Onderwijs- en examenregeling. BACHELORopleidingen. B. Opleidingsspecifiek deel. Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica.

Transcriptie

1 Onderwijs- en examenregeling BACHELORopleidingen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. B. Opleidingsspecifiek deel Studiejaar

2 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2 Gegevens opleiding 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Artikel 2.2 Eindtermen 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen Artikel 3.2 Colloquium doctum Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige bacheloropleidingen Artikel 3.4 Vrij programma 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding Artikel 4.2 Academische vorming Artikel 4.3 Onderwijseenheden Artikel 4.4 Verplichte onderwijseenheden Artikel 4.5 Volgorde tentamens Artikel 4.6 Intekenen voor tentamens Artikel 4.7 Deelname aan praktische oefening en werkgroepbijeenkomsten Artikel 4.8 Maximale vrijstelling Artikel 4.9 Geldigheidsduur resultaten Artikel 4.10 Graad Artikel 4.11 Major Aardwetenschappen Artikel 4.12 Minor Aardwetenschappen Fysische Geografie 5. Keuzeruimte Artikel 5.1. Invulling keuzeruimte Artikel 5.2 Overige Keuzeruimte Artikel 5.3 Extra-curriculaire keuzeruimte Artikel 5.4 Dubbel majorprogramma 6. Honoursprogramma Artikel 6.1 Honoursprogramma 7. Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 7.1 Studiebegeleiding Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies 8. Overgangs- en slotbepalingen deel B Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling Artikel 8.2 Overgangsbepalingen Artikel 8.3 Bekendmaking Artikel 8.4 Inwerkingtreding 2

3 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen major: majorgids: Een major is een samenhangend programma in een discipline, met een omvang van minimaal 60 en maximaal 84 EC. De major vormt het specialisatiedeel van de bacheloropleiding Future Planet Studies dat studenten in het tweede en derde jaar van hun studie volgen. De studieplannen van de majoren worden jaarlijks in overleg met de betreffende major vastgesteld en zijn te vinden op Artikel 1.2 Gegevens opleiding 1. De opleiding Future Planet Studies (CROHOnummer 50425) wordt in voltijdse vorm verzorgd. De opleiding wordt in het eerste jaar in het Nederlands verzorgd. In het tweede en derde jaar wordt de opleiding in het Engels verzorgd. Hierbij is de Gedragscode vreemde talen UvA ( het bepaalde in artikel 7.2 van de WHW van toepassing. 2. Een onderwijseenheid omvat 6 EC of een veelvoud daarvan. Onderstaande onderwijseenheden hebben een afwijkende omvang: - Wetenschapsfilosofie & Visieontwikkeling 3 EC - Virtual Globe 3 EC - Future Food 3 EC - Digital Earth 1 3 EC - Research Proposal 3 EC 3. De opleiding kent in ieder geval de volgende afstudeerrichtingen en): - Aardwetenschappen - Bedrijfskunde - Biologie - Communicatiewetenschap (Persuasieve & Politieke Communicatie of Corporate Communicatie & Entertainment Communication) - Duurzame Chemie (georganiseerd door de opleiding Scheikunde) - Economie - Kunstmatige Intelligentie - Planologie - Politicologie - Sociale Geografie 4. De afstudeerrichtingen zoals genoemd in lid 3 worden aangeboden voor studenten die in en met hun specialisatiefase beginnen. 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd: 3

