Antwoorden Latijn Woordenlijst (Roma I)

Transcriptie

1 Antwoorden Latijn Woordenlijst (Roma I) Antwoorden door een scholier 290 woorden 15 jaar geleden 5,9 53 keer beoordeeld Vak Latijn Hier de woorden op alfabetische volgorde van Roma deel I: a/ab vanaf+abl ac en, en ook accepi pf. Accipere accidere gebeuren accidi pf. Accidere accipere ontvangen ad naar+acc adeo zo adesse aanwezig zijn adhuc nog steeds adiuvare helpen admonere waarschuwen,aansporen advenire aankomen aequus rechtvaardig aestas-ates zomer ager akker agmen,-ina stoet altus hoog an of? anima leven,ziel,adem animus hart,geest annus jaar ante voor+acc antea vroeger aperire openen,bekend maken ara altaar ardere branden arduus steil arma wapenuitrusting ars, artes kunst Pagina 1 van 12

2 arx, arces burcht ascendere beklimmen ascendi pf aspicere zien at maar ater zwart atque en aura briesje, lucht aureus gouden auris, aures oor aurum goud auxilium hulp beatus gelukkig,welvarend bibere drinken cadere vallen caedere doden caedes,-es bloedbad candidus stralend canere vertellen capere innemen carere missen carmen,-mina lied carus lief castra legerkamp cecini pf. Canere cedere gaan cena maaltijd centum 100 certus zeker ceteri overige cingere omgeven clamor,-ores geschreeuw clarus helder,beroemd coegi pf. Cogere cogere dwingen, samenbrengen cognoscere lr. Kennen cognovi pf. comes,-mites metgezel complere vullen concutere hevig doen schokken condere stichten coniungere verbinden Pagina 2 van 12

3 consilium plan, besluit constiti pf. Consistere consul, -ules consul continere in bedwang houden convenire samenkomen convivium feestmaal cor, corda hart corpus,-pora lichaam credere vertrouwen+dat crnis,-es haar cruor, -orem bloed cucurri pf. Currere culpa schuld cum met, toen cupere willen, wensen cupido,-dines begeerte cur waarom? cura zorg, liefde curare zorgen voor custos,-odes bewaker de vanaf decedere weggaan decimus 10e decus, -cora sieraad, charme dedi pf. Dare deesse ontbreken deferre overbrengen deinde vervolgens demonstrare laten zien dens, dentes tand descendere afdalen daserere verlaten desiderare verlangen naar designare aanwijzen desinere ophouden detuli pf. deferre dextra rechterhand digitus vinger dimittere wegzenden distribuere uitdelen diversus tegengesteld docere leren, mededelen Pagina 3 van 12

4 docui pf. dolere verdrietig zijn dolor, dolores verdriet dolus list dominus heer donum geschenk dubitare twijfelen dubius weifelend ducere voeren dum terwijl duo, duae, dua twee durus hard dux, duces leider duxi pf. ducere e(x) uit, sinds+abl ecce kijk! effugere ontvluchten egere nodig hebben egregius uitstekend eripere ontrukken aan error, ores zwerftochten evenire gebeuren evertere omver halen excipere ontvangen excitare opwekken exclamare opwekken expellere verdryven explicare uitleggen exspectare wachten op extra buiten+acc fabula verhaal facere doen fallere bedriegen fama gerucht, goede/slechte naam, reputatie fata lotsbeschikkingen fatum lot(geval) ferre brengen ferus wild fidus trouw filia dochter filius zoon fines gebied Pagina 4 van 12

5 fingere vormen flamma vlam flectere buigen flexi pf. flos, flores bloem fluere stromen fluvius revier fortasse misschien fortuna lot frater, fratres broer frustra tevergeefs fugare verjagen fundere uitstorten futurus toekomstig gaudere zich verheugen gens, gentes volk, stam genus, -nera geslacht gerere dragen gloria roem gratus dankbaar habere hebben, houden haerere blijven steken haesi pf. hasta lans Hesperia Italie Hic hic hier.. daar Hic hier Hiems, hiemes winter Hora uur Horrere huiveren Hospes, hospites gast Hostis, hostes vijand Huc hierheen Iactare heen en weer doen schudden Ignis, ignes vuur Imago,-gines beeld Impellere ad aanzetten tot Imperium macht, heerschappy, gezag, rijk Impius goddeloos Imponere leggen op In+abl in, op In+acc in, naar Pagina 5 van 12

6 In summa arce boven op de burcht Incendere in brand steken Incipere beginnen Infans, ntes baby Inferi m mv do onderwereld Inferre binnendragen Inimicus vijand Insanus onverstandig Insidiae hinderlaag Instare achterna zitten +dat Insula eiland Interea intussen Intra binnen Intrare binnen gaan Intuli pf. inferre Invitus met tegenzin Ipse zelf Ira woede Iratus woedend Ire haan Ita zo Itaque dus, daarom Iterum weer, opnieuw Iubere bevelen Iungere verbinden Iurare per zweren by Iussi pf. iubere Iuvare helpen Iuvat me het doet me een plezier Iuvenis, -es jongeman Labor,-ores inspanning, arbeid Laedere stoten, kwetsen Laetus blij, verheugd Laectus bed Liberare bevrijden Liberi kinderen Libido, -dines passie Licet mihi het is mij geoorloofd Lingua tong Litus, litora kust, strand Lucere schijnen Ludere spelen Pagina 6 van 12

