De deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade: een geheel nieuw procesrechtelijk element: maar wat is de meerwaarde?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade: een geheel nieuw procesrechtelijk element: maar wat is de meerwaarde?"

Transcriptie

1 De deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade: een geheel nieuw procesrechtelijk element: maar wat is de meerwaarde? Scriptie in verband met het afstuderen, te verdedigen tegenover de Examencommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Tilburg.

2 De deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade: een geheel nieuw procesrechtelijk element, maar wat is de meerwaarde? Auteur: P.M.P. (Paul) Susijn Studentnummer: Onderwijsinstelling:Rechtsgeleerdheid accent privaatrecht Locatie: Universiteit van Tilburg Scriptiebegeleider: mr.dr. W.C.T. Weterings Examencommissie: mr.dr. W.C.T. Weterings mw. mr. J.M.H.P. van Neer Datum: 14 oktober

3 Voorwoord Na de praktische studie HBO-Recht te hebben gevolgd werd het voor mij tijd om op een meer theoretische (wetenschappelijke) wijze het Nederlandse recht te bestuderen. De keuze was in principe eenvoudig: rechten studeren aan de Universiteit van Tilburg. Het volgen van de pre-master was erg leerzaam maar het verschil met HBO-Rechten was voelbaar en inspirerend. De mogelijkheid om een accent te kiezen in de masterfase is een groot voordeel geweest in tegenstelling tot het HBO. Eindelijk de eigen interesses nastreven. Het afstuderen heeft voor de nodige ups en down gezorgd. Ik heb er bewust voor gekozen om mijn scriptie te schrijven naast het werken bij LaSer Nederland. Toch ervaring op doen in de praktijk en daarnaast de overige tijd maximaal gebruiken voor het schrijven van de scriptie. Toch ging het niet zonder slag of stoot. Achteraf is gebleken dat er minder uren in de week zitten dan gedacht. Wat er ook van mogen zijn, de scriptie is afgerond en werkervaring in de juridische wereld komt uiteraard van pas. Ten slotte wil ik op deze wijze de heer Sluijter enorm bedanken voor de kritische kanttekeningen, adviezen en leerzame tijd gedurende mijn afstudeerfase. Mede door zijn expertise en inzicht heb ik veel van het afstuderen geleerd wat in de toekomst alleen maar een voordeel kan opleveren. Ten tweede wil ik de heer Weterings bedanken, die na het vertrek van de heer Sluijter, mij heeft begeleid bij het afronden van mijn scriptie. Door zijn praktijkervaring en inzicht heb ik van de wisseling van begeleider alleen maar profijt gehad. Ten slotte wil ik mijn ouders, zus, schoonbroer en Amy bedanken voor hun steun en toeverlaat In weken waarin het onderzoeken en schrijven moeizamer verliep en zij altijd voor mij klaar stonden. Paul Susijn Tilburg, 14 oktober

4 Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding Aanleiding en context Methodologische verantwoording Structuur Kenmerken van de deelgeschilprocedure De achtergrond van de deelgeschilprocedure Het geldende recht in hoofdlijnen De gehanteerde proportionaliteittoets door de rechter Kostenveroordeling Overige procesrechtelijke aspecten Conclusie Alternatieve instrumenten voor het oplossen van een deelgeschil Juridische mogelijkheden Status van het kort geding Wettelijke vereisten voor het kort geding Juridische status van de Gedragscode Behandeling Letselschade Het Bemiddelingsloket Vergelijking juridische mogelijkheden van de deelgeschilprocedure tegenover alternatieven Algemene opmerkingen: de deelgeschilprocedure in vergelijking met het kort geding Vergelijking juridische mogelijkheden van de deelgeschilprocedure tegenover GBL en Bemiddelingsloket De deelgeschilprocedure afgezet tegen een combinatie van alternatieven voor letselschadezaken Conclusie Praktische elementen van de deelgeschilprocedure Het criterium schikkingsbereidheid Het criterium neutraliteit De praktijk Het begrip deelgeschil De deelgeschilprocedure als pressiemiddel

5 Conclusie...47 Bronvermelding...50 Jurisprudentie

6 Lijst van gebruikte afkortingen art. art. AV&S Tijdschrift Aansprakelijkheid Verzekering & Schade BW Burgerlijk Wetboek diss. dissertatie GBL Gedragscode Behandeling Letselschade HR Hoge Raad der Nederlanden jo juncto L&S Tijdschrift voor Letsel & Schade MvA Memorie van antwoord MvT Memorie van toelichting NJ Nederlandse Jurisprudentie nt. noot NTBR Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht NVvR Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak p. pagina( s) Rv Wetboek van burgerlijke rechtsvordering TCR Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging TK Tweede Kamer der Staten-Generaal TMD Tijdschrift voor Mediation TvP Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade 6

7 1. Inleiding 1.1 Aanleiding en context De mogelijkheid om in het buitengerechtelijke onderhandelingstraject tot afwikkeling van letselschadezaken te komen is sinds 1 juli 2010 bij wet geregeld. Bij het schrijven van deze scriptie is de deelgeschilprocedure al een tijd van kracht. De letselschadepraktijk lijkt de Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade (hierna te noemen: deelgeschilprocedure) met open armen te hebben ontvangen. Zij zijn van mening dat een vereenvoudigde en versnelde afwikkeling van letsel- en overlijdensschade van belang is voor de praktijk. 1 Met het invoeren van de deelgeschilprocedure wordt een bijdrage geleverd aan de maatschappij en de politiek: om tot een snellere en eenvoudigere afwikkeling te komen van de buitengerechtelijke afhandeling van personenschade. 2 De letselschadepraktijk is een innovatief en dynamisch rechtsgebied dat continu in beweging is. Naast het invoeren van een wettelijke regeling zitten beroepsgroepen en organisaties niet stil en worden er verschillende initiatieven opgezet om partijen (lees: slachtoffers) tegemoet te komen. Dit blijkt uit het tweede rapport dat afkomstig is van Stichting De Ombudsman. Dit rapport draagt de naam De Gedragscode Behandeling Letselschade: een goed bewaard geheim? 3 Het doel van de deelgeschilprocedure is dat het buitengerechtelijk traject wordt versterkt bij de afhandeling van personenschade. De achterliggende gedachte van de deelgeschilprocedure is dat betrokken partijen deze procedure gebruiken, zodat het oordeel van de rechter wordt verkregen over allerlei deelgeschillen die de voortgang van de schaderegeling buitengerechtelijk belemmeren. Als gekeken wordt naar de deelgeschilprocedure is er eigenlijk een unieke procedure tot stand gekomen, zelfs op internationaal niveau. Dit maakt het tevens moeilijk om te bekijken of het doel van de wettelijke regeling in de toekomst behaald gaat worden. 4 Er zijn verschillende instrumenten denkbaar waarmee een conflict kan worden opgelost. Het is echter onduidelijk of de komst van de deelgeschilprocedure hetgeen biedt, waar bestaande instrumenten tekort schieten. Daarnaast is het niet duidelijk of de deelgeschilprocedure als toevoeging gezien kan worden of dient als vervanging van deze instrumenten. Ten slotte heeft de Minister van Justitie geen antwoord kunnen formuleren op de vraag van de NVvR in de consultatieronde voorafgaand aan de totstandkoming van de deelgeschilprocedure. 5 De NVvR heeft de minister verzocht om voorbeelden te geven van geschillen die enkel door de deelgeschilprocedure opgelost kunnen worden en niet via bestaande instrumenten. Het doel van het schrijven van deze scriptie is om te bekijken wat de meerwaarde is van de Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade, naast de bestaande alternatieven die in de letselschadepraktijk worden gehanteerd. De achterliggende gedachte van de deelgeschilprocedure is dat de afhandeling van personenschade 6 sneller, efficiënter, met minder conflicten en minder bezwarend verloopt. Er wordt bekeken of dit de gewenste 1 Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 5 (MvT). 2 Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 1 en Stichting De Ombudsman 2003, Letselschaderegeling: Onderhandelen met het mes op tafel, of een zoektocht naar de redelijkheid. 3 Stichting De Ombudsman 2011, De Gedragscode Behandeling Letselschade: een goed bewaard geheim? 4 Akkermans & De Groot, 2010, p Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p Personenschade is de overkoepelende term voor schade die iemand kan lijden als gevolg van een ongeval, medische fout of misdrijf. De schade is daarbij niet veroorzaakt door de persoon zelf maar door iemand anders. 7

