebieden. 164 Doggersbank. 165 Klaverbank. Procedurewijzer Voor de aanwijzingsbesluiten van drie mariene Natura 2000-gebieden 164 Doggersbank 165 Klaverbank 166 Friese Front Inhoudsopgave Wat is Natura 2000 5 Aanwijzingsbesluit 5 In beroep gaan

Nadere informatie

Natura 2000: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in Nederland, 2012

Natura 2000: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in Nederland, 2012 Natura 2000: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in Nederland, 2012 Indicator 12 oktober 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu vereisten In gevallen dat een be sluit of plan betrekking heeft op activiteiten die voorkomen op de D-lijst kent de vormvrije m.e.r.-beoordeling

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18096623 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R.

BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R. BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R. Verwerking van advies Commissie m.e.r. (5 september 2017 / projectnummer 3228) in MER # Advies Commissie m.e.r. Waar beschreven in MER? 1 Essentiële

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT: Artikel 1 Het besluit van 19 februari

Nadere informatie

Windpark Avri Onderzoek slagschaduw

Windpark Avri Onderzoek slagschaduw Windpark Avri Onderzoek slagschaduw Winvast december 2015 Definitief rapport BD5519 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. PLANNING & STRATEGY Chopinlaan 12 Postbus 8064 9702 KB Groningen +31 88 348 53 00 Telefoon

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen Procedurewijzer Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen #99 Solleveld & Kapittelduinen Inhoudsopgave Procedurewijzer - 2 Wat is Natura 2000? - 2 Wijzigingsbesluit - 2 In beroep gaan (wijzigingsbesluit

Nadere informatie

Maatschappelijke Kosteneffectiviteit van ruimtelijke opties voor offshore Windenergie. MKEA Windenergie Noordzee, eindrapport

Maatschappelijke Kosteneffectiviteit van ruimtelijke opties voor offshore Windenergie. MKEA Windenergie Noordzee, eindrapport Maatschappelijke Kosteneffectiviteit van ruimtelijke opties voor offshore Windenergie MKEA Windenergie Noordzee, eindrapport OPGESTELD IN OPDRACHT VAN: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, DG Water/Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 112 28 januari 2016 Voorbereidingsbesluit kavel II windenergiegebied Hollandse Kust (zuid), Ministerie van Economische

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4. Datum 6 september Betreft SDE subsidie windenergie op zee

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4. Datum 6 september Betreft SDE subsidie windenergie op zee > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 2513 AA s GRAVENHAGE Directoraat generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Financiële baten van windenergie

Financiële baten van windenergie Financiële baten van windenergie Grootschalige toepassing van 500 MW in 2010 en 2020 Opdrachtgever Ministerie van VROM i.s.m. Islant Auteurs Drs. Ruud van Rijn Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ing. Jeroen

Nadere informatie

Noordzeedagen. Kennis Beleid Beheer Wind op Zee

Noordzeedagen. Kennis Beleid Beheer Wind op Zee Noordzeedagen Kennis Beleid Beheer Wind op Zee Kader Ecologie en Cumulatie (KEC): cumulatieve effecten van offshore windparken op vogels, vleermuizen en zeezoogdieren in de zuidelijke Noordzee Maarten

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen Procedurewijzer Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen #99 Solleveld & Kapittelduinen Inhoud Procedurewijzer 2 Wat is Natura 2000? 2 Aanwijzingsbesluit 3 Zienswijze indienen (ontwerpwijzigingsbesluit

Nadere informatie

Besluit. TenneT TSO B.V. Datum Wnb; goedkeuringsbesluit Heiplan - Borssele Beta; NOZ Borssele. Geachte,

Besluit. TenneT TSO B.V. Datum Wnb; goedkeuringsbesluit Heiplan - Borssele Beta; NOZ Borssele. Geachte, Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag TenneT TSO B.V. T 070

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Veluwerandmeren. #76 Veluwerandmeren

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Veluwerandmeren. #76 Veluwerandmeren Procedurewijzer Voor het wijzigingsbesluit Veluwerandmeren #76 Veluwerandmeren Inhoudsopgave Procedurewijzer 2 Wat is Natura 2000? 2 Wijzigingsbesluit 2 In beroep gaan (wijzigingsbesluit Veluwerandmeren)

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee Procedurewijzer Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee #1 Waddenzee Inhoudsopgave Procedurewijzer - 2 Wat is Natura 2000? - 2 Wijzigingsbesluit - 2 In beroep gaan (wijzigingsbesluit Waddenzee) - 3 Inzien

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende,

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende, Besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 december 2014, nr. DGETM-ED/14172990, tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van project transmissiesysteem op zee Borssele De Minister

Nadere informatie

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is.