7 Lux, luces licht Maerere rouwen Maestus bedroefd Magis meer Mala het kwaad Malus slecht Mandare opdragen Manere te wachten staan Media nocte midden in de nacht Medius middelste Melius beter Membra ledenmaten Mens, mentes geest Mensa tafel Mihi est ik heb Mihi in animo est ik ben van plan Miles, -ites soldaat Miser ongelukkig Misi pf. Mittere Mittere zenden, laten gaan Modo slechts Modus manier Moenia stadsmuur Mons, montes berg Monstrare tonen Mora oponthoud Mors, mortes dood Mortem obire sterven Mortuus gestorven Movere bewegen, ontroeren Movi pf. Multa veel (dingen) Multitudo, dines menigte Multum zeer Munus, munera geschenk Murus muur Nam want Narrare vertellen over Natus zoon Navigare varen Ne quidem zelfs niet Nec iam niet meer Pagina 7 van 12

8 Necare doden Nescire niet weten Nisi als niet Nocte s nachts Nolo ik wil niet Nomen mihi est ik heet Non iam niet meer Nondum nog niet Nos wij Nubes, es wolk Nullus geen Num toch niet? Numen, numina wil Numquam nooit Nuntius bode, bericht Obstare in de weg staan Occultare verbergen Oculus oog Odi pf haten Officium plicht, taak Olim eens Omen, omina voorteken Omittere opgeven Ora kust Orare bidden, smeken Ornare versieren Os, -ora mond, gezicht Parare voorbereiden+acc Parcere sparen+dat Parere gehoorzamen+dat Pars, partes deel Parvus klein Pater vader Pauci weinige(n) Paulatim langzamerhand Pax, paces vrede Pactus, tora borst Penates huisgoden Pendere hangen Per over, doorheen+acc Peragere voltooien Percutere doorboren Pagina 8 van 12

9 Perdere te gronde richten Peregi pf. Peragere Perfidus trouweloos Pergere verder gaan Perii pf. Perire Perire te gronde gaan Pes, pedes voet Petere gaan naar, aanvallen Petivi pf. Pius vroom Placet het bevalt Placidus vredig Plurimi zeer veel Ponere plaatsen Populus volk Porta poort Postremo tenslotte Postulare eisen Posui pf. Ponere Potui pf. Posse Praeclarus zeer mooi Praeterire voorbijgaan Premere in het nauw brengen Primum eerst Princeps, -ipes eerste, vorst Procedere voortgaan Procul verweg Proles, -es geslachts, nakomelingen Propter wegens Pudor, -ores schaamte Pugnare vechten Pulcher mooi Punire straffen Qeaerere zoeken Quaevisi pf. Quia omdat Quid wat, waarom? Quid iuvat wat helpt het te Quies, -ietes rust Quis wie? Qua waarheen? Quod omdat Pagina 9 van 12

10 Quodam die op een zekere dag Quoque ook Quot hoeveel? Recepi pf. Recipere Recipere krijgen, ontvangen Recitare voordragen Redii pf. Redire Redire teruggaan Relinqui pf. Relinquere (verlate) Repellere terugdrijven Reperire vinden Repetere teruggaan Repperi pf. Repperire Reppuli pf. Repellere Respicere omkijken, zich bekommeren Respondere antwoorden Ripa oever Ruere instorten Sacerdos, -otes preister Saepe vaak Saevus woest Sulus, -utes redding Salutare begroeten Satis genoeg Saxum rots Se avertere zich afwenden Secundus gunstig Sedere zitten Sedes, -es zetel, woonplaats Simper altijd Sentire voelen Sermo, -ones gesprek Servare redden Si als Sic als volgt Sicut zoals Sidus, sidera ster Sine zonder+abl Sol, solem zon Solus alleen Solvere losmaken Solvi pf. Pagina 10 van 12

11 Somnium droom Somnus slaap Soror, -ores zus Spectare kijken Spes, spem acc hoop Spiritus ademhaling, leven Sponte vanzelf Statuere plaatsen Statui pf. Steti pf. Stare Suadere aanraden Sub +abl onderin Sub +acc onder Summus hoogste Summus mons de top v/d berg Superbus trots Supplex smeken Supra boven Surgere oprijzen Tacere zwijgen Tamen toch Tandem eindelijk Tangere aanraken Tantus zo groot Tectum dak, huis Tegere bedekken Telum wapens Tempestas,-ates storm Temptare proberen Tempus, -pore tijd Tendere uitstrekken Tenere vasthebben Tenui pf. Ter driemaal Terra land Terrere bang maken Tetendi pf. Tetigi pf. Tangere Timere bang zijn Temor, -ores vrees Totus geheel Trahere trekken Pagina 11 van 12

12 Transire oversteken Tum dan, toen Tunc toen, dan, vervolgens Turannus tiran Ubi waar? Ubique overall Ultro uit eigen beweging Umquam ooit Unda golf Undique aan/van alle kanten Unus 1 Urere verbranden Urgere in het nauwe brengen Ut zoals Vadere gaan Vale vaarwel Vallis dal Vastus uitgestrekt Vel of Venenum vergif Ventus wind Vere echt Vertere draaien Verti pf. verus echt Vestigium spoor, voetspoor Vestis, -es kleren Vetare verbieden Via weg Vinum wijn Violare schenden Virtus, -tutes moed Vita het leven Vivere leven Pagina 12 van 12