8 interventie betreft of dat er alternatieven zijn waardoor het doel van de Wet deelgeschilprocedure zou kunnen worden behaald. 7 In dit onderzoek zal worden ingegaan op de vraag of de deelgeschilprocedure naast de bestaande alternatieven een meerwaarde biedt. Hiervoor is van belang om de deelgeschilprocedure en de alternatieven tegen elkaar af te zetten. De onderzoeksvraag luidt dan ook als volgt: In welke mate levert de wet deelgeschilprocedure letsel- en overlijdensschade voor betrokken partijen een meerwaarde, gezien de voorheen al bestaande mogelijkheden welke ook afhandeling van personenschade beogen? Om deze centrale onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, zijn de onderstaande deelvragen gehanteerd. Deze deelvragen hebben deze scriptie vorm gegeven. - Wat is de reden van de invoering van deze wettelijke regeling en wat zijn de belangrijkste kenmerken van de wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade? - Welke alternatieven worden in de letselschadepraktijk gebruikt om tot afhandeling van personenschade te komen? - Biedt de deelgeschilprocedure een snellere en efficiëntere afhandeling dan de eerder onderzochte alternatieven? - Zorgt de deelgeschilprocedure ervoor dat een schadezaak met minder conflicten verloopt, en zo ja, op welke manier? 1.2 Methodologische verantwoording Gezien de voorgaande onderzoeksvraag en deelvragen zal globaal de onderzoeksopzet worden weergegeven. Om tot beantwoording te komen van de centrale vraag en de deelvragen is gebruik gemaakt van verschillende methoden. Voor de eerste deelvraag is gebruik gemaakt van literatuuronderzoek. Op deze manier is de huidige stand van de deelgeschilprocedure nader onderzocht. Hiervoor zijn relevante wetsartikelen, de memorie van toelichting en bijbehorende kamerstukken gebruikt. Daarnaast is er vakliteratuur bestudeerd zodat verschillende invalshoeken van de deelgeschilprocedure naar voren zijn gekomen. Relevant is dat nader ingezoomd wordt op de ruime beoordelingsvrijheid van de rechter omtrent de reikwijdte van de wet. De rechter is de bevoegdheid gegeven om over elk deelgeschil te oordelen, als aan de proportionaliteitstoets is voldaan. Met andere woorden moet de rechter toetsen of de verzochte beslissing voldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Voor de tweede deelvraag is tevens gebruik gemaakt van bestaande literatuur. Literatuuronderzoek heeft er voor gezorgd dat de meest relevante alternatieven zijn uitgewerkt. Voor deze deelvraag is vakliteratuur uit verschillende rechtswetenschappelijke tijdschriften van belang. Een belangrijke bron van informatie zal zijn: het Tijdschrift voor Vergoeding personenschade (TvP), het Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), het tijdschrift Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S) en het Tijdschrift voor Mediation (TMD). Naast deze tijdschriften worden elektronische informatiebronnen geraadpleegd van de bestaande alternatieven die zijn gevonden. Er wordt beschreven wat de invloed van de deelgeschilprocedure is op bestaande instrumenten welke ook gebruikt worden om letselschadeconflicten op te lossen. Met bestaande instrumenten worden de 7 Wesselink 2010, p. 3. 8

9 kortgedingprocedure, het Bemiddelingsloket en daarbij in het verlengde de GBL bedoeld. Andere mogelijkheden voor geschiloplossing, zoals mediation, arbitrage of bindend advies zullen niet worden behandeld in deze scriptie. Er is enkel aandacht besteed aan het kort geding, de Gedragscode Behandeling Letselschade en het bemiddelingsloket. Het Bemiddelingsloket kan daarbij gezien worden als de instantie die beoogt het dossier vlot te trekken. Daarentegen kan het kort geding worden gezien als een bindende uitspraak. De veronderstelling is dat de deelgeschilprocedure in beginsel geen meerwaarde oplevert naast de bestaande instrumenten, maar een aanvulling is op bestaande mogelijkheden. De letselschadepraktijk dient een keuze te maken tussen de verschillende aangeboden instrumenten. Daarbij wordt verondersteld dat het succes van de deelgeschilprocedure afhankelijk is van de verhouding tussen partijen en rechter en de mate van snelheid waarmee een procedure kan worden gevoerd. Door middel van kwalitatieve methoden zijn gegevens verzameld omdat er nog weinig informatie beschikbaar is er hierdoor ook niet veel kennis aanwezig is. Hieronder wordt een open interview verstaan zodat informatie over het onderwerp wordt verkregen. Communicatie heeft plaatsgevonden met een ervaren jurist van De Letselschade Raad. Er is in beginsel telefonisch contact opgenomen met het bemiddelingsloket ten behoeve van een eerste kennismaking. Vervolgens is per de probleemstelling van het onderzoek omschreven en zijn concrete vragen worden gesteld over bijvoorbeeld de verwachtingen van de deelgeschilprocedure, op welke manier het bemiddelingsloket partijen adviseert en op welke wijze zij de GBL in de praktijk hanteert. De antwoorden op bovenstaande deelvragen hebben gezorgd voor een overzicht van de extra juridische mogelijkheden welke door de deelgeschilprocedure worden geboden boven de genoemde alternatieven. Naast deze juridische aspecten wordt ook ingegaan op de praktische meerwaarde van de extra juridische mogelijkheden. Hiervoor is een toetsingskader met concrete criteria opgesteld. Op deze manier wordt bekeken of de deelgeschilprocedure naast een juridische meerwaarde ook een praktische betekenis heeft. De criteria zijn: verbetering van de faciliteiten waardoor een eventuele schikking sneller wordt behaald en neutraliteit van de interventie ( 4.2). Deze criteria zijn van belang om te kunnen toetsen of de deelgeschilprocedure een meerwaarde is naast de andere alternatieven. Ten slotte zullen een aantal belangrijke onderdelen ( 4.3) van de deelgeschilprocedure de revue passeren waarvan de praktische kant wordt geanalyseerd. Om een analyse te kunnen maken van de praktische kant van de gevonden mogelijkheden zijn recente uitspraken van de rechterlijke macht beoordeeld op deze criteria. Daarnaast wordt literatuur gebruikt waarin op de praktische elementen van de deelgeschilprocedure wordt ingegaan. Voorts wordt aangesloten op eigen inzicht en kennis van de onderzoeker. 1.3 Structuur Hieronder volgt een korte uiteenzetting met betrekking tot de opbouw van deze scriptie. In elk hoofdstuk zal een korte inleiding gegeven worden van de te behandelen informatie. In hoofdstuk 2 wordt een toelichting gegeven op de wet deelgeschilprocedure. De achtergrond van het ontstaan van de wettelijke regeling staat in dit hoofdstuk centraal. Daarnaast worden een aantal aspecten uitgewerkt met betrekking tot het geldende recht die relevant zijn voor de onderzoeksvraag. Nadat het wettelijke kader is beschreven zal vervolgens in hoofdstuk 3 een aantal alternatieven worden behandeld waarmee een deelgeschil opgelost kan worden. Hier zullen achtereenvolgens de kortgedingprocedure, het Bemiddelingsloket van de Letselschade Raad en de Gedragscode Behandeling Letselschade worden beschreven. In dit hoofdstuk worden deze alternatieven afgezet tegen de extra juridische mogelijkheden van de deelgeschilprocedure. Vervolgens zal in hoofdstuk 4 geëvalueerd worden wat de 9

10 praktische meerwaarde van de extra juridische mogelijkheden van de deelgeschilprocedure is boven die van de alternatieven. Van belang hierbij is het toetsingskader met wat verstaan wordt onder de term meerwaarde. Daarnaast komen praktische aspecten aan bod met betrekking tot de interpretatie en samenhang tussen het begrip deelgeschil en het proportionaliteitsvereiste. Ten slotte wordt in het laatste hoofdstuk afgesloten met enkele conclusies. 10

