RIJKSINSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU. Centrum voor Stoffen en Integrale Risicoschatting SIR ADVIES

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RIJKSINSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU. Centrum voor Stoffen en Integrale Risicoschatting SIR ADVIES"

Transcriptie

1 RIJKSINSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Centrum voor Stoffen en Integrale Risicoschatting SIR ADVIES Betreft: Voorstel voor verwijdering of handhaving van een 7-tal kruiden op bijlage III ( verboden kruiden ) van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten aan de hand van een risicobeoordeling voor deze kruiden. Probleem: De Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie vindt opname van deze 7 kruiden op de zgn. lijst met verboden kruiden niet terecht. De vraag is om op basis van een risicobeoordeling te adviseren omtrent handhaving danwel afschaffing van het verbod op het gebruik van de betreffende kruiden in kruidenpreparaten. Opdrachtgever: VWA Datum advies:

2 ADVIES INZAKE JUGLANS REGIA Project : Kruiden, Waren, Geneesmiddelen Kennisvraag : Beoordeling 7-tal kruiden (V/320106/02/AD), w.o. Juglans regia Doel : O.b.v. risicobeoordeling voorstel richting VWA voor verwijdering of handhaving van Juglans regia op bijlage III ( verboden kruiden ) van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten Datum : Juglans regia Achtergrond In 2001 is het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten 1 vastgesteld. Juglans regia (Walnotenboom of Okkernotenboom) is, met uitzondering van de noten, opgenomen op bijlage III van dit besluit, waarvan gesteld wordt dat kruidenpreparaten geen materiaal mogen bevatten dat geheel of ten dele afkomstig is van planten opgenomen in deze bijlage. In een reactie 2 op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten stelt de Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie (NVF) vast, zonder nadere onderbouwing, dat opname van Juglans regia in bijlage III van dit besluit niet terecht is, omdat daarvan niet vermeld is dat het toxisch zou zijn. De VWA heeft het RIVM gevraagd een risicobeoordeling uit te voeren voor Juglans regia en op basis daarvan een voorstel te doen voor de verwijdering of handhaving van Juglans regia op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Aanpak De beoordeling is gebaseerd op een screening naar informatie over Juglans regia op internet en in: 1 Besluit van 19 januari 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2001, nr Van Asseldonk AGM, Kieviet OS, van der Venne I, Verdonk-Kleinjan W, en Wauters Ch (2001) Reacties op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie, 14(1),

3 de Toxicologische Informatie en Kennisbank (TIK) van het NVIC en bij de meldkamer van de VWA naar recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties het rapport van de Commissie Toetsing Fytotherapie (CTF) naar gegevens over recent gebruik belangrijke handboeken, monografieën Medline en Toxline, d.m.v. een beperkte literatuursearch naar toxicologische informatie in reviews, en waarbij vooralsnog alleen gebruik is gemaakt van de beschikbare samenvattingen. Resultaten screening Er zijn geen recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties met Juglans regia (of producten waar het in zit) bekend bij het NVIC of de VWA, noch zijn gegevens over het recente gebruik van dit kruid te vinden in het rapport van de CTF. Er is geen WHO of ESCOP monografie gewijd aan Juglans regia. In diverse van de geraadpleegde handboeken is informatie te vinden over Juglans regia. Het betreft met name informatie over de actieve stof in Juglans regia en over de geclaimde werking. Hierover werd het volgende gevonden. Extracten van de bast van Juglans regia worden ook wel aangeduid met Derum, Dendasa of Deirum. Juglans regia bevat juglone (5-hydroxy-1,4-naphthoquinone) in alle delen van de plant, met de hoogste concentratie in de wortel. Juglans regia vindt toepassing in kruidenpreparaten die claimen te werken als fytotherapeutisch medicijn tegen luis en schurft, als anti-verouderingsmiddel en als ontstekingsremmer. Tevens wordt aan middelen met Juglans regia een vasorelaxerend, hypolipidemisch, hypoglycemisch en hyperinsulinemisch effect toegeschreven, en werkzaamheid bij chronische oogcatarre, abcessen en anemie. In de volksheelkunst worden middelen met Juglans regia gebruikt als bloedreinigingsmiddel en als middel bij scrofulose, rachitis, jicht, gastroenteritis, bij onstekingen van de huid en overmatig zweten, en als ondersteunend middel bij hoesten en bronchitis. De literatuur en informatie op het Internet over Juglans regia betreft met name werking en effecten van de actieve component juglone. Voor juglone worden acute orale LD50 waarden gemeld van 2,5 mg/kg lg voor de muis en van 112 mg/kg lg voor de rat, hetgeen in het kader van Classificatie en Labeling zou resulteren in: vergiftig bij opname door de mond. Er zijn geen waarden voor acute dermale toxiciteit gevonden. Aan juglone-bevattende middelen worden huid- en oogirriterende eigenschappen toegekend. Daarnaast wordt melding gemaakt van hyperpigmentatie en contactdermatitis, hetgeen heeft geleid tot het terugtrekken van juglone als zonnebrandmiddel. Blootstelling van paarden aan schaafsel van Juglans regia resulteerde in laminitis (ontsteking in de hoef). Juglone induceerde in honden ernstig pulmonair interstitieël en alveolair oedeem, en in honden en paarden ademhalingsproblemen en gastroenteritis. Er zijn aanwijzingen voor mutagene en carcinogene eigenschappen van Juglans regia. Juglone is positief bevonden in de Ames test, de micronucleustest, de sex-linked recessief lethaal test en de w/w+ somatische mutatie en recombinatie (SMART) test in Drosophila, en gaf in Ehrlich ascites tumor cellen mitotische afwijkingen. Er zijn geen chronische toxiciteit- of carcinogeniteitsstudies met juglone beschikbaar. Wel wordt melding gemaakt van juglone als tumorpromotor van huidtumoren in studies met muizen voorbehandeld met een initator. Huidtumoren werden niet waargenomen met 2

4 juglone in muizen die niet waren voorbehandeld met een initiator. Daarnaast wordt dagelijks topicaal gebruik van juglone-bevattende preparaten bereid uit walnootschors in verband gebracht met een toename in het optreden van kanker van de tong en leukoplakia van de lippen. Gezien het feit dat juglone deel uitmaakt van alle delen van Juglans regia, is het opmerkelijk dat de Commissie E Monograph (door een commisie deskundigen opgestelde monografie voor de Duitse regering) onderscheid maakt tussen blad en doppen. De bladeren, voor gebruik als samentrekkend middel op de huid, worden als niet-toxisch beschouwd. De doppen daarentegen, gebruikt bij o.a. abcessen, gastroenteritis, oogontsteking, worden als toxisch beschouwd vanwege de mutagene en carcinogene eigenschappen van juglone. Volgens VWS 3 is het verbod op het gebruik van Juglans regia in Nederland, en dientengevolge de plaatsing ervan op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten, terug te voeren op een lijst van dr. de Smet 4 waarop planten staan (w.o. Juglans regia) die aangemerkt zijn als risicovol voor de volksgezondheid. In België staat Juglans regia op de lijst van te notificeren planten indien in voorgedoseerde vorm (zgn. lijst 3 van de bijlage van het Koninklijk besluit 5 ), d.w.z. het mag niet gebruikt worden in voedingsmiddelen, in voorgedoseerde vorm, indien geen voorafgaande notificatie is uitgevoerd o.b.v. een notificatiedossier. Beoordeling Op basis van de beschikbare gegevens kunnen aan Juglans regia acuut toxische, huiden oogirriterende en huidsensibiliserende eigenschappen worden toegeschreven. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de actieve component juglone, aanwezig in alle delen van Juglans regia, mutagene en carcinogene eigenschappen bezit. Het gebruik van Juglans regia in kruidenpreparaten kan derhalve risico s met zich meebrengen. Dit pleit voor handhaving van Juglans regia op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. 3 Brief VWS (d.d , onderwerp warenwetbesluit kruidenpreparaten ) aan Mw. van Asseldonk van de NVF. 4 In adviesrapport Dutch legislation on herbal remedies van dr. P.A.G.M. de Smet van de KNMP van mei 1991 (zoals gerefereerd in brief VWS, zie 3 ). 5 Koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten. Belgisch Staatsblad, publicatie (Ed.1). 3

5 ADVIES INZAKE LYCIUM BARBARUM Project : Kruiden, Waren, Geneesmiddelen Kennisvraag : Beoordeling 7-tal kruiden (V/320106/02/AD), w.o. Lycium barbarum Doel : O.b.v. risicobeoordeling voorstel richting VWA voor verwijdering of handhaving van Lycium barbarum op bijlage III ( verboden kruiden ) van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten Datum : Lycium barbarum Achtergrond In 2001 is het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten 1 vastgesteld. Lycium barbarum (Boksdoorn) is opgenomen op bijlage III van dit besluit, waarvan gesteld wordt dat kruidenpreparaten geen materiaal mogen bevatten dat geheel of ten dele afkomstig is van planten opgenomen in deze bijlage. In een reactie 2 op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten stelt de Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie (NVF) vast, zonder nadere onderbouwing, dat opname van Lycium barbarum in bijlage III van dit besluit niet terecht is, omdat uit de Materia Medica van You-Ping Zhu blijkt dat er geen sprake is van absolute toxiciteit. Daarbij wordt tevens opgemerkt dat ondertussen Lycium barbarum in België van de lijst is gehaald. De VWA heeft het RIVM gevraagd een risicobeoordeling uit te voeren voor Lycium barbarum en op basis daarvan een voorstel te doen voor de verwijdering of 1 Besluit van 19 januari 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2001, nr Van Asseldonk AGM, Kieviet OS, van der Venne I, Verdonk-Kleinjan W, en Wauters Ch (2001) Reacties op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie, 14(1),

