Coördinatiereglement Aanbodkanalen. Vastgesteld door de Raad van Bestuur van de NPO bij besluit d.d 13 november 2012.

Transcriptie

1 Coördinatiereglement Aanbodkanalen Vastgesteld door de Raad van Bestuur van de NPO bij besluit d.d 13 november De Raad van Bestuur van de NPO, gelet op het bepaalde in de artikelen 2.2 lid 2 sub a en b, 2.10, tweede lid sub b en c, 2.60 en de afdelingen en Mediawet 2008, heeft als Coördinatiereglement Aanbodkanalen de volgende bindende regeling vastgesteld: Artikel 1. Algemene bepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. aanbodkanaal: geordend geheel van media-aanbod dat onder een herkenbare naam via één of meer elektronische communicatienetwerken wordt aangeboden; b. algemene radioprogrammakanalen: de vijf radioprogrammakanalen als bedoeld in artikel 2.50 Mediawet 2008; c. algemene televisieprogrammakanalen: de drie televisieprogrammakanalen als bedoeld in artikel 2.50 Mediawet 2008, waarvan deel uitmaken Z@PP en Z@ppelin; d. landelijke publieke media-instelling: instelling die op grond van titel 2.2 Mediawet media-aanbod voor de landelijke publieke mediadienst verzorgt; e. media-aanbod: één of meer elektronische producten met beelden/of geluidsinhoud die bestemd zijn voor afname door het algemene publiek of een deel daarvan; f. mediadienst: dienst die bestaat uit het verzorgen van media-aanbod door middel van openbare elektronische communicatienetwerken als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel h, van de Telecommunicatiewet, waarvoor de verzorger redactionele verantwoordelijkheid draagt; g. omroepdienst; mediadienst die betrekking heeft op het verzorgen van media-aanbod dat op basis van een schema, dat is vastgesteld door de instelling die verantwoordelijk is voor het media-aanbod, al dan niet gecodeerd door middel van een omroepzender of een omroepnetwerk wordt verspreid voor gelijktijdige ontvangst door het algemene publiek of een deel daarvan; h. Platform Audio/Video: verzameling van aanbodkanalen met radio- /televisieprogramma's en media-aanbod dat rechtstreeks gerelateerd is aan -of qua aard, omvang en reikwijdte vergelijkbaar is met -radio/televisieprogramma's. 1

2 i. programma: elektronisch product met beeld- en/of geluidsinhoud, dat duidelijk afgebakend is en als zodanig herkenbaar onder een afzonderlijke titel via een omroepdienst wordt verspreid; j. programma-aanbod: geheel van media-aanbod dat wordt verspreid via een omroepdienst; k. programmakanaal: geordend geheel van media-aanbod dat onder een herkenbare naam wordt verspreid via een omroepzender of omroepnetwerk; l. De NPO: De Stichting Nederlandse Publieke Omroep; m. Raad van Toezicht: het orgaan van de NPO, bedoeld in artikel 2.5 Mediawet 2008; n. Raad van Bestuur: het orgaan van de NPO, bedoeld in artikel 2.8 Mediawet 2008; o. Het College van Omroepen (CvO): het orgaan van de NPO bedoeld in artikel 2.12 Mediawet 2008; p. Het Omroep Bestuurders Overleg (BO): het overlegorgaan bestaande uit de bestuurders van de landelijke publieke mediainstellingen, dat de bestuurlijk strategische kaders en uitgangspunten bespreekt met de Raad van Bestuur van de NPO q. Het Audio/Video-overleg (AO/VO): de overlegorganen bestaande uit directeuren van de landelijke publieke media-instellingen, waarin het strategische, tactische en operationele beleid van het betreffende platform wordt besproken met de door de Raad van Bestuur NPO gemandateerde directeuren Audio en Video (zie artikel 2.2.) r. Net-/zenderredacties: de conform het bepaalde in artikel 2.56 Mediawet 2008 samengestelde redacties die de door de Raad van Bestuur gemandateerde directeuren (zie artikel 2.2.) en of de door hen benoemde net-/zendermanagers (zie artikel 2.3) bijstaan ten aanzien van de coördinatie en ordening van het programma-aanbod op een (algemeen) televisie- en radioprogrammakanaal; s. mediaopdracht: de in artikel 2.1 Mediawet geformuleerde opdracht van de publieke mediadiensten. Artikel 2. Taken en bevoegdheden Raad van Bestuur voor zover relevant in het kader van de coördinatie van het media-aanbod 2.1. De Raad van Bestuur is onder meer belast met: a. de dagelijkse coördinatie en samenhangende ordening van het media-aanbod op en tussen de diverse aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst; b. het vaststellen van regelingen die nodig zijn voor de uitvoering van taken van de NPO, waaronder dit coördinatiereglement; c. het vaststellen van de profielen van de aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst, inhoudende de uitgangspunten van een herkenbaar media-aanbod op die kanalen; 2