11 2. Kenmerken van de deelgeschilprocedure Om een beeld te krijgen van de deelgeschilprocedure wordt in paragraaf 2.1 de achtergrond van de deelgeschilprocedure omschreven. Daarnaast komen de belangrijkste wettelijke bepalingen van de deelgeschilprocedure aan bod in paragraaf 2.2. Zo zal de proportionaliteitstoets van art. 1019z Rv en de wijze van de begroting van de kosten volgens art. 1019aa Rv worden behandeld. Naast deze aspecten wordt ook stil gestaan bij, voor dit onderzoek minder van belang, andere procedurele bepalingen van de deelgeschilprocedure. Hierdoor wordt duidelijk waarom er in deze tijd zoveel aandacht wordt besteed aan de deelgeschilprocedure. 2.1 De achtergrond van de deelgeschilprocedure Het doel van de deelgeschilprocedure is om het buitengerechtelijke traject met betrekking tot het afhandelen van personenschade (letsel- en overlijdensschade) te versterken. Op het punt waar moeizaam lopende onderhandelingen partijen verdeeld houden, kan door middel van een rechterlijke beslissing het proces worden vlot getrokken. De deelgeschilprocedure richt zich met name op deelgeschillen die niet de kern van de zaak aantasten, maar welke er voor zorgen dat de afwikkeling van het dossier wordt vertraagd. 8 In het gros van de gevallen worden zaken met betrekking tot personenschade buitengerechtelijk opgelost. Een minimaal aantal zaken, 1 tot 5 % van de letsel- en overlijdenszaken, wordt aan de rechter voorgelegd, aldus de memorie van toelichting. 9 De betrokken partijen kunnen zich in het buitengerechtelijke onderhandelingsproces door middel van de deelgeschilprocedure tot de rechter wenden. De deelgeschilprocedure is in Nederland geïntroduceerd als een nieuwe procesvorm. Deze procedure is ook op internationaal niveau innovatief en de verwachting is dat het de positie van de benadeelde partij versterkt. 10 Het rapport van Stichting De Ombudsman 2003, Letselschaderegeling; onderhandelen met het mes op tafel of een zoektocht naar de redelijkheid, heeft wederom aangegeven dat de wens om tot een eenvoudigere en versnelde afhandeling van personenschade te komen sterk leeft. Verschillende beroepsgroepen en organisaties die betrokken zijn bij het schaderegelingtraject hebben initiatieven genomen om het letselschadetraject te verbeteren. Er zijn bijvoorbeeld verschillende gedragscodes geïntroduceerd. De GBL is in dit kader relevant. Deze gedragscode moet er voor zorgen dat de buitengerechtelijke afwikkeling van letselschadeclaims beter verloopt. Te denken valt aan aspecten als: een betere kwaliteit, snellere afhandeling, slachtoffervriendelijker en goedkoper. In het buitengerechtelijke onderhandelingstraject blijven partijen vaak verdeeld op diverse rechtsvragen. Hierdoor kan het afhandelen van letselschadeclaims in de praktijk lang duren. 11 Dit kan te maken hebben met het vaststellen van de aard van de schade; de omvang van de schade kan vaak pas vastgesteld worden als het letsel is genezen. Maar ook belangentegenstellingen en de noodzaak tot het inschakelen van deskundigen houden partijen verdeeld. Om deze redenen, deelgeschillen genaamd, kunnen partijen het oorspronkelijke doel uit het oog verliezen. Hierdoor kunnen onderlinge verhoudingen (nog) slechter worden, met als gevolg dat de duur van de afhandeling van de zaak toeneemt. Door het oplossen van een deelgeschil kan de totstandkoming van een minnelijke regeling tussen betrokken partijen bij een letsel -en overlijdenszaak worden bevorderd. 8 Ikiz 2010, p Kamerstukken II 2007/08, , nr Akkermans & De Groot, 2010, p Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p

12 De deelgeschilprocedure biedt zowel de persoon die schade lijdt door dood of letsel én de persoon die aansprakelijk wordt gehouden de mogelijkheid een beroep te doen op de rechter. De betrokken partijen krijgen door middel van de deelgeschilprocedure een extra instrument om een impasse te doorbreken. De wetgever heeft er in beginsel voor gekozen de deelgeschilprocedure alleen open te stellen wanneer er sprake is van personenschade. Voornamelijk werd voor dit rechtsgebied gekozen omdat het buitengerechtelijke traject bij afhandeling van personenschade versterking nodig had. Er wordt met andere woorden op een relatief overzichtelijk terrein ervaring met dit nieuwe instrument opgedaan. 12 Volgens de memorie van toelichting is na het verstrijken van 5 jaren voldoende duidelijk wat de effecten zijn van de deelgeschilprocedure. Er zal na deze termijn worden nagegaan of de deelgeschilprocedure zijn doel heeft behaald. Geëvalueerd zal worden of de deelgeschilprocedure tot een eenvoudigere en snellere afhandeling van letsel- en overlijdensschade heeft gezorgd en of daarnaast de gevoerde bodemprocedures in eerste aanleg sneller zijn verlopen. 13 Ten slotte wordt bekeken of het uitbreiden van het toepassingsgebied gewenst is. Hierbij wordt uitdrukkelijk gewezen op het feit, dat de werking van de deelgeschilprocedure voornamelijk wordt bepaald door een nog te ontwikkelen praktijk. 14 Bij de totstandkoming van de wettelijke regeling van de deelgeschilprocedure zijn verschillende belangenorganisaties geraadpleegd, onder andere: Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, Nederlandse Orde van Advocaten, Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade, Slachtofferhulp Nederland en het Verbond van Verzekeraars. Deze partijen verwachten dat er een vereenvoudigde en snellere afhandeling van letselschadedossiers zal plaatsvinden. Het huidige procesrecht zou niet altijd voldoende instrumenten tot haar beschikking hebben om dergelijke geschillen te beslechten. De deelgeschilprocedure zou als een waardevolle bijdrage gezien worden, aldus de memorie van toelichting. De enige kritische adviseur blijkt de NVvR te zijn. De NVvR betwijfelt of met deze wet het doel wordt behaald. 15 Daarbij geven zij aan dat de deelgeschilprocedure enkel opengesteld moet worden voor een gezamenlijk verzoek van partijen of enkel voor de benadeelde partij. 2.2 Het geldende recht in hoofdlijnen Nu de context van de deelgeschilprocedure is beschreven, wordt ingegaan op het geldende recht. Op deze manier wordt bij bestaande kennis en hoofdlijnen van de deelgeschilprocedure aangesloten. De belangrijkste kenmerken van de deelgeschilprocedure zullen worden aangehaald. Deze aspecten worden in de komende hoofdstukken vergeleken met de juridische en praktische elementen De gehanteerde proportionaliteittoets door de rechter De Minster van Justitie heeft herhaaldelijk aangegeven, dat er een ruime beoordelingsvrijheid voor de deelgeschilrechter bestaat. De deelgeschilprocedure voorziet in de mogelijkheid om de buitengerechtelijke onderhandelingen te bevorderen. Volgens art. 1019z Rv dient er voldaan te zijn aan een proportionaliteitstoets. 16 Deze toets houdt in dat de rechter het verzoek van een deelgeschil afwijst, als de verzochte beslissing naar zijn oordeel 12 Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p Akkermans & De Groot 2010, p

13 onvoldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Mede door het formuleren van de kan-bepaling is de reikwijdte van de deelgeschilprocedure behoorlijk ruim. De deelgeschilrechter dient een belangenafweging te maken enerzijds in het investeren in tijd, geld en moeite tegen anderzijds het belang van de vordering en de bijdrage die een beslissing aan de totstandkoming van een minnelijke regeling kan leveren. 17 Deze beoordeling vindt plaats op basis van de overgelegde stukken van de betrokken partijen conform art. 1019x Rv. De deelgeschilrechter heeft de taak om partijen bij het deelgeschil te houden. De rechter zal niet voor alle denkbare problemen die partijen uit elkaar houden een oplossing geven. Het initiatief om tot een oplossing te komen ligt met name bij de betrokken partijen. Dit blijkt ondermeer uit de inhoud die in het verzoekschrift moet zijn vermeld op basis van art. 1019x lid 3 onder c Rv. In dit verzoekschrift moet een zakelijk overzicht van de inhoud en het verloop van de onderhandelingen over de vordering omschreven zijn. Het gaat hierbij om een eenvoudige lijst waarop discussiepunten staan beschreven en waaruit blijkt over welke punten wel of geen overeenstemming is bereikt. 18 Op deze manier kan de deelgeschilrechter analyseren of partijen voldoende getracht hebben om, door middel van een derde, tot een oplossing te komen. Als door partijen te weinig informatie aan de rechter is verstrekt, kan de rechter het verzoek van het deelgeschil afwijzen. Partijen moeten niet uit onwil of onkunde het geheel aan de rechter overlaten; er moet alleen een oplossing komen voor de impasse waarin partijen zich bevinden. 19 In het geval dat de rechter aanvullende gegevens verzoekt over de voorgaande onderhandelingen en de verwerende partij weigert de nadere gegevens te verstrekken, kan dit een aanwijzing zijn dat partijen met deze deelgeschilbeslissing niet tot een buitengerechtelijke oplossing zullen komen. 20 De rechter zou zijn rol in het buitengerechtelijke onderhandelingstraject moeten kunnen vervullen op basis van de standpunten van partijen zoals deze zijn beschreven in het verzoekschrift en het daarop volgende verweerschrift. De rechter komt normaal gesproken na onderhandelen in beeld en heeft daarom een beperkt zicht op wat zich in het buitengerechtelijke onderhandelingstraject afspeelt of kan afspelen. 21 De letselschadepraktijk verwacht veel van de voornoemde proportionaliteitstoets. Dat de deelgeschilprocedure een ruim toepassingsgebied heeft, wordt ook op verschillende plaatsen in de memorie van antwoord bevestigd. De formele beperkingen zijn enkel dat het een deelgeschil betreft op het vlak van personenschade en dat de interventie van de rechter eraan kan bijdragen dat partijen hun geschil beëindigen over de vordering zoals die zou zijn ingesteld wanneer er een bodemprocedure zou zijn gevoerd. 22 Het doel van de regeling zou in gevaar kunnen komen als er bij de vraag of er sprake is van een deelgeschil, aankomt op ontvankelijkheid van de deelgeschilrechter. Uit de memorie van toelichting blijkt echter dat als onderhandelingen niet eindigen in een vaststellingsovereenkomst, dit niet leidt tot nietontvankelijkheid van een verzoek tot een deelgeschil. Daarnaast geeft art. 1019x lid 2 Rv laatste zin, aan dat het starten van een deelgeschilprocedure ook mogelijk is, als er reeds een bodemprocedure loopt. De wet geeft geen enkele beperking met betrekking tot het stadium waarin de bodemprocedure loopt. Wel kan het feit dat er een bodemprocedure loopt, een signaal zijn dat partijen er samen buitengerechtelijk niet uit zullen komen Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p Akkermans & De Groot 2010, p Kamerstukken I 2009/10, , nr. C, p Van Dijk 2010, p Akkermans & De Groot 2010, p Kamerstukken I 2009/2010, , nr. C, p