6 handhaving van Lycium barbarum op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Aanpak De beoordeling is gebaseerd op een screening naar informatie over Lycium barbarum op internet en in: de Toxicologische Informatie en Kennisbank (TIK) van het NVIC en bij de meldkamer van de VWA naar recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties het rapport van de Commissie Toetsing Fytotherapie (CTF) naar gegevens over recent gebruik belangrijke handboeken, monografieën Medline en Toxline, d.m.v. een beperkte literatuursearch naar toxicologische informatie in reviews, en waarbij vooralsnog alleen gebruik is gemaakt van de beschikbare samenvattingen Resultaten screening Er zijn geen recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties met Lycium barbarum (of producten waar het in zit) bekend bij het NVIC of de VWA, noch zijn gegevens over het recente gebruik van dit kruid te vinden in het rapport van de CTF. Er is geen WHO of ESCOP monografie gewijd aan Lycium barbarum. In slechts een klein aantal van de geraadpleegde handboeken is enige informatie te vinden over Lycium barbarum. Het betreft met name informatie over de actieve stoffen in Lycium barbarum en over de geclaimde werking. Hierover werd het volgende gevonden. Lycium barbarum wordt ook wel aangeduid met matrimony vine of bastard jasmine, terwijl de vruchten ervan, te weten lycii fructus, in het chinees worden aangeduid met Gougizi of Gouqizi. Van Lycium barbarum en het fruit ervan, wordt vermeld dat het naast polysacchariden het alkaloïd betaïne (0,1%) bevat, evenals zeaxanthine en p-coumarinezuur. Lycium barbarum vindt toepassing in kruidenpreparaten die claimen te werken als immunostimulant en stimulant van het hart, bij slechthorendheid, oorsuizen, onvruchtbaarheid, impotentie, duizeligheid, bloedarmoede, diabetes, vermoeidheid bij overspannenheid en hoge bloeddruk. Tevens wordt Lycium barbarum voorgeschreven ter versterking van de spieren en botten, bescherming van de lever, aanvulling van de levenskracht en bevordering van de visuele scherpte. Lycium barbarum zou gecontraindiceerd zijn bij miltdeficientie, koorts ten gevolge van infectie, bij diarree en opgeblazen gevoel. Daarnaast wordt melding gemaakt van een potentiële interactie tussen Lycium barbarum en warfarine. Gegevens over de toxiciteit van Lycium barbarum en het fruit ervan, lycii fructus, zijn nauwelijks voorhanden. Veelal wordt Lycium barbarum tot de giftige planten gerekend, hoewel er geen duidelijke gegevens zijn die duiden op toxiciteit. Daar Lycium barbarum behoort tot een familie die vaak toxines (alkaloïden) bevat (wolfskers, belladonna) wordt de waarschuwing gegeven voorzichtig te zijn met deze soort, m.n. wat betreft de eetbare bladeren. De enige melding van dodelijke vergiftiging na het eten van grote hoeveelheden Lycium barbarum betreft kamelen. Nadere details zijn niet beschikbaar. Van lycii fructus wordt vermeld dat het niet-toxisch is. Injectie met 2,4 g/kg lg lycium fruit extract gaf geen toxische effecten, terwijl 25 g/kg lg resulteerde in toxiciteit. De 5

7 LD50 is 8,3 g/kg lg (ongeveer een engelse pound gedroogd fruit, geëxtraheerd en toegediend per injectie). Van Lycium barbarum beperken de toxiciteitsgegevens zich tot de stoffen betaïne en zeaxanthine. In 28-dagen en 90-dagen studies met betaïne in ratten werden er (reversible) effecten waargenomen vanaf 5% betaïne. Het gehalte betaïne in Lycium barbarum bedraagt echter 0,1%, waarbij derhalve geen toxiciteit is te verwachten. De Gezondheidsraad besluit in 2003 dat er geen veilige bovengrens voor betaïne voor de mens is af te leiden, daar er vooralsnog onvoldoende zekerheid is dat nadelige effecten op de gezondheid achterwege zullen blijven door het gebruik van betaïne, met name bij langdurige dagelijkse inname. Van zeaxanthine worden orale LD50 waarden van >4000 en >8000 mg/kg lg vermeld voor respectievelijk rat en muis. In orale 90 dagen studies met muizen, ratten en honden worden geen nadelige effecten van zeaxanthine waargenomen tot en met de hoogst geteste dosering van respectievelijk 1000, 1000 en 400 mg/kg lg/dag.hetzelfde geldt voor een orale 52- weken studie met apen met een hoogst geteste dosering van 20 mg/kg lg/dag. Ook in teratogeniteitsstudies met konijnen en ratten werden geen nadelige effecten waargenomen tot en met de hoogst geteste dosering van respectievelijk 400 en 1000 mg/kg lg/dag. Zeaxanthine is niet genotoxisch in vitro en in vivo, en er zijn geen nadelige effecten waargenomen in humane studies. In Nederland is volgens VWS 3 op advies van de werkgroep Smart Shops gekozen voor een verbod op het gebruik van Lycium barbarum omdat het belladonnaalkaloïden bevat met hoge acute toxiciteit. Dit heeft geresulteerd in plaatsing van Lycium barbarum op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Ook in België staat Lycium barbarum op de lijst met planten die niet als zodanig of in voedings-middelen mogen worden gebruikt (zgn. lijst 1 van de bijlage van het Koninklijk besluit 4 ). In een latere wijziging van dit besluit 5 staat Lycium barbarum nog steeds op lijst 1, maar dan met de kanttekening dat het gebruik van de bessen en bast wel is toegelaten. Middels deze wijziging wordt Lycium barbarum, met asterisk 6, tevens toegevoegd aan de lijst van te notificeren planten indien in voorgedoseerde vorm (zgn. lijst 3 van de bijlage van het Koninklijk besluit), d.w.z. het mag niet gebruikt worden in voedingsmiddelen, in voorgedoseerde vorm, indien geen voorafgaande notificatie is uitgevoerd o.b.v. een notificatiedossier. Ook bij lijst 3 staat voor Lycium barbarum de kanttekening dat enkel het gebruik van bessen en bast is toegelaten. De opmerking van de NVF dat ondertussen Lycium barbarum in België van de lijst is gehaald is dus slechts gedeeltelijk correct. Beoordeling Op basis van de beschikbare gegevens lijkt Lycium barbarum niet toxisch te zijn, en zal het gebruik ervan in kruidenpreparaten weinig risico s met zich meebrengen. 3 Brief VWS (d.d , onderwerp warenwetbesluit kruidenpreparaten ) aan Mw. van Asseldonk van de NVF. 4 Koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten. Belgisch Staatsblad, publicatie (Ed.1). 5 Ministerieel besluit [van 13 april 2000] tot wijziging van de bijlage van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten. Belgisch Staatsblad, publicatie (Ed.1). 6 Inhoudende dat er voor Lycium barbarum minimale en maximale gehalten aan actieve stoffen en merkers kunnen worden vastgesteld. 6

8 Plaatsing van Lycium barbarum op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten berust op het gegeven dat Lycium barbarum behoort tot een plantenfamilie die vaak toxines bevat (belladonna-alkaloïden). Uit de gegevens over de toxiciteit van de actieve stoffen uit Lycium barbarum blijkt echter dat ofwel geen (zeaxanthine) ofwel toxische effecten pas optreden bij veel hogere gehalten dan die in Lycium barbarum aanwezig zijn (betaïne). Tevens zijn er, met uitzondering van de melding van toxiciteit bij kamelen na het eten van grote hoeveelheden van de plant, geen meldingen dat de plant of plantdelen giftig zouden zijn. Dit zou pleiten voor verwijdering van Lycium barbarum van bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Wel wordt opgemerkt dat bij een verwijdering van Lycium barbarum van bijlage III rekening gehouden dient te worden met de contra-indicaties die voor Lycium barbarum vermeld worden. 7

9 ADVIES INZAKE LYCOPUS EUROPAEUS Project : Kruiden, Waren, Geneesmiddelen Kennisvraag : Beoordeling 7-tal kruiden (V/320106/02/AD), w.o. Lycopus europaeus Doel : O.b.v. risicobeoordeling voorstel richting VWA voor verwijdering of handhaving van Lycopus europaeus op bijlage III ( verboden kruiden ) van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten Datum : Lycopus europaeus Achtergrond In 2001 is het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten 1 vastgesteld. Lycopus europaeus (Wolfspoot) is opgenomen op bijlage III van dit besluit, waarvan gesteld wordt dat kruidenpreparaten geen materiaal mogen bevatten dat geheel of ten dele afkomstig is van planten opgenomen in deze bijlage. In een reactie 2 op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten stelt de Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie (NVF) vast, zonder nadere onderbouwing, dat opname van Lycopus europaeus in bijlage III van dit besluit niet terecht is, omdat het niet toxisch zou zijn. De VWA heeft het RIVM gevraagd een risicobeoordeling uit te voeren voor Lycopus europaeus en op basis daarvan een voorstel te doen voor de verwijdering of handhaving van Lycopus europaeus op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Aanpak De beoordeling is gebaseerd op een screening naar informatie over Lycopus europaeus op internet en in: 1 Besluit van 19 januari 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2001, nr Van Asseldonk AGM, Kieviet OS, van der Venne I, Verdonk-Kleinjan W, en Wauters Ch (2001) Reacties op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie, 14(1),

