5. Samenvattende conclusies en beleidsaanbevelingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "5. Samenvattende conclusies en beleidsaanbevelingen"

Transcriptie

1 5. Samenvattende conclusies en beleidsaanbevelingen 5.1 Opbouw van het hoofdstuk Hoofdstuk 5 geeft een samenvatting van de conclusies en de beleidsaanbevelingen van de raad inzake de adviesaanvraag van het kabinet over de meting van koopkrachtmutaties. In 5.2 wordt een relatie gelegd tussen koopkrachtoverzichten (kengetallen voor de koopkracht) en de doelstellingen van het inkomensbeleid. In 5.3 wordt stilgestaan bij de beperkingen die het gebruik van kengetallen met zich meebrengt. In 5.4 en 5.5 evalueert de raad de gebruikswaarde van de verschillende typen koopkrachtkengetallen. Tenslotte wordt in 5.6 nader ingegaan op de vraag in hoeverre de overheid verantwoordelijk is voor het realiseren van koopkrachtramingen en wat dit betekent voor de omgangsvormen en de communicatie naar de burgers. 5.2 Inkomensbeleid en koopkrachtcijfers De vraag naar informatie over koopkracht en inkomensverdeling hangt samen met één van de centrale doelstellingen van het sociaal-economisch beleid: de bevordering van de totstandkoming van een redelijke inkomensverdeling. De overheid heeft op dit gebied blijkens de Grondwet een expliciete verantwoordelijkheid. Artikel 20, eerste lid, stelt: De bestaanszekerheid der bevolking en de spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid. Het inkomensbeleid staat niet op zich, maar heeft een nauwe relatie met de overige doelstellingen van sociaal-economisch beleid. Bij de primaire inkomensverdeling komt deze samenhang duidelijk tot uiting. In zijn advies Convergentie en overlegeconomie noemt de raad de mate waarin de doelstellingen 'evenwichtige economische groei' en een 'zo groot mogelijke arbeidsparticipatie' kunnen worden verwerkelijkt, van doorslaggevend belang voor de mogelijkheden om een redelijk te achten inkomensverdeling te verwezenlijken. Daarbij heeft de raad onderkend dat beleidsinstrumenten voor de bevordering van arbeidsparticipatie kunnen rivaliseren met onmiddellijke doeleinden van inkomenspolitieke aard. Dit komt onder meer tot uitdrukking bij de vaststelling van het wettelijk minimumloon. 123

2 De uitkomsten van de primaire inkomensverdeling worden bepaald door de markt, door sociale partners en door de overheid. De primaire inkomens omvatten de lonen, de winsten en de inkomsten uit vermogen. Daarbij berust de verantwoordelijkheid voor de loonvorming bij de partijen die betrokken zijn bij collectieve en individuele arbeidsovereenkomsten. In de secundaire inkomensverdeling staat de herverdeling van primaire inkomens centraal. Deze herverdeling loopt via de belastingen, de premies en de ongebonden inkomensoverdrachten en beslaat als zodanig een beleidsterrein waar politieke opvattingen zwaar wegen. Toch berust de verantwoordelijkheid voor de secundaire inkomensverdeling en het beleid dat daarop van invloed is niet alleen bij de overheid. Naar het oordeel van de raad geldt voor de premies werknemersverzekeringen het principe dat deze kostendekkend en derhalve min of meer autonoom moeten worden vastgesteld. Verder ligt de verantwoordelijkheid voor bijvoorbeeld de vut- en pensioenpremies bij de sociale partners. Ook bij de secundaire inkomensverdeling geldt dat maatregelen van inkomenspolitieke aard niet automatisch in het verlengde liggen van de doelstellingen op het gebied van de arbeidsparticipatie en de economische groei. De tertiaire inkomensverdeling, tenslotte, baseert zich op de secundaire, maar houdt voorts rekening met het profijt dat individuen en huishoudens hebben van (semi)collectieve goederen en voorzieningen, zoals huursubsidie, studiefinanciering en culturele voorzieningen. Het uiteenlopende gebruik dat de verschillende inkomensgroepen van deze voorzieningen maken, bepaalt de tertiaire inkomensverdeling. Omdat de overheid de hoofdverantwoordelijke is voor het aanbod en de prijs van collectieve goederen en diensten, draagt zij een grote verantwoordelijkheid voor de resulterende tertiaire inkomensverdeling. Ook hier is dus de vraag aan de orde of het beleid terzake bijdraagt aan de doelstelling van een redelijke inkomensverdeling. Bij het voeren en beoordelen van het inkomensbeleid maken velen, inclusief de SER, sinds jaar en dag gebruik van koopkrachtoverzichten. Het waarschijnlijk eerste koopkrachtoverzicht dateert van en betrof 'de ontwikkeling van het reëel besteedbare inkomen van werknemers met een loon juist beneden de laagste premiegrens der sociale verzekeringen (met twee kinderen)'. Deze koopkrachtberekening werd door de SER gebruikt in een analyse over een verantwoorde loonontwikkeling: de loonraming van het CPB, de groei van de arbeidsproductiviteit en de groei van het nationaal inkomen 1 Sociaal-Economische Raad, 13de halfjaarlijks economisch rapport 1968-II, Den Haag 1968, p