4 - studenten op te leiden die kennis, vaardigheid en inzicht hebben om vraagstellingen zowel interdisciplinair als disciplinair te kunnen benaderen op het gebied van Future Planet Studies, en die zich door middel van verworven kennis en vaardigheden binnen een gekozen major gekwalificeerd hebben voor een vervolgtraject op masterniveau binnen en buiten de UvA - het bereiken van de eindkwalificaties genoemd in de navolgende leden. 2. De afgestudeerde van de opleiding voldoet ieder geval aan de in artikel 2.2. genoemde eindtermen Artikel 2.2 Eindtermen De eindtermen van de opleiding zijn: Kennis en inzicht 1. De student heeft een duidelijk beeld van de belangrijkste ontwikkelingen die zich voordoen m.b.t. de toekomst van de aarde en de mensheid. 2. De student heeft kennis en inzicht in de mechanismen die ten grondslag liggen aan de processen en de daaruit voorkomende patronen die relevant zijn voor de toekomst van (de mensheid op) de aarde. 3. De student heeft inzicht in de plaats die de domeinen systeem aarde, ecologie en samenleving innemen bij het ontwikkelen van een interdisciplinaire visie m.b.t. de toekomst van de aarde. 4. De student heeft kennis van de probleemstellingen, centrale concepten, modellen, methoden en technieken van de betrokken disciplines, in het bijzonder grondige kennis van de gekozen specialisatierichting ). 5. De student is in staat te beoordelen welke disciplines van doorslaggevend belang zijn bij het oplossen van complexe vraagstukken en heeft het vermogen de verschillende perspectieven met elkaar te verbinden. 6. De student is in staat te beoordelen welke onderzoeksmethoden in een specifieke situatie het best ingezet kunnen worden. Vaardigheden 7 De student is in staat om kennis, onderzoeksmethoden en vaardigheden uit verschillende disciplines te integreren om op die manier vraagstukken vanuit een interdisciplinaire invalshoek te kunnen analyseren en definiëren. 8. De student is in staat een visie te formuleren op de belangrijkste ontwikkelingen die zich voordoen m.b.t. de toekomst van de aarde en de mensheid en op de mogelijke oplossingen die daarvoor naar voren gebracht kunnen worden. 9. De student is in staat systematisch en creatief bij te dragen aan het analyseren en oplossen van concrete problemen die centraal staan binnen het programma van Future Planet Studies en de gekozen specialisatie. 10. De student heeft het vermogen zich snel het vocabulaire, concepten, methoden en theorieën eigen te maken van een nieuwe discipline. 11. De student is in staat nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van de centrale thema s, en ten aanzien van de eigen specialisatierichting in het bijzonder, te identificeren en te plaatsen in een bredere (maatschappelijke) context. 12. De student is in staat te reflecteren op en argumenteren over maatschappelijke en ethische aspecten van trans disciplinaire vraagstukken. 13. De student heeft het vermogen om zowel individueel als in een multi-, inter- of transdisciplinair samengesteld team te werken. 4

5 14. De student kan informatie zoeken, analyseren en verwerken en op heldere wijze presenteren. 15. De student beheerst algemene ICT-vaardigheden die nodig zijn voor een goed functioneren op academisch niveau, en specifieke ICT-vaardigheden die gebruikt worden in de gekozen majorrichting. 16. De student beschikt over de passieve en actieve vaardigheden om zich van de Engelse taal te bedienen in academische context met als doel deel te kunnen nemen aan wetenschappelijk geïnformeerde gedachtewisseling. 17. De student is in staat om mondeling en schriftelijk kennis op academisch niveau te bediscussiëren en te rapporteren over wetenschappelijke resultaten en toepassingen daarvan. Houding 18. De student kan reflecteren op voorziene consequenties en mogelijk optredende ongewenste neveneffecten van eigen expertise in de beroepssituatie. 19. De student heeft een zelfstandige, wetenschappelijk kritische werkwijze en houding. 20. De student heeft een houding waarin grenzen tussen disciplines geen belemmering vormen en waarin inhoudelijke kennis, concepten, methoden en perspectieven uit het palet aan disciplines worden gebruikt om wetenschappelijke communicatie te bewerkstelligen en tot nieuwe inzichten te komen. 21 De student heeft voldoende metacognitieve en meta-affectieve vaardigheden om het eigen (doorgaande) leerproces ten aanzien van eigen ontwikkeling en interdisciplinariteit te reguleren. 22. De student heeft inzicht in de mogelijkheden die zich voordoen met betrekking tot een vervolgopleiding na afronding van de bachelor. 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen 1. Voor toelating tot de opleiding is het navolgende vwo-profiel vereist en gelden navolgende aanvullende eisen: Een vwo-diploma met het profiel Natuur en Techniek Een vwo-diploma met het profiel Natuur en Gezondheid Een vwo-diploma met het profiel Economie en Maatschappij met als keuzevak Aardrijkskunde, Biologie, Natuurkunde of Scheikunde 2. Degene die een diploma heeft dat toegang geeft tot de universiteit, maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, verkrijgt toegang tot de opleiding kan worden aangetoond dat hij/zij voldoende kennis op het niveau van het vwo-eindexamen bezit van de volgende vakken van het verplichte vwo-profiel: Wiskunde A óf B én ten minste twee van de volgende vakken: Aardrijkskunde, Biologie, Economie, Natuurkunde, Scheikunde Artikel 3.2 Colloquium doctum 1. Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 2.3 (deel A), heeft betrekking op de volgende vakken op het eindexamenniveau vwo: Wiskunde A óf Wiskunde B én tenminste twee van de volgende vakken: Aardrijkskunde, Biologie, Economie, Natuurkunde, Scheikunde; Engels: passieve kennis van de Engelse taal zodat studieliteratuur begrepen kan worden. 5

