Projectoproep 2019 voor Brusselse gemeenten en OCMW's voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten

Transcriptie

1 Projectoproep 2019 voor Brusselse gemeenten en OCMW's voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten Leefmilieu Brussel - BIM Havenlaan 86c/ Brussel Coördinatie van de projectoproep: De afdeling Informatie, Algemene coördinatie, Circulaire economie en Duurzame stad Departement Duurzame consumptie en ecogedrag Dienst Lokale en burgeracties Contactpersoon: Pascale Alaime Telefoon: 02 / palaime@environnement.brussels

2 Algemeen kader van de oproep Duurzame ontwikkeling is een maatschappelijke uitdaging die moet resulteren in concreet beleid en concrete acties. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormen de gemeenten en het OCMW de prioritaire partners voor de uitvoering van het plaatselijke milieu- en duurzame ontwikkelingsbeleid. Door hun meerdere vaardigheden, voorbeeldige rol en nabijheid van de burger, hebben lokale overheden een sleutelrol bij duurzame ontwikkeling. De interactie tussen gewestelijke en plaatselijke dynamieken uit zich onder meer in de dynamiek van de projectoproepen die de lokale overheden een methodologische en financiële ondersteuning biedt bij de innovatie en realisatie van concrete acties in overeenstemming met het gewestelijk beleid en met een plaatselijke actieradius. Deze interactie beoogt complementariteit en samenwerking in plaats van concurrentie of competitie tussen de actieniveaus. In 2019 worden er meerdere thema's voorgesteld aan de Lokale overheden, met als doel de uitvoering van projecten met zeer uiteenlopende dimensies, gaande van sensibileringsacties of participatieve projecten tot grotere werven waarvoor investeringen nodig zijn. Bovendien zal de uitvoering van gedeelde projecten worden aangemoedigd om de middelen te optimaliseren. De minister van Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Céline Fremault, heeft een enveloppe van meer dan euro vrijgemaakt om de plaatselijke overheden te ondersteunen en te stimuleren. 1. Deelnamevoorwaarden De projectoproep staat open voor alle gemeenten en OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De oproep is niet bedoeld voor gemeentescholen, vzw's afhankelijk van de lokale overheden, burgergroepen of ondernemingen. Voor deze doelgroepen bestaan er specifieke projectoproepen: de jaarlijkse projectoproep "scholen" ( de jaarlijkse projectoproep "Vooruit met de wijk", bestemd voor burgergroepen ( De projectoproep Becircular voor handelsactiviteiten ( Thematische projectoproepen voor verenigingen (raadpleeg onze website om te weten wanneer de oproepen gelanceerd worden) Elk project moet binnen de doelstellingen vallen van de huidige oproep, omschreven in punt 2. Elk bestuur mag meerdere projecten indienen, die verband dienen te houden met een of meerdere doelstellingen van de oproep. Projecten, uitgevoerd door meerdere lokale overheden, worden aangemoedigd. In dit geval is het nodig dat elke partner dient het kandidaatsdossier, goedgekeurd door zijn bevoegd bestuur, in voor eigen rekening, inclusief een budgettaire opsplitsing voor zijn deel van het budget. Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 2

3 2. Doelstellingen van de projectoproep De huidige projectoproep wordt uitgeschreven om de gemeenten en de OCMW aan te moedigen om duurzame projecten uit te voeren die rechtstreeks verband houden met verschillende gewestelijke prioriteiten. Voor 2018 houden de ondersteunde acties verband met de gewestelijke prioriteiten die werden vastgelegd door minister Céline Fremault, meer in het bijzonder: 1) De strategie Good Food- Naar een duurzamer voedingssysteem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, goedgekeurd door de Brusselse Regering op 19 december 2015; (zie onze website) 2) Beheer van de grondstoffen, afvalbeheer (zie onze website) 3) Natuurbehoud in de stad, ecologisch beheer van openbare ruimten, inclusief het stoppen met het gebruik van pesticiden. (zie onze website) 4) Strijd tegen geluidsoverlast veroorzaakt door het verkeer (zie onze website) in de wijken, in het bijzonder de maatregelen voor verkeersgeleiding die tot doel hebben de intensiteit of de snelheid van de voertuigen te verminderen, het gebruik van minder geluidsproducerende materialen en wegbedekking, de plaatsing van geïntegreerde voorzieningen die de verspreiding van geluid minimaliseren. 5) Waterbeheer en de strijd tegen overstromingen (zie onze website) 6) De uitvoering van projecten die de administratie een voorbeeldfunctie geven, met het doel het milieubeheer in de administratie te verbeteren (afvalpreventie, gebruik van de middelen, mobiliteit, ), of de steun aan duurzame lokale initiatieven. 3. Soort projecten Naargelang de thema's en de doelstellingen kunnen de verwachte projecten betrekking hebben op: - Het organiseren van activiteiten ter sensibilisering van de bevolking - De inrichting of terbeschikkingstelling van terreinen of gebouwen - Bouwprojecten of projecten ter inrichting van de openbare ruimte - Studies voorafgaand aan deze projecten -... De ondersteunde projecten mogen niet als dusdanig al bestaan: het moet gaan ofwel om nieuwe acties van het voorstellend organisme, ofwel om een nieuwe doorstart van een bestaande actie. Het project mag niet louter bestaan uit een communicatiecampagne. In de mate van het mogelijke moeten de voorgestelde projecten duidelijk doelstellingen rond sociale cohesie bevatten (gericht op mensen die leven in bestaansonzekerheid, gehandicapten, bejaarden, vrijwilligerswerk...) Opmerking: tenzij in geval van specifieke vereisten, verbonden aan het thema, is de duur van de subsidie niet beperkt tot één jaar. Het kandidatuurdossier moet een realistisch geëvalueerde planning van het project bevatten, rekening houdend met de realiteit inzake het ritme van de administratie. Dit element is een van de evaluatiecriteria van het dossier. Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 3

4 4. Leidraden voor het ontwerp van de projecten De definiëring van de projecten moet zich laten leiden door volgende principes: Concreet: De uitvoering van de projecten moet leiden tot concrete en duurzame verwezenlijkingen in de tijd. Transversaliteit: Elk project moet beschikken over een transversale stuurcel, die de samenwerking van de verschillende betrokken diensten van de administratie verzekert. Inclusie: De projecten moeten bedoeld zijn voor alle publiek en rekening houden met de sociale en multiculturele eigenheden van de stad, vooral voor kwetsbare publieksgroepen, gezinnen, jongeren, bejaarden, gehandicapten, nieuwkomers, Partnerschap: Telkens wanneer het type project het toelaat, zal dit actoren op alle niveaus betrekken via lokale partnerschappen, in het bijzonder door de bevordering van burgerparticipatie via processen die burgerinitiatieven in het kader van de projecten valoriseren en aanmoedigen. Ontwikkeling van autonomie en duurzaamheid: De projecten moeten zo bedacht zijn dat ze in de tijd kunnen blijven voortbestaan dankzij de ontwikkeling van competenties, praktijk, partnerschappen en lokale verankering, zonder dat structurele financiële steun van het Gewest op de lange termijn nodig is. Voorbeeldfunctie: De uitvoering van de projecten moet ertoe leiden dat de voorbeeldfunctie van de overheden wordt gevaloriseerd. Wederzijds delen en/of repliceerbaarheid De projecten moeten de uitwisseling, het delen of het gemeenschappelijke gebruik van de middelen tussen lokale overheden optimaliseren. Analyse van de duurzaamheid van het project m.b.t. de 4 P s: De ingediende projecten moeten verband houden met acties, opgenomen in het Actieplan voor duurzame ontwikkeling, of er bij de volgende update in worden geïntegreerd. Er wordt een evaluatie van de duurzaamheid van het project m.b.t. de 4 P s (Planet / People / Prosperity / Participatie) voorgesteld. 5. Selectieprocedure Analyse van de projecten op het vlak van ontvankelijkheid (naar behoren ingevuld en ondertekend formulier; voldoende informatiekwaliteit van het dossier om het inhoudelijk te kunnen analyseren); Inhoudelijke analyse van het dossier ten opzichte van de selectiecriteria; Inrichten van een jury om projecten onderling en per categorie te beoordelen en te klasseren; Principeakkoord van de minister Er mag geen officiële informatie over de selectie van een project gecommuniceerd worden voor de budgettaire vastlegging. Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 4

5 6. Jury De jury is samengesteld uit: experts van Leefmilieu Brussel voor elk thema; vertegenwoordigers van Brulocalis; vertegenwoordigers van de Minister, waarnemers voor elk thema; een specifieke onafhankelijke expert voor elk thema. 7. Selectiecriteria Overeenstemming van het project met de doelstellingen opgesomd in punt 2 en uitvoerig beschreven in de bijlagen per thema; Nalevingsgraad van de leidraden opgesomd in punt 4; Operationele geloofwaardigheid van het project; Potentieel op het vlak van remake of uitwisseling door of met andere lokale overheden ; Verwachte omvang van de resultaten (voornamelijk op het vlak van milieu-impact) rekening houdend met de plaatselijke context; Kwaliteit van de indicatoren en van de voorgestelde evaluatieprocedure. 8. Methodologische hulp aan de gemeenten Leefmilieu Brussel en Brulocalis - Vereniging van de Stad en van de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB) zetten de methodologische ondersteuning aan de gemeenten en het OCMW voort. Voor de indiening van het project Op 4/4/2019 vindt er een informatiesessie plaats over de huidige projectoproep. Daar kan men verduidelijking of extra informatie krijgen. Leefmilieu Brussel stelt meerdere thematische instrumenten ter beschikking: technische documenten, presentatiefiches van voorbeeldprojecten, lijsten van externe deskundigen,... Het is de initiatiefnemers van de projecten ten zeerste aangeraden advies te vragen aan de coördinator Duurzame ontwikkeling (Agenda 21) van de gemeente of het OCMW. Het is ook aangeraden gebruik te maken van de door Brulocalis aangeboden hulp bij het opstellen van het kandidatuurdossier, in het bijzonder met betrekking tot methodologie, transversaliteit en participatie. Tijdens de uitvoering van de projecten Minstens een keer per jaar en per thema of subthema zullen er thematische uitwisselingsbijeenkomsten georganiseerd worden om de met de projecten opgedane ervaringen samen te brengen. Voor de projecthouders is het deelnemen aan deze bijeenkomsten verplicht. Leefmilieu Brussel stelt technische middelen ter beschikking: trainers, deskundigen, internettools,... (zie presentatiepagina van de specifieke doelstellingen) Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 5

6 Een begeleidingscomité, samengesteld uit vertegenwoordigers van Leefmilieu Brussel en Brulocalis komt minstens eenmaal bijeen op het einde van het project om de resultaten te valideren en zo vaak als noodzakelijk voor de goede vordering van de projecten, op verzoek van één van de partijen. 9. Uitgaven die in aanmerking komen voor de gewestelijke subsidiëring voor deze projectoproep. De gesubsidieerde uitgaven moeten beantwoorden aan volgende voorwaarden: uitgaven werden gedaan tijdens de subsidieperiode uitgaven werden effectief uitgevoerd door de begunstigde van de subsidie uitgaven werden opgenomen in de boekhouding en zijn identificeerbaar en controleerbaar De soorten toegestane uitgaven variëren naargelang de thematische doelstellingen. Ze worden beschreven in de specifieke doelstellingen. 10. Betaling van de subsidie De betaling gebeurt gewoonlijk in vier schijven: 20% bij de handtekening van de subsidieovereenkomst 30% bij de indiening van een tussentijds activiteiten en een schuldvordering, 40% bij indiening van een activiteiteneindverslag en van een schuldvordering, 10% bij indiening van een financiële balans, van bewijsstukken van de gedane uitgaven en van een schuldvordering De termijnen worden opgesteld in functie van de specifieke projectagenda. 11. Tijdschema Informatiesessie 4/4/2019 Indiening van de kandidaatsdossiers 23/8/2019 Bijeenkomst van de selectiejury september 2019 Toekenning van de subsidies winter 2019 Start van de projecten begin Indiening van de kandidaatsdossiers De kandidaatsdossiers moeten ten laatste vrijdag 23 augustus 2019 om middernacht verstuurd worden naar LB, door middel van het formulier in bijlage, met de bijhorende budgettabel, volgens de regels goedgekeurd door de personen die gemachtigd zijn om het voorstellende orgaan te verbinden (schepencollege of permanent bureau van het OCMW). per , ter attentie van: Mevrouw Pascale Alaime Departement Duurzame consumptie en ecogedrag Brussels Instituut voor Milieubeheer Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 6

7 Meer informatie: Alle documenten met betrekking tot deze projectoproep zijn beschikbaar op: Begeleiding bij het opstellen van de kandidaatsdossiers: Voor de technische punten in verband met de verschillende thema's wordt er op het einde van elk deel een contactpersoon vermeld. Qua methodologische ondersteuning en advies over de inaanmerkingneming van de bij punt 4 vermelde hoofdbeginselen kan de DO-adviseur van Brulocalis voor een zekere begeleiding zorgen. Brulocalis - VSGB Philippe Mertens philippe.mertens@brulocalis.brussels le service Ville durable de Brulocalis est le partenaire de Bruxelles Environnement pour l'accompagnement des pouvoirs locaux bruxellois en matière de développement durable BIJLAGEN: Formulier voor het indienen van projecten 2019 en de budgettaire bijlage (Excel) Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 7

8 Doelstelling 1. De strategie Good Food 1. Prioritaire doelstellingen De doelstellingen in het kader van deze oproep zijn: 1) Productie De terbeschikkingstelling van grond en de installatie van producenten (in het bijzonder die waarvan de gemeenten en OCMW s eigenaar of beheerder zijn) voor duurzame landbouwprojecten voor voedselvoorziening, waarbij de productie deels gericht is op de gemeentelijke restaurants, kinderdagverblijven, rusthuizen, 2) Aanbod Een Good Food-aanbod garanderen in alle gemeentelijke restaurants (scholen, rusthuizen, kinderdagverblijven, sociale restaurants) met een langetermijnvisie, de criteria van het label Good Food-restaurants volgen en een kandidatuurdossier indienen voor elke instelling. De gemeente moet de opvolging verzekeren van de resultaten, de tevredenheid van de bewoners en de bezoekersaantallen van deze restaurants, dit met het oog op een proces van continue verbetering. Er moeten opvolgingsindicatoren worden gedefinieerd in overleg met Leefmilieu Brussel. 3) Vraag Structurele langetermijnprojecten ontwikkelen van het type Uitdaging duurzame voeding op het niveau van de gemeente of een wijk in de gemeente met een homogene bevolking, die tot nu weinig in aanraking kwam met Good Food. Dit type project bestaat eruit acties te ondernemen om concrete gedragswijzigingen teweeg te brengen bij de bewoners inzake de transitie van de vraag naar meer Good Food en de bestrijding van voedselverspilling van bij de bron, en om de impact van deze acties te evalueren (opvolging van de evolutie van het gedrag in de loop der tijd in een collectieve aanpak genre uitdaging ). 4) Voedselverspilling Een platform voor de inzameling van niet-verkochte voedingswaren bij Brusselse detail- of groothandelaars: aanvullend op de bestaande logistieke systemen in het kader van het gewestelijke project LOCO met de mogelijkheid ook actief te zijn op grondgebieden die momenteel niet worden gedekt door de bestaande distributieplatformen bevorderend voor de uitwisseling van menselijke en logistieke middelen tussen verschillende actoren van de voedselhulp deelnemend aan een geoptimaliseerde inzameling van onverkochte voedingswaren met ambitieuze doelstellingen m.b.t. de ingezamelde volumes 5) Governance Lokaal voedselbeleidsadvies uitwerken Het gaat om multi-actoren-organisaties en -platforms die tot doel hebben innovatieve en transdisciplinaire oplossingen te vinden en voor te stellen om de voedselsystemen op territoriaal (gemeentelijk) niveau te verbeteren en ervoor te zorgen dat ze op milieuvlak duurzamer en sociaal rechtvaardiger zijn en in overeenstemming met de beginselen en voorschriften van de strategie Good Food. Samenstelling: vertegenwoordiging van de diversiteit van lokale actoren (openbare sector, Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 8

9 vertegenwoordigers van handelszaken, restaurants, producenten, verwerkers, verenigingen, scholen, sociale actoren,... maar ook burgers en burgergroeperingen) Rollen: o adviserend, participatief, ruimte voor uitwisseling o streven naar cohesie, coherentie en synergie tussen de actoren op lokaal niveau o de verspreiding van acties aanmoedigen en vooral de koppeling van acties (link tussen producent en kantine...) Deze raden zouden banden ontwikkelen met de gewestelijke raad die voortvloeit uit de strategie Good Food, met name door de afvaardiging van een vertegenwoordiger. 2. Wat er ter beschikking gesteld wordt Om deze projecten uit te voeren, stelt Leefmilieu Brussel verschillende instrumenten ter beschikking: Een Good Food-portaal ( met de middelen en feedback van andere ervaringen die ter beschikking staan van de projecthouders, ingedeeld per thema (telen, beter eten en minder verspillen) alsook een repertorium aan hulpbron-actoren waarop de gemeenten een beroep kunnen doen, als ze technische ondersteuning nodig hebben. *Productie: Terbeschikkingstelling van de dienst Facilitator voor Stadslandbouw advies en expertise; Uitvoering van bodemanalyses via een opdrachtencentrale; De projectenoproep Good Food van Brussel Economie en Werkgelegenheid is bedoeld om Brusselse, professionele landbouwprojecten te steunen: Het project Boeren Bruxsel Paysans stelt zijn expertise en middelen ter beschikking om de gemeente of het OCMW te begeleiden bij een eventuele oproep tot initiatiefnemers van projecten. *Aanbod: Voor vragen rond overheidsopdrachten (bv. selectie van producten voor een gemeentelijke markt) bestaat er een gratis helpdesk. De gemeente kan een beroep doen op de kosteloze hulp in het kader van het programma Good Food Kantines (opleidingen, groepsgewijze begeleiding, gids, helpdesk). De lijst van de na te leven criteria en de tools zijn beschikbaar op: *Vraag / transversaal: Tools, brochures, flyers, infofiches, kalenders, 3. Rapportering en specifieke valorisatieacties die voor deze doelstelling verwacht worden De steunmaatregelen voor de Good Food-projecten kaderen in de implementatie van de Good Foodstrategie en moeten voor een bijdrage tot de globale doelstellingen van de strategie kunnen zorgen. Met dat doel voor ogen zal er een doorgedreven evaluatie van de ondersteunde projecten verwacht worden. Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 9

10 Het komt erop aan om van bij de ontwerpfase van het project evaluatietools te implementeren teneinde de ontwikkelingen vóór/na het project te kunnen identificeren met name op gedragswijzigingsvlak. Concreet moet het project minstens op de volgende punten geëvalueerd worden: - gedragswijziging bij het doelpubliek (meting vóór/na, bv. aan de hand van een enquête); - indicatoren voor de impact op het milieu (variëren al naargelang het project). Met dit doel voor ogen zal de projecthouder de door Leefmilieu Brussel aangereikte Reporting Template moeten invullen. Verder verbindt de projecthouder er zich eveneens toe om de resultaten van zijn project tijdens de door Brulocalis en Leefmilieu Brussel georganiseerde uitwisselingsbijeenkomsten te komen voorstellen. En tot slot engageren de projecthouder er zich ook nog toe om: - een activiteit voorstellen die het project valoriseert en/of geeft hem van het zicht, tijdens het weekend Good Food in oktober 2018 ; - hun project te valoriseren op het Good Food-portaal (via een 'ervaringsfeedback'-fiche of de verspreiding van tools die in het kader van het ondersteunde project ontwikkeld werden). 4. Financiële voorwaarden Het maximale subsidiebedrag per project is In het geval van een project dat collectief wordt uitgevoerd door meerdere lokale overheden, ontvangt elke begunstigde partner een subsidie voor het voorgenoemde bedrag. Elke lokale overheid moet het project onder haar naam indienen en de verdeling van het bedrag toevoegen voor haar aandeel in de subsidie. Elk lokaal bestuur moet ten belope van minstens 10% van het bedrag van de subsidie die wordt toegekend bijdragen tot de financiering van het project. Hiervoor moeten de voorgenomen uitgaven worden ingedeeld in functie van de volgende posten: personeelskosten, het personeel bij het kader van het bestuur uitgezonderd (specifieke aanwerving voor het project of behoud van een onzekere job in het kader van Agenda 21) de bezoldiging van derden en onderaannemers, de honoraria, de tijdelijke werknemers de werkingskosten die rechtstreeks door het project worden voortgebracht (administratieve kosten, aankoop of huur van materiaal, ) huur en huurlasten, uitgezonderd de gebouwen die toebehoren aan de gemeente of aan het OCMW de promotie- en publicatiekosten de voertuig- en vervoerskosten afschrijvingen en investeringen aankopen van leveringen, uitgezonderd voedingsmiddelen Voor projecten waarvoor investeringen noodzakelijk zijn (voor de aanleg van moestuinen, voor de aankoop van voertuigen, van koelkasten, ): de investering mag niet hoger liggen dan 50% van het gevraagde bedrag. Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 10

11 5. Duur van projecten Projecten moeten plaatsvinden over een periode van maximum 3 jaar. Contactpersoon voor deze doelstelling: Joëlle Van Bambeke Afdeling Informatie, Algemene coördinatie, Circulaire economie Departement Duurzame consumptie jvanbambeke@environnement.brussels Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 11

12 Doelstelling 2. Grondstoffen, Afvalstoffen De circulaire economie is een politieke prioriteit van de gewestregering die van Brussel een zero afval-hoofdstad wil maken. De projectenoproep aan de gemeenten en de OCMW s is een essentieel onderdeel van het mechanisme om zero afval-praktijken in te voeren bij de burger, handelaars, ondernemingen en alle activiteiten (sport, cultuur, jeugd enz.). 1. Prioritaire doelstellingen De prioritaire doelstellingen in het kader van deze oproep zijn: De promotie van en transitie naar zero afval; De ontwikkeling van zero afval diensten en infrastructuren, toegankelijk voor de inwoners van de gemeente; Een voorbeeldrol spelen inzake vermindering en beheer van het afval, geproduceerd door de gemeenten of de OCMW s. De verschillende werklijnen worden hieronder gedetailleerd en geïllustreerd. A. De promotie van en transitie naar Zero Afval Het doel is in elke gemeente stapsgewijs een programma voor hulp bij de transitie naar zero afval op te zetten in aanvulling op het programma van het Gewest, met de medewerking van lokale actoren (verenigingen voor sociale cohesie, bibliotheken, sportcentra, handelarenverenigingen, culturele centra enz.) om diverse doelgroepen te bereiken, door zero afval-uitdagingen voor te stellen aan de inwoners van de gemeente; een communicatiestrategie over zero afval te ontwikkelen, met: o informatie aan elke nieuwe bewoner van de gemeente over de mogelijkheden in de gemeente om op zero afval over te stappen (antireclamesticker, kaart van afval reducerende diensten, lijst van goede adressen van de gemeente, ) o regelmatige communicatie aan het grote publiek over de zero afval-uitdagingen via de eigen communicatiekanalen van de gemeente; o voorstelling van de informatie- en sensibiliseringsmodules rond zero afval op de voornaamste lokale evenementen voor het grote publiek; o erkenning van de inwoners van de gemeente die zich voor zero afval inzetten, in het bijzonder de personen die zich inzetten voor de sensibilisering van hun gemeenschap; aanbod van workshop om knowhow te delen en de burgers te helpen bij de overstap naar zero afval (vormingsworkshop in DIY, Opruimen, ); overdracht van de informatie van het Gewest inzake zero afval (bv. informatie over de projectoproepen,...). De gemeenten kunnen gebruikmaken van de gewestelijke middelen en instrumenten hieromtrent, beschreven in punt 2. Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 12

13 B. De uitbouw van diensten en infrastructuren rond zero afval, toegankelijk voor de inwoners van de gemeente VOORNAAMSTE FOCUS: gemeentelijke kringloopwinkels oprichten en/of een geïntegreerd plaatselijk systeem voor bewarende inzameling, herstelling en voorbereiding door of met de spelers van de sociale ondersteuning en de sociale economie ontwikkelen, om kledingstukken, meubels en uitrustingen te kunnen hergebruiken of herkwalificeren voor huishoudens in nood (er moet ook contact opgenomen worden met de plaatselijke steunverenigingen voor mensen in nood); De initiatiefnemer van het project wordt aangemoedigd om een partnerschap aan te gaan met de bedrijven in de sociale economie van het Gewest in de behoudsgerichte inzameling, de verwerking voor hergebruik en de doorverkoop van deze middelen. Dit soort project kan een subsidie van maximaal euro krijgen Infrastructuren die schenkingen mogelijk maken en het gebruik aanmoedigen via specifieke sensibiliseringscampagnes o Een netwerk van weggeefwinkels, giveboxes, bookboxes en uitleenwinkels, toegankelijk voor alle burgers o Een virtuele weggeefwinkel om de lokale uitwisseling tussen burgers te bevorderen o Hosten en beheren van webdiensten om de uitwisseling te bevorderen: leenwinkels, dienstverlening, fruitbewaarplaatsen enz. Hulp bij de oprichting, logistieke steun, terbeschikkingstelling van lokalen en promotie van de nieuwe afval verminderende diensten, zoals abonnements- en verhuurdiensten, lenen of delen van huishoudtoestellen, knutselgereedschappen, uitrusting voor jonge kinderen, verzamelpunten voor verpakking met statiegeld, muziekinstrumenten, sportmateriaal, fietsen enz. en instanties waar de burgers de dingen zelf kunnen doen of leren, alleen of met de hulp van derden (fabricatie op basis van teruggewonnen materiaal, palletatelier, gemeenschappelijk gebruik van gereedschappen en reserveonderdelen, ). o Installatie van drinkwaterfonteinen op de openbare weg en in parken en tuinen onder beheer van de gemeenten o Ontwikkeling en ondersteuning van projecten voor de valorisatie van organisch afval door compostering, met name: - door de nadruk te leggen op de promotie van compostering (gemeentelijke website, evenementen enz.); - door de terreinen aan te duiden die de gemeente/het OCMW ter beschikking van de burgers kunnen stellen om een site voor compostering of tuinieren aan te leggen, met inbegrip van actieve communicatie over de beschikbare plaatsen - door premies aan te bieden voor de terugbetaling van de aankoop van composteringsmateriaal voor de burgers (compostbakken met wormen en compostvaten) - door de composteringssites van droog materiaal te voorzien (snoeihout) en de burgercollectieven hulp aan te bieden bij het onderhoud van collectieve composteringssites (bv. driemaandelijks omdraaien van compost). De groene ruimten van de gemeente/het OCMW produceren immers dit type droog materiaal (bv. wanneer er wordt gesnoeid). Zo is het mogelijk om de kwaliteit van het compost te verbeteren en een duurzaam en lokaal beheer van het afval van alle betrokken actoren te versterken. o Bevordering van hergebruik of selectieve ophaling via een ruimer aanbod aan sorteeroplossingen voor de burgers: - Aanmoedigen van partnerschappen met actoren in hergebruik bij de ophaling van grof huisvuil door de gemeentediensten; Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 13

14 - Terbeschikkingstelling van vrijwillige inzamelpunten: het betreft mobiele, tijdelijke of vaste minicontainerparken in de openbare ruimte (rechtstreeks in als gevoelig beschouwde zones), waar de gemeenten, OCMW s of huisvestingsmaatschappijen al sorteercontainers plaatsen (algemeen, PMD, papier en karton, glas, textiel, organisch afval, gebruikte olie, batterijen, maar ook grof huisvuil en bouwafval). - Plaatsing van specifieke containers in het kader van de REP (Bebat-hoek, Recupelbakken, containers voor bakolie en -vetten ) in de gemeentelijke gebouwen. - Plaatsing van sorteerafvalbakken in de gemeentelijke parken en sensibilisering van de gebruikers hieromtrent. C. Een voorbeeldrol spelen inzake vermindering en beheer van het afval, geproduceerd door de gemeenten of de OCMW s. Ecologisch ontwerp van producten, gemaakt met afval van de gemeente. De financiering kan bestemd zijn voor de diagnose ten behoeve van designers omtrent het afvalaanbod en de potentiële behoeften van de gemeenten en experimenten met goederen, geproduceerd met afval van de gemeenten (behalve bouwmaterialen). Lancering van openbare aanbestedingen voor de uitrusting van de administratie of het OCMW met voorwerpen en producten, afkomstig uit terugwinning, herstel en hergebruik (meubels, informatica, inktpatronen, ). De subsidieerbare uitgaven zullen beperkt zijn tot opdrachten i.v.m. de ontwikkeling van de specifieke procedures en de voorbereiding van bestekken, of de eventuele bijkomende kosten in vergelijking met de aankoop van klassieke producten. Stimuleren van het hergebruik en de terugwinning van bouwmaterialen op openbare werven (zie vademecum Hergebruik van bouwafval). Het gaat bv. om de opstelling van inventarissen vóór de afbraak en van hergebruik m.b.t. gebouwen, beheerd door de administratie, VOOR aanvang van de werken. Deze inventaris, die een gedetailleerde lijst zal bevatten van materialen die kunnen worden hergebruikt (ter plaatse of na verkoop), moet in bijlage worden toegevoegd aan de bestekken van de werken. Er zal aan de ontwerper en aannemer worden gevraagd zoveel mogelijk van deze materialen op te nemen in zijn offerte voor nieuwe bouw- of renovatieprojecten. Dit deel van de offerte zal worden geanalyseerd als een selectiecriterium van de ontwerp- en uitvoeringsteams van het project. Bij het demonteren van de herbruikbare materialen zal de administratie toezien op de opvolging van hun effectieve hergebruik ter plaatse of hun verkoop. De Facilitator Circulaire bouwwerven van Leefmilieu Brussel kan de kandidaat voor de PO (gemeente of OCMW) helpen bij het opstellen van het kandidatuurproject. Ontwikkeling van het onderhoud, herstel, hergebruik en delen (in de gemeente, tussen gemeenten, tussen gemeenten en ondernemingen, verenigingen, bewoners, ) van de uitrustingen (meubels, voertuigen, textiel, elektrische en elektronische apparatuur) binnen de gemeentelijke administratie en/of de gemeentelijke organisaties, aangesloten bij de gemeente (behalve oproep tot openbare aanbestedingen). Zero afval-aanpak van evenementen, georganiseerd door de gemeente en/of onderhevig aan de toestemming van de gemeente (bv. herbruikbare bekers, borden en bestek), afvalsortering, ). Bevordering van de fabricatie en het gebruik van zelfgemaakte onderhoudsproducten in bepaalde gemeentediensten of OCMW s om de hoeveelheid verpakking en het gebruik van schadelijke stoffen ter verminderen. Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 14

15 Bevordering van de toegang tot drinkwater in openbare gebouwen zonder het gebruik van wegwerpbekers. 2. Wat er ter beschikking gesteld wordt: Om de kandidaatstellingen voor deze projectoproep voor te bereiden en de weerhouden projecten te realiseren, stelt Leefmilieu Brussel verschillende instrumenten ter beschikking: Het Vademecum "Zero Waste", dat een overzicht biedt van 120 experimenten die streven naar een productievermindering van alle soorten afval op wijkniveau. Ondersteuning voor composteren via het netwerk van compostmeesters De "praktische gids voor hergebruik van bouwmaterialen" die de benadering voorstelt die op een werf moet worden uitgevoerd voor het hergebruik op het terrein Het Vademecum voor het hergebruik dat de methode en de clausules van het bestek aanlevert om de openbare instellingen toe te laten om materiaal dat geschikt is voor hergebruik eruit te halen en te verkopen of te schenken. De website "opalis.be", die verkopers (en kopers) van bouwmaterialen inventariseert (gebouwen en openbare weg) Begeleiding van de Facilitator Circulaire werven voor de ontwikkeling van de kandidatuur en de implementatie van het project (contact: Een evaluatie van burgerinitiatieven inzake hergebruik De feedback over de coaching van de huishoudens over vermindering van verpakkingen. Een animatie-methodologie voor de uitvoering van onderhoudsproducten Er wordt begeleiding voorzien voor de projecten grondstoffen-afval, om de samenhang tussen de projecten, de samenhang met de gewestelijke doelstellingen en met de burgerprojecten te verzekeren, om de gemeenten toe te laten de leereffecten te vergroten en projecten te evalueren en om te zorgen voor kennisoverdracht op het vlak van afvalvermindering. De gewestelijke Facilitator Zero afval voor gezinnen kan de gemeenten en OCMW s helpen bij de ontwikkeling van het zero afval-project via gezamenlijke werk- en opleidingssessies en het aanbieden van expertise. De website Zero Afval van Leefmilieu Brussel, informatieportaal rond zero afval in Brussel, staat ter beschikking van de gemeenten. Er zijn meerdere vormen van interactie mogelijk: o Voorstelling van inspirerende projecten voor elke gemeente of OCMW; o Gedeelde agenda voor elk zero afval-evenement dat plaatsvindt in het Gewest en communicatie over deze evenementen via een e-nieuwsbrief over zero afval; o Centralisatie van de goede adressen voor zero afval, zodat het voor de burger gemakkelijker is informatie te vinden; o Online coaching en mogelijkheid om cijferresultaten omtrent afvalvermindering te ontvangen o Up-to-date advies. o enz. Sinds einde 2018 is er ook een Facilitator Handel & Zero afval beschikbaar. Deze facilitator zal de informatie die voor de handelaars beschikbaar is up-to-date houden, opleidingen voorstellen en een projectenoproep voor handelaars organiseren om hun overgang naar zero afval gemakkelijker te maken. De gemeenten en OCMW s worden uitgenodigd om inspiratie te zoeken in de projecten van de vorige jaren: Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 15

16 3. Rapportering en specifieke valorisatieacties die voor deze doelstelling verwacht worden De diverse vormen van steun die er aan de Zero Afval'-projecten geboden worden, zullen geïntegreerd worden in de implementatie van het thematisch jaar Zero Afval'. Met dat doel voor ogen zal er een doorgedreven evaluatie van de ondersteunde projecten verwacht worden. Het komt erop aan om van bij de ontwerpfase van het project evaluatietools te implementeren ter identificatie van de ontwikkelingen vóór/na het project. Concreet moet het project minstens op de volgende punten geëvalueerd worden: - indicatoren van middelen voor de implementatie van beleidsmaatregelen; - indicatoren voor de resultaten qua impact op het milieu van de projecten (bv. vermeden aantal kg afval, aantal personen dat deelneemt aan een Zero Afval'-project, aantal partners dat bij een project betrokken is,...). Verder verbindt de projecthouder er zich eveneens toe om de resultaten van zijn project tijdens de door Brulocalis en Leefmilieu Brussel georganiseerde uitwisselingsbijeenkomsten te komen voorstellen. En tot slot engageren de projecthouders zich om hun project te valoriseren door de opstelling van een infofiche en/of de verspreiding van de tools die eventueel in het kader van het ondersteunde project ontwikkeld werden. 4. Financiële voorwaarden Het maximumbedrag van de subsidie bedraagt euro per project. Projecten voor kringloopwinkels kunnen een bedrag van maximum euro krijgen. In het geval van een project dat collectief wordt uitgevoerd door meerdere lokale overheden, ontvangt elke begunstigde partner een subsidie voor het voorgenoemde bedrag. Elke lokale overheid moet het project onder haar naam indienen en de verdeling van het bedrag toevoegen met vermelding van haar aandeel in de subsidie. Elk lokaal bestuur moet ten belope van minstens 10% van het bedrag van de subsidie die wordt toegekend bijdragen tot de financiering van het project. Hiervoor moeten de voorgenomen uitgaven worden ingedeeld in functie van de volgende posten: personeelskosten, het personeel bij het kader van het bestuur uitgezonderd (specifieke aanwerving voor het project of behoud van een onzekere job in het kader van Agenda 21) de bezoldiging van derden en onderaannemers, de honoraria, de tijdelijke werknemers de werkingskosten die rechtstreeks door het project worden voortgebracht (administratieve kosten, aankoop of huur van materiaal, ) huur en huurlasten, uitgezonderd de gebouwen die toebehoren aan de gemeente of aan het OCMW de promotie- en publicatiekosten de voertuig- en vervoerskosten afschrijvingen en investeringen aankopen van leveringen Voor projecten waarvoor investeringen noodzakelijk zijn (voor de aanleg van moestuinen, voor de aankoop van voertuigen, van koelkasten, ): de investering mag niet hoger liggen dan 50% van het gevraagde bedrag. Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 16

17 Contactpersoon voor deze doelstelling: Cécile Riffont Afdeling Informatie, Algemene coördinatie, Circulaire economie Departement Afval Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 17

18 Doelstelling 3. Natuur in de stad Brussel is een groene stad. Bossen en wouden, parken en groene ruimten, privétuinen, landbouwgronden, braakliggende terreinen, speelvelden, kerkhoven bedekken bijna 50%, of ongeveer hectaren, van haar oppervlakte. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verbergt dus soms onverwachte natuurschatten. Dit natuurlijk erfgoed verdient het om te worden behouden, beschermd en ontwikkeld, omwille van zijn intrinsieke waarde en voor alle Brusselaars. De aanwezigheid en de nabijheid van de natuur heeft immers een zeer positieve invloed op de levenskwaliteit in de stad en op de gezondheid van haar inwoners. Het beschermen van de natuurlijke hulpbronnen en de soorten, het opwaarderen van de natuur en het behouden van voldoende groene ruimten zijn evenwel een echte uitdaging door de demografische groei die Brussel kent. Om deze uitdaging aan te gaan, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest meerdere instrumenten ontwikkeld. De onderstaande prioritaire doelstellingen worden meer specifiek gerealiseerd binnen het algemeen kader geschetst door het Gewestelijk Natuurplan ( ) en via de vermindering van het gebruik van pesticiden, voorgesteld in het Gewestelijk Programma voor Pesticidenreductie ( ). 1. Prioritaire doelstellingen De voorgestelde projecten moeten zoveel mogelijk voor een participatieve en op burgers gerichte benadering zorgen en dat idealiter op alle niveaus (ontwerp, implementatie, inrichting, beheer, enz.). De projecten kunnen voorafgaande studies, een communicatieluik alsook eender welke professionele opleiding omvatten, die nodig is voor de autonomisering van het personeel ter verzekering van het voortbestaan van het project. Projecten die uitsluitend op communicatie gericht zijn, komen niet in aanmerking. De projecten zullen hun pijlen op een of meerdere van de volgende prioritaire doelstellingen richten: Implementatie van ecologisch beheer (zonder pesticiden): o Opstellen van een onkruidbestrijdingsplan voor de openbare ruimten, ecologische beheerplannen voor de verschillende types van openbare ruimten of elk ander plandocument rond ecologisch beheer zonder pesticiden. o Uitvoering van ecologisch beheer in de groene ruimten, met name op basis van de werkversie van de referentiegids voor ecologisch beheer van Leefmilieu Brussel, bv. aanplanting van meerjarige planten en bodembedekking in bloemperken, aanplanting van inheemse hagen, inbedding van beplanting, effening van oppervlakken, begroening van paden in parken en op kerkhoven, vervanging van de bodembedekking, gedifferentieerd maaien, ecologische begrazing enz. o Aanleg van een productiezone voor planten, bestemd voor de begroening van openbare ruimten (sierplanten, inheemse wilde planten enz.), of uitvoering van de overgang naar zero pesticide van een bestaande productiezone, of het nu gaat om een kwekerij in de volle grond of productie boven de grond (gemeentelijke serres), o.a. met participatieve aanpak. Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 18

19 Ontwikkeling en kennis van de natuur en het ecologische netwerk o Uitvoeren van een studie naar het gemeentelijk ecologisch netwerk in overleg met de lopende projecten op gewestelijk niveau (voor de operationele implementatie van het Brussels ecologisch netwerk) en afbakenen van de doelstellingen en inhoudelijke elementen van een Gemeentelijk Natuurplan met participatief karakter (voorwaarde: de laatste betalingsschijf zal alleen vereffend worden, als het GNOP goedgekeurd en ondertekend werd door het College van Burgemeester en Schepenen). o Opmaken van een inventaris van het boomerfgoed (squares, parken, wegen, enz.) die verenigbaar is met de dynamieken die er op gewestelijk niveau gelanceerd werden, en met inbegrip van een fytosanitaire diagnose (afhankelijk van de omvang van het genoemde erfgoed), met het oog op een coherent beheer van de bomen op het grondgebied van de gemeente (concept van stadsbos). o Versterking van het Brusselse ecologische netwerk, met name: Door het voorstellen van nieuwe beschermde sites en erkende natuurreservaten en het sluiten van partnerschappen voor hun beheer. Door een vergaande begroening van gemineraliseerde ruimten, in het bijzonder de wegen en aangrenzende ruimten, met hoofdzakelijk inheemse planten, en een bijzondere nadruk op het concept van park-straat; voor dit type projecten is een nauwe coördinatie met Leefmilieu Brussel vereist. Door de aanleg van nieuwe bossen op verwaarloosde terreinen en/of sterk verarmde bodems, volgens nieuwe ecologische herstelmethoden (bv. methode Miyawaki). o Verbetering van het aanbod aan openbare groene ruimten door lichte ingrepen en de opening van verwaarloosde terreinen (braakliggende grond), zowel eigendommen van de gemeente of het OCMW, als privéterreinen waarvoor partnerschappen en specifieke overeenkomsten worden gesloten. Deze terreinen moeten idealiter voor een periode van minstens 5 jaar ter beschikking worden gesteld. De ingrepen voor het onthaal van het publiek (paden, omheiningen, banken, vuilnisbakken enz.) moeten licht zijn, m.a.w. gemakkelijk demonteerbaar, zonder duidelijke impact op het milieu enz., en de inheemse biodiversiteit respecteren; ingrepen m.b.t. stadslandbouw (moestuinen, composteringssites enz.) zijn in deze zin niet rechtstreeks financeerbaar. o Verbetering van de bescherming van inheemse soorten (flora en fauna): Door de invoering van maatregelen of acties om de kwaliteit van de habitats van beschermde soorten in hun natuurlijke milieu en/of der verhoging van hun voedingsbronnen te verbeteren. Door de invoering van maatregelen of infrastructuren die het barrière-effect van de bestaande infrastructuren beperken en de circulatie van beschermde soorten vergemakkelijken (bv. doorgangen voor amfibieën). Door de integratie van elementen die dienen als onderkomen voor fauna op niveau van de gebouwen en door een vermindering van de eventuele hinder, veroorzaakt door de gebouwen (vensters, licht enz.). Prioriteit zal worden gegeven aan acties gericht op: zwaluwen, gierzwaluwen en mussen, of meer in het algemeen, soorten van regionaal belang die nestelen in gebouwen (hazelmuis, vleermuizen...); wetland- en waterdieren (actieplan voor merries) en meer specifiek amfibieën en Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 19

20 gele iris; wilde bijen en andere bestuivers, rekening houdend met het samenleven tussen wilde en binnenlandse bevolkingsgroepen (en met uitzondering van de plaatsing of het onderhoud van honingbijenkasten, die zullen worden geweigerd); van nachtelijke soorten, met deur deuropeningen rond implementatie van een 'zwart net'; elke andere soort, opgenomen in bijlage II van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud. 2. Wat er ter beschikking gesteld wordt: Om deze projecten uit te voeren, stelt Leefmilieu Brussel verschillende instrumenten ter beschikking: Werkversie van de referentiegids voor ecologisch beheer (versie 1). Handvest boom en Handvest Bouwen met oog voor de natuur. Infofiches en informatiedocumenten over de reglementering en de uitvoeringsmodaliteiten. Specifieke begeleiding door een ondersteuningscel voor openbare ruimten zonder pesticiden en de website Begeleiding en informatie door de Natuufacilitator van Leefmilieu Brussel. Vademecum Onkruidbestrijdingsplan voor de straten Beroepsopleidingen door het Competentiecentrum Ecologisch stadsbeheer van Leefmilieu Brussel. 3. Specifieke rapportering die voor deze doelstelling verwacht wordt Rapport over de bijdrage van het project aan de uitvoering van het Pesticidenprogramma en het Natuurplan. Verduurzaming (beschrijving van de voorziene maatregelen ter verzekering van het voortbestaan van het project). Aantal personen dat betrokken is bij en betroffen is door de actie (in voorkomend geval). Kosten-batenrapport (indien berekenbaar). De precieze lijst van indicatoren zal bepaald worden in het begeleidingscomité. De initiatiefnemer van het project verbindt zich ertoe de resultaten van zijn project voor te stellen tijdens de uitwisselingsvergaderingen, georganiseerd door Brulocalis en Leefmilieu Brussel. 4. Financiële voorwaarden Het maximumbedrag van de subsidie bedraagt euro per project. In het geval van een project dat collectief wordt uitgevoerd door meerdere lokale overheden, ontvangt elke begunstigde partner een subsidie voor het voorgenoemde bedrag. Elke lokale overheid moet het project onder haar naam indienen en de verdeling van het bedrag toevoegen voor haar aandeel in de subsidie. Elk lokaal bestuur moet ten belope van minstens 10% van het bedrag van de subsidie die wordt toegekend bijdragen tot de financiering van het project. Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 20

21 Hiervoor moeten de voorgenomen uitgaven worden ingedeeld in functie van de volgende posten: personeelskosten, het personeel bij het kader van het bestuur uitgezonderd (specifieke aanwerving voor het project of behoud van een onzekere job in het kader van Agenda 21) de bezoldiging van derden en onderaannemers, de honoraria, de tijdelijke werknemers de werkingskosten die rechtstreeks door het project worden voortgebracht (administratieve kosten, aankoop of huur van materiaal, ) huur en huurlasten, uitgezonderd de gebouwen die toebehoren aan de gemeente of aan het OCMW de promotie- en publicatiekosten de voertuig- en vervoerskosten afschrijvingen en investeringen aankopen van leveringen Voor projecten waarvoor investeringen noodzakelijk zijn (voor de aanleg van moestuinen, voor de aankoop van voertuigen, van koelkasten, ): de investering mag niet hoger liggen dan 50% van het gevraagde bedrag. Contactpersoon voor deze doelstelling: Julien Ruelle Afdeling Groene ruimten jruelle@environnement.brussels Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 21

22 Doelstelling 4. Strijd tegen geluidshinder Deze oproep werd gelanceerd om alle gemeenten en OCMW s ertoe aan te zetten duurzame projecten uit te werken die rechtstreeks verband houden met de vermindering van hinderlijk lawaai op lokale schaal. Hij kadert in de implementatie van het ontwerpplan quiet.brussels, volgens twee werklijnen, met name: - quiet.transport dat het verkeerslawaai wil matigen door een vermindering van de voornaamste geluidsemissies bij de bron en het terugdringen van kritieke situaties waarbij sprake is van overmatige geluidshinder. - quiet.together dat ernaar streeft de gemengdheid te beheren door het verzekeren van een harmonieus samengaan van de stedelijke functies onderling, in het bijzonder van de woonomgeving en de economische en vrijetijdsactiviteiten. Het betreft in het bijzonder interventies in het kader van de volgende maatregelen van het plan: - Maatregel 6, die voorziet in de sanering of verbetering van zones met een hoge blootstelling op de wegen en in de openbare ruimte in het algemeen. Talrijke gebouwen bevinden zich in de onmiddellijke nabijheid van verkeerszones, waardoor de inwoners ervan voortdurend last hebben van geluidshinder. De probleemzones worden gedefinieerd op basis van een cartografie van het lawaai of van de klachten, ingediend door de omwoners. - Maatregel 45 die acties voor de bestrijding van geluidshinder op lokale schaal wil ondersteunen, met name via een begeleidingsmechanisme met het oog op het uitvoeren van oplossingen op wijkniveau, om te verzekeren dat deze verenigbaar zijn met onder andere de scholen, sport- en recreatievoorzieningen en horecagelegenheden. Met betrekking tot het verkeerslawaai beoogt de projectenoproep hoofdzakelijk de (her)inrichting van gemeentelijke wegen met aanvullende of specifieke elementen, bestemd om het verkeerslawaai te verminderen of te elimineren. Deze werken kunnen ook kaderen in de installatie van stille netten, zoals voorzien in het plan GoodMove. Met betrekking tot een harmonieus samengaan van de functies beoogt de projectenoproep enerzijds de ontwikkeling van onderling overeengekomen instrumenten en oplossingen in het kader van burgerparticipatie en anderzijds de ondersteuning van concrete oplossingen met gebruik van bekledingen, materialen en machines met goede akoestische prestaties voor de inrichting van kleine wijkinfrastructuur zoals speelpleinen, en voor het onderhoud van de groene ruimten Verwacht worden innovatieve projecten of navolgingen van bestaande projecten, aangepast aan de lokale context en realiteit, met een rechtstreeks impact op het levenskader van de omwonenden. Het betreft investeringsprojecten voor bv. de bouw en/of inrichting van de openbare ruimte of gemeentelijke terreinen, toegankelijk voor het publiek (parken, speelpleinen, schoolpleinen, sportterreinen, hondenparken enz.) waarbij nood is aan arbeidskrachten of materialen, of de aanwerving van uitrusting of niet- of minder lawaaierig materieel (met name machines voor tuinonderhoud, speeltoestellen enz.) Ook studies (haalbaarheidsstudies, metingen van geluidsniveau enz.) voorafgaande aan de lancering van een project kunnen in aanmerking komen, evenals prestaties voor de begeleiding van Projectoproep 2019 voor Lokale overheden voor de uitvoering van duurzame milieuprojecten p. 22