3 werden afgezet tegen de (destijds achterblijvende) koopkrachtontwikkeling van de modale werknemer. Koopkrachtberekeningen beogen in een belangrijke informatiebehoefte te voorzien. Beleidsmakers willen weten wat de gevolgen zijn voor de koopkracht van voorgenomen beleidsmaatregelen voor verschillende huishoudenstypen en inkomensgroepen. Als zou blijken dat een beleidspakket de inkomensverdeling op een ongewenste manier zou beïnvloeden, kunnen tijdig alternatieve of compenserende maatregelen overwogen worden. Koopkrachtkengetallen zijn er in verschillende soorten en maten en kunnen antwoord geven op uiteenlopende vragen. Zo zijn er kengetallen die informatie geven over het effect van afzonderlijke beleidsmaatregelen op de koopkracht van verschillende groepen huishoudens en inkomenscategorieën. Soortgelijke kengetallen kunnen behulpzaam zijn bij het maken van een meer algemene raming van de koopkrachtontwikkeling in het komende jaar. In dat geval geven de koopkrachtcijfers een beeld van de verwachte effecten van het voorgenomen overheidsbeleid en van enkele algemeen werkende factoren als de contractloonstijging en de prijsontwikkeling. Andere koopkrachtkengetallen geven inzicht in de feitelijke ontwikkeling van het reëel besteedbare inkomen in de loop van de tijd. Daarbij gaat het niet om ramingen van de koopkrachtmutaties voor verschillende groepen van huishoudens, maar om gerealiseerde ontwikkelingen. Deze kengetallen richten zich niet op het apart in beeld brengen van afzonderlijke invloeden, maar om de presentatie van een totaaleffect, inclusief de invloed van persoonlijke omstandigheden als werkaanvaarding, ontslag, verhuizing en gezinsuitbreiding. Op deze manier ontstaat een beeld van de dynamiek in het inkomensgebouw. Naast dit inhoudelijke gebruik voor het voorbereiden en evalueren van beleid, spelen koopkrachtoverzichten in de praktijk ook een rol bij de communicatie tussen beleidsmakers en burgers. Beleidsmakers maken van de cijfers gebruik om (algemene) uitspraken te doen over het koopkrachtbeeld in het volgende jaar. De vraag of, en zo ja in welke mate, van koopkrachtoverzichten gebruik wordt gemaakt bij de presentatie en beoordeling van overheidsbeleid, betreft een politieke afweging. Door contractpartijen worden bij het voeren van loononderhandelingen op een gelijksoortige wijze afwegingen gemaakt. 5.3 Beperkingen van koopkrachtoverzichten Het inkomensbeleid omvat meer dan de ontwikkeling van het reëel besteedbare inkomen. Koopkrachtoverzichten kunnen derhalve slechts in een deel van de voor het inkomensbeleid benodigde informatie voorzien. Maar ook 125

4 op dat terrein moet rekening worden gehouden met een aantal beperkingen. Voor een deel vloeien deze voort uit eigenschappen die alle kengetallen eigen zijn. Andere beperkingen hangen samen met het type koopkrachtkengetal (zie 5.5). Een kengetal dient een veelheid aan informatie op een adequate manier samen te vatten. Informatie die niet of onvolledig beschikbaar is (schenkingen, erfenissen, inkomsten uit vermogen, zwart werk) kan logischerwijs niet of nauwelijks bij het opstellen van een koopkrachtoverzicht meegenomen worden. Daarnaast zal de samentrekking die in het kengetal plaatsvindt altijd verlies aan informatie opleveren, doordat wordt gewerkt met gemiddelden en abstracties. Bij abstracties wordt een deel van de werkelijkheid bewust buiten beschouwing gelaten. Een goed voorbeeld hiervan is het huishouden van Jan Modaal in het traditionele koopkrachtoverzicht. Jan Modaal heeft een niet werkende partner en twee kinderen van 6 en 11 jaar oud. De factoren die de koopkracht van dit huishouden kunnen beïnvloeden, zijn vooraf limitatief vastgesteld. Overige invloeden, tot en met het ouder worden van de kinderen, blijven per definitie buiten beeld. Werkelijke huishoudens met een modaal inkomen, die in de praktijk wel met alle overige invloeden te maken hebben, zullen zich dus maar gedeeltelijk in de familie Modaal kunnen herkennen. Ook het werken met gemiddelden levert verlies aan informatie op. Veel koopkrachtoverzichten werken met gemiddelden voor de huurstijging, de geldontwaarding, de loonontwikkeling, de lokale lasten, de ziektekostenpremies en de indexering van pensioenen. Bovendien worden koopkrachtcijfers altijd gepresenteerd voor het gemiddelde of mediane huishouden van de desbetreffende groep. En wat voor een gemiddeld huishouden geldt, hoeft niet voor individuele huishoudens op te gaan. Op het oog zou deze beperking ondervangen kunnen worden door overzichten op te stellen voor vele tientallen inkomensgroepen (minimumloon, 1,2,3 en 4 keer modaal etc.), sociaal-economische categorieën (uitkeringsgerechtigd, werknemer, zelfstandig, gepensioneerd) en huishoudtypen (alleenverdiener, tweeverdiener, alleenstaand; met en zonder kinderen). Het bezwaar van deze benadering ligt niet alleen op het vlak van de sterk toenemende onoverzichtelijkheid 2. Even bezwaarlijk is dat de indruk zou kunnen ontstaan dat het resulterende koopkrachtoverzicht wel goed op de werkelijkheid aansluit, terwijl dit, gegeven de complexiteit van de samenleving en de nog steeds gehanteerde abstracties, ook dan maar gedeeltelijk het geval zal zijn. 2 In bepaalde gevallen kan de presentatie met behulp van grafieken worden verhelderd. 126

5 Bij koopkrachtkengetallen die de verandering in het reëel besteedbare inkomen in het komende jaar voorspellen gelden uiteraard de onzekerheidsmarges die alle ramingen eigen zijn. Naast de problemen uit hoofde van niet-beschikbare informatie, het werken met gemiddelden en abstracties en de onzekerheidsmarges bij koopkrachtramingen geldt de kanttekening dat koopkrachtoverzichten doorgaans betrekking hebben op veranderingen van jaar op jaar. Dit is een andere meetbasis dan die van maand op maand, zoals burgers onder meer ervaren aan de hand van hun loonstrookjes of maandelijkse pensioenoverzichten. Het verschil in benadering kan aanleiding geven tot verwarring. Zo kan een positieve koopkrachtraming voor het hele jaar samengaan met een achteruitgang van het netto loon 3 of aanvullend pensioen 4 in januari. Het is daarom noodzakelijk om bij de presentatie van koopkrachtramingen te benadrukken dat de ramingen betrekking hebben op een heel jaar en dat de mutatie in het netto maandloon van januari over het algemeen niet maatgevend behoeft te zijn De gebruikswaarde van koopkrachtoverzichten Met inachtneming van de bovengenoemde kanttekeningen en beperkingen kunnen koopkrachtoverzichten nuttig zijn bij het formuleren en beoordelen van het inkomensbeleid. Het spreekt voor zich dat koopkrachtcijfers deze rol alleen kunnen waarmaken als hun kwaliteit, binnen de aangegeven beperkingen, onomstreden is. Alleen dan kunnen bepaalde koopkrachtoverzichten desgewenst een rol spelen bij de afstemming tussen verschillende partijen (overheid, sociale partners) bij de vormgeving van het sociaal-economische beleid en meer in het bijzonder het inkomensbeleid. 3 Een grote verlaging van belastingen of premies in december betekent een aanmerkelijke koopkrachtverbetering in het komende jaar ten opzichte van het afgelopen jaar. Dit blijkt echter op geen enkele manier uit het loonstrookje van januari. Een kleine belasting- of premieverhoging per 1 januari kan dan ten onrechte de indruk van koopkrachtverlies wekken. 4 Gemiddeld gaan AOW-ers met een klein aanvullend pensioen in 1998 er als huishouden in koopkracht op vooruit. Als gevolg van de PEMBA-operatie slaat de vooruitgang geheel neer in het AOW-pensioen, terwijl het aanvullend pensioen een achteruitgang laat zien. Gepensioneerden kunnen deze achteruitgang direct aflezen op de maandelijkse specificatie van hun pensioenfonds. Aldus kan ten onrechte de indruk van koopkrachtverlies ontstaan. 5 Dit geldt te meer doordat maar een deel van de aanpassingen van lonen en uitkeringen per 1 januari plaatsvindt. Voor de uitkeringen vindt een tweede aanpassing plaats per 1 juli. Het moment waarop de aanpassing van de lonen plaatsvindt, wordt bepaald door de collectieve of individuele arbeidsovereenkomst. 127

