Patiënteninformatie. Insulinepompwijzer. Informatie over belangrijke aspecten bij de start van insulinepomptherapie
|
|
- Sarah Molenaar
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Patiënteninformatie Insulinepompwijzer Informatie over belangrijke aspecten bij de start van insulinepomptherapie
2
3 Inhoudsopgave Bladzijde Inleiding 5 Materiaalkeuze 5 Voorbereiding 6 Het oefenen met de insulinepomp bij de diabetesverpleegkundige 7 Oorzaak hoge bloedglucose 9 Oorzaak lage bloedglucose 11 Bijzondere situaties 13 Namen, adressen en telefoonnummers 16 Tot slot 16 Ruimte voor aantekeningen 17 3
4 Insulinepompwijzer Informatie over belangrijke aspecten bij de start van insulinepomptherapie Deze brochure is eigendom van: 4
5 Inleiding U heeft in overleg met uw behandelend arts en uw diabetesverpleegkundige besloten dat u gaat starten met insulinepomptherapie. Om deze nieuwe start zo goed mogelijk te laten verlopen, heeft u dit boekje meegekregen. Hierin vindt u een overzicht van belangrijke adressen, de materialen die u nodig heeft en de punten die ter sprake komen met uw diabetesverpleegkundige in de weken kort voor, tijdens en na de start met de insulinepomp. Verder vindt u belangrijke informatie over hoge en lage bloedglucosewaarden en hoe u daarbij moet handelen. We verzoeken u om de eerste keren vóór en na het starten met de insulinepomp deze insulinepompwijzer mee te nemen naar uw bezoek aan uw diabetesverpleegkundige. U kunt dit boekje gebruiken als leidraad voor de gesprekken. De diabetesverpleegkundigen wensen u veel succes met uw insulinepomptherapie. Materiaalkeuze - Type pomp - Kleur - Naalden - Infuussysteem - Reservoir - Bloedglucosemeter - Vervanging pomp 5
6 Voorbereiding Tijdens de voorbereiding op insulinepomptherapie komen in de gesprekken met uw diabetesverpleegkundige diverse onderwerpen aan bod, zoals wat te doen bij: hoge en lage bloedglucosewaarden, basaalstand pomp, bolus geven, zelfcontrole, bijzondere situatie s e.d. Een technische instructie van de insulinepomp door een medewerker van de fabrikant, kan plaatsvinden in het ziekenhuis of bij u thuis. We maken een afspraak bij de diëtist in verband met het leren rekenen met koolhydraten en het berekenen van de koolhydraat-insulineratio. We bespreken welke pompmaterialen u nodig heeft en bij welke firma u die vooraf kunt bestellen: - infusieset: slanglengte cm, naald mm; - ampullen/reservoirs/pods; - adapters; - batterijen. Tijdens deze fase verwachten we van u dat u ook thuis met uw insulinepomp oefent en u de volgende handelingen met uw pomp kunt uitvoeren: - opstarten pomp; - basaal instellen en aanpassen basale standen; - toedienen van een bolus; - slapen met pomp (wanneer u dat wenst); - vullen/vervangen insulineampul/reservoir/pod; - vullen/vervangen infusieset; - verwisselen batterij; - stoppen of afkoppelen pomp; - tijdelijke aanpassing van de basaalstanden (b.v. bij korter of langer durende inspanning); - alarmmogelijkheden pomp; - geheugenfunctie pomp. 6
7 In de voorbereidingsfase is het belangrijk om bij uw afspraken met uw diabetesverpleegkundige uw bloedglucosewaarden, gespoten insulinedosering en een eetdagboek mee te nemen van de laatste zeven dagen (per of diabetesdagboekje), in verband met de berekening van de startdoseringen van uw insulinepomp. Ook is het belangrijk om de diëtist te spreken over zelfregulatie en koolhydraten. Wanneer u gebruik maakt van een insulinepomp, is het belangrijk om de koolhydraten nauwkeuriger te berekenen. Dit kan veel hypo- en hyperglykemieën voorkomen. De diëtist vraagt u een eetdagboek van vijf dagen in te vullen, zodat de insulinepomp beter kan worden ingesteld. Aanvullende vaardigheden met betrekking tot de insulinepomp bespreken we in een van de vervolgafspraken op een later tijdstip: - meerdere basisprofielen; - tijdelijke aanpassing van de basaalstanden; - alarmmogelijkheden pomp; - geheugenfunctie; - andere optie dan standaardbolus; - bolusadviesfunctie of correctiebolus; - apparatuur om pomp uit te lezen. Het oefenen met de insulinepomp bij de diabetesverpleegkundige Wanneer u thuis heeft geoefend met de insulinepomp is het vaak prettig om dit ook een keer door te nemen met de diabetesverpleegkundige. Tijdens deze afspraak kunnen we alle handelingen bespreken en oefenen die voor het starten met de insulinepomp nodig zijn. We vragen u het volgende mee te nemen - Pomp + infusiesetjes (twee keer) of pods. - Lege ampullen/reservoir voor pomp/materiaal om pod te vullen. - Bloedglucosemeter en testmaterialen voor zelfcontrole. - Dagboekje voor pompgebruikers. - Gebruiksaanwezing pomp. - Deze brochure Insulinepompwijzer. 7
8 Handelingen - Basaalstanden instellen en controleren. - Bloedglucose controleren en noteren. - Oefenen klaarmaken pomp: - vullen/vervangen insulinepatroon; - vullen infusieset of vullen pod; - naald plaatsen oefenen; - pomp aansluiten. Bespreken - Oorzaken hoge bloedglucose - samenhangend met pomp; niet samenhangend met pomp. - Oorzaken lage bloedglucose - samenhangend met pomp; niet samenhangend met pomp. We maken afspraken over - Startdatum insulinepomptherapie en eventuele aanpassing van langwerkende insuline vóór de start met pomp. - Zelfcontrole (eerste week acht keer per dag bloedglucose meten). - Basaalstand. - Te geven bolussen. - Bereikbaarheid (24 uur). - 1e Week dagelijks telefonisch overleg ofwel tijdens afspraak op het spreekuur met de diabetesverpleegkundige. Alvast enkele tips - Vervangt u de insuline-ampul/-patroon, de infusieset en naald iedere twee à drie dagen. - Vervangt u Pods elke drie dagen. - Draagt u altijd een extra infusieset, -naald en -pen bij u i.v.m. noodgevallen (b.v. verstopte naald). - Verwisselt u de naald en de infusieset bij voorkeur vóór het geven van een bolus. 8
9 - Controleert u twee uur na het verwisselen van naald en infusieset uw bloedglucose. Oorzaak hoge bloedglucose Niet samenhangend met pomp - Teveel koolhydraten of verkeerde inschatting bij het berekenen van de koolhydraten. - Minder beweging. - Wisselende insuline-opname (spuitinfiltraten). - Medicamenten. - Stress. - Ziekte/koorts. - Hormonaal. - Na een hypo. - Verkeerde glucosemeting. - Te weinig gedronken/uitdroging. Samenhangend met pomp - Pomp pomp niet aangezet of te lang afgekoppeld geweest; - vastzittende aandrijfstang; - lege batterijen; - verkeerde aanpassing bolus of basaalschema. - Catheter - los geraakt; - niet goed ontlucht of gevuld; - beschadiging infuuslijn. - Ampul lucht; - leeg; - beschadigd. - Naald losgeraakt; - ontsteking/roodheid rondom insteekplaats; - te oppervlakkig ingebracht; - verstopt door knik in de naald. 9
10 Handelen bij hoge bloedglucose - Pompcontrole (zie venster alarm en dagoverzicht). - Eventueel vervanging van: - infuusset of pod en controle insteekplaats; - ampul; - aandrijfstang; - batterijen. Zolang uw boedglucose te hoog is, adviseren we e iedere twee uur (of vaker) uw bloedglucose te meten. Ons advies is om volgens onderstaand schema extra insuline toe te dienen: - bloedglucose > 10mmol: E bijspuiten; - bloedglucose > 15 mmol: E bijspuiten; - bloedglucose > 20 mmol: E bijspuiten. De eerste keer en na twee uur: dien de extra eenheden toe met uw pomp. Na vier uur en na zes uur: dient u de extra eenheden toe met een insulinepen en injecteer diep subcutaan. Voor de nacht twee eenheden minder toedienen dan in bovenstaand schema vermeld staat. Zorgt u bij een hoge bloedglucose voor extra vocht. Drink een halve liter water (drie glazen) per uur. Wanneer na twee correctie s uw bloedglucose nog steeds hoger is dan 15 mmol/l of bij misselijkheid of braken of bij ongerustheid neemt u altijd contact op met het ziekenhuis (Zie de pagina Namen, adressen en telefoonnummers). 10
11 Braken is bellen! Braken kan duiden op verzuring. Wacht niet te lang af en neem contact op met het ziekenhuis. Oorzaak lage bloedglucose Niet samenhangend met pomp - Te weinig koolhydraten, te laat eten, verkeerde inschatting aantal koolhydraten. - Alcohol. - Sport/extra beweging. - Wisselende insulineresorptie. - Medicamenten. - Sauna of zonnebaden. - Verkeerde glucosemeting. - Hormonale verandering of bij emotie s. Samenhangend met pomp - Te grote bolus. - Te hoge basaalsnelheid. Handelen bij lage bloedglucose - Meet zo mogelijk eerst uw bloedglucose. - Neemt u gram koolhydraten, bij voorkeur in de vorm van vier tot zes stuks druivensuiker, eventueel vervangen door limonadesiroop of een glas gewone cola (geen cola light of zero). - Meet u na 20 minuten uw bloedglucose. - Herhaalt u zo nodig de inname van druivensuiker en meet u na 20 minuten wederom uw bloedglucose. - Neemt u, wanneer de eerstvolgende maaltijd nog twee uur of langer op zich laat wachten, ongeveer tien minuten na het nemen van druivensuiker nog een extra koolhydraatbevattend tussendoortje. Bijvoorbeeld een snee brood (of evergreen, of sultana e.d.). 11
12 - Controleert u de pomp (Zie venster alarm en dagoverzicht). Controleert u de naald, catheter en ampul. Vernieuwt u zo nodig alles. - U kunt na een hypo uw bolus toedienen na de maaltijd. Wanneer u meerdere keren druivensuiker heeft ingenomen, zou uw bloedglucose weer goed moeten zijn. Is dit niet het geval en u heeft de mogelijke oorzaken uitgesloten, overlegt u dan met het ziekenhuis. Om onnodige hypoglykemieën in de toekomst te voorkomen, raden we u aan om achteraf te proberen de oorzaak van een hypoglykemie op te sporen en na te gaan of aanpassingen (eventueel in overleg met uw diabetesverpleegkundige) in therapie en/ of voeding noodzakelijk zijn. Let op! Als u diabetes mellitus type 1 heeft, mag u niet langer dan drie uur zonder insulinetoevoer zijn wegens gevaar voor verzuring. Is uw bloedglucose voor de nacht te laag? Is dit het geval handelt u dan als volgt: - is uw bloedglucose tussen de 5 en 6 mmol/l?: neemt u dan ongeveer 15 g koolhydraten (KH). Dit is gelijk aan een snee brood met hartig beleg of een glas melk en twee biscuits. - is uw bloedglucose lager dan 5 mmol/l?: neemt u dan ongeveer 20 g koolhydraten. Dit is gelijk aan een snee brood met hartig beleg en een glas melk. - is uw bloedglucose lager dan 4: zie dan: Handelen bij lage bloedglucose. Bloedglucose s nachts - 6 mmol/l of lager: neemt u 15 gram koolhydraten (zie boven). - Lager dan 4 mmol/l: dan kunt u vier à zes tabletten druivensuiker nemen. Controleert u na 20 minuten uw bloedglucose. Zo nodig herhaalt u eventueel de voorgaande stappen. Tien minuten na het nemen van druivensuiker kunt u 15 gram langzaam werkende koolhydraten nemen, bijvoorbeeld een snee brood met hartig beleg. 12
13 Bij bewustzijnsverlies Bespreek met uw omgeving wat te doen in geval van bewustzijnsverlies. Laat zo mogelijk glucagon spuiten. Niet laten eten of drinken tijdens bewustzijnsverlies i.v.m. de kans op verslikken. Het effect van glucagon treedt op na ongeveer tien à vijftien minuten. Neemt u na bijkomen altijd aansluitend langzaam werkende koolhydraten. Na een glucagoninjectie kan één à anderhalf uur later misselijkheid voorkomen. Overleg met het ziekenhuis en bespreekt u de situatie met uw behandelaar. Bijzondere situaties In het dagelijks leven zult u al gauw een plek hebben gevonden waar uw pomp u niet in de weg zit. Er zijn echter omstandigheden waarin u zich mogelijk afvraagt waar u op zo n moment de pomp zult laten. Onderstaand enkele tips. Hoe lang kan uw pomp afgekoppeld blijven? - Direct na een maaltijdbolus kan een pomp één uur afgekoppeld blijven. Bij langer afgekoppeld zijn: voor ieder uur dat de pomp extra is afgekoppeld dan de veilige tijd was, dan 1 E extra bolussen bij het aansluiten van de pomp. - Uw pomp kan maximaal drie uur afgekoppeld blijven. - Wanneer uw pomp langer dan drie uur is afgekoppeld: insuline toedienen met de insulinepen. Douche/bad - Koppelt u de pomp af. Controleert u of er geen lucht in de katheter is ontstaan vóór u de pomp weer aankoppelt. - Doet u het beschermdopje op zowel de naald als op het infuussysteem na het afkoppelen. - Verwijdert u de pomp niet bij gebruik van de Ypsomed Omnipod insulinepomp/pods. 13
14 Strandvakantie We adviseren u de pomp af te koppelen i.v.m. de mogelijkheid van zand in de motor en te hoge temperaturen in de zon. Dus: de pomp niet aan direct zonlicht blootstellen! Naar keuze: - laat u tijdens de vakantie de pomp thuis en gaat u geheel over op het spuiten van insuline vier keer per dag met de insulinepen; - of koppelt u na het ontbijt de pomp af. Zolang de pomp is afgekoppeld, spuit u met de insulinepen kortwerkende insuline bij, ongeveer iedere drie à vier uur. Sluit na thuiskomst uw pomp weer aan. Controleert u altijd of er geen lucht in de katheter is ontstaan voordat u de pomp weer aankoppelt. Zwemmen - Koppelt u de pomp af. Controleert u altijd of er geen lucht in de katheter is ontstaan voordat u de pomp weer aankoppelt. - Verwijdert u de pomp niet bij gebruik van de Ypsomed Omnipod insulinepomp/pods. Vrijen Naar keuze: - koppelt u de pomp af. Controleert u altijd of er geen lucht in de katheter is ontstaan voordat u de pomp weer aankoppelt; - Houd u de pomp aangekoppeld. Sporten - Past u zo nodig uw insulinedosering aan als u meer of minder beweegt dan normaal. - U kunt de basaalstand tijdelijk veranderen of u kunt uw bolus aanpassen. - Handelt u afhankelijk van de soort sport en de duur van de sport. 14
15 - Bepaalt u vóór, na en soms ook tijdens de rustpauzes, de bloedglucosewaarden. - We adviseren u niet te sporten bij bloedglucosewaarden hoger dan 16 en eerst uw bloedglucosewaarden te normaliseren. - Intensief sporten kan nachtelijke hypo s veroorzaken. - Draagt u bij skiën uw pomp dicht op de huid i.v.m. bevriezingsgevaar van de insuline. - U mag, tijdens sporten, de pomp niet langer dan maximaal één à twee uur stoppen. Ziekte Meet als u ziek bent uw bloedglucosewaarden extra. Algemene richtlijn: - zelfcontrole à twee uur of vaker wanneer de bloedglucosewaarden > 15 blijven; - blijft u voldoende drinken; - blijft u koolhydraten gebruiken. Verdeel zo nodig in kleine porties; - past u de insulinedosis aan; overleg zo nodig met het ziekenhuis; - braken = bellen!! Verzekering pomp - Stelt u uw inboedelverzekering op de hoogte. - Let u bij vakantie op de dekking van uw reisverzekering voor uw pomp en/of overweegt u de mogelijkheid van het meenemen van een reservepomp tijdens de vakantie. - Neemt u het alarmnummer van de ANWB mee als u op vakantie gaat. 15
16 Namen, adressen en telefoonnummers - Ziekenhuis Centrale receptie Tergooi, T Internist (naam) - Diabetesverpleegkundigen Blaricum, T Hilversum, T diabetesverpleegkundigen diabetesblaricum@tergooi.nl diabeteshilversum@tergooi.nl - Polikliniek Interne Geneeskunde T Afdeling Spoedeisende Hulp Blaricum, T Hilversum, T Leverancier hulpmiddelen - 24-uurs nummer pompfabrikant T - Bij ernstige diabetesontregeling in avond- en weekenduren, b.v.: u heeft bloedglucosewaarden hoog boven de 15, of u heeft koorts, bent kortademig of moet braken. Bel met de centrale receptie van Tergooi, T Vertel dat u diabetes heeft en ernstig bent ontregeld. Vertel dat u in contact wil komen met uw behandelend internist voor overleg. De portier belt de dienstdoende of eigen internist. Tot slot Wanneer bovenstaande informatie aanleiding geeft tot vragen en/ of opmerkingen, neemt u dan tijdens kantooruren contact op met de diabetesverpleegkundige (Zie Namen, adressen en telefoonnummers). 16
17 Ruimte voor aantekeningen 17
18 Tergooi Blaricum Hilversum Weesp T Tergooi
19
20
Insulinepomptherapie Adviezen en instructies.
Insulinepomptherapie Adviezen en instructies www.nwz.nl Inhoud Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 5 Wat doet u bij een defecte
Nadere informatieHandleiding voor gebruikers insulinepomp. Voor volwassenen
Handleiding voor gebruikers insulinepomp Voor volwassenen Inleiding U gaat starten met een insulinepomptherapie en heeft inmiddels al veel informatie en adviezen gekregen. Om alles thuis nog eens rustig
Nadere informatieHandleiding voor de insulinepomp Voor kinderen
Handleiding voor de insulinepomp Voor kinderen Albert Schweitzer ziekenhuis maart 2013 pavo 0953 Inleiding Jij gaat starten met je insulinepomptherapie. Je hebt inmiddels al veel informatie en adviezen
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en insulinepomp. Algemene informatie voor kind en ouders
Kind met diabetes en insulinepomp Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INSULINEPOMP ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Een insulinepomp is een apparaatje dat gebruikt
Nadere informatieDiabetespatiënt. adviezen na een hernia-operatie. leefregels bij gebruik van insulinepomp. ZorgSaam
Diabetespatiënt adviezen na een hernia-operatie leefregels bij gebruik van insulinepomp ZorgSaam 1 2 Leefregels bij het gebruik van een insulinepomp Wat u moet weten bij insulinepomptherapie. U heeft van
Nadere informatieInsulinepomptherapie. Interne geneeskunde
Insulinepomptherapie U heeft van uw internist en /of diabetesverpleegkundige het advies gekregen over te gaan op insulinepomptherapie omdat de instelling van uw diabetes niet goed is ondanks optimale zelfregulatie.
Nadere informatiePATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE
PATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE 2 INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE Algemeen Middels deze folder wil Maasstad Ziekenhuis u informeren over insulinepomptherapie.
Nadere informatieInsulinepomptherapie. Adviezen en instructies. gemini-ziekenhuis.nl
Insulinepomptherapie Adviezen en instructies gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 3 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 4 Geen effect
Nadere informatieZelfregulatieschema voor intensieve insulinetherapie
Zelfregulatieschema voor intensieve insulinetherapie Bij elke controle bij de diabetesverpleegkundige meebrengen DATUM: BASISSCHEMA Voor ontbijt Voor lunch Voor diner Eenheden Insuline 0 Kortwerkend (KW):
Nadere informatieDe poliklinische instelling van de insulinepomp
De poliklinische instelling van de insulinepomp Inleiding. Je hebt Diabetes mellitus en gaat hiervoor een insulinepomp gebruiken. De kinderdiabetesverpleegkundige heeft je informatie gegeven over de instellingsfase
Nadere informatieINSULINEPOMP OMNIPOD. Het infuussysteem:
INSULINEPOMP OMNIPOD De insulinepomp Het Omnipod systeem bestaat uit 2 delen, nl de pod en een Personal Diabetes Manager (hierna genoemd als PDM) De PDM is tevens de bloedsuikermeter. In de pod zit een
Nadere informatieInsulinepomp- therapie bij kinderen
Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een
Nadere informatieInformatie voor omnipodgebruikers
Informatie voor omnipodgebruikers Deze folder bevat praktische informatie voor de omnipod-gebruiker. Met het woord pod in deze folder bedoelen we het apparaatje (insulinereservoir, canule en pomp ineen)
Nadere informatieInsulinepomp- therapie bij kinderen
Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een
Nadere informatieRichtlijnen insulinepomptherapie
Interne geneeskunde Richtlijnen insulinepomptherapie bij insuline-resistentie In deze folder staan praktische richtlijnen voor het starten en gebruiken van de insulinepomp. Heeft u na het lezen van de
Nadere informatieInformatie voor de insulinepompgebruiker
Informatie voor de insulinepompgebruiker Inhoudsopgave Algemene zaken bij gebruik van de insulinepomp blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte)
Nadere informatieBloedglucose In overleg met uw diabetesteam zal worden bepaald hoe vaak u uw bloedglucose moet controleren.
Pompdagboek 2 POMPDAGBOEK Als Mediq Direct Diabetes richten wij ons volledig op mensen met diabetes. Wij leveren een compleet assortiment op het gebied van diabeteshulpmiddelen, insuline en overige doorlopende
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp
Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp WAT TE DOEN BIJ ONTREGELING VAN EEN KIND MET DIABETES MELLITUS EN EEN INSULINEPOMP INLEIDING Het toedienen van de juiste
Nadere informatieInsulinepomptherapie; patchpomp
Insulinepomptherapie; patchpomp U heeft van uw internist en /of diabetesverpleegkundige het advies gekregen over te gaan op insulinepomptherapie omdat de instelling van uw diabetes niet goed is ondanks
Nadere informatieAandachtspunten bij gebruik van een insulinepomp
Aandachtspunten bij gebruik van een insulinepomp U gaat overstappen van een behandeling met insuline injecties op een insulinepomp. De insulinepomp, CSII, is een hulpmiddel voor mensen met diabetes die
Nadere informatieZelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten
Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders
Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Insulinepomptherapie bij diabetes mellitus
Insulinepomptherapie bij diabetes mellitus INSULINEPOMPTHERAPIE BIJ DIABETES MELLITUS VOORBEREIDING OP DE INSULINEPOMPTHERAPIE WAT IS EEN INSULINEPOMP? Een insulinepomp is een klein apparaatje met snelwerkende
Nadere informatiePraktische informatie voor insulinepompgebruikers
Praktische informatie voor insulinepompgebruikers Deze folder bevat praktische informatie voor de insulinepompgebruikers. Hoe te handelen bij: Het verwisselen van de naald/katheter - Haal een ampul insuline
Nadere informatieVOORBEREIDEN POMPTHERAPIE
VOORBEREIDEN POMPTHERAPIE 1176 Inhoudsopgave Starten met een pomp... 3 Voor- en nadelen van een insulinepomp... 3 Insulinepomptherapie... 4 Voorwaarden... 4 Gang van zaken: start pomptraject... 5 Dagelijks
Nadere informatieHypo- en hyperglycaemie
Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycaemie 4.1 Inleiding Normaal schommelt het bloedglucosegehalte tussen 4 en 8 mmo/l. Bij mensen met diabetes mellitus is een waarde tussen de 4 en de 10 mmol/l acceptabel. Bij
Nadere informatieInsulinepomptherapie Adviezen bij ontregeling
In deze brochure worden punten beschreven waarop u moet letten als u een insulinepomp gebruikt. De diabetesverpleegkundige heeft dit met u besproken. In deze brochure kunt u de informatie nalezen. Hoge
Nadere informatieInsuline pomptherapie. Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII)
Insuline pomptherapie Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) ook wel insulinepomptherapie genoemd: u leest wie er in
Nadere informatieAandachtspunten bij gebruik van een insulinepatchpomp
Aandachtspunten bij gebruik van een insulinepatchpomp U gaat overstappen van een behandeling met insuline injecties op een insulinepatchpomp. De insulinepomp, CSII, is een hulpmiddel voor mensen met diabetes
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij pomptherapie
Zelfregulatie bij pomptherapie ZELFREGULATIE BIJ POMPTHERAPIE INLEIDING Deze folder geeft u algemene richtlijnen over zelfregulatie. Zelfregulatie is het zelfstandig aanpassen van de bolusinsuline aan
Nadere informatieDiabetes mellitus insulinepomp therapie
Diabetes mellitus insulinepomp therapie Inleiding Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) ook wel insulinepomp therapie genoemd: wie komt er voor in aanmerking,
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Pompeducatie. bij insulinepomptherapie
PATIËNTEN INFORMATIE Pompeducatie bij insulinepomptherapie 2 PATIËNTENINFORMATIE Inhoud 1. Thuis dient u in voorraad te hebben... 5 2. Bloedglucosecontroles... 5 3. Hyperglycaemie > 13,9 mmol/l (hoge bloedglucosewaarden)...
Nadere informatieInformatie voor de omnipodgebruiker
Informatie voor de omnipodgebruiker Inhoudsopgave Informatie voor de omnipodgebruiker blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 4 Hoe te handelen bij een (onverwachte) hoge glucose blz
Nadere informatieHoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie
Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie 4.1 Inleiding Normaal gesproken schommelt het bloedglucosegehalte tussen 4 en 8 mmo/l. Bij mensen met Diabetes Mellitus is een waarde tussen de 4 en de 10 mmol/l acceptabel.
Nadere informatieZelfregulatie voor mensen met diabetes die één keer per dag insuline spuiten
Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor mensen met diabetes die één keer per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft u algemene en veilige richtlijnen
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij intensieve therapie
Zelfregulatie bij intensieve therapie ZELFREGULATIE BIJ INTENSIEVE THERAPIE INLEIDING Deze folder geeft u algemene richtlijnen over zelfregulatie bij intensieve insulinetherapie. Zelfregulatie is het zelfstandig
Nadere informatieWat je moet weten over je insulinepomp
Wat je moet weten over je insulinepomp gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Hoe kun je de diabetesverpleegkundige en dokter bereiken? 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Zo verwissel je de infusie-set,
Nadere informatieINSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G)
INSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G) 1. De insulinepomp Een insulinepomp is een klein, draagbaar apparaatje dat 24 uur per dag snelwerkende insuline afgeeft. Het heeft ongeveer de afmetingen van een
Nadere informatieDiabetespoli. Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus
Diabetespoli Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus 1 Zelfregulatie is voor mensen met diabetes die: drie keer per dag (ultra)kortwerkende insuline spuiten voor de maaltijd en één keer langwerkende insuline
Nadere informatieDiabetes mellitus insulinepomp therapie
Diabetes mellitus insulinepomp therapie Inleiding Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) ook wel insulinepomp therapie genoemd: wie komt er voor in aanmerking,
Nadere informatieRichtlijnen bij insulinepomptherapie
INTERNE GENEESKUNDE Richtlijnen bij insulinepomptherapie versie: insuline-resistentie (INT-124 uitgave februari 2009) Inleiding Voor u ligt de brochure Richtlijnen bij insulinepomptherapie. Deze brochure
Nadere informatieInsuline pomptherapie. Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII)
Insuline pomptherapie Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) ook wel insulinepomptherapie genoemd: u leest wie er
Nadere informatieDiabetes Mellitus Insulinepomptherapie
Diabetes Mellitus Insulinepomptherapie Inleiding Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII), ook wel insulinepomptherapie genoemd: wie komt er voor in aanmerking,
Nadere informatieRichtlijnen insulinepomp/
Interne geneeskunde Richtlijnen insulinepomp/ POD therapie, bij insuline-afhankelijke diabetes mellitus Inleiding In deze folder staan praktische richtlijnen voor het starten en gebruiken van de insulinepomp.
Nadere informatieZelfregulatie voor mensen met diabetes die een insulinepomp gebruiken
Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor mensen met diabetes die een insulinepomp gebruiken i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze brochure geeft u algemene en veilige richtlijnen
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Reizen met diabetes. Vakantietips en paklijst
PATIËNTEN INFORMATIE Reizen met diabetes Vakantietips en paklijst Vakantietips 1. Advies voor de diabetesmaterialen Neem voor de vakantieperiode ruim voldoende materiaal mee (zie paklijst). Verdeel uw
Nadere informatie5 méér doen! Maatregelen: 6 7
Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Deze folder is geschreven voor kinderen met diabetes en hun ouders/verzorgers. Als je diabetes hebt, zijn er een aantal belangrijke regels waar je naar moet handelen
Nadere informatieInformatie. Insulinepomptherapie begeleidingstraject
Informatie Insulinepomptherapie begeleidingstraject Inleiding U heeft diabetes mellitus en u heeft een insulinepomp of gaat hiervoor een insulinepomp gebruiken. De diabetesverpleegkundige heeft u informatie
Nadere informatieZelfcontrole bij diabetes
Zelfcontrole bij diabetes Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding De arts heeft met u gesproken over het belang om zelf uw bloedglucosewaarden te controleren en zo nodig
Nadere informatieInsulinepomptherapie. Interne geneeskunde
Insulinepomptherapie U heeft van uw internist en /of diabetesverpleegkundige het advies gekregen over te gaan op insulinepomptherapie omdat de instelling van uw diabetes niet goed is ondanks optimale zelfregulatie.
Nadere informatieWat te doen bij hoge bloedglucosewaarden. 3 Maatregelen bij hoge bloedglucosewaarden: 5 6. Wat te doen bij lage bloedglucosewaarden.
Voordelen van een insulinepomp: verbetering van bloedglucosewaarden meer vrijheid door eenvoudig bijsturen van uw bloedglucose meer vrijheid in het eetpatroon minder schommelingen waardoor u zich wat beter
Nadere informatieInterne Geneeskunde Diabetesverpleegkundigen
Zelfregulatie voor mensen die drie keer per dag kortwerkende insuline voor de maaltijd en één keer (middel)langwerkende insuline spuiten en zo nodig bloedglucose verlagende tabletten gebruiken Zelfregulatie
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Voorkomen van hypoglycemie bij lichamelijke
Nadere informatievoorbereiding op behandeling voor diabetespatiënten
voorbereiding op behandeling voor diabetespatiënten Inhoud 1. Behandeling s morgens: vanaf 24.00 uur nuchter... 3 2. Behandeling s middags: nuchter of licht ontbijt... 5 3. Behandeling s morgens: nuchter
Nadere informatieZelfregulatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!
Zelfregulatie U heft suikerziekte (diabetes mellitus) en gebruikt daarvoor twee of vier maal per dag insuline. In overleg met uw arts heeft u besloten dat u zelf uw diabetes mellitus gaat regelen (zelfregulatie).
Nadere informatieInformatie voor de omnipodgebruiker
Informatie voor de omnipodgebruiker Inhoudsopgave Algemene zaken bij gebruik van de omnipod blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 4 Hoe te handelen bij een (onverwachte) hoge glucose
Nadere informatieAls u diabetes hebt en nuchter moet zijn voor een onderzoek of operatie
Informatie voor patiënten Als u diabetes hebt en nuchter moet zijn voor een onderzoek of operatie insuline z Vooraf 1 U hebt diabetes mellitus (suikerziekte) en komt binnenkort naar het ziekenhuis voor
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie 3 Voorkomen van hypoglycemie bij lichamelijke
Nadere informatieDiabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie
Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie (met Humalog of Novorapid als maaltijdinsuline) Voordelen van Flexibele insuline therapie Er wordt een natuurlijk ritme nagestreefd van extra insuline aanbod
Nadere informatieZelfregulatie voor mensen met diabetes die combinatieinsuline
Interne Geneeskunde Diabetes i Zelfregulatie voor mensen met diabetes die combinatieinsuline gebruiken Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft u algemene en veilige richtlijnen
Nadere informatieZelfregulatie bij Diabetes Mellitus
Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus Zelfregulatie voor mensen met diabetes die: drie keer per dag (ultra)kortwerkende insuline spuiten voor de maaltijd en één keer langwerkende insuline voor de nacht.
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose. 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Bijstel-schema hypoglycemie 4 Voorkomen
Nadere informatieInformatie. Insulinepomptherapie bij kinderen. Begeleidingstraject
Informatie Insulinepomptherapie bij kinderen Begeleidingstraject Inleiding Je hebt diabetes mellitus en je hebt een insulinepomp of wilt hiervoor een insulinepomp gaan gebruiken. Beginnen met insulinepomptherapie
Nadere informatieRichtlijnen bij insulinepomptherapie
INTERNE GENEESKUNDE Richtlijnen bij insulinepomptherapie versie: insuline-afhankelijke diabetes mellitus (INT-123 uitgave februari 2009) Inleiding Voor u ligt de brochure Richtlijnen bij insulinepomptherapie.
Nadere informatieInformatie. Diabetes en nuchter zijn voor onderzoek of operatie. Richtlijnen insuline
Informatie Diabetes en nuchter zijn voor onderzoek of operatie Richtlijnen insuline Inleiding U heeft diabetes mellitus en gebruikt hiervoor insuline. Binnenkort heeft u een afspraak in het ziekenhuis
Nadere informatieAanpassen diabetesmedicatie tijdens laxeervoorbereiding met Kleanprep of Picoprep voor colonoscopie die vóór uur plaatsvindt
Aanpassen diabetesmedicatie tijdens laxeervoorbereiding met Kleanprep of Picoprep voor colonoscopie die vóór 12.00 uur plaatsvindt Diabetespolikliniek Beter voor elkaar 2 Inleiding U heeft deze folder
Nadere informatiePraktische handleiding voor de gebruiker van de insulinepomp
Praktische handleiding voor de gebruiker van de insulinepomp Insulinepomp Een insulinepomp is een elektronisch toedieningssysteem voor insuline. Met de pomp wordt getracht het fysiologische insuline-afgiftepatroon
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose. 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Bijregel-schema hypoglycemie 4
Nadere informatieSporten met diabetes
Sporten met diabetes Inleiding Sport en beweging hebben invloed op de bloedsuikerwaarden. Voor iedereen is de invloed hiervan op de diabetesregulatie anders. In deze folder leest u een aantal basisadviezen
Nadere informatiewww.diabetesopschool.nl
Informatie begeleiding schoolkamp Deze informatie is bestemd voor mensen die een schoolkamp begeleiden waaraan een kind met diabetes deelneemt. Als begeleiders weten hoe zij moeten handelen in bepaalde
Nadere informatiewww.diabetesopschool.nl
Afsprakenbrief insulinepomp Beste leerkracht en/of begeleider*, Ons kind,, heeft diabetes type 1. Het is belangrijk dat ons kind op school goed begeleid wordt. In bijgaande documenten staat de belangrijkste
Nadere informatieSporten met diabetes. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Sporten met diabetes Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Sport en beweging hebben invloed op de bloedsuikerwaarden. Voor iedereen is de invloed hiervan op de diabetesregulatie
Nadere informatieDiabetes en ketonen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Diabetes en ketonen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Mensen met diabetes type 1 hebben een grotere kans op het krijgen van een zogeheten ketoacidose. Bij een
Nadere informatieZelfregulatie voor mensen met diabetes die meerdere malen per dag insuline spuiten
Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor mensen met diabetes die meerdere malen per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft u algemene en veilige
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Diabetes en sport
PATIËNTEN INFORMATIE Diabetes en sport 2 PATIËNTENINFORMATIE Waarom aan beweging doen? Het Maasstad Ziekenhuis vindt het belangrijk om u te motiveren tot beweging/sport. Een actieve leefstijl is voor iedereen
Nadere informatieDiabetes bij kinderen: behandeling en instructies
Diabetes bij kinderen: behandeling en instructies Als uw kind de diagnose diabetes heeft gekregen, heeft dit grote invloed op zijn dagelijkse leven. Zo zal uw kind zijn bloedglucose moeten meten, insuline
Nadere informatiehoe bereidt u zich voor op het onderzoek?
hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? richtlijnen voor patiënten: met diabetes mellitus () die voor het onderzoek nuchter moeten zijn Waarom deze folder? Deze folder is bestemd voor patiënten met diabetes
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Informatie bij overweging insulinepomptherapie
PATIËNTEN INFORMATIE Informatie bij overweging insulinepomptherapie Algemeen Door middel van deze folder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over insulinepomptherapie. U ontvangt deze informatie,
Nadere informatieVoor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Tussen uur en uur en uur en uur
DIABETES DAGBOEK E I G E N A A R D I A B E T E S D A G B O E K Naam Adres Contactpersoon Telefoon E-mail O V E R L E G Voor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Naam huisarts
Nadere informatieAdviezen bij insulinepomptherapie
Interne Geneeskunde Adviezen bij insulinepomptherapie Deze folder is bestemd voor mensen met diabetes die gebruik maken van een insulinepomp. De informatie is aanvullend op de mondelinge informatie die
Nadere informatieDiabetes Mellitus Zelfcontrole
INTERNE GENEESKUNDE Diabetes Mellitus Zelfcontrole Inleiding Diabetes mellitus (D.M.) is een chronische ziekte. Het is voor u als mens met diabetes van belang een aantal zaken in de gaten te houden. U
Nadere informatieHeb je na het lezen van het boekje nog vragen? Stel die vragen dan aan je ouders, de kinderarts of de kinderdiabetesverpleegkundige.
Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Deze folder is geschreven voor kinderen met diabetes en hun ouders/ verzorgers. Als je diabetes hebt, dan zijn er een aantal belangrijke regels waar je naar moet
Nadere informatieAandachtspunten bij pompgebruik.
Aandachtspunten bij pompgebruik. 1. Algemeen. Zorg er altijd voor een noodkit bij te hebben met daarin het volgende: Reservekatheter, reservespuit, reservenaald, serter, reservebatterijen en insuline voor
Nadere informatieZelfregulatie bij Diabetes Mellitus. Interne geneeskunde
Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus Interne geneeskunde Inhoudsopgave Zelfregulatie...5 De werking van insuline...6 HBA1C waarde...9 Algemene adviezen voor zelfregulatie...9 Verschijnselen van hypo- en
Nadere informatieInsulinepomptherapie
Insulinepomptherapie In deze brochure kunt u alles lezen over InsulInepomptherapIe en een goed beeld krijgen van de voor- en nadelen. ook worden begrippen die te maken hebben met InsulInepomptherapIe uitgelegd.
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Diabetes en sport
PATIËNTEN INFORMATIE Diabetes en sport Waarom aan beweging doen? Het Maasstad Ziekenhuis vindt het belangrijk om u te motiveren tot beweging/sport. Een actieve leefstijl is voor iedereen gezond. Een half
Nadere informatieVoorlichting insulinepomptherapie
Voorlichting insulinepomptherapie Van oriëntatie tot start Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Samen met uw internist en diabetesverpleegkundige heeft u besloten
Nadere informatieDiabetescentrum. Locatie VUmc. Insulinepomptherapie
Diabetescentrum Locatie VUmc Insulinepomptherapie Amsterdam UMC Diabetescentrum 3 Inhoud Algemene doelstelling van insulinepomptherapie: Een verbeterde glucoseregulatie en een verhoging van de kwaliteit
Nadere informatieHOE GEBRUIK IK ABASAGLAR
HOE GEBRUIK IK ABASAGLAR Waarom deze brochure? Uw arts heeft u Abasaglar voorgeschreven. In deze brochure vindt u meer informatie over deze insuline. Daarnaast vindt u in deze brochure een aantal punten
Nadere informatieVoorbereiding onderzoek voor diabetespatiënten
Voorbereiding onderzoek voor diabetespatiënten Interne Geneeskunde Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina 1. Behandeling in de ochtend: vanaf 24.00 uur nuchter 5 2. Behandeling in de middag: nuchter of licht
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Diabetes en sport
PATIËNTEN INFORMATIE Diabetes en sport Waarom aan beweging doen? Het Maasstad Ziekenhuis vindt het belangrijk om u te motiveren tot beweging/sport. Een actieve leefstijl is voor iedereen gezond. Een half
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 1 maal daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 1 maal daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Wat te doen bij een hypo (
Nadere informatieAanpassen diabetesmedicatie tijdens voorbereiding voor gastroscopie die vóór 12.00 uur plaatsvindt
Aanpassen diabetesmedicatie tijdens voorbereiding voor gastroscopie die vóór 12.00 uur plaatsvindt Diabetespolikliniek Beter voor elkaar 2 Inleiding U heeft deze folder ontvangen zodat u uw diabetesmedicatie
Nadere informatieGastroscopie of ERCP
Gastroscopie of ERCP Richtlijnen voor medicijngebruik bij patiënten met diabetes mellitus Interne geneeskunde Scopiecentrum Locatie Hoorn/Enkhuizen Informatie Richtlijn medicijngebruik voor patiënten met
Nadere informatieHoofdstuk 5 E Controleren van de bloedglucose: hoe?
Hoofdstuk 5 E Controleren van de bloedglucose: hoe? Duur 20 minuten Leerdoelen deelnemers Deelnemers leren hoe zij hun bloedglucosewaarden in de gaten kunnen houden; op de korte termijn door middel van
Nadere informatieWerkboek Diabetes en zelfregulatie
Werkboek Diabetes en zelfregulatie Inleiding Dit werkboek is bedoeld voor diabetespatiënten die in overleg met hun diabetesverpleegkundige gaan werken met zelfregulatie. Het doel van zelfregulatie is het
Nadere informatiePompdagboekje. Glucoin SPAAR JE GLUCOINS!
Pompdagboekje Glucoin SPAAR JE GLUCOINS! 5 Gluky; jouw diabetesvriend Gluky is jouw diabetesvriend bij Mediq Direct Diabetes. Ook leert Gluky je beter begrijpen wat diabetes is en kun je door Glucoins
Nadere informatie