Ons kenmerk: VCE-U BuZa Betreft: Tussenrapportage 2005 Visitatiecommissie Emancipatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ons kenmerk: VCE-U-05-077-BuZa Betreft: Tussenrapportage 2005 Visitatiecommissie Emancipatie"

Transcriptie

1 Den Haag, 9 december 2005 De Minister van Buitenlandse Zaken De heer dr. B.R. Bot Ministerie van Buitenlandse Zaken Postbus EB Den Haag Ons kenmerk: VCE-U BuZa Betreft: Tussenrapportage 2005 Visitatiecommissie Emancipatie Geachte heer Bot, Zoals u bekend heeft de Visitatiecommissie Emancipatie (per 1 juli 2004 namens het kabinet ingesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) als opdracht om in de periode tot 2007 de voortgang van het proces van gender mainstreaming bij de Rijksoverheid te volgen, te beoordelen en te stimuleren. Het proces voorziet onder meer in een tussenrapportage en een eindrapportage per departement en daarnaast in een overkoepelende tussen- en eindrapportage aan de coördinerend bewindspersoon. Tussenrapportage 2005 ( Voorlopig Beeld ) Bijgaand ontvangt u de tussenrapportage 2005, waarin de commissie haar voorlopige beeld geeft van de stand van zaken met het emancipatiebeleid en gender mainstreaming op uw departement. In het visitatieproces maakt de commissie gebruik van diverse bronnen van informatie (literatuurstudie, gesprekken op het ministerie, inventarisatieworkshops en dergelijke). Deze informatie is de basis geweest voor de nu voorliggende tussenrapportage. Het concept van deze tekst is tevoren voorgelegd aan uw ambtelijke medewerkers, ten behoeve van checks op juistheid van de daarin vermelde feiten en op het eventueel ontbreken van voor de conclusies relevante informatie. Uiteraard is ook gelegenheid gegeven tot een reactie op de (concept-)conclusies. In dezer dagen te verzenden bericht van onze secretaris aan mevrouw Filippini wordt toegelicht hoe de commissie het informeel aangereikte commentaar heeft gewogen en verwerkt. Doorzending aan de Tweede Kamer Het kabinet heeft in een brief van 22 januari 2004 aan de Tweede Kamer ( 1 ) aangekondigd dat de verantwoordelijke minister zelf (en niet de coördinerend minister) de resultaten van de visitatie aan de Tweede Kamer zal sturen: De betrokken minister kan daarbij aangeven op welke wijze hij of zij het man/vrouw-perspectief verder wil vormgeven en hoe wordt omgegaan met de uitkomsten van het visitatieproces. De commissie heeft in haar Werkplan (september 2004) in dit verband aangegeven dat zij voornemens was haar (tussen)rapportages eerst 8 dagen na ontvangst door de vce@minszw.nl postbus CM Den Haag telefoon fax

2 betrokken ministers openbaar te maken. Omdat verschillende departementen onlangs verlenging van deze 8-dagen-termijn hebben gevraagd, heeft de commissie besloten de publicaties van de departementale tussenrapportages uit te stellen tot maandag 16 januari 2006, de laatste dag van het Kerstreces van de Tweede Kamer ( 2 ). Samenvattende tussenrapportage 2005 aan het kabinet In de week van 12 december hoopt de commissie haar samenvattende tussenrapport aan te bieden aan minister De Geus, in diens hoedanigheid van coördinerend bewindspersoon voor het emancipatiebeleid. In dit document worden korte beschrijvingen gegeven van de bevindingen per departement. Over uw departement wordt het volgende gemeld ( 3 ): 2.3. Het ministerie van Buitenlandse Zaken Op het terrein van ontwikkelingssamenwerking verdient dit ministerie veel waardering voor de wijze waarop het genderperspectief in beleidsontwerp vorm krijgt. De manier waarop op het terrein van ontwikkelingszaken aan gender mainstreaming wordt gewerkt en de aandacht die gender daarmee in het beleid krijgt, kunnen een voorbeeld vormen voor andere ministeries. In de beleidsuitvoering zijn nog punten aan te wijzen waar extra inzet nodig is. Op andere beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken staat gender mainstreaming nog in de kinderschoenen of lijkt zelfs helemaal afwezig. Hier valt nog een wereld te winnen. De commissie ziet uit naar uw reactie en vertrouwt op een vruchtbare samenwerking met uw departement in de tweede visitatieronde. Een gelijkluidende brief zend ik aan minister Van Ardenne en staatssecretaris Nicolaï. Met vriendelijke groet, P. C. Lodders Elfferich Voorzitter 1 Kamerstukken II, 2003/04, 27071, nr In de gevallen waarin de tussenrapportages met de reactie van de betrokken bewindspersonen eerder aan de Kamer worden gezonden, publiceert de VCE de tussenrapportage en de reactie op het moment waarop de Kamer deze documenten online heeft gezet. 3 Onder het voorbehoud van wijzigingen bij de definitieve vaststelling van de tekst.

3 EMANCIPATIEBELEID EN GENDER MAINSTREAMING BIJ HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN - Voorlopig Beeld - Documentnummer VCE December 2005 Visitatiecommissie Emancipatie Postbus CM Den Haag telefoon fax vce@minszw.nl

4 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INLEIDING Het Nederlandse emancipatiebeleid Gevolgde werkwijze Status van deze rapportage HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN Beleidsterreinen binnen Buitenlandse Zaken Emancipatie-aspecten binnen de beleidsterreinen De plaats van emancipatiebeleid binnen Buitenlandse Zaken De rol van internationale verplichtingen bij gender mainstreaming Mensenrechtenverdragen Gendermainstreamingsbeleid van de EU VISIE VAN DE COMMISSIE OP DE STAND VAN ZAKEN Het visitatieproces Inhoudelijke resultaten van gender mainstreaming De organisatie van gender mainstreaming Conclusie: algemeen beeld Aanknopingspunten voor follow-up... 9 BIJLAGE 1: Taakstelling en samenstelling VCE Taakstelling Samenstelling BIJLAGE 2: Documentatie Voorlopig Beeld VCE 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken. VCE

5 1. ALGEMENE INLEIDING 1.1. Het Nederlandse emancipatiebeleid Sinds de Wereldvrouwenconferentie in Beijing in 1995 heeft ook Nederland gekozen voor de strategie om emancipatie duurzaam te verankeren in het beleid. Dit wordt aangeduid met de term gender mainstreaming en gedefinieerd als: het (re-)organiseren, verbeteren, ontwikkelen en evalueren van beleidsprocessen op zo n manier dat het perspectief van gendergelijkheid wordt geïntegreerd in al het beleid, door de actoren die normaal dat beleid maken. Het kan ook worden gezien als een middel om de kwaliteit van het reguliere beleid te verbeteren door de doelstellingen van het emancipatiebeleid (rijksbreed en per departement) duurzaam na te streven. Daarnaast blijft specifiek beleid gericht op de doelgroep vrouwen en/of meisjes vaak nodig om specifieke achterstanden op te lossen. In eerste instantie heeft de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de trekkersrol voor gender mainstreaming op zich genomen. Sinds begin 2004 zijn de departementen zelf aan zet. Uitgangspunt van het emancipatiebeleid is dat iedere bewindspersoon zelf verantwoordelijk is voor gender mainstreaming op het eigen beleidsterrein. Alle bewindspersonen dragen zo ieder op het eigen terrein bij aan het bereiken van de breed aanvaarde - kabinetsdoelstellingen op het terrein van emancipatie. De coördinerend bewindspersoon stimuleert de overige bewindslieden, werkt op verschillende terreinen nauw met hen samen en zorgt voor een ondersteuningsstructuur. Per 1 juli 2004 is de Visitatiecommissie Emancipatie (VCE) ingesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De commissie heeft als doelstelling om in de periode tot 2007 de voortgang van het proces van gender mainstreaming bij de Rijksoverheid te volgen, te beoordelen en te stimuleren (zie voor de taakstelling en samenstelling van de commissie bijlage 2). 1. De positie van allochtone vrouwen en meisjes vormt een specifiek aandachtspunt voor de commissie Gevolgde werkwijze Tijdens de visitatie gaat het enerzijds om het vaststellen van de stand van zaken. Dit betekent het identificeren van gendergevoelige beleidsdomeinen, het inventariseren van de emancipatieactiviteiten en het meten van concrete resultaten binnen een departement: in hoeverre is een departement erin geslaagd het genderperspectief te integreren in het reguliere beleid en waar kunnen we dat zien? Anderzijds gaat het om de dialoog: waarom wordt het zo aangepakt, wat zijn daar de voordelen van, blijven er toch geen kansen liggen, valt er te leren van andere departementen of van maatschappelijke organisaties die met dezelfde thema s bezig zijn? De commissie heeft bij de visitatie gekozen voor maatwerk. Voorop staat daarbij dat zij de beleidsvrijheid van de departementen zoveel mogelijk wil respecteren. Er is in deze eerste fase gebruik gemaakt van enkele vaste bouwstenen die flexibel zijn ingezet: informatieverzameling, kennismakingsgesprekken met de bewindspersonen, inventarisatieworkshops en 1 Kamerstukken II, 2003/04, 27061, nr. 29. Voorlopig Beeld VCE 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken. VCE

