Bijna alle kinderen zijn dol op water en weten het dan ook overal feilloos te vinden. Is jouw kind ook zo n waterrat? Hoe houd je jouw kind veilig

Transcriptie

1 Bijna alle kinderen zijn dol op water en weten het dan ook overal feilloos te vinden. Is jouw kind ook zo n waterrat? Hoe houd je jouw kind veilig rondom water terwijl te zelf ook kan genieten van een relaxte tijd? Hier onder vind je alles op één lijst. Uitprinten en afvinken maar!

2 ALGEMEEN: Kind in of rondom water: continu toezicht. Een enkel moment van onoplettendheid kan ernstige gevolgen hebben. Bespreek wie op welk kind let. Als er meerdere volwassenen aanwezig zijn rondom een zwembad of vijver, bespreek dan heel duidelijk wie op welk kind let. Ga er niet van uit dat de anderen ook wel opletten. Verantwoordelijkheid enkel bij volwassenen. Laat nooit oudere kinderen op jongere kinderen letten. Kinderen zijn over het algemeen snel afgeleid en kunnen hun taak tijdelijk vergeten. Even weg: zorg duidelijk overdragen. Vertrouw niet op een badmeester of andere aanwezigen, maar let zelf te allen tijde op uw kind. Als u even weg moet of even niet meer kunt opletten, moet u de zorg duidelijk aan iemand anders overdragen. U moet weten dat de ander u gehoord heeft en ernaar zal handelen. Ga er dus niet van uit dat deze het gehoord heeft als u geen reactie krijgt.

3 OPBLAASBADJE: Badje in tuin: telefoon buiten. Zodat u niet naar binnen hoeft om de telefoon op te nemen. Als dat wel moet, neem dan altijd uw kind mee. Opblaasbadje en emmers: direct na gebruik legen en opbergen. Zodat ze niet vol kunnen lopen met regenwater. Weet waar regenwater in kan zijn gelopen in de tuin. Zoals lege bakken en dergelijke. Leeg deze dingen direct voordat uw kind de tuin ingaat. VIJVER: Vijver: het liefst verwijderen. Indien de vijver niet verwijderd mag worden: (bijvoorbeeld in een huurhuis), maak dan de vijver zo veilig mogelijk: IJzeren gaasnet over vijver. o Stevig materiaal. Het gaasnet is stevig genoeg om het gewicht van een kind te houden. Het kind mag niet onder water zakken (met andere woorden, gebruik hiervoor geen kippengaas). o Openingen niet groter dan 80 x 80 mm. o Stevig in de grond verankerd. Het gaasnet is verankerd op een manier dat een kind er niet onderdoor kan kruipen. Hek om vijver. Als u uw vijver niet mag verwijderen en er ook geen ijzeren gaasnet op mag plaatsen, zet er dan een hek omheen. Voor de eisen die aan een veilig hek gesteld worden: lees het advies dat verderop gegeven wordt voor een veilig zwembadhek.

4 JACUZZI/ BUBBELBAD: Bubbelbad: afdekken met een stevig deksel met slot. Wateraanzuigbeveiliging: installeren. Zodat uw kind niet per ongeluk onder water vastgezogen kan worden. Wateraanzuiging: uitleg geven over veilig gedrag. Leer uw kind om niet te spelen in de buurt van de wateraanzuiging. Deze aanzuiging kan heel erg sterk zijn waardoor haren en handen in het rooster (vaak onder water) vastgezogen kunnen worden als ze er te dicht bij in de buurt komen. Wateraanzuiging noodsituatie: weet waar de uitknop zit. ZWEMBAD (OPENBAAR/ PRIVE): Zwemmen: geef uitleg over veilig gedrag. Leer uw kind om niet alleen te zwemmen. Zelfs een goede zwemmer kan een keer in de problemen raken. Wateraanzuiging: geef uitleg over veilig gedrag. Leer uw kind om niet te spelen in de buurt van de wateraanzuiging. Deze aanzuiging kan heel erg sterk zijn waardoor haren en handen in het rooster (vaak onder water) vastgezogen kunnen worden als ze er te dicht bij in de buurt komen.

5 Zwembandjes/drijvende hulpmiddelen: continu toezicht. Bandjes kunnen gemakkelijk afgedaan worden door uw kind, zelfs als u denkt dat het dat nog niet kan. Als u vleugeltjes wilt gebruiken, let dan op of ze geschikt zijn voor het gewicht van uw kind. Koop altijd vleugeltjes met meerdere compartimenten, zodat als er één plotseling kapotgaat, er nog (tijdelijk) voldoende draagvermogen over is. Duiken: geef uitleg over veilig gedrag. De meeste duikongevallen gebeuren op de grens van het ondiepe en diepe gedeelte van het zwembad waar het voor het kind veilig lijkt, maar wat net verkeerd is ingeschat. Zwembad in de tuin: veilig hek rondom: o minimaal 1,2 meter hoog; o zelfsluitende poort; o zelfsluitend slot; o Zwembadhek: geen horizontale (dwarse) onderdelen (of andere uitsteeksels). Dit zou uw kind kunnen gebruiken om over het hek te klimmen. zwembadhek: weet dat het niet honderd procent veilig. Soms sluit de poort niet of te laat, een slot kan het laten afweten en een kind kan een inventieve manier hebben gevonden om er toch overheen te klimmen. wateraanzuigbeveiliging installeren. zodat uw kind niet per ongeluk onder water vastgezogen kan worden.

6 NATUURLIJK WATER (ZEE, MEER, RIVIER): Meer of zee (natuurlijk water): weet dat dit donker en vaak troebel is. Kinderen die niet kunnen zwemmen, zinken naar de bodem. Als u dit ziet gebeuren in een helder zwembad, kunt u uw kind nog op tijd uit het water halen, maar in donker, troebel natuurlijk water is het erg moeilijk om uw kind (op tijd) te vinden. Boot (of watersport): kind draagt reddings- of zwemvest. Reddingvest en/of zwemvest: goedgekeurd. Let op het CE-keurmerk. Er zijn vier verschillende soorten: o CE-EN393 draait uw kind NIET op zijn rug (zwemvest); o CE-EN395 heeft een kraag en draait uw kind binnen 10 seconden op zijn rug (reddingsvest); o CE-EN396 heeft een kraag en draait uw kind binnen 5 seconden op zijn rug (reddingsvest); o CE-EN399 heeft een kraag en draait iemand met zware zeilkleren binnen 5 seconden op zijn rug (reddingsvest). goed passend. Laat uw kind beide armen recht omhooghouden; als het vest de kin of oren van uw kind raakt, is het te groot of zitten de banden te los. Zwemmen: geef uitleg over veilig gedrag. Leer uw kind om niet alleen te zwemmen. Zelfs een goede zwemmer kan een keer in de problemen raken. Zwemmen in zee: o alleen op stranden waar dat is toegestaan. o alleen waar reddingsbrigade aanwezig is.

7 o Kalme zee: weet dat er evengoed een gevaarlijke stroming kan zijn. o Zwemmen: niet in de buurt van muien (stroming die richting zee trekt). o Zee: geen drijvende voorwerpen bij aflandige wind (wind die richting zee staat). Waarschuwingsvlaggen: voorafgaand aan zwemmen controleren welke vlag er hangt. Bedenk dat er alleen op stranden waar een reddingsbrigade aanwezig is, strandvlaggen worden opgehangen. weet wat deze betekenen. Wat betekent welke vlag? De oranje windzak: u mag baden en zwemmen, maar het gebruik van drijvende voorwerpen (zwembandjes, luchtbedden, opblaasbootjes) is verboden, omdat u zou kunnen afdrijven. De gele vlag: het is gevaarlijk om te baden of te zwemmen. Drijvende voorwerpen zijn verboden. Dit heeft meestal te maken met het weer. De rode vlag: het is verboden te baden of te zwemmen. De rood-gele vlag: het gebied tussen twee rood-gele vlaggen is een bewaakte badzone. Strandwachten houden hier toezicht en watersport is hier verboden. De zwart-witgeblokte vlaggen: in het gebied tussen twee zwartwitgeblokte vlaggen mag u aan toegestane watersporten doen. De vraagtekenvlag: er is een kind gevonden.