Hoogrendementsketel. Onderhoudshandleiding voor de vakman MGK MGK MGK MGK-2-630

Transcriptie

1 Onderhoudshandleiding voor de vakman Hoogrendementsketel MGK MGK MGK MGK Wolf Energiesystemen Tel Fax Art.-nr.: _ Wijzigingen voorbehouden NL

2 Inhoudsopgave 1. Veiligheidsinformatie Het toestel buiten werking stellen Branderkap/omkasting demonteren Elektrodes controleren Brander reinigen De warmtewisselaar reinigen Condensaatlekbak reinigen Onderhoud van de neutralisator Onderhoud condensaatpomp/sifon Onderhoud lucht-/rookgasgeleiding Controleren van de elektr. stekkercontacten Hernieuwde inbedrijfstelling Functiecontrole Lijst van benodigde componenten Onderhoudsprotocol _201407

3 1. Veiligheidsinformatie Deze handleiding moet vóór het begin van de montage, inbedrijfstelling of onderhoud door het op dat ogenblik met de werken belaste personeel gelezen worden. De instructies in deze handleiding moeten worden nageleefd. Indien deze montagehandleiding niet nageleefd wordt vervalt de garantieaanspraak tegenover de firma WOLF. Voor montage, inbedrijfstelling en onderhoud van de verwarmingsketel moet bevoegd en opgeleid personeel ingezet worden. Werken aan elektrische componenten (bijvoorbeeld regeling) mogen volgens VDE 0105 Deel 1 uitsluitend door elektrische vaklui uitgevoerd worden. Voor werkzaamheden met betrekking tot de elektrische installatie zijn de bepalingen van de VDE/ÖVE en van het plaatselijke energiebedrijf maatgevend. De verwarmingsketel mag enkel binnen de in de technische documentatie van de firma WOLF aangeduide vermogensgrenzen bedreven worden. Het correcte gebruik van de verwarmingsketel omvat het exclusieve gebruik voor warmwaterverwarmingsinstallaties volgens NEN/ NBN EN De veiligheids- en controle-inrichtingen mogen niet verwijderd, overbrugd of op een andere manier buiten werking gezet worden. De verwarmingsketel mag uitsluitend in een technisch perfecte toestand bedreven worden. Storingen en beschadigingen die de veiligheid in gevaar brengen of in gevaar kunnen brengen moeten onverwijld en deskundig verholpen worden. Beschadigde elementen en componenten mogen alleen door originele WOLF-reserveonderdelen vervangen worden. In deze beschrijving worden de volgende symbolen en aanwijzingstekens gebruikt: Deze belangrijke instructies betreffen de bescherming van personen en de technische veiligheid. Let op Veiligheidsinformatie : aanduiding van instructies die strikt gevolgd moeten worden om gevaar of verwonding van personen te vermijden en beschadigingen aan de ketel te voorkomen. Gevaar, elektrische componenten staan onder spanning! Let op: Voor demontage van de ommanteling de netschakelaar uitschakelen. Nooit bij ingeschakelde netschakelaar elektrische componenten of contacten aanraken! Er bestaat gevaar voor een elektrische schok, met letsel of de dood tot gevolg. Op aansluitklemmen is ook bij uitgeschakelde netschakelaar spanning aanwezig. "Opmerking" kenmerkt technische aanwijzingen die in acht genomen moeten worden om schaden en storingen van de werking van het toestel te verhinderen. Onderdelen van verwarmingstoestellen kunnen zeer heet zijn; er bestaat gevaar voor zware verbranding. Daarom laten afkoelen voor montagewerken. Hier moet een stap worden uitgevoerd. Visuele controle _

4 Algemene aanwijzingen Alle onderhoudswerkzaamheden mogen enkel door een vakman uitgevoerd worden. Een jaarlijks onderhoud evenals het gebruik van uitsluitend originele Wolf-reserveonderdelen zijn essentieel voor een storingsvrije werking en lange levensduur van uw toestel. Daarom raden wij u aan een onderhoudscontract met een gespecialiseerd bedrijf af te sluiten. 1. Veiligheidsinformatie Gevaar bij gasgeur - De gaskraan sluiten. - Vensters openen. - Geen elektrische schakelaars bedienen. - Open vlammen blussen. - Van buiten het gebouw de gasdistributiemaatschappij en een erkend vakbedrijf bellen. Afbeelding: Gasaansluiting: Gevaar voor vergiftiging en explosiegevaar door naar buiten stromend gas. Gevaar bij rookgasgeur - Toestel uitschakelen. - Vensters en deuren openen. - Erkend vakbedrijf op de hoogte brengen. Afbeelding: Besturingskast Gevaar door elektrische spanning Afbeelding: Ontstekingstransformator, hoogspanningsgloeiplug, gascombiventiel, gasdrukschakelaar, ventilator, verbrandingskamer Gevaar door elektrische spanning, gevaar voor vergiftiging en explosie door ontsnappend gas, gevaar voor verbranding door hete onderdelen _201407

5 De ketel met de netschakelaar buiten bedrijf stellen. 2. Het toestel buiten werking stellen Netschakelaar De netaansluitingsklemmen van het toestel staan ook bij uitgeschakelde netschakelaar nog altijd onder elektrische spanning. De installatie spanningsvrij maken. De gaskraan sluiten _

6 3. Branderkap/omkasting demonteren 3 x 4 x L Het toestel laten afkoelen! _201407

7 - Kabel van de controle-elektrode uittrekken - Kabel van de gloeiplug uittrekken - Schroeven van de controle-elektrode losmaken en de elektrode verwijderen 4. Elektrodes controleren - Schroeven van de gloeiplug losmaken en de gloeiplug verwijderen - Controle-elektrode controleren, bij slijtage of beschadigd keramieklichaam vervangen - Gloeiplug controleren, bij slijtage of beschadigd keramieklichaam vervangen - Gloeiplug met een nieuwe dichting monteren - Controle-elektrode met een nieuwe dichting monteren - Kabel van de controle-elektrode insteken - Kabel van de gloeiplug insteken _

8 - De 4 schroeven tussen de branderflens en de branderventilator losmaken - De branderventilator laten zakken en in de vasthoudconsole hangen 5. Brander reinigen - De 4 schroeven tussen de branderflens en het ketellichaam losmaken - De branderflens verwijderen - De brander uit het ketellichaam trekken en met zuiver water van buiten naar binnen uitspoelen. - Uitschudden voor de montage _201407

9 5. Brander reinigen - De brander opnieuw inschuiven. Let op: De brander moet achteraan in het ketellichaam op de steunpunten liggen. Anders is volledig inschuiven niet mogelijk. Steunpunten - De dichting van de branderflens vervangen De assemblage gebeurt in omgekeerde volgorde _

10 - De branderkap en bekleding demonteren cf. de beschrijving van pagina 6 6. De warmtewisselaar reinigen - De isolatie van het ketellichaam zo ver openen dat de reinigingsdeksels verwijderd kunnen worden. - Bij elk reinigingsdeksel 6 moeren losmaken met een sleutel van 10 mm en het reinigingsdeksel verwijderen. - De tussenruimtes bij vervuiling met het reinigingsgereedschap schoonmaken (als toebehoren verkrijgbaar onder art.nr ). - De reinigingsdeksels met dichting monteren - De isolatie opnieuw aanbrengen _201407

11 - De 8 moeren op het deksel van de condensaatlekbak met een sleutel van 10 mm losmaken en het deksel verwijderen. 7. Condensaatlekbak reinigen - De condensaatlekbak met een waterzuiger reinigen - Het deksel met dichting opnieuw monteren _

12 Bij gebruik van onderdelen van andere fabrikanten voor de neutralisator en de condensaatpomp moeten de betreffende handleidingen worden opgevolgd. De eerste granulaatvulling volstaat voor minstens een jaar. Om de onberispelijke werking te garanderen moet de neutralisator minstens een keer per jaar worden gecontroleerd. 8. Onderhoud van de neutralisator 1. ph-waarde controleren. - ph-waarde met indicatiestrips uit de onderhoudsset meten aan de afvoer van de neutralisatie. - De verkleuring van de indicatiestrip met de kleurenschaal vergelijken. Als de ph-waarde onder 6,5 ligt, heeft de neutralisator een onderhoud nodig en moet deze evt. worden hervuld. 2. Vulpeil controleren. Een neutralisatie kan alleen gebeuren wanneer het condensaat uit de ketel door het granulaat stroomt. Het granulaatvulpeil moet daarom steeds boven het condensaatniveau staan. Wanneer het granulaatniveau onder de maximumaanduiding (rode sticker) staat, moet er worden bijgevuld. - Hiervoor de neutralisator aan de toevoer en afvoer demonteren en de luchtleiding van de boosterpomp aftrekken. - De neutralisator onder de ketel uit trekken, verticaal opstellen met de afvoer bovenaan (condensaataanvoer afsluiten, zodat er geen condensaat kan ontsnappen). - De slangklem van het bovenste deksel losmaken en het deksel verwijderen. - De neutralisator tot de maximumaanduiding van de vulpeilsticker vullen. - De neutralisator afsluiten, plat leggen en het granulaat door te schudden gelijkmatig verdelen. Maximumaanduiding Let op: De toevoer- en afvoeropeningen niet volledig met granulaat afdekken om een verstopping uit te sluiten. Hierdoor zou de werking belemmerd kunnen worden _201407

13 3. Onderhoud van de neutralisator Een onderhoud is nodig wanneer: - de ph-waarde onder 6,5 ligt - het vulpeil onder de minimumaanduiding is gezakt - er een donkere aanslag op het granulaat aanwezig is - het granulaat is gaan klonteren 8. Onderhoud van de neutralisator - De leidingen van de toevoer, afvoer en boosterpomp losmaken van de neutralisator. - De neutralisator onder de ketel uit trekken. - De slangklem van het afvoerdeksel losmaken en het deksel verwijderen. - Het granulaat ledigen in een emmer en meermaals met water uitwassen. Klonters door omroeren oplossen. - Het granulaat weer in de neutralisator vullen, evt. aanvullen met nieuw granulaat tot het vereiste vulpeil. - De neutralisator met het deksel afsluiten en borgen met de slangklem. Erop letten dat het deksel in de correcte positie zit en de luchtleiding van de booster in de houder valt. Condensaatpomp - De neutralisator weer onder de ketel schuiven. - Het afvoeraansluitstuk in de condensaatpomp steken. - De aanvoer uit de condensaatval en de condensaatlekbak op de neutralisator aansluiten. - De luchtslang van de boosterpomp aansluiten/in elkaar steken. - De werking van de boosterpomp controleren. Boosterpomp _

14 9. Onderhoud condensaatpomp/sifon Onderhoud van de condensaatpomp - De condensaatlekbak verwijderen en schoonmaken. - De pomp schoonmaken. - De sifon van de condensaatval en de verbinding naar de neutralisator losmaken. - De sifon bij vervuiling uitspoelen. - De sifon met water vullen en dicht aansluiten. Onderhoud van de sifons - De sifon van de condensaatlekbak en de verbinding naar de neutralisator losmaken. - De sifon bij vervuiling uitspoelen. - De sifon met water vullen en dicht aansluiten _201407

15 Controle van de verbrandingsluchtgeleiding - Bij het bedrijf met open systeem de luchtaanzuigopening bovenaan de ketel op vervuiling controleren. - Bij het bedrijf met gesloten systeem de aanzuigopening op vrije toegang controleren. Hiervoor kan de dubbele mof omhoog geschoven worden. - De verbrandingsluchtgeleiding op dichte passing controleren. - Indien nodig de dichting vervangen. 10. Onderhoud lucht-/rookgasgeleiding Controle van de rookgasgeleiding - De rookgasgeleiding op dichtheid controleren. - Indien nodig de dichtingen vervangen. - De meetopening moet gesloten zijn. - De sifon aan de condensaatval moet dicht aangesloten en gevuld zijn. Meetopening Sifon _

16 11. Controleren van de elektr. stekkercontacten Visuele controle van elektrische contactstekkers - Controleren of de stekker van de sensoren vastzitten. Rookgasdrukschakelaar Controle-elektrode Gloeiplug Bijkomende VTB Ontstekingstransformator Keteltemperatuurvoeler Temperatuurvoelers estb1 en estb2 Retourtemperatuurvoeler Waterdruksensor Vul-en-aftapkraan Rookgastemperatuurvoeler Gascombiventiel met gasdrukschakelaar Ontstekingstransformator Gascombiventiel met gasdrukschakelaar _201407

17 12. Hernieuwde inbedrijfstelling De branderkap en de omkasting monteren. 3 x 4 x L De netvoeding weer herstellen. Hernieuwde inbedrijfstelling De zekeringen inschakelen, de gaskogelkraan openen en het toestel inschakelen. Gastraject en hydraulica op dichtheid controleren. De ketel met de netschakelaar in bedrijf stellen. Netschakelaar _

18 13. Functiecontrole 14. Lijst van benodigde componenten Functiecontrole uitvoeren a) Gaskraan opendraaien en tot aan de gascombiventiel controleren met een lekdetectieapparaat. b) Ketel in bedrijf stellen! De brander schakelt aan. c) Verbindingspunt met de gascombiventiel controleren met lekdetectieapparaat d) Functiecontrole: De gaskraan afdraaien! De foutcode afwachten. e) Gaskraan openen, resettoets indrukken! De brander schakelt aan. f) Parameters instellen, indien er wijzigingen ten opzichte van de fabrieksinstelling nodig zijn. g) De werking van de regelingstoebehoren controleren. Rookgasmeting In schoorsteenvegerwerking uitvoeren, waardes in onderhoudsprotocol invoeren. Indien nodig CO2-waardes opnieuw instellen (zie ook de montagehandleiding). Lijst van benodigde componenten 1 MGK-2-onderhoudsset, bestaande uit: Art.nr dichting branderflens 1 controle-elektrode 1 dichting controle-elektrode 1 gloeiplug 1 dichting gloeiplug 4 schroeven M4 x 8 10 indicatiestaafjes 1 Reinigingsblik met handgreep Art.nr Navulverpakking van 1,3 kg voor de neutralisatie Art.-nr Navulverpakking van 5,0 kg voor de neutralisatie Art.-nr Meettoestel voor meting volgens het wet op de bescherming tegen emissies _201407

19 15. Onderhoudsprotocol Overzicht van de stappen met onderhoudsprotocol Nr. Stap Protocolpunt Protocolpunt 1 Toestel uitschakelen, noodschakelaar uit 2 De installatie spanningsvrij maken. 3 Gastoevoer sluiten, 4 Bekleding afnemen 5 De elektrische verbindingen van controle-elektrode en gloeiplug uittrekken 6 De elektrodes controleren, evt. vervangen O O 7 Dichtingen vervangen O O 8 Visuele controle brandereenheid O O 9 Reinigingsopeningen afnemen O O 10 Warmtewisselaar verwarmingswater reinigen O O 11 Condensaatlekbak reinigen O O 12 De neutralisator controleren, evt. granulaat bijvullen O O 13 Sifon reinigen, vullen, monteren en op juiste montage letten O O 14 Elektrische contactstekkers controleren O O 15 De gas- en watervoerende leidingen controleren: dichtheid, corrosie, veroudering O O 16 Expansievat visuele controle O O 17 Veiligheidsinrichtingen (veiligheidsventiel) functiecontrole O O 18 Luchttoevoeropeningen controleren O O 19 Gastoevoer openen O O 20 Ketel inschakelen O O 21 Dichtheidscontrole rookgassysteem O O 22 Ontsteking controleren O O 23 Controle op ongehinderde luchttoevoer O O 24 Samenspel met regelingstoebehoren controleren O O 25 Rookgasmeting bij schoorsteenvegerwerking O O 26 Rookgastemperatuur bruto C C 27 Aanzuigluchttemperatuur C C 28 Rookgastemperatuur netto C C 29 Kooldioxidegehalte (CO 2 ) % % 30 of zuurstofgehalte (O 2) % % 31 Koolmonoxidegehalte (CO) % % 32 Rookgasverlies % % Onderhoud bevestigen (datum, firmastempel, handtekening) _

20 15. Onderhoudsprotocol Overzicht van de stappen met onderhoudsprotocol Nr. Protocolpunt Protocolpunt Protocolpunt Protocolpunt Protocolpunt Protocolpunt O O O O O O 7 O O O O O O 8 O O O O O O 9 O O O O O O 10 O O O O O O 11 O O O O O O 12 O O O O O O 13 O O O O O O 14 O O O O O O 15 O O O O O O 16 O O O O O O 17 O O O O O O 18 O O O O O O 19 O O O O O O 20 O O O O O O 21 O O O O O O 22 O O O O O O 23 O O O O O O 24 O O O O O O 25 O O O O O O 26 C C C C C C 27 C C C C C C 28 C C C C C C 29 % % % % % % 30 % % % % % % 31 % % % % % % 32 % % % % % % Onderhoud bevestigen (datum, firmastempel, handtekening) _201407