6 2. Het bewijs dat het colloquium doctum met voldoende resultaat is afgelegd, geeft uitsluitend in het studiejaar na het afleggen ervan het recht op toelating tot de beoogde opleiding of opleidingen. Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige bacheloropleidingen De student die zijn vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen volgen. Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens: - het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT en PTHO; Artikel 3.4 Vrij programma 1. De student heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een eigen onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van de door de opleiding voorgeschreven onderwijsprogramma s. 2. De samenstelling van een dergelijk programma behoeft de voorafgaande goedkeuring van de examencommissie. 3. Het vrije programma wordt door de student samengesteld in overleg met de opleiding(en) die de beoogde vakken aanbiedt en met de studieadviseur. Het vrije programma heeft ten minste de omvang, breedte en diepgang van een reguliere bacheloropleiding. De student zorgt ervoor dat hij de bevestiging krijgt dat het voorgestelde programma toelating tot in elk geval één masteropleiding mogelijk maakt. Hij verplicht zich hiermee niet die masteropleiding daadwerkelijk te gaan volgen. 4. Om in aanmerking te komen voor de bachelorgraad dient in ieder geval voldaan te zijn aan de volgende voorwaarden: a. tenminste 96 EC uit het reguliere onderwijsprogramma is behaald b. het vrije programma omvat ten minste 84 EC, waarvan ten minste 60 EC binnen een disciplinaire specialisatierichting c. het vrije programma bevat een disciplinair bachelorproject dat qua omvang en eindtermen tenminste gelijk is aan het bachelorproject dat reguliere studenten binnen die discipline moeten afronden. 5. In uitzondering op de in lid 3 genoemde eisen, is het in uitzonderlijke gevallen en met toestemming van de examencommissie mogelijk om ook onderwijseenheden die buiten de Universiteit van Amsterdam worden verzorgd in het vrije programma op te nemen. 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding De opleiding bestaat uit een eerste jaar met een studielast van 60 studiepunten gevolgd door een fase met een studielast van 120 studiepunten waaraan een afsluitend examen is verbonden. Eén studiepunt is gelijk aan 28 uren studieactiviteiten. Artikel 4.2 Academische vorming Onderdeel van de opleiding is de academische vorming. Hieronder wordt begrepen: Oriëntatie op studie en beroep, vaardigheden en tutoraat. Deze zijn omschreven in de studiegids. Daarnaast kan de student gebruik maken van de mogelijkheid deel te nemen aan UvA-brede of opleidingsspecifieke Exchange Programmes. Artikel 4.3 Onderwijseenheden De opleiding omvat een pakket van verplichte en eventueel facultatieve onderwijseenheden. Daarbij is voorzien in een ordening van onderwijseenheden op inleidend, verdiepend en gevorderd niveau. 6

7 Studenten kiezen in hun eerste studiejaar voor het volgen van een bèta- of gammaprofiel binnen het programma. Dit betekent dat zij naast het interdisciplinaire basisprogramma in het eerste en tweede studiejaar meer bèta of juist meer gamma-vakken volgen. Artikel 4.4 Verplichte onderwijseenheden 1. Het eerste studiejaar bestaat uit de volgende onderdelen met daarbij vermelde studielast. A. Verplichte onderdelen (48 EC) Naam onderwijsonderdeel Aantal Sem Onderwijsvorm Toetsvorm Niveau EC Toekomstperspectief voor 6 1 Hoorcolleges, Tentamens, de Aarde 5132TOAA6Y opdrachten Toekomstige Uitdagingen, Innovatieve Oplossingen 5132TOUI6Y 6 1 Hoorcolleges, Opdrachten Klimaatverandering en Zeespiegelstijging 5132KLZE6Y Energietransities 5132ENER6Y Kwaliteit van Leven 5132KWLE6Y Verzamelen, Visualiseren en Analyseren 5132VEVA6Y Wetenschapsfilosofie en Visieontwikkeling 5132WEVI3Y Virtual Globe 5132VIGL3Y Duurzame Dynamiek 5132DUDY6Y 6 1 Hoorcolleges, 6 1 Hoorcolleges,, excursie computerpractica 3 2 Hoorcolleges, 3 2 Hoorcolleges, computerpractica B. Gebonden keuzeonderdelen (12 EC binnen het gekozen profiel). Tentamens Opdrachten, presentatie Tentamen, opdrachten, presentatie Tentamen Tentamen, opdrachten Tentamen, opdrachten, presentatie Naam onderwijsonderdeel Bètaprofiel: Analyse IPCC Rapport 5132ANIR6Y Natuurrampen en Toekomstige Bedreigingen 5132NATU6Y Gammaprofiel: Toekomstperspectief voor de Samenleving 5132TOSA6Y Aantal EC Sem Onderwijsvorm Toetsvorm Niveau 6 1 Hoorcolleges, 6 1 Hoorcolleges, Tentamens, debat Tentamens, opdrachten, presentatie Tentamens, debat 7

