Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2014 Nr. 8 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 8 november 2013 De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. De vragen zijn op 18 oktober 2013 voorgelegd. Bij brief van 7 november 2013 zijn ze door de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking beantwoord. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid. De voorzitter van de commissie, De Roon De adjunct-griffier van de commissie, Wiskerke kst xvii-8 ISSN s-gravenhage 2013 Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 1

2 Nr. 1 Kunt u een overzicht geven van alle NGO s die in 2013 en 2012 subsidie ontvingen van de Nederlandse regering uit de Official Development Assistance (ODA) middelen en kunt u aangeven welk deel van de inkomsten van deze NGO s niet vanuit de overheid afkomstig was? Bijgevoegde lijst geeft een overzicht van de NGO s die in 2012 en 2013 (ODA) middelen ontvingen. Ik heb geen inzicht in de overige inkomsten van de betreffende NGO s 1. Nr. 2 In hoeveel landen besteedt Nederland ODA-middelen in 2013? In 2013 besteedt Nederland in 77 landen ODA-middelen, waarvan 84% in de 15 partnerlanden en 18 exit-landen. Nr. 3 Kunt u een overzicht geven van het percentage van het Bruto Nationaal Product (BNP) en de bedragen die alle EU-landen de laatste vijf jaar aan ontwikkelingssamenwerking hebben besteed? Zie bijgevoegde tabel. De gegevens zijn afkomstig van de OESO-DAC (Development Assistance Committee). 1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 2

3 Note 2012 ODA data for France is a DAC Secretariat estimate. Bron: 299_en.htm Nr. 4 Hoeveel burgemeesters zijn in 2012 en 2013 mee geweest op handelsmissie en welk bedrag betaalde burgemeesters hiervoor? En hoeveel is dit bij wethouders? Ik ga er bij de beantwoording van deze vraag vanuit dat u bedoelt economische missies die door BZ en EZ (op rijksniveau) werden georganiseerd in 2012 en Er zijn geen burgemeesters of wethouders mee geweest deze op handelsmissies. Overigens organiseerden zowel provincies als gemeenten in bovengenoemde periode zelfstandig en op eigen kosten economische missies. Nr. 5 Hoeveel subsidie krijgt FMO in 2014? Naast het eigen kapitaal beheert FMO namens de minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking een aantal fondsen gericht op ontwikkelingsrelevante investeringen in ontwikkelingslanden. De focus ligt hierbij op duurzaamheid en armoedebestrijding. Voor deze fondsen zijn subsidiebeschikkingen afgegeven. In 2014 gaat het om een geraamd totaalbedrag van EUR 38.7 miljoen. Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 3

4 Programma: Bedrag in : Opmerking: MASSIF Technische assistentie MASSIF Capacity Development FOM/OS Programma gaat op in het DGGF G20-SME Challenge Access to Energy Fund Nr. 6 Kunt u een overzicht geven van de reële uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking over de afgelopen tien jaar? De reële uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking zijn gelijk aan de ODA-uitgaven gecorrigeerd voor inflatie (gemiddelde prijsstijging van goederen en diensten). In Nederland wordt de inflatie gemeten aan de hand van de consumentenprijsindex (CPI). Bedragen in mln. euro ODA-uitgaven 3.816, , , , , , , , , ,4 CPI % 3 2,1 1,1 1,7 1,1 1,6 2,5 1,2 1,3 2,3 2,5 Reële ODAuitgaven 3.816, , , , , , , , , , = basisjaar 3 Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek Nr. 7, 115, Wat zal er gebeuren met het resterende bedrag indien het geld bestemd voor het bedrijvenfonds niet geheel opgemaakt zal worden? 115 Hoeveel budget is er voor 2013 en voor 2014 gereserveerd ten behoeve van het DGGF? 116 Hoeveel bedrijven hebben in 2013 een aanvraag gedaan om in aanmerking te komen voor het DGGF en hoeveel aanvragen verwacht u in 2014? Voor 2013 is er geen budget en voor 2014 is EUR 100 miljoen gereserveerd voor het DGGF. Aangezien het DGGF in 2014 van start gaat zijn er in 2013 nog geen aanvragen ingediend door bedrijven. Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 4

5 Om een indruk te krijgen van de financieringsbehoefte van het Nederlandse bedrijfsleven voor ondernemen in DGGF-landen heeft Birch Consulting, in opdracht van BZ, een marktverkenning uitgevoerd op basis van de uitgangspunten in de beleidsnota «Wat De Wereld Verdient». Op basis van bestaand instrumentarium voor DGGF-landen en gesprekken met de brancheverenigingen, banken en topsectoren schat Birch Consulting dat het Nederlandse bedrijfsleven een jaarlijkse financieringsbehoefte heeft voor investeringen in DGGF-landen van EUR 150 miljoen. De jaarlijkse financieringsbehoefte vanuit het Nederlandse bedrijfsleven voor export naar DGGF-landen ligt tussen de EUR miljoen. De vraag naar financiering door bedrijven in lage- en middeninkomenslanden is zeer groot. Volgens schattingen van de Wereldbank zijn er wereldwijd 40 miljoen ondernemers in lage- en middeninkomenslanden met een gezamenlijk financieringstekort van meer dan 800 miljard dollar. De totale vraag naar financiering door bedrijven in Nederland en lage- en middeninkomenslanden is dus (veel) groter dan er per jaar vanuit het DGGF beschikbaar is. Ik ga er dan ook niet van uit dat er geld over blijft. Nr. 8 Kunt u aangeven op basis waarvan de totale taakstelling op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking naar aanleiding van de fluctuatie van het BNP is berekend? De taakstelling op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking naar aanleiding van de fluctuatie van het BNP is berekend op basis van het verschil van de BNP-raming voor 2014 in de MvT 2013 (651,870 mld. euro) en de MvT 2014 (620,700 mld. euro). Het verschil met de vorige ODA-begroting kan als volgt worden verklaard (bedragen in mln. euro): ODA-begroting 2014 cf. MvT Taakstelling Regeerakkoord 750 Neerwaartse BNP-aanpassing 218 Overige mutaties (m.n. eindejaarsmarge) 18 ODA-begroting 2014 cf. MvT Nr. 9 Kunt u per artikel en subartikel uit de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aangeven welke budgetten afhankelijk zijn van de fluctuatie van het BNP? Kunt u daarbij aangeven welke budgetten automatisch stijgen dan wel dalen in geval van een toekomstige stijging dan wel daling van het BNP? Zo ja, kunt u voor al deze artikelen en subartikelen aangeven of het budget gelijkmatig meegroeit of -daalt met het BNP? De koppeling aan het BNP van het budget voor ontwikkelingssamenwerking geldt voor het totaal van de ODA-begroting. Er is geen vaste koppeling per begroting, artikel of thema. De verdeling van de Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 5

6 BNP-mutaties over de verschillende artikelen verschilt van jaar tot jaar en is afhankelijk van de beleidsmatige invulling van het ODA-budget, de benodigde ruimte voor doorlopende verplichtingen en de voortgang van de uitvoering. Het is daarom niet mogelijk op voorhand aan te geven welke budgetten op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking afhankelijk zijn van de fluctuatie van het BNP. Nr. 10 Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn van het gewijzigde kasritme van het Dutch Good Growth Fund in de begroting 2014 ten opzichte van de beleidsnota «Wat de wereld verdient» voor de handelsdoelen en ontwikkelingsdoelen zoals genoemd onder artikel 1 van de begroting? Het gewijzigd kasritme van het Dutch Good Growth Fund (DGGF) komt er op neer dat het DGGF in 2014 en 2015 minder budget krijgt en in de jaren 2015 en 2016 meer. Zoals onder artikel 1 van de begroting is vermeld is het DGGF een van de instrumenten die worden ingezet om de gestelde doelen te bereiken. Door het gewijzigde kasritme zal de bijdrage aan de doelenrealisatie in de eerste jaren van het DGGF iets kleiner zijn dan oorspronkelijk voorzien en in later jaren iets groter. Per saldo is er geen verschil. Nr. 11 Kunt u aangeven op basis waarvan u de meerjarige ontvangsten van het Dutch Good Growth Fund, zoals in de begroting 2014 van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking weergegeven, heeft opgesteld? Voor het DGGF zijn vooralsnog in de begroting geen ontvangsten voorzien. De ontvangstenregel in de tabel van artikel 1 heeft voornamelijk betrekking op artikel 1.10 (ontvangsten voor FIB en renteontvangsten uit NIO-leningen). Nr. 12 Kunt u aangeven wat de terugverdientijd is van de 750 miljoen die in de periode aan het Dutch Good Growth Fund wordt toegevoegd? Het regeerakkoord spreekt over een revolverend fonds van EUR 750 mln op de begroting BHOS. Er wordt gestreefd naar 100% revolverendheid in nominale termen. Dit betekent dat niet gecorrigeerd hoeft te worden voor inflatie. De middelen blijven revolveren binnen het fonds en vloeien niet terug naar de staatskas. De terugverdientijd varieert per onderdeel, maar zal veelal tussen de 5 en 10 jaar liggen. Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 6

