Postbus Postbus ES 's-gravenhage 2500 EB 's-gravenhage Telefoon Telefoon
|
|
- Veerle Lemmens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ministerie van Defensie Ministerie van Buitenlandse Zaken Postbus Postbus ES 's-gravenhage 2500 EB 's-gravenhage Telefoon Telefoon Aan: De President van de Algemene Rekenkamer Mw. drs. S.J. Stuiveling Postbus EA Den Haag Uw brief Uw kenmerk Ons nummer Datum 12 juli R Onderwerp: Conceptrapport Leren van parlementair onderzoek Zeer geachte mevrouw Stuiveling, Met belangstelling en waardering hebben wij kennis genomen van het conceptrapport Leren van parlementair onderzoek. Hierbij treft u onze reactie aan op dit conceptrapport. Allereerst zullen enkele algemene opmerkingen worden gemaakt, waarna wordt ingegaan op de conclusies en de aanbevelingen. Wij delen de visie van de Algemene Rekenkamer dat leren hoort bij goed openbaar bestuur. Het door de Algemene Rekenkamer onderzochte onderwerp is dan ook van groot belang. Dat geldt zeker ook voor het deelonderwerp dat vooral Defensie en Buitenlandse Zaken aangaat, namelijk het parlementair onderzoek naar de uitzending van militairen dat in de periode is uitgevoerd door de Tijdelijke Commissie Besluitvorming Uitzendingen (TCBU). Dit jaar worden ongeveer individuele militairen uitgezonden in het kader van crisisbeheersingsoperaties in onder meer Afghanistan, het Midden-Oosten, Bosnië en Afrika. De overgrote meerderheid van hen wordt ingezet in Zuid-Afghanistan in het kader van de door de Navo geleide veiligheidsmacht ISAF. Nederland heeft, samen met bondgenoten, met de inzet in Zuid- Afghanistan een risicovolle en moeilijke taak op zich genomen. Enkele militairen hebben daarbij inmiddels helaas het leven verloren en anderen hebben, soms ernstige, verwondingen opgelopen. Het is daarom goed dat wordt geleerd van ervaringen en onderzoek, opdat de risico s nog verder kunnen worden verkleind en de kansen op een succesvolle missie worden vergroot. Met tevredenheid stellen wij vast dat de Algemene Rekenkamer over het algemeen positief is over de wijze waarop de regering invulling heeft gegeven aan de aanbevelingen in 2000 van de TCBU. Met de herziening van het Toetsingskader in 2001 zijn betere regels tot stand gekomen, aldus het 1
2 conceptrapport. Het herziene Toetsingskader werkt structurerend voor de informatievoorziening aan het parlement, terwijl de artikel 100-brieven over militaire bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties thans evenwichtig zijn opgesteld. Het conceptrapport stelt in algemene zin dat de aanbevelingen van parlementair onderzoek kunnen worden onderscheiden in harde maatregelen zoals regels en procedures, en zachte aspecten zoals gedragsverandering en vergroting van het leervermogen. Men verbindt daaraan de aanbeveling om aan beide aspecten aandacht te besteden. Met betrekking tot regels en procedures is het duidelijk dat de herziening van het Toetsingskader in 2001 veel aandacht heeft gekregen. Het is van belang hierbij aan te tekenen dat het Toetsingskader het karakter heeft van een reeks aandachtspunten. In het Toetsingskader 2001 (Kamerstuk nr. 7) wordt daarover het volgende opgemerkt: Het toetsingskader draagt onveranderd het karakter van een reeks aandachtspunten die wordt gebruikt om per geval een weloverwogen politiek en militair oordeel te vellen over Nederlandse deelneming aan internationale crisisbeheersingsoperaties. Dergelijke operaties lopen uiteen wat belang, mandaat en geweldsniveau betreft. De aandachtspunten kunnen per operatie dan ook een ander gewicht hebben. Wij delen niet de visie van de Algemene Rekenkamer dat er sprake is van formele vereisten van het Toetsingskader, zoals wordt opgemerkt in deel 1, par. 2.3 onder Conclusies. Met betrekking tot het leervermogen merken wij op dat de departementen van Buitenlandse Zaken en Defensie actief leren van ervaringen. Dit komt ook in het conceptrapport naar voren. Nederlands beleid en de Nederlandse inzet worden bij iedere nieuwe, mogelijke operatie tegen het licht gehouden, mede in het licht van ervaringen uit het verleden. Het is in dit verband goed op te merken dat het Toetsingskader op grond van de tot dan toe opgedane ervaringen en het rapport van de TBCU in 2001 is herzien. Daarnaast is al vóór de instelling van de TCBU bij de Defensiestaf een sectie Evaluaties opgericht die zich in samenwerking met de defensieonderdelen richt op het tussentijds evalueren van crisisbeheersingsoperaties. Bovendien zijn sinds eind 2000 lessen uit eerdere missies toegankelijk voor de gehele krijgsmacht via een digitale databank. Het conceptrapport stelt vast dat deze databank ook inderdaad wordt gebruikt. De TCBU heeft niet alleen aanbevelingen over het Toetsingskader en andere onderwerpen gedaan, maar ook over het evalueren van crisisbeheersingsoperaties. Daarbij is de TCBU ingegaan op de openbaarheid, frequentie, inhoud en structuur van deze evaluaties. Het conceptrapport stelt vast dat de regering deze aanbevelingen goed heeft opgepakt. Op de conclusies en de aanbevelingen in het conceptrapport zal hieronder afzonderlijk worden ingegaan. Conclusies 1. De formele vereisten uit het Toetsingskader kunnen op gespannen voet staan met de tijdsdruk op de besluitvorming die de internationale politieke actualiteit soms met zich meebrengt. Dat kan ertoe 2