6 Met name door de ervaringen met de loon- en pensioenstrookjes van januari 1998, waarbij veel burgers een lager netto maandinkomen niet konden rijmen met de op Prinsjesdag aangekondigde positieve koopkrachtontwikkeling, is aan de orde of de sinds jaar en dag gebruikte koopkrachtoverzichten nog wel aan de eisen voldoen die men aan een koopkrachtkengetal zou mogen stellen. In zijn adviesaanvraag spreekt de minister van mogelijke aanvullingen op de bestaande systematiek in de vorm van bestaande of nieuw te ontwikkelen kengetallen. De raad is van mening dat de problematiek van de loonstrookjes een specifiek karakter heeft. Zolang de standaard koopkrachtoverzichten worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn, lijken ze geen grote bezwaren op te roepen. Bij majeure operaties (het plan-simons, WULBZ en PEMBA) geldt wel dat de koopkrachtoverzichten bijzondere aandacht vragen op het gebied van de communicatie naar de burger over de specifieke gevolgen van de operatie en de relatie tot het meer algemene koopkrachtbeeld. Voor de raad staat derhalve niet centraal welke aanvulling op de bestaande koopkrachtoverzichten zinvol kan zijn, maar in welke informatiebehoefte koopkrachtoverzichten nu eigenlijk moeten voorzien. Daartoe heeft de raad de verschillende beschikbare kengetallen voor de koopkracht (statisch aan de hand van fictieve huishoudens en inkomensgroepen, statisch en comparatiefstatisch op basis van micro-simulatie, dynamisch op basis van een inkomenspanel) onderling vergeleken aan de hand van de criteria representativiteit, voorspelkwaliteit, verifieerbaarheid, overzichtelijkheid en operationaliteit. Het relatieve gewicht van deze criteria is mede afhankelijk van de onderliggende informatiebehoefte. Om een voorbeeld te noemen: bij het volgen van de koopkrachtontwikkeling in de tijd is de representativiteit (zoveel mogelijk huishoudens in beeld, het meenemen van zoveel mogelijk invloeden) belangrijker dan de voorspelkwaliteit. Als het de bedoeling is het recente verleden in beeld te brengen, speelt de voorspelkwaliteit geen enkele rol. Een ander voorbeeld betreft het doorrekenen van de gevolgen voor de koopkracht van een nieuw belastingstelsel. Ook hier zal representativiteit naar inkomensbronnen (inclusief allerlei aftrek- en bijtelposten), inkomenscategorieën (inclusief groepen rond belasting- en premiegrenzen) en huishoudenstypen (inclusief tweeverdieners) voorop staan. De methodiek van het standaard koopkrachtoverzicht, dat uitgaat van een beperkt aantal fictieve huishoudens met een beperkt aantal van te voren vastgestelde inkomenscomponenten, schiet hier tekort. Voor een dergelijke exercitie is micro-simulatie op basis van de gegevens van een groot aantal werkelijk bestaande huishoudens de aangewezen benadering. 128

7 Uit de confrontatie tussen de informatiebehoefte, de beschikbare kengetallen en de gehanteerde criteria komt volgens de raad naar voren dat er geen ideaal, allesomvattend koopkrachtkengetal bestaat. Afhankelijk van de te beantwoorden beleidsvraag kunnen verschillende kengetallen worden gebruikt, ieder met hun sterkere en zwakkere punten. De raad heeft bij zijn advisering gebruik gemaakt van de expertise van het Centraal Planbureau, het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Sociaal en Cultureel Planbureau en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Aan deze instellingen zijn in de loop van het adviestraject verschillende vragen voorgelegd. De daarop ontvangen antwoorden zijn opgenomen als bijlagen bij dit advies. Daarbij is het de raad gebleken dat de producenten van koopkrachtkengetallen voortdurend bezig zijn om hun overzichten te verbeteren. Bij het Centraal Planbureau zijn bijvoorbeeld koopkrachtoverzichten op basis van microsimulatie in ontwikkeling die op het belangrijke criterium van de representativiteit beter zullen voldoen dan de standaard koopkrachtoverzichten. Samenvattend kan worden gesteld dat alle beschikbare kengetallen aan hoge eisen voldoen, mits het gebruik van het kengetal aansluit bij het doel waarvoor het ontwikkeld is. Van groot belang is dat de gebruikers zich steeds voldoende rekenschap blijven geven van de beperkingen van koopkrachtkengetallen in het algemeen, en van een gekozen systematiek in het bijzonder. Daarom verdient het aanbeveling dat de producenten van koopkrachtcijfers bij elke presentatie daarvan een korte toelichting verschaffen die aangeeft wat de mogelijkheden, beperkingen en onzekerheden van het gepresenteerde overzicht zijn en wat daaruit derhalve wel en niet kan worden afgeleid. 5.5 Welk koopkrachtkengetal in welke situatie? In het voorgaande is aangegeven dat er geen ideaal allesomvattend koopkrachtkengetal bestaat. Voor alle onderzochte kengetallen geldt dat ze aan hoge eisen voldoen, maar ook beperkingen kennen waar gebruikers zich permanent rekenschap van moeten geven. Uiteindelijk is de onderliggende beleidsvraag bepalend voor de vraag welk kengetal de meest bruikbare informatie biedt. Als het gaat om het in beeld brengen van jaar-op-jaareffecten van algemeen beleid (overheid, sociale partners) dan lijkt de recent ontwikkelde statische micro-simulatie van het Centraal Planbureau een interessante aanvulling te zijn op de huidige systematiek. De voordelen ten opzichte van het sinds 1968 gehanteerde standaard koopkrachtoverzicht zijn vooral gelegen in de hogere 129

