FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 9 Datum: 16 april 2014

Transcriptie

1 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 9 Datum: 16 april 2014 Gegevens onderneming : de besloten vennootschap CARROSSERIEBEDRIJF DE GROOT BV, tevens h.o.d.n. Carrosseriebouw De Groot, De Groot Franeker en Palfinger Noord. Handelsregister : Kamer van Koophandel Noord Nederland Faillissementsnummer : F12/8 Datum uitspraak : 10 januari 2012 Curator : mr. J.H. van der Meulen R-C : de Edelachtbare heer mr. J. Smit Activiteiten onderneming Omzetgegevens Personeel gemiddeld aantal : Carrosseriebouw vrachtwagens, constructiewerk, hydrauliek en speciaalbouw. : 2010: nog niet beschikbaar 2009: , : , : , : , : ,-- : 2010: 14 personeelsleden 2009: 15 personeelsleden Ten tijde van faillissement: 18 personeelsleden Verslagperiode : 10 januari 2014 tot en met 9 april 2014 Bestede uren in verslagperiode : 1 uur en 41 minuten Bestede uren totaal : 51 uren en 39 minuten De tijdsbesteding wordt bijgehouden in een geautomatiseerd tijdschrijfsysteem. Een uitdraai, houdende een weergave van de tijdsspecificatie naar activiteit en naar medewerker, wordt aangehecht (productie 1). Voorts wordt aangehecht een tijdsbestedingsoverzicht naar tijdschrijfgroepen (productie 2). Hierop is ook de totaal in het faillissement bestede tijd zichtbaar. Opmerking vooraf Verwezen wordt naar de opmerking vooraf in het vorig verslag (verslag nummer 8, pagina 2). Deze opmerking betreft de rechtmatigheid van transacties gedurende de periode van twee maanden voorafgaand aan faillissement. Die transacties hadden betrekking op verkoop van auto s (horsetrucks) vanuit het vermogen van gefailleerde. De transacties vonden veelal plaats via J.J. Hoeksma Holding BV. Laatstgenoemde vennootschap factureerde aan Carrosseriebedrijf De Groot BV. Betaling van die facturen vond plaats door middel van verrekening van vorderingen van J.J. Hoeksma Holding BV jegens Carrosseriebedrijf De Groot BV. Het onderzoek van de curator richt zich op de tegenvorderingen van J.J. Hoeksma Holding BV, waarmee verrekend is. Tijdens de verslagperiode zijn hierover vragen gesteld aan J.J. Hoeksma Holding BV, welke vragen thans beantwoord zijn. Op dit onderwerp wordt hierna teruggekomen onder randnummer

2 2 Samengevat is de curator van oordeel dat sprake is van selectieve betaling aan of ten behoeve van een gelieerde crediteur op een moment dat de bestuurder wist of moest weten dat het faillissement onafwendbaar was. Er is geen objectief vaststelbare rechtvaardiging voor de selectieve betaling. Dit betekent dat de bestuurder onrechtmatig heeft gehandeld. Hiervoor is de bestuurder aansprakelijk gesteld. 1. Inventarisatie 1.1 Directie en organisatie : verwezen wordt naar paragraaf 1.1 van verslag nummer Winst en verlies : verwezen wordt naar paragraaf 1.2 van verslag nummer Balanstotaal : verwezen wordt naar paragraaf 1.3 van verslag nummer Lopende procedures : geen. 1.5 Verzekeringen : Zie voor het overzicht paragraaf 1.5 verslag nummer 2. Alle risicoverzekeringen zijn beëindigd per faillissementsdatum. 1.6 Huur : verwezen wordt naar paragraaf 1.6 van verslag nummer Oorzaak faillissement : zie paragraaf 1.7 verslag nummer Personeel 2.1 Aantal ten tijde van faill. : 18 personen 2.2 Aantal in jaar voor faill. : 2011: 18 personeelsleden 2010: 14 personeelsleden 2009: 15 personeelsleden 2.3 Datum ontslagaanzegging : 11 januari 2012 Werkzaamheden 3. Activa Onroerende zaken 3.1 Beschrijving : In de boedel bevinden zich geen onroerende zaken. 3.2 Verkoopopbrengst : niet van toepassing 3.3 Hoogte Hypotheek : niet van toepassing 3.4 Boedelbijdrage : niet van toepassing : bijeenkomst met alle werknemers in verband met overname loongarantie door UWV: vrijdag 13 januari Bedrijfsmiddelen 3.5 Beschrijving : Zie hiervoor in de introductietekst van dit verslag. Deze tekst wordt hier als herhaald en ingelast beschouwd. 3.6 Verkoopopbrengst : niet van toepassing. 3.7 Boedelbijdrage : niet van toepassing. 3.8 Bodemvoorrecht fiscus : De curator veronderstelt dat de goederen welke door de Rabobank zijn geëxecuteerd voor een belangrijk deel inventarisgoederen betroffen waarop, na faillissement, bodemrecht van toepassing zou zijn. 2

3 3 Voorafgaand aan faillissement heeft de fiscus evenwel geen bodembeslag gelegd, terwijl ten tijde van faillissement alle goederen reeds afgevoerd waren. In het kader van de faillissementsafwikkeling kan derhalve in dit verband geen bate meer voor de fiscus gerealiseerd worden. Voorraden/onderhanden werk 3.9 Beschrijving : zie paragraaf 3.9 verslag nummer Verkoopopbrengst : niet van toepassing Boedelbijdrage : niet van toepassing. Andere Activa 3.12 Beschrijving : zie paragraaf 3.12 vorig verslag Verkoopopbrengst : niet van toepassing 4. Debiteuren 4.1 Omvang debiteuren : zie paragraaf 4.1 vorig verslag. Voor de boedel is op dit punt geen enkele bate te verwachten. 4.2 Opbrengst : niet van toepassing. 4.3 Boedelbijdrage : niet van toepassing. 5. Bank/Zekerheden 5.1 Vordering van bank(en) : Per faillissementsdatum: ,30 (voorafgaand aan uitwinning zekerheden). 5.2 Leasecontracten : geen. 5.3 Beschrijving zekerheden : Verpanding van transportmiddelen, inventaris, voorraden, debiteurenvorderingen (akte d.d. 27 april 2010). 5.4 Separatistenpositie : zie hiervoor. 5.5 Boedelbijdragen : geen. 5.6 Eigendomsvoorbehoud : zie paragraaf 5.6 verslag nummer Reclamerechten : niet van toepassing. 5.8 Retentierechten : niet van toepassing. 6. Doorstart/voortzetten Voortzetten Er is geen sprake van voortzetting van het bedrijf, althans: niet door Carrosseriebedrijf De Groot BV en niet door de bestuurders van gefailleerde. Doorstart Er is geen sprake van doorstart van het bedrijf. 7. Rechtmatigheid 7.1 Boekhoudplicht : zie paragraaf 7.1 vorig verslag. 7.2 Depot jaarrekeningen : de jaarrekening 2010 is gepubliceerd op 19 september Goedk. Verkl. Accountant : ja (samenstellingsverklaring). 7.4 Stortingsverpl. aandelen : voldaan. 7.5 Onbehoorlijk bestuur : zie introductietekst van dit verslag. 3

4 4 7.6 Paulianeus handelen : De volgende feiten zijn van belang: 1. Carrosseriebedrijf De Groot BV is in het jaar 2011 in verliescijfers terecht gekomen in verband met het feit dat Carrosseriebedrijf De Groot BV aan Finish- en Coatingbedrijf Harlingen BV (ook) vreemd vermogen heeft verstrekt en wel tot een bedrag groot , Rabobank Leeuwarden-Noordwest Friesland heeft zowel aan Finish- en Coatingbedrijf Harlingen BV als aan Carrosseriebedrijf De Groot BV financiering verstrekt. Beide kredietovereenkomsten werden door Rabobank opgezegd door middel van een brief d.d. 30 november De grondslag van die opzegging is dat sprake was van gebrek aan continuïteitsperspectief bij de beide ondernemingen. 3. Kort daarna, op 2 december 2011, vonden de navolgende transacties plaats: a. op 2 december 2011 is door B.E. van Bergen te Westerbroek voldaan op een bankrekening van J.J. Hoeksma Holding BV een bedrag groot ,--, zulks na een factuur van J.J. Hoeksma Holding BV d.d. 1 december Aan de curator is, uit navraag, gebleken dat deze factuur betrekking heeft op de levering van een auto, type Iveco, kenteken BF-LR-89. Deze auto is afkomstig uit het vermogen van Carrosseriebedrijf De Groot BV en door Carrosseriebedrijf De Groot BV gefactureerd aan J.J. Hoeksma Holding BV d.d. 22 december b. Voorts is op boekdatum 2 december 2011 ontvangen door J.J. Hoeksma Holding BV een bedrag groot ,-- van Dennis van Tilburg BVBA. Deze betaling heeft betrekking op een factuur van J.J. Hoeksma Holding BV d.d. 1 december 2011 aan DVT Stables, Dennis van Tilburg te Oostham, België. Bedoelde factuur heeft betrekking op een auto, DAF75, kenteken BL-DG-48. Deze auto is eveneens afkomstig uit het vermogen van Carrosseriebedrijf De Groot BV. De auto is op 22 december 2011 gefactureerd door Carrosseriebedrijf De Groot BV aan J.J. Hoeksma Holding BV voor hetzelfde bedrag ( ,-- exclusief BTW). 4. Betaling door J.J. Hoeksma Holding BV van de facturen van Carrosseriebedrijf De Groot BV vond plaats door middel van verrekening. De vordering van J.J. Hoeksma Holding BV op Carrosseriebedrijf De Groot BV was ontstaan doordat J.J. Hoeksma Holding BV managementwerkzaamheden, welke werkzaamheden waren verricht door de heer J.J. Hoeksma en diens levenspartner mevrouw E. de Vries, factureerde aan Carrosseriebedrijf De Groot BV. Er werden maandelijks facturen door J.J. Hoeksma Holding BV aan Carrosseriebedrijf De Groot BV verzonden voor deze managementwerkzaamheden. 5. De ontvangst door J.J. Hoeksma Holding BV van de hiervoor bedoelde bedragen ad ,-- en ,-- maakte het mogelijk dat op 8 december 2011 door J.J. Hoeksma Holding BV is voldaan aan mevrouw E. de Vries, levenspartner van de heer J.J. Hoeksma, het navolgende: 4

5 5 - een bedrag groot ,-- d.d. 8 december 2011; - een bedrag groot ,16 d.d. 2 december De grondslag van de vorderingen van mevrouw E. de Vries jegens J.J. Hoeksma Holding BV is gelegen in facturen d.d. 1 december 2011, door mevrouw E. de Vries gericht aan J.J. Hoeksma Holding BV (facturen ad ,-- en ad ,--). Dit zijn facturen zowel voor verrichte managementwerkzaamheden als voor door mevrouw E. de Vries aan J.J. Hoeksma Holding BV uitgeleende gelden, welke uitgeleende gelden door J.J. Hoeksma Holding BV aangewend zouden zijn voor het verstrekken van geld aan Carrosseriebedrijf De Groot BV (ten behoeve van salarissen van de maand november 2011 voor het personeel van Carrosseriebedrijf De Groot BV). Volgens opgaaf zou mevrouw E. de Vries een totaalbedrag te vorderen hebben ad ,51 ten laste van J.J. Hoeksma Holding BV, van welke vordering op 8 december 2011 voldaan is een bedrag groot , Als gevolg van deze laatste betaling ontstond een vordering van J.J. Hoeksma Holding BV op Carrosseriebedrijf De Groot BV, welke vordering door J.J. Hoeksma Holding BV verrekend is met haar schuld aan Carrosseriebedrijf De Groot BV wegens levering van voornoemde auto s. 8. Met de betalingen d.d. 8 december 2011 ten laste van J.J. Hoeksma Holding BV, welke betaling mogelijk gemaakt is door ontvangst door J.J. Hoeksma Holding BV van de bedragen ad ,-- en ,-- (koopprijs auto s, afkomstig uit vermogen Carrosseriebedrijf De Groot BV), is sprake van betaling aan een gelieerde crediteur, zulks terwijl de bestuurder (J.J. Hoeksma Holding BV) wist of moest weten dat een faillissement van Carrosseriebedrijf De Groot BV onafwendbaar was (immers: het krediet was opgezegd). Dit betekent, op grond van geldende jurisprudentie, dat de bestuurder onrechtmatig heeft gehandeld jegens de vennootschap en derhalve aansprakelijk is voor de schade die hierdoor ontstaan is. Bovendien is mevrouw De Vries als gevolg van de betaling gebaat en is het gedrag niet te kwalificeren als gelijkwaardig en evenwichtig tegenover de overige crediteuren van gefailleerde. 9. De curator spreekt betrokkenen aan. 8. Crediteuren 8.1 Boedelvorderingen : UWV: , Pref. vord. van de fiscus : , Pref. vord. van het UWV : , Andere pref. crediteuren : Slump Oil BV: 116,16 Rabobank Leeuwarden-Noordwest Friesland: ,30 J. Peringa: 454,32 Pensioenfonds Metaal en Techniek: 9.959, Aantal concurrente crediteuren : Bedrag concurrente crediteuren : ,89 Concurrente crediteuren volgens administratie gefailleerde: , Verwachte wijze van afwikkeling : nog niet bekend. 5

6 6 9. Overig 9.1 Termijn afwikkeling faill. : nog onbekend. 9.2 Plan van aanpak : aanspraak jegens bestuurder. 9.3 Indiening volgend verslag : 10 juli J.H. van der Meulen, curator. Producties: 1. tijdschrijfformulier naar tijdspecificatie; 2. tijdschrijfformulier naar tijdschrijfgroepen; 3. tussentijds financieel verslag; 4. boedelmutatieformulier. 6