3 d. het vaststellen van de begroting, bedoeld in artikel Mediawet 2008; e. het met inachtneming van het bepaalde in de paragrafen en Mediawet 2008 verdelen van de door de Minister krachtens artikel en Mediawet 2008 jaarlijks vastgestelde budgetten voor het verzorgen van het televisieprogramma-aanbod, het radioprogramma-aanbod en het overige programma-aanbod van de landelijke publieke media-instellingen, alsmede van de eventueel door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) krachtens artikel en Mediawet 2008 ter beschikking gestelde gelden; f. het op grond van het bepaalde in artikel 2.20 Mediawet 2008 voorafgaand aan de concessieverlening bedoeld in artikel 2.19 Mediawet 2008 indienen van een concessiebeleidsplan bij de Minister van OCW voor de komende vijf jaar; g. het vaststellen van het jaarverslag, bedoeld in artikel 2.17 Mediawet 2008; h. het aangaan van de prestatieovereenkomst, bedoeld in artikel 2.22 Mediawet 2008; i. het tot stand brengen van afspraken met de landelijke publieke media-instellingen als bedoeld in artikel 2.55, eerste lid Mediawet Ter uitvoering van zijn taak zorg te dragen voor de dagelijkse coördinatie en ordening van het media-aanbod op en tussen de diverse aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst benoemt de Raad van Bestuur: - een directeur Audio; - een directeur Video 2.3. De directeuren kunnen aan net-/zendermanagers taken en bevoegdheden met betrekking tot specifieke aanbodkanalen opdragen. Artikel 3. Taken en bevoegdheden Raad van Toezicht voor zover relevant in het kader van de coördinatie van het media-aanbod 3.1. De Raad van Toezicht heeft tot taak: a. toezicht te houden op het beleid van de Raad van Bestuur, op de algemene gang van zaken bij de NPO en op de uitvoering van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau; b. het met advies terzijde staan van de Raad van Bestuur De Raad van Toezicht is voorts belast met: a. het instemmen met besluiten van de Raad van Bestuur tot het aangaan van de prestatieovereenkomst als bedoeld in artikel

