Beleidsplan Sociale zaken 2002/Bijlagen Gemeente Son en Breugel

Transcriptie

1 BIJLAGEN BIJLAGE I.1.3. BIJLAGE I.1.6. BIJLAGE I.2.1. BIJLAGE I.4.3. BIJLAGE II.2. Soorten fraude Overzicht van werkzaamheden Unit Bijzonder Onderzoek Verificatieoverzichten Abw en Ioaw/Ioaz Overzicht debiteuren Overzicht uitkeringenbestand Kosten uitkeringen Abw, Ioaw, Ioaz, WiW en Voorlichting BIJLAGE II.5.2a. Subsidieverordening arbeidsmarktbeleid gemeente Son en Breugel, inclusief artikelsgewijze toelichting; BIJLAGE II.5.2b. BIJLAGE II.5.3. BIJLAGE II.5. Uitvoeringsbesluit loonkostensubsidie werkervaringsplaatsen Wiw. Uitvoeringsbesluit Reïntegratie arbeidsgehandicapten. Verordening vrijlatingsbepalingen Abw, IOAW en IOAZ BIJLAGE III.1. Onderzoeksplan 2002 BIJLAGE IV.1. BIJLAGE V.5.5. BIJLAGE VI.3.1. BIJLAGE VI. BIJLAGE VII.5. Cliëntenparticipatie Uitgaven bijzondere bijstand Uitgaven GSF Verordening gemeentelijk sociaal fonds Bijstandsverordening 2001 (Toeslagen en verlagingen)

2 BIJLAGE I.1.3. Witte fraude Het verzwijgen van werkzaamheden en belastingsplichtige verdiensten; met ten onrechte verstrekte bijstand tot gevolg; Zwarte fraude Idem ten aanzien van verdiensten waarover geen afdrachten plaats vinden; Fraude met woon- en leefsituaties Het niet opgeven van het juiste woonadres, waaronder ook het verblijf buiten de gemeente dan wel buiten Nederland, en het verzwijgen van feiten met betrekking tot de gezinssituatie, onderhuur, kostgangers, woningdeling en de gezamenlijke huishouding. Het onderzoek naar fraude met woon- en leefsituaties gebeurt aan de hand van het in de wet omschreven begrip "gezamenlijke huishouding". Ondanks de verbeteringen die hierin de laatste jaren door de wetgever zijn aangebracht, blijft het juridisch gezien in veel gevallen moeilijk om aan de hand hiervan fraude met woon- en leefsituaties te bewijzen. Dit is een probleem waar iedere gemeente in Nederland mee te kampen heeft. Overige fraude Hieronder valt ondermeer het verzwijgen van vermogen (geld of goederen) dat de vermogensgrens (het vermogen dat iemand met een bijstandsuitkering maximaal mag bezitten) te boven gaat en het misbruiken van het SOFI-nummer.

3 BIJLAGE II.5.2a. SUBSIDIEVERORDENING ARBEIDSMARKTBELEID GEMEENTE SON EN BREUGEL Deze verordening is vastgesteld door de raad van de gemeente Son en Breugel in zijn openbare vergadering van 20 december Onderwerp: Subsidies Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW-WEP) en Wet (Re)ïntegratie arbeidsgehandicapten. Verordening is vastgesteld gelet op de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet en de artikelen 3,5, 13a en 13b van de Wet inschakeling werkzoekenden. SUBSIDIEVERORDENING ARBEIDSMARKTBELEID GEMEENTE SON EN BREUGEL 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Wet REA:Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten; b. WIW:Wet inschakeling werkzoekenden; c. AWB:Algemene wet bestuursrecht. 2 Artikel 2 Bevoegdheid van burgemeester en wethouders Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het nemen van besluiten over subsidies en voorzieningen: a. ter uitvoering van de Wet REA, de WIW en overige landelijke regelingen op het terrein van arbeidsmarktbeleid; b. voor de activiteiten, die voortkomen uit het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid. 3 Artikel 3 Uitvoeringsbesluiten Bij uitvoeringsbesluit stellen burgemeester en wethouders regels ten aanzien van de verstrekking van subsidies. Deze regels hebben betrekking op: a. de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt en wie daarvoor in aanmerking komt; b. het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald; c. de aanvraag van een subsidie en de besluitvorming daarover; d. de voorwaarden waaronder een subsidie wordt verleend; e. de weigeringsgronden voor een subsidie-aanvraag; ƒ de verplichtingen voor de subsidie-ontvanger; g. de vaststelling van de subsidie; h. de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling; i. de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten; j. overige criteria voor de verstrekking van de subsidie.

4 4 Artikel 4 Subsidie- en budgetplafonds 1. Burgemeester en wethouders verlenen subsidies voor werkervaringsplaatsen op grond van de Wet inschakeling werkzoekenden en de Wet (re)integratie gehandicapten tot een bedrag dat maximaal gelijk is aan het bedrag dat bij het Rijk kan worden gedeclareerd. 2. Geen subsidie wordt verstrekt op grond van artikel 13b, tweede lid, van de WIW jo. artikel 7b van het BUF en voor een proefplaats in de zin van artikel 115 tweede en derde lid van de Algemene bijstandswet, artikel 38 tweede en derde lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. 5 Artikel 5 Toezicht en informatieplicht 1. Burgemeester en wethouders kunnen personen aanwijzen, die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening en de verplichtingen in de AWB. 2. Aan subsidies krachtens deze verordening is de verplichting verbonden, dat de subsidie-ontvanger aan een toezichthouder alle medewerking verleent, die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. 6 Artikel 6 Meldingsplicht bij gewijzigde omstandigheden De subsidie-ontvanger doet onmiddellijk schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders van alle feiten en omstandigheden, die van belang zijn voor de beslissing op de aanvraag dan wel voor de beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. 7 Artikel 7 Bewaarplicht De subsidie-ontvanger bewaart alle bewijsstukken, die aan de subsidieverstrekking ten grondslag liggen, tenminste gedurende vijf jaar na de vaststelling van de subsidie en stelt deze op verzoek ter beschikking voor controledoeleinden. 8 Artikel 8 Hardheidsclausule In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. 9 Artikel 9 Inwerkingtreding Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari Artikel 10 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening arbeidsmarktbeleid gemeente Son en Breugel".

5 Algemene toelichting Inleiding Op grond van de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW), de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Rea), kan de gemeente subsidies verstrekken aan of ten behoeve van personen uit de respectievelijke doelgroepen. De wetgever heeft het verstrekken van subsidie opgedragen aan de gemeente. Nu het gemeentelijk bestuursorgaan niet nader wordt aangeduid, dient hieronder de raad te worden verstaan. Deze subsidieverordening vormt een raamwerk waarop aanvullende inhoudelijke regels van het college van burgemeester en wethouders worden gebaseerd. Het vaststellen van deze regels en de individuele verstrekking van subsidies is in deze verordening door de Raad gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. De keuze voor deze constructie is ingegeven door de wens om als gemeente met gepaste snelheid te kunnen aansluiten op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de wet- en regelgeving. Een andere overweging is de ontwikkelingsfase waarin zich momenteel de uitvoeringsstructuur en uitvoeringsorganisatie in de regio zich bevindt. De verwachting is dat deze snelle ontwikkelingen zich de komende jaren zullen voortzetten. Artikelsgewijze toelichting 1 Artikel 1 Dit artikel geeft enkel een omschrijving van een aantal algemene begrippen. Nadere omschrijvingen (zoals bijvoorbeeld de definitie van arbeidsgehandicapte) zullen in de respectievelijke uitvoeringsbesluiten worden gegeven. De definitie van subsidie is niet opgenomen in de verordening, aangezien artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) een dwingende en algemene begripsomschrijving geeft. Dit artikel definieert subsidie als "een aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten". 2 Artikel 2 De bepaling van artikel 2 is in algemene zin geformuleerd zodat de bevoegdheid van burgemeester en wethouders niet beperkt is tot de genoemde wetgeving in artikel 1 van deze verordening, maar ook betrekking heeft op andere wet- en regelgeving op het terrein van arbeidsmarktbeleid. Burgemeester en wethouders zijn naast het nemen van besluiten over subsidies tevens bevoegd tot het nemen van besluiten over voorzieningen, zoals verstrekkingen in natura en de inkoop van toeleidingstrajecten. 3 Artikel 3 De uitvoeringsbesluiten zullen zo spoedig mogelijk worden opgesteld, dat wil zeggen zodra er zicht is op de ontwikkeling van de regionale uitvoeringsstructuur en uitvoeringsorganisatie.

6 In de respectievelijke uitvoeringsbesluiten, die op deze verordening zullen worden gebaseerd dienen de volgende zaken te worden geregeld: a. voor welke activiteiten subsidie kan worden verleend en aan wie subsidie kan worden verleend; b. de hoogte en de duur van de betreffende subsidie; c. binnen welke termijn de betreffende subsidie moet worden aangevraagd. Tevens dient in deze besluiten aangegeven te worden welke gegevens relevant zijn ten behoeve van de aanvraag. d. de voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen; e. de weigeringsgronden; f. de verplichtingen, die aan de subsidieverlening voor de ontvanger kunnen worden verbonden. Hiertoe kunnen in de uitvoeringsbesluiten nadere regels worden gesteld. g. de verstrekking van subsidies. Deze vindt op grond van de AWB in principe in twee fasen plaats. In de eerste fase dient een besluit tot verlening van de subsidie te worden genomen. Vervolgens vindt de besluitvorming tot het vaststellen van de subsidie plaats (fase 2). De mogelijkheid bestaat om de eerste fase (subsidieverlening) over te slaan (artikel 4:29 AWB). In die gevallen wordt het definitieve bedrag van de subsidie direct vastgesteld. De fase van verlening zou met name kunnen worden overgeslagen wanneer de voorwaarden voor verlening van de subsidie reeds in de verordening worden genoemd. Wanneer de beschikking tot subsidieverlening niet wordt afgegeven noemt de beschikking tot subsidievaststelling een aantal funkties van de verleningsbeschikking over te nemen (artikel 4:43 ABW). Derhalve dient deze beschikking een specifieke aanduiding van de activiteiten te vermelden naast het bedrag van de subsidie. Het voordeel van het direct vaststellen van de subsidie is de besparing van de werklast voor zowel de gemeente als de subsidie-aanvrager. De aanvraag en de bijgevoegde gegevens hoeven slechts één keer door de subsidie-aanvrager te worden ingediend en door de gemeente te worden gecontroleerd. Een nadeel van het direct vaststellen van het subsidiebedrag is het feit dat het verstrekte subsidiebedrag minder gemakkelijk is terug te vorderen wanneer blijkt, dat de subsidie-ontvanger zich niet heeft gehouden aan de subsidievoorwaarden. In zo'n geval zal overgegaan dienen te worden tot terugvordering op grond van artikel 4:75 ABW. zolang de subsidie nog niet is vastgesteld kan de subsidieverlening onder omstandigheden (artikel 4:48 ABW) worden ingetrokken of ten nadele van de subsidie-ontvanger worden vastgesteld. Het bezwaar van de moeilijkere wijze van terugvordering -ingeval van het direct vaststellen van de subsidie- kan echter worden ondervangen door te kiezen voor uitbetaling van de subsidie in termijnen. h. de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling; i. op welke wijze een subsidie wordt uitbetaald. De gemeente is vrij in de wijze van betaling. Het is mogelijk voorschotten te verstrekken, mits dit in het betreffende uitvoeringsbesluit wordt geregeld. Wanneer voorschotten worden verstrekt, dient dit op grond van artikel 4:45 ABW in de beschikking tot subsidieverlening te worden vermeld.

7 4 Artikel 4 Door een subsidieplafond aan te brengen wordt de verstrekking van een type subsidie begrensd tot aan een bepaald bedrag. Een open-einde financiering wordt voorkomen. Zonder de instelling van een subsidieplafond vormt de overschrijding van het gemeentelijk budget op zichzelf geen harde weigeringsgrond. Ex artikel 4:25 lid 2 AWB dienen subsidie-aanvragen te worden afgewezen als de verstrekking zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond. Conform de AWB is een subsidie de aanspraak op financiële middelen, door het bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten. Voorzieningen zoals verstrekkingen in natura en toeleidingstrajecten oftewel trajectbemiddeling zijn geen subsidies in de zin van de AWB en vallen dus evenmin onder het subsidieplafond. Teneinde ook ten aanzien van deze voorziening een open-einde financiering te voorkomen, is tevens in de mogelijkheid van een budgetplafond voorzien. Het subsidie-plafond dient voor het begin van de periode waarvoor het geldt te worden bekendgemaakt (artikel 4:27 lid 1 AWB). Een latere bekendmaking heeft geen gevolgen voor voordien ingediende aanvragen. Ex artikel 4:34 lid 1 AWB kan een subsidie worden verleend ten laste van een begroting, die nog niet is goedgekeurd of vastgesteld, onder de voorwaarde, dat door het gemeentebestuur voldoende gelden ter beschikking worden gesteld (het zogenaamde begrotingsvoorbehoud). De hoogte van de maximale subsidie en de verdeling van het maximaal declarabel subsidiebedrag over verschillende kostenposten worden gekoppeld aan de afspraken die hierover in het regionaal convenantsoverleg zijn/worden gemaakt. 5 Artikel 5 Artikel 5 regelt het toezicht van de gemeente en de informatieplicht van de subsidieontvanger in dit kader. De gemeente op grond van artikel 5:11 AWB bij beschikking een toezichthouder aanwijzen voor de handhaving en het toezicht. In lid 2 is de plicht tot medewerking van de subsidie-ontvanger geregeld. Hiermee is verzekerd, dat tegen nietmedewerking kan worden opgetreden door de subsidie lager vast te stellen (art. 4:48 AWB). In artikel 5:11 e.v. AWB zijn de bevoegdheden van een toezichthouder vermeld (bijvoorbeeld de bevoegdheid om elke plaats te betreden behalve een woning zonder de toestemming van de bewoner; artikel 5:15 AWB). 6 Artikel 6 In dit artikel is de inlichtingenverplichting van de subsidie-ontvanger geregeld. Feiten en omstandigheden, die van belang kunnen zijn voor de subsidieverlening, -vaststelling, - wijziging c.q. -intrekking dienen meteen schriftelijk te worden gemeld. 7 Artikel 7

8 Ten behoeve van met name controle-doeleinden dient de subsidie-ontvanger alle aan de subsidieverstrekking ten grondslag liggende bewijsstukken gedurende vijf jaar te bewaren. 8 Artikel 8 Dit artikel bevat een hardheidsclausule. 9 Artikel 9 De inwerkingtreding van deze verordening is met terugwerkende kracht vastgesteld ingaande 1 januari 2000.

9 BIJLAGE II.5.2b UITVOERINGSBESLUIT LOONKOSTENSUBSIDIE WERKERVARINGSPLAATSEN WIW Dit besluit is vastgesteld door de raad van de gemeente Son en Breugel in zijn openbare vergadering van 20 december Overwegende: - dat op grond van de Wet inschakeling werkzoekenden en het daarop gebaseerde Besluit uitvoering en financiering Wet inschakeling werkzoekenden, de gemeente aan werkgevers een subsidie kan verstrekken voor een werkervaringsplaats; - dat burgemeester en wethouders op grond van de Subsidieverordening arbeidsmarktbeleid gemeente Son en Breugel belast zijn met de verstrekking van subsidies en dat zij daartoe nadere regels dienen vast te stellen; gelet op de artikelen 2 en 3 van de Subsidieverordening arbeidsmarktbeleid van de gemeente Son en Breugel en met inachtneming van de bepalingen van de Wet inschakeling werkzoekenden en het Besluit uitvoering en financiering Wet inschakeling werkzoekenden. UITVOERINGSBESLUIT LOONKOSTENSUBSIDIE WERKERVARINGSPLAATSEN WIW Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. WIW: Wet inschakeling werkzoekenden; b. BUF: Besluit uitvoering en financiering Wet Inschakeling werkzoekenden; c. de subsidie: de loonkostensubsidie aan werkgevers voor werkervaringsplaatsen als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de WIW; d. dienstverband: een dienstverband als bedoeld in artikel 5 van de WIW jo artikel 7 van het BUF, aangegaan voor tenminste zes maanden; e. werknemer: de langdurig werkloze of jongere zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e en f van de WIW; ƒ. AWB: de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2 Bevoegdheid van Burgemeester en wethouders Subsidies op grond van artikel 5 van de WIW juncto artikel 10 van het BUF worden verstrekt door burgemeester en wethouders met inachtneming van dit besluit. Hoofdstuk 2 De aanvraag

10 Artikel 3 De termijn van aanvraag De aanvraag voor subsidie wordt door de werkgever binnen 4 weken voor de aanvang van het dienstverband bij burgemeester en wethouders ingediend. Artikel 4 Gegevens bij de aanvraag 1. De werkgever verstrekt bij de aanvraag voor subsidie de volgende gegevens: a. bedrijfs- of instellingsnaam, adres en kontaktpersoon van de werkgever; b. naam, adres, woonplaats en sofinummer van de werknemer; c. een afschrift van de arbeidsovereenkomst waaruit de inhoud van de functie en de aard, de duur en de omvang van het dienstverband blijkt; d. overige gegevens, die burgemeester en wethouders nodig achten om te kunnen besluiten over de subsidie-aanvraag. 2. Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de in te dienen gegevens aanwijzingen geven en modellen voorschrijven. Hoofdstuk 3 Voorwaarden, hoogte van subsidie en weigeringsgronden Artikel 5 Voorwaarden 1. Teneinde voor een subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te kunnen komen, dient met de werknemer een dienstverband van tenminste zes maanden op dezelfde werkplek te worden aangegaan. 2. De subsidie wordt slechts verstrekt bij een dienstverband met een werknemer waarvoor een verklaring als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de WIW wordt ontvangen. 3. De subsidie wordt slechts verstrekt als de arbeidsduur een dusdanig aantal uren per week bedraagt dat geen aanvullende uitkering ingevolge de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen noodzakelijk is. 4. De voorwaarde onder lid 3 is niet van toepassing als de werknemer op een kortere arbeidsduur is aangewezen omdat hij alleenstaande ouder is met de zorg voor kind(eren) in de leeftijd van 0 tot en met de leeftijd van het einde van de basisschool of omdat hij arbeidsgehandicapte is. 5. De subsidie wordt slechts verleend indien voor de arbeidskosten door de werkgever geen andere subsidie wordt ontvangen. 6. De werkgever verklaart het streven te ondersteunen om voor de werknemer langdurige werkzaamheden te realiseren binnen eigen bedrijf of elders. Artikel 6 Hoogte van de subsidie 1. Burgemeester en wethouders stellen voor de duur van maximaal 1 jaar de subsidie per werknemer vast. 2. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie voor een dienstverband met een omvang van minder dan 32 uren per week, lager vast naar rato van de omvang van de betrekking. 3. Indien de daadwerkelijke duur van het dienstverband korter is dan 12 maanden

11 wordt de subsidie eveneens naar rato vastgesteld. 4. De subsidie bedraagt in alle gevallen ten hoogste 80% van het bruto-loon van de werknemer. Artikel 7 Weigeren subsidie De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:35 AWB genoemde gevallen worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen, dat: a. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld; b. de subsidieverstrekking niet past binnen het arbeidsmarktbeleid van de gemeente. Artikel 8 Weigering vanwege de rijkssubsidie De subsidie wordt geweigerd indien de rijkssubsidie voor de werkervaringsplaats niet meer beschikbaar wordt gesteld. Hoofdstuk 4 Het beslissen op de aanvraag en de wijze van betalen Artikel 9 Vaststelling subsidie Burgemeester en wethouders stellen de subsidie vast zonder voorafgaande beschikking tot verlening van de subsidie. Artikel 10 Beslistermijn 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor subsidie binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. 2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen. De aanvrager wordt daarvan schriftelijk in kennis gesteld. 3. Burgemeester en wethouders kunnen -met instemming van de aanvrager- de in lid 2 genoemde termijn verlengen, indien dit noodzakelijk is voor de afhandeling van het onderzoek. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Artikel 11 Wijze van betalen 1. Alvorens de gemeente tot betaalbaarstelling van de subsidie overgaat dient de werkgever bewijsstukken te verstrekken waaruit de loonbetaling blijkt voor de betreffende werknemer. 2. De eerste betaling van het subsidiebedrag vindt plaats na voltooiing van het eerste half jaar van de arbeidsovereenkomst en wel in de maand volgend op twee volle kwartalen na aanvang van de arbeidsovereenkomst. 3. Betaalbaarstelling geschiedt vervolgens per kwartaal achteraf, nadat de gemeente de bewijsstukken van de werkgever en het voorschot op de subsidie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft ontvangen. Hoofdstuk 5 Verplichtingen subsidie-ontvanger Artikel 12 Meldingsplicht bij gewijzigde omstandigheden

12 Als feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 6 Subsidieverordening arbeidsmarktbeleid gemeente Son en Breugel worden in ieder geval beschouwd wijzigingen in de aard, de duur en de omvang van het dienstverband van de werknemer. Hoofdstuk 6 Hardheidsclausule Artikel 13 Hardheidsclausule In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders met inachtneming van de AWB afwijken van de bepalingen in dit besluit indien toepassing van dit besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Hoofdstuk 7 Slotbepalingen Artikel 14 Inwerkingtreding Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari Artikel 15 Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als "Uitvoeringsbesluit loonkostensubsidie werkervaringsplaatsen WIW".

13 Algemene toelichting Door middel van het instrument subsidie wil de gemeente bevorderen dat langdurig werklozen of werkloze jongeren een kans krijgen om werkervaring op te doen op de reguliere arbeidsmarkt. Op grond van artikel 5 van de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en artikel 7 van het Besluit uitvoering en financiering Wet inschakeling werkzoekenden (BUF) kan de gemeente aan werkgevers een subsidie verstrekken voor het bieden van een werkervaringsplaats mits die minimaal zes maanden duurt. Wanneer de gemeente rechtstreeks subsidie verstrekt, is er sprake van een publiekrechtelijke rechtshandeling waarop de Algemene wet bestuursrecht (AWB) van toepassing is. De AWB bevat dwingende voorschriften over subsidies. In samenhang met vorenvermelde regelgeving en de "Subsidieverordening arbeidsmarktbeleid gemeente Son en Breugel" bevat dit uitvoeringsbesluit de bepalingen die zijn vereist voor een rechtmatige subsidietoekenning. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 De definitie van subsidie is niet opgenomen in dit besluit aangezien artikel 4:21 AWB een dwingende en algemene begripsomschrijving geeft. Dit artikel definieert subsidie als "een aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten". Artikel 2 De WIW en het BUF dragen de uitvoering van de taken op aan de gemeente (dit is de gemeenteraad). In de Subsidieverordening arbeidsmarktbeleid gemeente Son en Breugel is bepaald, dat burgemeester en wethouders de subsidies verstrekken en hierover regels stellen. In dit artikel wordt nogmaals aangegeven dat het verstrekken van loonkostensubsidies de competentie is van burgemeester en wethouders en dat daarbij dit uitvoeringsbesluit in acht moet worden genomen. Artikel 3 Deze bepaling regelt de termijn voor de aanvraag. Artikel 4 Deze bepaling regelt de gegevens die vereist zijn om een geldige subsidie-aanvraag te doen. Artikel 5 De absolute voorwaarde om voor een loonkostensubsidie in aanmerking te kunnen komen is, dat het dienstverband met de werknemer voor tenminste zes maanden aangegaan dient te worden. Wanneer een korter dienstverband wordt aangegaan, kan geen subsidie worden verstrekt. Een rechtmatige tussentijdse beëindiging (ook binnen 6 maanden) is geen belemmering voor subsidiëring naar rato, zoals aangegeven in artikel 6. Voorbeelden van rechtmatige beëindiging zijn: wettelijke proeftijd, wegens dringende of gewichtige reden of met een ontslagvergunning wegens bedrijfseconomische redenen. Het dienstverband kan het karakter hebben van een rechtstreeks

14 dienstverband, een detachering of een uitzendconstructie mits de feitelijke werkplek gedurende het dienstverband hetzelfde is. Dit om te voorkomen dat de werkervaringsplaats wordt ingezet om kortdurende werkdrukte op te vangen, hetgeen niet bevorderlijk is voor het doel van de werkervaringsplaats. Lid 2 Een WIW-verklaring van Arbeidsvoorziening is een voorwaarde om de subsidie te verlenen. Volgens de WIW (artikel 12) is de verklaring alleen vereist voor langdurig werklozen. In dit uitvoeringsbesluit wordt geen onderscheid gemaakt naar jongeren of langdurig werklozen. Dit dient om te bevorderen dat een werkervaringsplaats voor een jongere in overeenstemming is met de aanpak die gemeente en arbeidsvoorziening voorstaan voor de individuele jongere in het kader van de sluitende aanpak. Leden 3, 4 en 5 De voorwaarden komen overeen met de vereisten voor door de gemeente te ontvangen rijkssubsidie. Lid 6 Het doel van de werkervaringsplaats is om de bemiddelbaarheid van de werkzoekende sterk te vergroten. Het doel zal aantoonbaar bereikt zijn indien de werkzoekende aaneengesloten langdurig werkzaam zal zijn. Naar analogie van het gebruik van de term langdurig bij "langdurige werkloosheid" hanteert deze gemeente de term langdurig werkzaam bij arbeid gedurende minimaal 1 jaar. De werkgever wordt gestimuleerd om zich in te zetten voor de langdurige werkzaamheid van de werknemer in eigen bedrijf of elders. Het is geformuleerd als een inspanningsverplichting. Artikel 6 Het is in principe de werkgever die een subsidie kan ontvangen.in de praktijk zijn het de intermediairs (arbeidsbureau, detacheringsbureau's en uitzendbureau's) die een actieve rol hebben in het realiseren van de werkervaringsplaatsen doordat zij aan acquisitie van werkervaringsplaatsen doen. Enerzijds komt dat omdat zij beter geïnformeerd zijn over de mogelijkheden van subsidies dan werkgevers en anderzijds omdat zij vanuit hun bestanden aan werkzoekenden specifiek op de doelgroep kunnen selecteren en aan acquisitie van werkervaringsplaatsen kunnen doen. Vanwege het belang van de intermediairs voor het succes van dit instrument wil de gemeente de intermediairs rechtstreeks betrekken bij dit instrument door contracten af te sluiten met taakstellingen en een duidelijke omschrijving van hun dienstverlening in deze. Voor intermediairs geldt het principe van de vrije markt. De gemeente onderhandelt met intermediairs omtrent de inkoop van hun diensten. Hierdoor kan de gemeente de toepassing van het instrument stimuleren. De diensten door intermediairs waarover contract-afspraken met de gemeente worden gemaakt betreffen in grote lijnen: een taakstelling in plaatsingen, acquisitie, matching, bemiddeling, plaatsing, scholing, begeleiding na plaatsing, rapporteren, doorplaatsing bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst. In de contracten wordt eveneens vastgelegd welke vormen van samenloop met andere diensten aan de gemeente ongeoorloofd zijn. De WIW en het BUF laten de gemeente vrij om zelf de hoogte van de subsidie vast te stellen, die aan werkgevers wordt verstrekt. De rijksbijdrage thans ƒ ,00 (

15 8.486) in 2000 per werkervaringsplaats, hoeft niet volledig in de vorm van een subsidie aan de werkgever te worden uitgekeerd. Van dit basisbedrag kunnen ook andere uitgaven bekostigd worden. Op basis van in het regionaal convenantsoverleg gemaakte afspraken wordt in 2001 het bedrag ad ƒ ,00 ( 8.486) als volgt onderverdeeld: - Loonkosten ƒ ,00 ( 5.899,14) - Scholingskosten ƒ 2.000,00 ( 907,56) - Uitstroompremie ƒ 2.000,00 ( 907,56) - Reserve WIW ƒ 1.700,00 ( 499,16) Totaal (declarabel bij het Rijk) ƒ ,00 ( 8.486) Deze bedragen worden jaarlijks opnieuw vastgesteld. Teneinde te vermijden dat de werkervaringsplaatsen volledig gesubsidieerde dienstverbanden zijn, is bovendien een maximering aangebracht in de subsidie die gerelateerd is aan het brutoloon dat de werkgever betaalt vanwege het dienstverband. Artikel 7 De AWB geeft een aantal gronden waarop een subsidie geweigerd dient te worden. Artikel 4:35 lid 1 AWB bepaalt, dat de subsidieverlening kan worden geweigerd indien er een gegronde reden bestaat om aan te nemen, dat: a. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden; b. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; c. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn. Lid 2 van artikel 4:35 AWB bepaalt, dat de subsidieverlening voorts in ieder kan worden geweigerd wanneer de aanvrager: a. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid; b. failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend, dan wel daartoe een verzoek bij de rechtbank is ingediend. In aanvulling op deze wettelijke weigeringsgronden zijn in artikel 7 nog twee gronden opgenomen. Deze twee gronden zien op het beleid van de gemeente ten aanzien van het onderhavige terrein. Artikel 8 Volgens artikel 11 van het BUF kan de minister voor de rijkssubsidie Werkervaringsplaatsen een subsidieplafond instellen zodat het geen open-einde regeling meer is. De bepaling van artikel 8 bewerkstelligt dat een dergelijk plafond ook doorwerkt naar de aanvragen bij de gemeente. Artikel 9 De verstrekking van subsidies kan in twee fasen plaatsvinden, te weten subsidieverlening en subsidievaststelling. In casu is ervoor gekozen om de eerste fase over te slaan en de subsidie rechtstreeks vast te laten stellen. Dit levert immers werkbesparing op. Aangezien de subsidie in termijnen achteraf na ontvangst van bewijsstukken

16 wordt uitgekeerd, kan meteen worden ingespeeld op gewijzigde omstandigheden, zoals voortijdige beëindiging van het dienstverband c.q. vermindering van het aantal uren per week. Hierdoor bestaat er geen bezwaar tegen het direct vaststellen van de subsidie. Artikel 10 De afhandelingstermijn is conform artikel 4:13 AWB gesteld op acht weken. Verlenging van deze termijn met ten hoogste acht weken is mogelijk. Met het oog op een zorgvuldige afhandeling, dient de aanvrager hiervan echter schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Mocht gaandeweg het onderzoek naar het verstrekken van een subsidie blijken, dat de totale termijn van 16 weken ontoereikend is om het onderzoek (volledig en zorgvuldig) af te handelen, dan kan de verdagingstermijn worden verlengd. Voorwaarde is echter, dat de aanvrager hiermee instemt. Van deze "extra" verlenging dient de aanvrager -ondanks dat hij/zij er al mee heeft ingestemd- schriftelijk in kennis te worden gesteld. Artikel 11 De gemeente is vrij in de wijze van betaling van de subsidie. Gekozen is voor een betaling nadat het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het voorschot op de subsidie aan de gemeente heeft verstrekt. Artikel 12 In dit artikel is de inlichtingenverplichting van de subsidie-ontvanger zoals deze in artikel 6 van de Subsidieverordening arbeidsmarktbeleid gemeente Son en Breugel is vervat nader uitgewerkt. Wijzigingen in de aard, de duur en de omvang van het dienstverband van de werknemer zijn van eminent belang voor de subsidieverstrekking. Derhalve is er voor gekozen om de schriftelijke melding aan burgemeester en wethouders van deze wijzigingen expliciet op te nemen in dit besluit. Artikel 13 Deze bepaling bevat een hardheidsclausule om af te kunnen wijken van het besluit waar toepassing zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard. Artikel 14 De inwerkingtreding van dit besluit is met terugwerkende kracht bepaald op 1 januari 2000.

17 BIJLAGE II.5.3. UITVOERINGSBESLUIT REINTEGRATIE ARBEIDSGEHANDICAPTEN Dit besluit is vastgesteld door de raad van de gemeente Son en Breugel in zijn openbare vergadering van 20 december Overwegende: - dat op grond van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten de gemeente de beschikking heeft over een aantal instrumenten om de reïntegratie van arbeidsgehandicapten te bevorderen; - dat burgemeester en wethouders op grond van de Subsidieverordening arbeidsmarktbeleid gemeente Son en Breugel belast zijn met de verstrekking van subsidies en dat zij daartoe nadere regels dienen vast te stellen; gelet op de artikelen 2 en 3 van de Subsidieverordening arbeidsmarktbeleid van de gemeente Son en Breugel en met inachtneming van de bepalingen van de Wet inschakeling werkzoekenden en het Besluit uitvoering en financiering Wet inschakeling werkzoekenden. UITVOERINGSBESLUIT REINTEGRATIE ARBEIDSGEHANDICAPTEN Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. Wet REA: Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten; b. WIW: Wet inschakeling werkzoekenden; c. BUF: Besluit uitvoering en financiering Wet Inschakeling werkzoekenden; d. arbeidsgehandicapte: een persoon als bedoeld in artikel 2 jo. artikel 12 van de Wet REA; e. subsidie in de vorm van een plaatsingsbudget: een subsidie voor werkgevers als bedoeld in artikel 13b, eerste lid, van de WIW jo. artikel 7a van het BUF; f. subsidie voor werknemersvoorzieningen: een subsidie voor arbeidsgehandicapte werknemers als bedoeld in artikel 13a, derde lid van de WIW jo. artikel 8b, 8c en 8d van het BUF; g. subsidie voor het verrichten van arbeid in een WIW-dienstbetrekking: een subsidie ten behoeve van arbeidsgehandicapten als bedoeld in artikel 13a, eerste lid 1, van de WIW jo. artikel 8a van het BUF; h. dienstverband: een dienstbetrekking in de zin van artikel 1, eerste lid onder p van de Wet REA, niet zijnde een WIW-dienstbetrekking; i. WIW-dienstbetrekking: een dienstbetrekking in de zin van artikel 1, eerste lid onder g van de WIW; j. proefplaats: een proefplaats in de zin van artikel 115 tweede en derde lid van de

18 Algemene bijstandswet, artikel tweede en derde lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 38 tweede en derde lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; k. AWB: de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2 Beslissingsbevoegdheid van Burgemeester en wethouders Subsidies op grond van artikel 13a en 13b van de WIW en de daarop gebaseerde bepalingen in het BUF worden verstrekt door burgemeester en wethouders met inachtneming van dit besluit. Artikel 3 Voorzieningen in geld Burgemeester en wethouders verstrekken de volgende voorzieningen van artikel 13a en 13b van de WIW en artikel 12 van de Wet REA in de vorm van een subsidie: - de werknemersvoorzieningen; - de voorzieningen voor het verrichten van arbeid in een WIW-dienstbetrekking. Artikel 4 Plafond scholings- en activeringsbudget 1. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast voor de subsidies, die bekostigd worden uit het scholings- en activeringsbudget als bedoeld in artikel 14a van het BUF. 2. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een budgetplafond vast voor de overige uitgaven, die bekostigd worden uit het scholings- en activeringsbudget als bedoeld in artikel 14a van het BUF. 3. Aanvragen als bedoeld in lid 1 en 2 worden geweigerd indien door het totaal van toezeggingen in dat jaar het subsidie- c.q. het budgetplafond is bereikt. Artikel 5 Verdelen van de subsidie Het verdelen van het beschikbare budget als bedoeld in artikel 4 vindt plaats in de volgorde van ontvangst van de aanvragen. Een aanvraag wordt in deze volgorde opgenomen wanneer zij volledig is. Hoofdstuk 2 De aanvraag Artikel 6 De termijn van aanvraag Aanvragen voor subsidie dienen binnen twee maanden na de aanvang van het dienstverband of de WIW-dienstbetrekking bij burgemeester en wethouders te worden ingediend, tenzij de wettelijke termijnen ex artikel 7a, zesde lid van het BUF van toepassing is. Artikel 7 Gegevens bij de aanvraag door de werkgever 1. De werkgever verstrekt bij de aanvraag voor subsidie de volgende gegevens: a. naam, adres, woonplaats en sofinummer van de arbeidsgehandicapte; b. een afschrift van de arbeidsovereenkomst met de arbeidsgehandicapte waaruit de aard, de duur en de omvang van het dienstverband blijkt;

19 c. een instemmingsverklaring van de werknemer; d. overige gegevens, die burgemeester en wethouders nodig achten om te kunnen besluiten over de subsidie-aanvraag. 2. De werkgever verstrekt bij zijn aanvraag voor subsidie voor voorzieningen voor het verrichten van arbeid in een WIW-dienstbetrekking tevens een gespecificeerde begroting met toelichting en onderbouwing van de gevraagde subsidie, uitgesplitst naar de in artikel 8a, tweede lid onder a tot en met d, van het BUF genoemde onderdelen. 3. Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de in te dienen gegevens aanwijzingen geven en modellen voorschrijven. Artikel 8 Gegevens bij de aanvraag door de werknemer 1. De arbeidsgehandicapte verstrekt bij zijn aanvraag voor subsidie voor werknemersvoorzieningen de volgende gegevens: a. een afschift van de arbeidsovereenkomst waaruit de duur en de omvang van het dienstverband blijkt; b. een onderbouwing van de gevraagde subsidie, uitgesplitst naar de in artikel 8b, eerste lid onder a tot en met c, van het BUF genoemde onderdelen. 2. Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de in te dienen gegevens aanwijzingen geven en modellen voorschrijven. Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden en hoogte van de subsidie Artikel 9 Weigeringsgronden 1. Geen subsidie wordt verstrekt voor voorzieningen als bedoeld in artikel 7b jo arti kel 8a, tweede en derde lid van het BUF wanneer deze voorzieningen algemeen gebruikelijk zijn. 2. Een subsidie voor een werknemersvoorziening wordt niet verstrekt indien het dienstverband wordt aangegaan voor een periode korter dan 12 maanden. 3. Geen subsidie wordt verstrekt ten behoeve van de invulling van een proefplaats. 4. Met uitzondering van de subsidie in de vorm van een plaatsingsbudget kan de subsidieverstrekking naast de in artikel 7a, derde lid van het BUF en artikel 4:25 jo 4:35 AWB genoemde gevallen worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen, dat: a. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld; b. de subsidieverstrekking niet past binnen het reïntegratiebeleid van de gemeente. Artikel 10 Op het individu gerichte voorzieningen Een subsidie voor werknemersvoorzieningen en voorzieningen als bedoeld in artikel 8a, tweede lid onder a van het BUF wordt alleen toegekend indien de betreffende voorzieningen in overwegende mate op het individu zijn gericht. Artikel 11 Hoogte van de subsidie 1. Een subsidie voor de kosten van voorzieningen als bedoeld in artikel 8a, tweede en derde lid en artikel 8b eerste lid onder a van het BUF is gelijk

20 aan de werkelijke kosten van de voorzieningen, voor zover die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk, sober en doelmatig zijn. 2. Een subsidie voor voorzieningen voor het verrichten van arbeid in een WIW-dienstbetrekking bedraagt per dienstbetrekking maximaal ƒ 6.000,00 ( 2.722,68). 3. Een subsidie voor de kosten van vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 8b, lid 1 onder a van het BUF bedraagt maximaal ƒ ,00 ( 9.075,60) per jaar, voor de duur van maximaal 1 jaar. Hoofdstuk 4 Het beslissen op de aanvraag en de wijze van betalen Artikel 12 Het besluit tot verlenen 1. Ten aanzien van de subsidie in de vorm van een plaatsingsbudget wordt een beschikking tot het verlenen van subsidie gegeven voorafgaand aan het vaststellen van de subsidie. 2. Ten aanzien van subsidies voor respectievelijk werknemersvoorzieningen en voorzieningen voor het verrichten van arbeid in een WIWdienstbetrekking en op een proefplaats, stellen burgemeester en wethouders de subsidie vast zonder voorafgaande beschikking tot verlening van de subsidie. Artikel 13 Beslistermijn 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 12 binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. 2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen. De aanvrager wordt daarvan schriftelijk in kennis gesteld. 3. Burgemeester en wethouders kunnen -met instemming van de aanvragerde in lid 2 genoemde termijn verlengen, indien dit noodzakelijk is voor de afhandeling van het onderzoek. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Hoofdstuk 5 Verplichtingen subsidie-ontvanger Artikel 14 Medewerking werkgever De werkgever verplicht zich in voldoende mate mee te werken om het dienstverband met de arbeidsgehandicapte in stand te houden. Artikel 15 Medewerking arbeidsgehandicapte De arbeidsgehandicapte verplicht zich in voldoende mate mee te werken om het dienstverband of de WIW-dienstbetrekking met de werkgever in stand te houden. Artikel 16 Meldingsplicht bij gewijzigde omstandigheden

21 Als feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 6 Subsidieverordening arbeidsmarktbeleid gemeente Son en Breugel worden in ieder geval beschouwd wijzigingen in de aard, de duur en de omvang van het dienstverband van de arbeidsgehandicapte. Hoofdstuk 6 Vaststellen van de subsidie in de vorm van een plaatsingsbudget Artikel 17 De aanvraag tot vaststellen Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, dient de werkgever bij burgemeester en wethouders een aanvraag tot het vaststellen van subsidie in, binnen een periode van drie maanden na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend. Artikel 18 Gegevens bij de aanvraag tot vaststellen van de subsidie Bij de aanvraag tot vaststellen van de subsidie wordt in ieder geval vermeld: a. de datum van aanvang van het dienstverband; b. indien van toepassing, de datum van beëindiging van het dienstverband, de reden daarvan en een overzicht van de aantoonbaar gemaakte kosten voor de arbeidsgehandicapte; c. indien van toepassing, wijzigingen in de duur en de omvang van het dienstverband gedurende de subsidieperiode en de datum waarop deze wijzigingen hebben plaatsgevonden. Artikel 19 Beslistermijn 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag tot vaststelling van subsidie binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. 2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen. De aanvrager wordt daarvan schriftelijk in kennis gesteld. 3. Burgemeester en wethouders kunnen -met instemming van de aanvrager de in lid 2 genoemde termijn verlengen, indien dit noodzakelijk is voor de afhandeling van het onderzoek. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Hoofdstuk 7 Betalingen en bevoorschotting Artikel 20 Loonkostensubsidie Een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 7b, eerste lid onder a van het BUF wordt op verzoek van de werkgever in voorschotten per kwartaal achteraf verstrekt. Artikel 21 Betalingstermijn Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald binnen zes weken na die vaststelling. Eventueel verstrekte voorschotten zullen ineens worden verrekend.

22 Artikel 22 Hardheidsclausule In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders met inachtneming van de wet- en regelgeving afwijken van de bepalingen in dit besluit indien toepassing van dit besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Hoofdstuk 8 Slotbepalingen Artikel 23 Inwerkingtreding Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari Artikel 24 Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als "Uitvoeringsbesluit (re)integratie arbeidsgehandicapten gemeente Son en Breugel".

23 Algemene toelichting Op 1 juli 1998 is de Wet op de (re)integratie.van arbeidsgehandicapten (Wet REA) in werking getreden. Gemeenten hebben met deze wet de beschikking gekregen over een aantal instrumenten om de reïntegratie van uitkeringsgerechtigde arbeidsgehandicapten te bevorderen. Het gedeelte van de Wet REA, dat de taken en bevoegdheden van gemeenten regelt is opgenomen in de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) door middel van een uitbreiding met een nieuwe paragraaf 4, bestaande uit de artikelen 13a en 13b. Beide bepalingen zijn nader uitgewerkt in het Besluit uitvoering en financiering WIW (BUF). De artikelen 13a en 13b WIW en het BUF geven het kader aan waarbinnen gemeenten hun taken uitvoeren. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het bijzonder de subsidietitel - bevat dwingende voorschriften over subsidies. In samenhang met vorenvermelde regelgeving en de Subsidieverordening arbeidsmarktbeleid gemeente Son en Breugel bevat dit uitvoeringsbesluit de bepalingen die zijn vereist voor een rechtmatige toekenning van de subsidies ten behoeve van arbeidsgehandicapten. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 De definitie van arbeidsgehandicapte in dit besluit betreft uitsluitend die arbeidsgehandicapte, die onder de doelgroep van de gemeente valt. Dit zijn arbeidsgehandicapten, die uitsluitend een Abw, Ioaw- of Ioaz-uitkering ontvangen of die een WIW-dienstbetrekking hebben. De definitie van subsidie is niet opgenomen in dit besluit, aangezien artikel 4:21 AWB een dwingende en algemene begripsomschrijving geeft. Dit artikel definieert subsidie als een aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten. Artikel 2 De WIW en het BUF dragen de uitvoering van de taken op aan de gemeente (dit is de gemeenteraad). In de Subsidieverordening Arbeidsmarktbeleid gemeente Son en Breugel heeft de raad de bevoegdheid om nadere regels te stellen en over subsidie-aanvragen te beslissen neergelegd bij burgemeester en wethouders. In dit artikel wordt dit nogmaals aangegeven en wordt tot uitdrukking gebracht dat in het kader van subsidieverlening voor reïntegratie van gehandicapten de voorschriften in dit besluit van toepassing zijn. Artikel 3 Voorzieningen in geld zijn subsidies in de zin van de AWB, voorzieningen in natura zijn dat niet. Het BUF biedt de gemeente de keuze om voorzieningen in geld of in natura te verstrekken. De keuze voor verstrekking in geld heeft uitvoeringstechnisch grote voordelen. De gemeente verstrekt de aanvrager een geldbedrag (subsidie) ter hoogte van de werkelijke kosten (al dan niet gemaximeerd) van de aangevraagde voorzieningen. Hierdoor is direct duidelijk welk beslag er wordt gelegd op het beschikbare REA-budget. Artikel 4

24 Door een subsidieplafond aan te brengen in dit besluit wordt bewerkstelligd, dat de aanspraken op subsidies worden beperkt tot een bepaald bedrag. Hiermee wordt een open-einde financiering voorkomen. Op grond van lid 1 stellen burgemeester en wethouders het subsidieplafond jaarlijks vast. Ex artikel 4:25, tweede lid van de AWB, dienen subsidie-aanvragen te worden afgewezen als de verstrekking zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond. Wanneer het plafond is bereikt, dienen de overige aanvragen om subsidies c.q. voorzieningen te worden afgewezen. Wanneer onderbenutting van het budget dreigt, zou er voor kunnen worden gekozen om tijdens het lopende jaar de plafonds aan te passen. Hierbij dient er rekening mee te worden gehouden, dat aanvragen die voor de aanpassing van de plafonds zijn ingediend, afgehandeld dienen te worden op basis van de op het moment van indiening vigerende plafonds. In lid 3 is bepaald, dat aanvragen worden geweigerd, wanneer het plafond wordt overschreden. Ten aanzien van het plaatsingsbudget hoeft geen subsidieplafond te worden ingesteld, aangezien deze kosten volledig declarabel zijn bij het rijk. Subsidie- en budgetplafond dienen gelijk te zijn aan het bedrag, dat op de begroting voor de desbetreffende taak is gereserveerd. Het subsidie-plafond dient voor het begin van de periode waarvoor het geldt te worden bekendgemaakt (artikel 4:27 lid 1 AWB). In dit besluit is gekozen voor de periode van een begrotingsjaar, aangezien dit aansluit bij de periode waarvoor het scholings- en activeringsbudget door het rijk wordt verleend. Ex artikel 4:34, eerste lid van de AWB kan een subsidie worden verleend ten laste van een begroting die nog niet is goedgekeurd of vastgesteld onder een begrotingsvoorbehoud. Artikel 5 Ex artikel 4:26, tweede lid van de AWB, dient wanneer een subsidieplafond is ingesteld- tevens de wijze van verdeling van het beschikbare budget te worden aangegeven. Artikel 5 geeft de verdeelsleutel volgens het principe wie het eerst komt, die het eerst maalt. De ervaring zal moeten uitwijzen of op termijn een andere verdeelsleutel wenselijk is. Artikel 6 Ten aanzien van een aanvraag voor subsidie in de vorm van een plaatsingsbudget regelt artikel 7a, zesde lid van het BUF, dat deze niet in behandeling wordt genomen als de werkgever de aanvraag later dan twee maanden na aanvang van het dienstverband indient. Voor de overige voorzieningen worden zowel in de WIW als in het BUF geen termijnen genoemd waarbinnen zij aangevraagd dienen te worden. Derhalve bepaalt artikel 6, dat aanvragen voor de overige subsidies binnen twee maanden na aanvang van het dienstverband respectievelijk de WIW-dienstbetrekking van de arbeidsgehandicapte moeten worden ingediend. Deze termijn wordt eveneens gehanteerd door het LISV en door Arbeidsvoorziening. Het voordeel hiervan is dat een werkgever bij de verschillende uitvoerders van de wet REA met dezelfde termijnen te maken heeft. Artikel 7 en 8 Ten aanzien van de gegevens, die bij de aanvraag verstrekt moeten worden, wordt een onderscheid gemaakt tussen de gegevens die een werkgever moet verstrekken en die welke een arbeidsgehandicapte moet verstrekken. Laatstgenoemde dient de aanvraag voor de werknemersvoorzieningen in. Alle overige aanvragen geschieden door de