10 de Toxicologische Informatie en Kennisbank (TIK) van het NVIC en bij de meldkamer van de VWA naar recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties het rapport van de Commissie Toetsing Fytotherapie (CTF) naar gegevens over recent gebruik belangrijke handboeken, monografieën Medline en Toxline, d.m.v. een beperkte literatuursearch naar toxicologische informatie in reviews, en waarbij vooralsnog alleen gebruik is gemaakt van de beschikbare samenvattingen. Resultaten screening Er zijn geen recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties met Lycopus europaeus (of producten waar het in zit) bekend bij het NVIC of de VWA. Er zijn geen gegevens over het recente gebruik van dit kruid te vinden in het rapport van de CTF, met uitzondering van de vermelding dat er [in 1995] 2 preparaten met Lycopus europaeus op de Nederlandse markt zijn. Er is geen WHO of ESCOP monografie gewijd aan Lycopus europaeus. In een aantal van de geraadpleegde handboeken is informatie te vinden over Lycopus europaeus. Het betreft met name informatie over de actieve stoffen in Lycopus europaeus en over de geclaimde werking. Hierover werd het volgende gevonden. Lycopus europaeus bevat o.a. luteolin-7 glucoside, luteolin-7-glucuronide, rozemarijnzuur, caffeïnezuur en xanthine oxidase. Lycopus europaeus vindt toepassing in kruidenpreparaten die claimen te werken als middel met endocriene effecten, zoals bij de behandeling van de symptomen van hyperthyroïdie en bij mastodynie (pijn en spanningsgevoel in de borstklier), met antigonadotrope effecten (helpt bij Pre-Menstrueel Syndroom, PMS), voor verlaging van het prolactine gehalte, en voor inhibitie van de perifere deïodinering van T4. Daarnaast worden aan Lycopus europaeus anticarcinogene, antimutagene, antinociceptieve en cardioactieve effecten toegeschreven, zou het werkzaam zijn als perifere vasoconstrictor en wordt het gebruikt bij koorts. Lycopus europaeus zou gecontra-indiceerd zijn bij normale schildklierfunctie, bij onderfunctioneren van de schildklier en bij schildkliervergroting zonder functiestoring (euthyreote struma), en ook tijdens zwangerschap en het geven van borstvoeding. Dit laatste omdat het de aanmaak van borstvoeding zou verminderen. Inname van middelen met Lycopus europaeus kan de diagnostiek van de schildklier beïnvloeden (jodiumblokkade). Middelen met Lycopus europaeus moeten niet gelijktijdig worden gebruikt met schildkliermedicijnen. Gegevens over de toxiciteit van Lycopus europaeus zijn beperkt. Er zijn slechts enkele gegevens uit toxiciteitsstudies met dieren beschikbaar. Er wordt een LD50 waarde genoemd van g/kg lg in mannelijke muizen na intraveneuze toediening. Daarnaast wordt vermeld dat herhaalde toediening van Lycopus europaeus extract aan ratten heeft geleid tot een toename in het gewicht van de bijnieren. Er zijn geen gegevens gevonden na chronische blootstelling of over eventuele carcinogeniteit of reproductie toxische effecten. In één mutageniteitsstudie werd waargenomen dat luteolin-7-glucoside micronucleï in lymfocyten induceerde. Op het Internet zijn gegevens gevonden over ongewenste bijwerkingen na gebruik van Lycopus europaeus bevattende middelen. Er wordt melding gemaakt van het mogelijk optreden van ademhalingsproblemen of een beklemmend gevoel in keel of borst, pijn op de borst, netelroos, huiduitslag, of gezwollen huid. Bij langdurig gebruik kan 9

11 vergroting van de schildklier optreden en vertraging van de hartslag. Overmatige inname kan leiden tot een mogelijk schadelijke afname van de schildklierfunctie. Daarnaast wordt gemeld, dat gedurende de eerste week van de behandeling met Lycopus europaeus de klachten kunnen toenemen. Abrupt stoppen met de inname van Lycopus europaeus kan leiden tot een versterking van de klachten, en verhoging van thyroid stimulerend hormoon (TSH) en prolactine secretie. Er wordt gewaarschuwd voorzichtig te zijn met het gebruik van Lycopus europaeus bij primair of secondair hypopituitarisme, hypofyse adenoma, primair of secondair hypogonadisme, TSH-stimulerende tumoren, of gerelateerde aandoeningen. Lycopus europaeus moet niet genomen worden bij osteoporose. Daar Lycopus europaeus de hartslag kan verlagen, moet voorzichtigheid worden betracht bij systolische dysfunctie of hartfalen. In de Commissie E monograph van Lycopus europaeus wordt aangegeven dat bij gebruik interactie op zal treden met het jodium metabolisme. Daarnaast kunnen, als gevolg van de cardioactieve werking van Lycopus europaeus, de volgende interacties met medicijnen optreden: interferentie en/of antagonisme met anti-aritmica, antagonisme van betablokkers, potentiëring van hartglycosiden en toenemende risico op hypokalemia, in combinatie met depolariserende spierrelaxantia is er een risico op aritmieën, en er is interactie mogelijk met nitraten en met calcium blokkers. Er wordt met nadruk gemeld, dat bij een dagelijkse inname van Lycopus europaeus de leeftijd en het lichaamsgewicht van belang zijn voor een juiste dosering, en dat de optimale schildklierhormoonspiegel persoonsafhankelijk is. Volgens VWS 3 is het verbod op het gebruik van Lycopus europaeus in Nederland, en dientengevolge de plaatsing ervan op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten, terug te voeren op een lijst van dr. de Smet 4 waarop planten staan (w.o. Lycopus europaeus) die aangemerkt zijn als risicovol voor de volksgezondheid. In België staat Lycopus europaeus, met asterisk 5, op de lijst van te notificeren planten indien in voorgedoseerde vorm (zgn. lijst 3 van de bijlage van het Koninklijk besluit 6 ), d.w.z. het mag niet gebruikt worden in voedingsmiddelen, in voorgedoseerde vorm, indien geen voorafgaande notificatie is uitgevoerd o.b.v. een notificatiedossier. Beoordeling Op basis van de beschikbare gegevens wordt het gebruik van Lycopus europaeus in verband gebracht met het mogelijk optreden van diverse schadelijke bijwerkingen. Er worden tevens diverse omstandigheden genoemd, waarbij het gebruik van Lycopus europaeus zonder toezicht van een arts niet is aan te bevelen. Dit wordt tevens ondersteund door de stelling dat een optimale schildklierhormoonspiegel persoonsafhankelijk is, en door het mogelijk interfereren van Lycopus europaeus met diverse geneesmiddelen. Tenslotte zijn er beperkte aanwijzingen dat Lycopus europaeus mogelijk genotoxisch zou kunnen zijn. Alles in aanmerking nemend zal het 3 Brief VWS (d.d , onderwerp warenwetbesluit kruidenpreparaten ) aan Mw. van Asseldonk van de NVF. 4 In adviesrapport Dutch legislation on herbal remedies van dr. P.A.G.M. de Smet van het KNMP van mei 1991 (zoals gerefereerd in brief VWS, zie 3 ). 5 Inhoudende dat er voor Lycopus europaeus [binnen kader van Koninklijk besluit, zie 6 ] minimale en maximale gehalten aan actieve stoffen en merkers kunnen worden vastgesteld. 6 Koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten. Belgisch Staatsblad, publicatie (Ed.1). 10

12 gebruik van Lycopus europaeus in kruidenpreparaten risico s met zich mee kunnen brengen. Dit pleit voor handhaving van Lycopus europaeus op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. 11

13 ADVIES INZAKE MAGNOLIA OFFICINALIS Project : Kruiden, Waren, Geneesmiddelen Kennisvraag : Beoordeling 7-tal kruiden (V/320106/02/AD), w.o. Magnolia officinalis Doel : O.b.v. risicobeoordeling voorstel richting VWA voor verwijdering of handhaving van Magnolia officinalis op bijlage III ( verboden kruiden ) van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten Datum : Magnolia officinalis Achtergrond In 2001 is het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten 1 vastgesteld. Magnolia officinalis (Magnolia) is opgenomen op bijlage III van dit besluit, waarvan gesteld wordt dat kruidenpreparaten geen materiaal mogen bevatten dat geheel of ten dele afkomstig is van planten opgenomen in deze bijlage. In een reactie 2 op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten stelt de Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie (NVF) vast, zonder nadere onderbouwing, dat opname van Magnolia officinalis in bijlage III van dit besluit niet terecht is, omdat het niet toxisch is, zie ook de Materia Medica van You-Ping Zhu. Daarbij wordt tevens opgemerkt dat ondertussen Magnolia in België van de lijst is gehaald. De VWA heeft het RIVM gevraagd een risicobeoordeling uit te voeren voor Magnolia officinalis en op basis daarvan een voorstel te doen voor de verwijdering of handhaving van Magnolia officinalis op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. 1 Besluit van 19 januari 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2001, nr Van Asseldonk AGM, Kieviet OS, van der Venne I, Verdonk-Kleinjan W, en Wauters Ch (2001) Reacties op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie, 14(1),

14 Aanpak De beoordeling is gebaseerd op een screening naar informatie over Magnolia officinalis op internet en in: de Toxicologische Informatie en Kennisbank (TIK) van het NVIC en bij de meldkamer van de VWA naar recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties het rapport van de Commissie Toetsing Fytotherapie (CTF) naar gegevens over recent gebruik belangrijke handboeken, monografieën Medline en Toxline, d.m.v. een beperkte literatuursearch naar toxicologische informatie in reviews, en waarbij vooralsnog alleen gebruik is gemaakt van de beschikbare samenvattingen. Resultaten screening Er zijn geen recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties met Magnolia officinalis (of producten waar het in zit) bekend bij het NVIC of de VWA, noch zijn gegevens over het recente gebruik van dit kruid te vinden in het rapport van de CTF. Er is geen WHO of ESCOP monografie gewijd aan Magnolia officinalis. In slechts een klein aantal van de geraadpleegde handboeken is enige informatie te vinden over Magnolia officinalis. Het betreft met name informatie over de actieve stoffen in Magnolia officinalis, waarvan m.n. de schors toepassing vindt, en over de geclaimde werking. Hierover werd het volgende gevonden. Magnolia officinalis bevat diverse actieve stoffen, waarvan magnolol (2-11%), honokiol (0,3-4,6%) en eudesmol (bijna 1%) als belangrijkste voor de farmacologische effecten worden gezien. Tevens bevat Magnolia officinalis ongeveer 1% alkaloïden, m.n. magnoflorine, magnocurarine en salicifoline, waarvan het meest potente alkaloïd magnocurarine 0,2% uitmaakt. Aan Magnolia officinalis worden verschillende werkingen toegedacht: antiviraal, bloeddrukverlagende werking, bloedstolling, anti-allergische werking, analgetischeantiflogistische werking, verhogen van de steroïdproduktie door de bijnierschors, antimicrobiële werking, bevordert uteruscontractie, anti-astmatisch, analgetisch, remming van xanthinoxidase, anti-emetische werking, spierrelaxerende werking, anticonvulsieve werking, en werking op tumorcellen. Als volksgebruik vindt Magnolia officinalis toepassing in preparaten die claimen te werken als anti-stress middel, slijmoplosser, bij hoofdpijn, bij slechte spijsvertering, bij beroertes, gebrek aan eetlust, maagzuur, winderigheid, misselijkheid, diarree, kortademigheid, als diureticum, afrodisiacum, bij neurosen, koorts, angst, vlektyfus en zou werken als een antidotum bij vergiftiging door organofosfaat pesticiden. Magnolia officinalis maakt meestal deel uit van traditionele preparaten welke vele kruiden bevatten, en draagt derhalve veelal voor een relatief klein deel bij aan het effect. Extracten van Magnolia officinalis worden ook wel aangeduid met houpu of houpo. Volgens Hagers Handbuch is Magnolia officinalis gecontra-indiceerd tijdens zwangerschap. Ook wordt aangegeven dat bij lactatie eerst de arts moet worden gewaarschuwd, en dat twee weken voor een operatie geen middelen met Magnolia officinalis moet worden gebruikt. Voorts is Magnolia officinalis gecontra-indiceerd voor gebruik met middelen die werken op het centrale zenuwstelsel, zoals alcohol, barbituraten en medicijnen die de gemoedstoestand beïnvloeden (bv. antidepressiva). De literatuursearch heeft weinig aanwijzingen voor toxiciteit van Magnolia officinalis opgeleverd. Eén handboek vermeldt dat het weinig giftig is, en dat bij huidcontact met de plant huidbeschadiging kan optreden. Er worden LD50 waarden voor Magnolia officinalis voor muis en kat gegeven, na intraperitoneale toediening, van 13

