Onderwerp: voeren van rechtsgedingen en het voeren van verweer.

Transcriptie

1 VOORDRACHT 25 Haarlem, 25 april 1996 Onderwerp: voeren van rechtsgedingen en het voeren van verweer. Bijlagen: div. Bij besluit van 22 oktober 1963, nr. XXXVII, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 9 maart 1987, nr. 23 heeft u in artikel III. aan gedeputeerde staten de bevoegdheid tot onder andere het voeren van rechtsgedingen overgedragen. Bij besluit van 17 november 1994, nr. 76 heeft u nog eens bevestigd dat hieronder tevens dient te worden begrepen de bevoegdheid tot het indienen van bezwaar of beroep bij andere bestuursorganen of een administratieve rechter, alsmede van verzoeken om schorsing of een voorlopige voorziening. Daarnaast heeft u bij besluit van 10 september 1979, nr. 56 in een algemene regeling met toepassing van artikel 88 (oud) Provinciewet ons college bevoegd verklaard om indien bij de Afdeling rechtspraak van de Raad van State beroep wordt ingesteld tegen een besluit van provinciale staten danwel bij de Voorzitter van die Afdeling een verzoek om schorsing van een dergelijke beschikking en/of om een voorlopige voorziening werd ingediend bij genoemde Afdeling c.q. Voorzitter verweer te voeren. Bij besluit van 14 september 1987, nr. 61 heeft u een gelijke regeling getroffen aangaande het voeren van verweer betreffende een besluit van provinciale staten waartegen beroep werd ingesteld bij de Afdeling Geschillen van Bestuur van de Raad van State danwel waartegen een verzoek om schorsing of voorlopige voorziening werd verzocht bij de Voorzitter van die Afdeling danwel aangaande een besluit van provinciale staten waaromtrent bij de Kroon een verzoek om spontane schorsing of vernietiging werd ingediend. Zoals bekend is met ingang van 1 januari 1994 de Algemene wet bestuursrecht in werking getreden. Tevens heeft per die datum de voltooiing eerste fase herziening rechterlijke organisatie haar beslag gekregen. Hierbij is onder meer voor administratieve geschillen in principe rechtspraak in twee instanties ingevoerd, te weten rechtbanken in administratieve geschillen in eerste aanleg en één Afdeling bestuursrechtspraak bij de Raad van State voor hoger beroep, waarin de voormalige Afdeling rechtspraak en Afdeling Geschillen van Bestuur zijn geïntegreerd. Daarnaast is op 1 januari 1994 eveneens de nieuwe Provinciewet in werking getreden, waarin in artikel 162 aan het voeren van rechtsgedingen en administratief-rechterlijke procedures aandacht is geschonken. Op basis van deze nieuwe wetgeving moet worden geconstateerd dat de hierboven genoemde delegatieregelen te versnipperd zijn geraakt en niet meer adequaat zijn toegesneden op de actuele situatie en dat derhalve aanpassing gewenst is.

2 De voorgestelde actualisering voorziet erin om van artikel III. van het delegatiebesluit van 22 oktober 1963, nr. XXXVII het onderdeel voeren van rechtsgedingen af te splitsen en dit onderdeel samen met de delegatiebesluiten inzake het voeren van verweer (t.w. de besluiten van 10 september 1979, nr. 56 en 14 september 1987, nr. 61) te integreren tot een apart algemeen delegatiebesluit regelende de formele procesbevoegdheid. Artikel III. van het delegatiebesluit van 22 oktober 1963 zal derhalve tekstueel moeten worden aangepast terwijl de genoemde besluiten van 10 september 1979 en 14 september 1987 kunnen worden ingetrokken. Het nieuwe delegatiebesluit regelende de formele procesbevoegdheid zal alsdan geheel zijn aangepast aan de laatste stand van de wetgeving en een adequate voorziening bieden in alle gevallen waarin de provincie als rechtspersoon danwel Provinciale Staten als bestuursorgaan in rechte word(t)en betrokken. Zulks geldt eveneens voor de situatie dat de provincie danwel Provinciale Staten zelf als eisende partij wens(t)en op te treden. Artikel 162 van de provinciewet regelende de spoedshalve indiening van bezwaar of beroep door gedeputeerde staten onder de voorwaarde van bekrachtiging achteraf door uw staten in de eerstvolgende vergadering behoeft dan niet meer plaats te vinden. Van de op basis van het voorgestelde delegatiebesluit verrichte rechtshandelingen als vermeld in artikel 1 lid a. tot en met d. zal achteraf melding aan uw staten plaatsvinden. Het nieuwe delegatiebesluit regelende de formele procesbevoegdheid zal nadat het delegatiebesluit van 1963 voor het overige inhoudelijk zal zijn aangepast aan de Algemene wet bestuursrecht en Provinciewet weer in dit delegatiebesluit kunnen worden ingevoegd. Het nieuwe delegatiebesluit regelende de formele procesbevoegdheid beoogt aan gedeputeerde staten de navolgende bevoegdheden over te dragen: a. het besluiten tot het voeren van rechtsgedingen door de provincie als eisende of verwerende partij, tot het procederen in kort-geding en tot voeging in strafzaken als bedoeld in artikel 332 van het Wetboek van Strafvordering; b. het treffen van maatregelen ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit; c. het opdragen van geschillen aan de beslissing van arbiters, het aangaan van een vaststellingsovereenkomst alsmede het verlenen van kwijtschelding; d. het door de provincie danwel Provinciale Staten van Noord-Holland indienen van bezwaar of (hoger) beroep bij een ander bestuursorgaan of een administratieve rechter, alsmede tot het uitoefenen van daaraan inherent verbonden bijzondere bevoegdheden waaronder in ieder geval worden verstaan het verzoeken om een voorlopige voorziening of een versnelde behandeling, het doen van verzet, het verzoeken om herziening of het verzoeken om wraking; e. het voeren van verweer ter zake van: -1. een tegen een besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland bij een ander bestuursorgaan of een administratieve rechter ingediend beroep of hoger beroep of een ingediend verzoek om voorlopige voorziening; -2. een tegen een besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland bij dit bestuursorgaan ingediend bezwaarschrift of een bij een administratieve rechter ingediend verzoek om voorlopige voorziening dienaangaande; -3. aangelegenheden ter zake van het spontane schorsings- en vernie-

3 tigingsrecht van de Kroon. Wij nodigen u uit het bijgevoegde ontwerp-besluit vast te stellen. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, J.A. van Kemenade, voorzitter. J.M.E.M. Peeters, loco-griffier.

4 ONTWERP-BESLUIT Nr... Provinciale Staten van Noord-Holland; gezien de voordracht van gedeputeerde staten; gelet op de artikelen 152 en 162 van de Provinciewet; besluiten: I. dat artikel III. van hun besluit van 22 oktober 1963, nr. XXXVII zoals laatstelijk bevestigd bij hun besluit van 17 november 1994, nr. 76 als volgt komt te luiden: III. Gedeputeerde staten bevoegd te verklaren te besluiten tot het aanvaarden van aan de provincie gedane legaten of schenkingen, indien deze zonder enige voorwaarden of last aan de provincie zijn gedaan; II. in te trekken hun besluiten van 10 september 1979, nr. 56 en 14 september 1987, nr. 61 III. vast te stellen het besluit regelende de formele procesbevoegdheid provincie Noord-Holland luidende als volgt: Artikel 1. Aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland worden overgedragen de bevoegdheden tot: a. het besluiten tot het voeren van rechtsgedingen door de provincie als eisende of verwerende partij, tot het procederen in kort-geding en tot voeging in strafzaken als bedoeld in artikel 332 van het Wetboek van Strafvordering; b. het treffen van maatregelen ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit; c. het opdragen van geschillen aan de beslissing van arbiters, het aangaan van vaststellingsovereenkomsten alsmede het verlenen van kwijtschelding; d. het door de provincie danwel Provinciale Staten van Noord-Holland indienen van bezwaar, beroep of hoger beroep bij een ander bestuursorgaan of een administratieve rechter, alsmede tot het uitoefenen van daaraan inherent verbonden bijzondere bevoegdheden waaronder in ieder geval worden verstaan het verzoeken om een voorlopige voorziening of een versnelde behandeling, het doen van verzet, het verzoeken om herziening of het verzoeken om wraking; e. het voeren van verweer te voeren ter zake van: -1. een tegen een besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland bij een ander bestuursorgaan of een administratieve rechter ingediend beroep of hoger beroep of een ingediend verzoek om voorlopige voorziening; -2. een tegen een besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland bij dit bestuursorgaan ingediend bezwaarschrift of een bij een administratieve rechter ingediend verzoek om voorlopige voorziening dienaangaande; -3. aangelegenheden ter zake van het spontane schorsings- en vernietigingsrecht van de Kroon.

5 Artikel 2. Gedeputeerde staten op te dragen steeds zo spoedig mogelijk aan Provinciale Staten mededeling te doen van de krachtens artikel 1, leden a. tot en met d. verrichte rechtshandelingen. IV. te bepalen dat dit besluit terstond in werking zal treden. Haarlem, Provinciale Staten voornoemd,, voorzitter., griffier. Titel:Vd 25: Rechtsgedingen/verweer Datum: Nummer:25 Documenttype:Voordracht