Workshop. Toegang tot beschermd wonen in de Wmo 2015

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Workshop. Toegang tot beschermd wonen in de Wmo 2015"

Godelieve Moens
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Workshop Toegang tot beschermd wonen in de Wmo 2015 Rina Beers, Federatie Opvang

2 Agenda voor workshop: 1. Schets van toegang in Awbz en Wmo nu 2. Praktijk huidige centrale toegang MO 3. Schets van toegang in wetsvoorstel Wmo Inventariseren uitgangspunten voor toegang BW 5. Discussie

3 Toegang in AWBZ nu: Aanvraag door client zelf of door ondersteuner Beoordeling door CIZ aan de hand van beleidsregels indicatiestelling Ministerie VWS Meestal digitaal, soms schriftelijk, nauwelijks face-toface CIZ vraagt met toestemming aanvrager medische gegevens op Criteria toegang BW: noodzaak tot beschermende woonomgeving, therapeutisch leefklimaat of permanent toezicht Op basis van psychiatrische stoornis (w.o. verslaving) waaruit matige tot ernstige beperkingen voortkomen

aanvrager medische gegevens op Criteria toegang BW: noodzaak tot beschermende woonomgeving, therapeutisch leefklimaat of

4 Toegang in Wmo nu: Melding bij gemeenteloket, Wmo loket, wijkteam Keukentafelgesprek : vraagverduidelijking Aanvraag individuele voorziening (HH, vervoer, woningaanpassing) Criteria: wat kun je zelf, wat kan de omgeving doen ter ondersteuning; is algemene voorziening mogelijk Nog geen ervaring met toegang langdurige intramurale zorg, wel met tijdelijke opvang.

Criteria: wat kun je zelf, wat kan de omgeving doen ter ondersteuning; is algemene

5 Toegang tot MO nu: -via aanbieder -via centrale toegang gemeente: -toegangscriteria: leeftijd, rechthebbend, regiobinding, noodzakelijkheidscriterium, oggz problematiek -soms: veldtafel, traject- toewijzingscommissie, multidisciplinair overleg -bij TTC: toetsing trajectplan na 4-6 weken -in aantal gevallen beschikking, geen landelijke standaard -geen standaard voor duur van indicatie; wel afspraken daarover in inkooptraject of in zorglijnen

multidisciplinair overleg -bij TTC: toetsing trajectplan na 4-6 weken -in aantal gevallen beschikking, geen

6 Toegang maatwerkvoorziening in Wmo 2015: Art 2.3.2: Eerst melding, dan 6 weken tijd om een onderzoek uit te voeren. Na het onderzoek indienen aanvraag; College neemt besluit binnen 2 weken na indiening aanvraag Indien spoedeisend: dan onverwijld tijdelijk maatwerkvoorziening (crisisopvang) Te onderzoeken items: behoeften, persoonskenmerken, voorkeuren client: criteria en werkwijze in verordening benoemen Onderzoek van mogelijkheden om zelf, met hulp van netwerk of met algemene voorzieningen in hulpvraag te voorzien Doel maatwerkvoorziening: in staat stellen tot zelfredzaamheid en participatie

maatwerkvoorziening (crisisopvang) Te onderzoeken items: behoeften, persoonskenmerken, voorkeuren client: criteria en werkwijze in verordening

7 Aan het werk met vier vragen: niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving 1. Welke criteria: welke vragen stel je om behoeften, persoonskenmerken, voorkeuren vast te stellen? Beperkingen / mogelijkheden? 2. Welke onderbouwing vraag je? Opname geschiedenis? Diagnostiek? Behandelplan? 3. Wie gaat het onderzoek doen? Zorgaanbieder? Gemeente loket? CIZ-MOZaak? Andere partij? 4. Hoe richt je de toegang voor overstappers in (afkomstig uit detentie/wfz, kliniek/zvw, Jeugdwet)?

2. Welke onderbouwing vraag je? Opname geschiedenis? Diagnostiek? Behandelplan? 3. Wie gaat het onderzoek doen? Zorgaanbieder?

8 Voorbeeld: CIZ Beoordelingskader Resultaat Bepaling van de zorgsituatie van de verzekerde ( foto ) inclusief ten minste een grondslag, uitgedrukt in scores op de onderzochte stoornissen, beperkingen en participatieproblemen. De stoornissen (oriëntatiestoornissen, stoornissen in psychisch functioneren, stoornissen in motorisch functioneren, gedragsproblemen, verslavingsproblemen, psychisch (on-)welbevinden), beperkingen (sociale redzaamheid, mobiliteit, persoonlijke zorg, huishoudelijk leven) en participatieproblemen (sociale relaties en maatschappelijk leven, leren en werken, informele zorg, wonen) van de verzekerde worden gescoord op een vierpuntschaal. Stoornissen score 0: Geen probleem/geen hulp van een ander nodig Er is geen sprake van een stoornis of het optreden van de stoornis leidt niet tot een zorgvraag omdat deze onder controle is door middel van behandeling medicatie of een hulpmiddel. score 1: Wel probleem: af en toe hulp, toezicht of sturing nodig De stoornis leidt af en toe tot een zorgvraag. Af en toe is een tot zes keer per week. score 2: Wel probleem: vaak hulp, toezicht of sturing nodig De stoornis leidt vaak tot een zorgvraag. Vaak is een tot twee keer per dag. score 3: Wel probleem: continu hulp, toezicht of sturing nodig De stoornis leidt voortdurend tot een zorgvraag. Voortdurend is drie of meerdere keren per dag.

De stoornissen (oriëntatiestoornissen, stoornissen in psychisch functioneren, stoornissen in motorisch functioneren, gedragsproblemen, verslavingsproblemen, psychisch (on-)welbevinden), beperkingen

9 Voorbeeld: Acht leefgebieden uit 8-fasenmodel Movisie Kenmerkend voor deze leefgebieden is dat ze voor iedereen gelden; ze zijn persoonsgericht en niet probleemgericht. 1. Huisvesting: woonsituatie van de cliënt. 2. Financiën: financiële situatie en bestedingspatroon van de cliënt. 3. Sociaal functioneren: relatie tussen de cliënt en diens omgeving (waaronder het gezin, de familie, de hulpverleners), inclusief het maatschappelijk gedrag (bijvoorbeeld relatie met justitie). 4. Psychisch functioneren: het 'welbevinden' van de cliënt, inclusief eventueel psychiatrisch ziektebeeld en verslavingsgedrag. 5. Zingeving: datgene wat de cliënt motiveert om te leven (bijvoorbeeld een levens- of geloofsovertuiging). 6. Lichamelijk functioneren: fysieke gesteldheid van de cliënt en zelfzorg. 7. Praktisch functioneren: huishoudelijke en technische vaardigheden, taalvaardigheden 8. Dagbesteding: daginvulling van de cliënt (werk, sociale activering, hobby's, studie, activiteiten).

Sociaal functioneren: relatie tussen de cliënt en diens omgeving (waaronder het gezin, de familie, de hulpverleners), inclusief het maatschappelijk gedrag (bijvoorbeeld relatie met justitie). 4.

10 Voorbeeld: Kan de cliënt individueel wonen aan? Een cliënt kan zelfstandig wonen aan als hij/zij in staat is op de volgende gebieden zichzelf te handhaven: Zelfverzorging: Kan zichzelf verzorgen: persoonlijke verzorging, hygiëne, lichamelijke- en geestelijke gezondheid (incl. medicatie innemen). Kan een hulpvraag stellen indien nodig Financieel redzaam: Kan weekbudget (laten) beheren: (geld wordt besteed aan voeding of andere noodzakelijke kosten van bestaan) Kan een hulpvraag stellen indien hij/zij ondersteuning wenst Kan hulpvraag uitstellen: bijvoorbeeld naar volgende dag om spreekuur te bezoeken / planbare zorg Sociaal redzaam: Is in staat sociale contacten aan te gaan en te begrenzen (niet vereenzamen of veel mensen op de woning toe laten die grensoverschrijdend gedrag vertonen en overlast veroorzaken) Daarnaast kan het de voorkeur hebben van de cliënt om in een groep te wonen: in dat geval gaat hij/zij in principe niet individueel wonen.

geestelijke gezondheid (incl. medicatie innemen).

Vergelijkbare documenten

Heeft de persoon straffen of maatregelen die tot executie gebracht moeten worden? ja nee niet bekend/gecheckt

Heeft de persoon straffen of maatregelen die tot executie gebracht moeten worden? ja nee niet bekend/gecheckt Naam: Datum MW: Geboortedatum: Politie- en justitiecontacten Is persoon/het systeem bekend bij politie? Voor welke strafbare feiten is cliënt bekend bij politie en in welke periode? Bron: Is persoon/het