3 leiden dat besloten wordt tot uitzending van militaire eenheden terwijl nog niet alle relevante informatie beschikbaar is. (Deel 1, pag. 10) Inderdaad is het zo dat besluiten over uitzendingen soms onder hoge tijdsdruk moeten worden genomen vóórdat alle aandachtspunten uit het Toetsingskader volledig kunnen worden uitgewerkt. Het besluit van december 2001 om een bijdrage te leveren aan ISAF in Afghanistan is daar een voorbeeld van. Het conceptrapport stelt terecht vast dat de regering dit ook expliciet heeft genoemd in de desbetreffende artikel 100-brieven en daarover open is geweest. In de boxtekst op pag. 29 van deel 2 wordt in dit verband de vraag aan de orde gesteld of de regering in de artikel 100-brief over ISAF wel hard kon maken dat het concept of operations helder en uitvoerbaar was, aangezien het Verenigd Koninkrijk dat de leiding zou nemen van ISAF op dat moment nog geen verkenningsmissie had uitgevoerd. Wij zijn van mening dat de regering dit indertijd juist heeft gesteld. De volledige passage in de artikel 100-brief van 21 december 2001 (Kamerstuk nr. 35) luidde als volgt: De militaire opdracht van de ISAF, zoals verwoord in VN Veiligheidsraadsresolutie 1386 en de uitwerking daarvan in het voorziene concept of operations van het Verenigd Koninkrijk, is helder en uitvoerbaar. Zowel de betrokken VN-Veiligheidsraadresolutie, als de militaire opdracht van ISAF en het daarvan afgeleide concept of operations worden in de artikel 100-brief uitvoerig behandeld. Naar ons oordeel is in deze brief voldoende onderbouwd waarom de militaire opdracht en het voorziene concept of operations helder en uitvoerbaar waren. Daarbij dient te worden opgemerkt dat op het moment van besluitvorming al militairen van ISAF-landen ter plaatse waren. Britse troepen verbleven al sinds november 2001 in de regio. Kaboel was allerminst een witte vlek op de kaart op het moment dat de regering besloot troepen bij te dragen aan ISAF. Bij de genoemde verkenningsmissie, waaraan overigens ook Nederlanders hebben deelgenomen, ging het om een missie die in hoofdzaak ging onderzoeken hoe en waar de ISAF-troepen zouden worden ondergebracht. In de artikel 100-brief staat daarover: ISAF zal ontplooien in en rond Kaboel. Een verkenningsmissie zal de precieze locatie van de eenheden vaststellen. 2. "De besluitvorming over uitzendingen wordt verder beïnvloed door de kwaliteit van de beschikbare dreigingsanalyses. In 2006 bleek uit eigen onderzoek van het ministerie van Defensie dat de kwaliteit van de dreigingsanalyses van de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD) op onderdelen voor verbetering vatbaar is." (Deel 1, pag. 10) Blijkens deel 2 van het conceptrapport (pag ) is deze conclusie uitsluitend gebaseerd op het in mei 2006 voltooide rapport van de Onderzoeksgroep Inlichtingen en Veiligheid Defensie (OIVD). De OIVD heeft op verzoek van de toenmalige minister van Defensie onderzoek gedaan naar de rechtmatigheid, effectiviteit en doelmatigheid van de Inlichtingen en Veiligheid (I&V) capaciteit binnen Defensie in het algemeen en de MIVD in het bijzonder. Defensie heeft overigens ook intern onderzoek gedaan naar de operationele inlichtingenketen van de krijgsmacht, inclusief de operationele ondersteuning door de MIVD. Het OIVD-rapport en het interne defensieonderzoek vullen elkaar aan 3
4 en geven samen een volledig beeld van de noodzakelijke verbeteringen in de defensiebrede I&Vketen. Op grond van de twee rapporten zijn reeds in 2006 maatregelen in gang gezet om de operationele inlichtingencapaciteit te verbeteren. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd met de brief van 17 oktober 2006 (Kamerstuk X nr. 28). De Tweede Kamer is verder op 2 juli 2007 uitgebreid geïnformeerd over de aanbevelingen van de OIVD en de wijze waarop deze zullen worden uitgevoerd (Kamerstuk X nr. 106). Zoals uit deze laatste brief blijkt, wordt het overgrote deel van de aanbevelingen overgenomen. Voor de uitvoering van de maatregelen worden aanzienlijke financiële middelen beschikbaar gesteld. Het conceptrapport van de Algemene Rekenkamer zou aan volledigheid winnen indien ook naar deze maatregelen wordt verwezen. 3. Het toetsingskader kan niet voorkomen dat het soms niet geheel duidelijk is op grond van welke informatie en welke afwegingen de betrokken ministers tot een besluit over uitzendingen zijn gekomen.. (Deel 1, pag. 10) In deel 2 wordt op pag ingegaan op een verondersteld verschil tussen de informatie in de artikel 100-brieven en de onderliggende documenten. Met betrekking tot de motieven wordt op pag. 27 van deel 2 gesteld dat de regering sommige motieven voor uitzendingen niet heeft opgenomen in de artikel 100-brieven. Het volgende kan worden opgemerkt over het verschil in informatie bij de in deel 2 genoemde voorbeelden van ISAF en de bijdrage aan SFIR in Irak, alsmede de motieven voor uitzendingen. ISAF Met betrekking tot ISAF plaatsen wij de in de box op pag van deel 2 weergegeven MIVDanalyse naast de artikel 100-brief van 21 december De MIVD geeft in een dreigingsanalyse weer dat er al partijen zijn die de in Bonn gemaakte afspraken niet erkennen en verwerpen. De artikel 100-brief stelt: Diverse factieleiders hebben hun ontevredenheid over het akkoord van Bonn uitgesproken. De MIVD twijfelt aan de bereidheid van partijen om zich te houden aan de afspraken. De artikel 100-brief stelt hierover: Het bewerkstelligen van een nieuw evenwicht tussen de diverse etnische groeperingen, facties en clans is een uitdaging van formaat. Het zal geruime tijd duren voordat het land geheel gestabiliseerd is. Een ander citaat: Hoewel de interimregering het voordeel van de twijfel lijkt te krijgen van de verschillende krijgsheren, is het welslagen van deze regering mede afhankelijk van de vraag hoe de verhoudingen tussen de facties zich zullen ontwikkelen. De MIVD schrijft dat er een grote kans is dat de situatie zal verslechteren. De artikel 100-brief stelt hierover: In zijn militair advies heeft de Chef Defensiestaf, mede op basis van een risicoen dreigingsanalyse van de Militaire Inlichtingen Dienst, geconcludeerd dat de militaire risico s in deze gecompliceerde operatie ( ) aanzienlijk zijn. Ook in het vorige punt is al duidelijk gemaakt dat volgens de regering succes niet verzekerd was. 4