6 gesprekken met ambtenaren, maatschappelijke organisaties en externe deskundigen. Voor de volgende fase staan verdere informatieverzameling, nadere verkenningen op specifieke beleidsonderdelen en wederom gesprekken met departementsmedewerkers, maatschappelijke organisaties en andere deskundigen op het programma, mede op basis van elementen uit deze rapportage. De eerste fase van de visitatie bij het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft bestaan uit een informatief gesprek op ambtelijk niveau op 26 november 2004, een gesprek met de minister van Ontwikkelingssamenwerking op 1 maart 2005, een gesprek met de minister en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken op 14 maart 2005, een inventarisatieworkshop op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking op 14 juni 2005 en een inventarisatieworkshop op het terrein van Vrede en Veiligheid en Arabische Wereld op 22 juni Rondom al deze activiteiten heeft uitgebreide informatieverzameling plaatsgevonden. Tenslotte is het departement in de gelegenheid gesteld het concept van deze tussenrapportage te corrigeren op feitelijke onjuistheden Status van deze rapportage De voorliggende rapportage is een eerste beschouwing van de VCE van de stand van zaken op het gebied van gender mainstreaming en emancipatiebeleid bij het departement van Buitenlandse Zaken. Het visitatieproces is nog maar halverwege en dit voorlopige beeld bevat geen compleet overzicht van de stand van zaken of afgerond oordeel daarover van de VCE. Wel wordt aangegeven wat tot nu toe is vastgesteld. Op basis daarvan zijn vraagpunten en eerste aanbevelingen geformuleerd tot verbetering of aanscherping van het beleid op het gebied van emancipatie en gender mainstreaming. Het departement kan hier nog mee aan de slag voordat de VCE in het najaar van 2006 haar definitieve oordeel vormt. De voorliggende rapportage vormt hiermee de basis voor de verdere activiteiten in het kader van het visitatieproces. 2. HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN 2.1. Beleidsterreinen binnen Buitenlandse Zaken Het ministerie van Buitenlandse Zaken coördineert het buitenlands beleid van Nederland en voert dit uit. Dit gebeurt zowel vanuit het departement in Den Haag als vanuit de ruim 150 posten in het buitenland. Hoofdpunten van het Nederlands buitenlands beleid zijn: versterking van de internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten, grotere veiligheid en stabiliteit, betere Europese samenwerking, duurzame armoedebestrijding, sociale ontwikkeling, bescherming van het internationaal milieu, beschermen van welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland, regulering van het personenverkeer en het promoten van de Nederlandse cultuur 2. De minister van Ontwikkelingssamenwerking speelt in dit geheel een eigenstandige rol. Het buitenlands beleid wordt enerzijds gevoerd via internationale organisaties (zoals de Europese Unie, de Verenigde Naties, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en de NAVO), anderzijds via bilaterale betrekkingen. 2 Zie Voorlopig Beeld VCE 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken. VCE

7 2.2 Emancipatie-aspecten binnen de beleidsterreinen Zonder de suggestie te willen wekken compleet te zijn, wil de commissie in deze paragraaf de aandacht vestigen op de naar haar mening meest relevante aanknopingspunten voor emancipatie binnen de beleidsterreinen van het departement. De commissie constateert dat voor het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid genderaspecten van groot belang zijn. In grote delen van de wereld zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen nog vele malen groter dan in Nederland. Vrouwen behoren veelal tot de zwaarst getroffenen van armoede en vormen minimaal de helft (vaak meer) van de totale populatie waarop het beleid zich richt. Vrouwen hebben een eigen rol in samenleving en familie; zij kunnen ook een eigen rol spelen in het aanpakken van problemen. De vrijwaring van discriminatie en de gelijkheid tussen mensen vormen naar de opvatting van de commissie een van de belangrijkste mensenrechten. In het VN-Vrouwenverdrag is het universele verbod vrouwen te discrimineren op tal van terreinen uitgewerkt en nader gepreciseerd. Zo is geweld tegen vrouwen een schending van de mensenrechten, maar ook ongelijkwaardigheid van mannen en vrouwen in familierelaties, of ongelijke toegang tot onderwijs. Gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen is bovendien een van de basiswaarden binnen de Europese Unie. Nu in het beleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken mensenrechten een belangrijke rol spelen, verdienen vrouwenrechten daarin vanzelfsprekend aandacht. Veel internationale organisaties waarbij Nederland is aangesloten voeren beleid waarbij gender een grote rol speelt. Deels is dat specifiek genderbeleid (bijvoorbeeld genderrichtlijnen van de EU, het Beijing Platform for Action); deels gaat het om genderaspecten binnen regulier beleid (bijvoorbeeld de opvang van vrouwelijke vluchtelingen). Nederland kan een belangrijke rol spelen bij het initiëren van het genderbeleid van deze internationale organisaties, en heeft dat in het verleden ook gedaan De plaats van emancipatiebeleid binnen Buitenlandse Zaken Binnen Ontwikkelingssamenwerking coördineert een speciale gender-unit (DSI/ER 3 ) het genderbeleid. Bij DSI/ER ligt de nadruk momenteel op mensenrechten en vrouwenrechten: bestrijding van geweld tegen vrouwen, vrouwenhandel, vrouwenbesnijdenis, bescherming van seksuele en reproductieve rechten en bevordering van vrede en veiligheid. Gender mainstreaming wordt in het algemene beleidsdocument voor Ontwikkelingssamenwerking Aan elkaar verplicht, ontwikkelingssamenwerking op weg naar 2015 niet genoemd. Wel haakt dit document aan bij de Millennium Development Goals (MDG s 4 ) van de Verenigde Naties, waarin aandacht wordt besteed aan de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het vergroten van de zeggenschap voor vrouwen. Enkele afzonderlijke MDG s zijn specifiek op de positie van vrouwen gericht. Vanaf midden jaren negentig is het werkterrein van de gender-unit verbreed tot het totale buitenlandbeleid. Buiten het terrein van Ontwikkelingssamenwerking is echter nog geen samenhangend genderbeleid ontwikkeld. Gender mainstreaming wordt door het ministerie van Buitenlandse Zaken wel expliciet genoemd in de uitgangspunten van het beleid zoals die 3 Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling, afdeling Emancipatiethema s, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. 4 Zie ook Voorlopig Beeld VCE 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken. VCE

