Lijst van ingekomen stukken behorende bij de commissievergadering Samenleving d.d. 7 september 2016

Transcriptie

1 Lijst van ingekomen stukken behorende bij de commissievergadering Samenleving d.d. 7 september 2016 agendapunt 3 Onderwerp Status 1 Informatienota jaarverslag Toezichtinformatie Kinderopvang Tiel 2015 ter kennis 2 Informatienota samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en Lingecollege ter kennis 3 Informatienota subsidie schoolmaatschappelijk werk STMR 2015 ter kennis 4 Informatienota processtappen Minimabeleid ter kennis 5 Informatienota jaarverslag 2015 Cliëntenraad WWB Tiel ter kennis 6 van GGD Gelderland Zuid inzake reactie van het Algemeen Bestuur van GGD Gelderland-Zuid op de moties Veilig Thuis die in de verschillende gemeenteraden van de gemeenten in Gelderland-Zuid zijn ingediend en aangenomen 7 Informatienota dienstverleningsovereenkomst Sociaal Domein en Schulphulpverlening met respectievelijk gemeente Neerijnen en West Maas en Waal ter kennis ter kennis 8 Informatienota portaal sociaal domein ter kennis

2 Informatienota Aan: Raadscommissie Samenleving Van: College Onderwerp: Jaarverslag Toezichtinformatie Kinderopvang Tiel 2015 Portefeuillehouder: L. Verspuij Datum collegebesluit: 12 juli 2016 Geheim: Ja / Nee Zaaknummer: Z Stuknummer: Kennisnemen van: Het besluit om het jaarverslag Toezichtinformatie Kinderopvang Tiel 2015 met bijbehorende toelichting vast te stellen. Het jaarverslag is bijgevoegd. 1. Inleiding De gemeente heeft de wettelijke taak om het toezicht op en de handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang uit te voeren en dient ter verantwoording het jaarverslag vóór 1 juli 2016 aan de landelijke Inspectie beschikbaar te stellen. Dit is tijdig gebeurd en daaruit blijkt een positief resultaat. Het college heeft het jaarverslag vastgesteld. 2. Kernboodschap Het verslag is een verantwoordings- én vergelijkingsinstrument voor de gemeentelijke handhaving in de kinderopvang. Het verslag geeft een beknopt beeld over de afhandeling van aanvragen, de uitvoering van inspecties en de handhaving op tekortkomingen. Daarmee kan een goed vergelijk worden gemaakt met de situatie bij andere gemeenten en met voorgaande jaren. Uit de toezichtinformatie blijkt dat: a) de afhandeling van aanvragen: 21 van de 23 alle aanvragen zijn binnen de wettelijke termijn van 10 weken afgehandeld. Wat betreft de 2 resterende gevallen is het verslag aangevuld met een toelichting. Daaruit blijkt dat de verlate afhandeling het gevolg is van het verstrekken van een termijn om nadere stukken in te dienen, zodat registratie plaats kon vinden. Dit is dus gebeurd vanuit het oogpunt van dienstverlening. In het eerste geval kon de GGD niet op tijd een inspectie uitvoeren omdat het gastouderbureau (GOB) geen koppeling had met een gastouder (go). Dat is wel vereist. We hebben het GOB in de gelegenheid gesteld alsnog een gastouder te koppelen aan het bureau. Dit is niet binnen de afhandeltermijn gelukt. Na de inspectie van de GGD is het GOB in 2016 alsnog geregistreerd. Wat betreft de tweede situatie het volgende. Dit betreft een locatie die is verhuisd. Omdat de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor rechtspersonen ontbrak kon geen registratie plaats vinden. De GGD heeft om opschorting gevraagd totdat de VOG alsnog werd overlegd. Hierdoor is de afhandeltermijn overschreden. b) de uitvoering van inspecties: 100% van alle locaties zijn geïnspecteerd (31 stuks). c) de handhaving: bij 100% van de inspectierapporten met een handhavingadvies is een handhavingactie ingezet. Pagina 1 van 2

3 3. Gevolgen Het jaarverslag is aangevuld met de opmerkingen, zoals genoemd onder 2 a) Het jaarverslag wordt geautomatiseerd aangeleverd door de landelijke inspectie op basis van de gegevens die de ketenpartners (GGD & college) gedurende het jaar hebben aangeleverd via de Gemeenschappelijke Inspectieruimte (GIR). Dit is het landelijke systeem voor de registratie en handhaving van de kinderopvang. Dit verslag is gecheckt en feitelijk aangevuld met de informatie, zoals hierboven weergegeven onder kopje 2 a). Het jaarverslag is tijdig ingediend. Het jaarverslag is tijdig vóór 1 juli 2016 ingediend via de landelijke Gemeenschappelijke Inspectieruimte. De gemeente Tiel behoudt de A-Status De resultaten in 2015 zijn ten opzichte van 2014 en 2013 verbeterd. In 2014 zijn de werkprocessen aangepast, verbeterafspraken gemaakt met o.a. de toezichthouder GGD Gelderland Zuid en is het handhavingsbeleid geactualiseerd. Vorig jaar heeft de Inspectie nader onderzoek uitgevoerd om te beoordelen of de huidige A-status nog juist is. Een A-status wil zeggen dat de gemeente de uitvoering op orde heeft. Mede dankzij het ingezette beleid heeft de Inspectie besloten de A-status te continueren. Gezien de positieve resultaten in 2015 zal de A-status behouden blijven. 4. Vervolg Jaarlijks zal het jaarverslag Toezichtinformatie Kinderopvang ter kennisname worden aangeboden. Bijlagen 1. Toezichtinformatie Kinderopvang Tiel in 2015 (jaarverslag) Meer informatie: Team: Vergunningen Contactpersoon: M. Geleijnse Telefoon: MGeleijnse@tiel.nl Pagina 2 van 2

4 Toezichtinformatie Kinderopvang Tiel in 2015 Introductie De kinderopvang omvat de volgende voorzieningen: Kinderdagverblijven (K DV), Buitenschoolse O pvang (B SO), Gastouderbureau's (GO B), Peuterspeelzalen (P SZ) en Voorziening Gastouderopvang (V GO). Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang. Als een voorziening de wet overtreedt moet de gemeente handhaven. Dit overzicht is gebaseerd op de gegevens zoals ontleend aan de databases van het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (L RK P), Gemeenschappelijke Inspectieruimte Inspecteren (GI R I) en Gemeenschappelijke Inspectieruimte Handhaven (GI R H) met uitzondering van de toelichtingen die door gemeenten zijn ingevuld. Dit rapport bevat de belangrijkste onderdelen voor het toezicht op de kinderopvang. Afhandeling aanvragen (KDV, BSO, GOB, PSZ, VGO) Grafiek 1: Tijdig afgehandelde aanvragen (%) Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een aanvraag binnen 10 weken af te ronden. Het aandeel tijdig afgehandelde aanvragen geeft een indicatie hoe processen binnen een gemeente zijn geregeld. De gemeente heeft 23 aanvragen ontvangen waarvan er 21 tijdig afgehandeld zijn. T oelichting gemeente: Het college is van oordeel dat zij in beide gevallen de aanvraag juist heeft afgehandeld. I n het eerste geval kon het GGD niet op tijd een inspectie uitvoeren omdat het GO B geen koppeling had met een go, we hebben het GO B in de gelegenheid gesteld alsnog een go te koppelen aan het bureau. Dit is niet binnen de afhandeltermijn gelukt. Na de inspectie van GGD is het GO B in 2016 alsnog geregistreerd. w at betreft de tw eede situatie het volgende. Dit betreft een locatie die is verhuisd omdat de V O G voor rechtspersonen ontbrak. De GGD heeft om opschorting gevraagd. Hierdoor is de afhandeltermijn overschreden.