5 De MIVD schrijft: Indien de strijd tussen de verschillende facties wordt hervat, zal de vredesmacht mogelijk niet in staat zijn de partijen met militaire middelen tot andere gedachten te dwingen. De artikel 100-brief maakt echter duidelijk dat dit ook niet tot de taken van ISAF behoorde en stelt hierover: De Force Commander (van ISAF) heeft in zijn concept of operations met nadruk ook de beperkingen van de veiligheidsmacht vermeld. De veiligheidsmacht rekent het niet tot zijn taak om: strijdende partijen te scheiden ( ). Geconstateerd kan worden dat hiermee de door de MIVD gesignaleerde risico s zijn weergegeven in de artikel 100-brief. SFIR Op pag. 31 van deel 2 van het conceptrapport wordt ook ingegaan op de verwachte houding van de Irakese bevolking ten opzichte van de stabilisatiemacht SFIR. Gesteld wordt dat in de artikel 100-brief over SFIR van 6 juni 2003 (Kamerstuk nr. 116) een positieve houding van de bevolking wordt verwacht, terwijl in de onderliggende documenten een enigszins andere beoordeling was gemaakt. Wij zijn van mening dat uit zowel de artikel 100-brief als de onderliggende documenten naar voren komt dat een positieve houding werd bespeurd, maar dat het risico van een omslag in de houding van de bevolking nadrukkelijk aanwezig werd geacht. In de artikel 100-brief wordt bijvoorbeeld gesteld: Er bestaat onder de inwoners van de steden steun voor de Autoriteit. Voor het behoud hiervan is echter de zichtbare verbetering van de levensomstandigheden cruciaal. Een ander citaat: De houding van de bevolking ten opzichte van de stabilisatiemacht wordt in het algemeen als positief beoordeeld. De manier waarop en het tempo waarin het centrale en lokale gezag wordt hersteld en vooral basisnutsvoorzieningen als water, elektriciteit en veiligheid, zullen daarop echter van grote invloed zijn. Ontevredenheid over het herstel van dergelijke basisnutsvoorzieningen zal niet bevorderlijk zijn voor de steun onder de bevolking. In de onderliggende documenten op hun beurt komt een positieve houding van de bevolking wel degelijk naar voren. Het conceptrapport maakt zelf al gewag van MIVD-inlichtingen van die strekking. Het verslag van de eerste verkenningsmissie, gedateerd 15 mei 2003, stelt over de provincie Al- Muthanna: Het gebied is betrekkelijk rustig met weinig criminaliteit. De stemming neigt wat prowesters te zijn. Ook de tweede verkenningsmissie leverde het beeld op van een over het algemeen positieve houding van de bevolking. Dit beeld is verwerkt in het militair advies van de CDS. De kanttekeningen in het verslag van de tweede verkenningsmissie zijn in lijn met de inhoud van de artikel 100-brief. Motieven Aanbeveling 3 van de TCBU luidt dat de regering zo volledig mogelijk moet zijn in het opsommen van de motieven om te besluiten tot deelname aan de betreffende operatie. De regering is dat ook steeds geweest. De Algemene Rekenkamer is op grond van gesprekken met ambtenaren van Buitenlandse Zaken en Defensie tot de conclusie gekomen dat er bij besluiten ook andere overwegingen een rol hebben gespeeld. Deze motieven zijn echter niet relevant zolang de regering die zich niet eigen heeft gemaakt. Het kan gaan om persoonlijke opvattingen of overwegingen van institutionele aard die door andere betrokkenen of andere departementen niet worden gedeeld. Politiek relevant zijn slechts die motieven die de regering heeft opgesomd in de artikel 100-brieven. 5
6 Aanbevelingen A. Algemeen 1. Wij bevelen de betrokken ministers aan om bij de uitvoering van aanbevelingen van parlementair onderzoek evenveel energie te steken in het ontwikkelen, implementeren en onderhouden van zachte instrumenten die op structurele wijze kunnen bijdragen aan het leervermogen van de betrokken organisatie, als in de toepassing van harde instrumenten om de concrete problemen op te lossen. Geïnvesteerd zou bijvoorbeeld kunnen worden in: - het organiseren en stimuleren van intercollegiale toetsing; - het inbouwen van mechanismen om beleid te toetsen op uitvoerbaarheid. Hierbij wordt ook ingegaan op de hieronder bij punt B2 genoemde aanbeveling over intercollegiale toetsing bij artikel 100-brieven. Het belang van leren en de waarde van intercollegiale toetsing en van het toetsen op uitvoerbaarheid wordt volledig onderschreven. Hierboven is al uiteengezet hoe Buitenlandse Zaken en Defensie actief proberen te leren van de opgedane ervaringen en de geleerde lessen in praktijk brengen. Met betrekking tot het opstellen van artikel 100-brieven merken wij op dat hierbij verscheidene directies en afdelingen van verschillende departementen zijn betrokken. Tijdens het opstellen van de artikel 100-brieven gaan de concepten door vele handen. Het toetsen op uitvoerbaarheid is overigens een van de belangrijkste aandachtspunten van het Toetsingskader. De concept-brieven worden tevens besproken in de Stuurgroep Militaire Operaties, waarin hoge ambtelijke vertegenwoordigers van de ministeries van Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken en Defensie wekelijks intensief overleggen over het beleid rondom uitzendingen. Als regel worden artikel 100-brieven ondertekend door minimaal twee en vaak drie bewindslieden: de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie, en geregeld ook de minister van Ontwikkelingssamenwerking. Voordat de brieven aan het parlement worden verzonden worden zij bovendien behandeld in de Ministerraad. Gezien de waarborgen die hiermee zijn ingebouwd in het proces van het opstellen van de artikel 100-brieven is naar ons oordeel intercollegiale toetsing voldoende verzekerd. Het is in dit licht niet zinvol nog een extra controle aan dit proces toe te voegen door de evaluatieafdelingen van de verschillende departementen hierbij te betrekken. Dit kan bovendien tot vertraging leiden in een proces dat vaak onder tijdsdruk staat. 