8 zijn geformuleerd in de Memorie van Toelichting bij de begroting voor 2005: Het verankeren van gender in het buitenlandbeleid en specifieke aandacht voor empowerment van meisjes en vrouwen, heeft als doel het bestrijden van seksespecifieke discriminatie en het bevorderen van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Hiermee wordt duurzame armoedebestrijding effectiever. Het vergroten van de zeggenschap van vrouwen draagt bij aan het oplossen van conflicten en aan een veilige, stabiele en leefbare wereld. De inspanningen van Nederland, zowel voor wat betreft het buitenlandbeleid in brede zin als in het kader van ontwikkelingssamenwerking, dienen daarom consequent ten goede te komen aan zowel mannen als vrouwen 5. Op verschillende onderdelen van het beleid is de aandacht voor gender aantoonbaar. Zo wordt onder de versterking van de internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten bestrijding van geweld tegen vrouwen genoemd als belangrijk aandachtsveld, met name in multilateraal verband 6. Ook in de beleidsartikelen over goed bestuur, onderwijs, HIV/Aids, en reproductieve gezondheid/rechten wordt aandacht besteed aan vrouwen. Over het algemeen kan gesteld worden dat op beleidsterreinen die van oudsher meer op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking liggen de genderdimensie in het beleid sterker aanwezig is dan op de andere beleidsterreinen. De algemene uitgangspunten worden in de begroting vertaald naar doelstellingen (na te streven resultaten); daarbij wordt beschreven met behulp van welke instrumenten en activiteiten de doelstellingen behaald moeten worden. Bijvoorbeeld waar het gaat om gender mainstreaming: Via de bilaterale beleidsdialoog en het stimuleren van donorcoördinatie worden overheden in partnerlanden gestimuleerd om gender te integreren in hun beleid. NGO s moeten daarin een actieve rol kunnen spelen. In 2005 is op vier ambassades en één directie een verantwoordingssysteem uitgetest en geëvalueerd 7. Binnen het ministerie bestaat geen totaalplan voor emancipatie/gender mainstreaming, omdat men dat gezien de complexiteit van de organisatie en werkterreinen niet werkbaar acht. Iedere afdeling en iedere buitenlandse post maakt jaarlijks een jaarplan, waarin doelen en resultaten worden vastgelegd. Binnen de beleidsterreinen waarvoor de minister van Buitenlandse zaken en de staatssecretaris van Europese Zaken verantwoordelijk zijn, is gender niet verankerd in deze jaarplannen. Binnen Ontwikkelingssamenwerking is gender een van de aandachtspunten bij de goedkeuring van de jaarplannen. Het jaarplan van de gender-unit is in zijn geheel gewijd aan gender, waarbij de verankering van gender het hoofddoel is. Vanaf 2004 wordt daarbij met name ingezet op gender en accountability. Hiervoor worden voorstellen ten behoeve van de departementsleiding ontwikkeld. Ook deze plannen richten zich in eerste instantie op Ontwikkelingssamenwerking. Op de posten in ontwikkelingslanden wordt naast de jaarplannen gewerkt met een meerjaren strategische planning. Op verschillende posten is gender inmiddels in deze planning verankerd. In de jaarverslagen, die eveneens per afdeling/post worden gemaakt, wordt geen specifieke aandacht besteed aan gender. Het ontbreekt aan indicatoren om resultaten te meten en te monitoren. Het te ontwikkelen voorstel voor gender en accountability richt zich mede hierop. 5 Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2005, Memorie van Toelichting, kamerstuk V, nr. 2, beleidsartikel 5, operationele doelstelling 3. 6 Idem, beleidsartikel 1, operationele doelstelling 2. 7 Idem, beleidsartikel 5, operationele doelstelling 3. Voorlopig Beeld VCE 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken. VCE

9 2.4. De rol van internationale verplichtingen bij gender mainstreaming Mensenrechtenverdragen In een groot aantal mensenrechtenverdragen zijn rechten van vrouwen aan de orde. In het VN-Vrouwenverdrag 8 gebeurt dat heel expliciet. In andere mensenrechtenverdragen zijn de vrouwenrechten vaak meer impliciet aan de orde, bijvoorbeeld omdat door het betreffende toezichthoudend comité is bepaald dat bij de uitvoering van de verdragen specifiek aandacht besteed moet worden aan de positie en rechten van vrouwen. De mensenrechtenverdragen scheppen voor de overheid verschillende verplichtingen. Enerzijds moet beleid worden ontwikkeld dat is gericht op het behalen van de doelstellingen van het verdrag. Anderzijds moet de overheid van alle wetgeving en beleid (bestaand en te ontwikkelen) toetsen of deze niet in strijd zijn met de betreffende verdragsverplichtingen. De meeste verdragen verplichten de overheid daarnaast periodiek te rapporteren over de implementatie van het betreffende verdrag. De verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de verschillende verdragsverplichtingen is momenteel nogal versnipperd. Buitenlandse Zaken speelt ten aanzien van de verdragen vooral een rol bij het agenderen en doorsturen van de rapportages, alsmede bij de bespreking van de rapportages met de verdragscomités. De rapportage zelf wordt inhoudelijk verzorgd door een bepaald vakministerie; voor het VN-Vrouwenverdrag is dat Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Directie Coördinatie Emancipatiebeleid); voor bijvoorbeeld het Rassenverdrag 9 is dat Justitie. De opstelling van de rapportage door een vakministerie brengt met zich mee dat de rapportage veelal de vorm heeft van een beleidsbeschrijving en dat in veel mindere mate aandacht wordt besteed aan de mensenrechtelijke aspecten (verplichtingen). De verantwoordelijkheid voor de implementatie van mensenrechtenverdragen in de zin van het ontwikkelen van nieuw beleid en het toetsen van beleid is minder helder geregeld. De commissie heeft de indruk dat hieraan weinig aandacht wordt besteed zodra een verdrag eenmaal is geratificeerd. De Visitatiecommissie zou graag nader van het departement vernemen hoe de verantwoordelijkheid voor de verplichtingen vanuit het VN-Vrouwenverdrag (rapportage, initiëren van beleid en toetsen van beleid en wetgeving) thans is uitgewerkt binnen de rijksoverheid, wat de coördinerende of overstijgende rol hierin is van Buitenlandse Zaken, Justitie en de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid (SZW), en wat de rol is van de vakministeries Gendermainstreamingsbeleid van de EU Binnen de Europese Unie speelt gender mainstreaming een belangrijke rol. Dat heeft in de eerste plaats betrekking op het beleid van de EU zelf, maar kan ook doorwerken in het beleid en de regelgeving voor de lidstaten. In deze eerste fase van het visitatieproces heeft de commissie niet kunnen nagaan welke rol Nederland (via Buitenlandse zaken of anderszins) speelt bij gender mainstreaming in de EU, en hoe gender mainstreaming binnen de EU 8 Dit verdrag wordt met verschillende benamingen aangeduid; ook als IVDV (Internationaal Verdrag tegen alle vormen van Discriminatie van Vrouwen) of CEDAW (Convention on the Elimination of all forms of Discrimination Against Women). Het VN-Vrouwenverdrag verplicht de overheid passende maatregelen te nemen om de positie van vrouwen te waarborgen en waar nodig te verbeteren, op tal van beleidsterreinen, behorend tot het domein van vrijwel alle departementen. Beleidsambtenaren op alle ministeries zouden bekend moeten zijn met het verdrag, en het moeten kunnen toepassen in hun werk. Dit is nu niet het geval. 9 Internationaal Verdrag tegen rassen Discriminatie; IVRD) 10 De commissie acht tevens gender mainstreaming binnen VN-organen en de Nederlandse taak in de Committee on the Status of Women van belang en wil daar in een latere fase van de visitatie op terug komen. Voorlopig Beeld VCE 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken. VCE

10 wordt vertaald naar het nationale beleid. Ook hierover zou de commissie graag nader vernemen. 3. VISIE VAN DE COMMISSIE OP DE STAND VAN ZAKEN 3.1. Het visitatieproces Aan alle departementen is gevraagd tien beleidsonderwerpen aan te dragen die op dit moment van algemeen belang worden geacht. De commissie koos vervolgens zes onderwerpen voor nadere analyse tijdens twee inventarisatieworkshops. Bij Buitenlandse Zaken kostte het bij een aantal directies veel moeite deze onderwerpen te verzamelen. Het viel daarbij op dat dit op het gebied van Ontwikkelingssamenwerking beter verliep dan bij de andere velden. Uiteindelijk zijn zes onderwerpen aangeleverd, waarvan vier op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking. In de workshops zijn daardoor uiteindelijk vijf onderwerpen aan de orde geweest. De commissie leidt uit de totale gang van zaken af dat gender zeker niet binnen alle geledingen van het ministerie leeft. Positief is dat het ministerie voortvarend aan de slag is gegaan met de Nadere Verkenning Afghanistan, onderdeel van de tweede fase van het visitatieproces Inhoudelijke resultaten van gender mainstreaming Voor de beoordeling van de inhoudelijke resultaten maakt de commissie onder meer gebruik van de uitkomsten van de eerder genoemde inventarisatieworkshops 11. Opgemerkt moet worden dat de resultaten en effecten van het beleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken vaak moeilijk meetbaar zijn. De inzet van Nederland is vaak onderdeel van een beleid dat in samenwerking met andere landen en organisaties wordt gevoerd; de effecten op de leefsituatie van vrouwen en mannen- zijn veelal indirect. Als het gaat om onderwerpen op het gebied van Ontwikkelingssamenwerking kan gesteld worden dat de genderdimensie door het ministerie duidelijk wordt onderkend. Ook is er in meer of mindere mate sprake van gender mainstreaming, in die zin dat de belangen van meisjes en vrouwen in het beleid expliciet worden onderkend en dat getracht wordt hiermee rekening te houden. Door verschillende oorzaken kan het resultaat niet altijd geheel bevredigend worden genoemd. Niet bij alle projecten wordt adequaat rekening gehouden met genderverschillen en soms is onbekend wat de gevolgen van een project voor vrouwen, respectievelijk mannen zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor een deel van de projecten op het gebied van water en energie. Het beleid van andere organisaties kan bovendien soms ook negatief uitwerken 12. Voorts kan door de druk van de Millennium Development Goals een donor-driven -beleid ontstaan, waardoor de aandacht voor meer demand-driven en community-based beleid verzwakt. 11 De onderwerpen waren: HIV/Aidspreventie, water en sanitatie, energie, ontwapening, demobilisatie en reïntegratie en EU-beleid Noord-Afrika/Midden-Oosten. 12 Als voorbeeld is hier tijdens de workshop genoemd het beleid van de Wereldbank om watervoorzieningen te privatiseren, wat negatieve gevolgen heeft voor de beschikbaarheid van water voor de allerarmste groeperingen, waarin vrouwen zijn oververtegenwoordigd. Voorlopig Beeld VCE 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken. VCE

11 Het is ook duidelijk dat de positie van meisjes en vrouwen in ontwikkelingslanden over de hele linie nog steeds extra aandacht behoeft: hun rol in zeggenschap en besluitvorming, hun positie op het gebied van onderwijs, arbeid, inkomen en eigendom en hun positie binnen het huwelijk blijven uiterst belangrijk, niet alleen voor de vrouwen zelf maar via deze ook de desbetreffende gemeenschap. Verbetering op deze vlakken vormt een voorwaarde om op andere terreinen betere resultaten te behalen. Dat de laatste tijd in het veld van Ontwikkelingssamenwerking veel gerichte aandacht is besteed aan microfinanciering en - kredieten, waarmee individuele vrouwen in staat worden gesteld een zelfstandig bestaan op te bouwen, verdient waardering. Het departement geeft aan dat binnen het Nederlandse mensenrechtenbeleid de rechten van vrouwen en meisjes integraal worden meegenomen, en dat wanneer het gaat om de gevolgen van handelsliberalisering en globalisering expliciet wordt gediscussieerd over mogelijke verschillende gevolgen voor mannen en vrouwen. Echter, in zowel de schriftelijke als de mondelinge respons waarover de commissie beschikt is dit niet terug te vinden. Op het gebied van vrede en veiligheid is Buitenlandse Zaken aan de slag gegaan met de uitvoering van de VN-resolutie 1325 inzake vrouwen, vrede en veiligheid, in samenwerking emt het ministerie van Defensie. Er is een onafhankelijke Task Force ingesteld voor het uitwerken van de resolutie door Nederland. Deze zal in 2006 een werkconferentie houden over de wederopbouw in oorlogsgebieden, alsmede de integratie van genderaspecten in vrede en veiligheidsthema s bevorderen. Het Stabiliteitsfonds zal bij de toedeling van middelen rekening houden met de VN-resolutie. Op de overige velden van Buitenlandse Zaken lijkt gender mainstreaming nog nauwelijks aanwezig te zijn of is slechts een aanzet gegeven. Het terrein van Ontwapening, demobilisatie en reïntegratie is een voorbeeld van een terrein waar een begin is gemaakt. De genderdimensie wordt in algemene stukken onderkend, maar de verdere uitwerking (formuleren van concrete doelstellingen, aansluiten op andere beleidsterreinen, flankerende programma s, samenwerken met andere donoren en lobbyen) moet nog grotendeels geschieden. Of op termijn resultaten zullen worden geboekt, hangt voor een belangrijk deel hiervan af. Wat het personele beleid van het ministerie betreft: hoewel al sinds enige jaren bij de benoemingen in de diplomatieke dienst en in vertegenwoordigingen bij internationale organisaties de nodige aandacht wordt besteed aan diversiteit, zijn de feitelijke resultaten nog steeds teleurstellend te noemen. Hier valt nog heel wat te bereiken De organisatie van gender mainstreaming Kijken we naar de organisatie van gender mainstreaming binnen het departement, dan beoordeelt de Visitatiecommissie een aantal aspecten daarvan als positief: de speciale afdeling die zich bezig houdt met emancipatie en gender mainstreaming; het feit dat deze afdeling is opgenomen in de beoordelingsroute van de jaarplannen van alle afdelingen en buitenlandse posten; het feit dat gewerkt wordt aan gender-accountability; de themadeskundigen en focal-points op buitenlandse posten; de aandacht voor gender in de opleiding binnen Ontwikkelingssamenwerking. Minder positief is dat de gender-unit, en daarmee het beleid ten aanzien van gender mainstreaming, zich nog steeds vrijwel uitsluitend richt op ontwikkelingssamenwerking, en Voorlopig Beeld VCE 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken. VCE

12 voorts in beperkte mate op vrede en veiligheid. Grote delen van het buitenlandbeleid vallen hiermee buiten de boot Conclusie: algemeen beeld Op het terrein van ontwikkelingssamenwerking verdient dit ministerie veel waardering voor de wijze waarop het genderperspectief in beleidsontwerp vorm krijgt. De manier waarop op het terrein van ontwikkelingszaken aan gender mainstreaming wordt gewerkt en de aandacht die gender daarmee in het beleid krijgt, kunnen een voorbeeld vormen voor andere ministeries. In de beleidsuitvoering zijn nog punten aan te wijzen waar extra inzet nodig is. Op andere beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken staat gender mainstreaming nog in de kinderschoenen of lijkt zelfs helemaal afwezig. Hier valt nog een wereld te winnen Aanknopingspunten voor follow-up De commissie formuleert in het nu volgende een aantal aanbevelingen, suggesties en aandachtspunten waarmee het ministerie naar het oordeel van de commissie in de periode tussen de beide visitatierondes aan de slag zou kunnen. Dit wil niet zeggen dat geen andere goede acties denkbaar zouden zijn; het staat het ministerie natuurlijk voorts vrij ook naar eigen inzicht verbeteringen aan te brengen in de wijze waarop het genderperspectief in het beleid wordt geïntegreerd. Het beleid De commissie beveelt aan gender mainstreaming concreet vorm te geven door de volgende stappen: Zorg voor het beschikbaar komen van relevante gegevens over zowel het beleid als de resultaten van het beleid, aansluitend bij de reeds fungerende toetsingscyclus voor de jaarplannen waarbinnen de gender-unit al een rol heeft, en bij de voorstellen voor gender-accountability die thans worden ontwikkeld. Toets programma s en projecten standaard op hun aandacht voor genderaspecten en op hun gendereffecten. Breid de aandacht voor genderaspecten uit tot het gehele buitenlandbeleid. Het is van belang dat de aandacht voor gender zich niet beperkt tot de projecten met een evident genderaspect (zoals aidspreventie of drinkwater). De situatie van vrouwen wordt voor een zeer groot deel bepaald door hun sociaal-economische en maatschappelijke positie; het is daarom van belang ook (juist) op dat niveau aandacht te hebben voor de positie van vrouwen en de effecten van het beleid op de situatie van vrouwen. Geef de gender-unit (DSI/ER) een actievere rol bij de afstemming van verschillende beleidsdossiers die wat betreft hun genderaspecten met elkaar samenhangen. Dat geldt zeker ook voor de Nederlandse inzet in het kader van het EU-beleid. Uit de inventarisatieworkshops kwamen verschillende suggesties naar voren om deze maatregelen concreet in te vullen. Op basis hiervan geeft de commissie ter overweging mee bij projecten die worden uitgevoerd door of in partnerschap met bedrijven en/of NGO s aandacht voor genderaspecten, participatie van vrouwen en samenwerking met vrouwenorganisaties expliciet als beoordelingscriterium toe te voegen. Een concrete invulling van de rol van DSI/ER kan zijn afstemming tot stand te brengen tussen de betrokken directies en afdelingen over de genderaspecten van beleid gericht op Voorlopig Beeld VCE 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken. VCE

13 Noord-Afrika en de Arabische wereld, zoals besproken in de inventarisatieworkshop over dat onderwerp 13. Specifieke activiteiten die het ministerie extern kan ondernemen zijn onder meer het aan de orde stellen van de effecten die privatisering van nutsbedrijven en openbare voorzieningen hebben voor vrouwen in ontwikkelingslanden en het in contacten met Arabische landen blijven hameren op de noodzaak van (maatschappelijke) participatie van vrouwen en het naleven van mensenrechten, i.c. vrouwenrechten. De organisatie De belangrijkste aanbeveling aan het departement op basis van dit voorlopige beeld is de organisatie van gender mainstreaming zoals deze thans functioneert voor ontwikkelingssamenwerking, zodanig vorm te geven dat deze functioneel kan worden voor het gehele departement. Bij de medewerkers die zich bij Buitenlandse Zaken specifiek met genderaspecten en gender mainstreaming bezig houden is voldoende deskundigheid aanwezig om deze taak uit te voeren; er wordt in de praktijk aandacht besteed aan de opbouw van deze deskundigheid. Vanuit het ministerie is de wens geuit dat ook de medewerkers die zich niet specifiek met genderbeleid of gender mainstreaming bezig houden, worden getraind op dit terrein. De commissie onderschrijft het belang hiervan: voor een succesvolle implementatie van gender mainstreaming dienen medewerkers minimaal in staat te zijn genderaspecten en mogelijke gendereffecten te onderkennen. Het is de commissie niet gebleken dat op dit moment voldoende deskundigheid door het gehele departement aanwezig is. De commissie adviseert het ministerie de doorstroming van vrouwen naar de hogere functies binnen het ministerie, inclusief de diplomatieke dienst en internationale vertegenwoordigingen, versneld te laten plaatsvinden. Extra aandacht voor de positie van allochtone vrouwen is hierbij van belang. 13 Zie onder visitaties. Voorlopig Beeld VCE 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken. VCE

14 BIJLAGE 1: Taakstelling en samenstelling VCE Taakstelling Volgens het instellingsbesluit van 29 juni 2004 heeft de Visitatiecommissie Emancipatie de volgende taken: a. het toetsen van de integratie van het man/vrouw-perspectief in beleidsontwerp en beleidsuitvoering b. het inzicht geven aan de verantwoordelijke bewindspersonen in verbeteringsmoge-lijkheden en het aanwijzen van de beleidsdomeinen die bij voorrang extra aandacht behoeven c. het in kaart brengen van goede voorbeelden en deze ter beschikking stellen aan be-windspersonen d. het inzicht geven in de algehele voortgang van de uitvoering van de gender main-streaming en het zonodig doen van voorstellen tot bijstelling daarvan aan de coördine-rend bewindspersoon voor emancipatie. Met het integreren van het man/vrouw-perspectief wordt het algemene begrip gender mainstreaming bedoeld. Samenstelling De commissie is als volgt samengesteld: Voorzitter Plaatsvervangend voorzitter Leden Adviserend lid namens het SCP Secretaris / adviserend lid mevrouw mr. P. C. Lodders-Elfferich mevrouw mr. G. M. M. Blokdijk-Hauwert de heer drs. A. Kasem mevrouw drs. T. van den Klinkenberg mevrouw mr. dr. L. M. M. Mulder mevrouw prof. dr. J. V. Outshoorn de heer prof. dr. J. J. Schippers mevrouw dr. S. Keuzenkamp de heer mr. J. H. J. de Wildt De commissie wordt ondersteund door het secretariaat dat naast de secretaris bestaat uit: Plaatsvervangend secretaris Bureaumanager mevrouw dr. M. J. Meesters mevrouw K. Nairi De delegatie voor Buitenlandse Zaken bestaat uit: Voorzitter Lid mevrouw mr. G. M. M. Blokdijk-Hauwert mevrouw prof. dr. J. V. Outshoorn Voorlopig Beeld VCE 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken. VCE

15 BIJLAGE 2: Documentatie Website Ministerie van Buitenlandse Zaken: : Eindrapportage Emancipatietaakstellingen departementen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, DCE, 2002 Interdepartementale Overzichtsrapportage Gender Mainstreaming Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, DCE, 2002 Emancipatie in de Begrotingsstukken 2005, pag (VCE, mei 2005) Memorie van Toelichting Ministerie van Buitenlandse Zaken, kamerstuk V, nr. 2 Verslag Algemeen Overleg 28 november 2001, TK Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict, Werkplan Security Council, Resolution 1325, Ministerie van Buitenlandse Zaken, Ministerie van Defensie, Notitie Stand van zaken m.b.t. de uitvoering van de aanbevelingen Veiligheidsraad Resolutie 1325 Vrouwen, Vrede en Veiligheid, Kamerbrief inzake Beleidsvoornemens Matra-programma, september DAC secretariat, Analysis of aid in support of gender equality, , Ministerie van Buitenlandse Zaken, Notitie Mensenrechtenbeleid 2001, Ministerie van Buitenlandse Zaken, Notitie Internationale Culturele Samenwerking (minbuza.nl). Ministerie van Buitenlandse Zaken, Aids-notitie (minbuza.nl). Speech Minister van Ardenne, Wereldburgerschap gevraagd, Website Millennium Goals: Kamerstukken II, 2003/04, 27061, nr. 29 Kamerstukken II, 2003/04, 29234, nr. 1 VN, Verdrag inzake de Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen, Beleidsbrief 2004: officiele beleidsvoornemens van de regering voor het Matraprogramma Deniz Kandiyoti, The Politichs of Gender and Reconstruction in Afghanistan, UN, 2005 Voorlopig Beeld VCE 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken. VCE

Ons kenmerk: VCE-U-05-077-LNV Betreft: Tussenrapportage 2005 Visitatiecommissie Emancipatie

Ons kenmerk: VCE-U-05-077-LNV Betreft: Tussenrapportage 2005 Visitatiecommissie Emancipatie Den Haag, 9 december 2005 De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit De heer dr. C. P. Veerman Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Postbus 20401 2500 EK Den Haag Ons kenmerk:

Nadere informatie

Ons kenmerk: VCE-U-05-077-VWS Betreft: Tussenrapportage 2005 Visitatiecommissie Emancipatie

Ons kenmerk: VCE-U-05-077-VWS Betreft: Tussenrapportage 2005 Visitatiecommissie Emancipatie Den Haag, 9 december 2005 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. J. F. Hoogervorst Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Ons kenmerk: VCE-U-05-077-VWS

Nadere informatie

Ons kenmerk: VCE-U BZK Betreft: Tussenrapportage 2005 Visitatiecommissie Emancipatie

Ons kenmerk: VCE-U BZK Betreft: Tussenrapportage 2005 Visitatiecommissie Emancipatie Den Haag, 9 december 2005 De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer J.W. Remkes Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 2500 EA Den Haag Ons kenmerk:

Nadere informatie

EMANCIPATIEBELEID EN GENDER MAINSTREAMING BIJ HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN Eindrapportage visitatie 2005-2006

EMANCIPATIEBELEID EN GENDER MAINSTREAMING BIJ HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN Eindrapportage visitatie 2005-2006 EMANCIPATIEBELEID EN GENDER MAINSTREAMING BIJ HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN Eindrapportage visitatie 2005-2006 Documentnummer VCE-07-02 Januari 2007 Visitatiecommissie Emancipatie Postbus 85842

Nadere informatie

Ons kenmerk: VCE-U SZW Betreft: Tussenrapportage 2005 Visitatiecommissie Emancipatie inzake SZW

Ons kenmerk: VCE-U SZW Betreft: Tussenrapportage 2005 Visitatiecommissie Emancipatie inzake SZW Den Haag, 9 december 2005 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer mr. A. J. de Geus Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Ons kenmerk: VCE-U-05-077-SZW

Nadere informatie

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Griffie Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Datum commissievergadering : nvt DIS-stuknummer : 1259265 Behandelend ambtenaar : E.C.M. Mermans Directie/afdeling : SCO/ZW Nummer commissiestuk : ZWC-0526 Datum

Nadere informatie

FAIR POLITICS GENDER CASE

FAIR POLITICS GENDER CASE FAIR POLITICS GENDER CASE Nederland profileert zichzelf al jaren als voortrekker op het gebied van vrouwenrechten wereldwijd. In het Nederlandse ontwikkelingsbeleid is er dan ook l enige tijd een focus

Nadere informatie

Kamerbrief inzake bijdrage ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Emancipatienota

Kamerbrief inzake bijdrage ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Emancipatienota Kamerbrief inzake bijdrage ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Emancipatienota 06-11-2007 Kamerstuk Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister voor

Nadere informatie

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag. Den Haag, november 2004

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag. Den Haag, november 2004 De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag Den Haag, november 2004 Hierbij dank ik u mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2016 Nr. 62 BRIEF VAN

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 31 maart 2016 Betreft Vervolg Wetgevingsoverleg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 234 Ontwikkelingssamenwerkingsbeleid voor de komende jaren Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWER- KING Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Geachte heer Rog, Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie. Datum 30 november 2018 Ons kenmerk 2018/0190/AvD/LvdH/IC

Geachte heer Rog, Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie. Datum 30 november 2018 Ons kenmerk 2018/0190/AvD/LvdH/IC Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de voorzitter van de Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer M. Rog Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie

Nadere informatie

Verslag discussie Gender in Crisisbeheersingsoperaties 16 maart 2005, Instituut Clingendael

Verslag discussie Gender in Crisisbeheersingsoperaties 16 maart 2005, Instituut Clingendael Verslag discussie Gender in Crisisbeheersingsoperaties 16 maart 2005, Instituut Clingendael Voorzitter Annemarie Jorritsma, voorzitter Task Force Vrouwen, veiligheid en Conflict Op 16 maart 2005 heeft

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Emancipatie Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Opinie. Onwil of spraakverwarring? Of wat er moeilijk is aan het implementeren van het VN-Vrouwenverdrag. Margreet de Boer 47.

Opinie. Onwil of spraakverwarring? Of wat er moeilijk is aan het implementeren van het VN-Vrouwenverdrag. Margreet de Boer 47. Onwil of spraakverwarring? Of wat er moeilijk is aan het implementeren van het VN-Vrouwenverdrag Margreet de Boer 47 In de afgelopen jaren heb ik de nodige kritiek geuit op de implementatie van het VN-

Nadere informatie

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2019 (OR. en) 10997/19 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 8 juli 2019 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9233/19 Betreft:

Nadere informatie

Protocol Toetsing en Selectie Asiel, Migratie en Integratiefonds 2014-2020. Deel A

Protocol Toetsing en Selectie Asiel, Migratie en Integratiefonds 2014-2020. Deel A vast moeten stellen voor het selecteren en uitvoeren van projecten. Art 24 lid 4 van Verordening EU 514-2014 stelt dat de lidstaten transparante regels en procedures bijdrage van de Unie in het kader van

Nadere informatie

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris

Nadere informatie

22 VN STANDAARD REGELS

22 VN STANDAARD REGELS Agenda 22 VN STANDAARD REGELS (VN-Verdrag) De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aanvaarde in december 1993 internationale regels voor mensen met functiebeperkingen. Deze 22 VN Standaard Regels

Nadere informatie

Wederom doen wij het verzoek de kadernota te voorzien van een financiële paragraaf rond het VN- Verdrag / Inclusieve Samenleving.

Wederom doen wij het verzoek de kadernota te voorzien van een financiële paragraaf rond het VN- Verdrag / Inclusieve Samenleving. Advies WMO Advies Raad De Bilt ten aanzien van Kadernota 2018-2021 gemeente De Bilt, betreffende financiële implicaties VN -Verdrag inzake de rechten van mensen met een beperking. Of te wel de inclusieve

Nadere informatie

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B Raad van de Europese Unie Luxemburg, 3 april 2017 (OR. en) 7775/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 3 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties COHOM 44 CFSP/PESC 300 DEVGEN

Nadere informatie

ADVIES 2 A Integratie van de genderdimensie

ADVIES 2 A Integratie van de genderdimensie BRUSSELSE RAAD VOOR GELIJKHEID TUSSEN VROUWEN EN MANNEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES 2 A 2014 002 Integratie van de genderdimensie 13 februari 2014 Ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Nadere informatie

Voorlopig advies van Wmo Adviesraad inzake Beleidsplan Wmo

Voorlopig advies van Wmo Adviesraad inzake Beleidsplan Wmo College van Burgemeester en Wethouders van Weesp Ter attentie van wethouder mw. A. Heijstee Postbus 5099 1380 GB Weesp Betreft: Voorlopig advies van Wmo Adviesraad inzake Beleidsplan Wmo 2015-2018 Weesp,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19014 4 juli 2014 Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 1 juli 2014, nr. MinBuZa.2014.303289,

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Invoerrechten en accijnzen over de periode Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein

Nadere informatie

VISITATIEREGLEMENT Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC)

VISITATIEREGLEMENT Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC) VISITATIEREGLEMENT Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC) A Inleiding Artikel 1 Onder visitatie van IC-afdelingen verstaat de Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care

Nadere informatie

Ratificatie VN-verdrag 2006a

Ratificatie VN-verdrag 2006a Ratificatie VN-verdrag 2006a Op 13 december 2006 hebben de Verenigde Naties het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap aangenomen. Op 30 maart 2007 ondertekende Nederland dit Verdrag.

Nadere informatie

2513AA1XA. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA1XA. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA1XA Directie Integratie en Samenleving Afdeling PH B Onze referentie

Nadere informatie

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t.

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t. Fiche 6: Mededeling Nieuwe EU Consensus on Development 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 Ontwerpadvies (PE 329.885) Carmen Cerdeira Morterero

Nadere informatie

ij Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL

ij Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL ij Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL aan De minister van Buitenlandse Zaken Postbus 20018 De heer drs. S.A. Blok 2500 EA Den Haag Vaste commissie voor Europese Zaken M. Azmani, voorzitter Binnenhof le 2513

Nadere informatie

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad; Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2015, nr. , tot instelling van het tijdelijk Bureau ICT-toetsing (Instellingsbesluit tijdelijk Bureau ICT-toetsing) Handelend

Nadere informatie

Toezeggingen van de regering op het gebied van Vrouwenrechten, Gendergelijkheid, MVO & Handel

Toezeggingen van de regering op het gebied van Vrouwenrechten, Gendergelijkheid, MVO & Handel Toezeggingen van de regering op het gebied van Vrouwenrechten, Gendergelijkheid, MVO & Handel AO IMVO & Bangladesh 19 september 2013, 14-17u WO=MEN Dutch Gender Platform is verheugd dat de huidige regering

Nadere informatie

T Binnenhof 4

T Binnenhof 4 Algemene Rekenkamer BEZORGEN Lange Voorhout 8 Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070-342 43 44 Binnenhof 4 E voorlichting@rekenkamer.nl DEN HAAG w www.rekenkamer.ni

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27372 1 september 2015 Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 augustus 2015, nr. MBO/803345,

Nadere informatie

EEN BEETJE BETER IS NIET GOED GENOEG EMANCIPATIEBELEID EN GENDER MAINSTREAMING BIJ DE RIJKSOVERHEID

EEN BEETJE BETER IS NIET GOED GENOEG EMANCIPATIEBELEID EN GENDER MAINSTREAMING BIJ DE RIJKSOVERHEID EEN BEETJE BETER IS NIET GOED GENOEG EMANCIPATIEBELEID EN GENDER MAINSTREAMING BIJ DE RIJKSOVERHEID EINDRAPPORTAGE VISITATIES 2005-2006 Documentnummer VCE-07-15 Januari 2007 Visitatiecommissie Emancipatie

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORTAGE ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MENSENRECHTEN IN CARIBISCH NEDERLAND

SAMENVATTING RAPPORTAGE ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MENSENRECHTEN IN CARIBISCH NEDERLAND SAMENVATTING RAPPORTAGE ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MENSENRECHTEN IN CARIBISCH NEDERLAND Inleiding U leest een samenvatting van de vijfde Rapportage Mensenrechten in Nederland van het College voor

Nadere informatie

Klachtenregeling ENMS. 2 Begripsbepalingen. 3 Behandeling van de klachten. Het bevoegd gezag,

Klachtenregeling ENMS. 2 Begripsbepalingen. 3 Behandeling van de klachten. Het bevoegd gezag, Klachtenregeling ENMS Het bevoegd gezag, gelet op de bepalingen van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs; gehoord de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

2. Agendapunt: Reactie op verzoek commissie over het rapport van de Commissie van Onderzoek van Defensie naar het mortierongeval in Mali

2. Agendapunt: Reactie op verzoek commissie over het rapport van de Commissie van Onderzoek van Defensie naar het mortierongeval in Mali Den Haag, 10 Voortouwcommissie: Herziene agenda i.v.m. wijziging tijdstip (vanwege plenaire agenda) en toevoeging agendapunt 11 vaste commissie voor Defensie Volgcommissie(s): FIN i.v.m. agendapunt 10

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 606 Emancipatiebeleid 1998 Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Systeemtoets. Wordt de (departementale) toetsing op regeldruk goed en consequent uitgevoerd?

Systeemtoets. Wordt de (departementale) toetsing op regeldruk goed en consequent uitgevoerd? Systeemtoets Wordt de (departementale) toetsing op regeldruk goed en consequent uitgevoerd? De systeemtoets van Actal Het College heeft tot taak de regering of beide Kamers der Staten-Generaal te adviseren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 30 982 Beleidsdoorlichting Sociale Zaken en Werkgelegenheid Nr. 38 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 18 950 (R 1281) Goedkeuring van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (New York, 18 december 1979) Nr.

Nadere informatie

Reglement visitaties van REC's (regionale expertisecentra) voor tbc-bestrijding

Reglement visitaties van REC's (regionale expertisecentra) voor tbc-bestrijding Reglement visitaties van REC's (regionale expertisecentra) voor tbc-bestrijding Reglement visitaties van REC s (regionale expertise centra) voor tbc-bestrijding Colofon Opgesteld door de Plenaire Visitatiecommissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2016 Nr. 5 BRIEF VAN

Nadere informatie

Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Geachte leden,

Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Geachte leden, Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Van Anne Mulder (VVD) en Renske Leijten (SP), Voorbereidingsgroep onderzoek Nederlandse belangenbehartiging in de EU betreft Verslag met

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

KLACHTENREGELING KLACHTENREGELING

KLACHTENREGELING KLACHTENREGELING 1 INHOUD Inleiding 3 Aanhef 3 Begripsbepalingen 4 Artikel 1 4 Behandeling van de klachten 4 Paragraaf 1: De contactpersoon 4 Artikel 2: Aanstelling en taak contactpersoon 4 Paragraaf 2: De vertrouwenspersoon

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

CT2IT4J4L VL&LOOÇ BO.N%JRE

CT2IT4J4L VL&LOOÇ BO.N%JRE CT2IT4J4L VL&LOOÇ BO.N%JRE Aan Mw. drs. T. van Ark staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Kralendijk, 18 februari 2019 Geachte mevrouw van Ark, In december

Nadere informatie

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis Het instrument Een Maatschappelijke Verkenning is een instrument voor de gemeenteraad

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Telefax

Raad voor Cultuur. Telefax Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Ondenverp R.J. Schimmelpennincklaan 3 ontwerp-selectielijst archiefbescheiden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 814 Emancipatiebeleid 2000 Nr. 10 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad; Besluit van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 10 juli 2015, nr. 0000373449, tot instelling van het tijdelijk Bureau ICT-toetsing (Instellingsbesluit tijdelijk Bureau ICT-toetsing) De Minister voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 544 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) en van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie 33 456 EU-mededeling: De EU-strategie voor de uitroeiing

Nadere informatie

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Mw. mr. F.G Schoe 070 381 1413 27 april 2004 ACVZ/VZL/04/016 Advies wijziging Vb2000 i.v.m.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1480 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland Artikel 1 Begripsbepalingen In dit bestuursreglement wordt verstaan onder: a. statuten: de statuten van de Stichting

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad van Achtkarspelen t.a.v. de griffier mevrouw R. van der Tempel. Geachte leden van de raad,

Aan de gemeenteraad van Achtkarspelen t.a.v. de griffier mevrouw R. van der Tempel. Geachte leden van de raad, Aan de gemeenteraad van Achtkarspelen t.a.v. de griffier mevrouw R. van der Tempel Geachte leden van de raad, Hierbij bieden wij u het eindrapport aan van het rekenkameronderzoek naar de Doeltreffendheid

Nadere informatie

Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen

Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen 21 mei 2008 Algemene Rekenkamer, Lange Voorhout 8, Postbus 20015, 2500 EA Den Haag Inhoud Bijlage A Uitwerking van millenniumontwikkelingsdoelen 3 en 5 in

Nadere informatie

Advies. Concept Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaatsen Wageningen 2014

Advies. Concept Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaatsen Wageningen 2014 Wmo - WI Adviesraad Adviesraad Wmo en WI Wageningen Advies Concept Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaatsen Wageningen 2014 Adviesnr. : 27 Datum : 03-03-2014 Colofon De Adviesraad Wmo-WI is geïnstalleerd

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Beverwijk

Rekenkamercommissie Beverwijk Rekenkamercommissie Beverwijk Gemeente Beverwijk t.a.v. de leden van de gemeenteraad datum 25 maart 2014 ons kenmerk onderwerp Rekenkamerbrief Collegeprogramma bijlagen Methode voor gestructureerde opzet

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Paraprofessionele functies Voor allochtone vrouwen zonder formele kwalificaties worden komende jaren paraprofessionele functies gecreëerd. Deze

Nadere informatie

Internetconsultatie Besluit Bekendmaking niet-financiële informatie door organisaties van openbaar belang

Internetconsultatie Besluit Bekendmaking niet-financiële informatie door organisaties van openbaar belang Ministerie van Veiligheid en Justitie Internetconsultatie Besluit Bekendmaking niet-financiële informatie door organisaties van openbaar belang Reactie van: VERENIGING VAN EFFECTENBEZITTERS Contactpersoon:

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 27 juni 2018 Betreft Beleidsdoorlichting Anw

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 27 juni 2018 Betreft Beleidsdoorlichting Anw > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44 44 www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 53588 25 september 2017 Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 augustus 2017, kenmerk 1193476-166555-WJZ,

Nadere informatie

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige Beleidsdoorlichting Luchtvaart Verslag onafhankelijke deskundige In opdracht van: Decisio BV 17 augustus 2017 Aanleiding In de offerte-uitvraag voor het uitvoeren van de Beleidsdoorlichting Luchtvaart

Nadere informatie

het project "Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs" in 2002

het project Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs in 2002 Accountantsdienst OCenW Servicegroep Cultuur en Apparaatskosten Bredewater 8 Postadres Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079) 323 31 55 Telefax (079) 323 39 20 Rapport over het project "Informatie-

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet

Nadere informatie

Mevrouw drs. E.I. Schippers Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG. Geachte mevrouw Schippers,

Mevrouw drs. E.I. Schippers Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG. Geachte mevrouw Schippers, Mevrouw drs. E.I. Schippers Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Geachte mevrouw Schippers, Afgelopen jaar ontving ik ruim 15 000 klachten en 29 000 telefoontjes

Nadere informatie

raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3

raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3 R.J.Schimmelpennincklaan 3 so-ter-61=43 2506 AE Den Haag seiefoon.32

Nadere informatie

Den Haag : 9 mei 2008 Ons kenmerk : S.A /K Uw Kenmerk : DB U Betreft : Inkoop ouderdomspensioen over achterliggende dienstjaren

Den Haag : 9 mei 2008 Ons kenmerk : S.A /K Uw Kenmerk : DB U Betreft : Inkoop ouderdomspensioen over achterliggende dienstjaren Aan de Staatssecretaris van Financiën, de heer mr. drs. J.C. de Jager, Ministerie van Financiën, Postbus 20 201 2500 EE DEN HAAG Den Haag : 9 mei 2008 Ons kenmerk : S.A.08.03728 /K Uw Kenmerk : DB 2008-00019

Nadere informatie

Ons kenmerk C100/05.0016522. Aantal bijlagen 1

Ons kenmerk C100/05.0016522. Aantal bijlagen 1 Directie Bestuur & Organisatie Directie Algemeen Aan de Commissie AB Korte Nieuwstraat 6 65 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 9 Telefax (024) 329 22 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 905 6500

Nadere informatie

RAPPORT AD/2005/ Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen. Auditdienst

RAPPORT AD/2005/ Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen. Auditdienst RAPPORT AD/2005/35556 Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen AD-rapport bij de negende voortgangsrapportage SUWI Den Haag, 17 mei 2005 Auditdienst van het Ministerie

Nadere informatie

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Plasterk,

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Plasterk, De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Datum 25 augustus 2017 Onderwerp Consultatie wijzigingsvoorstel Wet BRP Uw kenmerk Ons

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 031 V Jaarverslag en slotwet ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 Nr. 3 VOORSTEL VAN WET 16 mei 2007 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Jaarplanning 2018

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Jaarplanning 2018 > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

2 9 JAN.2015 Bestuurlijke reactie op conceptrapport 'Zicht op bezuinigingen, bezuiniging op cultuur'

2 9 JAN.2015 Bestuurlijke reactie op conceptrapport 'Zicht op bezuinigingen, bezuiniging op cultuur' Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Drs. S.J. Stuiveling President Algemene Rekenkamer Postbus 20015 2500 EA Den Haag Datum Betreft 2 9 JAN.2015

Nadere informatie

Onder dankzegging van het door u toegestuurde Voorontwerp voor een Klimaatwet geven wij u graag het volgende ter overweging mee.

Onder dankzegging van het door u toegestuurde Voorontwerp voor een Klimaatwet geven wij u graag het volgende ter overweging mee. Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070-3424344 E voorlichting@rekenkamer.nl W www.rekenkamer.nl D A T U M 3 maart

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De heer B.J.S.A.A.F. de Winter DGBK/Burgerschap en Informatiebeleid Interactie Schedeldoekshaven 200

Nadere informatie

Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân.

Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân. Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân. Franeker, 22 november 2016 Betreft: Advies lokale regelgeving WMO 2015 Geacht bestuur, Op 20 oktober jl. ontvingen wij uw verzoek om advies over de volgende

Nadere informatie

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT Aanbeveling... 2 Advies... 2 Algemeen commentaar... 2 Beleidsdocument... 3 Besluit... 3 Decreet... 3 Europees besluit... 3 Grondwet... 3 Koninklijk besluit... 3 Mededeling...

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving Afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Bestuur Turfmarkt

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 16 april 2018 Betreft Beantwoording vragen

Nadere informatie

Committee / Commission CONT. Meeting of / Réunion des 12 & 13/09/2005 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES. Rapporteur: Chris HEATON-HARRIS

Committee / Commission CONT. Meeting of / Réunion des 12 & 13/09/2005 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES. Rapporteur: Chris HEATON-HARRIS Committee / Commission CONT Meeting of / Réunion des 12 & 13/09/2005 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES Rapporteur: Chris HEATON-HARRIS NL NL Ontwerpamendement 6450 === CONT/6450=== Basislijn

Nadere informatie

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK Toelichting In het onderstaande zijn de afzonderlijke elementen van het normatieve kader integraal opgenomen en worden ze nader toegelicht en beschreven. Daarbij wordt aandacht besteed aan de volgende

Nadere informatie

EMANCIPATIE IN DE BEGROTINGSSTUKKEN. Bestelnummer VCE-05-03

EMANCIPATIE IN DE BEGROTINGSSTUKKEN. Bestelnummer VCE-05-03 EMANCIPATIE IN DE BEGROTINGSSTUKKEN 2005 Dit servicedocument is een uitgave van de Visitatiecommissie Emancipatie Den Haag, april 2005 Bestelnummer VCE-05-03 De Visitatiecommissie Emancipatie, onder voorzitterschap

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2113 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Commissie ontwikkelingssamenwerking Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG

Commissie ontwikkelingssamenwerking Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG Europees Parlement 2014-2019 Commissie ontwikkelingssamenwerking Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid 2017/2012(INI) 30.10.2017 ONTWERPVERSLAG over de tenuitvoerlegging van het gezamenlijk

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris, Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Bestuurlijke integriteit

Bestuurlijke integriteit Bestuurlijke integriteit Onderzoek Bestuurlijke Integriteit Onderzoeksopzet Rekenkamercommissie De Wolden Maart 2014 Status: definitief Versie: 4 Rekenkamercommissie De Wolden 1 A. Wat willen wij bereiken?

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Emancipatie IPC 5500 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie