FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 34 Datum: 26 mei 2014

Transcriptie

1 46925 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 34 Datum: 26 mei 2014 Gegevens onderneming : Advies- en Ingenieursbureau Viro Food BV Faillissementsnummer : F05/231 Datum uitspraak : 24 november 2005 Curator : mr. J.H. van der Meulen R-C : mr. J. Smit Activiteiten onderneming : de exploitatie van een adviesbureau op het gebied van voeding- en genotmiddelenindustrie, en het uitvoeren van projecten ten behoeve van deze industrie. Viro Food BV werkte nauw samen met ingenieursbureau Viro Noord BV (eveneens gefailleerd op 24 november 2005; faillissementsnummer 05/230 F). Ingenieursbureau Viro Noord BV exploiteerde een ontwerp-, advies- en constructiebureau op het gebied en engineering en computerservice ten behoeve van de zuivelindustrie. Beide bedrijven presenteerden zich in de relevante markt gezamenlijk onder de naam Viro Engineering en Consultancy. Men beoogde een multidisciplinaire projectmatige aanpak, dat wil zeggen dat men complete oplossingen op het gebied van de zuivelindustrie ontwierp, uitvoerde en begeleidde. Verslagperiode : 25 februari 2014 tot en met 24 mei 2014 Bestede uren in verslagperiode : 6 uur en 3 minuten Bestede uren totaal : 288 uur en 7 minuten De tijdsbesteding wordt bijgehouden in een geautomatiseerd tijdschrijfsysteem. Een uitdraai van de tijdsbesteding over de verslagperiode, met daarop weergegeven een specificatie van activiteit en medewerker, wordt aangehecht (productie 1). Voorts wordt aangehecht een overzicht van de tijdsbesteding, gespecificeerd naar tijdschrijfgroepen, waarop ook is weergegeven de totaal in het faillissement bestede tijd (productie 2). 1. Inventarisatie Zie vorige verslagen. 2. Personeel Zie vorige verslagen. 3. Activa Zie vorige verslagen. Mutaties op de boedelrekening tijdens de verslagperiode: Zie het aangehecht tussentijds financieel verslag. * ontvangen baten : 1.823,42 (kwartaalrente over het boedeltegoed); lasten: * opslagkosten (jaarfactuur Hoekstra) : 129,93 * deskundigenbericht Priore : 2.117,50

2 2 4. Debiteuren Zie kwartaalverslag 6, paragraaf Bank/Zekerheden Zie kwartaalverslagen 2 en Doorstart/voortzetten Zie kwartaalverslag Rechtmatigheid Zie kwartaalverslag Dividendbetalingen: Verwezen wordt naar de tekst van paragraaf 7.6 van verslag nummer 33 (vorig verslag). In deze tekst wordt een uitvoerige uiteenzetting gedaan van het deskundigenbericht, zoals ingediend door de heer drs. R.A. Noordhuys RA, zoals ingediend bij de rechtbank te Leeuwarden d.d. 4 februari Kortheidshalve wordt hier naar deze tekst verwezen. Tijdens de verslagperiode heeft de curator gereageerd op het deskundigenbericht. Deze reactie is vervat in een conclusie na deskundigenbericht, ingediend bij de rechtbank te Leeuwarden d.d. 7 mei De curator laat hierna de volledige tekst van de conclusie na deskundigenbericht volgen. Als volgt: (citaat) Eiser, mr. J.H. van der Meulen, doet zeggen: 1. Hij heeft kennis genomen van het deskundigenrapport, uitgebracht door de heer R.A. Noordhuis RA d.d. 4 februari Samengevat gaat de casus over het volgende: - Viro Noord Beheer BV is enig aandeelhouder en enig bestuurder van Viro Food BV en van Viro Noord BV; - op 31 januari 2005 heeft een dividenduitkering ad ,-- plaatsgevonden ten laste van Viro Food BV, ten gunste van Viro Noord Beheer BV; - er is (na 31 januari 2005) een jaarrekening van Viro Food BV en van Viro Noord BV opgesteld over de jaren 2003 en 2004 (productie 10 en 11 dagvaarding). De inhoud van deze jaarrekeningen is tussen partijen in confesso; - het standpunt van de curator is dat de dividenduitkering in strijd is met het destijds geldend artikel 2:216 BW. Dat standpunt is gebaseerd op het feit dat er geen, althans onvoldoende vrije reserves waren om de uitkering te rechtvaardigen; - weliswaar is in de balans van Viro Food per ultimo 2004 sprake van een vordering ad ,-- (aan de actiefzijde) op Viro Noord BV. Het standpunt van de curator is dat deze vordering had moeten worden afgewaardeerd of dat daarvoor een voorziening had moeten worden opgenomen welke ten laste van het eigen vermogen zou komen, zodat - aldus - ontoereikende vrije reserves aanwezig zouden zijn;