2. Wij bevelen aan dat departementen bij de implementatie (van verbetermaatregelen) momenten aanwijzen waarop ze zullen evalueren of de voorgenomen verbeteracties zijn ingezet, en of dit op een doeltreffende en doelmatige manier is gebeurd. Dit zou in elk geval één à anderhalf jaar na het verschijnen van het rapport van de onderzoeks- of enquêtecommissie moeten gebeuren. Deze aanbeveling wordt onderschreven. Het eerste parlementaire onderzoek dat daarvoor in aanmerking zou kunnen komen is dat van de werkgroep NRF (werkgroep-van Baalen). Daarbij dient echter te worden opgemerkt dat de aanbevelingen van deze werkgroep die zich enerzijds richten op een grondwetswijziging en anderzijds op het verkeer tussen regering en parlement, en waarbij ook wordt ingegaan op de interne werkwijze van de Tweede Kamer zich niet goed lenen voor een 6
7 evaluatie door de regering. Het zou naar onze mening meer op de weg van het parlement liggen hiervan een evaluatie uit te voeren. B. Naar aanleiding van onderzoek TCBU 1. Stel verwachtingen over invloed op internationale besluitvorming bij. In de bijlage van deel 1 wordt dit nader uitgewerkt: Realistischere verwachtingen Nederlandse invloed op internationale besluitvorming formuleren. Tekst Toetsingskader bij eventuele herziening in overeenstemming brengen met werkelijke invloed Nederland. Bij deze aanbeveling uit het conceptrapport is aanbeveling 43 van de TCBU relevant. Deze aanbeveling 43 luidt (ten dele): Er dient een aandachtspunt te worden opgenomen waarin om een beoordeling wordt gevraagd van de mate waarin Nederland in staat is invloed uit te oefenen op de internationale politieke besluitvorming ten aanzien van de operatie. ( ) In het Toetsingskader 2001 is hieromtrent de volgende passage opgenomen: Als Nederland geen deel uitmaakt van het internationale orgaan waarin de besluitvorming over de operatie plaats heeft, moet het in zijn hoedanigheid van troepenleverancier langs andere weg voldoende invloed kunnen uitoefenen op (de nadere invulling van) het mandaat, de wijze van uitvoering en de duur van de operatie. Het conceptrapport stelt dat Nederland doorgaans veel minder invloed heeft op het mandaat en de wijze van uitvoering van een operatie dan waar men bij het opstellen van het toetsingskader van uit is gegaan. Weliswaar heeft Nederland invloed op de eigen deelneming en tot op zekere hoogte op de wijze van uitvoering, maar weinig tot geen invloed op het mandaat en de duur van de operatie als geheel (deel 2, pag. 31). Het is ons echter niet duidelijk bij wie volgens de Algemene Rekenkamer de te hoge verwachtingen van de Nederlandse invloed bestaan. In de tabel op pag. 49 van deel 2 van het conceptrapport wordt de Tweede Kamer genoemd. De Algemene Rekenkamer draagt echter geen voorbeelden aan waaruit zou blijken dat de Tweede Kamer op dit punt te hoge verwachtingen zou koesteren. Een andere speler die volgens de Algemene Rekenkamer wellicht te hoge verwachtingen zou koesteren is de regering zelf. In deel 2 op pag. 31 wordt gesproken over dan waar men bij het opstellen van het Toetsingskader van uit is gegaan. Het is uiteraard de regering die het Toetsingskader heeft opgesteld. De vraag kan dan ook worden opgeworpen of bij het Toetsingskader sprake zou zijn van een vooronderstelling dat de Nederlandse invloed aanzienlijk is. Ons inziens is vooral de vraag van belang of de Nederlandse invloed voldoende is voor de invulling van het mandaat, de wijze van uitvoering en de duur van de operatie. Wel zijn wij het eens met de Algemene Rekenkamer dat de invloed van Nederland begrensd is. De Nederlandse invloed kan per operatie sterk verschillen. Daarbij is onder 7
8 meer van groot belang of Nederland deel uitmaakt van de organisatie die de operatie leidt. Bij door de Navo geleide operaties heeft Nederland zitting in het hoogste besluitvormende orgaan, de Navo-raad, waar besluiten bij unanimiteit worden genomen. Hierbij is Nederland per definitie verzekerd van voldoende invloed. Het Toetsingskader impliceert in de boven aangehaalde passage dat Nederland voldoende invloed heeft indien ons land deel uitmaakt van het internationale orgaan waarin de besluitvorming plaatsheeft. Voor die gevallen echter dat Nederland daarvan geen lid is, maakt het Toetsingskader gewag van voldoende invloed voor Nederland in zijn hoedanigheid van troepenleverancier. Deze passage duidt erop dat Nederland in staat moet zijn voldoende invloed uit te oefenen om ervoor te zorgen dat een operatie voldoet of blijft voldoen aan de Nederlandse voorwaarden. Als voorbeeld van Nederlandse invloed in een geval waar Nederland geen deel uitmaakte van het internationale besluitvormende orgaan, kan worden gewezen op de Nederlandse rol bij het opstellen van VN- Veiligheidsraadresolutie over Irak, zoals vermeld in de artikel 100-brief over SFIR van 6 juni Indien een operatie niet of niet langer zou voldoen aan de Nederlandse voorwaarden, dient de regering te besluiten geen bijdrage te leveren of indien de operatie al aan de gang is de Nederlandse bijdrage te heroverwegen, waarbij terugtrekking de uiterste consequentie kan zijn. Bij dit laatste dient de regering daartoe uiteraard ook in militaire en politieke zin in staat te zijn. Na het midden van de jaren negentig heeft Nederland uitsluitend bijdragen geleverd aan crisisbeheersingsoperaties indien voldaan was aan deze voorwaarden. De herziening van het Toetsingskader in 2001 waarbij het aandachtspunt van de voldoende invloed is opgenomen, heeft deze praktijk bestendigd. Wij zijn dan ook van mening dat de huidige formulering in het Toetsingskader afdoende is. 2. Onderzoek het functioneren van het toetsingskader in de praktijk. In de bijlage van deel 1 wordt dit nader uitgewerkt: Interne collegiale toetsing op kwaliteit artikel 100-brieven organiseren Hierbij wordt verwezen naar de hierboven geformuleerde reactie op de algemene aanbevelingen. Tweede Kamer melden welke informatie nog niet bekend is bij de besluitvorming Deze aanbeveling kan worden onderschreven, waarbij dient te worden aangetekend dat dit reeds staande praktijk is, zoals ook in het conceptrapport van de Algemene Rekenkamer staat vermeld. Werkzaamheid en werkbaarheid toetsingskader evalueren Het conceptrapport laat zien dat het Toetsingskader aan zijn doelstellingen beantwoordt. Het herziene Toetsingskader werkt structurerend voor de informatievoorziening aan het parlement, terwijl de artikel 100-brieven over militaire bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties thans evenwichtig zijn opgesteld, zo stelt het conceptrapport. Er zijn op dit gebied dan ook geen grote misstanden geconstateerd die nodig moeten worden rechtgezet. 8
9 Het Toetsingskader is ook in ander verband aan de orde gesteld. De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) heeft in mei 2007 het advies Inzet van de krijgsmacht: wisselwerking tussen nationale en internationale besluitvorming (advies nr. 56) uitgebracht over het rapport Inzet met instemming De rol van de Tweede Kamer bij de uitzending van militairen van de werkgroep NRF van de Tweede Kamer. In zijn advies adviseert de AIV het Toetsingskader en de daarin beschreven procedures op gezette tijden aan te passen. Voor de verdere behandeling van deze aanbeveling verwijzen wij naar de komende reactie van de regering op het advies van de AIV. Hoogachtend, DE MINISTER VAN DEFENSIE DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN E. van Middelkoop Drs. M.J.M. Verhagen 9
PERSOONLIJK De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag. van het Ministerie van Defensie
PERSOONLIJK De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Algemen Rekenkamer Lange Voorhout 8 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 E w voorlichting@rekenkamer.nl
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 23 591 Betrokkenheid van het parlement bij de uitzending van militaire eenheden 26 454 Besluitvorming uitzendingen Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTERS
Nadere informatieTOETSINGSKADER 2014 Inleiding
TOETSINGSKADER 2014 Inleiding Op 28 juni 1995 boden de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie de Tweede Kamer een toetsingskader aan dat kon dienen ter structurering van de gedachtewisseling
Nadere informatieHervormingen in het lokaal re-integratiebeleid. Plan van aanpak quick scan
Hervormingen in het lokaal re-integratiebeleid Plan van aanpak quick scan Juni 2014 Colofon Rekenkamer Súdwest-Fryslân dr. M.S. (Marsha) de Vries (hoofdonderzoeker, secretaris) dr. R.J. (Rick) Anderson
Nadere informatieMinisterie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport "Klagen bij de politie"
Ministerie van Binnenlandse Zaken ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Aanbieding rapport "Klagen bij de politie" Datum Aan 6 maart l998 De korpsbeheerders De korpschefs : Directie Politie : EA98/U600
Nadere informatieontwerpbegroting 2018 van het Ministerie van Defensie
BEZORGEN Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T [070] 342 43 44 E voorlichting@rekenkamer.nl W www.rekenkamer.nl
Nadere informatieRaad voor Cultuur. Telefax
Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Ondenverp R.J. Schimmelpennincklaan 3 ontwerp-selectielijst archiefbescheiden
Nadere informatieResultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag
Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag 2016 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag Inhoud 1 Conclusies 2 Feiten &
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Contactpersoon S. Kaasjager T 070-3485230
Nadere informatieDatum 5 juni 2018 Betreft Reactie op het conceptrapport Inzet Nederlandse krijgsmacht voor VN-missie in Mali. Geachte heer Visser,
> Retouradres 2500ES 's-gravenhage Ministerie van Defensie Plein 4 Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl Ministerie van Buitenlandse Zaken Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 2500 EB Den
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag
>Retouradres Postbus 20010, 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bijlagen 0 1 van 5 Betreft Beantwoording vragen Lid Kuiken over publicatie
Nadere informatieDatum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting
> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl
Nadere informatiede Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag
Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR
Nadere informatiede Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Jaarplanning 2018
> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 710 I Jaarverslag en slotwet van de Koning 2010 Nr. 2 RAPPORT BIJ HET JAARVERSLAG 2010 VAN DE KONING (I) Aan de voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012 Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VAN
Nadere informatieFaculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam
Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper
Nadere informatieij Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL
ij Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL aan De minister van Buitenlandse Zaken Postbus 20018 De heer drs. S.A. Blok 2500 EA Den Haag Vaste commissie voor Europese Zaken M. Azmani, voorzitter Binnenhof le 2513
Nadere informatieGedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017.
Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 13 december 2016, PZH-2016-573388038 (DOS-2016-0012132) tot vaststelling van de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017 (Beleidsregel actieve
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 140 Besluit van 24 februari 1998, houdende vaststelling van de Instructie voor het militair gezag (Instructie voor het militair gezag) Wij Beatrix,
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum : Nijkerk, 2 november 2015 Betreft : Actieplan lokale rekenkamers Telefoon : 033-2473435 E-mail : info@nvrr.nl
Nadere informatieOnderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode
Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein
Nadere informatie1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur
1red18248 29-06-2007, NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, 22.50 uur MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE MINISTERRAAD, OVER HET ONDERZOEK NAAR EVENTUELE VERLENGING VAN DE MISSIE IN
Nadere informatieBETREFT OvBrlBQ op QTond van art. 34 Comptabiliteitswet 2001 inzake oprichting Holland Casino NV
Algemene Rekenkamer staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070-3424344 E w voorlicliting@rekenkanner.nl www.rekenkamer.nl DATUM
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 2 november 2012 Betreft Vragen werking Toetsingskader
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Veiligheidsbeleid Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon Sanne
Nadere informatieMinisterie van Algemene Zaken (III)
Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Ministerie van Algemene Zaken (III) Rapport bij het jaarverslag 2017 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Ministerie van Algemene Zaken (III) Rapport bij het
Nadere informatieDeze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.
Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,
Nadere informatieBrieven van bewindspersonen
Den Haag, 28 mei Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie Volgcommissie(s): BuZa i.v.m. agendapunt 9 EU i.v.m. agendapunt 14, 15 KR i.v.m. agendapunt 7 Activiteit: Procedurevergadering Datum: donderdag
Nadere informatieBesluit van 8 oktober 2018 tot wijziging van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011
Besluit van 8 oktober 2018 tot wijziging van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011 Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van
Nadere informatieResultaten verantwoordingsonderzoek. Generaal (IIA)
Resultaten verantwoordingsonderzoek 2014 Staten- Generaal (IIA) 20 mei 2015 Dit document bevat alle resultaten van ons Verantwoordingsonderzoek 2014 bij de zoals gepubliceerd op www.rekenkamer.nl/verantwoordingsonderzoek.
Nadere informatie31 mei 2012 z2012-00245
De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister
Nadere informatieMinisterie van Financiën
Ministerie van Financiën > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De president van de Algemene Rekenkamer Lange Voorhout 8 2514 ED Den Haag Inspectie der Rijksfinanciën Korte Voorhout 7 2511 CW Den
Nadere informatieSchriftelijke vragen Van Bommel over de arrestatie van een Afghaanse burger in Kamp Holland en het gebruik van particuliere beveiligingsbedrijven
Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum 29 februari 2008 Ons kenmerk D/2008003878
Nadere informatieHDAB Aanvulling stand van zakenbrief Afghanistan: nazorg, counter insurgency opleiding en eigen vuur incident
Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste
Nadere informatieLange Voorhout 8 Postbus Minister voor Wonen en Rijksdienst 2500 EA Den Haag Postbus EA DEN HAAG
Algemene Rekenkamer / Lange Voorhout 8 Postbus 20015 Minister voor Wonen en Rijksdienst 2500 EA Den Haag Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG w www.rekenkamer,& DATUM 11 april 2014 BETREFT Uw brief van 11 februari
Nadere informatieDe Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen
Nadere informatieJelly Smink/Frits van Vugt. Namens de rekenkamercommissie doe ik u deze rekenkamerbrief toekomen over sturing op subsidie aan de bibliotheek.
Aan de gemeenteraad van Overbetuwe i.a.a. het college van burgemeester en wethouders Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Verzonden d.d. 28 februari 2017 Onderwerp: Behandeld door Telefoonnummer Bijlage(n)
Nadere informatieOverige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB)
Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) Rapport bij het jaarverslag 2016 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 Overige Hoge Colleges
Nadere informatieDe Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;
Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2015, nr. , tot instelling van het tijdelijk Bureau ICT-toetsing (Instellingsbesluit tijdelijk Bureau ICT-toetsing) Handelend
Nadere informatieNo.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011
... No.W06.11.0108/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 8 april 2011, no.11.000859, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van
Nadere informatieRapportage. Effectmeting naar onderzoek Weten waarom uit 2008. Alphen-Chaam. Rekenkamercommissie Alphen-Chaam / Baarle-Nassau.
1 Rekenkamercommissie Alphen-Chaam / Baarle-Nassau Rapportage Effectmeting naar onderzoek Weten waarom uit 2008 Alphen-Chaam 7 juli 2011 W E T E N W A A R O M A L P H E N - C H A A M 2 1 Inleiding De Rekenkamercommissie
Nadere informatieIn deze brief licht ik het voornemen tot oprichting van deze rechtspersoon nader toe.