15 respectievelijk 6 en 4.25 g/kg lg, en een LD50 voor magnofluorine (injectie) van 45 mg/kg lg in muizen. De aanbevolen dosering van Magnolia officinalis in afkooksel is 3-9 gram per dag, met een maximale magnocurarine gehalte van 18 mg. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de extractie efficiëntie van magnolia alkaloïden en over de absorptie-efficiëntie. Hoge doseringen kunnen leiden tot slaperigheid, en er wordt derhalve afgeraden met zware machines te werken bij gebruik van Magnolia officinalis. Er wordt gemeld dat overdosering verlamming van de ademhalingsspieren kan veroorzaken. In China wordt Magnolia officinalis soms vervangen door soorten van Manglieta, planten die nauw verwant zijn aan Magnolia. Van sommige Manglieta soorten is bekend dat de bast een beduidend hoger gehalte aan magnocurarine bevat dan de bast van Magnolia officinalis. De betekenis van deze verwisseling/vervanging voor de toxiciteit van het betreffende kruidenpreparaat is onduidelijk. In België hebben zich incidenten voorgedaan met afslankpillen die naast Magnolia officinalis ook Stephania tetrandra zouden bevatten, en die bij gebruikers tot nierschade en urinewegkanker hebben geleid. N.a.v. deze incidenten is er een verbod gekomen op zowel Magnolia officinalis als Stephania tetrandra. Later zijn de ernstige niereffecten echter toegeschreven aan verwisseling van Stephania tetrandra met Aristolochia-soorten (w.o. Aristolochia fangchi), waarvan bekend is dat ze niertoxisch zijn. In Europa zijn Aristolochia-soorten dan ook verboden. Zo is in Nederland volgens bijlage II van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten het gebruik van planten van de familie van de Aristolochiaceae niet toegestaan voor zover daarin aristolochiazuren of derivaten daarvan aanwezig zijn. In Nederland is volgens VWS 3 gekozen voor een verbod op het gebruik van Magnolia officinalis omdat het regelmatig geheel of gedeeltelijk zou worden vervangen of verwisseld met een plant uit het geslacht Aristolochia, en waarbij ook is meegewogen dat de mogelijkheden voor identificatie van het uitgangsmateriaal beperkt zijn. Dit heeft geresulteerd in plaatsing van Magnolia officinalis op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Ook in België staat Magnolia officinalis op de lijst met planten die niet als of in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt (zgn. lijst 1 van de bijlage van het Koninklijk besluit 4 ). In een latere wijziging van dit besluit 5 is Magnolia officinalis, met asterisk 6, toegevoegd aan de lijst van te notificeren planten indien in voorgedoseerde vorm (zgn. lijst 3 van de bijlage van het Koninklijk besluit), d.w.z. het mag niet gebruikt worden in voedingsmiddelen, in voorgedoseerde vorm, indien geen voorafgaande notificatie is uitgevoerd o.b.v. een notificatiedossier. Opvallend is dat deze wijziging voor Magnolia officinalis uitsluitend een toevoeging betreft en niet, zoals voor andere planten in hetzelfde wijzigingsbesluit, een toevoeging aan lijst 3 én tegelijkertijd een schrapping van lijst 1. Het is dus niet geheel duidelijk wat de status van Magnolia officinalis in België is, en dus ook niet 3 Brief VWS (d.d , onderwerp warenwetbesluit kruidenpreparaten ) aan Mw. van Asseldonk van de NVF. 4 Koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten. Belgisch Staatsblad, publicatie (Ed.1). 5 Ministerieel besluit [van 18 december 2001] tot wijziging van de bijlage van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten. Belgisch Staatsblad, publicatie (Ed.1). 6 Inhoudende dat er voor Magnolia officinalis minimale en maximale gehalten aan actieve stoffen en merkers kunnen worden vastgesteld. 14

16 waarop de opmerking van de NVF is gebaseerd dat ondertussen Magnolia in België van de lijst is gehaald. Beoordeling Op basis van de beschikbare gegevens lijkt Magnolia officinalis niet toxisch te zijn, en zal het gebruik ervan in kruidenpreparaten weinig risico s met zich meebrengen. Dit zou pleiten voor verwijdering van Magnolia officinalis van bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten, ook al omdat de reden om het op deze bijlage te plaatsen, nl. regelmatige verwisseling met Aristolochia-soorten, niet zozeer een probleem lijkt te zijn met Magnolia officinalis maar juist met andere planten, w.o. Stephania tetrandra. Er dient wel opgemerkt te worden dat er kennelijk soms een verwisseling/vervanging plaats kan vinden door soorten van Manglieta. Of dit echter gevolgen heeft voor de toxiciteit danwel consequentie voor de plaatsing van Magnolia officinalis op bijlage III valt op basis van de beschikbare gegevens niet te beoordelen. Voorts wordt opgemerkt dat bij een verwijdering van Magnolia officinalis van bijlage III rekening gehouden dient te worden met de contra-indicaties die voor Magnolia officinalis vermeld worden. 15

17 ADVIES INZAKE RUBIA TINCTORUM Project : Kruiden, Waren, Geneesmiddelen Kennisvraag : Beoordeling 7-tal kruiden (V/320106/02/AD), w.o. Rubia tinctorum Doel : O.b.v. risicobeoordeling voorstel richting VWA voor verwijdering of handhaving van Rubia tinctorum op bijlage III ( verboden kruiden ) van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten Datum : Rubia tinctorum Achtergrond In 2001 is het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten 1 vastgesteld. Rubia tinctorum (Meekrap) is opgenomen op bijlage III van dit besluit, waarvan gesteld wordt dat kruidenpreparaten geen materiaal mogen bevatten dat geheel of ten dele afkomstig is van planten opgenomen in deze bijlage. In een reactie 2 op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten betwijfelt de Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie (NVF) of opname van Rubia tinctorum in bijlage III van dit besluit terecht is, maar geeft daarvoor geen nadere onderbouwing. De VWA heeft het RIVM gevraagd een risicobeoordeling uit te voeren voor Rubia tinctorum en op basis daarvan een voorstel te doen voor de verwijdering of handhaving van Rubia tinctorum op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Aanpak De beoordeling is gebaseerd op een screening naar informatie over Rubia tinctorum op internet en in: 1 Besluit van 19 januari 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2001, nr Van Asseldonk AGM, Kieviet OS, van der Venne I, Verdonk-Kleinjan W, en Wauters Ch (2001) Reacties op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie, 14(1),

18 de Toxicologische Informatie en Kennisbank (TIK) van het NVIC en bij de meldkamer van de VWA naar recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties het rapport van de Commissie Toetsing Fytotherapie (CTF) naar gegevens over recent gebruik belangrijke handboeken, monografieën Medline en Toxline, d.m.v. een beperkte literatuursearch naar toxicologische informatie in reviews, en waarbij vooralsnog alleen gebruik is gemaakt van de beschikbare samenvattingen. Resultaten screening Er zijn geen recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties met Rubia tinctorum (of producten waar het in zit) bekend bij het NVIC of de VWA, noch zijn gegevens over het recente gebruik van dit kruid te vinden in het rapport van de CTF. Er is geen WHO of ESCOP monografie gewijd aan Rubia tinctorum. In diverse van de geraadpleegde handboeken is informatie te vinden over Rubia tinctorum. Het betreft met name informatie over de actieve stoffen in Rubia tinctorum en waar het voor gebruikt wordt. Rubia tinctorum bevat diverse anthrachinonen, w.o. alizarine (1,2-dihydroxy-anthrachinon), rubiadine (1,3-dihydroxy-2-methylanthrachinon), 1- hydroxy-anthraquinone (1-HAQ), lucidin (1,3-dihydroxy-2-hydroxymethylanthraquinone) en lucidinethylether, en de glycosiden of primerosiden van deze anthrachinonen (zoals ruberythrine zuur). Van preparaten met Rubia tinctorum wordt o.a. geclaimd dat ze zijn te gebruiken bij de behandeling van gal- en nierstenen (m.n. bij stenen die bestaan uit calciumoxalaat of calciumfosfaat), bij menstruele en urinaire aandoeningen, geelzucht, ischias, verlamming, darmtuberculose, bij wonden en zweren (lokale applicatie), en ter verbetering van de peristaltiek en tonus van gladde spieren in de darmtractus en urinewegen. Verder wordt de oertinctuur uit de wortelstok in de homeopathie gebruikt bij anemie, ondervoeding, amenorrhoe en miltaandoeningen. Bij de literatuursearch kwamen aanwijzingen voor genotoxische en carcinogene eigenschappen van Rubia tinctorum naar voren. Zo zijn er studies beschreven met o.a. 1-HAQ (knaagdier darm-carcinogeen; tumoren vertonen gelijkenis met tumoren waargenomen bij mensen met ulceratieve colitis (zwerende dikkedarmontsteking)), lucidin (mutageen in bacteria (Salmonella typhimurium; met name na metabole activatie) en in V79 cellen (HPRT gen locus), inductie DNA enkelstrengs breuken, DNA eiwit cross-links, en in hepatocyten van de rat DNA repair synthese, transformatie muis fibroblasten in vitro), en lucidinethylether (mutageen in Salmonella typhimurium (na metabole activatie), zwak mutageen in V79 cellen, inductie DNA repair synthese in geïnduceerde hepatocyten van de rat). Aangetoond is ook dat de opname van de anthraquinone glycosides AlP (alizarinprimeveroside) en LuP (lucedinprimeveroside) leidden tot vorming van het knaagdiercarcinogeen 1-HAQ en de genotoxische componenten lucidin en rubiadin. Gezien de genotoxische en carcinogenene eigenschappen is niet verder gezocht naar andere toxische effecten van (actieve stoffen van) Rubia tinctorum. Vanwege de verdachte genotoxische en carcinogene eigenschappen is het gebruik van Rubia tinctorum verboden in diverse Europese landen (w.o. Nederland, Duitsland, België). In Nederland is het verbod op het gebruik van Rubia tinctorum, en dientengevolge de plaatsing ervan op bijlage III van het Warenwetbesluit 17

19 Kruidenpreparaten, zeer waarschijnlijk 3 terug te voeren op een lijst van dr. de Smet 4 waarop planten staan met een mogelijk risico voor de volksgezondheid. In België staat Rubia tinctorum op de lijst met planten die niet als of in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt (zgn. lijst 1 van de bijlage van het Koninklijk besluit 5 ). Beoordeling Op basis van de beschikbare gegevens kunnen aan Rubia tinctorum genotoxische en carcinogene eigenschappen worden toegeschreven. Het gebruik ervan in kruidenpreparaten kan derhalve risico s met zich meebrengen. Dit pleit voor handhaving van Rubia tinctorum op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. 3 Blijkens een brief van VWS (d.d , onderwerp warenwetbesluit kruidenpreparaten ) aan Mw. van Asseldonk van de NVF, alhoewel Rubia tinctorum daarin niet met name genoemd wordt. 4 In adviesrapport Dutch legislation on herbal remedies van dr. P.A.G.M. de Smet van het KNMP van mei 1991(zoals gerefereerd in brief VWS, zie 3 ). 5 Koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten. Belgisch Staatsblad, publicatie (Ed.1). 18

20 ADVIES INZAKE STEPHANIA TETRANDRA Project : Kruiden, Waren, Geneesmiddelen Kennisvraag : Beoordeling 7-tal kruiden (V/320106/02/AD), w.o. Stephania tetrandra Doel : O.b.v. risicobeoordeling voorstel richting VWA voor verwijdering of handhaving van Stephania tetrandra op bijlage III ( verboden kruiden ) van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten Datum : Stephania tetrandra Achtergrond In 2001 is het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten 1 vastgesteld. Stephania tetrandra is opgenomen op bijlage III van dit besluit, waarvan gesteld wordt dat kruidenpreparaten geen materiaal mogen bevatten dat geheel of ten dele afkomstig is van planten opgenomen in deze bijlage. In een reactie 2 op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten stelt de Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie (NVF) vast, zonder nadere onderbouwing, dat opname van Stephania tetrandra ( een volkomen veilig kruid ) in bijlage III van dit besluit niet terecht is. Daarbij wordt tevens opgemerkt dat Stephania in België ondertussen van de lijst is afgehaald. De VWA heeft het RIVM gevraagd een risicobeoordeling uit te voeren voor Stephania tetrandra en op basis daarvan een voorstel te doen voor de verwijdering of handhaving van Stephania tetrandra op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Aanpak De beoordeling is gebaseerd op een screening naar informatie over Stephania tetrandra op internet en in: 1 Besluit van 19 januari 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2001, nr Van Asseldonk AGM, Kieviet OS, van der Venne I, Verdonk-Kleinjan W, en Wauters Ch (2001) Reacties op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie, 14(1),

21 de Toxicologische Informatie en Kennisbank (TIK) van het NVIC en bij de meldkamer van de VWA naar recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties het rapport van de Commissie Toetsing Fytotherapie (CTF) naar gegevens over recent gebruik belangrijke handboeken, monografieën Medline en Toxline, d.m.v. een beperkte literatuursearch naar toxicologische informatie in reviews, en waarbij vooralsnog alleen gebruik is gemaakt van de beschikbare samenvattingen. Resultaten screening Er zijn geen recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties met Stephania tetrandra (of producten waar het in zit) bekend bij het NVIC of de VWA, noch zijn gegevens over het recente gebruik van dit kruid te vinden in het rapport van de CTF. Er is geen WHO of ESCOP monografie gewijd aan Stephania tetrandra. In slechts een klein aantal van de geraadpleegde handboeken is enige informatie te vinden over Stephania tetrandra. Het betreft met name informatie over de actieve stoffen in Stephania tetrandra (diverse alkaloïden, w.o. tetrandrine, menisine) en waar het voor gebruikt wordt (veelal in kruidenpreparaten die claimen te werken als afslankmiddel, en bij rheumatische aandoeningen vanwege analgetische eigenschappen). Van tetrandrine worden o.a. de volgende werkingen vermeld: hypotensief (via vasodilatatie en/of verstoring van vasocontrictor-tonus), calcium-blokker, antioxidant, bloedsuikerverlagend, antikanker activiteit, trombocytenaggregatieremmer. De literatuursearch heeft geen aanwijzingen voor toxiciteit van Stephania tetrandra opgeleverd. In die gevallen waar wel toxiciteit optrad, was er sprake van verwisseling van Stephania tetrandra met Aristolochia-soorten (w.o. Aristolochia fangchi). Zo hebben zich o.a. in België incidenten met afslankpillen voorgedaan, waarbij deze verwisseling tot nierschade en urinewegkanker heeft geleid. Aristolochia-soorten worden veel gebruikt in de traditionele Chinese geneeskunde. Daarin is het ook gebruikelijk om Aristolochia-soorten te vervangen door andere plantensoorten (Bragantia, Stephania, Menispermum, Vladimiria souliei, Asarum, Diploclisia, Cocculus, Mu tong, Clematis, Akebia, Sinomenium, Saussurea lappa), omdat ze (bijna) dezelfde Chinese naam hebben (zo heet één soort Aristolochia Guang Fang Ji, hetgeen erg lijkt op Han Fang Ji, de Chinese naam voor Stephania tetrandra) of er hetzelfde uitzien, of als gelijkwaardig aan Aristolochia gelden. In Europa zijn Aristolochia-soorten echter verboden, vanwege het feit dat de aristolochiazuren niertoxisch zijn. Zo is in Nederland volgens bijlage II van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten het gebruik van planten van de familie van de Aristolochiaceae niet toegestaan voor zover daarin aristolochiazuren of derivaten daarvan aanwezig zijn. In Nederland is volgens VWS 3 gekozen voor een verbod op het gebruik van Stephania tetrandra omdat het regelmatig geheel of gedeeltelijk zou worden vervangen of verwisseld met een plant uit het geslacht Aristolochia, en waarbij ook is meegewogen dat de mogelijkheden voor identificatie van het uitgangsmateriaal beperkt zijn. Dit heeft geresulteerd in plaatsing van Stephania tetrandra op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Ook in België staat Stephania tetrandra op de lijst met planten die niet als of in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt (zgn. lijst 3 Brief VWS (d.d , onderwerp warenwetbesluit kruidenpreparaten ) aan Mw. van Asseldonk van de NVF. 20

22 1 van de bijlage van het Koninklijk besluit 4 ). Aangezien tot op heden geen wijziging is gemeld in het Belgisch Staatsblad t.a.v. Stephania tetrandra, is niet duidelijk waarop de opmerking van de NVF is gebaseerd dat Stephania in België ondertussen van de lijst is afgehaald. Beoordeling Op basis van de beschikbare gegevens lijkt Stephania tetrandra niet toxisch te zijn, en zal het gebruik ervan in kruidenpreparaten weinig risico s met zich meebrengen. Dit zou pleiten voor verwijdering van Stephania tetrandra van bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Echter, het probleem met Stephania tetrandra is niet zozeer de plant zelf, als wel de mogelijke, en in de traditionele Chinese geneeskunde zelfs gebruikelijke, verwisseling ervan met Aristolochia-soorten. Derhalve lijkt handhaving van Stephania tetrandra op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten meer aangewezen. 4 Koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten. Belgisch Staatsblad, publicatie (Ed.1). 21

23 ADVIES INZAKE VINCA MINOR Project : Kruiden, Waren, Geneesmiddelen Kennisvraag : Beoordeling 7-tal kruiden (V/320106/02/AD), w.o. Vinca minor Doel : O.b.v. risicobeoordeling voorstel richting VWA voor verwijdering of handhaving van Vinca minor op bijlage III ( verboden kruiden ) van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten Datum : Vinca minor Achtergrond In 2001 is het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten 1 vastgesteld. Vinca minor (Kleine maagdenpalm) is opgenomen op bijlage III van dit besluit, waarvan gesteld wordt dat kruidenpreparaten geen materiaal mogen bevatten dat geheel of ten dele afkomstig is van planten opgenomen in deze bijlage. In een reactie 2 op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten stelt de Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie (NVF) vast, zonder nadere onderbouwing, dat opname van Vinca minor in bijlage III van dit besluit niet terecht is, omdat het niet-toxisch zou zijn. De VWA heeft het RIVM gevraagd een risicobeoordeling uit te voeren voor Vinca minor en op basis daarvan een voorstel te doen voor de verwijdering of handhaving van Vinca minor op bijlage III van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Aanpak De beoordeling is gebaseerd op een screening naar informatie over Vinca minor op internet en in: de Toxicologische Informatie en Kennisbank (TIK) van het NVIC en bij de meldkamer van de VWA naar recente meldingen (laatste 5 jaar) van intoxicaties het rapport van de Commissie Toetsing Fytotherapie (CTF) naar gegevens over recent gebruik belangrijke handboeken, monografieën 1 Besluit van 19 januari 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2001, nr Van Asseldonk AGM, Kieviet OS, van der Venne I, Verdonk-Kleinjan W, en Wauters Ch (2001) Reacties op het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie, 14(1),

Poliklinische behandeling met Infliximab

Poliklinische behandeling met Infliximab Poliklinische behandeling met Infliximab Interne geneeskunde Locatie Hoorn/Enkhuizen Poliklinische behandeling met Infliximab Inleiding: Infliximab gaat de ontsteking in de darm tegen en helpt eventuele

Nadere informatie

4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering Voor volwassen vrouwen bij het optreden van milde menstruatiepijn: 2 maal per dag 3 capsules.

4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering Voor volwassen vrouwen bij het optreden van milde menstruatiepijn: 2 maal per dag 3 capsules. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Danshen Capsule. 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een capsule bevat 325 mg extract (als droog extract) van de Salvia miltiorrhiza

Nadere informatie

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur Inhoud Zoledroninezuur 3 Voorbereiding 3 Rijvaardigheid en gebruik van machines 3 Gebruik bij ouderen 4 Uitzonderingen bij gebruik 4 Combinatie met andere

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET MEDISCH PRODUCT BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 pastille bevat: 51,1 mg

Nadere informatie

1. Wat is Urfadyn PL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

1. Wat is Urfadyn PL en waarvoor wordt dit middel gebruikt? Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Urfadyn PL 100 mg harde capsules Nifurtoïnol Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Behandeling met APD. Gebruik en bijwerkingen. 1234567890-terTER_

Patiënteninformatie. Behandeling met APD. Gebruik en bijwerkingen. 1234567890-terTER_ Patiënteninformatie Behandeling met APD Gebruik en bijwerkingen 1234567890-terTER_ Behandeling met APD U heeft een afspraak in Tergooi voor een behandeling APD. Onze artsen en medewerkers doen er alles

Nadere informatie

BIJSLUITER. Ketodolor 100 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, runderen en varkens

BIJSLUITER. Ketodolor 100 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, runderen en varkens BIJSLUITER Ketodolor 100 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, runderen en varkens 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK

Nadere informatie

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL A.Vogel Cystoforce blaasformule 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml [ 0,955 g] A.Vogel Cystoforce blaasformule bevat: 715

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. BISACODYL 5 MG MAAGSAPRESISTENTE TABLETTEN SAMENWERKENDE APOTHEKERS (Bisacodyl)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. BISACODYL 5 MG MAAGSAPRESISTENTE TABLETTEN SAMENWERKENDE APOTHEKERS (Bisacodyl) BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER BISACODYL 5 MG MAAGSAPRESISTENTE TABLETTEN SAMENWERKENDE APOTHEKERS (Bisacodyl) Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat

Nadere informatie

Naam van degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen Novartis Pharma B.V. Postbus 241 6800 LZ Arnhem Telefoon: 026-37 82 111

Naam van degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen Novartis Pharma B.V. Postbus 241 6800 LZ Arnhem Telefoon: 026-37 82 111 Orimeten Novartis Pharma B.V. Postbus 241 6800 LZ Arnhem Telefoon 026-37 82 111 U leest de bijsluitertekst van Orimeten. Leest u deze bijsluiter alstublieft zorgvuldig door voordat u Orimeten gebruikt,

Nadere informatie

Loratadine 10 PCH, tabletten Loratadine

Loratadine 10 PCH, tabletten Loratadine 1.3.3 : Bijsluiter Bladzijde : 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Loratadine 10 PCH, Loratadine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke

Nadere informatie

Ustekinumab. (Stelara) Dermatologie

Ustekinumab. (Stelara) Dermatologie Ustekinumab (Stelara) Dermatologie Inhoudsopgave Inleiding 4 1. Hoe werkt Ustekinumab (Stelara) 4 2. Wat moet u weten voordat u Ustekinumab (Stelara) gebruikt 5 Gebruik Ustekinumab (Stelara) niet 5 Wees

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref )

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref ) SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref. 14.03.2014) 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Antistax Forte filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een filmomhulde tablet bevat 360

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nux vomica-homaccord; Druppels voor oraal gebruik, oplossing. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 g oplossing

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Mulimen Druppels voor oraal gebruik, oplossing

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Mulimen Druppels voor oraal gebruik, oplossing B. BIJSLUITER Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Mulimen Druppels voor oraal gebruik, oplossing Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

IB-2 Panadol Zetpillen 1000 mg voor Volwassenen maart 2010 en Kinderen vanaf 12 jaar Blz.1/5 RVG 29787 NL

IB-2 Panadol Zetpillen 1000 mg voor Volwassenen maart 2010 en Kinderen vanaf 12 jaar Blz.1/5 RVG 29787 NL Blz.1/5 RVG 29787 NL Lees deze bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie voor u. Dit geneesmiddel is verkrijgbaar zonder doktersvoorschrift (recept), voor de behandeling van een

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT * Thallium ( 201 Tl)-chloride CIS bio international 37 MBq/ml, oplossing voor injectie Thallium ( 201 Tl)-chloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel

Nadere informatie

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Norit 200, capsules 200 mg, hard 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De capsule bevat 200

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Sedistress 100 harde capsules. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere capsule bevat 100 mg zuiver droog extract van de bovengrondse delen van Passiflora incarnata

Nadere informatie

Nitrofurantoine MC 50 mg Teva, capsules Nitrofurantoine MC 100 mg Teva, capsules nitrofurantoine

Nitrofurantoine MC 50 mg Teva, capsules Nitrofurantoine MC 100 mg Teva, capsules nitrofurantoine 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Nitrofurantoine MC 50 mg Teva, Nitrofurantoine MC 100 mg Teva, nitrofurantoine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Paracetamol Genmed 500 mg tabletten (paracetamol)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Paracetamol Genmed 500 mg tabletten (paracetamol) BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Paracetamol Genmed 500 mg tabletten (paracetamol) Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat belangrijke informatie Dit geneesmiddel kunt u zonder voorschrift

Nadere informatie

OMEGA PHARMA NEDERLAND B.V.

OMEGA PHARMA NEDERLAND B.V. Module 1 ADMINISTRATIVE INFORMATION Part: 1.3.1.3-1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Nourilax laxeermiddel, maagsapresistente tabletten 5 mg (bisacodyl) Lees goed de hele bijsluiter voordat

Nadere informatie

CYNACTIL capsules. CYNACTIL capsules. Benaming. CYNACTIL capsules (TILMAN) II D 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling

CYNACTIL capsules. CYNACTIL capsules. Benaming. CYNACTIL capsules (TILMAN) II D 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling CYNACTIL capsules CYNACTIL capsules Benaming CYNACTIL capsules (TILMAN) II D 2 Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Aqueus droogextract (2 :1) van de bladeren van Cynara scolymus L. 200 mg Hydroalcoholisch

Nadere informatie

BIJSLUITER. NEBIVOLOL 2,5 mg tablet

BIJSLUITER. NEBIVOLOL 2,5 mg tablet BIJSLUITER NEBIVOLOL 2,5 mg tablet Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS TROC TABLETTEN. Acetylsalicylzuur - Paracetamol - Coffeïne-anhydraat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS TROC TABLETTEN. Acetylsalicylzuur - Paracetamol - Coffeïne-anhydraat MELISANA N.V., Kareelovenlaan 1, Pagina 1 van 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS TROC TABLETTEN Acetylsalicylzuur - Paracetamol - Coffeïne-anhydraat Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat

Nadere informatie

(Ibuprofenum) Ibuprofen 200 mg (als L-argininezout), L-arginine, natriumbicarbonaat, natriumsaccharine, aspartaam, saccharose, munt-aroma.

(Ibuprofenum) Ibuprofen 200 mg (als L-argininezout), L-arginine, natriumbicarbonaat, natriumsaccharine, aspartaam, saccharose, munt-aroma. BIJSLUITER VOOR HET PUBLIEK: SPIDIFEN 200, zakjes (Ibuprofenum) BENAMING SPIDIFEN 200, zakjes (Ibuprofenum) SAMENSTELLING Ibuprofen 200 mg (als L-argininezout), L-arginine, natriumbicarbonaat, natriumsaccharine,

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pulmocap Thymus, stroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml stroop (overeenkomend met 1,1 g) bevat 110 mg (0,11 ml) vloeibaar

Nadere informatie

NAPROXEN 500 MG TEVA zetpillen. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 28 november : Bijsluiter Bladzijde : 1

NAPROXEN 500 MG TEVA zetpillen. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 28 november : Bijsluiter Bladzijde : 1 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 Samenstelling BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Naproxen 500 mg Teva, à 500 mg naproxen. Werking Naproxen heeft een ontstekingsremmende, pijnstillende en koortsverlagende

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Behandeling met APD. Gebruik en bijwerkingen terTER_

Patiënteninformatie. Behandeling met APD. Gebruik en bijwerkingen terTER_ Patiënteninformatie Behandeling met APD Gebruik en bijwerkingen 1234567890-terTER_ Behandeling met APD U heeft een afspraak in Tergooi voor een behandeling APD. Onze artsen en medewerkers doen er alles

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Bijlage III Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Opmerking: Deze wijzigingen aan de relevante delen van de Samenvatting van

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Ferrum-Homaccord; Druppels voor oraal gebruik, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 g oplossing bevat:

Nadere informatie

Biotransformatie en toxiciteit van

Biotransformatie en toxiciteit van Biotransformatie en toxiciteit van paracetamol 062 1 Biotransformatie en toxiciteit van paracetamol Inleiding Paracetamol is het farmacologisch actieve bestanddeel van een groot aantal vrij en op recept

Nadere informatie

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL A.Vogel Atrosan tabletten 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een filmomhulde tablet ( 855 mg) bevat: 480 mg extract (als droogextract)

Nadere informatie

Behandeling met een bisfosfonaat

Behandeling met een bisfosfonaat Patiënteninformatie Behandeling met een bisfosfonaat APD/zoledroninezuur Gebruik en bijwerkingen 1234567890-terTER_ Behandeling met APD/zoledroninezuur U heeft een afspraak in Tergooi voor een behandeling

Nadere informatie

Thymoseptine is een traditioneel geneesmiddel op basis van planten; het gebruik bij deze specifieke indicatie is uitsluitend gebaseerd op traditie.