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is. ... Datum: Pagina: 1 van 15 INHOUDSOPGAVE...... 1 Inleiding 3 2 Uitgangspunten 4 2.1 Afstand tot woningen 4 2.2 Ontwerp Ruimtelijk Plan van de Structuurvisie Hoeksche Waard 4 2.3 Nota

Nadere informatie

Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2

Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2 Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2 Projectbureau A2 Eindrapport 9P2534 000... 0...,.._0---- 000 HASKONING NEDERLAND BV RUIMTELlJKE ONTWIKKELING Randwycksingel 20 Postbus 1754 6201

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 002 Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet in verband met uitbreiding van de werkingssfeer van beide wetten naar

Nadere informatie

Dat hiertoe onder andere het operationeel windvermogen op zee wordt opgeschaald naar 4.450 MW in 2023;

Dat hiertoe onder andere het operationeel windvermogen op zee wordt opgeschaald naar 4.450 MW in 2023; De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende, Dat op grond van richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter

Nadere informatie

Intensiteit van de visserij op de Noordzee,

Intensiteit van de visserij op de Noordzee, Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gebieden met hoge ecologische

Nadere informatie

Uitvoering WT3 WT4 WT5

Uitvoering WT3 WT4 WT5 Turbinelocaties Windpark Ferrum is een windenergieproject op het terrein van Tata Steel IJmuiden. Het wordt ontwikkeld door projectpartners Tata Steel, Infinergy, RoyalHaskoningDHV en Windcollectief Noord-Holland.

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee Procedurewijzer Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Waddenzee #1 Waddenzee Inhoud Procedurewijzer 2 Wat is Natura 2000? 2 Aanwijzingsbesluit 3 Zienswijze indienen (ontwerpwijzigingsbesluit Waddenzee) 3

Nadere informatie

Passende Beoordeling Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee Hollandse Kust

Passende Beoordeling Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee Hollandse Kust Passende Beoordeling Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee Hollandse Kust Passende Beoordeling voor de tussentijdse herziening van het Nationaal Waterplan voor het onderdeel windenergie op zee RWS Water,

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT:

Nadere informatie

Geachte heer/mevrouw,

Geachte heer/mevrouw, Gedeputeerde Staten van provincie Groningen Sint Jansstraat 4 9712 JN Groningen Onderwerp: Aanvulling Omgevingsvergunning Windpark Oostpolderdijk Projectnummer: C05057.000103.0100 Datum: 18-5-2017 Arcadis

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36159 18 december 2014 Toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van het project transmissiesysteem op zee

Nadere informatie

Offshore windenergiegebied Hollandse Kust (noord) Effecten van aanleg op zeezoogdieren ADDENDUM Effecten gewijzigde kavelindeling

Offshore windenergiegebied Hollandse Kust (noord) Effecten van aanleg op zeezoogdieren ADDENDUM Effecten gewijzigde kavelindeling Offshore windenergiegebied Hollandse Kust (noord) Effecten van aanleg op zeezoogdieren ADDENDUM Effecten gewijzigde kavelindeling Dr. F. Heinis Eindconceptrapport d.d. 18 juli 2018 HWE onderzoek en advies

Nadere informatie

Toelichting aanvullingen planmerren en Passende Beoordelingen Rijksstructuurvisie Windenergie Op basis van advies van de Commissie m.e.r.

Toelichting aanvullingen planmerren en Passende Beoordelingen Rijksstructuurvisie Windenergie Op basis van advies van de Commissie m.e.r. Toelichting aanvullingen planmerren en Passende Beoordelingen Rijksstructuurvisie Windenergie Op basis van advies van de Commissie m.e.r. RWS Water, Verkeer en Leefomgeving 16 september 2014 Definitief

Nadere informatie

Waarom windenergie op land?

Waarom windenergie op land? Waarom windenergie op land? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Basis vormt de Europese doelstelling van 14% duurzame

Nadere informatie

Welkom bij de open inloopavond

Welkom bij de open inloopavond Welkom bij de open inloopavond Tata Steel, Infinergy en Royal HaskoningDHV onderzoeken momenteel de mogelijkheden voor windenergie op het bedrijfsterrein van Tata Steel. Graag willen wij u als omwonende

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendapunt: 12b. Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn. Portefeuillehouder: wethouder F.S.A.

Raadsvoorstel. Agendapunt: 12b. Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn. Portefeuillehouder: wethouder F.S.A. Raadsvoorstel Agendapunt: 12b Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn Portefeuillehouder: wethouder F.S.A. Wissink Samenvatting: In april 2008 heeft uw raad besloten in te stemmen met

Nadere informatie

Offshore windpark Tromp Binnen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de passende beoordeling

Offshore windpark Tromp Binnen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de passende beoordeling Offshore windpark Tromp Binnen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de passende beoordeling 23 juni 2009 / rapportnummer 2088-53 1. OORDEEL OVER MER EN PASSENDE BEOORDELING RWE Offshore Wind

Nadere informatie

Windpark Nieuwe Waterweg

Windpark Nieuwe Waterweg Windpark Nieuwe Waterweg Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 april 2014 / rapportnummer 2649 60 1. Oordeel over het MER De Wolff-Nederland-Windenergie (WNW), Wind&co en FMT BV willen een windpark

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36496 27 juni 2017 Voorbereidingsbesluit kavel V windenergiegebied Hollandse Kust (noord), Ministerie van Economische

Nadere informatie

IE lil! Uil

IE lil! Uil Gemeente Nieuwkoop T.a.v. de heer R. van Heeringen Postbus 1 2460 AA TER AAR IE lil! Uil 15. 2293 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Landschappelijke en stedebouwkundige beoordeling kavelplan Middenweg 94

Landschappelijke en stedebouwkundige beoordeling kavelplan Middenweg 94 Landschappelijke en stedebouwkundige beoordeling kavelplan Middenweg 94 Architectenbureau J. Colenbrander 14 maart 2011 Definitief rapport 9W3740.A0 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. RUIMTELIJKE ONTWIKKELING

Nadere informatie

Vogels en windenergie offshore: vogels in de Passende Beoordelingen voor ronde 2 op het NCP. Sjoerd Dirksen.

Vogels en windenergie offshore: vogels in de Passende Beoordelingen voor ronde 2 op het NCP. Sjoerd Dirksen. Vogels en windenergie offshore: vogels in de Passende Beoordelingen voor ronde 2 op het NCP Sjoerd Dirksen s.dirksen@buwa.nl Vogels en windturbines - effecten? aanvaring: sterfte van vogels verstoring

Nadere informatie

Procedurewijzer Voor het ontwerpaanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied #114. Krammer-Volkerak

Procedurewijzer Voor het ontwerpaanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied #114. Krammer-Volkerak Procedurewijzer Voor het ontwerpaanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied #114 Krammer-Volkerak Inhoudsopgave Procedurewijzer 2 Wat is Natura 2000? 2 Aanwijzingsbesluit 2 Zienswijze indienen (ontwerpaanwijzingsbesluit

Nadere informatie

Quickscan opties wind / zand combinaties

Quickscan opties wind / zand combinaties Quickscan opties wind / zand combinaties RWS Noordzee 19 september 2008 Eindrapport 9T6810 Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD Nijmegen +31 (0)24 328 42 84 Telefoon Fax info@nijmegen.royalhaskoning.com

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen Directie Regionale Zaken Zeehondencrèche Lenie t Hart t.a.v. Hoofdstraat 94a 9968 AG Pieterburen uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april 2007 - DRZ/07/3012/FB/HG 01-08-2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Voortgangsrapport windenergie op zee. Programma windenergie op zee

Voortgangsrapport windenergie op zee. Programma windenergie op zee Voortgangsrapport windenergie op zee Programma windenergie op zee 11 december 2014 Inhoud Wat moeten we doen? Waar staan we nu? Randvoorwaarden Waar staan we nu? Voorbereiding tender Borssele SDE+ tendersysteem

Nadere informatie

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 oktober 2015/ rapportnummer 3070 1. Oordeel over het milieueffectrapport De gemeente Cromstrijen

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4458 14 maart 2011 Bekendmaking aanwijzingsbesluiten voor 23 Natura 2000-gebieden en wijzigingsbesluit voor het Natura

Nadere informatie

MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone

MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone Den Haag, 3 november 2014 Niels Hoefsloot Ruben Abma Inhoud presentatie 1. Onderzoeksmethode en uitgangspunten 2. Directe effecten 3. Indirecte/externe effecten

Nadere informatie

Ministerie van Economische Zaken. Windenergie op zee. Stakeholderbijeenkomst 6 september 2016

Ministerie van Economische Zaken. Windenergie op zee. Stakeholderbijeenkomst 6 september 2016 Ministerie van Economische Zaken Windenergie op zee Stakeholderbijeenkomst 6 september 2016 Inhoud presentaties Inhoudelijke toelichting: 1. Kader en besluitvorming: Bert Wilbrink (Economische Zaken) 2.

Nadere informatie

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 Windpark Fryslân Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 1. Oordeel over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport (MER) Windpark

Nadere informatie

ij'. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat .~ \~

ij'. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat .~ \~ .~ \~ ij'. 4,' " t,,', (!If,.., Rijkswa terstaa t Ministerie van Verkeer en Waterstaat > Retouradres Postadres: Postbus 5014 4330 KA Middelbu,r~gl*~~~~~~~~ L[=±=t:J Ministerie van Landbouw, Economische

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 19 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-00078 - gemeente Nunspeet

Nadere informatie

Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee,

Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee, Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee, 2007-2011 Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20

Nadere informatie

Projectnummer: B02047.000077.0900. Opgesteld door: ir. G.K. Jobse; W.S. Schik. Ons kenmerk: 078702186:0.7. Kopieën aan:

Projectnummer: B02047.000077.0900. Opgesteld door: ir. G.K. Jobse; W.S. Schik. Ons kenmerk: 078702186:0.7. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Wijziging Landschappelijke beoordeling Windpark Dankzij de Dijken Arnhem,

Nadere informatie

Passende Beoordeling Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee Ten Noorden van de Waddeneilanden

Passende Beoordeling Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee Ten Noorden van de Waddeneilanden Passende Beoordeling Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee Ten Noorden van de Waddeneilanden Passende Beoordeling voor de tussentijdse herziening van het Nationaal Waterplan voor het onderdeel windenergie

Nadere informatie

Deelrapport B: Kader Ecologie en Cumulatie t.b.v. uitrol windenergie op zee

Deelrapport B: Kader Ecologie en Cumulatie t.b.v. uitrol windenergie op zee Kader Ecologie en Cumulatie t.b.v. uitrol windenergie op zee Deelrapport B: Beschrijving en beoordeling van cumulatieve effecten bij uitvoering van de Routekaart Windenergie op zee 2 Kader Ecologie en

Nadere informatie

Windpark Slufterdam. Advies voor de m.e.r.-beoordeling. 13 mei 2014 / rapportnummer

Windpark Slufterdam. Advies voor de m.e.r.-beoordeling. 13 mei 2014 / rapportnummer Windpark Slufterdam Advies voor de m.e.r.-beoordeling 13 mei 2014 / rapportnummer 2892 14 1. Beoordeling Aanmeldingsnotitie Windpark Slufter Nuon en Eneco exploiteren ieder een windturbinepark (in totaal

Nadere informatie

Quickscan Haalbaarheidsstudie windparken binnen 12-mijlszone

Quickscan Haalbaarheidsstudie windparken binnen 12-mijlszone Quickscan Haalbaarheidsstudie windparken binnen 12-mijlszone Juni 2013 Inhoudsopgave 1 Aanleiding Haalbaarheidsstudie... 3 2 Uitgangspunten... 3 3 Aanpak quickscan... 4 4 Uitkomsten quickscan... 4 5 Hoe

Nadere informatie

Helikopter start- en landingsplaats Eemshaven

Helikopter start- en landingsplaats Eemshaven Helikopter start- en landingsplaats Eemshaven Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7 april 2016 / projectnummer: 2935 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Groningen Seaports (GSP) wil

Nadere informatie

Windpark en zonneveld Koningspleij te Arnhem

Windpark en zonneveld Koningspleij te Arnhem Windpark en zonneveld Koningspleij te Arnhem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 6 juni 2017 / projectnummer: 3213 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Arnhem wil in een

Nadere informatie

Sportvisserij binnen de grenzen van Natura 2000

Sportvisserij binnen de grenzen van Natura 2000 Sportvisserij de grenzen Vissen binnenbinnen de grenzen van Natura 2000 van Natura 2000 Afspraken over het visserijbeheer in de Noordzeekustzone en Vlakte van de Raan voor de ontwikkeling vanopnatuur en

Nadere informatie

Windturbines industrieterrein Kleefse Waard

Windturbines industrieterrein Kleefse Waard Adviseurs externe veiligheid en risicoanalisten Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Windturbines industrieterrein Kleefse Waard Project : 163259 Datum : 29 december 2016 Auteurs : ing.