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Bestuur, Democratie & Financiën Europa en Binnenlands Bestuur Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus
Nadere informatieMinisterie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De President van de Algemene Rekenkamer Postbus 20015 2500 EA Den Haag Betreft Bestuurlijke reactie
Nadere informatieWerkgroep Begroten en Verantwoorden. Programma 1 Leefbaarheid en Veiligheid
Werkgroep Begroten en Verantwoorden Programma 1 Leefbaarheid en Veiligheid Jaarrekening 2016 Waarom doen we dit? 1. Verbeteren informatie- en controlepositie, 2. Samen in plaats van ieder voor zich, 3.
Nadere informatieResultaten verantwoordingsonderzoek
Resultaten verantwoordingsonderzoek 2014 hoofdstuk de Koning (I) 20 mei 2015 Dit document bevat alle resultaten van ons Verantwoordingsonderzoek 2014 bij zoals gepubliceerd op www.rekenkamer.nl/verantwoordingsonderzoek.
Nadere informatieNederlands uitgezonden personeel, Een bezoek aan een missiegebied is. grilliger dan pakweg een werkbezoek. aan een oefenende eenheid op de
Toespraak uitgesproken door de Minister van Defensie, E. van Middelkoop, bij gelegenheid van zijn Kerstbezoek aan Afghanistan, 24 december 2008 te Kaboel. Nederlands uitgezonden personeel, Een bezoek aan
Nadere informatieDe Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissie DMO (hierna: de DMC)
ADVIES Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Secretaris-generaal naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: Directeur Defensie Materieel Organisatie (DMO)
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067
Rapport Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
Nadere informatieUitwerking aanbevelingen rapport Berenschot Evaluatie van de interne en externe Governance van de Stichting Energy Valley
Bijlage Uitwerking aanbevelingen rapport Berenschot Evaluatie van de interne en externe Governance van de Stichting Energy Valley Bestuurlijk Overleg Noord-Nederland (BONN) 23 mei 2014 Aanleiding In 2013
Nadere informatiede Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag
> Retouradres Postbus 2070 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 25 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 2070 2500 ES Den Haag www.defensie.nl
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2014 Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Nadere informatieOnder dankzegging van het door u toegestuurde Voorontwerp voor een Klimaatwet geven wij u graag het volgende ter overweging mee.
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070-3424344 E voorlichting@rekenkamer.nl W www.rekenkamer.nl D A T U M 3 maart
Nadere informatieAdvies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG
de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Mw. mr. F.G Schoe 070 381 1413 27 april 2004 ACVZ/VZL/04/016 Advies wijziging Vb2000 i.v.m.
Nadere informatieReactie op rapport loov en ADD over ICMS
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-eneraal 6;^ Datum DV/CB Inlichtingen mr. M.S. van Eek T 070.4268844 F Uw kenmerk Onderwerp op rapport
Nadere informatieVredes- en humanitaire operaties 2019
Vredes- en en humanitaire operaties 2019 humanitaire operaties 2019 Vertrouwelijk 1 Alleen voor intern gebruik Overeenkomst vredes- en humanitaire operaties De ondergetekenden: a. De Staat der Nederlanden,
Nadere informatieAan de minister van Economische Zaken en Klimaat De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,
Retouradres: Postbus 16228 2500 BE Den Haag Aan de minister van Economische Zaken en Klimaat De heer ir. E.D. Wiebes Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Datum 20 april 2018 Onderwerp Wijziging Bouwbesluit 2012
Nadere informatieAntwoorden op vragen over verlies van gevoelige informatie nr. 2070801320
Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR s Den Haag Datum 5 november 2007 D2007029059 Ons kenmerk
Nadere informatieZoetermeer, 24 juni 2015
Ministerie van OCW Mevrouw dr. M. Bussemaker Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Zoetermeer, 24 juni 2015 Betreft: concept beleidsregel adviescommissie macrodoelmatigheid Kenmerk: gev15-0713mr/bes_alg Geachte
Nadere informatieDe belangrijkste uitkomsten van het onderzoek naar de Jaarrekening 2013 zijn:
1 SAMENVATTING Voor u ligt het rapport van bevindingen van de Algemene Rekenkamer Curaçao (de Rekenkamer) bij de Jaarrekening 2013 van Curaçao. In dit rapport presenteert de Rekenkamer de resultaten van
Nadere informatieAlgemene conclusie per gemeente
Oplegnotitie bij het RSD onderzoeksrapport Deze oplegnotitie vat de belangrijkste zaken uit het RSD onderzoek samen. Deze oplegnotitie is gebaseerd op het rapport dat het onderzoeksbureau De Lokale Rekenkamer
Nadere informatieVoorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatievaste commissie voor Defensie Procedurevergadering (let op tijdstip gewijzigd) Datum: donderdag 28 mei 2009 Tijd: Procedurevergadering
Den Haag, 25 mei 2009 Noot: Herziene convocatie i.v.m. toevoeging agendapunt 18! Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie Volgcommissie(s): BuZa i.v.m. agendapunt 3, 11 VWS i.v.m. agendapunt 10
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2016 Nr. 91 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld
Nadere informatieAdvies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T
Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008
Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag Den Haag, 26 juni 2008 Dank voor het verslag van uw bezoek begin april aan Noord-Irak dat u mij 10 juni jl. aanbood. Uw reis
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon DWH/LC T 070-3485226 F 070-3485472
Nadere informatieP5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol
P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel
Nadere informatieGrondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert
Onderzoeksaanpak Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert september 2013 Rekenkamer Weert 1. Achtergrond en aanleiding Het grondbeleid van de gemeente Weert heeft tot doel bijdrage te leveren, met
Nadere informatiePS2011RGW : Statenvoorstel rapport Randstedelijke Rekenkamer Vitaal Platteland Provincie Utrecht. Ontwerp-besluit pag. 5
PS2011RGW02-1 - Provinciale Staten statenvoorstel Datum : 16 mei 2011 Nummer PS: PS2011RGW02 Afdeling : SGU Commissie : RGW Steller : Drs. H. Schoen Portefeuillehouder : n.v.t. Registratienummer : 2011INT268900
Nadere informatieLange Voorhout 8 BEZORGEN Postbus Voorzitter van de Tweede Kamer
Algemene Rekenkamer. Lange Voorhout 8 BEZORGEN Postbus 20015 Voorzitter van de Tweede Kamer 2500 EA Den Haag T 070-34 24 344 der Staten-Generaal F 070-34 24 130 Binnenhof 4 e voorlichting@rekenkamer.nl
Nadere informatieBrussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet
EUROPESE CONVENTIE Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT CONV 738/03 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet Het secretariaat
Nadere informatieBeleidsterrein Brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing, vanaf. vanaf1952 Telefoon Zeer geachte Staatssecretaris,
Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp RJ.Schimmelpennincklaan 3 Ontwerp-selectielijst
Nadere informatiede Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum 1 oktober 2014 Betreft Inzet van tolken bij Defensie
> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl
Nadere informatie32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken
32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris
Nadere informatieOVEREENKOMST 13 SEPTEMBER 2006
OVEREENKOMST tussen de Belgische Staat, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen Assuralia, en de verzekeringsondernemingen die toetreden tot voorliggende overeenkomst, inzake de dekking van
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 648 Staat van de Europese Unie 2017 E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 9 september 2017 De Eerste Kamer heeft tijdens de plenaire
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 IV Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2012 Nr. 69 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 235 Leren van parlementair onderzoek Nr. 2 RAPPORT Inhoud DEEL I CONCLUSIES, AANBEVELINGEN EN BESTUURLIJKE REACTIES 5 1 Over dit onderzoek 7
Nadere informatieAan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Sector Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag
Nadere informatieIP Tweede Kamer STATEN-GENERAAL
9 VR IP Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL Voorzitter Aan de Vice-President van de Raad van State Postbus 20018 2500 EA Den Haag T070 318 30 33 Den Haag, 18 februari 2014 Geachte heer Donner, De Kamer heeft
Nadere informatieHierbij bied ik u de antwoorden aan op vragen van de leden Roemer (SP), Klaver (GL) en Pechtold (D66) d.d. 20 februari 2017, kenmerk 2017Z02784.
> Retouradres Postbus 20001 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Minister-President Binnenhof 19 2513 AA Den Haag Postbus 20001 2500
Nadere informatieAan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,
Retouradres: Postbus 16228 2500 BE Den Haag Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Datum 26 januari 2018 Onderwerp Wijziging
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24397 26 april 2018 Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie
Nadere informatieOverige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB)
Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) Rapport bij het jaarverslag 2017 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Overige Hoge Colleges
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 763 Toekomst van de krijgsmacht 34 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2015 Nr. 72
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019 Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS
Nadere informatieAlgemene Rekenkamer..,
342 Algemene Rekenkamer.., Lange Voorhout 8 Postbus 20015 Voorzitter van de Tweede Kamer 2500EA Den Haag der Staten-Generaal T 070-4344 Binnenhof 4 E Voorlichting rekenkamer.ni DEN HAAG w www.rekenkamer.ni
Nadere informatiePresident van de Algemene Rekenkamer Ministerie van Defensie. Postbus Plein EA Den Haag. at 5 uni 2018.
Rijnstraat S Ministerie van Buitenlandse Zaken w w.densioni 2500 ES Den Haag Postbus 20015 Plein 4 2500 EA Den Haag Postbus 20701 President van de Algemene Rekenkamer Ministerie van Defensie Pagina 1 van
Nadere informatieResultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag
Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag 2017 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag Vooraf De Algemene Rekenkamer
Nadere informatieRapport. Datum: 23 december 2005 Rapportnummer: 2005/397
Rapport Datum: 23 december 2005 Rapportnummer: 2005/397 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Visadienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht bij de Immigratie en Naturalisatiedienst
Nadere informatieAan Provinciale Staten
www.prv-overijssel.nl Aan Provinciale Staten Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 26 85 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum PS/2003/872 d.d.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30162 Onderzoek NATO Response Force Nr. 1 BRIEF VAN HET PRESIDIUM Aan de leden Den Haag, 15 juni 2005 Het Presidium stelt de Kamer voor in te stemmen
Nadere informatieMinisterie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De heer B.J.S.A.A.F. de Winter DGBK/Burgerschap en Informatiebeleid Interactie Schedeldoekshaven 200
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 3 733 Beleidsbrief Defensie Nr. 89 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, november 0 Het
Nadere informatieMinisterie van Algemene Zaken (III)
Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 Ministerie van Algemene Zaken (III) Rapport bij het jaarverslag 2018 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 Ministerie van Algemene Zaken (III) Rapport bij het
Nadere informatieDatum Behandeld door Cass Kamp Ons kenmerk Datum uw brief Pagina 1 van 3 Uw kenmerk
Bestuur Stichting Beheer Tennispark T.C. Rodhe t.a.v. [naam] [adres] Maatschappelijke ondersteuning Raadhuisstraat 1 Postbus 500, 5800 AM Venray Telefoon (0478) 52 33 33 Telefax (0478) 52 32 22 E-mail
Nadere informatieNota naar aanleiding van het verslag. 1. Inleiding
34 803 Uitvoering van de Verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging
Nadere informatie