4 Mediawet 2008, het vaststellen van het concessiebeleidsplan als bedoeld in artikel 2.20 Mediawet 2008, de begroting als bedoeld in artikel Mediawet 2008 en het jaarverslag als bedoeld in artikel 2.17 Mediawet 2008; b. alsmede met het instemmen met een voorgenomen besluit van de Raad van Bestuur tot het aangaan van een overeenkomst, als bedoeld in artikel 2.3 eerste lid Mediawet 2008 dan wel een voorgenomen besluit tot het vaststellen van de profielen van de aanbodkanalen, indien uit de mening van het CvO blijkt dat het CvO met dat voorgenomen besluit instemt, conform het bepaalde in artikel 2.14 Mediawet Artikel 4. Taken en bevoegdheden van het College van Omroepen, voor zover relevant in het kader van de coördinatie van het media-aanbod 4.1. Het CvO heeft tot taak de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur desgevraagd of uit eigener beweging te adviseren over het beleid inzake het media-aanbod van de landelijke publieke mediadienst het CvO wordt in elk geval in de gelegenheid gesteld zijn mening te geven over een voorgenomen besluit van de Raad van Bestuur tot het aangaan van een overeenkomst als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid Mediawet 2008, het vaststellen van de profielen van de aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst als bedoeld in artikel 2.10, tweede lid sub d Mediawet 2008, inhoudende de uitgangspunten voor en herkenbaar media-aanbod op die kanalen, het vaststellen van het concessiebeleidsplan, bedoeld in artikel 2.20 Mediawet 2008, het aangaan van de prestatieovereenkomst bedoeld in artikel 2.22 Mediawet 2008 en het vaststellen van de begroting, bedoeld in artikel Mediawet Artikel 5. Taken en bevoegdheden van het Audio/Video-overleg, voor zover relevant in het kader van de coördinatie van het media-aanbod 5.1 Het Audio/Video-overleg (AO/VO) heeft tot taak het strategische, tactische en operationele beleid van het betreffende platform te bespreken met de door de Raad van Bestuur NPO gemandateerde directeuren Audio en Video (zie artikel 2.2.). 5.2 Het AO/VOA wordt in elk geval in de gelegenheid gesteld zijn mening te geven over voorstellen van de door de Raad van Bestuur gemandateerde directeuren Audio en Video (zie artikel 2.2.) voor de coördinatie en samenhangende ordening van het media-aanbod op de diverse aanbodkanalen. 4

5 Artikel 6. Het concessiebeleidsplan 6.1. Het concessiebeleidsplan bevat in elk geval: - een beschrijving van de wijze waarop in de komende vijf jaar de publieke mediaopdracht op landelijk niveau wordt uitgevoerd, tevens uitgewerkt in kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen voor het media-aanbod en het publieksbereik van de landelijke publieke mediadienst; - aard en aantal van de programmakanalen en de daarvoor gewenste frequentieruimte en aard en aantal van de overige aanbodkanalen; - een onderbouwd overzicht van de naar verwachting benodigde organisatorische, personele, materiële en financiële middelen; - een beschrijving van de samenwerking met de Wereldomroep, regionale en lokale publieke media-instellingen en anderen Het voorgenomen concessiebeleidsplan wordt door de Raad van Bestuur besproken met het BO. Daarna wordt het CvO in de gelegenheid gesteld haar mening te geven en vindt er overleg plaats met de Wereldomroep, regionale en lokale publieke media-instellingen, voor zover het de samenwerking met deze instellingen betreft. Vervolgens wordt het voorgenomen concessiebeleidsplan door de Raad van Bestuur, vastgesteld waarna het, zo nodig met inachtneming van artikel 2.14, derde lid Mediawet 2008, ter instemming wordt voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Na instemming door de Raad van Toezicht dient de Raad van Bestuur het concessiebeleidsplan, met inachtneming van de daarvoor bij of krachtens de wet gestelde datum in bij de Minister van OCW. Deze procedure is van overeenkomstige toepassing op eventuele wijzigingen in het door de minister van OCW goedgekeurde concessiebeleidsplan. Deze wijzigingen worden door de Raad van Bestuur opgenomen in de begroting als bedoeld in artikel Mediawet Deze wijzigingen kunnen onder andere aard en aantal van de programmakanalen, de daarvoor gewenste frequentieruimte en aard en aantal van de overige aanbodkanalen betreffen Het concessiebeleidsplan en/of de begroting, bedoeld in artikel Mediawet 2008 bevat tevens een overzicht van de experimenten die volgens artikel 2.21a Mediawet 2008 worden uitgevoerd, dan wel waarvan het voornemen tot uitvoering in het komende kalenderjaar bestaat. Artikel 7. De prestatieovereenkomst 7.1. De prestatieovereenkomst is de overeenkomst tussen de NPO en de minister van OCW, als bedoeld in artikel 2.22 Mediawet De prestatieovereenkomst is mede gebaseerd op het concessiebeleidsplan en heeft dezelfde looptijd. 5

