Provinciale Staten van Limburg T.a.v. Gedeputeerde Staten Postbus MA Maastricht. Geacht College,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Provinciale Staten van Limburg T.a.v. Gedeputeerde Staten Postbus 5700 6202 MA Maastricht. Geacht College,"

Transcriptie

1 Provinciale Staten van Limburg T.a.v. Gedeputeerde Staten Postbus MA Maastricht Datum Behandeld door Doorkiesnummer Ons kenmerk Natuurgebied Onderwerp 27 juli 2010 L.J.S. Vos LV BPL Zuid Limburg Zienswijze: - Ontwerp-Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg - Tracénota/MER Aansluiting Nuth - 1 e en 2 e Aanvulling Tracénota/MER Buitenring Geacht College, De Vereniging Natuurmonumenten is eigenaar en beheerder van o.a. de Natura2000- gebieden Kathagerbroek/Geleenbeekdal en Brunssummerheide, de natuurgebieden Breukberg en delen van het Strijthagerbeekdal. Deze gebieden bezitten grote natuurwetenschappelijke, cultuurhistorische en recreatieve waarden en bepalen in hoge mate de ecologische hoofdstructuur in Parkstad Limburg. De Brunssummerheide en Breukberg maken onderdeel uit van het Heide Natuurpark, de grensoverschrijdende natuurkern binnen de robuuste ecologische verbindingszone Mook- Schinveld. Na grondige bestudering van het ontwerp Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg (PIP) en de Tracénota s MER Aansluiting Nuth en MER Buitenring 1 e en 2 e aanvulling en bijbehorende documenten en rapportages is onze zorg over significante effecten op deze nationaal en internationaal beschermde gebieden niet weggenomen. De voorgestelde Buitenring Parkstad Limburg (BPL) en de aansluiting Nuth zullen invloed uitoefenen op de genoemde Natura2000-gebieden, de ecologische hoofdstructuur (EHS), het Nationaal Landschap Zuid Limburg en de recreatieve belevingswaarde van de regio Parkstad Limburg. Omdat we in de voorfase slechts zeer beperkt inbreng hebben kunnen leveren, geven we een uitgebreide toelichting in deze zienswijze. Wij gaan in onze zienswijze achtereenvolgens in op het proces, de gehanteerde uitgangspunten en de inhoud van het inpassingsplan, de milieueffect rapportages en documenten. 1

2 Datum : 27 juli 2010 pagina 2/26 1. Proces 1.1. Verbrede doelstellingen Uit de achtereenvolgende documenten m.b.t. de BPL blijkt dat de probleemstellingen en daaraan gekoppelde doelen sinds 2000 aan wijzigingen onderhevig zijn geweest Dit impliceert dat eerdere MER studies niet op de thans voorliggende voorstellen, waarin sprake is van een verbreding van de doelen, betrekking hebben gehad Actualisering van de onderbouwingen Bij verbreding van probleem- en doelstellingen behoren daaraan gerelateerde onderzoeken. De uitkomsten van deze onderzoeken dienen op hun beurt mede de basis van verdere besluitvorming te vormen. Een aantal van deze onderzoeken zal pas komend najaar afgerond worden. De Commissie MER is van mening dat de nadere onderbouwing voor het gehele project van de Buitenring, inclusief de aansluiting Nuth, in de tweede aanvulling op het MER BPL dient plaats te vinden. Niettegenstaande dat advies, blijft het college van GS zich beroepen op de onderbouwing gebaseerd op de onderzoeksresultaten van de Tracénota/MER BPL 1 e fase uit Dat er op dat moment sprake was van een veel beperktere doelstelling (mobiliteitsvraagstuk) en nog onvoldoende inzicht in de demografische ontwikkelingen, is voor GS kennelijk geen aanleiding om onderzoeken in het kader van de verbrede doelstellingen te actualiseren. Het college is van mening dat een advies van de Commissie MER in deze fase niet meer nodig is, alleen maar vertragend werkt en geen meerwaarde heeft op de objectiviteit van haar besluitvorming. Wij verzoeken de provincie om, op basis van de meest actuele inzichten m.b.t. de demografische ontwikkelingen in Parkstad Limburg, voor de verbrede probleem- en doelstellingen oplossingsmogelijkheden te onderzoeken en de conclusies en onderbouwingen hiervan door de commissie MER te laten toetsen Verantwoordelijkheden * Een aantal onderzoeken zal pas na het verstrijken van de inspraaktermijn afgerond zijn. Hierdoor wordt ons de mogelijkheid ontnomen haar zienswijze over de onderzoeksresultaten van deze nog niet afgeronde onderzoeken formeel kenbaar te maken. Ook is Provinciale Staten hierdoor niet in de gelegenheid de mogelijkheid om op basis van alle zienswijzen, gebaseerd op àlle van belang zijnde informatie, een weloverwogen besluit te nemen. Wij verzoeken het college van GS om, voorafgaand aan de besluitvorming door Provinciale 2

3 Datum : 27 juli 2010 pagina 3/26 Staten, onze vereniging in de gelegenheid te stellen haar zienswijze over de ontbrekende documenten en rapporten formeel kenbaar te kunnen maken. * De Buitenring Parkstad Limburg en de aansluiting Nuth zijn gebaseerd op provinciaal en gemeentelijk beleid. De planvorming en uitvoering van deze projecten raken het rijksbeleid m.b.t. N2000, EHS en Nationaal Landschap rechtstreeks. Ten aanzien van deze rijksbelangen, is in het inpassingsplan en milieueffectrapportages sprake van ontbrekende onderzoeksgegevens en afwegingen en uitgangspunten, gebaseerd op onvolledige gegevens. Het voorgestelde voorkeurstracé wijkt op belangrijke punten af van het in de MER onderzochte Meest Milieuvriendelijke Alternatief (MMA). Deze keuze, van groot belang in verband met de in het geding zijnde nationale belangen, wordt in de ter inzage liggende stukken niet onderbouwd. In verband met in het geding zijnde rijksbelangen, verzoeken wij de provincie het inpassingsplan en de Tracénota s door de ministeries van LNV en VROM te laten toetsen Onze betrokkenheid tot nu toe In de aanloop naar de thans voorliggende documenten heeft onze vereniging een aantal keren ambtelijk contact met de provincie gehad. Tijdens deze contacten hebben we herhaaldelijk verzocht onze vereniging nadrukkelijk bij het proces en de planvorming te betrekken. Helaas heeft de provincie ons niet in de gelegenheid gesteld langs die weg tijdig onze inbreng m.b.t. het PIP en de Tracénota s te kunnen leveren. In onze zienswijze van 14 juli 2008 gaven wij aan dat in de Tracénota/MER Buitenring Parkstad Limburg de verkeerskundige nut en noodzaak van een 2x2 baans Buitenring niet werd aangetoond. Deze conclusie is mede gebaseerd op de resultaten van een contra-expertise die door bureau Witteveen+Bos in opdracht van onze vereniging werd uitgevoerd ( ). Op ons schriftelijk verzoek om gezamenlijk een aanvullend onderzoek uit te voeren naar de verkeerstechnische nut en noodzaak van de door de provincie beoogde 2x2 variant, werd door het college van GS afwijzend gereageerd. De hiervoor genoemde contacten tussen onze vereniging en de provincie kunnen ons inziens niet beschouwd worden als een zorgvuldig vooroverleg zoals door de Commissie Elverding bedoeld. 3

4 Datum : 27 juli 2010 pagina 4/26 2. Provinciale aanpak 2.1. Ladder van Verdaas, PVVP Het Rijk gaat in de Nota Mobiliteit uit van het terugdringen van de mobiliteit via oplossingsrichtingen gebaseerd op de zevensprong van Verdaas. Deze zevensprong is vergelijkbaar met de drie B s uit het Provinciaal Verkeers- en Vervoers Plan (PVVP). De Ladder van Verdaas en de 3 B s overlappen elkaar grotendeels. Zij hebben beide tot doel om pas dan tot het realiseren van nieuwe infrastructuur over te gaan als andere/alternatieve mogelijkheden geen effect hebben. Bij die andere mogelijkheden is het natuurlijk mogelijk dat een combinatie van mogelijkheden wel tot een oplossing voor het geschetste probleem kan leiden. Bijvoorbeeld een combinatie van mobiliteitsmanagement, beter benutten van het openbaar vervoer en het optimaliseren van de bestaande infrastructuur. Uit de ter inzage liggende documenten blijkt dat enkel is gekeken of afzonderlijke mogelijkheden een zelfde oplossend vermogen hebben. De BPL wordt als laatste sport van de Ladder van Verdaas (aanleg van een nieuwe infrastructuur) als een voldongen feit gepresenteerd. Ons inziens wordt op deze wijze de methodiek van de Ladder van Verdaas respectievelijk het provinciale beleid inzake de 3 B s uit het PVVP te kort gedaan. Om prioriteiten in de oplossingen van het mobiliteitsvraagstuk van Parkstad Limburg aan te brengen, verzoeken wij de provincie om de methodiek van Ladder van Verdaas alsmede het PVVP alsnog en in volledigheid toe te passen Nut en noodzaak Nut en noodzaak van de BPL moet ons inziens in het perspectief van de Ladder van Verdaas/PVVP worden aangetoond. In verband met verbreding van doelstellingen, kunnen de navolgende invalshoeken worden onderscheiden. Ook de Commissie MER is van mening dat de nadere onderbouwing voor het gehele project van de Buitenring, inclusief de aansluiting Nuth, in de tweede aanvulling op het MER BPL dient plaats te vinden Mobiliteit In de aanvulling op het MER wordt gesteld dat er met de meest recente cijfers is gerekend. De van u ontvangen gegevens (zie ons schriftelijk verzoek aan het college van GS van 5 november 2009) blijken niet de meest recente gegevens van dat moment te zijn. 4

5 Datum : 27 juli 2010 pagina 5/26 In de van u ontvangen gegevens ligt het toekomstige bevolkingsaantal 6% hoger dan de bevolkingsprognose van het ETIL (januari 2008). Ook in diverse van uw publicaties wordt gesteld dat er gerekend is met de laatste bevolkingsprognoses, zijnde ETIL januari 2008 ( inwoners in 2025) ); dit blijkt echter niet het geval te zijn. Het toegepaste verkeersmodel gaat namelijk uit van inwoners. De beroepsbevolking neemt in de periode met ongeveer 25% af. Wij vragen ons af waarop u de invoer in het verkeersmodel dat het aantal arbeidsplaatsen met 5% toe zal nemen, baseert? In het verkeerskundig onderzoek (deelrapport 4a) behorende bij het Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg is met een vernieuwd model gerekend. Hierin worden alleen de autonome situatie en voorkeursvariant met elkaar vergeleken. Opvallend is dat in deze berekening slechts twee knelpunten worden opgelost, die merkwaardigerwijs niet in eerdere studies genoemd zijn. Gezien de verwachtingen inzake bevolkingskrimp en mobiliteit is het sterk de vraag of de gehanteerde verkeersmodellen, waarin autonome groei van verkeer is verdisconteerd (zie onderstaande opmerking Commissie m.e.r.), wel toepasbaar zijn in een krimp regio. Dit wordt te meer bevestigd door onze analyse van de verkeersmodellen, waaruit blijkt dat de toename van de mobiliteit (lees intensiteit en kilometers) te wijten is aan het opgelegde omrijden. De Commissie MER plaatst hierbij de volgende kanttekening: Sinds het verschijnen van MER fase 1 zijn de verwachtingen aangaande bevolkingskrimp aanzienlijk naar boven bijgesteld. Hierover staat in de aanvulling dat de afname van mobiliteit minder zal zijn dan de afname van de bevolking, omdat de mobiliteit van de bevolking als geheel zal toenemen. De Commissie wijst er echter op dat deze autonome groei van het autoverkeer al in de cijfers verdisconteerd is. Het is dus aannemelijk dat de afname van het autoverkeer evenredig zal zijn met de afname van de bevolking. Het valt dan ook te verwachten, dat het aantal motorvoertuigbewegingen in de regio minder zal toenemen dan in het MER en de aanvulling wordt geschetst. De Commissie acht niet uitgesloten dat een minder ingrijpend alternatief onder deze omstandigheden een reële oplossing zou kunnen vormen. Op basis van onderzoek van het MON (Mobiliteitsonderzoek Nederland) blijkt dat de laatste jaren de trend van toename van de verplaatsingsafstanden aan het afvlakken is. Het lijkt aannemelijk dat de gemiddelde reistijd in de toekomst niet meer zal toenemen waardoor binnen Parkstad de autonome situatie vergelijkbaar wordt met de huidige situatie. 5

6 Datum : 27 juli 2010 pagina 6/26 Uit de minimale reistijdwinsten (absolute waarden van 3 tot 5 minuten) blijkt duidelijk dat er met de voorgestelde Buitenring geen sprake is van substantiële verbeteringen. Wij zijn van mening dat een 0+ variant of verbetervariant met aanpak van de huidige kruispuntknelpunten en dynamisch verkeersmanagement zal leiden tot een betere oplossing van de door u geschetste verkeerstechnische problemen. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen we naar Bijlage 1. Mobiliteit / Verkeer 6

7 Datum : 27 juli 2010 pagina 7/ Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Een MKBA (Ecorys) maakt deel uit van de ter inzage liggende documenten. Hierbij wordt niet aangegeven wat met de MKBA beoogd wordt. Als deze efficiencyberekening nut en noodzaak dient aan te tonen dan ontbreekt er volgens ons iets in de onderbouwing. Een investering kan best efficiënt zijn, maar als deze niet tegemoet komt aan de gestelde doelen en geen alternatieve investeringsmogelijkheden zijn onderzocht, behoeft de investering nog niet noodzakelijk te zijn. De alternatieven behoeven natuurlijk niet gezocht te worden in nieuwe infrastructurele voorzieningen, maar kunnen ook gezocht worden in optimalisatie van het bestaande wegennet (0+variant ). Het MKBA maakt een vergelijking met andere varianten, hierbij zijn geen berekeningen aan de andere varianten uitgevoerd, maar de conclusie is enkele gebaseerd op aannames. Een vergelijking met de huidige situatie en de autonome ontwikkeling, de enige echte vergelijking, is niet gemaakt. Noch is er gekeken naar mogelijkheden die wel aan de doelstellingen tegemoet zouden komen en misschien meer dan 180 arbeidsplaatsen opleveren. Naar aanleiding van de efficiencyberekening van Ecorys legt onze vereniging de volgende verzoeken aan u voor. * Geef een gespecificeerd overzicht naar kosten per thema en daarbij de financiële onderbouwing en dekking vanuit de diverse overheden. * Reken ook een variant door met kleine goedkope (verkeersmanagement) maatregelen, om te bezien hoe deze scoort; * Vervang de nu in rekening gebrachte recreatiereistijdbaten, die betrekking hebben op kortere reistijden voor met name trips buiten de spits, door recreatiereistijdbaten die betrekking hebben op minder recreatiefiles op piekmomenten; * Bereken met een indirect-effecten-model zoals RAEM of en in hoeverre er indirecte effecten optreden; * Bereken de reistijdbaten bij een negatieve groei van het aantal arbeidsplaatsen; * Voeg de kosten van wettelijk verplichte compensatie/mitigatiemaatregelen toe; * Reken een variant zonder de B258n en zonder aansluiting bij Nuth door; * Reken andere economische groeiscenario s door en let daarbij met name op het vrachtverkeer. Voor een uitgebreid commentaar op de efficiencyberekening van Ecorys verwijzen we naar Bijlage 2. MKBA 3. Gehanteerde uitgangspunten 7

8 Datum : 27 juli 2010 pagina 8/ Kaders Referentiekader In het PIP en alle ter inzage liggende documenten is geen vergelijking gemaakt met de huidige situatie en de mogelijke autonome ontwikkeling. De bestuurlijke voorkeursvariant wordt ons inziens ten onrechte als referentiekader gebruikt. Al de genoemde verbeteringen voortvloeiend uit de optimalisaties van het voorkeursalternatief dienen volgens ons alsnog getoetst te worden aan de huidige situatie en de daarop gebaseerde autonome ontwikkeling. Conform het advies van de commissie MER, verzoeken we GS om de autonome ontwikkeling gebaseerd op de huidige situatie als referentiekader te nemen Beoordelingskader N2000, Beschermd Natuurmonument Bij de beschrijving van het beoordelingskader wordt ten onrechte voorbij gegaan aan het feit dat het Geleenbeekdal en de Brunssummerheide niet alleen N2000 gebied zijn, maar ook Beschermde Natuurmonumenten. De bescherming van de soorten genoemd in het aanwijzingsdocumenten van deze beschermde natuurmonumenten blijft van kracht tot het moment dat het natura2000-gebied definitief is aangewezen. Bij de effectbeschrijving en -beoordeling is niet duidelijk of ook getoetst is aan de doelen van de aanwijzing tot beschermd natuurmonument. Het gaat met name om de aantasting van natuurlijke kenmerken. De Tracénota/ MER verwoordt geen verbeterdoelstellingen en herstelpotenties voor de Natura2000-gebieden maar bekijkt alleen of er achteruitgang optreedt. De effecten van de verschillende alternatieve tracés op aantasting van de verbeterpotenties blijven als gevolg daarvan geheel buiten beeld. Overigens roepen de opmerkingen over soorten die wel genoemd zijn in de aanwijzing tot beschermd natuurmonument, maar niet voorkomen in het N2000-instandhoudingsdoelstellingen vragen op. Gesteld wordt dat er slechts sprake is van indirecte bescherming. Onduidelijk wat hiermee wordt bedoeld en hoe deze bescherming er dan uitziet. Voor de passende beoordeling is in het kader van Natura2000 uitgegaan van de huidige situatie als referentie. Omdat de Brunssummerheide in 1995 in het kader van de Natuurbeschermingswet is aangewezen als beschermd natuurmonument, dient dat jaar als referentie genomen te worden. Voor de Kathagerbeemden geldt als referentiejaar Toetsingskader EHS/POG 8

9 Datum : 27 juli 2010 pagina 9/26 * EHS Voor activiteiten die ingrijpen in de waarden van de EHS geldt het Nee, tenzij beginsel. Dit betekent dat ingrijpen in de EHS waarden enkel en alleen is toegestaan indien nut en noodzaak vanuit een groot maatschappelijk belang is aangetoond en er geen alternatieven, ook niet-infrastructurele voorzieningen, aanwezig zijn. Nut en noodzaak zijn in onze ogen nog niet aangetoond en mogelijke alternatieven niet toereikend onderzocht Het toetsingskader van de EHS is ons inziens niet correct toegepast. In plaats van de mogelijke aantasting van de wezenlijke en natuurlijke kenmerken, de actuele- en potentiële waarden te beschrijven wordt direct overgegaan tot mitigerende en compenserende maatregelen. Ook hier geldt eerst de toepassing van het nee-tenzij regime. Waarbij alternatieven ook niet-infrastructurele voorzieningen kunnen zijn. * POG De Provinciale Ontwikkelzone Groen (POG) grenst vaak aan en versterkt de EHS. De POG kent een planologische bescherming. Dat wil zeggen dat ook in deze zone bepaalde ontwikkelingen niet zomaar mogelijk zijn. Ook mogelijke aantastingen van de Provinciale Ontwikkelzone Groen (POG) door de buitenring dienen voorkomen dan wel gemitigeerd of gecompenseerd te worden Status Corridor en Voorkeurstracé Het college van GS gaat er nog steeds vanuit dat de corridor voor de BPL stoelt op een Concrete Beleidsbeslissing (CBB) en dus een vaststaand feit is. De commissie MER geeft in haar advies aan GS nadrukkelijk aan dat dit niet het geval is. De door de provincie overgenomen MER-adviezen hadden als doel om te onderzoeken of er ook oplossingen buiten de corridor mogelijk zijn en nog meegenomen moeten worden. Bij het bepalen van de uiteindelijke oplossing mag de corridor dus niet als een beperking gezien worden voor het onderzoeken van bijvoorbeeld een alternatief, gebaseerd op het bestaande wegennet (zgn. 0+variant). Wij verzoeken GS ook alternatieve varianten en mogelijkheden die buiten de corridor vallen te onderzoeken. Ook stelt deze commissie heel duidelijk dat het college van GS eerst de nut en noodzaak dienen te onderbouwen om daarna te bezien of het beoogde voorkeursalternatief hierbij nog passend is. GS heeft ook dit advies van de commissie MER overgenomen. 9

10 Datum : 27 juli 2010 pagina 10/26 Het college geeft hier invulling aan door uitsluitend haar voorkeursvariant te onderbouwen en op basis daarvan te concluderen dat andere varianten niet beantwoorden aan deze onderbouwing (zie ook onze kanttekeningen bij de MKBA). Het College van GS heeft ervoor gekozen om het bevoegde gezag (PS) geen besluit te laten nemen over haar voorkeursvariant. Daardoor bezit de bestuurlijke voorkeursvariant geen formele status als tracé of als gekozen variant (Concrete Beleids Beslissing / CBB). De bestuurlijke voorkeursvariant wordt ons inziens dan ook ten onrechte als referentiekader gebruikt. Al de genoemde verbeteringen voortvloeiend uit de optimalisaties van het voorkeursalternatief dienen volgens ons alsnog getoetst te worden aan de referentiesituatie dan wel aan de autonome ontwikkeling. Het is voor ons niet duidelijk waarop mogelijke verbeteringen of verslechteringen zijn gebaseerd. Ons inziens kan er geen inhoudelijk oordeel over de mate van de verbetering gegeven worden als er geen waarden benoemd zijn waarop de beoordeling verbetering of verslechtering gebaseerd kan worden. In het MKBA is wel een vergelijk gemaakt met niet nader onderzochte varianten. Een vergelijk enkele gebaseerd op aannames. Wij verzoeken GS aan te geven op basis van welke waarden/referentiekader de beschreven effecten zijn bepaald. Wij vragen ons af of de voorkeursvariant de enige oplossing is die aan de doelstellingen tegemoet komt, of dat met niet door u onderzochte oplossingen zoals het stimuleren van het openbaar vervoer, betere aansluitingen op internationale treinverbindingen en aanpassingen aan het bestaand wegennet niet evenzeer een vergelijkbaar doelresultaat kan worden bereikt? Wij verzoeken GS om de eerste en tweede aanvulling MER Buitenring en de Tracénota/MER aansluiting Nuth alsnog door de commissie MER te laten toetsen Veronderstelde aanleg B258n In alle berekeningen wordt de aanleg van de B258n meegenomen als een reeds vaststaand gegeven. Recente berichten uit Duitsland geven aan dat het hoogst onzeker is of de B258n überhaupt wordt aangelegd. Dit wordt ook nog eens gemeld in de brief van het ministerie van VROM inspectie zuid (deze brief maakt deel uit van de ter inzage liggende documenten). Wij verzoeken GS ook een BPL-variant zónder de B258n door te rekenen. De B258n is immers nog geen vaststaand beleid en gezien de standpunten in Duitsland, met name van het gemeentebestuur van Aken, ons inziens ook niet te verwachten. 10

11 Datum : 27 juli 2010 pagina 11/ Ontkoppeling aansluiting Nuth De aansluiting Nuth is weliswaar al geruime tijd een knelpunt maar wordt nu aangepakt met een buitenproportionele oplossing. De beoogde turbo rotonde met aan- en afvoerwegen vormt een grote bedreiging voor de EHS, het N2000 gebied Geleenbeekdal/Kathagerbroek en de ecologische verbindingszone tussen Nuth en Spaubeek richting Schinnen. Deze locatie is de enige nog resterende open ruimte en kansrijke zone voor uitwisseling van (N2000) soorten die vanuit het Zuid-Limburgse Heuvelland en België naar het noorden v.v. migreren (mede in relatie tot klimaatveranderingen). GS stelt dat de Buitenring niet zonder de beoogde aansluiting Nuth kan functioneren. Een nieuwe aansluiting Nuth kan volgens ons wel degelijk zonder de beoogde 2x2 baans Buitenring functioneren. Indien de Buitenring geen doorgang vindt, blokkeert u, door de dossiers van de BPL en de aansluiting Nuth aan elkaar te koppelen, een door alle partijen gewenste oplossing voor een adequate aansluiting van het wegenstelsel in Nuth op de A76. Wij stellen voor om beide dossiers (Buitenring en Aansluiting Nuth) te ontkoppelen. De aansluiting Nuth zodanig te construeren dat recht gedaan wordt aan de hiervoor geschikte ecologische verbindingen Gekozen methodiek Door het integraal overnemen van de adviezen van de commissie MER, verklaarde de provincie zich bereid rekening te houden met de mogelijke gevolgen van toekomstige plannen en voornemens. Dat is ons inziens evenwel onvoldoende gebeurd. In een vrij recente uitspraak van de Raad van State wordt eveneens bepaald dat het noodzakelijk is om vooraf een mogelijke verhoging van de geluidsbelasting te toetsen of deze aanvaardbaar is (RvS /1/R1). Wij verzoeken GS om effecten gerelateerd aan plannen en voornemens m.b.t. de integrale gebiedsontwikkeling Parkstad alsnog in de afweging en planvorming op te nemen Significante effecten Voor de Natura 2000 gebieden Kathagen en Brunssummerheide dient middels een passende beoordeling te worden aangetoond dat er geen significant negatieve effecten optreden door de aanleg van de BPL. In een aantal van de ter inzage liggende plannen en rapporten wordt aangegeven dat nog aanvullend onderzoek moet plaatsvinden, dat bepaalde onderzoeken pas afgerond zullen zijn 11

12 Datum : 27 juli 2010 pagina 12/26 vlak voor de besluitvorming in Provinciale Staten, dat verwacht wordt dat er geen sprake is van substantiële veranderingen en geen sprake zal zijn van significante effecten. Zoals uit de ter inzage liggende stukken blijkt, is het natuuronderzoek nog niet volledig. Een aantal onderzoeken zullen pas in september 2010 afgerond worden. Ten aanzien van de luchtkwaliteit ontbreekt het cruciale onderzoek om uit te sluiten dat er geen significante gevolgen in de Natura 2000 gebieden te verwachten zijn. Conform het advies van de commissie MER, overgenomen door het college van GS, dient u in dat geval een ADC-toets uit te voeren. Deze toets maakt geen deel uit van de ter inzage liggende stukken. De nagezonden notitie van E.J. Weeda (Alterra Wageningen UR) laat zien dat er significante effecten in de habitatgebieden en aantasting van de wezenlijke en natuurlijke kenmerken van de EHS- gebieden te verwachten zijn. Wij beschouwen de notitie van Alterra als een integraal onderdeel van de thans ter inzage liggende plannen documenten. Voor de inhoud van dit rapport verwijzen we naar Bijlage Construct and build Uit de ter inzage liggende documenten komt naar voren dat de provincie opteert voor een construct and build aanpak. Dit stelt bijzondere eisen aan het opdrachtgeverschap. Onze vereniging gaat er bij de mogelijke realisatie van een buitenring van uit dat bij de opdrachtverlening waarborgen worden ingebouwd om de in het geding zijnde waarden en belangen natuur en landschap(sbeleving) voldoende te borgen. 4. Inhoudelijk deel 4.1 Buitenring algemeen In een aantal van de ter inzage liggende plannen en rapporten wordt aangegeven dat nog aanvullend onderzoek moet plaatsvinden, dat bepaalde onderzoeken pas afgerond zullen zijn voor de besluitvorming in Provinciale Staten Wij verzoeken GS om, voorafgaand aan de besluitvorming door Provinciale Staten, onze vereniging in de gelegenheid te stellen haar zienswijze over de ontbrekende documenten en rapporten formeel kenbaar te kunnen maken. Het onderzoeksgebied is ons inziens zo klein mogelijk genomen en de lijst met te beoordelen natuurwaarden wordt per hoofdstuk korter. 12

13 Datum : 27 juli 2010 pagina 13/26 Door het integraal overnemen van de adviezen van de commissie MER, verklaarde de provincie zich bereid rekening te houden met de mogelijke gevolgen van toekomstige plannen en voornemens. Dat is ons inziens niet gebeurd. Wij verzoeken GS om effecten gerelateerd aan plannen en voornemens m.b.t. de integrale gebiedsontwikkeling Parkstad alsnog in de afweging en planvorming op te nemen. Voor de passende beoordeling is uitgegaan van de huidige situatie als referentie. Omdat de Brunssummerheide in 1995 in het kader van de Natuurbeschermingswet is aangewezen als beschermd natuurmonument, dient dat jaar als referentie genomen te worden. Voor de Kathagerbeemden geldt als referentiejaar De Tracénota/ MER verwoordt geen verbeterdoelstellingen en herstelpotenties voor de Natura2000-gebieden maar bekijkt alleen of er achteruitgang optreedt. De effecten van de verschillende alternatieve tracés op aantasting van de verbeterpotenties blijven als gevolg daarvan geheel buiten beeld Natuur, Landschap, cultuurhistorie De BPL leidt tot aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden en de samenhang van de EHS, van de Natura2000 gebieden en van het Nationaal Landschap Zuid Limburg. Tevens worden de intrinsieke waarden en entiteit van de landgoederen behorende bij de kastelen Amstenrade en Reijmersbeek door de BPL aangetast Compensatie/Mitigatie Conform de Nota Ruimte moet compensatie leiden tot een kwalitatieve en kwalitatieve versterking van de EHS. Met betrekking tot compensatie/mitigatie hanteert de provincie haar eigen beleidsregel. Het compensatieplan past deze beleidsregel uitsluitend en strikt naar de letter toe. Er wordt niet geprobeerd win-win situaties te creëren. De mitigerende maatregelen zijn veelal kleinschalig en beperkt, er wordt nauwelijks duurzaam en robuust in groen en natuur geïnvesteerd. Er is in onze ogen voornamelijk ingezet op percelen die makkelijk voor natuurcompensatie aangekocht konden worden. Natuurmonumenten pleit er voor om de mitigerende en compenserende maatregelen niet in vele kleine onderdelen, maar juist in brede, robuuste en duurzame maatregelen vorm te geven. Dus geen kleine, nieuwe, geïsoleerde natuursnippers, maar grote aaneengesloten oppervlakten natuur aansluitend aan bestaande natuurgebieden. Als de compensatie voor natuurdoeltypen niet volledig wordt gehaald, is dat in strijd met het uitgangspunt van geen netto verlies aan wezenlijke kenmerken en waarden van het betreffende gebied. 13

14 Datum : 27 juli 2010 pagina 14/26 Dit kan niet zomaar worden ingevuld door de realisering van andere natuurdoeltypen. Beargumenteerd moet worden dat die andere natuurdoeltypen daadwerkelijk kunnen dienen als compensatie. Bij het bepalen van compenserende en mitigerende maatregelen is volgens ons geen rekening gehouden met mogelijke plannen en voornemens beschreven in de integrale gebiedsontwikkeling van Parkstad Limburg. De vele ingrepen in de Natura 2000 gebieden en de EHS dienen in hun onderlinge samenhang getoetst te worden of tegemoet gekomen wordt aan de doelstellingen van de EHS en Natura Zoals uit de ter inzage liggende documenten blijkt is het natuuronderzoek nog niet afgerond. Omdat een aantal onderzoeken nog niet afgerond zijn, is het voor onze vereniging moeilijk een afgerond standpunt in te nemen over aard en omvang van de benodigde mitigerende en compenserende maatregelen. Betreffende de compensatie is alleen gekeken naar de mogelijkheid tot kwantitatieve compensatie (ruimtelijke ingreep), en heeft er zover uit de documenten blijkt nog geen kwalitatief compensatieonderzoek plaats gevonden. Een doorsnijding van de EHS wordt gezien als een nieuwe barrière die de wezenlijke en natuurlijke kenmerken van het gebied aantasten. De nee-tenzij toets is hier dan ook van toepassing. Gesteld wordt dat ecoducten en ecologische verbindingen aan de minimale eisen voldoen. Dit is volgens ons in strijd met het uitgangspunt van het verbeteren en uitbreiden zoals beschreven in de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000gebieden en de EHS. Wij vragen ons af of de compensatiegronden geschikt zijn om, zoals u zelf aangeeft en zoals uit de brief van de VROM inspectie blijkt, de zeer unieke situaties en habitats te compenseren. Opgemerkt wordt dat de taakstelling beperkter is uitgevallen omdat meer wordt geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering van bestaande gebieden dan in compensatie met nieuwe natuur. Daarnaast wordt geconcludeerd dat de compensatie met nieuwe natuur voor sommige natuurdoeltypen niet volledig wordt gehaald. Dit negatieve saldo zou worden gecompenseerd met andere natuurdoeltypen. Compensatie door verbetering van de kwaliteit van bestaande natuur is ons inziens slechts mogelijk als er geen sprake is van uitvoering van bestaand beleid. Ten onrechte wordt daar 14

15 Datum : 27 juli 2010 pagina 15/26 niet op ingegaan. Als het bestaande beleid toch al tot doel had de kwaliteit van de bestaande natuur te verbeteren, is deze vorm van compensatie niet toegestaan. Uitgangspunt bij compensatie behoort te zijn: géén netto verlies aan wezenlijke kenmerken en waarden van het betreffende gebied in termen van areaal, kwaliteit en samenhang. Als de compensatie voor natuurdoeltypen niet volledig wordt gehaald, is dat in strijd met het uitgangspunt van geen netto verlies aan wezenlijke kenmerken en waarden van het betreffende gebied. Dit kan niet zomaar worden ingevuld door de realisering van andere natuurdoeltypen. Beargumenteerd moet worden dat die andere natuurdoeltypen daadwerkelijk kunnen dienen als compensatie. Bij het bepalen van compenserende en mitigerende maatregelen is volgens ons geen rekening gehouden met mogelijke plannen en voornemens beschreven in de integrale gebiedsontwikkeling van Parkstad Limburg. Deze dienen, conform het advies van de commissie MER, integraal overgenomen door het college van GS, meegenomen te worden. De vele ingrepen in de Natura 2000 gebieden en de EHS dienen dan ook in hun onderlinge samenhang getoetst te worden of tegemoet gekomen wordt aan de doelstellingen van de EHS en Natura Zoals uit de ter inzage liggende documenten blijkt is het natuuronderzoek nog niet afgerond. Omdat een aantal onderzoeken nog niet afgerond zijn, is het voor onze vereniging moeilijk een standpunt in te nemen over aard en omvang van de benodigde mitigerende en compenserende maatregelen. Het significante effect dient ons inziens bepaald te worden ten opzichte van de referentiesituatie (huidige met mogelijk autonome ontwikkeling), echter zónder rekening te houden met mitigerende en compenserende maatregelen die kunnen worden toegepast of reeds als bestaand beleid zijn opgenomen (bijvoorbeeld een ecoduct noodzakelijk in het kader van de Robuuste verbinding Schinveld-Mook of voorzieningen die als voornemen/ aanbeveling in het conceptbeheersplan van het Natura2000 gebied Brunssummerheide zijn opgenomen). De effecten van Geluid en Luchtkwaliteit en verlichting tijdens de aanlegfase zijn ten onrechte niet meegenomen. Dit is geen zaak van de aannemer zoals u stelt doch ook een zaak van de initiatiefnemer. Als provincie kunt u eisen stellen aan licht, luchtkwaliteit en geluid gedurende de werkzaamheden. Deze eisen dienen ook meegenomen te worden in de bepaling van de effecten op de natuur. Het niet stellen van eisen betekent dat u rekening dient te houden met de maximaal mogelijke vervuiling op basis van het te gebruiken materieel. De opmerking dat de fijnstofdepositie geen significante effecten tot gevolg zal hebben, wordt niet onderbouwd. 15

16 Datum : 27 juli 2010 pagina 16/26 Compensatie in EHS beheersgebieden is strijdig met de beleidskader respectievelijk spelregels van de EHS. Betreffende de compensatie is alleen gekeken naar de mogelijkheid tot kwantitatieve compensatie (ruimtelijke ingreep), en heeft er zover uit de documenten blijkt nog geen kwalitatief compensatieonderzoek plaats gevonden. In de rapporten m.b.t. het natuuronderzoek stelt u: Het is niet mogelijk om verdere doorsnijding van het ecologische netwerk te voorkomen. De route en vormgeving van deze weg ligt in grote lijnen vast en staat daarmee niet ter discussie. Extra doorsnijding van natuurgebieden is dan ook onontkoombaar. Op basis van welk geldig tracé besluit ligt de route en vormgeving vast en staat deze niet meer ter discussie. Het enige en enkele besluit in deze is het voorliggende PIP, door hier op voorhand al uit te gaan van een belemmering kunt u nooit tegemoet komen aan een adequate weloverwogen oplossing. Een doorsnijding van de EHS wordt gezien als een nieuwe barrière die de wezenlijke en natuurlijke kenmerken van het gebied aantasten. De nee-tenzij toets is hier dan ook van toepassing. Wij beschouwen het planten van snelgroeiende bomen, zodat over enkele decennia vervangende nestholtes aanwezig zijn niet als een adequate maatregel, die zeker niet voorafgaand aan de ingreep gerealiseerd zal zijn. Gesteld wordt dat ecoducten en ecologische verbindingen aan de minimale eisen voldoen. Dit is volgens ons in strijd met het uitgangspunt van het verbeteren en uitbreiden zoals beschreven in de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000gebieden en de EHS. Betreffende dassentunnels is in het kader van de A73 voldoende onderzoek uitgevoerd dat aantoont dat ronde tunnels van 40 cm doorsnede absoluut onvoldoende zijn. Dit feit is erin gelegen dat de das als gidssoort wordt beschouwd, maar tevens predator is van kleinere soorten die niet samen met hem een tunnel delen. Voor het ecoduct in de Brunssummerheide wordt ons inziens een merkwaardige onderbouwing voor de gewenste breedte gegeven. Arcadis adviseert dertig meter en uiteindelijk kiest u voor 15 meter. Volgens ons is 30 meter eerder te zien als een minimale maat zeker gezien de potentiële kwaliteiten die dit gebied herbergt. In de bepaling van de effecten in de passende beoordeling Natura 2000 Brunssummerheide gaat u ervan uit dat de N299 tijdens de werkzaamheden wordt afgesloten, terwijl gelijktijdig gemeld wordt dat tijdens de bouwfase de weg gewoon in gebruik blijft. Wij concluderen dat de effecten tijdens de bouwfase nog niet zijn vastgesteld. 16

17 Datum : 27 juli 2010 pagina 17/26 Wij vragen ons af of de compensatiegronden geschikt zijn om, zoals u zelf aangeeft en zoals uit de brief van de VROM inspectie blijkt, de zeer unieke situaties en habitats te compenseren. De mitigerende maatregelen zijn veelal kleinschalig en beperkt, er wordt nauwelijks duurzaam en robuust in groen en natuur geïnvesteerd. Er is geen beoordeling op een groter regionaal niveau. Conform de taakstelling dient circa 20 ha Berken-zomereikenbos gecompenseerd te worden. Op de kaart van bijlage 7 zijn de beoogde locaties ingetekend. Het totaal van circa 20 ha is over circa 20 afzonderlijke locaties verdeeld waarvan circa de helft erg klein is en vaak binnen agrarisch gebied ligt. Slechts enkele percelen zijn als aanvulling op bestaand bos gesitueerd. De beoogde 20 afzonderlijke locaties voor compensatie voor dit bostype zullen ons inziens nooit die kwaliteit opleveren die bij de aanleg van BPL verloren gaat. De gebiedjes zijn daarvoor te klein waardoor de nieuwe bosjes voornamelijk uit randzone bestaan, een zone die onder druk staat door bijvoorbeeld verstoringsinvloeden of vermestingsinvloeden van buitenaf. Soorten die bij dit bostype horen zullen hier geen volwaardig leefgebied van voldoende oppervlak vinden. Met andere woorden de voorgestelde compensatie behaalt niet de juiste kwaliteitseisen waaraan de compensatie zou moeten voldoen. De schade aan dit bostype wordt daardoor niet of onvoldoende gecompenseerd. In tabel 7.13 is aangegeven dat voor het type eiken-haagbeukenbos/berkenzomereikenbos een compensatie van bijna 9 ha noodzakelijk is. Deze compensatie wordt gelokaliseerd net ten noorden van Brunssum en ten zuiden van BPL. Door de geïsoleerde ligging wordt dit bosperceel een eiland binnen bebouwd gebied en zal het nooit die kwaliteit ontwikkelen die door de aanleg van de BPL verloren gaat. Soorten die bij dit bostype horen zullen hier geen volwaardig leefgebied van voldoende oppervlak vinden. Met andere woorden de voorgestelde compensatie behaalt niet de juiste kwaliteitseisen waaraan de compensatie zou moeten voldoen. De schade aan dit bostype is daardoor niet of onvoldoende gecompenseerd. Een ander voorbeeld betreft een heideveldje langs de Buitenring ter hoogte van de Brunssummerheide. Volgens u kan dit als een stapsteen functioneren. Of de beoogde stap naar het op afstand gelegen geplande Ecoduct voor een aantal soorten wel te maken is, wordt niet onderbouwd. De EHS in en rondom het Bronnenbosje is een belangrijk infiltratiegebied en is, zoals ook het waterschap Roer en Overmaas stelt, niet te compenseren. Uit geen enkele onderzoek blijkt dat hier voldoende rekening is gehouden. De Buitenring loopt hier namelijk dwars doorheen. 17

18 Datum : 27 juli 2010 pagina 18/ Milieu Luchtkwaliteit De concentraties fijnstof zouden in de ter inzage liggende rapporten uitgewerkt zijn voor zowel de autonome situatie als voor de planstudie. De gegevens van de autonome situatie staan echter in geen enkel ter inzage liggend document. Het bevreemd ons dat deze gegevens, conform het advies van de commissie MER, dat integraal door het college van GS is overgenomen, niet inzichtelijk zijn gemaakt. Daarom kan niet vastgesteld worden of er sprake is van een verbetering, een substantiële verbetering of een nagenoeg gelijk blijven (status quo). Het onderzoeksgebeid is beperkt tot 400m vanaf de Buitenring. Hierdoor is niet vast te stellen of er in bepaalde delen sprake is van verslechtering of verbetering, zoals de provincie stelt. Deze veronderstelde verbetering wordt niet onderbouwd. Daarnaast wordt aangegeven dat er nog actualisatie s zijn doorgevoerd die nog niet zijn berekend. Significante gevolgen voor de Natura2000 zijn niet met zekerheid uit te sluiten omdat er nog aanvullende berekeningen moeten plaatsvinden. De verwachting dat nieuwe bronmaatregelen een bijdrage leveren is onvoldoende garantie om aan te nemen dat er geen significante effecten te verwachten zijn binnen de Natura 2000 gebieden. Wij verzoeken u de luchtkwaliteitgegevens mét en zónder Buitenring alsnog inzichtelijk te maken Licht Ten aanzien van verlichting van wegen wordt aangenomen dat er geen substantiële uitbreiding zal plaatsvinden. Echter, gezien het uitgebreide aantal op- en afritten verwachten wij dat juist wel. In de regel wordt een snelweg niet verlicht maar gezien het grote aantal op en afritten zal volgens ons sprake zijn van een overloop van de verlichting van de ene naar de volgende afrit. Een toename van verlichting zal zeker in en in de omgeving van natuurgebieden (N2000, EHS) invloed uitoefenen op o.a. de avi- en (entomo)fauna Water Het Geohydrologisch onderzoek heeft geen relevante informatie voor de hydrologische samenhang tussen de kwetsbare grondwaterafhankelijke natuurwaarden en het traject van de BPL opgeleverd. De gestelde afwezigheid van enig negatief hydrologisch effect van de BPL op de natuur wordt niet onderbouwd. Aan de verspreiding van in het afspoelend wegwater opgeloste stoffen wordt geen aandacht besteed, terwijl deze stoffen zich via grondwaterstroming verplaatsen. De veronderstelde zuiveringsprocessen in wegtalud en wegbermsloot worden niet onderbouwd. 18

19 Datum : 27 juli 2010 pagina 19/26 Er zijn genoeg vergelijkbare wegen in Nederland die nu de verkeersintensiteit hebben die de BPL straks krijgt een waar door middel van metingen zou kunnen worden aangetoond in hoeverre verspreiding van verontreiniging plaatsvindt. Dit geldt ook daar waar het verwaaiing/verneveling van neerslag op het wegdek betreft. Op basis van de huidige rapportage kan niet worden uitgesloten dat de grondwaterafhankelijke, kwetsbare natuurwaarden in het Kathagerbroek en de Breukberg significante schade zullen lijden. Aansluiting Nuth in relatie tot het Kathagerbroek. Van het Kathagerbroek is in (geo)hydrologisch opzicht weinig met zekerheid bekend. Van het gebied zelf is bekend dat er bronnen voorkomen en op de oostflank van het Geleenbeekdal lokaal veen voorkomt. Beide verschijnselen zijn een indicatie voor permanente kwel en duiden op een regionaal grondwatersysteem van waaruit deze kwel afkomstig is. Het geohydrologisch onderzoek geeft geen informatie over de grootte van de kwel en samenhang tussen de kwel/ bronzones in het Kathagerbroek en zijn omgeving. Vanwege de kwetsbare natuurwaarden en de te verwachte verontreiniging van het van het wegdek afstromend neerslagwater wordt langs traject D, volgens het deelrapport 6b, gekozen voor direct afvoer naar de Geleenbeek. Gesteld wordt (blz 68, deelrapport 6a) dat de afname van het intrekgebied voor de kwelzone in het Kathagerbroek nihil is ten opzichte van de huidige omvang. Dit wordt echter nergens onderbouwd of aangetoond. Het ruimtebeslag van traject D met de nieuwe op- en afritten is aanzienlijk en daarmee samenhangend de vermindering van de hoeveelheid infiltrerend regenwater. Overigens is in de tekst ook sprake van lozing van het overtollige wegwater op bermsloten en vervolgens infiltratie naar het grondwater. Niet al het wegwater wordt dus afgevoerd naar de Geleenbeek. Gelet op de korte afstand tussen de kwelzone in het Kathagerbroek en traject D zal dit water in het Kathagerbroek opkwellen en kan aantasting van de natuurwaarden niet worden uitgesloten. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen we naar bijlage 4. Water Traject Breukberg Voor de Breukberg geldt evenals voor het Kathagerbroek dat er, in detail, weinig concreets bekend is over de hydrologie van dit gebied. In het gebied komt een voedselarm hellingveen voor, een indicatie is voor aanvoer van voedselarme kwel afkomstig uit een lokaal ondiep grondwatersysteem. Dit in tegenstelling tot het Kathagerbroek. De omvang en vorm van het intrekgebied van de kwelzone op de oostflank van de Breukberg is onbekend en ook het geohydrologisch onderzoek geeft hierover geen uitsluitsel. 19

20 Datum : 27 juli 2010 pagina 20/26 In de tekst (blz 78,79, deelrapport 6a) is er overigens afwisselend sprake van een lokaal en een regionaal grondwatersysteem. Een eerdere correctie is blijkbaar niet consequent doorgevoerd. Voor het traject bovenlangs de Breukberg wordt ervoor gekozen het, van het wegdek, afstromend regenwater, via talud en bermsloot te laten infiltreren. Ten aanzien van de verwachte verontreinigingen wordt gesteld dat deze zich hechten aan de humeuze en lutumrijke delen van talud en sloot en zich niet verder naar het grondwater zullen verplaatsen. Deze stelling wordt echter eveneens niet onderbouwd. Afgezien van het feit dat het hier vooral om slecht oplosbare stoffen, dan wel deeltjes gaat, wordt in de rapportage met geen woord gerept over de opgeloste stoffen (zouten) in het afstromend neerslagoverschot. Die zullen zich wel bij het grondwater voegen en uiteindelijk in kwelzones aan de oppervlakte komen. Traject Brunssummerheide Het traject Brunssummerheide ligt ten oosten van de Feldbiss-breuk waardoor directe beïnvloeding van het grondwater op de Brunssummerheide en het bronwater van de Rode Beek is uitgesloten. Het traject ligt wel binnen het grondwaterlichaam van de Brandenberg ten oosten van de Brunssummerheide. Ook hier wordt gekozen voor infiltratie van de afstromende neerslag via bermsloten en de veronderstelde zuivering die daarin optreedt. Er wordt geen aandacht besteed aan de verspreiding van de, van het wegdek afkomstige, opgeloste stoffen naar het grondwater. De veronderstelde zuivering van niet-opgeloste stoffen wordt niet onderbouwd aan de hand van bv metingen bij vergelijkbare bestaande wegtrajecten. Een ander punt van zorg is de verneveling / en de verwaaiing van neerslag die voor verspreiding van verontreiniging buiten het bereik van het wegtalud en de bermsloten leidt. Er wordt gesteld dat dit door toepassen van een dunne (?) deklaag type B wordt beperkt. Echter er wordt niet aangetoond dat de beperking zodanig is dat hiermee risico s van de verspreiding van verontreinigingen naar het naastgelegen natuurgebied van de Brunssummerheide is uitgesloten. Het effect van de optimalisatie Vaesrade ten opzichte van het Voorkeursalternatief (VKA) is volgens het rapport positief wat betreft bodem en water. Tevens zijn van twee varianten ( een maaiveldsliggingsvariant en verdiepte liggingsvariant) de effecten bepaald. Er is echter alleen gekeken naar het effect van ruimtebeslag op erosiegevoelige gebieden en hoog biotoopontwikkelingspotentiaal. Er is niet gekeken naar de insnijding die de weg in het maaiveld maakt en de hydrologische effecten daarvan op het Kathagerbroek. Met het Kathagerbroek op zo n korte afstand dient een onderzoek naar de effecten op het hydrologische systeem uitgevoerd te worden om aan te tonen dat er geen (significant) negatieve effecten zijn op de hydrologie van dit Natura2000 gebied. Daarnaast is bij de effect beschrijving geen onderscheid gemaakt in de twee genoemde varianten op blz

21 Datum : 27 juli 2010 pagina 21/26 Wij vragen ons af of uw uitgangspunt sober en doelmatig bij de diverse beekpassages, die toch als zeer belangrijke ecologische verbindingen gezien kunnen worden, wel voldoen aan provinciaal beleid inzake duurzaamheid en verbetering en uitbreiding van de kwaliteit van de natuur. Of de voorgestelde faunapassages tegemoet komen aan de kwalificatie SEF beken is volgens ons onvoldoende gegarandeerd. In met name de onderdoorgangen van de Merkelbekerbeek en Roode Beek zien wij een duidelijke verslechtering ten opzichte van de huidige structuur en vragen ons af of deze nieuwe structuur in overeenstemming is met de Kader Richtlijn Water en de kwalificatie die nodig is bij de SEF beken. Een positieve beoordeling, specifiek in deze twee genoemde beken, door het bevoegde Waterschap Roer en Overmaas hebben wij in de ter inzage liggende stukken niet kunnen vinden Nitraat In de eerste aanvulling op het MER Buitenring is geconcludeerd dat in de huidige situatie de kritische stikstofdepositie ruim wordt overschreden en dat in de referentiesituatie de stikstofdepositie nog steeds boven de kritieke grens zit, maar wel afneemt ten opzicht van het huidige niveau. In deelrapport 2 van de tweede aanvulling MER wordt gesteld dat de rechter tot nu niet heeft uitgesloten dat een redenering mogelijk is dat ondanks een toename van de depositie toch geen sprake is van significante effecten gevolgen/ aantasting van natuurlijke kenmerken. Ook wordt zowel voor Brunssummerheide als voor de Kathagerbeemden betoogd dat we eigenlijk met de verhoging van de N-depositie geen rekening kunnen houden. Strekking van dat betoog is dat we de cijfers niet absoluut mogen nemen en dus er niets mee kunnen. Deze bewering is voor ons onbegrijpelijk en klinkt ook niet geloofwaardig. Dergelijke opmerkingen lijken in onze ogen bedoeld om de ernst van een verhoging van de stikstofdepositie te relativeren. Het is echter andersom; er zijn tal van uitspraken waarin de rechter stelt dat in overbelaste situaties, elke uitbreiding van stikstofdepositie, hoe gering ook, kan leiden tot significante effecten. Te hoge N-depositief heeft nadelige gevolgen. Dat uit zich in verlies van soorten en in een kostbaarder beheer om de hogere gewas -productie (een van de gevolgen van hoger N- depositie) te compenseren. Het ligt in de rede om aan te geven in welke mate de buitenring de stikstofdepositie verhoogt. Als dat een serieus te nemen hoeveelheid is dient de Buitenring dat te compenseren. Overigens wordt geconstateerd dat het onderzoek naar de stikstofdepositie nog niet is afgerond. Het is ons inziens dan ook noodzakelijk eerst dit onderzoek af te ronden, alvorens het proces tot vaststelling van het inpassingsplan wordt voortgezet. Immers het is niet uitgesloten dat er wel degelijk een toename van de stikstofdepositie zal optreden met een kans tot een significant effect tot gevolg. 21

22 Datum : 27 juli 2010 pagina 22/26 De stelling dat in de situatie met PBL sprake is van een lagere depositie dan in de huidige situatie mag niet automatisch leiden tot de conclusie dat er geen sprake is van significante effecten. Aangezien sprake is van een project in de zin van de Habitatrichtlijn, zijn GS gehouden een beoordeling te maken van de verenigbaarheid van de extra depositie ten gevolge van de aanleg van de PBL met de instandhoudingsdoelstellingen van de betrokken natuurwaarden. Gezien de grote overschrijding van de grenswaarden is een depositietoename zonder een gelijktijdig geldend, op robuuste reductie gericht beleid niet toelaatbaar. Een dergelijk beleid ontbreekt op dit moment echter. Er wordt daarmee ten onrechte in feite een voorschot worden genomen op mogelijke verwachte maar niet zeker gestelde afname van de stikstofdepositie. Ook uit de jurisprudentie kan worden afgeleid dat dit niet is toegestaan. De huidige Natuurbeschermingswet biedt de mogelijkheid om via een zogenaamde programmatische aanpak stikstof wel een soort saldobenadering te volgen. Deze PAS is echter nog niet vastgesteld. Zowel niet op landelijk als op regionaal niveau. In het betreffende N2000 beheerplan worden de uitkomsten van het PAS opgenomen. Dan moet ook duidelijk zijn welk tempo van stikstofverlaging in het Beheerplan wordt voorgestaan. Pas als de extra depositie t.g.v. de PBL past binnen de geplande stikstofdepositiecurve zou eventueel de conclusie kunnen worden getrokken dat er geen sprake is van significante effecten. De Commissie MER heeft aangegeven dat niet met zekerheid kan worden uitgesloten dat de aanleg van de Buitenring significante gevolgen heeft voor de in de Passende Beoordeling betrokken Natura2000 gebieden. Dit in verband met de stikstofdepositie die het gevolg is van de aanleg van de Buitenring in relatie tot habitats waarvoor de kritische depositiewaarde wordt overschreden. De Commissie heeft daarom aangegeven dat ofwel door toegespitst onderzoek moet worden aangetoond dat significante gevolgen met zekerheid kunnen worden uitgesloten, ofwel dat de ADC-toets moet worden doorlopen Om tot een adequate beoordeling van de depositie te komen wordt nog onderzoek uitgevoerd met de meest recente kennis, nieuwe rekenmodellen, modelversies en onderzoeksmethoden. Dit onderzoek is op dit moment nog niet afgerond. Zolang niet bekend is hoe snel en hoe groot de afname van de depositie is, kan niet met zekerheid gesteld worden dat er geen significante effecten op de Natura2000 doelstellingen zijn. Dat betekent dat indien niet met zekerheid gezegd kan worden dat er geen significante effecten zijn, geheel conform het advies van de commissie MER, overgenomen door het college van GS, een ADC-toets uitgevoerd moet worden(alternatieven, Dwingende Reden van Groot Openbaar Belang, Compensatie). Wij verzoeken GS om de ADC-toets alsnog uit te voeren. 22

Zienswijze. MER aansluiting Nuth. 1 e aanvulling MER Buitenring. 2 e aanvulling MER Buitenring. Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad

Zienswijze. MER aansluiting Nuth. 1 e aanvulling MER Buitenring. 2 e aanvulling MER Buitenring. Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad Zienswijze MER aansluiting Nuth 1 e aanvulling MER Buitenring 2 e aanvulling MER Buitenring Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad Stichting Milieufederatie Limburg Nummer 272.112 27 juli 2010

Nadere informatie

Geacht College, Gemeente Roermond College B&W Postbus AX Roermond

Geacht College, Gemeente Roermond College B&W Postbus AX Roermond Gemeente Roermond College B&W Postbus 900 6040 AX Roermond Roermond: 22 oktober 2009 Betreft: Zienswijze Ontwerpbesluit projectbesluit Aansluiting het Veen (OGK N280-Oost) Van: Toine Wuts Kenmerk: 09.199

Nadere informatie

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies SPELREGELS EHS Spelregels voor ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies Ministeries van LNV en VROM en de provincies 2 De Ecologische Hoofdstructuur, ook

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3109 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Simpelveld heeft

Nadere informatie

Samenvatting Startnotitie Tracénota/MER aansluiting Nuth. Een nieuwe aansluiting van de Buitenring Parkstad Limburg op de A76 ter hoogte van Nuth

Samenvatting Startnotitie Tracénota/MER aansluiting Nuth. Een nieuwe aansluiting van de Buitenring Parkstad Limburg op de A76 ter hoogte van Nuth Samenvatting Startnotitie Tracénota/MER aansluiting Nuth Een nieuwe aansluiting van de Buitenring Parkstad Limburg op de A76 ter hoogte van Nuth Nuth Schinnen Vaesrade Hoensbroek A76 A76 N298 N298 Nuth

Nadere informatie

Nota zienswijzen en commentaar plan-mer buitengebied Delfzijl

Nota zienswijzen en commentaar plan-mer buitengebied Delfzijl Nota zienswijzen en commentaar plan-mer buitengebied Delfzijl Partiële hervaststelling bestemmingsplannen Buitengebied Noord Buitengebied Zuid Delfzijl, 18 november 2013 G. Nienhuis (afdeling Ontwikkeling)

Nadere informatie

Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley

Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 17 augustus 2016 / projectnummer: 3103 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, provincie Noord-Brabant

Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, provincie Noord-Brabant Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, provincie Noord-Brabant Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 1 februari 2018 / projectnummer: 2981 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 maart 2011 / rapportnummer 2382 81 1. Oordeel over het MER De gemeente Midden-Drenthe is van plan een nieuw bestemmingsplan

Nadere informatie

Herinrichting Neherkade Den Haag

Herinrichting Neherkade Den Haag Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de

Nadere informatie

Ontsluiting Houten. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 18 mei 2011 / rapportnummer

Ontsluiting Houten. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 18 mei 2011 / rapportnummer Ontsluiting Houten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 mei 2011 / rapportnummer 2475 80 Oordeel over het MER Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht wil een nieuwe ontsluiting

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop 3 oktober 2002 1179-104 ISBN 90-421-1030-9 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Foodpark Veghel. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 21 juli 2016 / projectnummer: 3080

Foodpark Veghel. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 21 juli 2016 / projectnummer: 3080 Foodpark Veghel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 juli 2016 / projectnummer: 3080 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Veghel heeft het voornemen om in het gebied De

Nadere informatie

248103 PIP Buitenring Parkstad Limburg - Oplegnotitie deelrapport 7 thema Archeologie

248103 PIP Buitenring Parkstad Limburg - Oplegnotitie deelrapport 7 thema Archeologie PIP Buitenring Parkstad Limburg Oplegnotitie deelrapport 7 thema Archeologie nummer 248103 PIP Buitenring Parkstad Limburg - Oplegnotitie deelrapport 7 thema Archeologie datum 21 juni 2012 versie definitief

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juni 2013 / rapportnummer 2779 31 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De Gemeente Doetinchem wil verschillende

Nadere informatie

De uitdaging van infrastructurele projecten beschouwingen op basis van 13 jaar wegenaanleg bij de Provincie Limburg

De uitdaging van infrastructurele projecten beschouwingen op basis van 13 jaar wegenaanleg bij de Provincie Limburg De uitdaging van infrastructurele projecten beschouwingen op basis van 13 jaar wegenaanleg bij de Limburg 21 maart 2013 Eindhoven R. Tilmans Projectingenieur Groen Limburg Limburg 1 Introductie Belangrijke

Nadere informatie

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 maart 2015 / rapportnummer 2988 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Gelderland

Nadere informatie

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu vereisten In gevallen dat een be sluit of plan betrekking heeft op activiteiten die voorkomen op de D-lijst kent de vormvrije m.e.r.-beoordeling

Nadere informatie

Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland

Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 7 juli 2014 / rapportnummer 2889 56 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze

Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 13 maart 2013/ rapportnummer 2127 80 1. Oordeel over het MER Initiatiefnemer Company Club De Hooge

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS Visie op Zuid-Holland Verordening Ruimte Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS GS 21 mei 2013 ONTWERP VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING RUIMTE Provinciale Staten van

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor

Nadere informatie

N266, Randweg Nederweert

N266, Randweg Nederweert N266, Randweg Nederweert Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 oktober 2014 / rapportnummer 2718 74 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Limburg wil samen met onder meer

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde. 10 juni

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde. 10 juni Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde 10 juni 2003 1218-65 ISBN 90-421-1174-7 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1

Nadere informatie

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer Windvisie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 21 augustus 2014 / rapportnummer 2934 28 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De provincie Gelderland

Nadere informatie

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast). Proces en procedure Wat ging vooraf? Na de publicatie van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) in december 2017 zijn: Wegontwerpen gemaakt van de alternatieven Smart Mobility-maatregelen vertaald

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Betreft : Onderzoek naar de effecten van het vergunningvoorschrift 1.a.4 voor het Natura gebied Geleenbeekdal

Betreft : Onderzoek naar de effecten van het vergunningvoorschrift 1.a.4 voor het Natura gebied Geleenbeekdal Notitie ROYAL HASKONINGDHV HYDROLOGIE Aan : ir. R. van Thoor, ir. J. van der Veer Van : dr. J. van Sijl, ir. M.P.A. van den Heuvel Datum : 14 februari 2013 Kopie : Onze referentie : BC1994-100-100/N00001/905050/DenB

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Rulstraat 5, Megen, Oss. vastgesteld

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Rulstraat 5, Megen, Oss. vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Rulstraat 5, Megen, Oss vastgesteld Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel 2 Wijzigingen

Nadere informatie

Maastricht Aachen Airport

Maastricht Aachen Airport Maastricht Aachen Airport Advies over het m.e.r.-beoordelingsrapport 5 september 2016 / projectnummer: 3122 1. Advies over de vormvrije m.e.r.-beoordeling Aanleiding De luchthaven Maastricht Aachen Airport

Nadere informatie

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 18 november 2014 / rapportnummer 2941 18 1. Oordeel over het MER en de aanvulling

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Sportpark Zegenwerp, Sint-Michielsgestel

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Sportpark Zegenwerp, Sint-Michielsgestel vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Sportpark Zegenwerp, Sint-Michielsgestel Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Stibbe & Pondera Winddag 11 oktober 2016 Windparken en gebiedsbescherming:

Nadere informatie

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams

Nadere informatie

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 januari 2010 / rapportnummer 2147-57 1. OORDEEL OVER HET MER Banken B.V. (dhr. N. van Roessel)

Nadere informatie

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 januari 2013 / rapportnummer 2725 31 1. Oordeel over

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Buitengebied 2009, Grote Kerkepad 31, Veldhoven

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Buitengebied 2009, Grote Kerkepad 31, Veldhoven vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Buitengebied 2009, Grote Kerkepad 31, Veldhoven Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit Notitie Vergelijking Plateau- en lagenfurt RWS Limburg juli 2007 1 1. Samenvatting en conclusies Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met TNO de effecten in en rond Venlo van Rijksweg 74 op luchtkwaliteit

Nadere informatie

Bestemmingsplannen en PAS

Bestemmingsplannen en PAS Bestemmingsplannen en PAS Dr. F.L.H. Vanweert PAGINA 0 Bestemmingsplannen en PAS 3 NOVEMBER 2015 Overzicht PAS; Natuurbeschermingswet en Bestemmingsplannen; PAS en Bestemmingsplannen; Voortoets en Passende

Nadere informatie

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om

Nadere informatie

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bedrijvenpark IBF Heerenveen Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het PlanMER voor de 1 e partiële herziening van het bestemmingsplan 4 februari 2013 / rapportnummer 2120 93 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Hoek ongenummerd Bergeijk

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Hoek ongenummerd Bergeijk vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Hoek ongenummerd Bergeijk Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel

Nadere informatie

Denk op tijd aan m.e.r.

Denk op tijd aan m.e.r. Vertraging kan worden voorkomen bij vaststellen EHS-effecten Denk op tijd aan m.e.r. 2 0 Bij (vormvrije) m.e.r.-beoordelingen mag rekening worden gehouden met het treffen van mitigerende maatregelen voor

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie

Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek

Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 3 januari 2011 / rapportnummer 1965-63 1. Oordeel over het MER en de

Nadere informatie

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 juli 2015 / rapportnummer 3060 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente

Nadere informatie

Windenergie Goeree-Overflakkee

Windenergie Goeree-Overflakkee Windenergie Goeree-Overflakkee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 februari 2014 / rapportnummer 2800 59 1. Oordeel over het MER Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland en het college

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 27 januari 2010 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010. Oostelijke randweg; afronding mer-procedure

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 27 januari 2010 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010. Oostelijke randweg; afronding mer-procedure Aan de raad AGENDAPUNT 3 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010 Oostelijke randweg; afronding mer-procedure Voorstel: 1. Het toetsingsadvies van de Commissie voor de mer over het milieueffectrapport (mer) oostelijke

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS

Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS Betreft Actualisatie natuurcompensatieplan Waalre-Noord Fase 1 1 Algemeen De gemeente Waalre is voornemens woningbouw te realiseren

Nadere informatie

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden 1. Inleiding Ingevolge artikel 19d van de Natuurbeschermingswet is het verboden zonder vergunning projecten of andere handelingen te realiseren onderscheidenlijk

Nadere informatie

Ambtelijk advies. 1. Baardwijkse overlaat

Ambtelijk advies. 1. Baardwijkse overlaat Ambtelijk advies 1. Baardwijkse overlaat Voor de Baardwijkse overlaat is het ambtelijk advies aan de Stuurgroep GOL om variant A (voorkeursvariant NRD) en variant C (nr. 369) beide mee te nemen in de MER.

Nadere informatie

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 december 2016 / projectnummer: 3159 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De familie

Nadere informatie

BIJLAGE 2 MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN BATEN ANALYSE

BIJLAGE 2 MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN BATEN ANALYSE BIJLAGE 2 MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN BATEN ANALYSE Batenkostenratio De meest in het oog springende uitkomst van de MKBA voor de Buitenring is een batig saldo van EUR 43 miljoen en een batenkostenratio van

Nadere informatie

Aanvullende notitie. Toetsing ecologische hoofdstructuur gasthuisweg 1, Herwijnen

Aanvullende notitie. Toetsing ecologische hoofdstructuur gasthuisweg 1, Herwijnen Aanvullende notitie Toetsing ecologische hoofdstructuur gasthuisweg 1, Herwijnen Opdrachtgever: M. van Baalen Uitgevoerd door: Elsken Ecologie Edam, 04-03-2015 Colofon Tekst en fotografie: Ing. D. van

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 juli 2008 / rapportnummer 1995-62 1. OORDEEL OVER HET MER Maasvlakte Olie Terminal

Nadere informatie

Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie

Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie Drachten Ureterp 1 2 Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie 3 4 Donkerbroek 5 Oosterwolde Appelscha Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie Datum: 1 augustus 2003

Nadere informatie

Regels. Provinciaal blad van Noord-Brabant. Hoofdstuk 1 Inleidende regels. Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss

Regels. Provinciaal blad van Noord-Brabant. Hoofdstuk 1 Inleidende regels. Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 4.8 en 13.2 van de Verordening

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau

Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau Bestemmingsplan buitengebied BaarleNassau Voorlopig Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 april 2011/ rapportnummer 231168 1. Voorlopig oordeel over het MER De gemeente BaarleNassau wil het bestemmingsplan

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte i.v.m. bp Broeksche Erven, Nuenen Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) 3 - gelezen het verzoek van

Nadere informatie

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden 1. Inleiding Ingevolge artikel 19d van de Natuurbeschermingswet is het verboden zonder vergunning projecten of andere handelingen te realiseren onderscheidenlijk

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

H o e v e r d e r m e t b e s t e m m i n g s p l a n n e n v o o r h e t l a n d e l i j k g e b i e d n a d e

H o e v e r d e r m e t b e s t e m m i n g s p l a n n e n v o o r h e t l a n d e l i j k g e b i e d n a d e H o e v e r d e r m e t b e s t e m m i n g s p l a n n e n v o o r h e t l a n d e l i j k g e b i e d n a d e u i t s p r a a k v a n d e R a a d v a n S t a t e o v e r h e t b e s t e m m i n g s p

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 april 2013 / rapportnummer 2762 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Terneuzen stelt

Nadere informatie

Bestemmingsplan Sluiskil Oost, gemeente Terneuzen

Bestemmingsplan Sluiskil Oost, gemeente Terneuzen Bestemmingsplan Sluiskil Oost, gemeente Terneuzen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 april 2012 / rapportnummer 2619 35 1. Oordeel over het MER De gemeente Terneuzen heeft het voornemen het

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus 175 1860 AD Bergen Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon M.D. Alles BEL/RI Doorkiesnummer +31235144195 allesm@noord-holland.nl 1

Nadere informatie

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bedrijvenpark IBF Heerenveen Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het planmer voor de 2 e partiële herziening van het bestemmingsplan 11 juli 2013 / rapportnummer 2120 110 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan De Ploeg 2016 Bergeijk

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan De Ploeg 2016 Bergeijk vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan De Ploeg 2016 Bergeijk Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel 2

Nadere informatie

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. 1. Nota van antwoord Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. Daarnaast zijn enkele petities/handtekeningenacties gevoerd: Petitie Voordorp 975 handtekeningen Petitie NMU meer dan 19.000

Nadere informatie

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Achtergrond De Marathonweg in Vlaardingen vormt de verbinding tussen de A20, afslag 8 Vlaardingen West, en de zuidkant van Vlaardingen (industriegebied Rivierzone)

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB)

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB) Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 oktober 2013 / rapportnummer 2832 19 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Bergen

Nadere informatie

PIP Buitenring Parkstad Limburg Oplegnotitie deelrapport 1,2 thema MER, alternatievenafweging

PIP Buitenring Parkstad Limburg Oplegnotitie deelrapport 1,2 thema MER, alternatievenafweging PIP Buitenring Parkstad Limburg Oplegnotitie deelrapport 1,2 thema MER, alternatievenafweging nummer 248103 PIP Buitenring Parkstad Limburg - Oplegnotitie deelrapport 1,2 thema MER, alternatievenafweging

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen

Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 4 september 2014 / rapportnummer 2950 25 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Roosendaal

Nadere informatie

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Locht 125, Veldhoven. vastgesteld

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Locht 125, Veldhoven. vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Locht 125, Veldhoven vastgesteld Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel 2 Wijzigingen

Nadere informatie

Verbinding A8/A9. Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten. 27 november 2014 / rapportnummer

Verbinding A8/A9. Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten. 27 november 2014 / rapportnummer Verbinding A8/A9 Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten 27 november 2014 / rapportnummer 2977 07 1. Oordeel over de afbakening van alternatieven Verbinding A8-A9 Gedeputeerde

Nadere informatie

Herontwikkeling Radio Kootwijk

Herontwikkeling Radio Kootwijk Herontwikkeling Radio Kootwijk Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 april 2011 / rapportnummer 1709 59 1. Voorlopig oordeel over het MER Het monumentale voormalige zendcomplex Radio

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067 Onderwerp Bestemmingsplan Torensteepolder 2015 Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller

Nadere informatie

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK Opgesteld door: Ing. D. Heijkers In opdracht van: N.V. Nederlandse Gasunie Datum: 14 november 2011 Inleiding De Gasunie is voornemens een aardgastransportleiding

Nadere informatie

Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied

Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied Met het vaststellen van het inpassingsplan wordt binnen OostvaardersWold ruimte gecreëerd voor natuur-, water- en recreatieopgaven. Binnen

Nadere informatie

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 november 2012 / rapportnummer 2019 75 1. Oordeel over het MER De gemeente Utrecht wil Golfclub

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel Bestemmingsplan buitengebied Boxtel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 26 januari 2012 / rapportnummer 2438 76 1. Oordeel over het MER De gemeente Boxtel wil het bestemmingsplan

Nadere informatie

Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016

Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016 Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 augustus 2016 / projectnummer: 3127 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De gemeente Bergeijk

Nadere informatie

Uitbreiding en herstructurering recreatiepark Beekse Bergen, Hilvarenbeek

Uitbreiding en herstructurering recreatiepark Beekse Bergen, Hilvarenbeek Uitbreiding en herstructurering recreatiepark Beekse Bergen, Hilvarenbeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 januari 2012 / rapportnummer 1552 62 1. Oordeel over het MER Libéma Exploitatie

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Breda Oost (Bavel)

Bestemmingsplan buitengebied Breda Oost (Bavel) Bestemmingsplan buitengebied Breda Oost (Bavel) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 januari 2016 /projectnummer 3084 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De gemeente Breda heeft het

Nadere informatie

Grip op ecologische risico s met de Ecologische Kosten-Baten Analyse Aukje Beerens (ARCADIS)

Grip op ecologische risico s met de Ecologische Kosten-Baten Analyse Aukje Beerens (ARCADIS) Grip op ecologische risico s met de Ecologische Kosten-Baten Analyse Aukje Beerens (ARCADIS) Even opwarmen: Wat is natuur? Natuur volgens bevoegde gezagen Aspect Gezichtspunt bodem Wat is natuur? Definitie

Nadere informatie

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 oktober 2015/ rapportnummer 3070 1. Oordeel over het milieueffectrapport De gemeente Cromstrijen

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar. Bestaande overcapaciteit aan bedrijventerreinen In de stadsregio Arnhem-Nijmegen bestaat een groot overaanbod aan bedrijventerreinen. Voor de periode 2016-2025 bedraagt dit minstens 150 ha. Van het bestaande

Nadere informatie

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7april 2011 / rapportnummer 2281 61-1- 1. Voorlopig oordeel over het MER De gemeente Amersfoort en woningcorporatie

Nadere informatie

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT WARMTE- EN KOUDEOPSLAGINSTALLATIE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN DE AANVULLING DAAROP...2

Nadere informatie

Verzonden 26 juni 2017

Verzonden 26 juni 2017 Gedeputeerde Staten van Limburg t.a.v. ing. M.A. Luijten Projectmanager Buitenring Parkstad Limburg 6202 MA MAASTRICHT Afdeling VRG Behandeld J.L. van der Veer Zaaknummer 2017-203091 Telefoon (043) 389

Nadere informatie

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016 De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016 BESTUURLIJKE SAMENVATTING De komst van een Factory Outlet Centre (Holland Outlet Mall) naar Zoetermeer heeft grote gevolgen voor de bereikbaarheid

Nadere informatie

Waterbeheerplan Aa en Maas

Waterbeheerplan Aa en Maas Waterbeheerplan Aa en Maas Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 25 februari 2015 / rapportnummer 2871 26 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) Het Waterschap Aa en Maas stelt een nieuw

Nadere informatie

1 ONDERZOEK EN TOETSING NATUURNETWERK NEDERLAND

1 ONDERZOEK EN TOETSING NATUURNETWERK NEDERLAND 1 ONDERZOEK EN TOETSING NATUURNETWERK NEDERLAND 1.1 Inleiding Het netwerk van het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen EHS) is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden.

Nadere informatie