7 Nr. 13, Kunt u aangeven of bij een toekomstige daling van het BNP, het budget voor Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) wederom naar beneden zou kunnen worden bijgesteld? 14 Kunt u aangeven of het behalen van de doelstellingen op het speerpunt uit de begroting 2014, SRGR, afhankelijk is van de BNP fluctuaties voor de komende jaren? In de nota «Wat de wereld verdient» (Kamerstuk , nr. 1) is aangegeven dat de budgetten van de speerpunten mede afhankelijk zijn van de ontwikkeling van het BNP. Toekomstige kortingen op het speerpunt Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) als gevolg van toekomstige dalingen van het BNP zijn onwenselijk, maar kunnen niet worden uitgesloten. Als dit gebeurt, heeft dat uiteraard consequenties voor het behalen van de doelstellingen op SRGR, maar welke consequenties is niet op voorhand aan te geven. Nr. 15, Kunt u in tabelvorm van alle beleidsartikelen en uitgesplitst per artikelonderdeel (subartikel), zoals in Kamerstuk V nr. 11 beantwoording vraag 11, aangegeven worden welk percentage juridisch verplicht is en welk percentage niet juridisch verplicht is? 259 Kan per speerpunt worden aangegeven waaraan het budget wordt besteed en welk deel juridisch, overig, niet verplicht is voor de jaren 2014, 2015, 2016 en 2017? Bij invoering van Verantwoord Begroten is met uw Kamer afgesproken de kwantitatieve toelichting op de budgetflexibiliteit te beperken tot de categorie «juridisch verplicht». Daarnaast is overeengekomen om aanvullend een kwalitatieve toelichting op te nemen waarin een eventuele alternatieve aanwendbaarheid van het niet-juridisch deel van het budget is toegelicht. Ten slotte is ook overeengekomen alleen voor het lopende begrotingsjaar de juridische verplichting aan te geven. In het onderdeel budgettaire gevolgen van beleid is per artikel aangegeven welk deel juridisch verplicht is (het kwantitatieve deel). Daarnaast is in onderdeel D2: budgetflexibiliteit per artikelonderdeel (subartikel) aangegeven welke deel hiervan nog niet juridisch is vastgelegd. De speerpunten zijn op de volgende sub-artikelen opgenomen: 1. Voedselzekerheid valt onder het sub-artikel: Toename van voedselzekerheid (2.1). 2. Water is ondergebracht onder: Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie (2.2). Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 7

8 3. Vrouwenrechten en SRGR is verdeeld over de twee sub-artikelen: Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/aids (3.1) en Gelijke rechten en kansen voor vrouwen(3.2). 4. Veiligheid en rechtsorde is opgenomen onder twee artikelonderdelen: Budget voor internationale veiligheid en voorkomen en terugdringen van conflictsituaties (4.2) en Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie (4.3). Nr. 16 Kunt u aangeven welke ambassades worden getroffen door de bezuinigingen op het thema Veiligheid en Rechtsorde? Wat betekent dit concreet per land? Kunt u aangeven of u Oeganda in dezen behandelt als overgangsland of als een fragiele staat conform de OESO-lijst van fragiele staten? Bij de nadere invulling van bezuinigingen op het thema Veiligheid & Rechtsorde worden de ambassades in landen waar een V&R programma in uitvoering is, in beginsel ontzien. De bezuinigingen zijn hoofdzakelijk geëffectueerd in het centrale V&R-budget. Daardoor blijft het decentrale budget (waaruit ambassadeprogramma s worden gefinancierd) zo veel mogelijk buiten schot. De budgetten van de 15 partnerlanden zullen begin 2014 bij de goedkeuring van de Meerjarige Strategische Plannen worden vastgesteld: Oeganda wordt behandeld als overgangsland. Nr. 17 Is er een inventarisatie van behoefte binnen het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) t.a.v. de financiering van internationaal ondernemen? Zijn er onderzoeken uitgevoerd naar de behoefte? Zo ja kunnen deze met de Kamer worden gedeeld? Om een indruk te krijgen van de financieringsbehoefte van het Nederlandse bedrijfsleven voor ondernemen in DGGF-landen heeft Birch Consulting, in opdracht van BZ, een marktverkenning uitgevoerd op basis van de uitgangspunten in de beleidsnota «Wat De Wereld Verdient» (naar dit rapport wordt verwezen in bijlage in 3 in de Kamerbrief «Ondernemen voor ontwikkeling»). Op basis van bestaand instrumentarium voor DGGF-landen en gesprekken met de brancheverenigingen, banken en topsectoren schat Birch Consulting dat het Nederlandse bedrijfsleven een jaarlijkse financieringsbehoefte heeft voor investeringen in DGGF-landen van EUR 150 miljoen. De jaarlijkse financieringsbehoefte vanuit het Nederlandse bedrijfsleven voor export naar DGGF-landen ligt tussen de EUR miljoen. Daarbij tekent Birch aan dat de uiteindelijke vraag afhangt van de definitieve vormgeving van het DGGF en de randvoorwaarden die worden gesteld. Er is geen onderzoek gedaan naar de financieringsbehoefte bij internationalisering van het midden- en kleinbedrijf breder dan de DGGF landen. Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 8

9 Nr. 18, 46, 47, De begroting zwijgt over mensenrechten die mogelijk conflicteren met economische belangen. Hoe gaat u dit voorkomen? Hoe gaat u ervoor zorgen dat mensenrechten als fundament zullen blijven fungeren onder ontwikkelingssamenwerking? 46 Welke criteria hanteert u bij het maken van een belangenafweging als er door uiteenlopende motieven spanningen ontstaan? 47 Wat verstaat u onder «het leidende principe van duurzame en inclusieve groei»? 48 Welke rol hebben mensenrechten in het «leidende principe van duurzame en inclusieve groei»? Op veel terreinen zijn er uitstekende en vanzelfsprekende mogelijkheden voor synergie tussen mensenrechten en ontwikkelingssamenwerking. Dat blijkt ook uit het feit dat de Minister van Buitenlandse Zaken mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking «Respect en recht voor ieder mens» ondertekende en omgekeerd de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken de notitie «Wat de Wereld» Verdient ondertekende. Bovendien is de kabinetsvisie op maatschappelijk verantwoord ondernemen een duidelijk voorbeeld van de verwevenheid van deze agenda s. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de Nederlandse inzet ten aanzien van vrouwenrechten. Ontwikkeling is immers voor een groot deel het helpen realiseren van rechten voor iedereen in de samenleving. De verschillende prioriteiten van het beleid op Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking worden in samenhang bezien en tegen elkaar afgewogen. In veel gevallen gaan handel- en ontwikkelingsmotieven heel goed samen en zijn ze complementair. Maar in andere gevallen kunnen spanningen ontstaan. Wanneer dat gebeurt, zal het kabinet van geval tot geval heldere en weloverwogen keuzes moeten maken. Duurzame en inclusieve groei is hierbij het leidende principe. Dat houdt in dat bij economische groei in landen waarmee Nederland een ontwikkelings- en handelsrelatie onderhoudt er zorg voor moet worden gedragen dat drie dimensies op harmonieuze wijze samengaan: de sociale, de ecologische en de economische dimensie (ofwel de drie P s: «People, Planet and Profit»). Inclusieve groei betekent dat bredere delen van de betrokken samenleving baat hebben bij de desbetreffende activiteiten en/of transactie(s) in de vorm van vooral, maar niet alleen werkgelegenheid en armoedevermindering. Voor de realisatie van deze uitgangspunten is ook het beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen van belang. Het kabinet verwacht van bedrijven dat zij handelen volgens de OESO-richtlijnen, om schendingen in hun productieketen op het gebied van arbeidsomstandigheden, kinderarbeid, milieu, corruptie en mensenrechten zoveel mogelijk te voorkomen. Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 9

10 Nr. 19 Geeft het criterium «duurzame en inclusieve groei» voldoende arbitrage en richtinggevend kader om conflicten wereldwijd te voorkomen? Duurzame en inclusieve groei kan voorkomen dat een groeiende kloof tussen arm en rijk ontstaat. Hoewel duurzame en inclusieve groei vaak een belangrijke voorwaarde is om maatschappelijke spanningen te voorkomen, is het slechts een van voorwaarden en op zichzelf niet voldoende om conflicten te voorkomen. Daarvoor zijn de oorzaken van conflicten te complex, te divers en te context specifiek. Nr. 20, Hoe wordt het nieuwe BIV concreet ingevuld? Welke zaken komen in aanmerking voor dit budget? Wat zal voor het nieuwe budget uit ODA betaald worden en wat zal worden betaald uit andere middelen voor internationaal beleid? 189 Hoeveel procent van het BIV zal besteedt worden aan ODA-doeleinden? Uit het Budget Internationale Veiligheid kunnen zowel ODA en non-oda als militaire en civiele activiteiten worden gefinancierd. Vooraf wordt verder geen verdere verdeling gemaakt binnen het budget. Alle middelen blijven in beginsel deel uitmaken van de HGIS en vallen onder de begrotingsverantwoordelijkheid van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Zie onderstaande tabel voor de indicatieve invulling van het BIV. Nr. 21 Op welke ambities heeft u moeten toegeven vanwege de bezuinigingen in 2014? En welke doelstellingen gaat u waarschijnlijk niet behalen door de bezuinigingen?» In de beleidsnota «Wat de wereld verdient» zijn de ambities en doelstellingen van dit kabinet voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamen- Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 10

11 werking uiteengezet. Als gevolg van de bezuinigingen zullen sommige doelstellingen later worden behaald dan oorspronkelijk voorzien. Een voorbeeld hiervan is dat de drinkwaterdoelstelling om in miljoen mensen te hebben voorzien van veilig drinkwater. Deze zal naar verwachting niet in 2015, maar in 2018 gehaald worden. Dit komt doordat een aantal multilaterale programma s dat bijdraagt aan deze doelstelling wordt getemporiseerd. Voor wat betreft de gevolgen voor specifieke activiteiten op de begroting in 2014, zie de antwoorden op vragen 261, 263, 265, 298, 299, 301 en 302. Nr. 22 Er ligt een aanvaarde Kamermotie, ingediend door de SGP, om de eigen bijdrage van maatschappelijke organisaties te verhogen, i.p.v. de huidige 25% die de subsidieafhankelijkheid nogal in stand houdt. Op welke wijze wordt deze motie uitgevoerd? De motie Van der Staaij ( V, nr. 79) constateert dat veel maatschappelijke organisaties die zich bezighouden met ontwikkelingssamenwerking, in substantiële mate afhankelijk zijn van overheidssubsidie. De Kamer verzoekt het Kabinet daarom in kaart te brengen op welke wijze bedrijven en particulieren extra gestimuleerd kunnen worden tot geefgedrag om een hogere eigen financiële inbreng van maatschappelijke organisaties mogelijk te maken en hierbij ook de mogelijkheden van de Geefwet te betrekken. Het Kabinet verkent op dit moment een aantal modaliteiten om gehoor te geven aan deze motie en zal u daar uiterlijk in december over informeren. Nr. 23 Op welke wijze wordt motie-van der Staaij (SGP) c.s V-80 (tegengaan gendercide) uitgevoerd? Wat is hiermee gebeurd? Het bevorderen van vrouwenrechten is al jaren één van de prioriteiten van het Nederlands buitenlands beleid. Het tegengaan van «gendercide» maakt hier ook deel van uit. In de Mensenrechtenrapportage 2012 (bijlage bij Kamerstuk nr. 76, blz. 39) staat beschreven hoe Nederland deze motie heeft geïmplementeerd. In de mensenrechtenrapportage van 2013 zal dit thema ook worden opgenomen. Nr. 24, 25, Kunt u aangeven hoeveel er in 2012 en 2013 is uitgegeven aan de financiering van megastallen in het buitenland Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 11

12 25 Kunt u aangeven hoeveel megastallen er in het buitenland in 2012 en 2013 vanuit Nederland gefinancierd zijn? 26 Kunt u aangeven hoeveel aanvragen er liggen voor de financiering van megastallen in het buitenland voor 2014? In het op 14 juni jl. aan uw Kamer gezonden kabinetsstandpunt (kamerstuk nr. 134) inzake omvang intensieve veehouderij en schaalgrootte is geen maximumnorm opgenomen over schaalgrootte in de veehouderij. Het kabinet hanteert evenmin een dergelijke norm voor het ondersteunen van internationale veehouderijactiviteiten. De overheid ondersteunt Nederlandse bedrijven die internationaal willen ondernemen. Dit is generiek ondersteuningsbeleid. Met het instrumentarium worden projecten en bedrijven in de veehouderij en aanverwante sectoren ondersteund. Stalomvang is hierbij geen selectiecriterium bij de aanvraag. De overheid voert voor alle vormen ondersteuning maatwerkbeoordelingen uit op basis van IMVO kaders. Daarnaast wordt indien relevant aanvullend gekeken naar andere standaarden, zoals Europese normen voor dierenwelzijn. Ik verwijs hiervoor naar de antwoorden d.d. 21 december 2012 op uw Kamervragen over de financiering van megastallen in het buitenland. Nr. 27 Wanneer zal de webpagina gelanceerd worden waarmee inzicht wordt gegeven in de budgetten voor en de activiteiten van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking? De webpagina zal begin november 2013 gelanceerd worden. Nr. 28, De regering stelt dat veel (voormalige) ontwikkelingslanden hun handelsrelatie met Nederland intensiveren. Kunt u aangeven welke landen hiermee worden bedoeld? 30 Hoeveel van de Nederlandse import en export gaat naar (voormalige) ontwikkelingslanden? En hoe ontwikkelt hun aandeel zich in vergelijking met hun aandeel bij anderen? Het aandeel van lage- en middeninkomenslanden in de wereldhandel stijgt snel. Internationale handel en investeringen zijn belangrijke kanalen voor ontwikkeling en bieden kansen voor duurzame en inclusieve groei. Ook Nederland profiteert van de handel met nieuwe opkomende markten. Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 12

13 Dat handel met lage- en middeninkomenslanden steeds belangrijker wordt, zien we terug in de cijfers. De UNCTAD houdt statistieken bij over de invoer uit en uitvoer naar ontwikkelende landen als groep. Daaruit blijkt dat deze landen gezamenlijk een aandeel van 19,6% in de totale Nederlandse invoer en 11,7% in de totale uitvoer hebben. Dit handelspatroon reflecteert het grote aandeel van wederuitvoer in de Nederlandse uitvoer: ongeveer 43%. China is in deze cijfers niet meegerekend, omdat dat de cijfers teveel zou vertekenen. Ter vergelijking: in de EU-27 hebben ontwikkelende landen een aandeel van 15,1% in de totale uitvoer en 14,6% in de totale invoer. Zowel in Nederland als in de EU-27 stijgen deze aandelen snel. De handel van Nederland met de ontwikkelende landen stijgt iets sneller dan de handel van Europese landen met ontwikkelende landen. Gezien het groeiende aandeel en belang van handel met nieuwe opkomende markten is het belangrijk handelsrelaties met deze landen te intensiveren. Zo bouwen we een handelsrelatie op met een aantal landen, dat een sterke economische groei doormaakt, de zogenoemde overgangslanden. Het gaat om Bangladesh, Benin, Ethiopië, Ghana, Indonesië, Kenia, Mozambique en Oeganda. Naast programma s gericht op armoedebestrijding steunen we deze landen bij het vergroten van hun markttoegang en het verbeteren van hun ondernemingsklimaat. Het aandeel van de overgangslanden in de totale Nederlandse invoer is 1,2%. Het aandeel van deze landen in de totale Nederlandse uitvoer is 0,6%. Ter vergelijking: in de EU-27 gaat het om een aandeel van 1,1% in de totale EU-27 invoer en 1,2% in de totale EU-27 uitvoer. Maar niet alleen de handelsrelatie met de overgangslanden wordt uitgebreid. Ook de opkomende markten zoals Argentinië, Brazilië, Chili, Zuid-Korea, Maleisië, Mexico, Peru, Singapore, Taiwan en Thailand verwerven een steeds groter aandeel in de totale Nederlandse invoer en uitvoer. Ditzelfde geldt voor de handel met de BRIC-landen. Veel lage- en middeninkomenslanden staan in onze top-25 qua uitvoerbestemming (China, Rusland, Brazilië, Mexico, Singapore, Zuid-Korea en Taiwan) en/of invoerbestemming (China, Rusland, Maleisië, Brazilië, Saoedi-Arabië, India, Nigeria, Algerije, Singapore en Costa Rica). Ook zullen we steeds vaker handelsrelaties aangaan met lage inkomenslanden zoals Tanzania, Angola en Somalië. Kortom, steeds meer landen weten succesvol aan te haken op wereldwijde handelsstromen en het is aan Nederland om hier goed op in te spelen. Nr. 29 Kunt u voor de Nederlandse partnerlanden aangeven wat de stijging van hun private inkomsten is, en uit welke bronnen deze voornamelijk voortkomt? In 2010 ontvingen de vijftien Nederlandse partnerlanden in totaal US$ 28,5 miljard aan ODA, 26 miljard aan «remittances» (gelden die door migranten naar het thuisland worden overgeschreven) en 18,5 miljard aan directe buitenlandse investeringen. Dertig jaar eerder, in 1980, waren de overeenkomstige bedragen 5,2 miljard (ODA), 835 miljoen («remittances») en 117 miljoen (directe buitenlandse investeringen). Vooral Indonesië (11 miljard), Ghana (2,5 miljard) en Soedan (2 miljard) waren in 2010 de ontvangers van directe buitenlandse investeringen. Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 13

14 Nr. 31 Maatschappelijke organisaties zetten zich onverminderd in voor bijvoorbeeld gelijke rechten van burgers en goede arbeidsomstandigheden van werknemers in lage en middeninkomenslanden. Kunt u garanderen dat er voldoende steun blijft voor maatschappelijke organisaties om actief te blijven? In de Kamerbrief over de samenwerking met het maatschappelijk middenveld in een veranderde context (9 oktober 2013) geeft het kabinet aan belang te hechten aan een sterk maatschappelijk middenveld. Daarbij zullen vooral middelen worden vrijgemaakt voor de versterking van de pleitende en beïnvloedende rol van maatschappelijke organisaties in lageen middeninkomenslanden zodat burgers in staat worden gesteld op te komen voor hun rechten. Nr. 32 Welke (voormalige) ontwikkelingslanden intensiveren hun handelsrelatie met Nederland? En kunnen we zien dat deze handelsrelatie positief bijdraagt aan een duurzame inclusieve economie? Voor het eerste deel van de vraag: zie antwoord op vraag 28. Inzake het tweede deel van de vraag: het is evident dat de ontwikkeling van een duurzame inclusieve economie afhankelijk is van een veelheid aan interne en externe politieke, maatschappelijke en economische factoren. Het aanhaken op internationale handels- en productieketens is een belangrijke voorwaarde voor het bewerkstelligen van inclusieve groei. De intensivering van de handels- en investeringsrelatie met Nederland draagt bij aan duurzame inclusieve groei. Redenen hiervoor zijn onder meer de overdracht van kennis en technologie en de inzichten en toepassingen van Nederlandse bedrijven op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Dit leidt tot verbetering van productiviteit, productiecapaciteit en concurrentiepositie. Ook wordt substantiële directe en indirecte werkgelegenheid gecreëerd door de intensievere handels- en investeringsrelaties. Daarnaast kan het ook noodzakelijk zijn om via gerichte bijdragen de instituties en het ondernemingsklimaat in de (voormalige) ontwikkelingslanden te versterken. We zien concrete positieve voorbeelden waarin de handelsrelatie zorgt voor een positieve bijdrage aan een duurzame inclusieve economie, zoals in Ethiopië. Ethiopië is van oudsher een grote exporteur van sesamzaad, dat veelal in bulk naar China werd geëxporteerd. Daar werd het verwerkt en «naamloos» tegen lage prijzen op de internationale markt gebracht. Echter, Ethiopië produceert traditioneel zijn sesam op duurzame milieuvriendelijke wijze en de markt betaalt daar graag een premium voor. Voorwaarde is dat de herkomst van sesam bewezen is. De Nederlandse overheid heeft in Ethiopië geholpen met voorlichting, zaadveredeling en een volgsysteem om Ethiopische sesam vanaf de bron te traceren. Twee Nederlandse investeerders hebben vervolgens in Ethiopië pelbedrijven opgezet, de boeren ontvingen krediet en een afnamegarantie. Hierdoor is Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 14

15 de toegevoegde waarde van het product sesam met zo n 25% gestegen. Dit heeft geleid tot aanzienlijk hogere inkomsten voor de boeren en een toegenomen productie. Nr. 33 De regering stelt dat Nederlandse bedrijven een goede reputatie hebben als het gaat om duurzaam ondernemen. Kunt u aangeven waaruit dit blijkt? Hiervoor zijn vele indicatoren. Relatief veel grote Nederlandse bedrijven zijn bijvoorbeeld in de afgelopen jaren «supersectorleader» geweest in de Dow Jones Duurzaamheidsindex 2. Er zijn veel Nederlandse bedrijven die via initiatieven als het Initiatief Duurzame Handel (IDH) of de Ronde Tafels, zoals die over duurzame palmolie, aan de wieg hebben gestaan van verduurzaming in ketens. De bedrijven betrokken bij de Dutch Sustainable Growth Coalition propageren wereldwijd duurzame bedrijfsmodellen. MVO Nederland is wereldwijd een van de grootste bedrijvennetwerken op het vlak van MVO. Ook kan menig Nederlands bedrijf dat excelleert op milieutechnologie en grondstof- en energiebesparing rekenen op veel belangstelling tijdens economische missies. Nr. 34 Hoeveel tijd en geld is een bedrijf dat investeert in een ODA-DAC land gemiddeld kwijt aan bureaucratie die samenhangt met maatschappelijk verantwoord ondernemen? Het kabinet beschouwt de te betrachten zorgvuldigheid en aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen primair als een onlosmakelijk onderdeel van de investering. Een onderdeel dat zichzelf terugbetaalt. Zoals ook uiteengezet in de beleidsbrief «MVO loont» leidt maatschappelijk verantwoord ondernemen onder meer tot lagere bedrijfsrisico s, meer acceptatie in de samenleving en betere arbeidsomstandigheden voor en motivatie van werknemers. Nr. 35 Op welke thema s en beleidsterreinen zal Nederland aansluiten bij Europese en internationale initiatieven om de eigen impact te vergroten? Kunnen voorbeelden gegeven worden van thema s, beleidsterreinen of projecten waarop dit reeds is gebeurd en waarvoor kan worden gesteld dat de eigen impact is vergroot? 2 Zie bijvoorbeeld The Guardian, 10 september 2013, «Going Dutch: why the country is leading the way on sustainable business». Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 15

16 Nederland zal daar waar meerwaarde kan worden geleverd en daar waar Nederlandse belangen in het geding zijn zich aansluiten bij Europese en internationale initiatieven om de eigen impact te vergroten. De EU is daarbij de natuurlijke multiplier om Nederlandse ideeën en belangen op de internationale agenda geplaatst te krijgen. Een recent voorbeeld van hoe dit effect heeft gesorteerd betreft de Nederlandse inspanningen voor een sterke EU inzet op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in het kader van de ontwikkelingsagenda post In EU-verband schreef Nederland samen met gelijkgezinde lidstaten een brief aan HV Ashton en Commissaris Piebalgs om de EU op te roepen SRGR en rechten van vrouwen sterker te verankeren in de post 2015 agenda. Dit heeft geresulteerd in sterke tekst in de Raadsconclusies over «The overarching post-2015 agenda», aangenomen op 25 juni De inzet van de EU op gendergelijkheid en op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten kon op deze manier, ondanks volhardende oppositie, worden gewaarborgd. Nr. 36 Kan meer informatie worden gegeven over de op handen zijnde EU landenprogrammering, welke in 2014 van start zal gaan? Om welke landen gaat het? Welke wijzigingen worden in het Europese beleid doorgevoerd naar aanleiding van de landenprogrammering? Worden ook prioriteiten ten aanzien van thema s waarop de EU actief is, verlegd? Als per 1 januari 2014 de nieuwe begrotingscyclus van de EU van start gaat, vangt daarmee ook de programmering van middelen aan voor de partnerlanden van de EU die vallen onder het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), het Instrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI), het Europees Nabuurschapsinstrument (ENI), het Instrument voor Pre-toetredingssteun (IPA) en het Partnerschapsinstrument (PI). De laatste vier instrumenten vallen onder de EU begroting (Categorie IV, Extern Beleid) en zijn nog onderwerp van een triloog tussen Raad, Commissie en Europees Parlement. Hierdoor bestaat er bijvoorbeeld nog onduidelijkheid over de landenlijst onder het DCI. De inzet van Nederland is dat een gedifferentieerde benadering wordt gevolgd, dat wil zeggen dat de bilaterale EU-hulp aan landen die hun eigen ontwikkeling kunnen financieren moet worden afgebouwd. De gedifferentieerde benadering is één van de uitgangspunten die in de Agenda for Change centraal staat [Kamerstuk nr. 137]. De programmering van EU-middelen zal nauw de hervormingsagenda van de EU, zoals deze is neergelegd in de Agenda for Change, volgen. De Agenda for Change benoemt mensenrechten, democratie en goed bestuur en inclusieve en duurzame groei (versterken van de lokale private sector, het versterken van het ondernemingsklimaat, regionale integratie en de aansluiting op de wereldmarkt) als pijlers onder het Europees ontwikkelingsbeleid. Focus staat centraal: de Commissie zal in de periode maximaal drie sectoren per partnerland ondersteunen. Via het proces van gezamenlijke programmering tussen EU en lidstaten zijn de Nederlandse ambassades in EU-partnerlanden aangesloten op de programmering van EU-middelen. Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 16

17 Nr. 37, Op welke wijze draagt Nederland bij aan het zorgen voor beleidscoherentie voor ontwikkeling op Europees niveau? 51 Waarom rept deze begroting, op één verwijzing op p. 8 na, met geen woord over beleidscoherentie, terwijl dit volgens de Beleidsnota «Wat de wereld verdient» één van de belangrijkste onderdelen van uw beleid is? Waarom wordt bijvoorbeeld niet ingegaan op de Nederlandse inzet in coherentie-discussies rond bijv. het EU Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, het EU Visserijbeleid, de Economic Partnership Agreements (EPA s), biobrandstoffen, belastingontwijking en ontduiking, kennismigratie en ontwikkeling en grondstoffenhandel? Is dit omdat de inzet voor meer beleidscoherentie geen financiële consequenties heeft en daarom niet vermeld hoeft te worden in de begroting? Beleidscoherentie voor ontwikkeling (BCO) is een belangrijk thema voor dit kabinet. In EU verband heeft Nederland ingezet op sterke conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken/ Ontwikkelingssamenwerking (mei 2012) over het verbeteren van coördinatie- en monitorings-mechanismen. Nederland volgt nieuw EU beleid op de voet en toetst deze aan BCO. Dit blijkt ook uit de BNC-fiches die wekelijks naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Hierin wordt aandacht besteed aan de implicaties voor ontwikkelingslanden van nieuwe Commissievoorstellen. Daarnaast zet Nederland in EU-verband actief in op het ontwikkelen van indicatoren en resultaatketens om de effecten van BCO te meten. De coherentiethema s die in de nota «Wat de wereld verdient» worden genoemd, zoals belastingontwijking, Gemeenschappelijk Visserijbeleid en biobrandstoffen zijn nog steeds relevant en komen ook in de beleidsagenda in de begroting aan de orde. Zo wordt verwezen naar de EPA s en de rol die Nederland als honest broker speelt en wordt ingegaan op het snijvlak van hulp en handel, waar in geval van uiteenlopende motieven een zorgvuldige belangenafweging wordt gemaakt. Het belang dat dit kabinet aan BCO hecht, blijkt eveneens uit de recente brieven aan de Tweede Kamer over het IBDF-onderzoek naar belastingverdragen (d.d. 30 augustus 2013) en de rol van Nederland als honest broker ten aanzien van de EPA-onderhandelingen (d.d. 16 mei 2013). Nr. 38, Hoe wordt vormgegeven aan de mogelijkheden voor trilaterale samenwerking? Kunnen er al concrete voorbeelden genoemd worden? 43 Hoe ziet «trilaterale samenwerking» er precies uit? Trilaterale samenwerking is een samenwerkingsverband tussen Westerse partners, met organisaties gouvernementele en non-gouvernementele Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 17

18 uit opkomende economieën en organisaties uit een ontwikkelingsland. Hierbij kunnen ook bedrijven en kennisinstellingen worden betrokken. Waar mogelijk, besteed ik tijdens mijn bezoeken aandacht aan dit thema. Zo heb ik tijdens mijn recente bezoek aan Brazilië de mogelijkheden voor trilaterale samenwerking op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) besproken. Ook tijdens mijn komende bezoeken aan Indonesië en China zal ik gesprekken voeren over de mogelijkheden voor trilaterale samenwerking, waarbij de nadruk ligt op de strategische aspecten van deze samenwerking en de toegevoegde waarde ervan ten opzichte van bilaterale samenwerking. Een mogelijk thema in Indonesië is dan bijvoorbeeld energie. Nr. 39, Kunt u in een tabel aangeven onder welk (sub) artikel in de begroting 2014 van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de 4 speerpunten terug zijn te vinden en welk budget u in totaal per speerpunt heeft gereserveerd op het betreffende (sub)artikel? 40 Kunt u in een tabel voor alle speerpunten per speerpunt de budgetten voor zowel 2013 als 2014 weergeven? In de nieuwe begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zijn de vier speerpunten volgens de volgende indeling en met de volgende budgetten opgenomen: Bedragen in EUR Speerpunt Sub-artikel(en) Budget 2013 Budget 2014 Voedselzekerheid Water Vrouwenrechten en SRGR Veiligheid en rechtsorde Toename van voedselzekerheid (2.1) Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie (2.2) Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/aids (3.1); en Gelijke rechten en kansen voor vrouwen (3.2) Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie (4.3) Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 18

19 Nr. 41 Wat zijn concreet voor het overgangsland Indonesië de activiteiten om de hulp- en handelsactiviteiten samen te brengen met wederzijds voordeel? Gestreefd wordt naar een partnerschap tussen gelijke partners, met wederzijds voordeel. Daarbij wordt gekeken naar de sectoren waar Nederland sterk in is, en waar in Indonesië behoefte aan kennis en expertise bestaat. Voor wat betreft Indonesië ligt de toegevoegde waarde in de sectoren water (geïntegreerde benadering), landbouw (voedselveiligheid en -zekerheid), stedelijke planning en juridische samenwerking. Binnen elk van de speerpunten zijn activiteiten aan te wijzen die de hulpen handelscomponenten bij elkaar brengen. Als voorbeeld kan worden genoemd het Jakarta Coastal Development Programme: financiering uit OS-fondsen, waarbij sterke betrokkenheid van de Nederlandse watersector is voorzien. Nr. 42 «Onze eigen bilaterale programmering wordt in het kader geplaatst van gezamenlijke programmering van EU en lidstaten, om hiermee versnippering van hulp tegen te gaan en efficiency winst te bewerkstelligen». Wat betekent dit voor de keuzes die Nederland gemaakt heeft per land? Die waren immers gemaakt voordat de EU haar keuzes maakte voor de prioritaire sectoren in de periode ? Heeft de EU bewust het thema onderwijs als prioriteit gekozen in landen waar Nederland en/of andere onderwijsdonoren zich teruggetrokken hebben? Kan daarvan een overzicht gegeven worden? Klopt het dat de EU haar hulp aan onderwijs substantieel verlaagt (van 4,2 miljard voor tot 2,5 miljard voor ) en besloten heeft om het doel van basisonderwijs voor iedereen niet na te streven voor 2015 maar voor 2030? Donorcoördinatie op landenniveau is niet nieuw. De sectorkeuzes die Nederland per partnerland heeft gemaakt zijn veelal goed afgestemd met andere donoren in het partnerland. In de partnerlanden waarin de komende jaren geleidelijk gezamenlijke EU-programmering zal worden ingevoerd zullen we proberen nog beter de prioritaire sectoren af te stemmen. Overigens is de Nederlandse meerjarige strategische planningscyclus «voortschrijdend» gemaakt om de planning flexibeler te maken en de posten de mogelijkheid te bieden beter aan te sluiten bij gezamenlijk programmeren in EU-kader. De EU-programmering voor de periode is nog niet afgerond. De keuze van te ondersteunen sectoren zal in samenspraak met de ontvangende landen plaatsvinden. Het is dan ook nog niet te zeggen in welke landen onderwijs als prioritaire sector gekozen zal worden. In de voorlopige planning gaat de EU er niet vanuit dat haar hulp aan onderwijs substantieel lager zal worden. Het bedrag van 4,2 miljard voor de periode is namelijk inclusief de bijdrage van 1,3 miljard voor het hoger onderwijs programma «Erasmus Mundus». Voor de periode staat voorlopig een bedrag van 2,5 miljard gepland. Gezien de uitdagingen die er nog steeds zijn op het behalen van de MDG onderwijsdoelstelling heeft de EU in het kader van de post-2015 ontwikke- Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 19