5 Uitvoering inspecties (KDV, BSO, GOB, PSZ) Grafiek 2: Geïnspecteerde locaties (%) Het toezicht op de kinderopvang wordt door de GGD uitgevoerd in opdracht van de gemeente. De GGD voert inspecties uit en rapporteert hierover. Iedere bestaande locatie moet jaarlijks worden geïnspecteerd. Voor iedere nieuwe locatie dient binnen 3 maanden een onderzoek plaats te vinden. Indicator zegt iets over in hoeverre de gemeente erin is geslaagd om alle locaties te laten inspecteren. De GGD heeft 31 van de 31 locaties geïnspecteerd. Uitvoering inspecties (VGO nieuw) Grafiek 3: Geïnspecteerde locaties (VGO nieuw) (%) Het percentage geïnspecteerde locaties geeft aan in welke mate de taakstelling ten aanzien van nieuwe V GO-locaties wordt gehaald. De indicator zegt iets over de mate waarin de gemeenten alle nieuwe gastouders heeft laten inspecteren. De gemeente heeft 1 5 van de 1 5 nieuwe V GOlocaties geïnspecteerd.

6 Uitvoering inspecties (VGO bestaand) Grafiek 4: Geïnspecteerde locaties (VGO bestaand) (%) norm = 5% Het percentage geïnspecteerde locaties geeft aan in welke mate de taakstelling ten aanzien van bestaande V GO-locaties wordt gehaald. De wettelijke norm is dat tenminste 5% van het bestaande bestand wordt geïnspecteerd. De gemeente heeft minimaal 3 V GO-locaties te inspecteren en heeft er 4 geïnspecteerd. Handhaving Grafiek 5: Handhavingstrajecten n.a.v. handhavingsadvies (%) Gemeenten moeten handhaven als zij tekortkomingen signaleren. Een voorbeeld van een tekortkoming is als een leidster niet de juiste diploma's heeft. De indicator geeft aan in hoeverre de gemeente bij iedere tekortkoming handhaaft. De gemeente heeft 10 handhavingstrajecten ingezet van de 10 rapporten met handhavingsadvies.

7 Handhavingsacties op tekortkomingen Tabel 1a: Totaal aantal tekortkomingen (aantal) 2015 Totaal tekortkomingen 36 Tabel 1b: Ingezet actietype op tekortkomingen (%) Tiel inwoners Gelderland Nederland handhavingsactie 83,3 69,6 78,1 73,3 gemotiveerd niet handhaven 19,4 22,1 18,4 18,9 geen actie vastgelegd 0,0 11,1 6,0 9,7 Als er een tekortkoming wordt geconstateerd dient er te worden gehandhaafd. Er kunnen redenen zijn om toch niet te handhaven. Een voorbeeld is als het een geconstateerde tekortkoming betreft op een locatie die inmiddels failliet is. Als er zonder reden niet wordt gehandhaafd loopt de gemeente het risico dat de gemeente niet aan de handhavingsplicht voldoet.

8 Bijlage Tiel Aanvragen 23 Tijdig afgehandelde aanvragen 21 Te inspecteren locaties 31 Geinspecteerde locaties 31 Te inspecteren VGO-locaties nieuw 15 Geïnspecteerde locaties VGO nieuw 15 Te inspecteren VGO-locaties bestaand 3 Geïnspecteerde locaties VGO bestaand 4 Rapporten met handhavingsadvies 10 Ingezette handhavingstrajecten 10 Totaal tekortkomingen 36 Tekortkomingen met handhavingsactie 30 Tekortkomingen met gemotiveerd niet handhaven 7 Tekortkomingen met geen actie vastgelegd 0 Bronnen De gegevens zijn afkomstig van Dienst U itvoering O nderwijs (DU O) en aangeleverd door de gemeente Tiel. Copyright: VNG - W aarstaatjegemeente.nl

9 Informatienota Aan: Commissie Samenleving Van: College van burgemeester en wethouders Onderwerp: Samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en Lingecollege Portefeuillehouder: L. Verspuij Datum collegebesluit:.. juli 2016 Geheim: Nee Kennisnemen van: De samenwerkingsovereenkomst, behorende bij het project (ver)nieuwbouw onderwijsgebouwen Lingecollege, waarin de afspraken zijn weergegeven zoals die zijn overeen gekomenen tussen de gemeente en het bestuur van het Lingecollege. 1. Inleiding In de afgelopen periode zijn met het bestuur van het Lingecollege afspraken gemaakt over de wijze waarop het Lingecollege en de gemeente zullen samenwerken om d.m.v. (ver)nieuwbouwplannen een toekomst en concurrentiebestendige onderwijsorganisatie voor breed voortgezet onderwijs in Tiel (en omstreken) te realiseren. De samenwerkingsovereenkomst waarin deze afspraken zijn vastgelegd treft u bijgaand aan. 2. Kernboodschap De gemeente en het bestuur van het Lingecollege zijn het eens over de wijze waarop de wederzijdse betrokkenheid vorm zal worden gegeven binnen het project. Daarom regelt de samenwerkingsovereenkomst de organisatie van het project, de financiering en geeft kaders voor regelgeving, beleid en procedures. Het college heeft ingestemd met de inhoud van de overeenkomst. 3. Gevolgen De overeenkomst maakt de weg vrij, om samen met het Lingecollege, de volgende fase(n) van het project in te gaan. Bijlagen: 1. Samenwerkingsovereenkomst Meer informatie: Team: Stad Contactpersoon: Ton Warsen Telefoon: / twarsen@tiel.nl Pagina 1 van 1

10 SAMENWERKINGSOVEREENKOMST BEHORENDE BIJ HET PROJECT (VER)NIEUWBOUW ONDERWIJSGEBOUWEN LINGECOLLEGE Inhoudsopgave: Artikel 1. Doel en inhoud van de samenwerking 3 Artikel 2. Het project 3 Artikel 3. Projectorganisatie 4 Artikel 4. De stuurgroep 4 Artikel 5. De projectgroep 4 Artikel 6. Uitgangspunten financiering 4 Artikel 7. Financiering door de gemeente 5 Artikel 8. Financiering door het Lingecollege 5 Artikel 9. Overige financiële bepalingen 5 Artikel 10. Vertrouwelijkheid en geldende regelgeving/beleid 5 Artikel 11. Publiekrechtelijke procedures 6 Artikel 12. Wijziging van de overeenkomst 6 Artikel 13. Onvoorziene omstandigheden 6 Artikel 14. Geschillen 6 Artikel 15 Duur van de overeenkomst 6 Artikel 16. Toepasselijk recht 7

11 ONDERGETEKENDEN, 1. De gemeente Tiel, ten deze op grond van artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar wethouder, de heer L. Verspuij, handelend ter uitvoering van het besluit van de raad van de gemeente d.d. 17 juni 2015, nummer 7b, hierna te noemen de gemeente, en 2. De Stichting OVO-Tiel, statutair gevestigd te Tiel, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuurder, de heer drs. P.J. Ronner, hierna te noemen het Lingecollege, de gemeente en het Lingecollege hierna ook gezamenlijk aan te duiden als partijen, OVERWEGENDE DAT A. De raad van de gemeente op 12 november 2014 de motie "Onderzoek Onderwijshuisvesting Voortgezet Onderwijs" heeft aangenomen. Deze motie koppelt ambities inzake doorlopende leerlijnen en aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt/bedrijfsleven aan de plannen voor de (ver)nieuwbouw van het Lingecollege; B. De (ver)nieuwbouw van het Lingecollege betrekking heeft op onderwijsgebouwen op diverse locaties, te weten: - nieuwbouw VMBO-TL (MAVO) aan de Tielerwaardlaan; - verbouw en renovatie van de HAVO/VWO locatie aan de Heiligestraat; - verbouw en renovatie VMBO k en b Teisterbantlaan (zonder sloop hoogbouw); C. 1. De gemeente ten aanzien van de nieuwbouw van de VMBO-TL (MAVO) aan de Tielerwaardlaan o.g.v. de onderwijswetgeving verantwoordelijk is voor de bekostiging van vervangende nieuwbouw en 2. de gemeente zich verantwoordelijk acht voor financiering van grootschalige renovatie voor de locaties Teisterbantlaan en Heiligestraat; D. Het college en de raad van de gemeente op respectievelijk 19 mei 2015 en 17 juni 2015 hebben ingestemd met het (gefaseerd) uitvoeren van de (ver)nieuwbouwplannen voor het Lingecollege; E. Partijen verdere uitvoering willen geven aan de (ver)nieuwbouwplannen voor het Lingecollege, door het in goede samenwerking voorbereiden, aanbesteden en realiseren van de (ver)nieuwbouw; F. Partijen afspraken over de samenwerking en over de uitvoering wensen vast te leggen in een overeenkomst, 2

12 VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT: Artikel 1. Doel en inhoud van de samenwerking 1. Partijen zetten zich in om door middel van de (ver)nieuwbouwplannen te bewerkstelligen dat het Lingecollege een toekomst- en concurrentiebestendige maatschappelijke positie inneemt op het gebied van een kwalitatief hoogwaardig en breed onderwijsaanbod in Tiel en omgeving. 2. Partijen onderkennen het belang van een goede wederzijdse betrokkenheid en informatie uitwisseling. Partijen zullen al hetgeen dat in hun vermogen ligt doen om elkaar over en weer te informeren en elkaar in staat te stellen hun taken naar behoren te vervullen. Artikel 2. Het project 1. Het project omvat de drie (ver)nieuwbouwplannen als bedoeld in het derde lid van dit artikel gezamenlijk. 2. De samenwerkingsovereenkomst, de besluitvorming en de rapportages en documenten zien op het project. 3. Partijen stemmen in met het gefaseerd uitvoeren van het project, zodat de school tijdens de uitvoering van het project in bedrijf blijft, en zullen daarbij de volgende fasering aanhouden: 1. Nieuwbouw VMBO-TL (MAVO) aan de Tielerwaardlaan, incl. sloop noordvleugel huidige gebouw; 2. Verbouw en renovatie van de HAVO/VWO locatie aan de Heiligestraat; 3. Verbouw en renovatie VMBO k en b Teisterbantlaan (zonder sloop hoogbouw). 4. Voor het voorbereiden, aanbesteden en uitvoeren van het project geldt als uitgangspunt de inhoud van de volgende documenten: Randvoorwaarden: a. KPC-rapport Aantrekkelijk onderwijs voor jongeren in Tiel, een gedeelde ambitie en het programma Vervolgaanpak versterking concurrentiepositie onderwijs Tiel van 12 juni 2013; b. Hevo-rapport Onderwijshuisvesting RSG Lingecollege en ROC Rivor Tiel van 4 december 2013; 5. Daarnaast zijn de uitgangspunten van het project, die voortvloeien uit afspraken met derden en zijn vastgelegd in de volgende documenten, van toepassing: a. Notitie (ver)nieuwbouw Lingecollege: "Scenario's en onderbouwing". b. Visie RSG Lingecollege: Onderwijs van nu naar morgen. c. Notitie over Voorbereidend onderwijs in relatie tot de arbeidsmarkt. d. Intentieovereenkomst RSG Lingecollege en ROC Rivor. e. Adhesiebetuiging (ver)nieuwbouw Lingecollege van Ondernemers Coöperatie Tiel U.A 6. Rekening houdend met de budgettaire verschillen tussen nieuwbouw en verbouw/renovatie, streven partijen naar een zo min mogelijk (zichtbaar) kwaliteitsverschil tussen de huisvesting en inrichting van de verschillende scholen. Wel dienen de scholen een eigen uitstraling te krijgen. 3

13 Artikel 3. Projectorganisatie 1. De gemeente draagt het (financiële) risico en is opdrachtgever (bouwheer) ten aanzien van het project. 2. Ten behoeve van de uitvoering van het project hebben partijen een Projectorganisatie opgezet, bestaande uit een Stuurgroep en een Projectgroep. Artikel 4. De stuurgroep 1. Er is een stuurgroep waarin de portefeuillehouder onderwijs, de bestuurder van het Lingecollege, de directeur van de locatie Teisterbantlaan respectievelijk Heiligestraat en de projectleider van de gemeente zitting hebben. De stuurgroep zal minimaal één keer per kwartaal bijeen komen. 2. Met inachtneming van de kaders als bedoeld in de artikelen 2 en 6 tot en met 9 stuurt de stuurgroep het project op strategisch niveau aan. 3. De stuurgroep bewaakt de voortgang van het project. 4. De stuurgroep neemt besluiten inzake de uitvoering van het project. 5. De stuurgroep besluit in beginsel op basis van unanimiteit. 6. Indien ter zake van een beslispunt geen unanimiteit kan worden bereikt heeft de gemeente een doorslaggevende stem, onverlet het recht van het Lingecollege op gebruik making van bestaande beroeps- of bezwaarprocedures. 7. De stuurgroep kan besluiten één of meerdere taken al dan niet gedeeltelijk op te dragen aan de projectgroep. Artikel 5. De projectgroep 1. Er is een projectgroep waarin vertegenwoordigers van het Lingecollege, de gemeente en externe partijen zitting hebben. 2. De projectgroep bereidt de besluitvorming van de stuurgroep voor en voert de besluiten van de stuurgroep uit. 3. De projectgroep is aanspreekpunt voor externe partners. 4. De projectgroep besluit op basis van unanimiteit. 5. Indien ter zake van een beslispunt geen unanimiteit kan worden bereikt beslist de stuurgroep. Artikel 6. Uitgangspunten financiering 1. Partijen zijn overeen gekomen dat gedane investeringen in het verleden van invloed zijn op de hoogte van de financiële bijdragen aan het project. 2. Het Lingecollege heeft de afgelopen jaren ongeveer ,- geïnvesteerd in haar huisvesting. Hierdoor is een hogere bijdrage dan het bedrag bedoeld in artikel 8 voor het Lingecollege niet op te brengen zonder de kwaliteit van het onderwijs aan te tasten. 3. Buiten de recente gemeentelijke bijdragen voor de technieklokalen en het Technasium heeft de gemeente de laatste jaren niet of nauwelijks investeringen gedaan in het voorgezet onderwijs, zodat thans door de gemeente een financiële investering in het project, als bedoeld in artikel 7 noodzakelijk is. 4

14 Artikel 7. Financiering door de gemeente 1. Teneinde de voorbereiding en de realisatie van het project te betalen zal de gemeente: a. een netto-investering beschikbaar stellen van voor de (ver)nieuwbouw Lingecollege, en; b. een netto-investering beschikbaar stellen van voor de tijdelijke huisvesting, en; c. de investering afschrijven in respectievelijk 30, 40 en 50 jaar, zoals opgenomen in de paragraaf Financiën van het Raadsbesluit van juni De bedragen bedoeld in het vorige lid zijn door de gemeente opgenomen in de vastgestelde Meerjarenbegroting Artikel 8. Financiering door het Lingecollege 1. Het Lingecollege verstrekt een bijdrage in de huisvestingskosten van de nieuwbouw van de VMBO-TL (MAVO) aan de Tielerwaardlaan. 2. De bijdrage is vastgesteld op nominaal. Indexering van dit bedrag vindt in beginsel niet plaats tenzij indexering van het totale projectbudget moet plaatsvinden. Op dat moment treden partijen in overleg over indexering van de bijdrage van het Lingecollege. 3. Het Lingecollege zal haar bijdrage (zie bijlage) voldoen in jaarlijkse termijnen, voor het eerste op 1 januari van het jaar na ingebruikname van de nieuwbouw van de VMBO-TL (MAVO) aan de Tielerwaardaan. Daarna jaarlijks per 1 januari. 4. De bijdrage wordt berekend op basis van de afschrijvingsmethodiek van deze nieuwbouw, zijnde 50 jaar liniair met een rentepercentage van 3%. Artikel 9. Overige financiële bepalingen 1. Partijen komen overeen dat, indien extra financiële middelen worden gevonden of de aanbesteding danwel de uitvoering van de werkzaamheden financiële meevallers oplevert, het VMBO k en b (fase 3 van het project) diepgaander worden gerevitaliseerd. 2. Partijen zullen zich inspannen om tijdens de planontwikkeling aanvullende subsidies te verkrijgen, bijvoorbeeld voor onderwijsinnovatie en/of duurzaamheid. Deze subsidies komen ten goede aan het bouwbudget voor het doel waarvoor de subsidie is verleend en worden derhalve niet verrekend met het door de raad ter beschikking gestelde budget. Alle kosten voor de uitvoering van het project komen ten laste van het projectbudget, tenzij door de stuurgroep anders wordt besloten. 3. In afwijking van het vorige lid komen kosten t.b.v. exclusieve interne advisering aan één der partijen voor rekening van de partij die deze adviseur opdracht heeft verleend. Inschakeling van een exclusieve interne adviseur wordt voor de opdrachtverlening gemeld aan de wederpartij. Artikel 10. Vertrouwelijkheid en geldende regelgeving/beleid 1. Op deze overeenkomst zijn de regels van toepassing met betrekking tot integriteit en geheimhouding, zoals die gelden binnen de gemeente en het Lingecollege. 2. Voorts geldt dat de bepalingen uit het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente strikt moeten worden toegepast. 3. Derden die bij het project betrokken worden zullen indien nodig een geheimhoudingsverklaring dienen te ondertekenen. 5

15 Artikel 11. Publiekrechtelijke procedures 1. De gemeente zal zoveel als in haar vermogen ligt bevorderen dat eventueel benodigde bestemmingsplanwijzingen kunnen plaatsvinden en vergunningen worden verleend. 2. De gemeente is niet aansprakelijk voor enige schade van het Lingecollege die voortvloeit uit de omstandigheid dat een voor de uitvoering van het project noodzakelijke bestemingsplanwijziging of vergunning niet wordt verleend vanwege nu nog onvoorzienbare waarwegende bezwaren of door de daartoe bevoegde rechter wordt geschorst dan wel vernietigd. Indien zulks aan de orde is, zal de gemeente zich in overleg met het Lingecollege inspannen alsnog de benodigde wijziging of vergunning te realiseren. Artikel 12. Wijziging van de overeenkomst 1. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd door een daartoe strekkend besluit van partijen gezamenlijk. 2. Een voorstel tot wijziging kan door elk der partijen afzonderlijk worden gedaan. Artikel 13. Onvoorziene omstandigheden 1. Als zich onvoorziene omstandigheden voordoen, die van dien aard zijn dat deze overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet ongewijzigd kan worden voortgezet, treden partijen met elkaar in overleg teneinde te zoeken naar een voor beide partijen aanvaardbare oplossing door middel van wijziging van de overeenkomst. 2. Partijen treden in overleg binnen vier weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partij heeft medegedeeld. 3. De voorgestane wijziging van de overeenkomst dient zo dicht mogelijk te blijven bij de doelstellingen van deze overeenkomst, zoals die ondermeer blijken uit de considerans en artikel 1 van deze overeenkomst. Artikel 14. Geschillen 1. Partijen zullen zich maximaal inspannen om hun geschillen uit hoofde van de uitvoering van deze overeenkomst in minnelijk overleg tot een oplossing te brengen. 2. Alle geschillen die naar aanleiding van of in verband met deze overeenkomst of daaruit voortvloeiende verbintenissen mochten ontstaan en niet in minnelijk overleg tot een oplossing komen, zullen worden voorgelegd aan de ter zake bevoegde rechter, respectievelijk instantie. Artikel 15. Duur van de overeenkomst 1. Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van de datum van ondertekening. 2. Deze overeenkomst eindigt op het moment dat het project is gerealiseerd, opgeleverd, overgedragen en alle overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst of naar aanleiding van deze overeenkomst tussen partijen verschuldigde betalingen en verplichtingen zijn voldaan, behoudens de voortdurende verplichtingen die in of n.a.v. deze overeenkomst zijn overeengekomen. 6