8 representativiteit. Deze hogere representativiteit wordt verkregen doordat micro-simulatie niet uitgaat van fictieve huishoudens, maar van een databestand met de gegevens van een groot aantal werkelijk bestaande huishoudens. Bezwaren van micro-simulatie doen zich onder meer voor bij de relatie koopkrachtcijfer-terugkoppeling naar beleid (het operationaliteitscriterium). De samenvattende categorieën in het koopkrachtoverzicht bevatten immers huishoudens die in verschillende omstandigheden verkeren, zoals huishoudens met en zonder kinderen. Dit bezwaar kan echter worden ondervangen door als beleidsregel te hanteren dat opvallende effecten, die wellicht in de gepresenteerde mediaan niet tot uitdrukking komen, afzonderlijk in kaart worden gebracht. Op basis daarvan kunnen beleidsmakers zo nodig passende maatregelen treffen 6. Een ander bezwaar van de CPB-microsimulatie is dat het CPB, anders dan het Centraal Bureau voor de Statistiek, niet gerechtigd is om de meer actuele en volledige gegevens van de Belastingdienst te gebruiken 7. Dit beïnvloedt de kwaliteit van de ramingen nadelig. Bovendien bemoeilijkt het feit dat verschillende instellingen met verschillende bestanden werken de verifieerbaarheid van de gepresenteerde uitkomsten. Het zou wenselijk zijn, zo meent de raad, dat alle betrokken instellingen over zo recent en volledig mogelijke bestanden kunnen beschikken. Overigens zullen beleidsmakers de behoefte blijven voelen te kunnen beschikken over de resultaten van de standaard koopkrachtoverzichten die gebaseerd zijn op (fictieve) huishoudens en inkomensgroepen. Ook bij het in kaart brengen van de koopkrachteffecten van afzonderlijke beleidsmaatregelen lijkt de microsimulatie een interessante aanvullende systematiek. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen ex ante effecten, effecten inclusief macro-economische doorwerkingen en effecten inclusief de kwantificering van gedragsreacties op individueel niveau. De statische microsimulatie, zoals die door het CPB wordt gebruikt, beperkt zich tot de eerste twee effecten. Hiermee kan in het algemeen een goed 6 Het koopkrachtoverzicht van het CPB maakt bij de categorie werknemers geen onderscheid tussen werknemers in de marktsector en werknemers in de zorgsector en bij de overheid. Doorgaans zal dat geen probleem opleveren. Als dat wel het geval is, dan zal dat al snel blijken uit een relatief grote spreiding rond de gepresenteerde mediane werknemer. Nader onderzoek kan dan uitwijzen of er met een afzonderlijke categorie, bijvoorbeeld de ambtenaren, iets bijzonders aan de hand is. 7 Hetzelfde probleem doet zich voor bij de andere instellingen die met microsimulatie werken, waaronder het SCP. 130

9 inzicht worden verkregen in de primaire koopkrachteffecten van maatregelen. De benadering die doorgaans wordt gevolgd door het SCP houdt ook rekening met gedragseffecten op microniveau, met name bij determinanten van de tertiaire inkomensverdeling, zoals de consumptie van overheidsdiensten. De effecten met en zonder gedragsreacties geven een indruk van de minimale en maximale welvaartseffecten. Maatregelen die cohortsgewijs worden ingevoerd hebben geen directe koopkrachteffecten, omdat bestaande gevallen worden ontzien en nieuwe gevallen geen koopkrachtverlies ervaren. Door middel van een comparatiefstatische vergelijking kan met microsimulatie inzicht worden verkregen in de effecten op lange termijn op de relatieve inkomenspositie van bepaalde categorieën huishoudens. Bij het beoordelen van de ontwikkeling van de inkomensverhoudingen in het verleden biedt de dynamische koopkrachtberekening van het Centraal Bureau voor de Statistiek een interessante benadering. Statische koopkrachtoverzichten houden onvoldoende rekening met gedragseffecten en wijzigingen in persoonlijke omstandigheden. Dergelijke invloeden op individueel niveau zijn echter niet alleen van groot belang voor de feitelijke koopkrachtontwikkeling, maar ook relevant in het kader van het participatiebeleid en de armoedebestrijding. Met behulp van dynamische koopkrachtberekeningen is het mogelijk om de mobiliteit in het inkomensgebouw te volgen. Hieruit blijkt onder meer welke groepen slechts tijdelijk op het sociaal minimum zijn aangewezen en welke groepen (potentieel) tot de langdurige minima behoren. Dergelijke informatie is van belang naast het antwoord op de vraag of de inkomensverdeling al dan niet schever is geworden 8. Overigens is de operationaliteit gering omdat door de veelheid van betrokken factoren en de vaak grote spreiding binnen de onderscheiden groepen het niet eenvoudig is een relatie te leggen tussen de gepresenteerde koopkrachtmutaties en (onderdelen van) het beleid. 5.6 Verantwoordelijkheidsverdeling, omgangsvormen en communicatie De overheid is maar gedeeltelijk verantwoordelijk voor de veelheid aan factoren die de koopkracht beïnvloeden. De overheid is verantwoordelijk voor de belastingen en slechts gedeeltelijk verantwoordelijk voor de premies en de prijsontwikkeling. De invloed op de loonontwikkeling en op persoonlijke 8 Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besteedt sinds 1985 op gezette tijden aandacht aan de dynamische koopkrachtontwikkeling. 131

10 keuzes en omstandigheden van huishoudens (werkaanvaarding, promotie, ontslag, verhuizing, gezinsuitbreiding en dergelijke) is hooguit indirect. Dit brengt met zich mee dat de algemene koopkrachtraming voor het komende jaar zoals die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd niet enkel de invloed van overheidsbeleid weerspiegelt. Voor het overige gaat het om zo goed mogelijke aannames over de invloed van algemeen werkende factoren als de gemiddelde contractloonontwikkeling, de gemiddelde ontwikkeling van de ziektekostenpremies, de gemiddelde indexering van pensioenen en de gemiddelde prijsontwikkeling. Deze andere invloeden, die het koopkrachtbeeld mede bepalen, vallen niet onder de directe verantwoordelijkheid van de overheid. Een algemene niet-gespecificeerde koopkrachtraming zou ten onrechte de indruk kunnen wekken dat de overheid verantwoordelijkheid is voor het realiseren van de geraamde uitkomsten. Het is dan ook zaak dat over de verantwoordelijkheid van de overheid terzake in de communicatie naar de burgers duidelijkheid betracht wordt. Als door de overheid of door politici stellige uitspraken worden gedaan over de koopkrachtontwikkeling in het komende jaar, terwijl men zich in feite baseert op zo goed mogelijke ramingen (inclusief de veronderstelde invloed van derden), kan bij het publiek al snel de indruk ontstaan dat een koopkrachtgarantie wordt afgegeven, waarop men later kan worden aangesproken. Het staat een kabinet natuurlijk vrij om koopkrachtgaranties af te geven, afgezien van de vraag of dat verstandig is. Maar in dat geval moet het voor de burger wel duidelijk zijn dat het gaat om beloftes die de overheid ook inderdaad kan en wil waarmaken. Daarbij gaat het niet alleen om beloftes over de algemene koopkrachtontwikkeling, maar bijvoorbeeld ook om uitspraken over de koopkrachteffecten uit hoofde van specifieke veranderingen in wet- en regelgeving (PEMBA). Voor de onderkant van het inkomensgebouw (het minimumloon, de daarvan afgeleide uitkeringen, AOW) geldt dat de overheid een zeer grote invloed heeft op het resulterende koopkrachtbeeld 9. De overheid bepaalt hier zowel de hoogte van de bruto inkomens als de wijzigingen in de belasting- en premiesfeer. Met uitzondering van de prijsontwikkeling (waaronder de huurverhoging) speelt de invloed van derden een beperkte rol. Dit maakt dat beleidsmakers aan koopkrachtramingen voor inactieven met een wettelijke 9 Grosso modo geldt hetzelfde voor inactieven met een wettelijke WW- en/of WAO-uitkering. 132

11 uitkering alsmede voor actieven werkzaam tegen het minimumloon relatief veel houvast hebben 10. Voor de andere inkomenscategorieën geldt evenwel dat de koopkrachtraming in veel sterkere mate omgeven is met onzekerheden omtrent de invloed van niet door de overheid bepaalde factoren. Een goed voorbeeld van genoemde onzekerheden is de raming van de gemiddelde contractloonontwikkeling. Deze raming is gebaseerd op een veelheid aan individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten die een grote spreiding vertonen qua loonontwikkeling, met name door de uiteenlopende fasering in de tijd. Veel van deze overeenkomsten zullen bovendien in de loop van het ramingsjaar worden herzien. Hierdoor kan de feitelijke uitkomst mee- of tegenvallen ten opzichte van de oorspronkelijke raming, zonder dat de overheid daar veel invloed op heeft. De spreiding in de tijd tussen de verschillende cao s betekent ook dat de raming voor de gemiddelde contractloonstijging op jaarbasis minder zeggingskracht heeft voor individuele huishoudens. Vergelijkbare problemen doen zich voor bij de ramingen van de gemiddelde indexering van de aanvullende pensioenen, de gemiddelde ontwikkeling van de pensioenpremies en de gemiddelde ontwikkeling van de particuliere ziektekostenpremies. Uitspraken door de overheid over de koopkrachtontwikkeling van de andere inkomensgroepen zijn met grotere onzekerheden omgeven, gezien de vele uiteenlopende effecten die het uiteindelijke beeld beïnvloeden en waarop de overheid hooguit een indirecte invloed heeft. Bovendien impliceert het doen van dergelijke uitspraken dat de overheid ervan uitgaat dat de veronderstelde effecten die voor verantwoordelijkheid van derden komen, ook inderdaad zullen optreden. Daaromtrent bestaat, gelet op de verschillende verantwoordelijkheden, echter geen enkele zekerheid. Uit het bovenstaande blijkt dat het zinvol kan zijn om bij de communicatie naar de burger een duidelijker onderscheid aan te brengen tussen factoren waarop de overheid (rijk en lagere overheden) wel en geen doorslaggevende invloed heeft. Bij de presentatie van de algemene koopkrachtraming zou het overheidsaandeel in de totale ontwikkeling in eerste instantie benaderd kunnen worden door de koopkrachtmutaties uit hoofde van belasting- en premiemaatregelen 11 en het aandeel van de overheid in de prijsontwikkeling De koopkrachtraming zal nog steeds gebaseerd blijven op gemiddelde ramingen voor bijvoorbeeld de huurstijging, de lokale lasten, de nominale ziekenfondspremie en de prijsontwikkeling. 11 Te weten het deel van de sociale premies dat door bewindslieden wordt vastgesteld of goedgekeurd. 12 Daarbij komt dat de koopkrachteffecten die voor rekening van de overheid komen (met name in de belasting- en premiesfeer) een veel kleinere onzekerheidsmarge hebben dan de raming van het algemene koopkrachtbeeld. De raming voor het algemene koopkrachtbeeld wordt immers sterk beïnvloed door de veel grotere onzekerheidsmarges rond de geraamde geldontwaarding en contractloonontwikkeling. 133

12 Deze ruwe benadering houdt nog geen rekening met de koopkrachtgevolgen van veranderingen op het gebied van de sociale zekerheid, die eveneens voor rekening van de overheid komen. Waar mogelijk zou de invloed hiervan ook afzonderlijk in de algemene koopkrachtraming moeten worden vermeld. Waar dit om (technische redenen) niet haalbaar is, verdient het aanbeveling om de koopkrachteffecten voor specifieke groepen duidelijk in beeld te brengen 13. Den Haag, 19 juni 1998 K.G. de Vries voorzitter N.C.M. van Niekerk algemeen secretaris 13 Momenteel worden koopkrachteffecten die slechts voor enkele groepen gelden afzonderlijk gepresenteerd als bijlage bij de Sociale Nota. 134

CPB Achtergronddocument 16 augustus Toelichting aanpassingen presentatie koopkrachtramingen CPB. Patrick Koot Marente Vlekke

CPB Achtergronddocument 16 augustus Toelichting aanpassingen presentatie koopkrachtramingen CPB. Patrick Koot Marente Vlekke CPB Achtergronddocument 16 augustus 2018 Toelichting aanpassingen presentatie koopkrachtramingen CPB Patrick Koot Marente Vlekke Toelichting aanpassingen presentatie koopkrachtramingen CPB Patrick Koot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

1 Kamerstukken II, , 33682, nr. 11. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA

1 Kamerstukken II, , 33682, nr. 11. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

De bruikbaarheid van koopkrachtplaatjes

De bruikbaarheid van koopkrachtplaatjes De bruikbaarheid van koopkrachtplaatjes Rond de behandeling van de begroting van SZW ontstaan ieder jaar heftige debatten over de koopkracht. Koopkrachtplaatjes staan daarbij centraal, maar wat zeggen

Nadere informatie

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Opdrachtgever SZW Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Opdrachtnemer CPB / D. van Vuuren, M. Gielen Onderzoek Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Categorie Wets- en beleidsevaluatie Conclusie

Nadere informatie

Koopkrachtplaatje 3.1

Koopkrachtplaatje 3.1 Koopkrachtplaatje 3.1 Roland Zwiers 1 Het CPB presenteert al 45 jaar koopkrachtoverzichten. Die overzichten kunnen opgevat worden als kengetallen voor beleidsmakers. Maar net als andere kengetallen hebben

Nadere informatie

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip CPB Notitie 1 juni 13 Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Ministerie

Nadere informatie

Rapportage presentatie koopkracht

Rapportage presentatie koopkracht Rapportage presentatie koopkracht Naar aanleiding van besprekingen in de werkgroep zullen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en het Centraal Planbureau (CPB) de presentatie en methodologie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2008 Nr. 58 BRIEF VAN

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Aanleiding Elke vier jaar moet de vraag worden beantwoord of er omstandigheden

Nadere informatie

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten)

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten) Bijlage 5 In het overleg over het begrotingsonderzoek SZW van 22 november 2001 heb ik toegezegd u voor de begrotingsbehandeling nadere informatie te doen toekomen met betrekking tot de inkomensmaatregelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2017

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2017 Koopkrachtberekeningen 2017-2018 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2017 Het Nibud heeft de koopkrachteffecten voor 100 verschillende voorbeeldhuishoudens berekend op basis van de plannen die op Prinsjesdag

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Berekeningen op basis van Regeerakkoord van het kabinet Rutte-II Nibud, 2012 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Berekeningen op

Nadere informatie

De bruikbaarheid van koopkrachtplaatjes

De bruikbaarheid van koopkrachtplaatjes De bruikbaarheid van koopkrachtplaatjes De bruikbaarheid van koopkrachtplaatjes Rond de behandeling van de begroting van SZW ontstaan ieder jaar heftige debatten over de koopkracht. Koopkrachtplaatjes

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen

Koopkrachtberekeningen Koopkrachtberekeningen 2018-2019 Uitgewerkte voorbeelden Januari 2019 Het Nibud heeft de koopkrachteffecten voor 100 verschillende voorbeeldhuishoudens berekend. Hier staan van acht Overzicht % verandering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 982 Beleidsdoorlichting Sociale Zaken en Werkgelegenheid Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Memo beperken inkomenseffecten

Memo beperken inkomenseffecten Memo beperken inkomenseffecten Aanleiding De ongerustheid in de samenleving over de effecten van de nieuwe zorgpremie op het koopkrachtbeeld, de arbeidsmarkt en de werking van het zorgstelsel. Kernpunten

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 360 Wijziging van het Belastingplan 2016 D NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 21 december 2015 Inhoudsopgave 1. Algemeen 1 2. Inkomensbeleid

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Berekeningen op basis van Regeerakkoord van het kabinet Rutte-II Nibud, 2012 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Berekeningen op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2012 Nr. 64 BRIEF VAN

Nadere informatie

Kwalitatieve gevolgen voor de werkgelegenheid op korte termijn van de tegenbegrotingen

Kwalitatieve gevolgen voor de werkgelegenheid op korte termijn van de tegenbegrotingen CPB Notitie Datum : 28 september 2009 Aan : Tweede Kamer Kwalitatieve gevolgen voor de werkgelegenheid op korte termijn van de tegenbegrotingen 1 Inleiding Tijdens de afgelopen Algemene Politieke Beschouwingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) T BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Het rapport van de commissie van Dijkhuizen "Naar een activerender belastingstelsel".

Het rapport van de commissie van Dijkhuizen Naar een activerender belastingstelsel. Het rapport van de commissie van Dijkhuizen "Naar een activerender belastingstelsel". Conclusies na analyse en doorrekenen van de adviezen: -- De adviezen van de Commissie van Dijkhuizen leiden tot een

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-138 3 juli 2002 9.30 uur Verdere daling langdurige minima In 2000 hadden 229 duizend huishoudens al ten minste vier jaar achtereen een inkomen onder

Nadere informatie

2 Statische versus dynamische koopkracht

2 Statische versus dynamische koopkracht Samenvatting Hoewel dynamische koopkrachtcijfers de realiteit beter weergeven, is voor reguliere CPBramingen de statische koopkrachtdefinitie beter bruikbaar. Dat betekent dat de middelste koopkrachtverandering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 140 Herziening Belastingstelsel Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67886 28 november 2017 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur houdende verhoging

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2016

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2016 Koopkrachtberekeningen 2016-2017 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2016 Op Prinsjesdag 2016 berekent het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens. Hier staan van 6 van deze huishoudens

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden januari 2016

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden januari 2016 Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden januari 2016 Op Prinsjesdag 2015 heeft het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens berekend. In januari 2016 zijn ze opnieuw

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 431 Besluit van 14 november 2017, houdende verhoging met ingang van het berekeningsjaar 2018 van enige bedragen, genoemd in artikel 2, tweede

Nadere informatie

Raming aantal personen/huishoudens onder de lage-inkomensgrens 2018 en 2019 Uitgevoerd op verzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek

Raming aantal personen/huishoudens onder de lage-inkomensgrens 2018 en 2019 Uitgevoerd op verzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek CPB Notitie 1 november 2018 Raming aantal personen/huishoudens onder de lage-inkomensgrens 2018 en 2019 Uitgevoerd op verzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek CPB Notitie Aan: CBS, t.a.v. Dhr.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 2015 Uitgewerkte voorbeelden januari 2015