Nadere informatie

Stand van zaken offshore windenergie in Nederland

Stand van zaken offshore windenergie in Nederland Stand van zaken offshore windenergie in Nederland Chris Westra (We@Sea) met dank aan Sander de Jong (Rijkswaterstaat Noordzee) Offshore windturbineparken in NL Ronde 1 2 windturbineparken operationeel

Nadere informatie

april 2013 PASSENDE BEOORDELING WINDPARK Q4 WEST. Eneco Wind. definitief

april 2013 PASSENDE BEOORDELING WINDPARK Q4 WEST. Eneco Wind. definitief 712006 april 2013 PASSENDE BEOORDELING WINDPARK Q4 WEST Eneco Wind definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon (074) 248 99 40 Documenttitel Soort

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Inhoudelijke overwegingen Directoraat-generaal Agro en Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk 17102956 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet

Nadere informatie

Noordzeedagen 1 & 2 oktober

Noordzeedagen 1 & 2 oktober Noordzeedagen 1 & 2 oktober Kennis voor beleid en beheer Martine Graafland Ecologie en Cumulatie Aanleiding Routekaart SER akkoord WOZ gebied Tenderschema: M W Jaar van tender gereed Borssele 1,2 700 2015

Nadere informatie

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017 Directie Natuur en Biodiversiteit 1 Directoraat-Generaal Agro en Natuur Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Natuurbeschermingswet 1998 Het delen, durven, doen festival Directie Natuur en

Nadere informatie

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij. Geachte heer,

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij. Geachte heer, > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij Geachte heer, Bij brief van

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 21 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-010894 - gemeente Ermelo Activiteit

Nadere informatie

Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie op natuur Provincie Utrecht

Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie op natuur Provincie Utrecht Bijlage: Toevoeging aan bijlage planmer Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie 2013-2028 op natuur Provincie Utrecht Inleiding In september 2012 is door ecologisch advies- en projectbureau het

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Economische Zaken

De Staatssecretaris van Economische Zaken Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebieden Witte en Zwarte Brekken, Sneekermeergebied, Deelen, Leekstermeergebied, Zuidlaardermeergebied, Elperstroomgebied, Arkemheen, IJsselmeer, Markermeer & IJmeer, Polder

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 71194 23 december 2016 Voorbereidingsbesluit kavel IV windenergiegebied Hollandse Kust (zuid), Ministerie van Economische

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Aan Hilke de Vries Van Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Memo Kap en Werkzaamheden Groene Lint Project Activiteiten Quatrebras Inleiding De gemeente Haarlemmermeer, Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het ontwerpaanwijzigingsbesluit Noordhollands Duinreservaat. #87 Noordhollands Duinreservaat

Procedurewijzer. Voor het ontwerpaanwijzigingsbesluit Noordhollands Duinreservaat. #87 Noordhollands Duinreservaat Procedurewijzer Voor het ontwerpaanwijzigingsbesluit Noordhollands Duinreservaat #87 Noordhollands Duinreservaat Inhoudsopgave Procedurewijzer 2 Wat is Natura 2000? 2 Aanwijzingsbesluit 2 Zienswijze indienen

Nadere informatie

Gelet op artikel 32, zesde lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening,

Gelet op artikel 32, zesde lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening, Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 8 december 2015, nr. 717771-720123, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling verdeelprocedure herstructurering Wind op Land. Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland)

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 71191 23 december 2016 Voorbereidingsbesluit kavel III windenergiegebied Hollandse Kust (zuid), Ministerie van Economische

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000

VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000 VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000 1. Algemeen...1 2. Gebieden...3 3. Beheerplan...4 4. Gevolgen...5 5. Europa...6 6. Relatie met andere wetgeving...6 7. Belanghebbende...7 8. Financiering...8 1. Algemeen

Nadere informatie