Thymoseptine is een traditioneel geneesmiddel op basis van planten; het gebruik bij deze specifieke indicatie is uitsluitend gebaseerd op traditie. Thymoseptine 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Thymoseptine siroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 5 ml siroop bevat 750 mg vloeibaar extract (1:1) van Thymus vulgaris L., herba (tijm). Oplosmiddel

Nadere informatie

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol.

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol. 1.3.1.1 SmPC Page 1 of 5 1.3.1.1 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS Samenvatting van de productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat Paracetamol 120 mg, zetpillen. Kruidvat Paracetamol 240 mg,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 178 Besluit van 10 mei 2007, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten inzake yohimbe/yohimbine, van het Warenwetbesluit Toevoeging

Nadere informatie

1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-1

1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-1 1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-1 Patiëntenbijsluiter PARACETAMOL/VITAMINE C 500/50 MG DRANK BIJ VERKOUDHEID, poeder voor drank Lees deze bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. fexofenadinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. fexofenadinehydrochloride Sandoz B.V. Page 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Fexofenadine Sandoz 120 mg, filmomhulde tabletten fexofenadinehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 / 6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pulmocap Hedera, stroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml siroop (overeenkomend met 1,1 g) bevat 5,4 mg extract

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Loratadine Sanias 10 mg, tabletten. loratadine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Loratadine Sanias 10 mg, tabletten. loratadine 1.3.1 Bijsluiter Rev.nr. 1901 Pag. 1 van 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT Loratadine Sanias 10 mg, tabletten loratadine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want

Nadere informatie

Prednis(ol)on. Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Prednis(ol)on. Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Prednis(ol)on Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Uw behandelend arts en/of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Prednis(ol)on. In deze folder krijgt u informatie over de

Nadere informatie

als u duidelijke tekens van de ziekte van Parkinson of andere bewegingsstoornissen vertoont.

als u duidelijke tekens van de ziekte van Parkinson of andere bewegingsstoornissen vertoont. BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER SIBELIUM 10 mg tabletten flunarizine Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. - Bewaar deze bijsluiter.

Nadere informatie

1.3.1.3 Package Leaflet 1.3.1.3-1

1.3.1.3 Package Leaflet 1.3.1.3-1 1.3.1.3 Package Leaflet 1.3.1.3-1 Patiëntenbijsluiter ETOS PARACETAMOL/VITAMINE C 500/50 MG DRANK, poeder voor drank Lees deze bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie voor u.

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. A.Vogel ArnicaforceMed forte gel. Arnica Montana L.

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. A.Vogel ArnicaforceMed forte gel. Arnica Montana L. Versie: Roundup ID46136 Pagina 1 van 5 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Arnica Montana L. Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Leustatin concentraat voor infusievloeistof 1 mg/ml

Leustatin concentraat voor infusievloeistof 1 mg/ml BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Leustatin concentraat voor infusievloeistof 1 mg/ml cladribine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken - Bewaar deze bijsluiter. Misschien

Nadere informatie

1. Wat is SLITone en waarvoor wordt het gebruikt?

1. Wat is SLITone en waarvoor wordt het gebruikt? BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER SLITone 200 STU, oplossing voor oraal gebruik Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Loperamide EG 2 mg capsules, hard. Loperamidehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Loperamide EG 2 mg capsules, hard. Loperamidehydrochloride BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Loperamide EG 2 mg capsules, hard Loperamidehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Uw behandeling met YERVOY (ipilimumab)

Uw behandeling met YERVOY (ipilimumab) Uw behandeling met YERVOY (ipilimumab) Patiëntenfolder YERVOY is onderworpen aan aanvullende monitoring. U wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Dit educatieve materiaal is een verplichte

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Traumeel Druppels voor oraal gebruik, oplossing

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Traumeel Druppels voor oraal gebruik, oplossing B. BIJSLUITER Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Traumeel Druppels voor oraal gebruik, oplossing Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Betahistine dihcl 8 mg Teva, tabletten Betahistine dihcl 16 mg Teva, tabletten betahistinedihydrochloride

Betahistine dihcl 8 mg Teva, tabletten Betahistine dihcl 16 mg Teva, tabletten betahistinedihydrochloride 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Betahistine dihcl 8 mg Teva, Betahistine dihcl 16 mg Teva, betahistinedihydrochloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Aspirine 500 Bruis, 500 mg, bruistabletten Acetylsalicylzuur

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Aspirine 500 Bruis, 500 mg, bruistabletten Acetylsalicylzuur BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER 500 Bruis, 500 mg, bruistabletten Acetylsalicylzuur Lees goed de hele bijsluiter, voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Behandeling met inflectra bij sarcoïdose

Behandeling met inflectra bij sarcoïdose Behandeling met inflectra bij sarcoïdose In overleg met uw arts gaat u het medicijn inflectra gebruiken vanwege sarcoïdose. In deze folder leest u meer over deze behandeling. Neem altijd uw verzekeringsgegevens

Nadere informatie

Cytomel 25 microgram, tabletten Cytomel 12,5 microgram, tabletten Cytomel 5 microgram, tabletten

Cytomel 25 microgram, tabletten Cytomel 12,5 microgram, tabletten Cytomel 5 microgram, tabletten BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Cytomel 25 microgram, tabletten Cytomel 12,5 microgram, tabletten Cytomel 5 microgram, tabletten Liothyronine (in de vorm van liothyroninenatrium) Lees goed de hele

Nadere informatie

Injectafer Behandeling

Injectafer Behandeling Injectafer Behandeling T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont

Nadere informatie

BIJSLUITER. METOPROLOLTARTRAAT 12,5 mg en 25 mg tabletten

BIJSLUITER. METOPROLOLTARTRAAT 12,5 mg en 25 mg tabletten BIJSLUITER METOPROLOLTARTRAAT 12,5 mg en 25 mg tabletten Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter.

Nadere informatie

PARACETAMOL PCH zetpillen. DEEL IB : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 09 april 2004 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1

PARACETAMOL PCH zetpillen. DEEL IB : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 09 april 2004 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1 LEES DEZE BIJSLUITER ZORGVULDIG DOOR, WANT DEZE BEVAT BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR U. Dit geneesmiddel is verkrijgbaar zonder doktersvoorschrift (recept), voor de behandeling

Nadere informatie

Informatie voor de patiënt

Informatie voor de patiënt J-C 2001 Ned. Informatie voor de patiënt Het is belangrijk dat u eerst deze gebruiksaanwijzing leest, ook als u Dipidolor al eerder toegediend heeft gekregen. Er kan nieuwe belangrijke informatie in staan.

Nadere informatie

Wanneer mag men Fem7 50µg, Fem7 75µg en Fem7 100µg niet gebruiken? U mag Fem7 niet gebruiken:

Wanneer mag men Fem7 50µg, Fem7 75µg en Fem7 100µg niet gebruiken? U mag Fem7 niet gebruiken: BIJSLUITER FEM7 50µg/ FEM7 75µg / FEM7 100µg (14-05-2001) blz. 1 Bijsluiter Fem7 50µg / Fem7 75µg / Fem7 100µg Informatie voor de gebruikster Samenstelling Fem7 50µg, Fem7 75µg en Fem7 100µg zijn pleisters

Nadere informatie

Golimumab (Simponi ) Bij colitis ulcerosa. Informatiefolder. NNIC folder Golimumab uitgave november 2014

Golimumab (Simponi ) Bij colitis ulcerosa. Informatiefolder. NNIC folder Golimumab uitgave november 2014 Golimumab (Simponi ) Bij colitis ulcerosa Informatiefolder NNIC folder Golimumab uitgave november 2014 Deze folder is tot stand gekomen door samenwerkende IBD verpleegkundigen en MDL artsen binnen respectievelijk

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Calcitonine-Sandoz 100 IE/ml, oplossing voor injectie en infusie Calcitonine (zalm, synthetisch)

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Calcitonine-Sandoz 100 IE/ml, oplossing voor injectie en infusie Calcitonine (zalm, synthetisch) Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Calcitonine-Sandoz 100 IE/ml, oplossing voor injectie en infusie Calcitonine (zalm, synthetisch) Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

PATIËNTENBROCHURE. Imbruvica therapie

PATIËNTENBROCHURE. Imbruvica therapie PATIËNTENBROCHURE Imbruvica therapie Hoe werkt Imbruvica? Imbruvica bevat de werkzame stof ibrutinib en is een geneesmiddel in capsulevorm. Het behoort tot een klasse van geneesmiddelen met de naam proteïnekinaseremmers.

Nadere informatie

Prednison, prednisolon (corticosteroïden)

Prednison, prednisolon (corticosteroïden) Prednison, prednisolon (corticosteroïden) Uw behandelend arts heeft u prednison voorgeschreven. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan

Nadere informatie

Butagran Equi 200 mg/g

Butagran Equi 200 mg/g Butagran Equi 200 mg/g Terug naar het overzicht Registratienummer: BE-V437035 Op diergeneeskundig voorschrift Voor welke dieren is dit product bedoeld Samenstelling Per gram: fenylbutazon 200 mg Wachttermijn

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Loperamide Galpharm 2 mg, capsules. Loperamide hydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Loperamide Galpharm 2 mg, capsules. Loperamide hydrochloride BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Loperamide Galpharm 2 mg, capsules Loperamide hydrochloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

DOLPRONE 500 MG TABLET

DOLPRONE 500 MG TABLET Pagina 1 van 5 DOLPRONE 500 MG TABLET Paracetamol Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat belangrijke informatie Dit geneesmiddel kunt u zonder recept krijgen. Maar gebruik het wel zorgvuldig, dan

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Colitofalk 250 mg zetpillen Colitofalk 500 mg zetpillen Mesalazine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Colitofalk 250 mg zetpillen Colitofalk 500 mg zetpillen Mesalazine BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Colitofalk 250 mg zetpillen Colitofalk 500 mg zetpillen Mesalazine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke

Nadere informatie

Metopiron. Novartis Pharma B.V. Postbus 241 6800 LZ Arnhem Telefoon 026-37 82 111

Metopiron. Novartis Pharma B.V. Postbus 241 6800 LZ Arnhem Telefoon 026-37 82 111 Metopiron Novartis Pharma B.V. Postbus 241 6800 LZ Arnhem Telefoon 026-37 82 111 U leest de bijsluitertekst van Metopiron. Leest u deze bijsluiter alstublieft zorgvuldig door voordat u Metopiron gebruikt,

Nadere informatie

Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen

Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel azathioprine te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.