6 7.2. De concept-prestatieovereenkomst wordt door de Raad van Bestuur besproken met het BO. Daarna wordt het CvO in de gelegenheid gesteld zijn mening te geven. Vervolgens stelt de Raad van Bestuur de prestatieovereenkomst vast en wordt deze, zo nodig met inachtneming van artikel 2.14, derde lid Mediawet 2008, ter instemming voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Nadat de Raad van Toezicht met de prestatieovereenkomst heeft ingestemd, is de Raad van Bestuur bevoegd de overeenkomst te ondertekenen. Artikel 8. Handboeken 8.1. Ten behoeve van het operationele coördinatieproces op de (algemene) programmakanalen en overige aanbodkanalen heeft de Raad van Bestuur tenminste de volgende handboeken vastgesteld. 1. Het handboek werkwijze Televisie, na herziening te betitelen als handboek Video en 2. Het handboek werkwijze Audio. De handboeken maken voor zover van toepassing verklaard 1 onderdeel uit van dit Coördinatiereglement De handboeken Audio en Video voorzien onder meer in: - een beschrijving van de operationele coördinatietaken en bevoegdheden van de directeuren Audio en Video en de net- /zendermanagers t.a.v. het coördinatieproces van het media-aanbod op en tussen de verschillende aanbodkanalen, waaronder de geldende procedure met betrekking tot de intekening internet Audio en internet Video. - de wijze waarop de Raad van Bestuur het tot stand komen van afspraken als bedoeld in artikel 2.55, eerste lid Mediawet 2008, bevordert; - een beschrijving van de te volgen werkwijze in verband met het besluit van de Raad van Bestuur het beoogde moment van verspreiding van audio- of videomedia-aanbod te wijzigen of mediaaanbod niet te verspreiden. Een dergelijk besluit kan onder meer zijn basis vinden in: - het niet halen van de geprognosticeerde, kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen en het publieksbereik van het desbetreffende media-aanbod; - de constatering dat het bij het desbetreffende media-aanbod behorende budget bij het handhaven van het beoogde moment van verspreiding niet doelmatig en niet doeltreffend wordt besteed; - gewijzigde omstandigheden als gevolg van politieke besluitvorming of de financiële positie van de landelijke publieke mediadienst betreffende. 1 Dit wordt in de handboeken aangegeven met het volgende symbool: 6

7 Eén en ander is verder uitgewerkt in de van dit Coördinatiereglement deel uitmakende handboeken; - een beschrijving van de werkwijzen van de net-/zenderredacties, als bedoeld in artikel 1 sub r van dit Reglement; - een beschrijving van het operationele proces van de coördinatie en ordening op en tussen de diverse aanbodkanalen en de bekostiging ervan, één en ander met in achtneming van het bepaalde in afdeling Mediawet 2008 (coördinatie en ordening aanbodkanalen) en afdeling Mediawet 2008 (bekostiging landelijke publieke Mediadienst). In het kader van dit operationele proces worden in elk geval de volgende uitgangspunten in acht genomen: - het concessiebeleidsplan - de prestatieovereenkomst - de begroting - de afspraken gemaakt in het kader van artikel 2.55, eerste lid Mediawet de profielen van de aanbodkanalen, de artikelen 2.115, eerste lid, en tot en met van de Mediawet 2008 voor zover van toepassing - de geldende procedure voor besluitvorming ten aanzien van het gaan verzorgen van nieuwe aanbodkanalen en experimenten, alsmede de toepasselijke procedure voor opname ervan in het concessiebeleidsplan of de begroting; - een bijlage die betrekking heeft op het operationele coördinatieproces met betrekking tot themakanalen (dit geldt alleen voor het handboek Video). Artikel 9. Aard en aantal aanbodkanalen De in de handboeken beschreven operationele processen resulteren jaarlijks in een overzicht van aard en aantal van de aanbodkanalen voor het komende jaar, alsmede van (voorgenomen) experimenten. Dit overzicht wordt opgenomen in het concessiebeleidsplan en/of de begroting één en ander conform het bepaald in artikel Mediawet 2008 en artikel 5 van dit Reglement. Artikel 10. Het urenindelingsbesluit Het in de handboeken Audio en Video beschreven operationele proces van de coördinatie en ordening op en tussen de diverse (algemene programma) televisie- en (algemene programma) radiokanalen resulteert, al dan niet in samenhang met besluiten als bedoeld in artikel 11, in door de Raad van Bestuur te nemen besluiten tot indeling van de uren van de landelijke publieke media-instellingen op de algemene televisie- en radioprogrammakanalen. 7