16 3. In afwijking van het vorige lid kan de overeenkomst door de gemeente, zonder rechterlijke tussenkomst, door opzegging bij aangetekende brief worden beëindigd in geval het Lingecollege in staat van faillissement wordt verklaard of surséance van betaling heeft gekregen en/of wanneer het Lingecollege om andere redenen in haar bevoegdheden om rechtshandelingen te verrichten wordt beperkt. 4. Verplichtingen die naar hun aard bestemd zijn ook na opzegging en/of beëindiging van de overeenkomst voort te duren, zullen ook na opzegging en/of beëeindiging blijven bestaan. Artikel 16. Toepasselijk recht Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing. Aldus overeengekomen, in viervoud opgemaakt en ondertekend te Tiel op Gemeente Tiel Stichting OVO-Tiel L. Verspuij P.J. Ronner Wethouder bestuurder

17 Hoofdsom Aantal termijnen 50 jaarlijkse Rente 3% over openstaande hoofdsom Jaar Rente Termijnbedag Totaal verschuldigd Hoofdsom ultimo jaar

18

19 Informatienota Aan: Commissie Samenleving Van: College van B&W Onderwerp: Vaststelling subsidie schoolmaatschappelijk werk STMR 2015 Portefeuillehouder M. Melissen Datum collegebesluit Geheimhouding: Ja / Nee Kennisnemen van: De vaststelling van de subsidie voor de uitvoering van het schoolmaatschappelijk werk (vanaf nu: SMW door de Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk werk Rivierenland (vanaf nu: STMR) op de 3 locaties van het rsg. Lingecollege en het ROC Rivor in 2015, te weten ,- 1. Inleiding De STMR heeft voor kalenderjaar ,- aan subsidie ontvangen vanuit het budget schoolmaatschappelijk werk (SMW). Het bedrag van ,- is als volgt opgebouwd: voor de inzet van het SMW op het Rsg. Lingecollege (inclusief cofinanciering van het rsg. Lingecollege ad ,-) ,- als bijdrage voor de inzet van het SMW op het ROC Rivor. Het ROC Rivor financiert zelf ook een groot gedeelte van de uren van het SMW. De subsidie SMW moet conform de Algemene subsidieverordening vastgesteld worden. 2. Kernboodschap De STMR heeft met het aanleveren van de gevraagde gegevens voldaan aan de subsidievoorwaarden. Het SMW is laagdrempelig en heeft een brugfunctie tussen de verschillende actoren- kindgezin-school. Hierbij worden de signalen die het kind afgeeft op school als uitgangspunt genomen waarbij er zorg op maat voor het kind geleverd wordt. Op deze manier versterkt het SMW versterkt de eigen kracht van de leerling en zijn/ haar netwerk. Het SMW heeft een groot netwerk en is nauw betrokken bij de interne zorgstructuur van de school. Zij fungeert als spil tussen de zorg binnen en buiten (externe hulpverleningsinstanties) de school. Het SMW is de schakel tussen de school en de wijkteams jeugd. 3. Gevolgen - 4. Vervolg - Bijlagen - Jaarverslag schoolmaatschappelijk werk 2015, STMR Meer informatie: Afdeling: Team beleid Contactpersoon: Marjolein Winter Telefoon: mwinter@tiel.nl Pagina 1 van 2

20 Pagina 2 van 2

21 SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK RSG LINGECOLLEGE JAARVERSLAG 2015 Aantal begeleidingen SMW gestegen 2014: : 209 Top 3 problematiek Heiligenstraat ( 1. Relatie met ouders 2. Verwerking 3. Relatie met leeftijdgenoten Aantal contacten 0-5 (136x) 1-6 (59x) > 10 (14x) VWO HAVO VMBO TL VMBO K VMBO B VMBO PRO Anders 14 6 Kinderen in de klem Het SMW ziet veel leerlingen die thuis te maken krijgen met een echtscheiding. Kinderen komen voor hun gevoel klem te zitten. Ze ervaren problemen rond loyaliteit en het omgaan met hevige emoties, waardoor ze vastlopen. Het SMW behaalt in het basisonderwijs goede resultaten met de KIES-groepen. Een lotgenotengroep voor kinderen bij echtscheiding. De groepsmethode, waarbij twee coaches de leerlingen in een aantal bijeenkomsten begeleiden door oefeningen en het delen van hun gevoelens. Ook ouders krijgen inzicht in het welzijn van hun kind. De KIES-methode wordt in 2016 ook op het voortgezet onderwijs geïntroduceerd. Top 3 problematiek Rozenstraat 1. Motivatie 2. Relatie met ouders 3. Relatie met leeftijdgenoten Top 3 problematiek Teisterbantlaan Relatie met ouders 2. Identiteit 3. Relatie met leeftijdgenoten Trauma s bij vluchtelingenkinderen Op de locatie Heiligestraat van het Lingecollege in Tiel is de Internationale Schakelklas (ISK) gevestigd, voor niet-nederlandse leerlingen. In 2015 was er een grotere toestroom van leerlingen, voor het overgrote deel vluchtelingenkinderen. Deze groep heeft dikwijls zware trauma s, hulpverlening vanuit het SMW is nodig. Er komen complexere zorgvragen en de druk op vrijwilligersorganisaties wordt groter. Het SMW vraagt dan ook meer aandacht en ruimte voor deze doelgroep in Laagdrempelig en zichtbaar De jongeren komen vaak bij het SMW terecht via hun mentor, het wijkteam, de schoolarts of de leerplichtambtenaar. Na een gesprek of traject, zien we dat de leerling bij een volgende vraag het SMW snel zelf weet te vinden. De schoolmaatschappelijk werkers zijn fysiek op school aanwezig, zij zijn daardoor eenvoudig benaderbaar. De stap is klein en de drempel laag. En dat kan onnodige escalatie van problemen voorkomen. Gesignaleerd: pesten via Whatsapp Het SMW zag het afgelopen jaar een toenemende zorgvraag rond cyberpesten. Leerlingen komen binnen met vage signalen als verzuim en onzeker zijn. Na doorvragen bleek dat de jongere in sommige gevallen al maandenlang via Whatsapp getreiterd werd, of dat er via Whatsapp of social media onwaarheden over hem of haar werden verteld. Of zelfs persoonlijke foto s of filmpjes gedeeld. Ook in games kan er virtueel gestolen of gepest worden. Aanpak: ouders betrekken Deze vormen van pesten zijn onzichtbaar en spelen zich deels in het privéleven buiten school af. Dit maakt het lastig om er grip op te krijgen. Het SMW gaat eerst met de leerling in gesprek, om hem of haar inzicht te laten krijgen in wat hij of zij als probleem ervaart. Ouders worden er soms bij betrokken en geholpen met praktische adviezen ( spreek af dat je regelmatig even meekijkt op de telefoon van je kind en in uitzonderlijke gevallen is geadviseerd naar de politie te stappen). Mentoren spelen ook in op deze nieuwe vorm van pesten, door in de klas te bespreken wat gewenst en ongewenst gedrag is op social media. Het SMW verwacht in 2016 meer zorgvragen op dit gebied en zal hierop anticiperen. Workshop voor ouders van pubers succesvol Navigeren door de puberteit. Zo heet de workshop die SMW in 2015 regelmatig gaf aan ouders van pubers. Tijdens de workshopavond ligt het accent op de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van pubers. De opkomende strijd over kleding, roken, drinken en uitgaan. En dan verandert er ook nog van alles in het puberlijf. Ouders komen dichterbij de belevingswereld van hun puber door oefeningen als De Tijdmachine, waarbij ze weer even teruggaan naar hun eigen puberteit. Na de workshop ervaren ouders een steuntje in de rug bij de opvoeding. Ook in 2016 staat de workshop weer op de agenda.

22 STMR SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK JAARVERSLAG 2015 SMW is zichtbaar en benaderbaar Het SMW heeft in 2015 ingespeeld op de behoeften van de scholen en leerlingen en geanticipeerd op (maatschappelijke) ontwikkelingen. In dit jaarverslag geven we enkele voorbeelden waar we als organisatie trots op zijn. In 2016 zullen we deze strategie verder blijven volgen en uitbouwen. Korte lijnen, preventief effect Het schoolmaatschappelijk werk (SMW) is goed ingebed op de verschillende scholen in ons werkgebied. De contacten met de sociale (wijk)teams en kernteams zijn sterk, de relaties met de jongeren, docenten en mentoren ook. Dat betekent dat signalen snel opgepikt en gedeeld worden. Hier gaat een preventieve werking vanuit. SMW moet direct beschikbaar blijven Op de scholen wordt goed samengewerkt met de wijkteams, maar het blijft belangrijk om het SMW op de scholen direct beschikbaar te houden. Hiermee blijven de korte lijnen met de leerlingen, docenten en mentoren gewaarborgd. Passend onderwijs: workshop voor ib ers Door de komst van de Wet passend onderwijs in 2015 merken we dat er meer zorgleerlingen binnen het regulier onderwijs komen. Hierdoor wordt er vaker een beroep gedaan op het SMW voor ondersteuning en advies. Hier spelen we het aankomende jaar op in door samen met het onderwijs te bekijken wat voor extra expertise/aanbod vanuit het SMW nodig is. Vanuit enkele scholen is de vraag gekomen om een workshop voor mentoren te ontwikkelen. In deze workshop behandelen we o.a. signalen herkennen en motiverende gesprekstechnieken. Bovendien is er aandacht voor het delen van kennis en ervaringen. Willy van Mil Manager SMW bij STMR STMR wordt bij ons op school verpersoonlijkt door Marthe en Lennox: herkenbaar, makkelijk benaderbaar, geen wachtlijsten en kordaat in hun aanpak. Ze zijn voor mij een denktank, met een groot netwerk en veel kennis waar ik dankbaar gebruik van maak! Mandy Sanders, Coördinator Loopbaancentrum ROC Rivor SMW laat jongere zélf in beweging komen Het SMW heeft regelmatig gesprekken met leerlingen over hun thuissituatie en hun levenslijn tot nu toe. In één van die gesprekken gaf een meisje aan dat ze slecht contact had met haar moeder. Het SMW had kunnen bemiddelen, maar koos er juist voor om de jongere te motiveren om zélf in beweging te komen. In motiverende gesprekken ontdekte het meisje dat ze zelf de regie in handen had en dat het in haar belang was als ze in actie zou komen. Deze manier van denken en ageren kan het meisje ook in andere situaties die ze in haar leven treft toepassen. Effect op de lange termijn dus. Goede samenwerking met wijkteams In elke gemeente is een sociaal team, wijkteam of kernteam actief. Het SMW heeft korte lijntjes met deze teams en is op afroep beschikbaar voor advies. In sommige gemeenten sluit het SMW aan bij de casusoverleggen. Er zijn grote stappen gezet in de ontwikkeling van deze teams en de ervaring van het SMW is dat hun werkwijze écht werkt. Aandacht voor lichaamshouding in trainingen Voor de leerlingen organiseerde het SMW in 2015 eenmalige trainingen in faalangstreductie en sociale vaardigheid. De jongeren worden hiervoor aangemeld door de mentor of de ouders. Voor beide trainingen geldt dat er maximaal 10 deelnemers zijn en er gewerkt wordt met oefeningen en rollenspelen. Daarbij staan de trainers uitgebreid stil bij de effecten van lichaamshouding: welke lichaamstaal laat je zien, hoe signaleer je spanning in je lijf en wat kun je doen om te ontspannen? De jongeren oefenen in een veilige omgeving en leggen een goede basis voor hun verdere ontwikkeling. Sociale vaardigheidstraining in het kort Deze aspecten worden behandeld in de 7 bijeenkomsten: Luisteren Praten Nee zeggen en voor jezelf opkomen Leiding nemen en leiding accepteren Ruzie maken Omgaan met complimenten en kritiek Vooraf is er een intake met ouders erbij en na de laatste bijeenkomst worden de ouders gebeld voor een terugkoppeling. Faalangstreductie: G-denken In de 5 bijeenkomsten van de faalangstreductietraining krijgen de leerlingen inzicht in het ontstaan van faalangst en ze oefenen veelvuldig met presenteren. Een van de technieken die ze leren is het G-denken, waarbij de focus ligt op helpende gedachten. De jongeren ontdekken dat ze zelf invloed hebben op hun gedachten: Alles wat er is, mag er zijn. Maar ik geef er wel een positieve draai aan. Contact STMR Postbus HB Tiel ( 0,45 per gesprek) STMR, maart 2016

23 SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK JAARVERSLAG 2015 ROC RIVOR ( Aantal begeleidingen SMW gestegen 2014: : 243 Top 3 problematiek 1. Relatie met ouders 2. Motivatie 3. Verwerking Kinderen in de klem Het SMW ziet veel leerlingen die thuis te maken krijgen met een echtscheiding. Kinderen komen voor hun gevoel klem te zitten. Ze ervaren problemen rond loyaliteit en het omgaan met hevige emoties, waardoor ze vastlopen. Het SMW behaalt in het basisonderwijs goede resultaten met de KIES-groepen. Een lotgenotengroep voor kinderen bij echtscheiding. De groepsmethode, waarbij twee coaches de leerlingen in een aantal bijeenkomsten begeleiden door oefeningen en het delen van hun gevoelens. Ook ouders krijgen inzicht in het welzijn van hun kind. De KIES-methode wordt in 2016 ook op het voortgezet onderwijs geïntroduceerd Aantal contacten 0-5 (170x) 1-6 (52x) > 10 (21x) Wat verder opvalt Financiële problemen Mishandeling 34 Misbruik Trauma s bij vluchtelingenkinderen Op de locatie Heiligestraat van het Lingecollege in Tiel is de Internationale Schakelklas (ISK) gevestigd, voor niet-nederlandse leerlingen. In 2015 was er een grotere toestroom van leerlingen, voor het overgrote deel vluchtelingenkinderen. Deze groep heeft dikwijls zware trauma s, hulpverlening vanuit het SMW is nodig. Er komen complexere zorgvragen en de druk op vrijwilligersorganisaties wordt groter. Het SMW vraagt dan ook meer aandacht en ruimte voor deze doelgroep in Laagdrempelig en zichtbaar De jongeren komen vaak bij het SMW terecht via hun mentor, het wijkteam, de schoolarts of de leerplichtambtenaar. Na een gesprek of traject, zien we dat de leerling bij een volgende vraag het SMW snel zelf weet te vinden. De schoolmaatschappelijk werkers zijn fysiek op school aanwezig, zij zijn daardoor eenvoudig benaderbaar. De stap is klein en de drempel laag. En dat kan onnodige escalatie van problemen voorkomen. Gesignaleerd: pesten via Whatsapp Het SMW zag het afgelopen jaar een toenemende zorgvraag rond cyberpesten. Leerlingen komen binnen met vage signalen als verzuim en onzeker zijn. Na doorvragen bleek dat de jongere in sommige gevallen al maandenlang via Whatsapp getreiterd werd, of dat er via Whatsapp of social media onwaarheden over hem of haar werden verteld. Of zelfs persoonlijke foto s of filmpjes gedeeld. Ook in games kan er virtueel gestolen of gepest worden. Aanpak: ouders betrekken Deze vormen van pesten zijn onzichtbaar en spelen zich deels in het privéleven buiten school af. Dit maakt het lastig om er grip op te krijgen. Het SMW gaat eerst met de leerling in gesprek, om hem of haar inzicht te laten krijgen in wat hij of zij als probleem ervaart. Ouders worden er soms bij betrokken en geholpen met praktische adviezen ( spreek af dat je regelmatig even meekijkt op de telefoon van je kind en in uitzonderlijke gevallen is geadviseerd naar de politie te stappen). Mentoren spelen ook in op deze nieuwe vorm van pesten, door in de klas te bespreken wat gewenst en ongewenst gedrag is op social media. Het SMW verwacht in 2016 meer zorgvragen op dit gebied en zal hierop anticiperen. Workshop voor ouders van pubers succesvol Navigeren door de puberteit. Zo heet de workshop die SMW in 2015 regelmatig gaf aan ouders van pubers. Tijdens de workshopavond ligt het accent op de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van pubers. De opkomende strijd over kleding, roken, drinken en uitgaan. En dan verandert er ook nog van alles in het puberlijf. Ouders komen dichterbij de belevingswereld van hun puber door oefeningen als De Tijdmachine, waarbij ze weer even teruggaan naar hun eigen puberteit. Na de workshop ervaren ouders een steuntje in de rug bij de opvoeding. Ook in 2016 staat de workshop weer op de agenda.

24 STMR SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK JAARVERSLAG 2015 SMW is zichtbaar en benaderbaar Het SMW heeft in 2015 ingespeeld op de behoeften van de scholen en leerlingen en geanticipeerd op (maatschappelijke) ontwikkelingen. In dit jaarverslag geven we enkele voorbeelden waar we als organisatie trots op zijn. In 2016 zullen we deze strategie verder blijven volgen en uitbouwen. Korte lijnen, preventief effect Het schoolmaatschappelijk werk (SMW) is goed ingebed op de verschillende scholen in ons werkgebied. De contacten met de sociale (wijk)teams en kernteams zijn sterk, de relaties met de jongeren, docenten en mentoren ook. Dat betekent dat signalen snel opgepikt en gedeeld worden. Hier gaat een preventieve werking vanuit. SMW moet direct beschikbaar blijven Op de scholen wordt goed samengewerkt met de wijkteams, maar het blijft belangrijk om het SMW op de scholen direct beschikbaar te houden. Hiermee blijven de korte lijnen met de leerlingen, docenten en mentoren gewaarborgd. Passend onderwijs: workshop voor ib ers Door de komst van de Wet passend onderwijs in 2015 merken we dat er meer zorgleerlingen binnen het regulier onderwijs komen. Hierdoor wordt er vaker een beroep gedaan op het SMW voor ondersteuning en advies. Hier spelen we het aankomende jaar op in door samen met het onderwijs te bekijken wat voor extra expertise/aanbod vanuit het SMW nodig is. Vanuit enkele scholen is de vraag gekomen om een workshop voor mentoren te ontwikkelen. In deze workshop behandelen we o.a. signalen herkennen en motiverende gesprekstechnieken. Bovendien is er aandacht voor het delen van kennis en ervaringen. Willy van Mil Manager SMW bij STMR STMR wordt bij ons op school verpersoonlijkt door Marthe en Lennox: herkenbaar, makkelijk benaderbaar, geen wachtlijsten en kordaat in hun aanpak. Ze zijn voor mij een denktank, met een groot netwerk en veel kennis waar ik dankbaar gebruik van maak! Mandy Sanders, Coördinator Loopbaancentrum ROC Rivor SMW laat jongere zélf in beweging komen Het SMW heeft regelmatig gesprekken met leerlingen over hun thuissituatie en hun levenslijn tot nu toe. In één van die gesprekken gaf een meisje aan dat ze slecht contact had met haar moeder. Het SMW had kunnen bemiddelen, maar koos er juist voor om de jongere te motiveren om zélf in beweging te komen. In motiverende gesprekken ontdekte het meisje dat ze zelf de regie in handen had en dat het in haar belang was als ze in actie zou komen. Deze manier van denken en ageren kan het meisje ook in andere situaties die ze in haar leven treft toepassen. Effect op de lange termijn dus. Goede samenwerking met wijkteams In elke gemeente is een sociaal team, wijkteam of kernteam actief. Het SMW heeft korte lijntjes met deze teams en is op afroep beschikbaar voor advies. In sommige gemeenten sluit het SMW aan bij de casusoverleggen. Er zijn grote stappen gezet in de ontwikkeling van deze teams en de ervaring van het SMW is dat hun werkwijze écht werkt. Aandacht voor lichaamshouding in trainingen Voor de leerlingen organiseerde het SMW in 2015 eenmalige trainingen in faalangstreductie en sociale vaardigheid. De jongeren worden hiervoor aangemeld door de mentor of de ouders. Voor beide trainingen geldt dat er maximaal 10 deelnemers zijn en er gewerkt wordt met oefeningen en rollenspelen. Daarbij staan de trainers uitgebreid stil bij de effecten van lichaamshouding: welke lichaamstaal laat je zien, hoe signaleer je spanning in je lijf en wat kun je doen om te ontspannen? De jongeren oefenen in een veilige omgeving en leggen een goede basis voor hun verdere ontwikkeling. Sociale vaardigheidstraining in het kort Deze aspecten worden behandeld in de 7 bijeenkomsten: Luisteren Praten Nee zeggen en voor jezelf opkomen Leiding nemen en leiding accepteren Ruzie maken Omgaan met complimenten en kritiek Vooraf is er een intake met ouders erbij en na de laatste bijeenkomst worden de ouders gebeld voor een terugkoppeling. Faalangstreductie: G-denken In de 5 bijeenkomsten van de faalangstreductietraining krijgen de leerlingen inzicht in het ontstaan van faalangst en ze oefenen veelvuldig met presenteren. Een van de technieken die ze leren is het G-denken, waarbij de focus ligt op helpende gedachten. De jongeren ontdekken dat ze zelf invloed hebben op hun gedachten: Alles wat er is, mag er zijn. Maar ik geef er wel een positieve draai aan. Contact STMR Postbus HB Tiel ( 0,45 per gesprek) STMR, maart 2016 Foto s: ROC Rivor

25 Informatienota Aan: Commissie Samenleving Van: College Onderwerp: Processtappen Minimabeleid Portefeuillehouder: Dhr. H.A. Driessen Datum collegebesluit: 16 augustus 2016 Geheim: Nee Kennisnemen van: De processtappen om het beleidsplan schuldhulpverlening te herijken/actualiseren. 1. Inleiding Met de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) per 1 juli 2012 heeft het Rijk beoogd de kwaliteit en effectiviteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening te verbeteren. De wet is kader stellend, schuldhulpverlening is een wettelijke taak, maar de gemeente mag zelf bepalen hoe ze daar invulling aan geeft. De Wgs schrijft voor dat de gemeenteraad een plan dient vast te stellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan inwoners van haar gemeente. De looptijd van het plan mag maximaal 4 jaar zijn. Het Beleidsplan schuldhulpverlening van de gemeente Tiel is op 12 maart 2013 door de raad vastgesteld. Het beleidsplan mag voor ten hoogste 4 jaar worden vastgesteld op grond van de Wgs. Formeel loopt het plan dus af op 12 maart In het plan is opgenomen dat het beleid neergelegd in het plan in 2016 wordt geëvalueerd. De resultaten daarvan worden verwerkt in een informatieve nota. Aan de hand van de bevindingen wordt een nieuw beleidsplan opgesteld en wordt aan de gemeenteraad gevraagd deze vast te stellen. 2. Kernboodschap In verband met recente ontwikkelingen op het gebied van de schuldhulpverlening, zowel landelijk als intern bij de gemeente Tiel, wordt geadviseerd om het uitwerken van een volledig nieuw beleidsplan uit te stellen naar Het voorstel is om het huidige Beleidsplan schuldhulpverlening te verlengen voor de duur van maximaal 12 maanden. In de komende maanden zal wel een eerste aanzet worden gegeven voor de evaluatie van het huidige beleidsplan, maar deze zal worden doorgetrokken naar De termijn van verlenging met 12 maanden biedt ons de mogelijkheid voor uitloop in het evaluatieproces en voorkomt dat we het plan twee maal in korte tijd in de gemeenteraad bespreken. De belangrijkste redenen hiervoor zijn: 1. De lopende evaluatie van de Wgs door SZW. Deze evaluatie is onlangs per brief d.d. 27 juni 2016 naar de Tweede Kamer gezonden. De resultaten van deze evaluatie kunnen mogelijk gevolgen hebben voor de huidige vormgeving van de Wgs. In deze evaluatie wordt in ieder geval geadviseerd om de toegankelijkheid te verbreden voor een grotere doelgroep (m.n. de huiseigenaren en zzp-ers). Lange wachttijden zijn onwenselijk en moeten worden voorkomen. Hierin is meegenomen dat uit een recent onderzoeksrapport, Burgerperspectief op schuldhulpverlening, van de Nationale ombudsman naar voren komt dat de schuldhulpverlening beter moet aansluiten op de hulpvraag van de burger. Pagina 1 van 3

26 2. De beoogde inwerkingtreding van het Breed wettelijk moratorium per 1 januari Deze wetswijziging is momenteel in voorbereiding. Op basis van de eerste ervaringen in 2017 kunnen we ons huidige beleid mogelijk verdere invulling geven middels dit moratorium. 3. In het huidige beleidsplan wordt aangegeven dat we samen met het maatschappelijk middenveld de schuldhulpverlening verder vorm willen geven. Gemeentelijke schuldhulpverlening is faciliterend aan de keten van schuldhulpverlening bij complexe hulpvragen en aan de inwoner bij enkelvoudige problematiek. De competenties van de gemeentelijke schuldhulpverlening liggen bij de financieel technische aspecten van de schuldhulpverlening. Het maatschappelijk middenveld, zeker het professionele, is toegerust voor de begeleiding en ondersteuning van mensen met psychische en psychosociale problemen. Daarin kunnen zij ook aandacht geven aan de houding en gedrag van deze mensen ten aanzien van hun bestaanskosten, hun financiële omstandigheden, indien en voor zover houding en gedrag voor financiële problemen zorgen. Daarom zien wij voor het maatschappelijk middenveld een belangrijke rol in de schuldhulpverlening. Om diverse redenen is in de afgelopen jaren het contact met het maatschappelijk middenveld achtergebleven in wat wenselijk is. Om die reden hechten wij er groot belang aan om in eerste instantie de focus te richten op het verbeteren van deze onderlinge contacten. Wij vinden het dan ook noodzakelijk om een brede evaluatie met de ketenpartners te houden ten aanzien van het huidige beleid en om input te vragen voor het nieuwe beleid. Eveneens willen wij hierin een oriëntatie voor het opzetten van een zogenaamd Armoedepact meenemen. Dit vergt een grote tijdsinvestering van de betrokken beleidsmedewerkers en de ketenpartners. Wij willen dan ook hiervoor een ruimere periode uittrekken. In de planning wordt meegenomen dat de prioriteit nu eerst ligt bij de evaluatie/herijking van het minimabeleid. 4. De formele evaluatie van de pilot budgetbeheer is door het vertrek van de tijdelijke medewerk(st)ers, wegens zwangerschapsverlof en wijziging in de organisatie a.g.v. de invoering van de Werkzaak nog niet tot stand gekomen. Hierdoor is de pilot relatief beperkt in omvang gebleven en kunnen er nog weinig gedegen conclusies aan verbonden worden. In de komende maanden gaan we verdere invulling geven aan de pilot. Budgetbeheer kan als nieuw werkterrein voor de gemeente eventueel als onderdeel opgenomen worden in het nieuwe beleidsplan. Planning voor de komende maanden De processtappen om tot een nieuw, geactualiseerd beleidsplan schuldhulpverlening te komen zien er als volgt uit: In de periode november tot en met januari 2017 zullen wij ons huidige beleid voor de schuldhulpverlening evalueren met: 1. Consulenten schuldhulpverlening, teammanager en kwaliteitsmedewerkers; 2. De volgende ketenpartners: STMR, Humanitas, Iriszorg, RIBW, Mee Gelderse Poort, Dynamiek, SCW, Kleurrijk Wonen, Pro Persona, Wijkteams Jeugd en Ggd, Het Inloophuis Tiel; 3. De lokale cliëntenraad Participatiewet/serviceloket; 4. Wmo-raad; 5. Gemeente Neerijnen en West Maas en Waal. Daarnaast stellen we over de jaren 2014 tot en met 2016 een quick scan op over: de aantallen aanvragen; het aantal toekenningen, afwijzingen en buiten behandeling stellen; een overzicht van de jaarlijkse uitgaven. Pagina 2 van 3