Nadere informatie

Prednis(ol)on. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Informatiefolder. N-ICC folder PRED uitgave november 2014

Prednis(ol)on. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Informatiefolder. N-ICC folder PRED uitgave november 2014 Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Informatiefolder N-ICC folder PRED uitgave november 2014 Deze folder is tot stand gekomen door samenwerkende IBD verpleegkundigen en MDL artsen

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Noscaflex 15 mg tabletten. Noscapine

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Noscaflex 15 mg tabletten. Noscapine IAin A.1: Wijziging naam Pagina 1 van 5 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Noscapine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke informatie in voor

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten. Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten. Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride BIJSLUITER 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat belangrijke informatie

Nadere informatie

URO-VAXOM SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

URO-VAXOM SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT - 1 - SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. BENAMING Uro-Vaxom 6 mg, harde capsules. 2. SAMENSTELLING 1 capsule bevat 60 mg x-om-89 lyofilisaat overeenkomend met 6 mg E. coli extract. Voor een

Nadere informatie

KEYTRUDA (pembrolizumab)

KEYTRUDA (pembrolizumab) Risico minimalisatie materiaal betreffende Keytruda (pembrolizumab) voor patiënten KEYTRUDA (pembrolizumab) Patiënteninformatiefolder Risico minimalisatie materiaal betreffende Keytruda (pembrolizumab)

Nadere informatie

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Version 2016-04 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER loratadine Apotex hooikoortstabletten 10 mg, tabletten Loratadine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Loratadine Apotex hooikoortstabletten 10 mg, tabletten Loratadine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Nitrofurantoïne Aurobindo 50/100 mg, capsules Nitrofurantoïne

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Nitrofurantoïne Aurobindo 50/100 mg, capsules Nitrofurantoïne 1.3.1 Bijsluiter Rev.nr. 1504 Pag. 1 van 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Nitrofurantoïne Aurobindo 50/100 mg, capsules Nitrofurantoïne Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 47c 27 076 Wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen) NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Nux vomica-homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Nux vomica-homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing B. BIJSLUITER Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Nux vomica-homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke

Nadere informatie

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module 1.3.1.3 RVG 25632. Version 2014_04 Page 1 of 5. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module 1.3.1.3 RVG 25632. Version 2014_04 Page 1 of 5. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Version 2014_04 Page 1 of 5 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker loratadine hooikoortstabletten Apotex 10 mg, tabletten Loratadine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

Bijsluiter NL versie. Amoxy trihydraat 574 mg/g II. BIJSLUITER

Bijsluiter NL versie. Amoxy trihydraat 574 mg/g II. BIJSLUITER II. BIJSLUITER BIJSLUITER Poeder voor gebruik in drinkwater.. 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

Behandeling met ustekinumab. Risico minimalisatie materiaal: Veiligheidsinformatie betreffende ustekinumab voor patiënten

Behandeling met ustekinumab. Risico minimalisatie materiaal: Veiligheidsinformatie betreffende ustekinumab voor patiënten Behandeling met ustekinumab Risico minimalisatie materiaal: Veiligheidsinformatie betreffende ustekinumab voor patiënten Belangrijke informatie Deze materialen beschrijven aanbevelingen om belangrijke

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling

Samenvatting. Vraagstelling Samenvatting Vraagstelling Op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid leidt de Commissie WGD van de Gezondheidsraad gezondheidskundige advieswaarden af voor stoffen in lucht waaraan

Nadere informatie

ETHYMAL 250 mg / 4 ml, siroop Ethosuximide

ETHYMAL 250 mg / 4 ml, siroop Ethosuximide Version 2014_02 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER ETHYMAL 250 mg / 4 ml, siroop Ethosuximide Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke

Nadere informatie

prednis(ol)on adviezen na een hernia-operatie astma/copd ZorgSaam

prednis(ol)on adviezen na een hernia-operatie astma/copd ZorgSaam prednis(ol)on adviezen gebruik na een bij hernia-operatie astma/copd ZorgSaam 1 2 PREDNIS(OL)ON GEBRUIK BIJ ASTMA/COPD Inleiding Wat doet Prednis(ol)on (glucocorticosteroïden) en hoe wordt het gebruikt?

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Paracetamol Sandoz 500 mg tabletten Paracetamol Sandoz 1 g tabletten. Paracetamol

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Paracetamol Sandoz 500 mg tabletten Paracetamol Sandoz 1 g tabletten. Paracetamol 1.3.1.3 Bijsluiter Bijsluiter: informatie voor de gebruiker 500 mg tabletten 1 g tabletten Paracetamol Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Remicade. Interne geneeskunde

Remicade. Interne geneeskunde Remicade Interne geneeskunde Uw behandelend arts of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Infliximab (Remicade ). In deze folder krijgt u informatie over de werking en het gebruik

Nadere informatie

Bijsluiter NL versie B. BIJSLUITER 1/5

Bijsluiter NL versie B. BIJSLUITER 1/5 B. BIJSLUITER 1/5 BIJSLUITER GALASTOP, oplossing voor orale toediening voor honden en katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK

Nadere informatie

Naam van degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen Novartis Pharma B.V. Postbus LZ Arnhem Telefoon:

Naam van degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen Novartis Pharma B.V. Postbus LZ Arnhem Telefoon: Regitine Novartis Pharma B.V. Postbus 241 6800 LZ Arnhem Telefoon 026-37 82 111 U leest de bijsluitertekst van Regitine. Leest u deze bijsluiter alstublieft zorgvuldig door voordat u Regitine gebruikt,

Nadere informatie

Prednison voor de behandeling van de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa

Prednison voor de behandeling van de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa Patiënteninformatie Prednison voor de behandeling van de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa rkz.nl Uw MDL-arts (maag-,darm-,leverarts) heeft u Prednison voorgeschreven voor de behandeling van de ziekte

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Paracetamol Teva 500 mg tabletten paracetamol

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Paracetamol Teva 500 mg tabletten paracetamol BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Paracetamol Teva 500 mg tabletten paracetamol Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke informatie in voor

Nadere informatie

BIJSLUITER (Ref ) (CCDS PRAC + MAT)

BIJSLUITER (Ref ) (CCDS PRAC + MAT) BIJSLUITER (Ref. 03.04.2017) (CCDS 0052-02 + PRAC + MAT) 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Bisolvon 2 mg/mldruppels voor oraal gebruik, oplossing broomhexinehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter

Nadere informatie

Golimumab (Simponi ) Informatiefolder. Bij colitis ulcerosa. NICC Folder Golimumab Uitgave september 2016

Golimumab (Simponi ) Informatiefolder. Bij colitis ulcerosa. NICC Folder Golimumab Uitgave september 2016 Golimumab (Simponi ) Bij colitis ulcerosa Informatiefolder NICC Folder Golimumab Uitgave september 2016 Deze folder is tot stand gekomen door samenwerkende IBD verpleegkundigen en MDL artsen binnen respectievelijk

Nadere informatie

VALDOXAN. (agomelatine) Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Aanbevelingen met betrekking tot:

VALDOXAN. (agomelatine) Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Aanbevelingen met betrekking tot: De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Valdoxan 25 mg. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze

Nadere informatie

BIJSLUITER. NITROFURANTOÏNE 5 mg/ml suspensie

BIJSLUITER. NITROFURANTOÏNE 5 mg/ml suspensie BIJSLUITER NITROFURANTOÏNE 5 mg/ml suspensie Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft

Nadere informatie

Methotrexaat bij reumatische aandoeningen. Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis

Methotrexaat bij reumatische aandoeningen. Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis Methotrexaat bij reumatische aandoeningen Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis Inleiding U heeft van uw behandelend arts het medicijn methotrexaat voorgeschreven gekregen. Om dit medicijn

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Infliximab (Remicade)

Patiënteninformatie. Infliximab (Remicade) Patiënteninformatie Infliximab (Remicade) Infliximab (Remicade) Ter voorbereiding op uw afspraak informeren we u met deze folder over dit medicijn voor reumatische aandoeningen. Daarnaast zetten we een

Nadere informatie

Informatie longkanker. Informatie voor patiënten met longkanker die behandeld worden met Taxotere.

Informatie longkanker. Informatie voor patiënten met longkanker die behandeld worden met Taxotere. Informatie longkanker Informatie voor patiënten met longkanker die behandeld worden met Taxotere. Inhoud 3 Waarom heeft uw arts Taxotere voorgesteld? Hoe wordt Taxotere toegediend? 4 Bijwerkingen op het

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Irbesof 300 mg, filmomhulde tabletten. Irbesartan

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Irbesof 300 mg, filmomhulde tabletten. Irbesartan 1.3.1 Bijsluiter Pag. 1 van 6 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Irbesof 75 mg, filmomhulde tabletten Irbesof 150 mg, filmomhulde tabletten Irbesof 300 mg, filmomhulde tabletten Irbesartan Lees

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Dipidolor oplossing voor injectie 10 mg/ml. piritramide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Dipidolor oplossing voor injectie 10 mg/ml. piritramide BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Dipidolor oplossing voor injectie 10 mg/ml piritramide Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken - Bewaar deze bijsluiter. Misschien

Nadere informatie