8 10.2. De urenindelingsbesluiten voorzien voorts in de toekenning van het voor de verzorging van het media-aanbod op de (algemene programma) televisie- en (algemene programma) radioprogrammakanalennoodzakelijke budget De urenindelingsbesluiten voldoen voor wat betreft de toekenning van uren aan het bepaalde om de artikelen 2.50, 2.51, 2.52, 2.54 Mediawet 2008 en voor wat betreft het toekennen van budget aan paragraaf Mediawet Alvorens een urenindelingsbesluit te nemen legt de Raad van Bestuur het voorgenomen besluit voor aan de instelling tot welke het besluit zich richt. De instelling kan desgewenst binnen een door de Raad van Bestuur te bepalen redelijke termijn eventuele bedenkingen kenbaar te maken Een urenindelingsbesluit is een besluit, waartegen volgens de bepalingen van de Algemene Wet Bestuursrecht bezwaar en beroep openstaat. Artikel 11. Het overige aanbodkanalenbesluit De in de handboeken beschreven operationele processen resulteren voorts, al dan niet in samenhang met urenindelingsbesluit zoals bedoeld in artikel 10, in door de Raad van Bestuur jegens de publieke media-instellingen te nemen besluiten over het media-aanbod dat de landelijke publieke media-instellingen het komende/lopende jaar op de overige aanbodkanalen zullen verzorgen De overige aanbodkanalenbesluiten voorzien in de toekenning van het voor de verzorging van het op de aanbodkanalen te verspreiden media-aanbod noodzakelijke budget. Dit onderdeel van het besluit voldoet aan het bepaalde in artikel Mediawet Alvorens een overig aanbodkanalenbesluit te nemen legt de Raad van Bestuur het voorgenomen besluit voor aan de landelijke publieke media-instelling tot welke het besluit zich richt. De betreffende instelling kan desgewenst binnen een door de Raad van Bestuur te bepalen redelijke termijn eventuele bedenkingen kenbaar maken Het overige aanbodkanalenbesluit is een besluit, waartegen volgens de bepalingen van de Algemene Wet Bestuursrecht bezwaar en beroep openstaat. Artikel 12. Coördinatie tussen aanbodkanalen Alvorens besluiten inzake de urenindeling op aanbodkanalen te nemen, vergewist de Raad van Bestuur zich er van, dat er van een goede 8

9 afstemming van het aanbod op de diverse aanbodkanalen sprake is. De directeuren Audio en Video adviseren de Raad van Bestuur terzake. Artikel 13. Plaatsing en bekostiging Bij de indeling van de uren zorgt de Raad van Bestuur conform het bepaalde in artikel 2.54, eerste lid Mediawet 2008 voor een evenwichtige verdeling van de uren door een evenwichtige programmering en plaatsing van het aanbod van de media-instellingen op: - de algemene televisieprogrammakanalen tussen 16:00 en 24:00 uur, dan wel met ingang van 1 september 2010 op een verzoek van een publieke media-instelling tussen 7:00 en 24:00 uur; - de algemene radioprogrammakanalen tussen 7:00 en 19:00 uur De urenindelingsbesluiten en de overige aanbodkanalenbesluiten dienen voorts zoveel mogelijk in samenhang te voorzien in een bekostiging die doeltreffend en doelmatig is De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat de optelsom van de door middel van de, jegens de diverse publieke media-instellingen, gedurende een kalenderjaar genomen urenindelings- en overige aanbodkanalenbesluiten aan de instellingen toegekende budgetten voldoet aan het bepaalde in afdeling Mediawet Artikel 14. Rechten De landelijke publieke mediadiensten stellen hun media-aanbod ter beschikking voor verspreiding op de aanbodkanalen en zorgen voor voldoende gebruiksrechten voor verspreiding en hergebruik en ontsluiting op de aanbodkanalen een en ander conform het bepaalde in artikel 2.55, tweede lid Mediawet Artikel 15. Aanvullende programmatische afspraken De Raad van Bestuur bevordert dat met de publieke media-instellingen aanvullende programmatische afspraken tot stand komen inzake de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen van het media-aanbod en het publieksbereik op de aanbodkanalen en de wederzijdse inspanningen daarvoor. Een en ander conform het bepaalde in artikel 2.55, eerste lid Mediawet Artikel 16. Wijziging moment verspreiding media-aanbod of niet verspreiding media-aanbod De Raad van Bestuur is bevoegd in afwijking van het urenindelingsbesluit of het overige aanbodkanalenbesluit het besluit te 9

10 nemen om het moment van verspreiding van media-aanbod te wijzigen of media-aanbod niet te verspreiden De Raad van Bestuur neemt een dergelijk besluit alleen na het advies daartoe van de verantwoordelijke directeur. Alvorens een dergelijk besluit te nemen vergewist de Raad van Bestuur zich ervan of de in het toepasselijke handboek terzake beschreven werkwijze is gevolgd. Daarna legt de Raad van Bestuur het voorgenomen besluit voor aan de instelling tot welke het besluit zich richt. De instelling kan desgewenst binnen een door de Raad van Bestuur te bepalen redelijke termijn eventuele bedenkingen kenbaar maken. De Raad van Bestuur kan dit achterwege laten indien de vereiste spoed zich daartegen verzet Een besluit tot wijziging van het moment van verspreiding van media-aanbod en het besluit media-aanbod niet te verspreiden zijn besluiten, waartegen volgens de bepalingen van de Algemene Wet Bestuursrecht bezwaar en beroep openstaat. Artikel 17. Bindende besluiten Op grond van het bepaalde in artikel 2.60 Mediawet 2008 zijn de regelingen van de Raad van Bestuur, als bedoeld in artikel 2, eerste lid sub b van dit Reglement alsmede de overige besluiten die de Raad van Bestuur, of de door hem gemandateerden nemen in het kader van de uitoefening van hun taken, onverminderd het bepaalde in artikel 2.88, eerste lid Mediawet 2008, bindend voor de instellingen die mediaaanbod verzorgen voor de landelijke publieke mediadienst. De Raad van Bestuur ziet er op toe dat de regelingen en besluiten worden nageleefd. Artikel 18. Slotbepaling Op het indienen van een bezwaarschrift en de behandeling er van is het Reglement Bezwaarschriften Publieke Omroep van toepassing Deze herziene regeling treedt in werking één dag na publicatie op onze corporate website (corporate.publiekeomroep.nl) Dit Reglement wordt aangehaald als Coördinatiereglement Aanbodkanalen Dit Reglement wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan aan de landelijke publieke media-instellingen en door publicatie op de internetsite van de NPO (corporate.publiekeomroep.nl). 10