3 3 - de reden van noodzaak van afwaardering, dan wel opname voorziening is gelegen in het feit dat de ondernemingsleiding wist of behoorde te weten van de onverhaalbaarheid van de vordering van Viro Food BV op Viro Noord BV. Immers: de vermogenspositie van Viro Noord BV was zodanig dat zij nimmer het bedrag ad ,-- zou kunnen betalen; - op 24 november 2005 is het faillissement uitgesproken, zowel van Viro Food als van Viro Noord. 3. Aan de deskundige zijn vragen gesteld, welke op pagina 5 zijn weergegeven (vraag 1 tot en met 9). Er is een conceptrapport gemaakt wat aan partijen is voorgelegd. Op dit conceptrapport heeft eiser gereageerd door het stellen van vragen aan de deskundige (brief d.d. 23 januari 2014, aangehecht aan het deskundigenrapport). Op die vragen is de deskundige in het rapport ingegaan. 4. Eiser, mr. Van der Meulen, kan zich met het oordeel van de deskundige op een aantal essentiële punten niet verenigen. 5. Eiser reageert op het deskundigenrapport (gespecificeerd per vraag - beantwoording) in het navolgende. Als volgt: 6. Vraag 1 In de beantwoording op deze vraag bevestigt de deskundige dat sprake was van een rekening-courant vordering van Viro Food op Viro Noord, welke vordering in de loop van de tijd variabel was. 7. Vraag 2 In de beantwoording op deze vraag bevestigt de deskundige dat blijkens de jaarrekening van Food BV de vordering op Noord BV per ultimo 2004 bedroeg , Vraag Deze vraag heeft betrekking op de (noodzaak van) afwaardering van deze vordering. 8.2 De deskundige oordeelt dat de financiële positie van Noord per ultimo 2004 niet positief is (blad 8, laatste tekstblok) en dat dit een aanwijzing is voor mogelijke oninbaarheid. De directie moest zich dus, bij het opstellen van de jaarrekening, afvragen of er zekerheden waren of dat derden zich garant hadden gesteld voor debiteur Noord. 8.3 De deskundige stelt vervolgens vast dat in de jaarrekening van Viro Noord Beheer BV een voorziening is opgenomen voor haar deelneming in Noord BV ten bedrage van , De deskundige stelt dat op grond van de richtlijnen jaarverslaglegging 2004 de deelnemende rechtspersoon (in casu: Viro Noord Beheer BV) een voorziening voor haar deelneming opneemt, alleen indien zij (dus: Viro Noord Beheer BV) geheel of

4 4 ten dele in staat voor de schulden van haar deelneming (in casu: Viro Noord BV) (blad 9, vierde tekstblok). 8.5 De deskundige trekt uit het feit dat een voorziening is opgenomen de conclusie dat Viro Noord Beheer BV ten minste het stellige voornemen had om haar deelneming Noord BV tot betaling van haar schulden in staat te stellen. 8.6 Vervolgens wijdt de deskundige (blad 10, derde tekstblok e.v.) overwegingen aan de vraag of Viro Noord Beheer BV feitelijk in staat is de schuld van Noord BV jegens Food BV te voldoen. 8.7 De deskundige overweegt dat uit de jaarrekening over 2004 van Viro Noord Beheer BV blijkt dat het belangrijkste bezit van de vennootschap de deelneming in Food is. Verder, zo overweegt de deskundige, kan Viro Noord Beheer BV een beroep doen op de kredietfaciliteiten binnen de overeenkomst met de ABN AMRO Bank (daarover hierna). 8.8 De deskundige oordeelt (blad 10, derde tekstblok, laatste volzin) dat Noord Beheer BV een mogelijke verplichting aan Food kan voldoen (citaat) indien er geld beschikbaar komt uit de deelneming Food door een dividenduitkering of verkoop van aandelen, ( ) (einde citaat). 8.9 Op laatst bedoeld punt heeft mr. Van der Meulen aan de deskundige een vraag gesteld. Zie de brief d.d. 23 januari 2014 (bijlage 2 bij deskundigenrapport), blad 2, alinea 3. Namelijk: de middelen tot het doen van een betaling ten behoeve van Noord, opdat Noord haar verplichtingen aan Food zou kunnen voldoen, zouden aan Food onttrokken moeten worden (nota bene: opgemerkt kan worden dat de hiervoor beschikbare vrije reserves voor dividend onvoldoende ruimte boden). De vraag van mr. Van der Meulen is of in casu niet sprake is van een cirkelredenering: immers: eerst moet Food BV aan Noord Beheer BV een dividenduitkering doen, omdat alleen langs die weg de door de deskundige genoemde garantstelling (respectievelijk: het stellig voornemen) door Noord Beheer BV ter zake van de verplichting van Noord BV jegens Food BV geëffectueerd kan worden (zie alinea 5, blad 3, brief mr. Van der Meulen d.d. 23 januari 2014) De deskundige gaat in het rapport, pagina 10, vierde tekstblok, in op de vraag of Food BV een dividenduitkering zou kunnen doen aan Noord Beheer BV. De deskundige redeneert dan (citaat) gezien de omvang van de vrij uitkeerbare reserves van Food was het voor de aandeelhouder mogelijk om een dividenduitkering te doen waarmee een verplichting aan Food voldaan zou kunnen worden (einde citaat) De deskundige gaat echter niet in op de vraag naar de cirkelredenering. Het uitgangspunt van de redenering van de deskundige is dat de omvang van de vrij uitkeerbare reserves van Food voldoende was. Dat punt is nu juist ter discussie gesteld! 8.12 Mr. Van der Meulen komt tot de conclusie dat op het punt van de vrij uitkeerbare reserves de deskundige zijn rapport onvoldoende gemotiveerd heeft. Hij heeft niet overtuigend de vraag, dat in feite sprake is van een cirkelredenering, weerlegd.

5 Vervolgens wijst de deskundige op de stelling dat Viro Noord Beheer BV gebruik had kunnen maken van de faciliteit bij de ABN AMRO Bank. De deskundige gaat zo ver te stellen dat mr. Van der Meulen hem er indirect op attent gemaakt zou hebben dat Viro Noord Beheer BV wel degelijk gebruik kon maken van de bankfaciliteit (productie 38; zie pagina 16, vijfde tekstblok) Mr. Van der Meulen heeft niet gesteld dat Viro Noord Beheer BV wel van de bankfaciliteit gebruik zou kunnen maken. Maar wat daar ook van zij, indien Viro Noord Beheer BV van de bank geld zou lenen om Noord BV in staat te stellen haar schuld aan Food BV te voldoen, dan zou Food BV daarmee geheel niets opschieten. Immers: die financieringsfaciliteit betrof een concernvoorziening; dat wil zeggen dat indien één van de deelnemende vennootschappen in het concern geld binnen de faciliteit zou opnemen, de andere vennootschappen uit het concern hoofdelijk aansprakelijk werden voor terugbetaling aan de bank van dat aldus opgenomen geld. Food BV zou, bij ontvangst van betaling van haar vordering door middel van geld, geleend door Noord Beheer BV, om zo te zeggen: een sigaar uit eigen doos verkrijgen. Daar schiet Food BV natuurlijk niet zo veel mee op De deskundige oordeelt op pagina 10, laatste tekstblok, als volgt: (citaat) Hoewel de financiële situatie van Noord niet positief is, heeft Food gezien het stellige voornemen van de aandeelhouder Viro Noord Beheer BV en de mogelijkheden die de aandeelhouder heeft om aan dat voornemen uitvoering te geven, geen reden om de vordering af te waarderen. (einde citaat) 9. Vraag 4 Deze vraag gaat over het variabel karakter van de vordering van Viro Food op Viro Noord. De deskundige oordeelt dat dit variabel karakter geen invloed heeft op de vraag of de vordering moet worden afgewaardeerd. 10. Vraag Deze vraag gaat over het belang van de stelling (van gedaagden) dat Viro Noord de vordering op ieder moment zou kunnen voldoen In de beantwoording op deze vraag gaat de deskundige in op het bestaan van de kredietovereenkomst (productie 38). De deskundige constateert dat de gehele groep van vennootschappen waar Food en Noord deel van uitmaken een rekeningcourant faciliteit heeft van ,--. De deskundige constateert ook dat binnen de kredietovereenkomst de vennootschappen gezamenlijk en ieder afzonderlijk kredietnemer zijn; er ontstaat hierdoor een wederzijdse aansprakelijkheid voor schulden aan de bank De curator roept in herinnering het laatste tekstblok van blad 10 (hiervoor onder alinea 8.15 geciteerd). De deskundige heeft hierin geoordeeld dat, gelet op de mogelijkheden die de aandeelhouder heeft om aan het voornemen (tot het instaan

6 6 voor Noord van haar schuld jegens Food) uitvoering te geven geen reden om de vordering af te waarderen Eiser wijst dit standpunt van de hand voor zover het gebaseerd is op de aanwezigheid van het bankkrediet. Zou Beheer BV van de bank lenen om Noord BV in staat te stellen Food BV te voldoen, dan zou de vermogenspositie van Food BV door dat enkele feit evenredig verslechteren (het vreemd vermogen zou toenemen ten laste van de vrij uitkeerbare reserves), zodat de ontvangst van de betaling van Noord BV de vermogenspositie van Food BV geheel niet verbeterde. Het gebruik van de bankfaciliteit geeft dus geen reden af te zien van de plicht de vordering af te waarderen De deskundige lijkt dit laatste ook te bevestigen in de beantwoording van vraag 5: (citaat) Het enkele feit alleen dat binnen de overeenkomst met de bank het mogelijk was geweest om de vordering te voldoen, is daarom niet voldoende om te concluderen dat de vordering niet afgewaardeerd hoefde te worden. (einde citaat) 10.6 De deskundige laat deze tekst volgen op de daaraan voorafgaande overweging, dat nu sprake is van een concernfinanciering de positie van Viro Noord Beheer BV (of een van de andere vennootschappen binnen de groep) door een betaling van Noord aan Food een andere zou zijn geweest dan zonder een betaling. Een andere positie ; dat wil zeggen: een minder gunstige positie; dat wil zeggen: er zou een grotere schuld jegens de bank zijn. Dat blijkt ook klip en klaar uit de tekst van het deskundigenrapport (antwoord vraag 5, eerste en tweede tekstblok). 11. Vraag 6 Deze vraag gaat over het wel of niet bestaan van een noodzaak tot het treffen van een voorziening door Viro Food. De deskundige volstaat met een verwijzing naar het antwoord op vraag 3. Deze vraagstelling heeft in het deskundigenrapport dus geen zelfstandige betekenis. 12. Vragen 7 tot en met 9 In de vraagbeantwoording op vragen 7 tot en met 9 verklaart de deskundige dat Food recht heeft op teruggaaf vennootschapsbelasting (conclusie bij antwoord vraag 7) indien Food de vordering op Noord zou hebben afgeboekt. In het antwoord op vraag 8 verklaart de deskundige dat in geval van volledige afwaardering van de vordering, ook rekening houdend met de alsdan ontstane teruggaaf vennootschapsbelasting, er geen ruimte zou zijn geweest voor een dividenduitkering ad ,--. Zie pagina 14 van het deskundigenrapport. 13. De conclusie uit dit alles is dat (ten eerste) het oordeel dat Noord Beheer BV in stond voor de vorderingen van Food op Noord, geen materiële betekenis heeft, nu immers Noord Beheer BV niet heeft kunnen aantonen die schuldplichtigheid daadwerkelijk na te komen en (ten tweede) dat een recht op teruggaaf vennootschapsbelasting als gevolg van de feitelijke afwaardering niet meebrengt dat alsdan voldoende vrije reserves zouden bestaan voor het doen van de bestreden dividenduitkering.

7 7 14. De curator persisteert derhalve bij zijn aanspraken. M E T C O N C L U S I E: Tot volharding! (einde citaat) Voornoemde tekst spreekt voor zich. De zaak is thans verwezen naar de rolzitting van 18 juni 2014 voor conclusie van antwoord na deskundigenbericht aan de zijde van Viro Noord Beheer BV/Rovis Holding BV. De curator verwacht in het komend kwartaalverslag bericht te kunnen doen omtrent de antwoordconclusie. Tot zover de kwestie dividendbetaling. 8. Crediteuren 8.1 Boedelvorderingen : Erkende boedelvorderingen belopen tot heden ,76. Er is voldaan 3.878,98. Het bestanddeel onbetaalde boedelvorderingen wordt voornamelijk gevormd door een vordering van het UWV Amsterdam ad , Pref. vord. van de fiscus : ,-- (ongewijzigd t.o.v. vorig verslag) 8.3 Pref. vord. van het UWV : , Andere pref. crediteuren : A.B. Wijmenga en Humana Milchunion (vordering Human Milchunion ad ,-- speciaal geprivilegieerd op assurantie-uitkering ,-- (in het vorig verslag is ten onrechte vermeld 9.718,10) welk bedrag in de boedel is gevloeid (zie tussentijds financieel verslag onder de kop overige baten, schade-uitkering assuradeur Milchunion , Aantal concurrente crediteuren : Bedrag concurrente crediteuren : , Verwachte wijze van afwikkeling : artikel 137a Fw. 9. Overig 9.1 Termijn afwikkeling faill. : afhankelijk van verloop procedure Rovis Holding BV 9.2 Plan van aanpak : afwikkelen procedure Rovis Holding BV. Daarna afwikkeling overeenkomstig artikel 137a Fw. 9.3 Indiening volgend verslag : 24 augustus 2014.

8 8 J.H. van der Meulen, curator. Producties: Productie 1: tijdspecificatie per activiteit; Productie 2: tijdspecificatie naar tijdschrijfgroepen; Productie 3: tussentijds financieel verslag; Productie 4: boedelmutatieformulier.