20 lingsagenda aangegeven dat een sterke onderwijsdoelstelling nog steeds noodzakelijk is en dat deze zou moeten leiden tot het behalen van kwalitatief goed onderwijs voor iedereen in Nr. 44 Welke eigentijdse oplossingen bieden Nederlandse bedrijven voor welke uitdagingen waar lage en middeninkomenslanden voor staan? Nederlandse bedrijven dragen op verschillende manieren bij aan het oplossen van genoemde uitdagingen. Bijvoorbeeld door technologische kennis en ontwikkelingen, of door nieuwe en innovatieve publiek-private samenwerkingsvormen. Een goed voorbeeld is de Nederlandse expertise bij toepassingen van satellietinformatie in landbouw- en waterprojecten. Deze kennis kan bijdragen aan het verbeteren van oogsten en de lokale voedselvoorziening. Daardoor verbeteren ook de kansen voor economische en sociale ontwikkeling. Recent is het programma Geo-data for Agriculture and Water (G4AW Faciliteit) van start gegaan. Doel is om in 2019 minimaal drie miljoen voedselproducenten van juiste, tijdige en vraaggerichte satelliet informatie te voorzien. Satelliet technologie kan hier een belangrijke bijdrage leveren, bijvoorbeeld via het leveren van tijdige weersinformatie, early warning voor stormen en informatie over verbruik van water en irrigatie. Op die manier kan ook een bijdrage worden geleverd aan het vormgeven van bijvoorbeeld nieuwe verzekeringsproducten. Nr. 45 Hoe gaan hulp en handel hand in hand? Via de voormalige hulprelaties? Gaan ex-medewerkers van NGO s en ambassades de volwassen economische relaties opbouwen? Er is sprake van een veranderende relatie, waarin wij gelijkwaardiger werken met onze partners in lage- en middeninkomenslanden. Er zijn verschillende samenwerkingsmogelijkheden op het terrein van hulp en handel die bijdragen aan duurzame economische groei en werkgelegenheid in lage- en middeninkomenslanden. Een eerste mogelijkheid is de versterking van het ondernemingsklimaat en ondersteuning van de private sector in ontwikkelingslanden. Een tweede mogelijkheid is de intensivering van de economische samenwerking door te assisteren bij toegang tot de Europese markt. Een derde mogelijkheid is de kennisoverdracht van het Nederlands bedrijfsleven en de samenwerking van het Nederlandse bedrijfsleven met ondernemers in lage- en middeninkomenslanden. Op deze manier leveren hulp en handel voordeel op voor zowel lage- en middeninkomenslanden als Nederland. Het spreekt vanzelf dat er geen algemene regel te geven is voor de manier waarop hulp en handel zich precies dienen te verhouden. Het gaat hier om maatwerk per land. In Bangladesh werkt Nederland bijvoorbeeld samen met de Bengaalse overheid, het bedrijfsleven, internationale donoren, de ILO, vakbonden en NGO s aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van arbeiders in de textielsector. Nederland zet daarbij onder meer in op het verbeteren van de arbeidswetgeving en draagt bij aan het Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 20

21 versterken van de capaciteit van de inspecties op arbeidsomstandigheden en brand- en bouwveiligheid. Nederland heeft door ontwikkelingssamenwerking de afgelopen decennia in veel landen een goede reputatie en een uitgebreid netwerk van contacten opgebouwd. Ontwikkelingsrelaties hebben ook geleid tot kennis van de betrokken landen, zowel bij het ministerie van Buitenlandse Zaken als bij andere instellingen in Nederland. Reputatie, netwerk en kennis kunnen helpen bij het opbouwen van economische relaties. Het opbouwen van volwassen economische relaties gebeurt in nauwe samenwerking tussen het bedrijfsleven, zowel in Nederland als in ontwikkelingslanden, medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken, maatschappelijke organisaties en andere betrokkenen. Nr. 49 Welke ontwikkelingslanden worden gesteund om de gevolgen van Klimaatverandering op te vangen en hun economieën te vergroenen? Hoe wordt dit gedaan en kunt u voorbeelden geven van deze vergroening? Nederland is medefinancier van een Joint Programme van UNEP/UNDP en UN-DESA dat alle partnerlanden ondersteunt bij het vergroenen van de economie. Dit programma faciliteert bij onder meer de toegang tot data, het gebruik van beschikbare instrumenten, het gebruik en samenbrengen van bestaande ervaringen en werkt aan capaciteitsversterking bij overheden. In dit kader zijn in Rwanda, Kenia en Ghana inclusieve groene economie beoordelingen uitgevoerd. Deltaprogramma s gericht op klimaatadaptatie worden ondersteund in Mozambique, Bangladesh, Vietnam, Indonesië en Senegal. Zo is in Vietnam een integraal water beheersplan ontwikkeld dat komende jaren in publiek-private samenwerking zal worden uitgevoerd. Samen met IFAD en ICRAF worden programma s specifiek gericht op voedselzekerheid en klimaatadaptatie uitgevoerd in een aantal Afrikaanse landen. Het programma van IFAD is wereldwijd; met een eerste project in Mozambique, het programma van ICRAF richt zich op Ethiopië, Kenia, Burkina Fasso, Niger en Mali. Nederland is partner in het WAVES programma van de Wereldbank gericht op waardering van natuurlijk kapitaal en opname ervan in nationale milieurekeningen. Hiermee wordt vergroening van de economie ondersteund. Op dit moment nemen Botswana, Colombia, Costa Rica, Filippijnen en Madagaskar deel. Nr. 50 U stelt dat de groeiende wereldeconomie en -bevolking dwingen zuinig om te springen met schaarse hulpbronnen. Bekeken vanuit een negatieve invalshoek zou dat landen en instituten juist kunnen motiveren om zo snel mogelijk een zo groot mogelijk deel te bemachtigen. Bent u zich hiervan bewust en zo ja, hoe gaat u hiermee om in uw beleid? Zo nee, kunt u dit uitleggen? Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 21

22 Ja, ik ben me hiervan bewust. Via multilaterale kanalen tracht Nederland tot gezamenlijke afspraken te komen over transparantie en open markten (zie ook antwoord op vraag 170). Daarnaast zet Nederland zich actief in om het wereldwijde aanbod van grondstoffen te vergroten, zoals lithium uit Bolivia als belangrijk onderdeel van batterijen voor elektrisch transport. Onlangs tekende Nederland met Bolivia een overeenkomst om de Boliviaanse extractie van lithium en productie van batterijtechnologie te ontwikkelen met Nederlandse kennis. Nr. 52 Kunt u aangeven of er analyses en effectrapportages worden opgesteld bij het ontstaan van spanningen tussen hulp en handel en wordt de Kamer hierover geïnformeerd? De Inspectie (IOB) heeft een evaluatietaak op beide beleidsterreinen. Er worden onder meer studies uitgevoerd naar de lange-termijn relaties tussen handel en hulp. In multi-donor verband zijn onder andere analyses voorzien over de effecten van Aid for Trade (AfT) en de implicaties van bilaterale handelsovereenkomsten (TTIP, EPA s). Verder wordt de Kamer begin 2014 geïnformeerd over de uitvoering van de hulp en handel agenda in overgangslanden en over de Meerjarige Strategische Plannen van posten. Hierbij zullen ook spanningen en knelpunten geïnventariseerd worden. Nr. 53, Kunt u aangeven welke landen een hulprelatie, welke landen een overgangsrelatie en welke landen een handelsrelatie met Nederland hebben en wat de criteria hiervan zijn. 110 Welke maatlat wordt gehanteerd bij de bepaling van de status van een hulprelatie met een land naar een handelsrelatie met een land? In de Nota «Wat de Wereld Verdient» worden de volgende definities gehanteerd: Hulprelaties: Hier richten we ons vooral op landen die hun armoedeproblemen niet zelf kunnen oplossen. In deze categorie vallen (post- )conflictlanden, fragiele staten en landen die onvoldoende capaciteit hebben om zonder hulp effectief aan armoedebestrijding te doen. Het gaat om Afghanistan, Burundi, Mali, Jemen, Rwanda, Zuid-Sudan en de Palestijnse Gebieden. In het Grote Merengebied en in de Hoorn van Afrika wordt zoveel mogelijk vanuit een regionaal perspectief gewerkt. Overgangsrelaties: Hier richten we ons vooral op middeninkomenslanden en lage-inkomenslanden met een forse economische groei. In overgangsrelaties kan het combineren van hulp en handel tot voordeel leiden voor Tweede Kamer, vergaderjaar , XVII, nr. 8 22

Lijst (Begroting BuHa-OS)

Lijst (Begroting BuHa-OS) Lijst (Begroting BuHa-OS) 1 Nr 1 Kunt u een overzicht geven van alle NGO s die in 2013 en 2012 subsidie ontvingen van de Nederlandse regering uit de Official Development Assistance (ODA) middelen en kunt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 085 XVII Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 200 XVII Jaarverslag en slotwet Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2014 Nr. 7 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 8 juni

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2016 Nr. 62 BRIEF VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017 34 550 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat

Nadere informatie

T Binnenhof 4

T Binnenhof 4 Algemene Rekenkamer BEZORGEN Lange Voorhout 8 Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070-342 43 44 Binnenhof 4 E voorlichting@rekenkamer.nl DEN HAAG w www.rekenkamer.ni

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Contactpersoon Marc Sprik T +31 70 3485208

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2016 Nr. 5 BRIEF VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 544 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) en van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

Dutch Good Growth Fund (DGGF)

Dutch Good Growth Fund (DGGF) Dutch Good Growth Fund (DGGF) DGGF doel: mkb financiering mogelijk maken in ontwikkelingslanden MKB financiering in DGGF landen wordt als high risk gezien door financiers: - Hoge transactiekosten - Beperkte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2014 2 34 210 XVII Wijziging van de sstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nadere informatie

BEZORGEN. Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG

BEZORGEN. Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG BEZORGEN Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070-342 43 44 E voorlichting@rekenkamer.nl W www.rekenkamer.nl D A T U

Nadere informatie

DHIsubsidieregeling. China Project Development

DHIsubsidieregeling. China Project Development DHIsubsidieregeling Hoofdpunten Regeling: tender Bedrijfsactiviteit: investering en export (kapitaal) goederen Doelmarkt: opkomende landen en ontwikkelingslanden (DGGF- land) Subsidiedoel: concreet project,

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 31 maart 2016 Betreft Vervolg Wetgevingsoverleg

Nadere informatie

algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Den Haag, 13 juni 2013 Voortouwcommissie: algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking BuHa-OS i.v.m. agendapunt 11 BuZa i.v.m. agendapunt 5, 6, 7, 13, 14, 16 EU i.v.m. agendapunt

Nadere informatie

HGIS Vraag 20 : Wat zijn de uitgaven per partnerland per thema in 2008 en 2009? Opsteller : Joke van Hagen 5936. Versnelde MDG-realisatie

HGIS Vraag 20 : Wat zijn de uitgaven per partnerland per thema in 2008 en 2009? Opsteller : Joke van Hagen 5936. Versnelde MDG-realisatie HGIS Vraag 20 : Wat zijn de uitgaven per partnerland per thema in 2008 en 2009? Opsteller : Joke van Hagen 5936 ODA UITGAVEN PARTNERLANDEN 2008 Versnelde MDG-realisatie Bangladesh Kenia 2.07 Goed bestuur

Nadere informatie

Publiek Private Partnerschap faciliteit. Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV) Aad de Koning 26 april 2012

Publiek Private Partnerschap faciliteit. Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV) Aad de Koning 26 april 2012 Publiek Private Partnerschap faciliteit Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV) Aad de Koning 26 april 2012 Onderwerpen in de presentatie Thema's en sub-thema's Drempelcriteria Procedures

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 20 maart 2014 Betreft Nadere toelichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 485 XVII Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2016 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 14 december 2018 Betreft Theories of Change

Nadere informatie

BIJLAGEN. Voortgangsrapportage Watersector 2004

BIJLAGEN. Voortgangsrapportage Watersector 2004 BIJLAGEN Voortgangsrapportage Watersector 2004 BIJLAGE 1 In de hierna volgende tabellen zijn input en output gegevens opgenomen m.b.t. uitgaven over 2004. De tabellen zijn samengesteld uit gegevens verkregen

Nadere informatie

Directeur-Generaal Internationale Samenwerking Onze Referentie

Directeur-Generaal Internationale Samenwerking Onze Referentie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directeur-Generaal Internationale Samenwerking Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Bijlage(n) Datum: 19 november 2018 Betreft: Dutch

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 210 XVII Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2017Z02412 Datum 31 maart

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Aandachtspunten bij de ontwerpbegroting 2019 (hoofdstuk XVII) van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Aandachtspunten bij de ontwerpbegroting 2019 (hoofdstuk XVII) van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking BEZORGEN Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T [070] 342 43 44 E voorlichting@rekenkamer.nl W www.rekenkamer.nl

Nadere informatie

Aanvraagformulier IMVO vouchers

Aanvraagformulier IMVO vouchers Aanvraagformulier IMVO vouchers Versie 2017 Met dit aanvraagformulier kunt u een IMVO voucher aanvragen bij MVO Nederland. IMVO staat voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Met de

Nadere informatie

2017D14692 LIJST VAN VRAGEN

2017D14692 LIJST VAN VRAGEN 2017D14692 LIJST VAN VRAGEN De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN STRUCTUUR VAN DE PRESENTATIE: 1. DIVERSITEIT EN DIFFERENTIATIE VAN DE ONTWIKKELINGSACTOREN Actoren van

Nadere informatie

Aanvraagformulier IMVO vouchers

Aanvraagformulier IMVO vouchers Aanvraagformulier IMVO vouchers Versie augustus 2015 Met dit aanvraagformulier kunt u een IMVO voucher aanvragen bij MVO Nederland. De IMVO vouchers (Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Nadere informatie

Aanvraagformulier IMVO vouchers

Aanvraagformulier IMVO vouchers Aanvraagformulier IMVO vouchers Versie 2016 Met dit aanvraagformulier kunt u een IMVO voucher aanvragen bij MVO Nederland. IMVO staat voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Met de

Nadere informatie

Onderwijssector in de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Hans De Greve, Plan België 28/05/2015

Onderwijssector in de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Hans De Greve, Plan België 28/05/2015 Onderwijssector in de Belgische Ontwikkelingssamenwerking Hans De Greve, Plan België 28/05/2015 Wat vooraf ging Onderzoek Plan België naar de onderwijssector in de Belgische OS (2013) gevolgd door de conferentie

Nadere informatie

Opties voor Internationale samenwerking Bijlage 2 bij advies internationale samenwerking

Opties voor Internationale samenwerking Bijlage 2 bij advies internationale samenwerking I Inleiding Het LOGO SOUTH programma is beëindigd en geëvalueerd. Op basis van de resultaten van de evaluatie is het aan de Raad om op grond van haar kaderstellende bevoegdheid een keuze te maken over

Nadere informatie

2016D37328 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D37328 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D37328 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bestond bij de fracties van de VVD, PvdA, CDA, D66, ChristenUnie

Nadere informatie

Regionale vooruitzichten Sub-Sahara Afrika - bijlage Percentage grondstoffen in goederen export

Regionale vooruitzichten Sub-Sahara Afrika - bijlage Percentage grondstoffen in goederen export Tabel 1: Indicatoren voor economische structuur Aantal inwoners (mln) Grootte van economie (USD mrd) Grootte van economie (% van wereld BBP) Percentage grondstoffen in goederen export Percentage grondstoffen

Nadere informatie

Toespraak van staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Ben Knapen op de Watersectorbijeenkomst, 2 februari 2011

Toespraak van staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Ben Knapen op de Watersectorbijeenkomst, 2 februari 2011 Toespraak van staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Ben Knapen op de Watersectorbijeenkomst, 2 februari 2011 Dames en heren, Laat ik beginnen met een citaat. Een rivier is een reusachtig organisme.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 605 V Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2012 Nr. 7 HERDRUK 1 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN KREDIETOVERSCHRIJVING NR. DEC 42/2009 NIET-VERPLICHTE UITGAVEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN KREDIETOVERSCHRIJVING NR. DEC 42/2009 NIET-VERPLICHTE UITGAVEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ALGEMENE BEGROTING 2009 AFDELING III COMMISSIE TITELS 01, 21 BRUSSEL, 16/10/2009 KREDIETOVERSCHRIJVING NR. DEC 42/2009 NIET-VERPLICHTE UITGAVEN EUR VAN HOOFDSTUK

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 250 Beleidsbrief Ontwikkelingssamenwerking Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWER- KING Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Raadsvoorstel Vernieuwing Mondiale Bewustwording

Raadsvoorstel Vernieuwing Mondiale Bewustwording gemeente Eindhoven Raadsnummer 14R6043 Inboeknummer 14bst01553 Beslisdatum B&W 21 oktober 2014 Dossiernummer 14.43.151 Raadsvoorstel Vernieuwing Mondiale Bewustwording Inleiding In het coalitieakkoord

Nadere informatie

Samenvatting. Private sector als motor voor duurzame groei en volwaardige werkgelegenheid

Samenvatting. Private sector als motor voor duurzame groei en volwaardige werkgelegenheid Samenvatting Een ontwikkelde private sector is cruciaal om de kansen van globalisering te benutten. Effectieve economische samenwerking met ontwikkelingslanden moet zich daarom richten op het bevorderen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012 Nr. 149 BRIEF VAN DE MINISTER VAN

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum november 2011 Betreft Verantwoorde afbouw van basisonderwijs

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum november 2011 Betreft Verantwoorde afbouw van basisonderwijs Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon Vincent Snijders T +31 (0)70 348

Nadere informatie

Criteria en voorwaarden voor Young Experts

Criteria en voorwaarden voor Young Experts Criteria en voorwaarden voor Young Experts Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Young Expert Programma Water... 4 3. Opzet YEP Water... 8 a. Hoofdproces Young Expert Programme Water... 9 4. Criteria en voorwaarden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 21 501-04 Ontwikkelingsraad Nr. 163 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 15 juli 2014 Binnen de algemene commissie voor Buitenlandse

Nadere informatie

algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Den Haag, 17 januari 2013 Voortouwcommissie: algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking BuHa-OS i.v.m. agendapunt 7 BuZa i.v.m. agendapunt 9, 12 FIN i.v.m. agendapunt 6, 10

Nadere informatie

Criteria en voorwaarden voor Young Experts

Criteria en voorwaarden voor Young Experts Criteria en voorwaarden voor Young Experts c 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. Young Expert Programme... 4 a. Begrippen binnen YEP... 4 b. Doelstellingen YEP... 5 c. Inzet Young Expert...

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6169 8 maart 2013 Regeling van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 1 maart 2013, nr.

Nadere informatie

Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ONTWERPVERSLAG

Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ONTWERPVERSLAG PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ACP-UE/101.868/B 19.3.2015 ONTWERPVERSLAG over de financiering van de investeringen en de handel, met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 625 Hulp, handel en investeringen Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board Niet opgesteld

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board Niet opgesteld Fiche 6: Gezamenlijke mededeling EU-Birma/Myanmar 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad: Elementen voor een strategie van de EU ten aanzien

Nadere informatie

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t.

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t. Fiche 6: Mededeling Nieuwe EU Consensus on Development 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social

Nadere informatie

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma

Nadere informatie

34776 Homogene Groep Internationale samenwerking 2018

34776 Homogene Groep Internationale samenwerking 2018 34776 Homogene Groep Internationale samenwerking 218 nr. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden er zijn) De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 625 Hulp, handel en investeringen 26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen Nr. 246 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Effectiviteit en Coherentie Afdeling Kwaliteit van de Hulp Postbus 20061 2500 EB Den Haag Nederland www.minbuza.nl

Nadere informatie

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN 2018D19763 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën, heeft over de brief van de Minister van Financiën van 16 februari 2018 met zijn toelichting op de opbouw van het Nederlandse handelsoverschot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 21 501-03 Begrotingsraad Nr. 101 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 1 december

Nadere informatie

Het nieuwe beleid in de partnerlanden is vertaald in de meerjarige strategische

Het nieuwe beleid in de partnerlanden is vertaald in de meerjarige strategische 32605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking Nr. 89 herdruk *) Brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 13 april

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Benin-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Benin-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Benin-Nederland 1 1. Goederenexport van Benin naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Beninse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT IN

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland 1 1. Goederenexport van Zuid-Afrika naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zuid-Afrikaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN

Nadere informatie

de departementale begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII);

de departementale begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII); 34 210 XVII Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) Nr. 2 Memorie van toelichting

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1 1. Goederenexport van Pakistan naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Pakistaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

2012D19702 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2012D19702 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2012D19702 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken bestond bij vijf fracties de behoefte de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken enkele vragen

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Dutch Good Growth Fund (DGGF) Dutch Good Growth Fund (DGGF)

Dutch Good Growth Fund (DGGF) Dutch Good Growth Fund (DGGF) Dutch Good Growth Fund (DGGF) Dutch Good Growth Fund (DGGF) Overview Regeerakkoord: versterkte samenhang tussen buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Ondersteuning van Nederlands MKB dat wil

Nadere informatie

Datum onderteken ing

Datum onderteken ing Datum onderteken ing Datum inwerkingtreding Land Status Vindplaats 1. Albanië In werking 15-04-1994 01-09-1995 1994, 145 2. Algerije In werking 20-03-1997 01-08-2008 2007, 079 3. Argentinië In werking

Nadere informatie

Fiche 1: Mededeling monitoring van de Europese pijler van sociale rechten

Fiche 1: Mededeling monitoring van de Europese pijler van sociale rechten Fiche 1: Mededeling monitoring van de Europese pijler van sociale rechten 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Colombia-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Colombia-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Colombia-Nederland 1 1. Goederenexport van Colombia naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Colombiaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2180 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 838 Goedkeuring van het op 26 juni 2013 te Brussel tot stand gekomen Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1 1. Goederenexport van Ivoorkust naar andere landen Tabel 1: Voornaamste exportpartners Ivoorkust (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 637 Bedrijfslevenbeleid Nr. 279 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

DHK: subsidieregeling voor Demonstratieprojecten, Haalbaarheidsstudies en Kennisverwerving

DHK: subsidieregeling voor Demonstratieprojecten, Haalbaarheidsstudies en Kennisverwerving Subsidieregeling DHK: ondersteunt MKB ondernemingen bij export en internationalisering in 3 soorten landen De DHK-regeling staat open voor 88 landen. Afhankelijk van het land en het beschikbare budget

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1 1. Goederenexport van de Verenigde Arabische Emiraten naar andere landen Tabel 1: Voornaamste exportpartners van de Verenigde Arabische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 625 Hulp, handel en investeringen Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 21 501-03 Begrotingsraad Nr. 113 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 oktober

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 21 501-08 Milieuraad Nr. 523 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 17 juli 2014 Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu

Nadere informatie

aan: TK-woordvoerders Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

aan: TK-woordvoerders Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Email aan: TK-woordvoerders Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Betreft: AO 27 maart 2014 Brief Vooruitgang Uitfasering Bilaterale Ontwikkelingssamenwerking Beste/Geachte, Komende donderdag

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1 1. Goederenexport van Marokko naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Marokkaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1480 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

1. Inleiding 2. Coherentiemonitor

1. Inleiding 2. Coherentiemonitor 1. Inleiding Hoe ontwikkelingslanden groeien wordt door veel meer dan alleen ontwikkelingshulp beinvloed. Handelsverdragen, hoe landen verdienen aan hun grondstoffen en hoe ze belastinginkomsten verwerven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 001 Homogene Groep Internationale Samenwerking 2015 (HGIS-nota 2015) Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 6 juni 2016 De algemene

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2677 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 123 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2010 Nr. 79 BRIEF VAN DE MINISTER VAN

Nadere informatie

Nog te plannen activiteiten: - AO Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) - AO Wapenexportbeleid

Nog te plannen activiteiten: - AO Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) - AO Wapenexportbeleid Den Haag, 3 april 2017 Voortouwcommissie: algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking BuZa i.v.m. agendapunt 17 EU i.v.m. agendapunt 19, 21, 23 EZ i.v.m. agendapunt 7, 15 FIN

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Verenigde Staten-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigde Staten-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Verenigde Staten-Nederland 1 1. Goederenexport van de Verenigde Staten naar andere landen Tabel 1: Voornaamste exportpartners uit de Verenigde Staten (bedragen x 1.000 euro)

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Ghana-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ghana-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Ghana-Nederland 1 1. Goederenexport van Ghana naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Ghanese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT IN

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Saoedi-Arabië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Saoedi-Arabië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Saoedi-Arabië-Nederland 1 1. Goederenexport van Saoedi-Arabië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Saoudi-Arabische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 16 september 2014 Betreft Toekomstfonds

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 16 september 2014 Betreft Toekomstfonds > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directie Algemene Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Kenia-Nederland juli 2019

Handels- en investeringscijfers Kenia-Nederland juli 2019 Handels- en investeringscijfers Kenia-Nederland juli 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. David Mark via Pixabay Nairobi, Kenia Wat kunt u verwachten bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 095 XVII Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Vlaamse bijdragen voor ontwikkelingssamenwerking (ODA) en internationale klimaatfinanciering in 2018.

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Vlaamse bijdragen voor ontwikkelingssamenwerking (ODA) en internationale klimaatfinanciering in 2018. DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Vlaamse bijdragen voor ontwikkelingssamenwerking (ODA)

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 13 november 2015 Betreft Impact van TTIP op lage-inkomenslanden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 13 november 2015 Betreft Impact van TTIP op lage-inkomenslanden Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Onze Referentie Minbuza 2015.594488 Bijlage(n)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 250 Beleidsbrief Ontwikkelingssamenwerking Nr. 38 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWER- KING Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

2014D05973 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D05973 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D05973 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken bestond bij drie fracties de behoefte de minister van Buitenlandse Zaken enkele vragen en opmerkingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 625 Hulp, handel en investeringen Nr. 86 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie