Programma. Parallelsessies Groep 4 6 komen terug in auditorium Groepsnummer staat op het programma

Transcriptie

1 Accreditatie aangevraagd bij: NVA, NVK, NVvH, NVAM, V&VN Programma 9.30 uur Opening congres Dr. A.W.M.M. Koopman-van Gemert, anesthesioloog-intensivist ASz 9.40 uur Neurotoxiciteit van anesthesie bij het jonge kind Dr. F. Weber, kinderanesthesioloog, Erasmus MC Sophia Eventuele parkeerkosten op zaterdag 2, uur Anesthesie risico s/complicaties bij jonge leeftijd Dr. J.C. de Graaff, anesthesioloog, UMC Utrecht, Wilhelmina kinderziekenhuis Uitleg workshops uur uur Pauze uur Groep 4-6 volgen Parallellezingen Groep 1 3 volgen Workshop carrousel uur Lunch uur Groep 1 3 volgen Parallellezingen Groep 4 6 volgen Workshop carrousel uur Pauze uur De periferie: grenzen van chirurgie bij kinderen J.H. Allema, chirurg Haga Ziekenhuis, locatie Juliana kinderziekenhuis uur Kennisquiz Dr. A.W.M.M. Koopman-van Gemert, anesthesioloog intensivist ASz uur Afsluiting met aansluitend borrel Workshops Workshops Workshop Simulatie onderwijs Loco regionaal Reanimatie Docent A.M. Anderson E. Bokhorst X. Moors Locatie Skills lab 1 Zaal 4 Skills lab 2 11,15 uur Groep 1 Groep 2 Groep 3 11,45 uur Groep 2 Groep 3 Groep 1 12,15 uur Groep 3 Groep 1 Groep 2 Groep 4 6 komen terug in auditorium Groepsnummer staat op het programma Parallelsessies Fysiologie/Anesthesie bij het jonge kind N.B. Ates-Mobach, anesthesioloog ASz Awareness Dr. H. Blussé van Oud Alblas, anesthesioloog i.o. Erasmus MC Lachgas A.M.J.V Schyns van den Berg, anesthesioloog ASz 1

2 Programma uur De periferie: grenzen van chirurgie bij kinderen J.H. Allema, chirurg Haga Ziekenhuis, locatie Juliana kinderziekenhuis uur Kennisquiz Dr. A.W.M.M. Koopman-van Gemert, anesthesioloog intensivist ASz uur Afsluiting met aansluitend borrel, petje af Iedereen staat en heeft een petje in de hand De stelling wordt voorgelezen. Is de stelling waar: petje op. Niet waar: petje af. Als iemand het bij het verkeerde eind heeft, gaat hij zitten. Wie het bij het goede eind heeft, blijft staan. Wie het langste blijft staan, is de winnaar. Testvraag Wie was de Nederlandse vlaggendrager tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen 2014 Testvraag Wie was de Nederlandse vlaggendrager tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen 2014 Bob de Jong Bob de Jong gaat zitten Jorien ter Mors Jorien ter Mors blijft staan 2

3 Vraag 1 Awareness komt vaker voor bij kinderen dan bij volwassenen? Vraag 1 Awareness komt vaker voor bij kinderen dan bij volwassenen? juist juist blijft staan onjuist onjuist gaat zitten Vraag 2 Bij baby s met een liesbreuk kan beter gewacht worden met opereren tot de leeftijd van 1 jaar Vraag 2 Bij baby s met een liesbreuk kan beter gewacht worden met opereren tot de leeftijd van 1 jaar Ja Ja gaat zitten Nee Nee blijft staan Vraag 3 Er moet altijd glucose in het infuus. Vraag 3 Er moet altijd glucose in het infuus. gaat zitten blijft staan 3

4 Vraag 4 Een retractiele testis moet rond de eerste verjaardag verholpen worden met een orchidopexie Vraag 4 Een retractiele testis moet rond de eerste verjaardag verholpen worden met een orchidopexie Ja Ja gaat zitten Nee Nee blijft staan Vraag 5 Vegetariers ondervinden geen schade van lachgas anesthesie Vraag 5 Vegetariers ondervinden geen schade van lachgas anesthesie gaat zitten blijft staan Vraag 6 Wat is het meest voorkomende critical incident bij kinderen: Vraag 6 Wat is het meest voorkomende critical incident bij kinderen: Hypotensie Hypotensie gaat zitten Hypoxie Hypoxie blijft staan 4

5 Vraag 7 Er moet altijd natrium in het infuus. Vraag 7 Er moet altijd natrium in het infuus. blijft staan gaat zitten Vraag 8 1 uur na anesthesie is de visus van een kind nog gestoord. Vraag 8 1 uur na anesthesie is de visus van een kind nog gestoord. gaat zitten blijft staan Vraag 9 Kinderen hebben altijd vocht nodig bij een ok. Vraag 9 Kinderen hebben altijd vocht nodig bij een ok. gaat zitten blijft staan 5

6 Vraag 10 Vraag 10 De 30 dagen ziekenhuis mortaliteit is lager bij kinderen dan bij volwassenen. De 30 dagen ziekenhuis mortaliteit is lager bij kinderen dan bij volwassenen. gaat zitten blijft staan Vraag 11 De ratio bij een kind van 11 weken oud tijdens reanimatie is 5:1 Vraag 11 De ratio bij een kind van 11 weken oud tijdens reanimatie is 5:1 gaat zitten blijft staan Vraag 12 Glucose 5% is een goede keuze bij zieke kinderen. Vraag 12 Glucose 5% is een goede keuze bij zieke kinderen. gaat zitten blijft staan 6

7 Vraag 13 Bij kinderen kan een appendiculair infiltraat goed conservatief behandeld worden Vraag 12 Bij kinderen kan een appendiculair infiltraat goed conservatief behandeld worden Ja Ja gaat zitten Nee Nee blijft staan Vraag 14 Mogelijke risicofactoren voor het optreden van awareness bij kinderen zijn: Vraag 14 Mogelijke risicofactoren voor het optreden van awareness bij kinderen zijn: Lachgas en intubatie Lachgas en intubatie blijft staan Locoregionale technieken Locoregionale technieken gaat zitten Vraag 15 Vraag 15 Bij lachgas sedatie is geen extra zuurstof nodig Bij lachgas sedatie is geen extra zuurstof nodig juist juist gaat zitten onjuist onjuist blijft staan 7

8 Vraag 16 Het allerbelangrijkste in reanimatie is het zo snel mogelijk geven van adrenaline Vraag 16 Het allerbelangrijkste in reanimatie is het zo snel mogelijk geven van adrenaline juist juist gaat zitten onjuist onjuist blijft staan Wat is de juiste volgorde? Vraag 17 Wat is de juiste volgorde? Vraag 17 Kramer, Bergsma, Blokhuijsen Kramer, Bergsma, Blokhuijsen gaat zitten Kramer, Blokhuijsen, Bergsma Kramer, Blokhuijsen, Bergsma blijft staan 8