14 2.2.2 Kostenveroordeling Het uitgangspunt met betrekking tot de begroting van de kosten, is in de deelgeschilprocedure terug te vinden in art. 1019aa lid 1 Rv. Hierin is bepaald dat de benadeelde partij in beginsel de kosten van de deelgeschilprocedure niet zelf hoeft te dragen als aansprakelijkheid van de wederpartij vaststaat of in het deelgeschil komt vast te staan. 24 Dit uitgangspunt wordt doorgetrokken als blijkt dat de benadeelde in het deelgeschil ongelijk krijgt. Deze volledige kostenvergoeding vindt zijn rechtvaardiging in het feit dat de deelgeschilprocedure een mogelijkheid biedt in de buitengerechtelijke onderhandelingsfase. 25 Daarnaast beoogt de deelgeschilprocedure immers om de positie van de benadeelde partij te versterken. De benadeelde hoeft niet te vrezen dat er, zoals bij een bodemprocedure, hoge kosten boven het hoofd hangen als de procedure wordt verloren. In de bodemprocedure geldt in beginsel dat de verliezende partij wordt veroordeeld in de proceskosten. 26 De proceskostenveroordeling van art. 289 Rv wordt dan ook buiten toepassing verklaard door art. 1019aa lid 3 Rv. Dit betekent dat in de deelgeschilprocedure sprake is van een volledige vergoeding van de kosten (als aansprakelijkheid komt vast te staan) tegenover een vastgestelde vergoeding in de bodemprocedure conform art. 237 Rv. De begroting van de gemaakte kosten zal de rechter doen op basis van art. 6:96 lid 2 BW. De kosten worden zoveel mogelijk (ambtshalve) reëel begroot. 27 De rechter neemt alle redelijke kosten in aanmerking waarbij een dubbele redelijkheidstoets wordt gehanteerd. Dit houdt in dat het redelijk moet zijn dat er kosten zijn gemaakt én dat de hoogte van de kosten redelijk zijn. 28 De rechter zal moeten bepalen of het redelijk was om de met de deelgeschilprocedure gemoeide kosten te maken. Bij het toepassen van art. 6:96 BW kan de rechter rekening houden met de hoogte van de vordering. 29 De aansprakelijke partij zal de kosten die de benadeelde heeft gemaakt voor de deelgeschilprocedure dienen te vergoeden. Deze dubbele redelijkheidtoets kan met zich mee brengen dat een deel van de kosten van het deelgeschil niet aan de aansprakelijke partij wordt toegerekend. Van belang voor de benadeelde is, dat hij erop mag vertrouwen dat de redelijke kosten die worden gemaakt niet aan zijn zijde komen. Het uitgangspunt dat de benadeelde nimmer de kosten zelf hoeft te dragen moet worden genuanceerd. Wanneer een deelgeschilprocedure achteraf onterecht of onnodig blijkt te zijn, kunnen de kosten van de procedure niet voor vergoeding in aanmerking komen. 30 De kosten zullen in dit geval door iedere partij zelf gedragen dienen te worden. Hier is overigens zelden sprake van. 31 De Hoge Raad heeft aangegeven dat procederen, ook als dat niet tot een gunstig resultaat leidt, op zichzelf niet als onrechtmatig kan worden aangemerkt. De situatie is dus anders als de rechter het verzoek afwijst zonder dat er sprake is van misbruik van recht aan de zijde van de benadeelde partij. Als hiervan geen sprake is, komen de gemaakte kosten voor begroting in aanmerking met dien verstande dat de kosten de dubbele redelijkheidstoets hebben doorstaan en aansprakelijkheid is vast komen te staan. 32 Een belangrijk onderscheid in het kader van de kostenregeling is het verschil wanneer iedere partij de eigen kosten draagt en in het geval dat de benadeelde de kosten van de wederpartij dient te dragen. De deelgeschilprocedure biedt geen mogelijkheid voor de aansprakelijke 24 Akkermans & De Groot 2010, p Ikiz, p Oude Hergelink 2010, p Akkermans & De Groot 2010, p Zie bijv. HR 16 oktober 1998, NJ 1999, 196 m.nt. ARB. 29 HR 9 december 2004, NJ Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p HR 27 juni 1997, NJ 1997, Akkermans & De Groot 2010, p

15 partij om zijn kosten bij de benadeelde neer te leggen. Bijvoorbeeld als er sprake is van eigen schuld aan de zijde van de benadeelde ex art. 6:101 BW. De kosten van de aansprakelijke partij komen dus voor eigen rekening en daarbij in veel gevallen ook de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt. Deze keuze strookt met hetgeen in de memorie van toelichting is bepaald. De deelgeschilprocedure beoogt een voorziening te bieden in het buitengerechtelijke onderhandelingstraject. 33 De kosten die de verweerder in de buitengerechtelijke fase maakt, komen nimmer voor vergoeding in aanmerking. 34 In dit buitengerechtelijke traject blijven de door de aansprakelijke partij gemaakte kosten voor diens rekening. Dit kan mijns inziens een onwenselijk situatie opleveren als de benadeelde onredelijk handelt. Van belang is mijns inziens de dubbele redelijkheidstoets met betrekking tot de gemaakte kosten in de zin van art. 6:96 lid 2 BW. Aan deze toets wordt voorbij gegaan als de benadeelde partij onrechtmatig heeft gehandeld door het starten van een deelgeschil. 35 De memorie van toelichting geeft geen voorbeelden van het onrechtmatig starten van een deelgeschil. De benadeelde, of diens belangenbehartiger, moet er op bedacht zijn om niet onrechtmatig een deelgeschil te starten. Hierdoor loopt de benadeelde een risico dat de eigen kosten bij hem blijven. Tevens kan er volgens de memorie van toelichting sprake zijn van de verplichting tot vergoeding van de kosten die door de verzekeraar zijn gemaakt in deze buitengerechtelijke fase. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het verband tussen kosten en aansprakelijkheid; de kosten moeten met andere woorden aan de aansprakelijke partij worden toegerekend. 36 De kosten van de benadeelde komen voor diens rekening, wanneer aansprakelijkheid niet komt vast te staan of wanneer deze in een deelgeschil wordt afgewezen. Dit geldt immers voor het gehele buitengerechtelijke traject. 37 Met betrekking tot het vaststellen van aansprakelijkheid kunnen verzekeraars namens de aansprakelijk gestelde partij aansprakelijkheid afwijzen. Op deze manier wordt getracht de deelgeschilprocedure te omzeilen. Doordat aansprakelijkheid door de verzekeraar niet wordt erkend, wordt op deze manier voorkomen dat de benadeelde partij een deelgeschil start, althans dat hij de kosten moet dragen. 38 Uit het onderzoek van Oude Hergelink is naar voren gekomen dat een meerderheid van de geïnterviewden heeft aangegeven, dat het afwijzen van aansprakelijkheid in strijd kan zijn met de GBL. 39 Ondermeer met de beginselen 1 en 10 van de GBL. Deze Gedragscode kan de doorslag geven als er sprake is van zo n situatie. Aangezien de GBL niet juridisch afdwingbaar is, is het nog maar de vraag in hoeverre de GBL de benadeelde tot dienst kan zijn. Daarnaast kan het onzorgvuldig handelen door een verzekeraar bij de afwikkeling van letselschade, een reden zijn voor de benadeelde om hem aan te spreken wegens onrechtmatige letselschadeafwikkeling. Deze onzorgvuldige schadeafwikkeling kan een onrechtmatige gedraging zijn die recht geeft op schadevergoeding. 40 De deelgeschilprocedure schrijft in art. 1019aa lid 2 Rv voor op welke wijze wordt tegemoet gekomen in de kosten die gemaakt zijn door de benadeelde partij. Als partijen er na het wijzen van een deelgeschilbeschikking (nog) niet uitkomen en er een bodemprocedure volgt, blijft ook dan de aansprakelijke partij gehouden de reële kosten van de deelgeschilprocedure te vergoeden. 41 Door het amendement van Tweede Kamerlid Gerkens verschieten de kosten 33 Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p Oude Hergelink 2010, p HR 11 juli 2003, NJ 2005, 50 m.nt. JBMV. 37 Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p Oude Hergelink 2010, p Idem. 40 Smeehuijzen 2009, p Klaassen 2010, p