Koopkrachtberekeningen voor 2015 Uitgewerkte voorbeelden januari 2015 Koopkrachtberekeningen voor 2015 Uitgewerkte voorbeelden januari 2015 In januari 2015 berekent het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens. Hier staan van 5 van deze huishoudens

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen

Koopkrachtberekeningen Koopkrachtberekeningen 2017-2018 Uitgewerkte voorbeelden januari 2018 Het Nibud heeft de koopkrachteffecten voor 100 verschillende voorbeeldhuishoudens berekend. Hier staan van negen van deze huishoudens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 20 808 Inkomensbeleid 1989 Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 28 oktober 1988 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 2014 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2013

Koopkrachtberekeningen voor 2014 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2013 Koopkrachtberekeningen voor 2014 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2013 Op Prinsjesdag 2013 berekent het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens. Hier staan van 5 van deze huishoudens

Nadere informatie

CPB Notitie 8 november 2012. Een nadere toelichting op de koopkrachteffecten van het Regeerakkoord

CPB Notitie 8 november 2012. Een nadere toelichting op de koopkrachteffecten van het Regeerakkoord CPB Notitie 8 november 2012 Een nadere toelichting op de koopkrachteffecten van het Regeerakkoord CPB Notitie Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2015

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2015 Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2015 Op Prinsjesdag 2015 berekent het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens. Hier staan van 5 van deze huishoudens

Nadere informatie

Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM

Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Samenvatting belangrijkste resultaten Op verzoek van V&W heeft SZW een eerste inschatting gemaakt van de koopkrachteffecten

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 552 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) P VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 12 mei

Nadere informatie

Koopkracht: een kwestie van tienden

Koopkracht: een kwestie van tienden Koopkracht: een kwestie van tienden De meting van koopkracht en inkomensongelijkheid door het CPB Patrick Koot 12 februari 2016 Inhoud Hoe wordt koopkracht gemeten? Statische koopkrachtdefinitie Microsimulatie

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden januari 2017

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden januari 2017 Koopkrachtberekeningen 2016-2017 Uitgewerkte voorbeelden januari 2017 Op Prinsjesdag 2016 heeft het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens berekend. In januari 2017 zijn ze opnieuw

Nadere informatie

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Bijlage III Het risico op financiële armoede Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,

Nadere informatie

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) CPB Notitie Aan: Ministerie van Financien Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25%

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25% Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25% Inleiding Deze bijlage bevat de effecten van een mogelijke verhoging van de energiebelasting (EB) op aardgas in de

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

CPB Notitie. 1 Inleiding. 2 Ramingsmethodiek. CBS, t.a.v. Dhr. W. Bos & Dhr. F. Otten. Aan:

CPB Notitie. 1 Inleiding. 2 Ramingsmethodiek. CBS, t.a.v. Dhr. W. Bos & Dhr. F. Otten. Aan: CPB Notitie Aan: CBS, t.a.v. Dhr. W. Bos & Dhr. F. Otten Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM Den Haag T 088 9846000 I www.cpb.nl Contactpersoon Patrick Koot

Nadere informatie

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) CPB Notitie Aan: Ministerie van Financien Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij

AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij CPB Notitie 17 juni 2014 AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij. CPB Notitie Aan: SP, Henk van Gerven Datum: 17-6-2014 Betreft: AWBZ-premie over vier schijven

Nadere informatie

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Bijdrage prof. dr. Kees Goudswaard / 49 Financiering van de AOW: solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Deze vraag staat centraal in de bij drage van bijzonder hoogleraar Sociale zekerheid prof.

Nadere informatie

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden.

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. Algemeen. Het bruto inkomen, het besteedbaar inkomen en de koopkracht van het inkomen zijn verschillende dingen. Het besteedbaar inkomen is wat

Nadere informatie

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden.

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. Algemeen. Het bruto inkomen, het besteedbaar inkomen en de koopkracht van het inkomen zijn verschillende dingen. Het besteedbaar inkomen is wat

Nadere informatie

CPB Notitie. 1 Inleiding. Aan: Ewout Irrgang (SP) Datum: 4 november 2011 Betreft: SP alternatief voor de premiestelling ZVW

CPB Notitie. 1 Inleiding. Aan: Ewout Irrgang (SP) Datum: 4 november 2011 Betreft: SP alternatief voor de premiestelling ZVW CPB Notitie Aan: Ewout Irrgang (SP) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070) 3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Paul Besseling Daniel van Vuuren Datum: 4 november 2011

Nadere informatie

SP alternatief voor de premiestelling ZVW Op verzoek van de SP

SP alternatief voor de premiestelling ZVW Op verzoek van de SP CPB Notitie 4 november 2011 SP alternatief voor de premiestelling ZVW Op verzoek van de SP. CPB Notitie Aan: Ewout Irrgang (SP) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 002 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015) Nr. 77 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 18 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het

Nadere informatie

Sector : Conjunctuur en collectieve sector Afdeling/Project : Inkomens en Prijzen Samensteller(s) : N. Bosch Nummer : 133 Datum : 12 december 2005

Sector : Conjunctuur en collectieve sector Afdeling/Project : Inkomens en Prijzen Samensteller(s) : N. Bosch Nummer : 133 Datum : 12 december 2005 CPB Memorandum Sector : Conjunctuur en collectieve sector Afdeling/Project : Inkomens en Prijzen Samensteller(s) : N. Bosch Nummer : 133 Datum : 12 december 2005 Beschrijving koopkrachtberekening Het CPB

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Inkomenseffecten aanpassing zorgtoeslag in 2012 Uitgevoerd op verzoek van de Algemene Rekenkamer

Inkomenseffecten aanpassing zorgtoeslag in 2012 Uitgevoerd op verzoek van de Algemene Rekenkamer CPB Notitie 1 november 213 Inkomenseffecten aanpassing zorgtoeslag in 212 Uitgevoerd op verzoek van de Algemene Rekenkamer. CPB Notitie Aan: Algemene Rekenkamer Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus

Nadere informatie

Uitgewerkte voorbeelden koopkracht 2012-2013. Prinsjesdag 2012

Uitgewerkte voorbeelden koopkracht 2012-2013. Prinsjesdag 2012 Uitgewerkte voorbeelden koopkracht 2012-2013 Prinsjesdag 2012 Koopkrachtontwikkelingen 2012-2013 Voorbeeldberekeningen Prinsjesdag 2012 2012-2013 koopkrachtontwikkeling (bedragen netto per maand) Alle

Nadere informatie

INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG

INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG BIJLAGE INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG 1. Inleiding Deze bijlage geeft een nadere beschrijving van de en van de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet op de (Wzt) en

Nadere informatie

Datum: 23 oktober 2015 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens

Datum: 23 oktober 2015 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens CPB Notitie Aan: Teun van Dijck (PVV), Elbert Dijkgraaf (SGP), Henk Krol (50Plus), Tunahan Kuzu (groep Kuzu/Öztürk), Arnold Merkies ( SP), Pieter Omtzigt (CDA), Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren),

Nadere informatie

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden.

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. Algemeen. De koopkracht van ons pensioen is sinds het uitbreken van de crisis in 2008 sterk gedaald. Ouderen met alleen een AOW-uitkering zagen

Nadere informatie

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 005 Begin 008 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 005 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 700 Kabinetsformatie 2017 Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen

Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen CPB Notitie Datum : 20 april 2006 Aan : FNV, CNV, MHP, NIBUD, SZW, VWS, BZK en FIN Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen 1 Inleiding In het Voorjaarsoverleg is afgesproken dat de vakbonden, de

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 1: aanspraken naar geslacht en burgerlijke staat Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije vandegrift bouwen minder pensioen op via een werkgever dan mannen.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48280 30 december 2015 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur houdende vaststelling

Nadere informatie

Persbericht. Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel

Persbericht. Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaal en Cultureel Planbureau Persbericht PB08-086 18 december 2008 9.30 uur Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel In 2006 verkeerden 623 duizend

Nadere informatie

Armoede in 2010 niet verminderd, toename verwacht in 2011 en 2012

Armoede in 2010 niet verminderd, toename verwacht in 2011 en 2012 Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaal en Cultureel Planbureau Inlichtingen bij ONDER EMBARGO TOT DINSDAG 6 DECEMBER 2011 09:30 UUR Prof. dr. J.J. Latten persdienst@cbs.nl T 070 337 4444 Dr. J.C. Vrooman

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 Vragen gesteld door de leden der Kamer 2012Z18838 Vragen van de leden Pechtold (D66),Wilders (PVV), Roemer (SP), Van Haersma Buma (CDA), Slob (ChristenUnie),

Nadere informatie

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 2 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden,

Nadere informatie

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016. Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016. Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016 Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016 Prinsjesdag 2015 Nibud, september

Nadere informatie

Analyse economische effecten Begrotingsafspraken. Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Analyse economische effecten Begrotingsafspraken. Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal CPB Notitie 17 oktober 2013 Analyse economische effecten Begrotingsafspraken 2014 Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. CPB Notitie Aan: Voorzitter

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009 In opdracht van de ouderenbonden UnieKBO en PCOB Nibud, september 2009 Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2013 Nr. 10 BRIEF VAN

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de NVOG Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 Nota over de toestand van s Rijks financiën 34 819 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek

Nadere informatie

Koopkrachtpakket PvdA. Doorrekening van de koopkrachteffecten van een pakket aan maatregelen. Marjan Verberk, Jasja Bos. Koopkrachtpakket PvdA 3

Koopkrachtpakket PvdA. Doorrekening van de koopkrachteffecten van een pakket aan maatregelen. Marjan Verberk, Jasja Bos. Koopkrachtpakket PvdA 3 Koopkrachtpakket PvdA Doorrekening van de koopkrachteffecten van een pakket aan maatregelen Marjan Verberk, Jasja Bos Koopkrachtpakket PvdA 3 Koopkrachtpakket PvdA Doorrekening van de koopkrachteffecten

Nadere informatie

Inkomens in Helmond RIO 2013

Inkomens in Helmond RIO 2013 FACT sheet Inkomens in Helmond RIO 2013 Informatie van Onderzoek en Statistiek Jaarlijks levert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) cijfermatige informatie over de inkomens van en huishoudens

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Berekeningen op basis van het bijgestelde Regeerakkoord van het kabinet Rutte-II Nibud, 16 november 2012 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens

Nadere informatie

Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten. Nibud, juni 2008

Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten. Nibud, juni 2008 Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten Nibud, juni 2008 Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten Nibud, juni

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Sector : Conjunctuur en collectieve sector Afdeling/Project : Inkomens en Prijzen Samensteller(s) : Nicole Bosch Nummer : 157 Datum : 14 juni 2006

Sector : Conjunctuur en collectieve sector Afdeling/Project : Inkomens en Prijzen Samensteller(s) : Nicole Bosch Nummer : 157 Datum : 14 juni 2006 CPB Memorandum Sector : Conjunctuur en collectieve sector Afdeling/Project : Inkomens en Prijzen Samensteller(s) : Nicole Bosch Nummer : 157 Datum : 14 juni 2006 Aangepaste berekening van replacement rate

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 In opdracht

Nadere informatie

Reactie op kritiek van Van Eijck op koopkrachtberekening CPB

Reactie op kritiek van Van Eijck op koopkrachtberekening CPB CPB Memorandum Sector : Conjunctuur en collectieve sector Afdeling/Project : Inkomens en Prijzen Samensteller(s) : M.H.C. Lever Nummer : 132 Datum : 12 december 2005 Reactie op kritiek van Van Eijck op

Nadere informatie

Ontwikkeling netto arbeidsparticipatie (banen 12 uur of meer) Arbeidsparticipatie totaal 55-65

Ontwikkeling netto arbeidsparticipatie (banen 12 uur of meer) Arbeidsparticipatie totaal 55-65 32697 Wijziging van de wet houdende wijziging van de Algemene Ouderdomswet teneinde een korting te kunnen toepassen op de toeslag voor de echtgenoot die jonger is dan 65 jaar Memorie van Antwoord Het kabinet

Nadere informatie

Effect van maximaal fiscaal gefaciliteerd pensioengevend inkomen

Effect van maximaal fiscaal gefaciliteerd pensioengevend inkomen CPB Notitie Nummer : 2004/3 Datum : 29 januari 2004 Aan : Tweede Kamerfractie PvdA (de heer Crone en de heer Depla) Effect van maximaal fiscaal gefaciliteerd pensioengevend inkomen Verzoek De Tweede Kamerleden

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Financiële en Economische Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201

Nadere informatie