8 Het Economisch Perspectief 5132ECPE6Y Tentamens, opdrachten 2. Het tweede en derde studiejaar zijn als volgt samengesteld: A. Verplichte onderdelen (21 EC, Engelstalig) Naam onderwijsonderdeel Aantal Sem Onderwijsvorm Toetsvorm Niveau EC Food Production 6 3 Hoorcolleges, Tentamen, 5132FOPR6Y opdrachten Water Quality 6 4 Hoorcolleges, Tentamen, 5132WAQU6Y opdrachten Research Proposal 3 4 Werkgroepen, Opdrachten 5132REPR3Y computerpractica Interdisciplinary Project 5132INPR6Y 6 5 of 6 Hoorcolleges,, computerpractica Opdrachten, presentatie B. Gebonden keuzeonderdelen (15 EC binnen het gekozen profiel, Engelstalig) Naam onderwijsonderdeel Bètaprofiel: World Ecosystems 5132WOEC6Y Digital Earth DIE3Y Water Management 5132WAMA6Y Gammaprofiel: World Food System 5132WFSY6Y Future Food 5132FUFO3Y Water Governance of Aquatic Resources and Environments 5132WGAR6Y Aantal EC Sem Onderwijsvorm Toetsvorm Niveau 6 3 Hoorcolleges Tentamen, opdrachten, presentatie 3 3 Werkgroepen, Opdrachten, computerpractica presentatie 6 4 Werkgroepen, hoorcolleges, computerpractica Tentamen, opdrachten 6 3 Hoorcolleges, practica (GIS, RS) Opdrachten 3 3 Hoorcolleges, Opdrachten 6 4 Hoorcolleges Tentamen, opdrachten, presentatie C. Majoronderdelen: minimaal 60 en maximaal 84 punten binnen een van de majorprogramma s uit het aanbod als genoemd in artikel 1.2, lid 3. Het curriculum van de majorprogramma s wordt jaarlijks vastgesteld en opgenomen in de majorgids Future Planet Studies op 8

9 De volgende majoronderdelen worden georganiseerd door de opleiding Future Planet Studies: Naam onderwijsonderdeel Brugvak Biologie 5132BRBI6Y Moleculaire Cel Biologie 5132MCI12Y Soil and Crop Quality Lab (Engelstalig) 51329SCQ6Y Programming in Matlab 51329PRI3Y Digital Earth 2 (Engelstalig) DI3Y Data Analysis (Engelstalig) 5132DAAN3Y Desertification and Land Degradation (Engelstalig) 51329DEL6Y From Analysis to Evidence 5132ANTE3Y Modelling & Simulation 5132MOSI6Y (Engelstalig) Measurement Strategies 51329MES6Y Aantal EC Sem Onderwijsvorm Toetsvorm Niveau 6 1 Hoorcolleges, Tentamen,, verslag van veldwerk, veldwerk Biologie) thuisstudie 12 2 Hoorcolleges, werkcolleges, practica Tentamen, verslagen 6 1 Werkgroepen Assessment of experimental work, presentation and discussion of results 3 1 Computerpractica Computerpracti cumopdrachten, tentamen 3 1 Werkgroepen Project: digital geodatabase, Project: writing a technical report 3 2 Hoorcolleges,, practica veldwerk, computerpractica Tentamen, lab & poster assignment, stakeholder dialogue Veldpracticum, evaluatie, eindpresentatie, schriftelijk eindverslag Biologie) 3 2 Computerpractica Opdrachten Gevorderd computerpracticu m Opdrachten, computertoets, open boek tentamen Verslagen, presentaties, tentamen Gevorderd 9

10 Bachelorproject Aardwetenschappen 51329BA18Y 18 2 Hoorcolleges, laboratoriumwerkzaamheden, veldwerk Onderzoeksvoor stel en werkplan, bachelorthesis, symposiumpres entatie of poster, planmatig werken, verslag en presentatie onderdeel oriëntatie. Gevorderd D. Keuzeonderdelen (indien van toepassing en goedgekeurd door de examencommissie, afhankelijk van de grootte van het gekozen majorprogramma). Zie voor verdere toelichting hierover artikel 5. Artikel 4.5 Volgorde tentamens 1. Ten minste 48 EC van de eerstejaarsvakken moet zijn behaald om met de major te kunnen starten. Daarnaast kunnen voor bepaalde majoren aanvullende ingangseisen gelden. Deze staan vermeld in de majorgids en in OER B van de opleiding die de betreffende major aanbiedt. 2. Binnen het tweede en derde studiejaar is er een voorgeschreven volgorde voor het deelnemen aan het onderwijs in de onderdelen van die fase. Deze volgorde is deels afhankelijk van de gekozen major. Ingangseisen van vakken binnen de major zijn terug te vinden in OER B van de opleiding die de betreffende major aanbiedt. 3. Een student kan uitsluitend deelnemen aan het tweedejaarsvak Research Proposal wanneer minimaal 9 EC van de tweedejaarsvakken Future Planet Studies en minimaal 12 EC aan majorvakken moeten zijn behaald. 4. Een student kan uitsluitend deelnemen aan het derdejaarsvak Interdisciplinair Project wanneer minimaal 90 EC is behaald, waarvan minimaal 12 EC aan majorvakken en in elk geval de volgende Future Planet Studies vakken: Toekomstige Uitdagingen, Innovatieve Oplossingen ; Verzamelen, Visualiseren & Analyseren ; Wetenschapsfilosofie & Visieontwikkeling and Research Proposal. 5. In bijzondere gevallen kan de examencommissie op gemotiveerd verzoek van de student al dan niet onder voorwaarden afwijken van de in dit artikel genoemde volgorde. Artikel 4.6 Intekenen voor tentamens In aanvulling op hetgeen in artikel 4 van OER A is vermeld, geldt voor herkansingen van tentamens die eerder met een voldoende zijn afgesloten dat de student zich hiervoor uiterlijk 10 werkdagen voor de geplande tentamendatum dient aan te melden door middel van een naar servicedesk-iis-science@uva.nl. Indien de student alsnog besluit af te zien van deelname aan de herkansing dan dient hij zich uiterlijk 10 werkdagen voor de herkansing af te melden. Artikel 4.7 Deelname aan praktische oefening en werkgroepbijeenkomsten 1. In geval van een practicum is de student verplicht ten minste 90% van de practicumbijeenkomsten bij te wonen, tenzij anders aangegeven in de studiehandleiding van het vak. Ingeval de student minder dan 90% heeft bijgewoond dient het practicum opnieuw te worden gevolgd, dan wel kan de examencommissie aanvullende opdracht(en) laten verstrekken. 2. In geval van werkgroepbijeenkomsten met opdrachten is de student verplicht tenminste 90% van de werkgroepbijeenkomsten bij te wonen, tenzij anders aangegeven in de 10

11 studiehandleiding van het vak. Ingeval de student minder dan 90% heeft bijgewoond, kan het vak niet worden afgerond, dan wel kan de examencommissie aanvullende opdracht(en) laten verstrekken. 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie, op verzoek van de student, van deze verplichting vrijstelling verlenen in geval het onderzoek naar en de beoordeling van de beoogde vaardigheden naar haar oordeel ook kan plaatsvinden bij een geringer deelnamepercentage, al dan niet onder oplegging van aanvullende eisen. 4. De student kan de examencommissie vragen om vrijstelling van het deelnemen aan praktisch werk. Deze vrijstelling kan onder meer worden verleend op grond van gewetensbezwaren. De examencommissie bepaalt, in overleg met de examinator, aan welke aanvullende eisen de student in een dergelijk geval moet voldoen. Artikel 4.8 Maximale vrijstelling Maximaal 60 studiepunten van het onderwijsprogramma kunnen worden behaald op basis van verleende vrijstellingen. Artikel 4.9 Geldigheidsduur resultaten In aanvulling op hetgeen in deel A van de Onderwijs- en Examenregeling is vastgesteld, geldt dat deelresultaten (mits voldoende) en vrijstellingen voor onderdelen van een vak geldig blijven tot het eind van het volgende studiejaar. Daarna komen alle deelresultaten en vrijstellingen te vervallen. Artikel 4.10 Graad Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd en aan de overige door de wet gestelde eisen heeft voldaan, wordt de graad Bachelor of Science, afgekort tot BSc, toegevoegd. De verleende graad wordt op het getuigschrift aangetekend. Artikel 4.11 Major Aardwetenschappen 1. Er wordt een majorprogramma Aardwetenschappen aangeboden voor studenten van de bacheloropleidingen Bèta-gamma en Future Planet Studies. 2. De major Aardwetenschappen heeft de volgende eindtermen Kennis en inzicht 1. Kennis en inzicht in de fundamentele mechanismen, die ten grondslag liggen aan de processen en de daaruit voortkomende patronen in bovengrondse aardse systemen. 2. Inzicht in de plaats die de aardwetenschappen en in het bijzonder de fysische geografie, innemen in relatie tot andere wetenschapsgebieden. 3. Inzicht in het werkveld van de aardwetenschapper. Vaardigheden 4. Vermogen om interdisciplinair samen te werken en deze samenwerking actief te stimuleren. 5. Kennis van technieken die gebruikt worden bij het beschrijven en interpreteren van verschijnselen aan het aardoppervlak: verzamelen, analyseren en modelleren van gegevens. 6. Vaardigheden om de in de in het vakgebied meest gangbare onderzoekstechnieken toe te passen of zich in te kunnen werken in nieuwe technieken. Hierbij worden meettechnieken bedoeld, die gebruikt worden in het laboratorium of in het veld, en analysetechnieken en software die gebruikt wordt voor de acquisitie, opslag, analyse en modellering van de gegevens. 7. Basisvaardigheid in het opzetten van een onderzoeksplan, het formuleren van een probleemstelling, het verzamelen van relevante informatie (literatuur) en het verzamelen en verwerken van gegevens. 11

12 8. Vermogen om zowel zelfstandig als in groepsverband te werken. 9. Kennis en vaardigheden om wetenschappelijk onderzoek zowel mondeling als schriftelijk te rapporteren. 10. Vaardigheid om een eigen standpunt te verdedigen en de bereidheid om een standpunt eventueel te herzien. 3. Om met de major Aardwetenschappen te mogen beginnen, geldt dat Bèta-gamma studenten ten minste 48 EC van het eerste studiejaar van de bacheloropleiding Bèta-gamma behaald moeten hebben. Voor studenten Future Planet Studies geldt dat studenten ten minste 48 EC van het eerste studiejaar behaald moeten hebben, waaronder de eerstejaarsvakken Klimaatverandering en Zeespiegelstijging en Toekomstperspectief voor de Aarde. 4. Een student in de major Aardwetenschappen kan uitsluitend deelnemen aan het tweedejaarsvak Desertification and Land Degradation wanneer het veldwerkgedeelte van het vak Soils & Environment voldoende is afgerond (d.w.z. een voldoende voor de deelcijfers veldwerk en veldverslag). Daarnaast moet het vak Digital Earth II zijn gevolgd. 5. Een student in de major Aardwetenschappen kan uitsluitend deelnemen aan het tweedejaarsvak Data Analysis wanneer de vakken Verzamelen, Visualiseren en Analyseren (FPS) óf Onderzoeksmethoden en Analyse van Wetenschappelijk Onderzoek (BG) én het vak Programming in Matlab zijn gevolgd. 6. Een student in de major Aardwetenschappen kan uitsluitend deelnemen aan het tweedejaarsvak From Analysis to Evidence wanneer het vak Data Analysis is gevolgd en het vak Verzamelen, Visualiseren en Analyseren (FPS) óf Onderzoeksmethoden en Analyse van Wetenschappelijk Onderzoek (BG) is gehaald. 7. Een student in de major Aardwetenschappen kan uitsluitend deelnemen aan de derdejaarsvakken Measurement Strategies en Modelling and and Simulation indien alle eerstejaarsvakken zijn afgerond en in totaal minimaal 96 EC is behaald. 8. Een student in de major Aardwetenschappen kan uitsluitend deelnemen aan het derdejaars onderdeel Bachelor Project indien alle eerstejaarsvakken zijn afgerond, minimaal 48 EC uit het tweede jaar is behaald en Data Analysis, From Analysis to Evidence en Measurement Strategies zijn gevolgd. 9. In aanvulling op OER A, Artikel 4.5, lid 2, geldt dat de onderstaande praktische onderdelen niet herkanst kunnen worden. De onderdelen die met een onvoldoende zijn beoordeeld kunnen slechts het jaar daarna worden overgedaan. a. Desertification and Land Degradation b. Veldwerkdeel Bachelorproject c. Measurement Strategies d. Soils & Environment e. Soil & Crop quality lab f. Alle practicumonderdelen die binnen één vak worden beoordeeld. 10. Voor studenten die een major Aardwetenschappen zijn gestart vóór september 2016 gelden de programma s zoals die zijn vastgesteld bij de start van de major. 12. Het majorprogramma is te vinden in de majorgids van Bèta-gamma en Future Planet Studies, via en Artikel 4.12 Minor Aardwetenschappen - Fysische Geografie 1. Er wordt een minor Aardwetenschappen - Fysische Geografie aangeboden voor studenten van de opleiding Sociale Geografie. 2. Om met de minor Aardwetenschappen - Fysische Geografie te beginnen, geldt dat een student in het bezit moet zijn van een vwo-diploma met een NT-, NG- of EM-profiel. 12

13 Daarnaast dient de student een intakegesprek te voren met de studieadviseur van Future Planet Studies. 3. Het programma van de minor Aardwetenschappen - Fysische Geografie is te vinden via Keuzeruimte 5.1. Invulling keuzeruimte 1. De omvang van de keuzeruimte varieert en is afhankelijk van de gekozen major. 2. Maximaal 12 EC van de keuzeruimte mag vrij worden ingevuld met keuzevakken binnen de UvA of aan een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit. 3. Keuzeruimte boven de 12 EC dient te worden ingevuld met 2 e of 3 e jaars keuzevakken binnen de opleiding waar de student een major volgt. 4. Keuzeonderdelen mogen inhoudelijk niet teveel overlap met onderdelen uit het eigen curriculum hebben, dit ter beoordeling door de Examencommissie. 5.2 Overige keuzeruimte De student die een andere invulling aan de keuzeruimte wil geven dan aangegeven in artikel 5.1, dient vooraf schriftelijk toestemming van de examencommissie verkregen te hebben. De invulling van de keuzeruimte zal worden beoordeeld op samenhang en niveau. Maximaal 12 EC mag uit eerstejaarsvakken bestaan. 5.3 Extra-curriculaire keuzeruimte Extra-curriculaire keuzevakken, mits behaald aan een Nederlandse universiteit of een internationale universiteit waarmee de UvA een overeenkomst heeft, kunnen zonder goedkeuring van de examencommissie op het diplomasupplement vermeld worden, mits deze behaald zijn binnen de inschrijvingsperiode bij de opleiding Future Planet Studies en niet reeds binnen een ander diploma zijn opgenomen Dubbel majorprogramma De student die een tweede majorprogramma wil volgen, dient vooraf overleg te hebben met de studieadviseur en de opleidingen die de betreffende majoren aanbieden om een studeerbaar programma te maken. Het volgen van meer dan een majorprogramma vereist de voorafgaande goedkeuring van de opleidingsdirecteur van Future Planet Studies. 6. Honoursprogramma 1. In dit artikel staat de opleidingsspecifieke invulling van het in deel A beschreven Honoursprogramma (artikel 5.1). 2. Het honoursprogramma is als volgt samengesteld: Het programma omvat minimaal 30 EC; Het programma bestaat uit minimaal 2 interdisciplinaire honoursmodules van het IIS, de VU of het AUC; Het programma bestaat uit minimaal 1 disciplinaire honoursmodule óf een middels honoursoptie uitgebreid vak uit het gewone programma binnen het vakgebied waar de major wordt gevolgd (6 EC); De afsluitende bachelorthesis (onderdeel van de major) wordt uitgebreid met een interdisciplinair onderdeel van minimaal 6 EC; Het honoursprogramma wordt afgesloten met een reflectieverslag. 13

14 3. De door Future Planet Studies verzorgde honoursvakken van het onderhavige studiejaar zijn: Naam onderwijsonderdeel Aantal Sem Onderwijsvorm Toetsvorm Niveau EC Future Planet Actions (keuzeonderdeel met honoursoptie) 6 2 Werkcolleges, workshops, project Projectplan, projectverslag 4. Studenten die in aanmerking willen komen voor het UvA-honourscertificaat, dienen een voorstel voor hun studieonderdelen voor het totale honoursprogramma ter goedkeuring voor te leggen aan de examencommissie, tegelijk met de rest van het programma. 5. Bij het bepalen of aan het cijfergemiddelde zoals benoemd in artikel 5.1 lid 6 van deel A is voldaan, worden extra-curriculaire onderdelen, waaronder die van het honoursprogramma, niet meegerekend. 6. Als aanvulling op hetgeen benoemd is in artikel 5.1 lid 7 van deel A, geldt dat de examencommissie kan afwijken van de termijn waarbinnen het bachelordiploma behaald moet worden, indien een uitloop van maximaal één jaar wordt gecompenseerd door het behalen van extra EC (met een studievoortgang van ten minste nominaal voor de betreffende uitloop) of honourswaardige extracurriculaire activiteiten, zoals bijvoorbeeld een bestuursjaar of stage, die equivalent zijn aan de extra EC hierboven genoemd. 7. Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 7.1 Studiebegeleiding De studiebegeleiding bij deze opleiding wordt verzorgd door studieadviseurs en junior docenten,met behulp van (assistent)coördinatoren en de IIS Service Desk. Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies In aanvulling op hoofdstuk 6 van OER deel A geldt het volgende: 1. Als een student aan het eind van het eerste jaar van inschrijving minder dan 48 EC van het eerstejaarsonderwijsprogramma van de opleiding heeft behaald, wordt aan het bindende studieadvies een afwijzing, zoals bedoeld in artikel 7.8b, lid 3 en lid 5 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW), verbonden. 2. Een negatief studieadvies is bindend en geldt voor de volgende bacheloropleidingen die door de faculteit worden aangeboden: Future Planet Studies. 3. Een negatief bindend studieadvies heeft tot gevolg dat de betrokken student zich gedurende de daarop volgende drie studiejaren niet kan inschrijven voor de bacheloropleidingen genoemd in het vorige lid. 4. Desgevraagd kan de decaan in individuele gevallen, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student, de in lid 1 genoemde termijn met maximaal één jaar verlengen. Daarbij kan de decaan slechts rekening houden met omstandigheden voor zover deze zijn gemeld bij de studieadviseur of één van de studentendecanen vóór 1 juli, doch uiterlijk binnen twee maanden na het ontstaan van de omstandigheid. 5. Een student die zijn inschrijving tijdens het eerste semester van zijn eerste jaar van inschrijving beëindigt, krijgt dat jaar geen bindend studieadvies. De uitschrijving dient voor 1 februari te zijn geëffectueerd. Indien de student zich in een volgend studiejaar opnieuw inschrijft, zal in dat volgende studiejaar het studieadvies als bedoeld in lid 1 worden uitgebracht. 6. In de Regeling Bindend Studieadvies FNWI ( ), opgesteld door de decaan, staat de werkwijze rondom het Bindend (negatief) Studieadvies beschreven. 14

15 8. Overgangs- en slotbepalingen deel B Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B 1. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan. 2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van het bevoegde medezeggenschapsorgaan op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g en derde lid WHW betreffen. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. Artikel 8.2 Overgangsbepalingen In afwijking van de vigerende Onderwijs- en Examenregeling gelden voor de studenten die met de opleiding zijn begonnen onder een eerdere onderwijs- en examenregeling de volgende overgangsbepalingen: 1. De BSc opleiding Aardwetenschappen is per 31 augustus 2015 beëindigd. Na 31 augustus 2015 kan, indien aan alle voorwaarden is voldaan, het BSc diploma Future Planet Studiesmet de major Aardwetenschappen en bèta track worden aangevraagd. 2. Studenten die in het studiejaar vak Ecologie en Evolutie Ecologie en Evolutie/ Biologie) niet met goed gevolg hebben afgerond, dienen in het Brugvak Biologie Biologie) te volgen. Artikel 8.3 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt geacht te zijn opgenomen in de studiegids. Artikel 8.4 Inwerkingtreding Deel B van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september Aldus vastgesteld door de decaan op 18 juli