16 van de deelgeschilprocedure niet van kleur. Hierdoor worden discussies voorkomen, over de vraag welke kosten van het buitengerechtelijke traject van kleur verschieten. De kosten die gepaard gingen met het voeren van deze discussies worden door de deelgeschilprocedure uitgespaard. 42 Door de kosten niet te laten verschieten van kleur, wordt tevens voorkomen dat de aansprakelijke partij een bodemprocedure gaat starten om op deze wijze van de kosten af te komen. 43 De benadeelde persoon heeft door het opnemen van de kostenbegroting in de beschikking nog geen executoriale titel. Een executoriale titel wordt ook wel een voor tenuitvoerlegging vatbare titel genoemd. 44 Het hebben van een executoriale titel is het schriftelijke bewijsstuk van enig recht. De beschikking wordt genoemd in art. 430 Rv en kan in geheel Nederland ten uitvoer worden gelegd door de deurwaarder. In de wettelijke bepaling wordt gesproken over de begroting van de gemaakte kosten. Het begroten van de kosten, brengt niet met zich mee dat de aansprakelijke partij is veroordeeld. 45 De benadeelde zal de rechter dan ook moeten verzoeken om in de beschikking op te nemen dat de aansprakelijke partij wordt veroordeeld tot betaling van de gemaakte kosten. Deze veroordeling kan als onderdeel van het verzoek tot het geven van een beslissing op het deelgeschil worden verzocht. De memorie van toelichting merkt voorts op dat de rechter de wederpartij niet tot betaling van de begrote kosten zal veroordelen, als de aansprakelijkheid voor de door de benadeelde geleden schade onvoldoende vaststaat. 46 Als de situatie zich voor doet dat de rechter het deelgeschil afwijst en er is geen sprake van een onnodige of onterechte actie geldt dat de kosten van de voorgestelde procedure ook voor vergoeding in aanmerking komen, indien het redelijk was om de met de procedure gemoeide kosten te maken. Hierbij is dan vereist dat die kosten zijn gemaakt als gevolg van een gebeurtenis waarvoor aansprakelijkheid bestaat en zij tevens in een zodanig verband daarmee staan dat zij aan de daarvoor aansprakelijke persoon kunnen worden toegerekend. 47 Deze veroordeling zal eventueel vergezeld kunnen gaan van een uitvoerbaar bij voorraadverklaring. De uitvoerbaarheid bij voorraadverklaring zal dus moeten worden verzocht in het verzoekschrift. 48 De deelgeschilrechter kan in dit geval niet ambtshalve een vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Een veroordelend vonnis kan in beginsel ten uitvoer worden gelegd. Dit geldt ook als de beschikking nog niet in kracht van gewijsde is gegaan. Door het instellen van een (gewoon) rechtsmiddel wordt de executie geschorst. Doordat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is verklaard ex art. 233 Rv kan de benadeelde partij de kosten gaan verhalen op de tegenpartij. Ondanks de schorsende werking van een eventueel aangewend rechtsmiddel kan er toch tenuitvoerlegging van het vonnis plaatsvinden. 49 De kostenregeling van de deelgeschilprocedure en de bodemprocedure verschillen zowel op het vlak van de omvang van de vergoeding als ten aanzien van de partij die de kosten draagt. 50 Omdat de deelgeschilprocedure in werking is getreden, is het van belang om te bekijken wat de toegevoegde waarde van de deelgeschilprocedure is boven andere alternatieven welke ook beogen om een zaak van personenschade af te wikkelen. De NVvR heeft in de consultatieronde rondom deze problematiek de minister om opheldering verzocht. De vraag hierbij luidde om voorbeelden te geven van geschillen die enkel door de 42 Oude Hergelink 2010, p Ikiz 2010, p Oudelaar 2008, p Ikiz 2010, p. 50, zie ook Rb. Arnhem, 8 juni 2011, LJN BQ Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p HR 11 juli 2003, NJ 2005, HR 14 mei 2004, NJ 2005, 247 m.nt. HJS. 49 Stein & Rueb 2009, p Oude Hergelink 2010, p

17 deelgeschilprocedure opgelost kunnen worden en niet via bestaande instrumenten. De minister heeft echter geen antwoord kunnen geven op deze vraag. De deelgeschilprocedure zou ook niet op dit punt in een lacune voorzien. Er wordt enkel beoogd de onderhandelingen tussen partijen beter te faciliteren, zodat er sneller en eenvoudiger een oplossing wordt geboden Overige procesrechtelijke aspecten Deze paragraaf is in mindere mate relevant voor de beantwoording van de onderhavige onderzoeksvraag. De procedurele aspecten die in deze paragraaf aan de orde komen dienen dan ook voor de algemene beeldvorming met betrekking tot de kenmerken van de deelgeschilprocedure. In de deelgeschilprocedure is er voor gekozen om bij de vraag van procesvertegenwoordiging aan te sluiten bij de absolute en relatieve competentie. Art. 1019x lid 1 Rv bepaalt dat de rechter bevoegd is wiens absolute en relatieve bevoegdheid de zaak behoort, indien deze in een bodemprocedure aanhangig wordt gemaakt. In het geval de kantonrechter bevoegd is om over de zaak te oordelen, zal er geen procesvertegenwoordiging nodig zijn. Wordt de zaak niet door de kantonrechter behandeld, dan geldt de verplichte procesvertegenwoordiging conform art. 278 Rv e.v. Voor de deelgeschillen zullen zaken met ten hoogste een vordering van ,-, zaken met vorderingen van onbepaalde waarde, indien er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering niet boven de ,- uitkomt en zaken in het kader van werkgeversaansprakelijkheid (7:658 BW) behoren tot de bevoegdheid van de sector kanton. De overige zaken zullen behoren tot de sector civiel. Gezien de Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie 52, die onder meer beoogt dat de competentiegrens is verhoogd van 5.000,- naar ,-, is van belang dat per 1 juli 2011 meer zaken behandeld zullen worden door de kantonrechter. Voor de keuze van de bevoegdheidskwestie lijkt aangesloten te zijn bij de bevoegde rechter, zoals dit ook gebeurt bij een voorlopig getuigenverhoor (186 t/m 193 Rv) of een voorlopig deskundigenbericht (202 t/m 107 Rv). Art. 279 Rv is van toepassing, een mondelinge behandeling van de zaak, nadat het verweerschrift is ingediend. De rechter kan ambtshalve of op verzoek van een van de partijen een verschijning van partijen bevelen volgens art. 1019ij lid 1 Rv. De rechter zal echter geen mondelinge behandeling bepalen als uit het verzoekschrift blijkt dat het gedane verzoek niet kan bijdragen aan het bereiken van een vaststellingsovereenkomst. Om zoveel mogelijk de partijen te helpen om het geschil buitengerechtelijk af te wikkelen kan de comparitie tijdens of na afloop van de deelgeschilprocedure worden bevolen. 53 Volgens de memorie van toelichting zijn er geen doorslaggevende argumenten om van dit procesrechtelijke model af te wijken. 54 Omdat verwacht wordt dat de meeste deelgeschillen door de sector civiel van de rechtbank worden behandeld, zal voor het gros van de gevallen geprocedeerd worden bij verplichte procesvertegenwoordiging. Er zijn verschillende adviezen gegeven bij de totstandkoming van de wet door de geconsulteerde belangenorganisaties. Enerzijds wordt gesteld dat voor alle zaken verplichte procesvertegenwoordiging noodzakelijk is, dit gezien de complexiteit van de zaken. De verwachting is wel dat de rechterlijke macht onnodig wordt belast. Gezien de doelstelling van de deelgeschilprocedure is er ook een andere opvatting mogelijk. Namelijk dat verplichte procesvertegenwoordiging onnodig is, omdat dit vertragend zou werken en extra kosten met 51 Kamerstukken II 2008/09, , nr. 8, p. 1-2 (NV II). 52 Wetsvoorstel Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie, Kamerstukken I 2010/11, , nr. A. 53 Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p

18 zich mee brengt wegens overdracht van de zaak. Een deelgeschilprocedure zou minder snel worden gevoerd door deze obstakels, terwijl juist het doel van de deelgeschilprocedure is om een vlotte en makkelijke toegang tot de rechter in het buitengerechtelijke traject te verwezenlijken. Een belangrijke en opvallende bepaling is art. 1019bb Rv. Hierin wordt bepaald dat tegen een deelgeschilbeschikking geen hoger beroep of ander voorziening bestaat. 55 De wetgever is van mening dat een uitspraak in de deelgeschilprocedure stimulerend moet werken op de buitengerechtelijke onderhandelingen. 56 Het geven van een mogelijkheid tot hoger beroep zou dan ook niet overeenkomen met de gedachtegang van de deelgeschilprocedure. Hierdoor zou de vlotheid uit de onderhandelingen worden gehaald. 57 Het verbod om rechtsmiddelen aan te wenden kan worden doorbroken door gronden welke zijn ontwikkeld in de jurisprudentie. 58 Hier kan sprake van zijn als de rechter een bepaling ten onrechte heeft toegepast of buiten beschouwing heeft gelaten. Volgens het genoemd arrest kan het rechtsmiddelenverbod ook worden gepasseerd, indien de rechter bij zijn beslissing fundamentele beginselen van behoorlijke rechtspleging heeft geschonden waardoor geen eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak heeft plaats gevonden. In het geval dat er hoger beroep wordt ingesteld in een latere bodemprocedure, kan de deelgeschilbeschikking wel in volle omvang worden voorgelegd aan de rechter. Deze uitzondering is neergelegd in art. 1019cc, derde lid Rv. Dit laatste artikel heeft betrekking op de bindende kracht van een eerdere gegeven beslissing in de deelgeschilprocedure, welke bindend is in een bodemprocedure. De bodemrechter is in principe niet gebonden aan de beslissing van de deelgeschilrechter met uitzondering van de beslissing welke gaat over de materiële rechtsverhouding Conclusie In de voorgaande paragrafen is op de belangrijkste aspecten van de deelgeschilprocedure ingegaan. Naar mijn idee zijn de proportionaliteitstoets en de bepaling omtrent de kostenveroordeling de belangrijkste onderdelen die de wettelijke regeling kunnen laten werken. De kan-bepaling uit artikel 1019z Rv zal de spil vormen waarmee partijen en de rechter uit de voeten moeten. De voornoemde bepaling zal steeds uitmonden in een belangenafweging. Met deze belangenafweging is de rechter doorgaans in elke normale procedure bekend. Het verschil zit er mijns inziens in dat de deelgeschilrechter vooruit dient te lopen op een te verwachten situatie. Omdat de ratio van de wet is dat de buitengerechtelijke onderhandelingen worden gestroomlijnd, worden de factoren tijd, geld en moeite afgewogen tegen de bijdrage die de beslissing in het deelgeschil geeft aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. De gedachte van de wet wordt temeer versterkt door de cruciale en bijzondere toewijzing van de kosten. De kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt komen volledig voor vergoeding in aanmerking, mits deze kosten de dubbele redelijkheidstoets hebben doorstaan. Een belangrijk aandachtspunt is dat de benadeelde partij niet klakkeloos, dus zonder enig financieel risico, een deelgeschilprocedure kan beginnen. De gemaakte kosten van de benadeelde blijven namelijk wel aan zijn zijde als aansprakelijkheid niet komt vast te staan of wanneer deze in een deelgeschil wordt afgewezen. 55 Ikiz 2010, p Van Dijk 2010, p Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p HR 29 maart 1985, NJ 1986, 242 (Enka/Dupont). Zie ook Stein & Rueb 2009, p Ikiz 2010, p

19 3. Alternatieve instrumenten voor het oplossen van een deelgeschil In dit hoofdstuk zijn juridische mogelijkheden beschreven die in de praktijk gehanteerd kunnen worden om gestagneerde onderhandelingen vlot te trekken waardoor een deelgeschil wordt opgelost. Centraal staat de juridische meerwaarde van de deelgeschilprocedure boven andere mogelijkheden voor het oplossen van deelgeschillen. In paragraaf 3.1 is de status van de kortgedingprocedure, de Gedragscode Behandeling Letselschade en het Bemiddelingsloket weergegeven. Op deze wijze kan een zuivere juridische vergelijking worden gemaakt tussen de deelgeschilprocedure en de alternatieven. Vervolgens is in paragraaf 3.2 een vergelijking gemaakt tussen de juridische mogelijkheden van de deelgeschilprocedure en de voornoemde alternatieven. Zo komt separaat een vergelijking tussen de deelgeschilprocedure en de kortgedingprocedure aan bod en een vergelijking tussen de deelgeschilprocedure en de GBL c.q. het Bemiddelingsloket. In paragraaf wordt de deelgeschilprocedure afgewogen tegenover een combinatie van de alternatieven. Op deze manier wordt inzichtelijk wat de deelgeschilprocedure juridisch gezien meer kan bieden dan wanneer het kort geding, GBL en het bemiddelingsloket wordt gecombineerd. Ten slotte zal in paragraaf 3.3 een korte conclusie worden gegeven. 3.1 Juridische mogelijkheden Status van het kort geding Naast het opstarten van een procedure bij de deelgeschilrechter, blijft de mogelijkheid bestaan om een kortgedingprocedure te voeren. Deze mogelijkheid is wettelijk geregeld in art. 254 e.v. Rv en biedt de mogelijkheid om een voorzieningenrechter c.q. kortgedingrechter te raadplegen. De functie van het kort geding is het opvangen van de bezwaren van een langdurige bodemprocedure. 60 Deze bezwaren zijn ondermeer te vinden in de bewijslevering door partijen en de oordeelvorming door de rechterlijke macht. Daarnaast zorgen de wettelijke voorschriften voor vertraging, omdat elke zaak zorgvuldig dient te worden behandeld. Nadat de dagvaarding is uitgebracht volgt, in het kader van hoor en wederhoor, een mondelinge behandeling van de zaak. De procedure in kort geding zal vervolgens beëindigd worden door een snelle beslissing. Deze beslissing is een voorlopige voorziening welke opzij gezet kán worden in de bodemprocedure. De gang van zaken in het kort geding komt eigenlijk neer op het uitbrengen van een dagvaarding door de eisende partij, een mondelinge behandeling van de zaak en het wijzen van het vonnis door de rechter. De eiser kan zelf de gewenste voorziening formuleren en toesnijden op het specifieke geval. 61 Het kort geding wordt gevoerd bij een alleensprekende voorzieningenrechter. Dit kan de president van de rechtbank (vice-presidenten) of de kantonrechter zijn. Deze rechter zal een voorlopige uitspraak doen, maar het rechtsgeschil zal door de uitspraak niet ten einde komen. 62 Het vonnis van de voorzieningenrechter kan worden gezien als een ordemaatregel. Door deze voorlopige voorziening wordt aan dezelfde partijen, in dezelfde zaak, tijd gegund om een bodemprocedure te voeren. Het kort geding kan gezien worden als een tijdelijke oplossing waardoor getracht wordt eigenrichting te voorkomen. In veel gevallen is de 60 Stein & Rueb 2009, p Tonkens-Gerkema, Tekst & Commentaar Burgerlijke rechtsvordering. 62 Stein & Rueb 2009, p

20 bodemprocedure geen adequaat middel omdat intussen, voordat de rechter daarin uitspraak zou doen, onherstelbaar nadeel kan ontstaan. 63 De rechter in de bodemprocedure is op basis van art. 257 Rv niet gebonden aan de uitspraak in het kort geding. Dit punt moet wel enigszins worden genuanceerd. In de praktijk conformeren partijen zich vaak bij de beslissing in het kort geding waardoor er geen bodemprocedure volgt. Het voornoemde art. heeft in de praktijk dan ook geen grote waarde. Door deskundigen is er een schatting gemaakt in hoeveel gevallen er na het kort geding een bodemprocedure wordt gevoerd. In 95 % van de gevallen nemen partijen met de uitspraak in het kort geding genoegen, waardoor zij geen bodemprocedure aanhangig maken. 64 De behandeling van het kort geding in hoger beroep verschilt eigenlijk niet van de behandeling in de bodemprocedure. 65 Tevens zal de partij die in het ongelijk is gesteld in het kort geding, uit financieel oogpunt een bodemprocedure ontlopen. Een bodemprocedure wordt derhalve niet vaak gevoerd, nadat de verliezende partij in hoger beroep is gegaan tegen het vonnis in kort geding. Als op dit punt een vergelijking wordt gemaakt met de deelgeschilprocedure, zou het kort geding in beginsel hetzelfde resultaat kunnen opleveren. Er zal door rechterlijke tussenkomst naar een deelgeschil gekeken worden. Gezien het langdurige karakter van een bodemprocedure, biedt het kort geding een mogelijkheid om op korte termijn een rechterlijke uitspraak te krijgen. In de deelgeschilprocedure is de mogelijkheid tot hoger beroep tegen de deelgeschilbeschikking in principe uitgesloten. De wetgever is van mening dat een uitspraak in de deelgeschilprocedure stimulerend moet werken op de buitengerechtelijke onderhandelingen. 66 Dit wordt bevestigd in art bb Rv, met een uitzondering daarop zoals is neergelegd in art. 1019cc, derde lid Rv. Deze uitzondering is nader behandeld in paragraaf Bij het kort geding daarentegen, is hoger beroep mogelijk bij het hof volgens de normale regels voor appellabele vonnissen. Om het vlotte karakter van het kort geding te behouden is er een korte termijn voor hoger beroep bepaald. Deze is bepaald op 4 weken ex art. 339 lid 2 Rv. Deze korte termijn is gegeven met het oog op de functie van het kort geding. Deze functie is enigszins te vergelijken met de deelgeschilprocedure. Ze trachten beide te voorzien in een oplossing, op korte termijn, waardoor de bodemprocedure niet gestart hoeft te worden. Deze korte termijn wordt ook gehanteerd, in het geval er cassatie wordt ingesteld. Conform art. 402 lid 2 Rv wordt de termijn van hoger beroep verdubbeld voor het instellen van cassatie Wettelijke vereisten voor het kort geding Art. 254 Rv luidt als volgt: In alle spoedeisende zaken waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, is de voorzieningenrechter bevoegd deze te geven. Uit deze bepaling zijn verschillende vereisten te destilleren, deze worden hierna behandeld. In beginsel zal de eis uit art. 256 Rv beoordeeld worden, voordat de eis van spoedeisendheid wordt behandeld. 67 Dit art. bepaalt dat de zaak geschikt moet zijn voor behandeling in het kort geding. De kortgedingrechter kan de voorziening weigeren als de zaak ongeschikt is. Bij de eis van geschiktheid voor een zaak in kort geding, wordt met name gekeken of het noodzakelijk is om een ordemaatregel te treffen. Bij complexe zaken zoals bij bewijslevering door bijvoorbeeld een deskundige, kan de gevraagde voorziening worden geweigerd. De zaak mag dan ook feitelijk en juridisch niet te ingewikkeld in elkaar steken. De rechter dient terughoudend te zijn met het op grond van geschiktheid 63 Stein & Rueb 2009, p Stein & Rueb 2009, p Idem. 66 Van Dijk 2010, p Stein & Rueb 2009, p

Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken

Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken 28 maart 2014 Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken Esther Pans esther.pans@kvdl.nl Deelgeschillen 1. Wat was het oogmerk van de deelgeschilprocedure? 2. Waar staan wij nu? 3. Welke zaken zijn niet

Nadere informatie

Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken

Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken Esther Pans Vrijdag 28 maart 2014 Deelgeschillen 1. Wat was het oogmerk van de deelgeschilprocedure? 2. Waar staan wij nu? 3. Welke zaken zijn niet geschikt?

Nadere informatie

De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade

De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade Mr. (hr,h. van Diik en mevrouw mr, P. Oskam' Kennedy Van der Laan Advocaten Al in november 2008 vond in dit tijdschrift een eerste verkenning

Nadere informatie

I 179 I De nieuwe deelgeschilprocedure: de eerste oogst

I 179 I De nieuwe deelgeschilprocedure: de eerste oogst I 179 I De nieuwe deelgeschilprocedure: de eerste oogst mr. S.J. de Groot 1 Inleiding Op 1 juli 2010 trad de Wet deelgeschilprocedure in letselen overlijdenszaken 2 in werking. Deze nieuwe wet heeft als

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 476 Patiënten- en cliëntenrechten Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Begroting van de kosten van de deelgeschilprocedure

Begroting van de kosten van de deelgeschilprocedure Begroting van de kosten van de deelgeschilprocedure M e v r o u w m r. S. C o l s e n * Met de invoering van de Wet deelgeschilprocedure voor letselen overlijdensschade (art. 1019w-1019cc Wetboek van Burgerlijke

Nadere informatie

Volledige vergoeding van proceskosten: rake remedie of aanjager voor deelgeschillen?

Volledige vergoeding van proceskosten: rake remedie of aanjager voor deelgeschillen? Volledige vergoeding van proceskosten: rake remedie of aanjager voor deelgeschillen? A.S. Oude Hergelink (ABSTRACT) Het kostenvergoedingsmodel van de Wet Deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965 ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965 Instantie Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 02-04-2013 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/12/85391 / HA RK 12-110 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie d.t.v. mw. mr. M. Wesselink Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 11 januari 2007 contactpersoon R.C. Hartendorp doorkiesnummer 070-361 9788 faxnummer 070-361 9746 e-mail R.Hartendorp@rechtspraak.nl

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

JA 2013/187 Deelgeschil, Proceskosten, Voorlopig deskundigenbericht. »Samenvatting

JA 2013/187 Deelgeschil, Proceskosten, Voorlopig deskundigenbericht. »Samenvatting JA 2013/187 Deelgeschil, Proceskosten, Voorlopig deskundigenbericht Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RBNHO:2013:6863 Aflevering 2013 afl. 10 Rubriek College Deelgeschillen Datum 25 juli 2013 Rechtbank Noord-Holland

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot invoering van een procedure voor deelgeschillen ter bevordering van de buitengerechtelijke afhandeling van letsel- en overlijdensschade (Wet

Nadere informatie

COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013

COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013 COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013 9 MEI 2013 Herengracht 551 Contactpersoon: 1017 BW Amsterdam Ellen Soerjatin T 020 530 5200 E ellen.soerjatin@steklaw.com

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:3633

ECLI:NL:RBAMS:2015:3633 ECLI:NL:RBAMS:2015:3633 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-04-2015 Datum publicatie 15-06-2015 Zaaknummer C-13-574965 - HA RK 14-335 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Directie Toegang Rechtsbestel/5362391/05/DTR/12 juli 2005 5362391 Bijlage De Minister van Justitie, Gelet op artikel 4:23,

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 03-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 818166 UC EXPL 12-9177

Nadere informatie

JA 2013/70 Rechtbank Amsterdam, , /HA RK ,

JA 2013/70 Rechtbank Amsterdam, , /HA RK , JA 2013/70 Rechtbank Amsterdam, 31-01-2013, 521487/HA RK 12-275, LJN BZ0515 Deelgeschil, Buitengerechtelijke kosten, Bijdrage aan vaststellingsovereenkomst Publicatie JA 2013 afl. 4 Publicatiedatum 24

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890 ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890 Instantie Datum uitspraak 28-02-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 141023 / HA RK 12-66 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2002.2385 (062.02), ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade

De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade TILBURG UNIVERSITY 2014 MASTERSCRIPTIE PRIVAATRECHT De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade Hoe wordt de deelgeschilprocedure in de praktijk toegepast en welke problemen bestaan hierbij?

Nadere informatie

Het begrip deelgeschil in de deelgeschilprocedure Een analytisch onderzoek van rechtspraak omtrent de toelating tot de deelgeschilprocedure

Het begrip deelgeschil in de deelgeschilprocedure Een analytisch onderzoek van rechtspraak omtrent de toelating tot de deelgeschilprocedure MASTERSCRIPTIE PRIVAATRECHT, OPEN UNIVERSITEIT, SCRIPTIEBEGELEIDER: A.L.H. ERNES Het begrip deelgeschil in de deelgeschilprocedure Een analytisch onderzoek van rechtspraak omtrent de toelating tot de deelgeschilprocedure

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523 ECLI:NL:RBAMS:2016:4523 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 14-07-2016 Datum publicatie 19-07-2016 Zaaknummer EA VERZ 16-542 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE ! VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE St.AR probeert zoveel mogelijk ingewikkelde juridische woorden te vermijden. Dat is niet altijd mogelijk. In deze lijst vindt u een omschrijving aan van de meest voorkomende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 518 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot invoering van een procedure voor deelgeschillen ter bevordering van de buitengerechtelijke

Nadere informatie

Datum 29 september 2010 Onderwerp Publicatie in Letsel & Schade inzake "Artikel 6 EVRM: recht op een gefinancierd deskundigenbericht"

Datum 29 september 2010 Onderwerp Publicatie in Letsel & Schade inzake Artikel 6 EVRM: recht op een gefinancierd deskundigenbericht +++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven

Nadere informatie

PIV-OVEREENKOMST BUITENGERECHTELIJKE KOSTEN. De ondergetekenden:

PIV-OVEREENKOMST BUITENGERECHTELIJKE KOSTEN. De ondergetekenden: PIV-OVEREENKOMST BUITENGERECHTELIJKE KOSTEN De ondergetekenden: (Naam belangenbehartiger), gevestigd en kantoorhoudende te (plaats); hierna te noemen belangenbehartiger; en (Naam verzekeraar), gevestigd

Nadere informatie

Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl ECLI:NL:RBAMS:2015:3202 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vindplaatsen Uitspraak Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419

Nadere informatie

Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding WIJZIGING VAN BOEK 6 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING IN VERBAND MET DE NORMERING VAN DE VERGOEDING VOOR KOSTEN TER VERKRIJGING VAN VOLDOENING BUITEN RECHTE Memorie

Nadere informatie

R ( 1 SPRAK. rekening is gehouden. Enige onderbouwing. bijvoorbeeld ervaringen in het verleden in zaken

R ( 1 SPRAK. rekening is gehouden. Enige onderbouwing. bijvoorbeeld ervaringen in het verleden in zaken 10december 2010 Datum Postbus 20301 2500 GH Den Haag Mr. 1W. Opsteken De minister van Veiligheid en Justitie R ( 1 SPRAK Teifo 0 036ll420 rfccn. crg wvv ri org o- Po b 3D3 2500 G L,r rekening is gehouden.

Nadere informatie

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 518 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot invoering van een procedure voor deelgeschillen ter bevordering van de buitengerechtelijke

Nadere informatie

De stand van zaken De deelgeschillenrechter twee jaar in actie (IV)

De stand van zaken De deelgeschillenrechter twee jaar in actie (IV) De stand van zaken De deelgeschillenrechter twee jaar in actie (IV) 12 Mevrouw mr. P. Oskam Kennedy Van der Laan Iets later dan in PIV-Bulletin 2012, 1 aangekondigd bespreek ik in dit vierde artikel sinds

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Derde nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Derde nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 608 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de afwikkeling van massaschade in een collectieve actie mogelijk te maken (Wet afwikkeling massaschade

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-262 d.d. 17 september 2012 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster,

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 18-015 in de zaak nr. [nummer] ingediend door: met betrekking tot: mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, [naam aangeslotene

Nadere informatie

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:

Nadere informatie

beschikking AFSCH In? md, oil P - 101/1 RECHTBANK LIMBURG Burgerlijk recht Zittingsplaats Maastricht zaaknummer: C1031178000 / HA RK 13-10

beschikking AFSCH In? md, oil P - 101/1 RECHTBANK LIMBURG Burgerlijk recht Zittingsplaats Maastricht zaaknummer: C1031178000 / HA RK 13-10 In? md, oil P - 101/1 beschikking RECHTBANK LIMBURG Burgerlijk recht Zittingsplaats Maastricht AFSCH zaaknummer: C1031178000 / HA RK 13-10 Beschikking van 22 mei 2013 in de zaak van [VERZOEKSTER], wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691. beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in

Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691. beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691 beschikking RECHTBANK ROTTERDAM Sector kanton Locatie Rotterdam zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-2969 uitspraak: 21

Nadere informatie

De deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade: nieuwe verantwoordelijkheden voor de rechter én voor partijen

De deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade: nieuwe verantwoordelijkheden voor de rechter én voor partijen De deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade: nieuwe verantwoordelijkheden voor de rechter én voor partijen P r o f. m r. A. J. A k k e r m a n s e n m e v r o u w m r. d r s. G. d e G r o

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, vertegenwoordigd door de heer C te D, tegen E te F en G te H Zaak : Schadevergoeding, wettelijke rente Zaaknummer : 2012.03079 Zittingsdatum : 11 september

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING TENEINDE DE AFWIKKELING VAN MASSASCHADE IN EEN COLLECTIEVE ACTIE MOGELIJK TE MAKEN VOORONTWERP

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:10207

ECLI:NL:GHARL:2014:10207 ECLI:NL:GHARL:2014:10207 Instantie Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 07-01-2015 Zaaknummer 200.154.059-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018 18-194/DB/ZWB ECLI:NL:TADRSHE:2018:65 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 18-194/DB/ZWB Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van

Nadere informatie

Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van:

Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van: Beschikking RECHTBANK ALMELO Sector civiel recht zaaknummer: 128288 / HA RK 12-36 datum beschikking: 18 juli 2012 (Im) Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van: Bertha

Nadere informatie

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] en [VERZEKERAAR] genoemd worden.

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] en [VERZEKERAAR] genoemd worden. beschikking RECHTBANK ROTTERDAM Team handel zaaknummer / rekestnummer: C/10/423356 / HA RK 13-304 Beschikking van in de zaak van [BETROKKENE], wonende te Rotterdam, verzoeker, advocaat mr. P. Meijer, tegen'

Nadere informatie

beschikking RECHTBANK UTRECHT Sector handel en kanton Kantonrechter Locatie Utrecht Zaaknummer: UE VERZ MAR 4186

beschikking RECHTBANK UTRECHT Sector handel en kanton Kantonrechter Locatie Utrecht Zaaknummer: UE VERZ MAR 4186 beschikking RECHTBANK UTRECHT Sector handel en kanton Kantonrechter Locatie Utrecht Zaaknummer: 827432 UE VERZ 12-875 MAR 4186 Beschikking van 12 oktober 2012 (bij vervroeging) in de zaak van [VERZOEKER],

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 142 d.d. 12 juli 2010 (mr. B. Sluijters, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Juridische Vaardigheden niveau 4 1 / 8

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Juridische Vaardigheden niveau 4 1 / 8 Juridische Vaardigheden niveau 4 Correctiemodel voorbeeldexamen 2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Juridische Vaardigheden niveau 4 1 / 8 Vraag 1 Toetsterm 4.1 - Beheersingsniveau: B - Aantal

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden NVJ voor rechtsbijstand en juridisch advies

Algemene Voorwaarden NVJ voor rechtsbijstand en juridisch advies Algemene Voorwaarden NVJ voor rechtsbijstand en juridisch advies Artikel 1 Toepasselijkheid 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn vastgesteld door het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Journalisten

Nadere informatie

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase 1 Een juridische procedure: is voor rekening en risico opdrachtgever kan een langdurig proces zijn wordt actieve inbreng van u verwacht De gerechtelijke

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 12 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1796/RO Uw kenmerk: 5644863/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

SAMENVATTING Aanleiding en probleemstelling Reeds lang is bekend dat de afhandeling van letsel- en overlijdensschade (personenschade) na een ongeval moeizaam kan verlopen en lang kan duren. Toen initiatieven

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 13-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-174 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-620 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. Algemeen

Memorie van Toelichting. Algemeen Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

HC 7A, , Kort geding

HC 7A, , Kort geding HC 7A, 18-10-18, Kort geding Het kort geding is gericht op een snelle voorlopige voorziening. Een gewone bodemprocedure neemt gauw veel tijd in beslag, waardoor de schade ondertussen snel kan oplopen (bij

Nadere informatie

De deelgeschilprocedure: een korte introductie voor de arbeidsrechtjurist

De deelgeschilprocedure: een korte introductie voor de arbeidsrechtjurist Auteur: Petra klein Gunnewiek Titel: De deelgeschilprocedure: een korte introductie voor de arbeidsrechtjurist Bron: ArbeidsRecht 2012/44 Contact: e-mail: petrakleingunnewiek@vbk.nl tel. +31 30 259 55

Nadere informatie

Memorie van antwoord ALGEMEEN. 1. Inleiding

Memorie van antwoord ALGEMEEN. 1. Inleiding Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot invoering van een procedure voor deelgeschillen ter bevordering van de buitengerechtelijke afhandeling van letsel- en overlijdensschade (Wet

Nadere informatie

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

Benoeming deskundige in merken- en reclamezaken

Benoeming deskundige in merken- en reclamezaken 3. Een andere mogelijkheid is dat in het kader van een kort geding een deskundige wordt benoemd, die aan de hand van een bureaustudie vóór de zitting de door partijen in het geding gebrachte partijmarktonderzoeken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

De deelgeschilprocedure in verdelingszaken

De deelgeschilprocedure in verdelingszaken De deelgeschilprocedure in verdelingszaken Hilde Oosterhuis Studentnr. 10361049 3 juli 2014 Masterscriptie Privaatrecht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Scriptiebegeleider mr. R.G. Hendrikse Tweede lezer:

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1 Inhoudsopgave WOORD VOORAF VAN DE REDACTIE V 1 INLEIDING 1 1.1 Drie nieuwe procedures in het schuldsaneringsrecht 1 1.2 De wettelijke schuldsaneringsregeling en de rechtersregelingen 5 1.2.1 De wettelijke

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT E.I. Bouma 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat de werkgever de kantonrechter verzoekt

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7902

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7902 ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7902 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 08-06-2011 Datum publicatie 15-06-2011 Zaaknummer 112142 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 467 Oprichting van het College voor de rechten van de mens (Wet College voor de rechten van de mens) Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN Ontvangen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091 ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 04-02-2011 Zaaknummer 119974 - HA ZA 10-474 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS 632577 ECLI:NL:TGDKG:2018:184 KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS Beslissing in de zaak onder nummer van: 632577 KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM Beslissing van 5 juni 2018 zoals bedoeld in artikel

Nadere informatie

Het examen bestaat uit gesloten en openvragen en het laatste onderdeel is een casus met meerdere openvragen.

Het examen bestaat uit gesloten en openvragen en het laatste onderdeel is een casus met meerdere openvragen. Juridische Vaardigheden niveau 4 Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 15 vragen. Het online examen bestaat uit 30 vragen. Het examen bestaat uit gesloten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 Instantie Datum uitspraak 14-04-2005 Datum publicatie 14-04-2005 Zaaknummer KG 05/243 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-295 d.d. 25 oktober 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mevrouw mr. L.T.A.

Nadere informatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie