pk ,5-7, kw 2, ,5-7,

Transcriptie

1 Code INSTRUCTIE- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING Uitgave 08/20 GELUIDGEDEMPTE ROTERENDE SCHROEFCOMPRESSOREENHEDEN pk - 4-5,5-7, kw 2, ,5-7, DEZE MACHINE MOET OP TWEE VERSCHILLENDE VOEDINGEN WORDEN AANGESLOTEN: DRAAISTROOM- OF EENFASEVOEDING VOOR DE COMPRESSOR, EENFASEVOEDING VOOR DE DROGER LEES DEZE HANDLEIDING ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U WERKZAAMHEDEN AAN DE COMPRESSOREENHEID UITVOERT. DEZE MACHINE IS GESCHIKT VOOR ZOWEL CONTINU ALS NIET-CONTINU BEDRIJF. OM ECHTER PROBLEMEN TENGEVOLGE VAN CONDENSVORMING IN DE OLIE TE VOORKOMEN, MOET DE MACHINE TIJDENS BEDRIJF VOOR TEN MINSTE 0% ZIJN GEVULD. CONTROLEER OP TEKENEN VAN CONDENSVORMING IN DE OLIE DOOR HET OPVOLGEN VAN DE INSTRUCTIES IN HOOFDSTUK 5.2. Code Uitgave 08/20 -

2 INHOUD DEEL A: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER.0 ALGEMENE EIGENSCHAPPEN 2.0 GEBRUIKSDOEL.0 WERKING 4.0 ALGEMENE VEILIGHEIDSNORMEN 5.0 BESCHRIJVING VAN GEVARENSYMBOLEN 6.0 GEVARENZONES 7.0 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN 8.0 LOCATIE VAN PLATEN 9.0 COMPRESSORKAMER 0.0 TRANSPORT EN HANDLING.0 UITPAKKEN 2.0 INSTALLATIE.0 AFMETINGEN EN TECHNISCHE GEGEVENS 4.0 AFBEELDING VAN DE MACHINE 5.0 NORMAAL ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER 6.0 LANGDURIGE STILSTAND 7.0 VERSCHROTEN 8.0 LIJST VAN RESERVEDELEN VOOR ROUTINEMATIG ONDERHOUD 9.0 LOKALISEREN VAN STORINGEN EN NOODOPLOSSINGEN DEEL B: INFORMATIE VOOR TECHNISCH GESCHOOLD PERSONEEL 20.0 OPSTARTEN 2.0 GEWOON ALGEMEEN ONDERHOUD VEREIST GESCHOOLD PERSONEEL 22.0 OLIE VERVERSEN 2.0 FILTER VAN OLIEAFSCHEIDER VERVANGEN 24.0 RIEMSPANNING 25.0 RIEM VERVANGEN 26.0 STROMINGSSCHEMA 27.0 KALIBRATIES VOOR DROGER - ELEKTRISCH SCHEMA (OP ACHTERPANEEL) BELANGRIJK: IN HET ELEKTRAPANEEL VAN DE COMPRESSOR BEVINDT ZICH EEN KOPIE VAN DE ELEKTRISCHE SCHEMA'S. GELUIDGEDEMPTE ROTERENDE SCHROEFCOMPRESSOREENHEDEN pk - 4-5,5-7, kw 2, ,5-7, IDENTIFICATIEGEGEVENS VAN MACHINE EN FABRIKANT AFB. Locatie van de identificatieplaat, afb. 2 - Uitgave 08/20 Code

3 ADRESSEN VAN SERVICECENTRA Bij uitval of storing van de machine moet u de machine uitschakelen en beslist niet zelf proberen de storing te verhelpen. Indien reparatie noodzakelijk is, dient u hiervoor uitsluitend een door de fabrikant goedgekeurd technisch servicecentrum in te schakelen en te staan op het gebruik van originele onderdelen. Wanneer u zich hier niet aan houdt, kan de veiligheid van de machine niet worden gegarandeerd. INLEIDING Bewaar deze handleiding goed voor toekomstig gebruik; de gebruiks- en onderhoudshandleiding maakt integraal deel uit van de machine. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u werkzaamheden aan de compressoreenheid uitvoert. De installatie van de compressoreenheid en alle werkzaamheden aan de compressoreenheid moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de geldende voorschriften met betrekking tot elektrische installaties en persoonlijke veiligheid. EIGENSCHAPPEN EN VEILIGHEIDSMAATREGELEN MACHINE MET AUTOMATISCHE START SCHAKEL DE ELEKTRISCHE VOEDING UIT EN LAAT DE RESTDRUK IN DE EENHEID ONTSNAPPEN VOORDAT U DE AFSCHERMPANELEN VERWIJDERT OM ONDERHOUD AAN DE MACHINE UIT TE VOEREN. ALLE WERKZAAMHEDEN AAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE, HOE GERING OOK, MOETEN DOOR VAKKUNDIG GESCHOOLD PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD. - Het condenswater moet ten minste een keer per dag worden afgetapt om interne corrosie, die de veiligheid van de persluchttank mogelijk in gevaar brengt, te voorkomen. Indien een op de luchtketel gemonteerde automatische aftap aanwezig is, moet wekelijks gecontroleerd worden of de automatische kraan goed werkt. - Controleer of de wanddikte van de tank voldoet aan de geldende regelgeving in het land waar de tank wordt geïnstalleerd. - De tank kan niet worden gebruikt en moet worden vervangen wanneer de wanddikte minder is dan de dikte aangegeven in de voorschriften. - De tank is geschikt voor gebruik binnen de temperatuurgrenzen aangegeven in de verklaring van overeenstemming. LUCHTKETEL: De luchtketel is onderhevig aan interne corrosie, daarom moeten er regelmatig inspecties worden uitgevoerd om de wanddikte te controleren. Wanneer de dikte de door de fabrikant opgegeven minimumwaarde heeft bereikt, kan de ketel niet langer worden gebruikt. Raadpleeg de bij de documentatie van de machine meegeleverde handleiding van de ketel. Wanneer het bovenstaande voorschrift niet in acht wordt genomen, kan dit gevaar voor openbarsten van de ketel opleveren. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van nalatigheid bij het niet naleven van bovenstaande instructies. DE MACHINE IS NIET GESCHIKT VOOR INSTALLATIE IN DE OPEN LUCHT DEZE MACHINE IS IN OVEREENSTEMMING MET DE ESSENTIËLE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ZOALS VOORZIEN IN DE EUROPESE RICHTLIJN (2006/42/EG) EN NORM EN ISO 200-2:2009. SMEERVLOEISTOFFEN EN ANDERE PROCESVLOEISTOFFEN MOGEN NIET WORDEN GELOOSD IN HET MILIEU. DEZE VERVUILENDE EN GEVAARLIJKE PRODUCTEN MOETEN, AFHANKELIJK VAN HET TYPE PRODUCT, VERPLICHT WORDEN AFGEVOERD DOOR DAARTOE BEVOEGDE EN GESPECIALISEERDE BEDRIJVEN. CATEGORISEER DE COMPONENTEN VAN DE COMPRESSOR OP BASIS VAN HET MATERIAAL WAARVAN ZE ZIJN GEMAAKT (KUNSTSTOF, KOPER, IJZER, OLIEFILTER, LUCHTFILTER ENZ ).0 ALGEMENE EIGENSCHAPPEN De compressoreenheden maken gebruik van eentraps, olie-geïnjecteerde roterende schroefluchtcompressoren. Het systeem is zelfdragend en hoeft niet met bouten of andere bevestigingsmiddelen aan de vloer te worden verankerd. De eenheid is volledig geassembleerd in de fabriek; de benodigde aansluitingen voor installatie zijn: aansluiting op het elektriciteitsnet (zie hoofdstuk Installatie) aansluiting op het persluchtnet (zie hoofdstuk Installatie) Code Uitgave 08/20 -

4 2.0 GEBRUIKSDOEL De compressor is ontworpen om perslucht voor industrieel gebruik te leveren. De machine kan niet worden gebruikt op plaatsen waar sprake is van brand- of explosiegevaar of waar werkzaamheden worden uitgevoerd waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen (bijvoorbeeld: oplosmiddelen, brandbare dampen en alcohol). Meer in het bijzonder mag deze machine niet worden gebruikt voor de productie van ademlucht of lucht die in direct contact komt met levensmiddelen. Dit is wel toegestaan indien de geproduceerde perslucht door een geschikt filtersysteem wordt gefilterd. (Neem voor deze speciale toepassingen contact op met de fabrikant.) Deze machine mag alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor het oorspronkelijk is ontworpen. Alle andere toepassingen moeten als onjuist en derhalve onredelijk worden beschouwd. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die het gevolg is van onjuist, verkeerd of onredelijk gebruik..0 WERKING. WERKING COMPRESSOR De elektromotor en de compressoreenheid zijn door een riemoverbrenging aan elkaar gekoppeld. De compressoreenheid zuigt de buitenlucht door de zuigklep aan. De inlaatlucht wordt gefilterd door het filterelement dat stroomopwaarts na de zuigklep is aangebracht. Binnen in de compressoreenheid worden de lucht en de smeerolie samengeperst en naar de olieafscheidingstank geleid waar de olie van de perslucht wordt gescheiden; de lucht wordt vervolgens opnieuw gefilterd door het olieafscheiderelement om de hoeveelheid zwevende oliedeeltjes tot een minimum te beperken. De machine is voorzien van een passend luchtkoelsysteem. De machine is beveiligd door een speciale beveiligingsthermostaat: de machine schakelt automatisch uit wanneer de olie een temperatuur van 05 0 C bereikt..2 WERKING DROGER Wanneer de compressor in gebruik is, stroomt de lucht van de tank naar de droger. De lucht wordt gedroogd en vervolgens naar het distributienet geleid. De werking van de droger is hieronder beschreven. Het gasvormige koelmiddel dat uit de verdamper (4) komt, wordt door de koelcompressor () aangezogen en in de condensor (2) gepompt. Hierdoor kan het condenseren, eventueel met behulp van de ventilator (); het gecondenseerde koelmiddel stroomt door het ontwateringsfilter (8), zet vervolgens uit in de capillaire buis (7) en keert dan weer terug naar de verdamper waar het zorgt voor een koelende werking. Als gevolg van de warmtewisseling met de perslucht die tegen de stroom in door de verdamper gaat, verdampt het koelmiddel en keert het terug naar de compressor voor een nieuwe cyclus. Het circuit is voorzien van een omloopsysteem voor het koelmiddel; dit systeem treedt in werking wanneer de beschikbare koelcapaciteit moet worden afgestemd op de feitelijke koelbelasting. Dit gebeurt door het injecteren van heet gas dat wordt geregeld door de klep (9): deze klep houdt de druk van het koelmiddel in de verdamper constant en dat is ook de reden waarom het dauwpunt nooit tot onder 0 C daalt en het condensaat in de verdamper niet bevriest. De droger werkt volledig automatisch; hij is af fabriek gekalibreerd op een dauwpunt van ~ C en daarom zijn verdere kalibraties niet nodig. STROMINGSSCHEMA DROGER LUCHTUITLAAT LUCHTINLAAT CONDENSAATAFTAP 4.0 ALGEMENE VEILIGHEIDSNORMEN De machine mag uitsluitend worden gebruikt door speciaal opgeleid en bevoegd personeel. Wanneer iemand zelf werkzaamheden heeft uitgevoerd of in geval van wijzigingen die niet vooraf door de fabrikant zijn goedgekeurd, is laatstgenoemde niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van bovenstaande handelingen. Het verwijderen of buiten werking stellen van de veiligheidsvoorzieningen is een overtreding van de Europese normen voor veiligheid. GEVAAR: gebruik de compressor nooit zonder vaste riembeschermkap (pag. 7, afb. 4, pos. 7) LET OP: STROOMOPWAARTS VAN DE MACHINE MOET EEN SCHEIDINGSSCHAKELAAR MET SCHAKEL- AUTOMAAT TEGEN STROOMPIEKEN WORDEN AANGEBRACHT, VOORZIEN VAN EEN DIFFERENTIAAL- BEVEILIGING VOOR HET UITVOEREN VAN KALIBRATIES, ZIE ELEKTRISCH SCHEMA ALLE WERKZAAMHEDEN AAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE, HOE GERING OOK, MOETEN DOOR VAKKUNDIG GESCHOOLD PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD. 4 - Uitgave 08/20 Code

5 5.0 BESCHRIJVING VAN GEVARENSYMBOLEN ) UITSTOOT VAN VLOEISTOF 6) HOGE DRUK 2) GEVAARLIJKE ELEKTRISCHE SPANNING 7) HETE DELEN ) LUCHT NIET GESCHIKT OM IN TE ADEMEN 8) BEWEGENDE DELEN 4) LAWAAI 9) DRAAIENDE VENTILATOR 5) MACHINE MET AUTOMATISCHE START 0) DAGELIJKS AFTAPPEN 5. BESCHRIJVING VAN VERPLICHTE SIGNALEN ) LEES DE GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES 6.0 GEVARENZONES 6. GEVARENZONES BIJ DE COMPRESSOREENHEID Gevaren die gelden voor de hele machine (7) () (7) AFB. (2) (8) (2) (9) (2) Code Uitgave 08/20-5

6 6.2 GEVARENZONES BIJ DE DROGEREENHEID EN TANK Gevaren die gelden voor de hele machine (2) AFB. A (9) (2) (2) () (6) (6) (6) () (2) () () () (6) () 7.0 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN 7. VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN BIJ DE SCHROEFCOMPRESSOR (afb. 4) ) Borgschroeven 2) Olievuldop ) Vaste veiligheidsvoorziening koelventilator. 4) Veiligheidsklep 5) Noodstop 6) Vaste beschermkap lucht-oliescheider 7) Vaste beschermkap van de riemschijven 6 - Uitgave 08/20 Code

7 6 6 7 AFB VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN BIJ DE DROGEREENHEID EN TANK ) Veiligheidsklep 2) Beschermdop schakelaar. ) Compressorrelais (automatisch) 4) Overbelastingsbeveiliging voor compressor AFB Code Uitgave 08/20-7

8 8.0 LOCATIE VAN PLATEN 8. LOCATIE VAN DE WAARSCHUWINGSPLATEN BIJ DE COMPRESSOREENHEID De platen van de compressoreenheid maken deel uit van de machine; deze zijn om veiligheidsredenen aangebracht en mogen nooit worden verwijderd of beschadigd. ) Gevarenplaat, code AFB LOCATIE VAN DE GEVARENPLATEN BIJ DROGEREENHEID EN TANK De platen van de compressoreenheid maken deel uit van de machine; deze zijn om veiligheidsredenen aangebracht en mogen nooit worden verwijderd of beschadigd. AFB Uitgave 08/20 Code

9 8. LOCATIE VAN DE TYPEPLAAT BIJ DE COMPRESSOREENHEID AFB Code Uitgave 08/20-9

10 8.4 LOCATIE VAN DE TYPEPLAAT BIJ DE DROGER LUCHTKETEL AFB COMPRESSORRUIMTE 9. VLOER De vloer moet een industriële vloer zijn en helemaal vlak; het totale gewicht van de machine is aangegeven in hoofdstuk.0. Houd rekening met het totale gewicht van de machine wanneer u deze plaatst. 9.2 VENTILATIE Wanneer de machine in bedrijf is, mag de omgevingstemperatuur niet hoger zijn dan 40 C of lager dan 5 C. De ruimte moet circa 0 m groot zijn. De ruimte moet zijn voorzien van 2 ventilatieopeningen, elk met een oppervlakte van circa 0,5 m 2. De eerste opening, voor afvoer van de hete lucht, moet hoog zijn aangebracht, de tweede opening, voor de toevoer van buitenlucht ten behoeve van de ventilatie, moet laag zijn aangebracht. In geval van een stoffige omgeving is het raadzaam op deze opening een filterpaneel te plaatsen. 9. VOORBEELDEN VAN VENTILATIE VAN DE COMPRESSORKAMER AFB. 0 UITGANG VENTILATORLUCHT 0 - Uitgave 08/20 Code

11 0.0 TRANSPORT EN HANDLING Vervoer van de machine moet plaatsvinden zoals weergegeven in onderstaande afbeeldingen. luchtketel 200 / 270 liter AFB. luchtketel 500 liter AFB. A Let op: er wordt geadviseerd de band aan te brengen zoals in de afbeelding wordt getoond..0 UITPAKKEN Controleer na het verwijderen van de verpakking of de machine intact is en of er geen zichtbaar beschadigde delen zijn. Bij twijfel de machine niet gebruiken maar contact opnemen met de technische dienst van de fabrikant of met uw dealer. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, polystyreenschuim, spijkers, schroeven, hout, metalen banden enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden bewaard en mag niet worden achtergelaten in het milieu omdat het een mogelijke bron van gevaar en vervuiling vormt. Voer deze materialen af naar de goedgekeurde inzamelcentra. Code Uitgave 08/20 -

12 2.0 INSTALLATIE 2. OPSTELLEN Zet de machine, nadat u de apparatuur heeft uitgepakt en de compressorruimte heeft klaargemaakt, op zijn plaats en controleer de volgende punten: Zorg dat er voldoende vrije ruimte rond de machine is voor het uitvoeren van onderhoud (zie afb. 2). Controleer of de compressor helemaal waterpas staat (vloer moet vlak zijn). 2 AFB. 2 BESCHERM DE STROOMKABEL MET EEN GESCHIKTE BUIS MINIMAAL 2 m 4 RUIMTE VOOR ONDERHOUD MINIMAAl,5 m DRIEFASEN- OF EENFASEVOEDINGSKABEL VOOR SCHROEFCOMPRESSOR EENFASEVOEDINGSKABEL VOOR DROGER ZORG ERVOOR DAT DE OPERATOR DE HELE MACHINE VANAF HET BEDIENINGSPANEEL KAN OVERZIEN EN CONTROLEER OF ER ZICH ONBEVOEGDE PERSONEN IN DE NABIJHEID VAN DE MACHINE BEVINDEN. 2.2 ELEKTRISCHE AANSLUITING Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de waarde vermeld op de typeplaat van de machine. PAS OP: de compressor, pos., en de droger, pos. 4, hebben twee aparte voedingen, te weten driefasen- of eenfasevoeding, en eenfasevoeding. Controleer de conditie van de kabels en zorg voor een goede aardleiding. Zorg ervoor dat er stroomopwaarts van de machine een schakelautomaat is die beveiligt tegen overstroom, en een differentiaalbeveiliging (zie elektrisch schema, pos. voor de compressor, pos. 2 voor de droger). Sluit de stroomkabels van de machine zorgvuldig aan, volgens de geldende normen. De kabelloop is aangegeven op het elektrisch schema van de machine. ALLEEN VAKBEKWAAM PERSONEEL MAG TOEGANG KRIJGEN TOT HET ELEKTRISCH PANEEL. SCHAKEL DE STROOM UIT VOORDAT U DE DEUR VAN HET ELEKTRISCH PANEEL OPENT. VOOR DE VEILIGHEID VAN DE OPERATOR EN TER BESCHERMING VAN DE MACHINE IS HET VAN ESSENTIEEL BELANG DAT DE GELDENDE REGELS MET BETREKKING TOT ELEKTRISCHE INSTALLATIES WORDEN NAGELEEFD. 2 - Uitgave 08/20 Code

13 KABELS, STEKKERS EN AL HET ANDERE ELEKTRISCHE MATERIAAL DAT WORDT GEBRUIKT VOOR HET AANSLUITEN, MOET DAARVOOR GESCHIKT ZIJN EN VOLDOEN AAN DE EISEN GESTELD IN DE REGELS DIE VAN KRACHT ZIJN. 2. AANSLUITEN OP HET PERSLUCHTNET Breng een handbediende sperklep, pos., tussen de machine en het persluchtnet aan zodat de compressor tijdens onderhoudswerkzaamheden kan worden geïsoleerd (zie afbeelding ). LEIDINGEN, KOPPELINGEN EN AANSLUITINGEN DIE VOOR HET AANSLUITEN VAN DE ELEKTROCOMPRESSOR OP HET PERSLUCHTNET WORDEN GEBRUIKT, MOETEN DAARVOOR OOK GESCHIKT ZIJN, OVEREENKOMSTIG DE SPECIFIEKE REGELS DIE IN HET LAND VAN GEBRUIK VAN KRACHT ZIJN. ALLE SCHADE DIE ONTSTAAT DOORDAT HIERAAN NIET WORDT VOLDAAN, KAN NIET WORDEN TOEGESCHREVEN AAN DE FABRIKANT EN KAN LEIDEN TOT NIETIGHEID VAN DE GARANTIEVOORWAARDEN. ALTIJD EEN FLEXIBELE LEIDING GEBRUIKEN AFB. 2 2 De handbediende aftap, pos. 2, afb., en de automatische condensaatafvoer, pos, afb., worden via een flexibele leiding die kan worden gecontroleerd, buiten de machine geleid. De afvoer moet voldoen aan de lokale regelgeving. ALLE SCHADE DIE ONTSTAAT DOORDAT HIERAAN NIET WORDT VOLDAAN, KAN NIET WORDEN TOEGESCHREVEN AAN DE FABRIKANT EN KAN LEIDEN TOT NIETIGHEID VAN DE GARANTIEVOORWAARDEN. 2.4 OPSTARTEN Zie deel B van deze handleiding, Hoofdstuk 20.0 Code Uitgave 08/20 -

14 .0 AFMETINGEN EN TECHNISCHE GEGEVENS (pk -4-5,5-7,5-0 / kw 2,2--4-5,5-7,5) luchtketel 200 liter pk -4-5,5-7,5-0 KW 2,2--4-5,5-7,5 Lucht- Afmetingen (mm) Afmetingen (mm) aansluiting pk -4-5,5-7,5-0 L W H L W H /2 KW 2,2--4-5,5-7, Luchtaansluiting /2 pk kw 2,2 pk kw 2,2 pk 4 kw pk 4 kw pk 5,5 kw 4 pk 5,5 kw 4 pk 7,5 kw 5,5 pk 7,5 kw 5,5 pk 0 kw 7,5 pk 0 kw 7,5 Insteldruk bar(e) Standaard luchtvermogen l/min Nettogewicht kg (zonder droger) Nettogewicht kg (met droger) Thermostaatinstelling C 05 0 (vaste waarde) Geluidsproductie db(a) Olievulling liter ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 luchtketel 270 liter pk -4-5,5-7,5-0 KW 2,2--4-5,5-7,5 Lucht- Afmetingen (mm) Afmetingen (mm) aansluiting pk -4-5,5-7,5-0 L W H L W H /2 KW 2,2--4-5,5-7, Luchtaansluiting /2 pk kw 2,2 pk kw 2,2 pk 4 kw pk 4 kw pk 5,5 kw 4 pk 5,5 kw 4 pk 7,5 kw 5,5 pk 7,5 kw 5,5 pk 0 kw 7,5 pk 0 kw 7,5 Insteldruk bar(e) Standaard luchtvermogen l/min Nettogewicht kg (zonder droger) Nettogewicht kg (met droger) Thermostaatinstelling C 05 0 (vaste waarde) Geluidsproductie db(a) Olievulling liter ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 ~ 2,5 4 - Uitgave 08/20 Code

15 . AFMETINGEN EN TECHNISCHE GEGEVENS (pk 5-20 / kw -5) luchtketel 270 liter pk 5-20 KW -5 Lucht- Afmetingen (mm) Afmetingen (mm) aansluiting pk 5-20 L W H L W H /2 KW Luchtaansluiting /2 pk 5 kw pk 5 kw pk 20 kw 5 pk 20 kw 5 Insteldruk bar(e) Standaard luchtvermogen l/min Nettogewicht kg (zonder droger) Nettogewicht kg (met droger) Thermostaatinstelling C 05 0 (vaste waarde) Geluidsproductie db(a) Olievulling liter ~ ~ ~ ~ luchtketel 500 liter pk 5-20 KW -5 Lucht- Afmetingen (mm) Afmetingen (mm) aansluiting pk 5-20 L W H L W H /2 KW Luchtaansluiting /2 pk 5 kw pk 5 kw pk 5 kw pk 20 kw 5 pk 20 kw 5 pk 20 kw 5 Insteldruk bar(e) Standaard luchtvermogen l/min Nettogewicht kg (zonder droger) Nettogewicht kg (met droger) Thermostaatinstelling C 05 0 (vaste waarde) Geluidsproductie db(a) Olievulling liter ~ ~ ~ ~ ~ ~ Code Uitgave 08/20-5

16 TYPE DROGER Gewicht kg R 4a kg Nominaal vermogen W Nominaal vermogen Nominaal vermogen W bar MAX. 50 Hz 60 Hz 50 Hz 60 Hz 50 Hz 60 Hz 50 Hz 60 Hz A 26 0,90 0, bar 6 A2 27 0,290 0, bar 6 A 2 0,50 0, bar 6 Referentieomstandigheden: Omgevingstemperatuur 25 C Temperatuur inlaatlucht 5 C Druk 7 bar Dauwpunt onder druk C Grenswaarden: Max. omgevingstemperatuur 45 C Min. omgevingstemperatuur 5 C Max. temperatuur inlaatlucht 55 C Max. werkdruk 6 bar 4.0 AFBEELDING VAN DE MACHINE 4. ALGEMENE OPSTELLING VOOR DE DROGER EN TANK Koelmiddelcompressor 2 Condensor Motorventilator 4 Verdamper 5 Magneetklep condensaataftap 6 Omloopklep voor heet gas 7 Koelmiddelfilter 8 Capillaire buis voor uitzetting 9 Veiligheidsklep (persluchttank) 0 Persluchttank Handbediende condensaataftap HET IS VERBODEN OM DE INGESTELDE WAARDEN VAN DE VEILIGHEIDSKLEP TE WIJZIGEN 4 AFB Uitgave 08/20 Code

17 4.2 ALGEMENE OPSTELLING VAN DE SCHROEFCOMPRESSOR Luchtaanzuigfilter 2 Thermostaatklep Oliefilter 4 Lucht-oliekoeler 5 Magneetklep aftap 6 Riemspansysteem 7 Minimumdrukklep 8 Lucht-olieafscheider met oliescheidingsfilter 9 Vuldop 0 Bedieningspaneel Oliepeilmeter 2 Olieafvoer Olietank 4 Uitlaatdrukmeter 5 Veiligheidsklep 6 Elektromotor 7 Schroefcompressor 8 Zuigeenheid HET IS VERBODEN OM DE INGESTELDE WAARDEN VAN DE VEILIGHEIDSKLEP TE WIJZIGEN AFB Code Uitgave 08/20-7

18 4. BESTURINGS- EN BEDIENINGSPANEEL LEES DE BESTURINGSFUNCTIES ZORGVULDIG DOOR EN ZORG DAT U ZE KENT VOORDAT U DE BEDRIJFSTEST UITVOERT. SCHAKELBORD COMPRESSOR SCHAKELBORD DROGER AFB DRYER CONTROL BOARD ) Uitlaatdrukmeter 2) Scheidingsschakelaar - ook gebruikt als noodstop en voor het resetten van de thermische beveiliging van de motor. ) Urenteller: geeft het aantal bedrijfsuren aan 4) keuzeschakelaar voor compressor 5) "OFF" "ON"-schakelaar voor droger 6) Dauwpuntweergave BELANGRIJK: WANNEER DE SCHAKELAARS, pos. 2 en pos. 5, IN STAND "OFF" STAAN, STAAT ER NOG WEL STROOM OP DE KLEMMEN. STARTEN: Zet de keuzeschakelaar, pos. 4, in stand I ; de schakelaar springt automatisch terug. - De compressor begint te lopen STOPPEN: Zet de keuzeschakelaar, pos. 4, in stand O. (pk -4-5,5-7,5 / kw 2,2--4-5,5) Zet de keuzeschakelaar, pos. 2, in stand OFF (pk / kw 7,5--5) PAS OP: WACHT NA HET UITSCHAKELEN TEN MINSTE 0 SECONDEN VOORDAT U DE MACHINE WEER INSCHAKELT. 8 - Uitgave 08/20 Code

19 5.0 NORMAAL ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER VÓÓR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUD MOET DE MACHINE VERPLICHT WORDEN GESTOPT EN VAN DE STROOMTOEVOER EN HET PERSLUCHTNET WORDEN AFGEKOPPELD. De onderhoudswerkzaamheden die in dit hoofdstuk worden beschreven, mogen door de gebruiker worden uitgevoerd. De meer gecompliceerde onderhoudswerkzaamheden waarvoor vakkundig geschoold personeel noodzakelijk is, zijn vermeld in hoofdstuk ALGEMEEN ROUTINEMATIG ONDERHOUD (zie hoofdstuk 2.0). 5. ONDERHOUDSSCHEMA WERKZAAMHEDEN DIE DOOR DE GEBRUIKER MOGEN WORDEN UTGEVOERD WERKZAAMHEDEN DIE DOOR VAKKUNDIG GESCHOOLD PERSONEEL MOETEN WORDEN UITGEVOERD; DEZE WERKZAAMHEDEN ZIJN WEERGEGEVEN IN DEEL "B" VAN DEZE HANDLEIDING. Deze onderhoudsintervallen worden aanbevolen voor werkomgevingen die niet stoffig zijn en waar goed wordt geventileerd. In bijzonder stoffige omgevingen moet twee keer zo vaak worden gecontroleerd. Om de 24 bedrijfsuren Tap het condensaat uit de luchtketel af. Om de 50 bedrijfsuren Condensaat aftappen uit de olietank Olieniveau controleren Om de 500 uur Luchtaanzuigfilter reinigen Automatisch legen van condensaat controleren Condensorbatterij reinigen (op de droger, indien van toepassing) Vuilopvangfilter reinigen Riemspanning controleren Om de 2000 uur Aanzuigfilter reinigen Olie verversen Oliefilter vervangen Om de 4000 uur Het geribde oppervlak van de lucht-oliekoeler reinigen Oliescheidingsfilter vervangen Code Uitgave 08/20-9

20 5.2 CONDENSAAT UIT DE OLIETANK AFTAPPEN Als in de werkcyclus van de compressor lange pauzes zijn opgenomen waarin de machine afkoelt, zal er zich een bepaalde hoeveelheid condensaat in de olietank verzamelen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de machine 's nachts of tijdens het weekeinde wordt stopgezet. Het condensaat moet om de 50 uur of elke week worden afgetapt. Dit mag alleen worden gedaan wanneer de machine koud is, dus wanneer hij ten minste 8 uur uitgeschakeld is. DE MACHINE MOET VERPLICHT WORDEN GESTOPT EN VAN DE NETVOEDING WORDEN AFGESLOTEN VOORDAT HET CONDENSAAT MAG WORDEN AFGETAPT. Ga als volgt te werk: - Stop de machine door de scheidingsschakelaar in stand OFF te draaien, pos., afb Druk de drukschakelaar in, pos. 2, afb. 7 (op de droger, indien van toepassing). - Schakel de differentiaalschakelaar in, pos. (op de schroefcompressor) en pos. 4 (op de droger, indien van toepassing), afb AFB. FIG pk 5-20 / KW -5 7 HET MAXIMALE NIVEAU MAG NIET WORDEN OVERSCHREDEN. 6 pk -4-5,5-7,5-0 KW 2,2--4-5,5-7,5 5 MINIMUMNIVEAU BIJ UITGESCHAKELDE MACHINE MAXIMUMNIVEAU BIJ UITGESCHAKELDE MACHINE 20 - Uitgave 08/20 Code

21 - Wacht tot de machine is afgekoeld. - Draai de kraan LANGZAAM open, pos. 5, afb. 7, en laat het condensaat wegstromen. - Draai de kraan dicht zodra de eerste sporen van olie verschijnen. CONDENSAAT MOET WORDEN AFGEVOERD IN OVEREENSTEMMING MET DE LOKAAL GELDENDE VOORSCHRIFTEN. - Controleer het oliepeil op de indicator, pos. 6, afb Als het oliepeil onder het minimum staat, de olie bijvullen zoals beschreven in punt 5.. GEBRUIK HETZELFDE TYPE OLIE ALS HET TYPE DAT AL IN DE MACHINE ZIT; VERSCHILLENDE OLIETYPES NIET MENGEN. 5. OLIEPEIL CONTROLEREN EN OLIE BIJVULLEN - Stop de machine door de scheidingsschakelaar in stand OFF te draaien, pos., afb 7. - WACHT ENKELE MINUTEN TOTDAT HET SCHUIM IN DE OLIEVERGAARBAK IS VERDWENEN. - Controleer het oliepeil op de indicator, pos. 6, afb Als de olie onder het minimumniveau is, als volgt bijvullen: - Druk op de drukschakelaar, pos. 2, afb. 7 (op de droger, indien van toepassing). - Schakel de differentiaalschakelaar in, pos. (op de schroefcompressor) en pos. 4 (op de droger, indien van toepassing), afb. 7. GEBRUIK HETZELFDE TYPE OLIE ALS HET TYPE DAT AL IN DE MACHINE ZIT; VERSCHILLENDE OLIETYPES NIET MENGEN. CONTROLEER OF DE ELEKTRISCHE VOEDING IS AFGESLOTEN VOORDAT U WERKZAAMHEDEN AAN DE MACHINE UITVOERT. - Schroef de oliedop langzaam los, pos. 7, afb. 7, en zorg ervoor dat de binnenzijde drukloos is. - Vul tot het maximumniveau bij met olie van hetzelfde type als de olie die al in de compressor aanwezig is, pos. 6, afb Sluit de oliedop, pos. 7, afb. 7. Code Uitgave 08/20-2

22 5.5 AANZUIGFILTER REINIGEN OF FILTER VERVANGEN - Stop de machine door de scheidingsschakelaar in stand OFF te draaien, pos., afb Druk op de drukschakelaar. pos. 2, afb. 8. (op de droger, indien van toepassing). - Schakel de differentiaalschakelaar in, pos. (op de schroefcompressor) en pos. 4 (op de droger, indien van toepassing), afb. 8. HETE DELEN BINNENIN - Verwijder de kap, pos. 5, afb. 8 (Controleer de richting van de pijl). - Verwijder het filter, pos. 6, afb AFB VOORKOM DAT VREEMDE DEELTJES IN HET AANZUIGSPRUITSTUK VALLEN. - Reinig het filter met een straal lucht en werk daarbij van binnen naar buiten. GEBRUIK GEEN WATER OF OPLOSMIDDELEN. Eventueel kunt u een nieuw filter aanbrengen. - Reinig de schijf waarop het filter rust met een schone doek. - Breng het filter en de kap aan. - Voer het oude filter, indien nodig, af in overeenstemming met de geldende lokale voorschriften Uitgave 08/20 Code

23 5.6 AUTOMATISCHE EN HANDMATIGE AFVOER VAN CONDENSAAT CONTROLEREN (BIJ DROGER EN TANK) VÓÓR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUD MOET DE MACHINE VERPLICHT WORDEN GESTOPT EN VAN DE STROOMTOEVOER EN HET PERSLUCHTNET WORDEN AFGEKOPPELD. De automatische en de handbediende condensaataftap (Pos. 8 en Pos. in Fig. 9) moeten dagelijks worden gecontroleerd. Ga als volgt te werk: - Druk enkele seconden op knop "TEST", pos. 8, afb. 9, om te controleren of het condensaat op de juiste manier uit de afwateringsleiding wordt afgevoerd. - Controleer de handmatige afvoer van condensaat vanaf de tank, om er zeker van te zijn dat condensaat op de juiste manier uit de klep wordt afgevoerd, pos., afb. 9 (DAGELIJKS AFTAPPEN). 5.7 REINIGEN VAN DE CONDENSORBATTERIJ (BIJ DROGER) VÓÓR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUD MOET DE MACHINE VERPLICHT WORDEN GESTOPT EN VAN DE STROOMTOEVOER EN HET PERSLUCHTNET WORDEN AFGEKOPPELD. De condensor moet elke maand worden gereinigd (pos. 6, afb. 9). Ga als volgt te werk: - Stop de machine door de scheidingsschakelaar in stand OFF te draaien, pos., afb Druk de drukschakelaar in, pos. 2, afb. 9 (op de droger, indien van toepassing). - Schakel de differentiaalschakelaar in, pos. (op de schroefcompressor) en pos. 4 (op de droger, indien van toepassing), afb. 9. HETE DELEN BINNENIN - Verwijder het beschermpaneel, pos. 5, afb Reinig de condensorvinnen, pos. 6, afb. 9, met perslucht (zie afb. A). GEBRUIK GEEN WATER OF OPLOSMIDDELEN. - Breng het afschermpaneel weer aan, pos. 5, afb AFB. 9 2 AFB. A REINIGEN VAN VUILOPVANGFILTER VOOR DROGER (pos. 9-0, afb. 9) VÓÓR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUD MOET DE MACHINE VERPLICHT WORDEN GESTOPT EN VAN DE STROOMTOEVOER EN HET PERSLUCHTNET WORDEN AFGEKOPPELD. Code Uitgave 08/20-2

24 Ga als volgt te werk: - Sluit de kraan, pos. 7, afb Stop de machine door de scheidingsschakelaar in stand OFF te draaien, pos., afb Druk op de drukschakelaar, pos. 2, afb Schakel de differentiaalschakelaar in, pos. (op de schroefcompressor) en pos. 4 (op de droger), afb Laat druk van de droger en tank af door de condensatieklep te openen, pos., afb Sluit de kraan, pos. 2, afb Verwijder de plug, pos. 9, afb Verwijder het filter, pos. 0, afb Reinig het filter, pos. 0, afb. 9, met een straal lucht en werk daarbij van binnen naar buiten. - Breng eerst het filter aan en dan de plug. - Open de kraan Rif. 2 Fig LANGDURIGE STILSTAND Indien de machine langdurig niet in gebruik is: - Sluit de kraan, pos. en pos. 2, afb Laat druk van de droger en tank af door de condensatieklep te openen, pos. 8, afb Stop de machine door de scheidingsschakelaar in stand OFF te draaien, pos. 4, afb Druk de drukschakelaar in, pos. 5, afb. 20 (op de droger, indien van toepassing). - Schakel de differentiaalschakelaar in, pos. 6 (op de schroefcompressor) en pos. 7 (op de droger, indien van toepassing), afb Sluit de kraan, pos. 8, afb. 20, weer wanneer alle restdruk is verdwenen. 6 7 AFB Tijdens perioden van stilstand moet de machine worden beschermd tegen verontreinigende stoffen, stof en vocht in de lucht die de motor en het elektrische systeem kunnen beschadigen. Neem contact op met de fabrikant wanneer u de machine na langdurige stilstand weer wilt starten. 7.0 VERSCHROTEN Als de machine moet worden verschroot, moet hij worden gedemonteerd per materiaalsoort, zodat deze in overeenstemming met de geldende lokale voorschriften kunnen worden afgevoerd. HOUD U ALTIJD AAN DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN VOOR HET AFVOEREN VAN OUDE OLIE EN ANDER VERVUILEND MATERIAAL ZOALS GELUIDSDEMPEND, ISOLEREND SCHUIM ENZ Uitgave 08/20 Code

25 8.0 LIJST VAN RESERVEDELEN VOOR ROUTINEMATIG ONDERHOUD Pos. OMSCHRIJVING Code pk - 4-5,5-7,5-0 kw 2, ,5-7,5 8 bar 0 bar Luchtaanzuigfilter (pk -4-5,5-7,5 / kw 2,2--4-5,5) Luchtaanzuigfilter (pk 0 / kw 7,5) Oliefilter Scheidingselement Olie (5 L) Pos. OMSCHRIJVING Code pk 5-20 kw bar 0 bar bar Luchtaanzuigfilter Oliefilter Scheidingselement Olie (5 L) AFB. 2 2 Code Uitgave 08/20-25

26 9.0 LOKALISEREN VAN STORINGEN EN NOODOPLOSSINGEN LET OP WERKZAAMHEDEN GEMARKEERD MET MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR VAKKUNDIG GESCHOOLD PERSONEEL DAT DOOR DE FABRIKANT BEVOEGD IS VERKLAARD ALLE WERKZAAMHEDEN MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR VAKKUNDIG GESCHOOLD PERSONEEL. VÓÓR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUD MOET DE MACHINE VERPLICHT WORDEN GESTOPT EN VAN DE STROOMTOEVOER WORDEN AFGEKOPPELD. 9. LOKALISEREN VAN STORINGEN EN NOODOPLOSSINGEN VOOR DE SCHROEFCOMPRESSOR STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPMERKINGEN ) De machine start niet A - Geen stroom B - De beveiligingszekering van de transformator is defect 2) De machine start niet 2A - De thermische beveiliging in de hoofdmotor is geactiveerd ) De machine start niet A - De oververhittingsthermostaat voor de olie is aangestuurd - Controleer de voedingskabel, hoofdstuk Vervang de zekering - Draai, om de machine weer bedrijfsgereed te maken, de scheidingsschakelaar naar OFF / ON - De omgevingstemperatuur is te hoog; verhoog de ventilatie in de compressorruimte, hoofdstuk De koelradiator is vervuild; reinig de radiator - Het olieniveau is te laag; vul de tank bij met olie 4) De compressor bereikt de werkdruk niet 4A - Er wordt te veel perslucht verbruikt 4B - De magneetklep voor de afvoer blijft open, pos. EV/SC, elektrisch schema - Controleer het elektrisch systeem 5) Overmatig olieverbruik 5A - Oliescheidingsfilter in slechte toestand Het olieniveau is te hoog - Vervang het oliescheidingsfilter, hoofdstuk Uitgave 08/20 Code

27 9.2 LOKALISEREN VAN STORINGEN EN NOODOPLOSSINGEN VOOR DROGER ALLE WERKZAAMHEDEN MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR VAKKUNDIG GESCHOOLD PERSONEEL. VÓÓR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUD MOET DE MACHINE VERPLICHT WORDEN GESTOPT EN VAN DE STROOMTOEVOER WORDEN AFGEKOPPELD. LET OP WERKZAAMHEDEN GEMARKEERD MET MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR VAKKUNDIG GESCHOOLD PERSONEEL DAT DOOR DE FABRIKANT BEVOEGD IS VERKLAARD STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPMERKINGEN A) De leidingen zijn inwendig bevroren. ) Er komt geen perslucht door de drogeruitlaat. 2) Condensaat in de leidingen. 2A) De condensaatafscheider werkt niet goed. 2B) De droger werkt buiten zijn grenswaarden. 2C) De droger werkt onder slechte condensatieomstandigheden. - De omloopklep van het hete gas is defect of niet goed gekalibreerd. - De omgevingstemperatuur is te laag en de leidingen van de verdampers zijn geblokkeerd met ijs. - Controleer de magneetklep van de uitlaat. - Controleer de timer voor het aftappen. - Controleer de doorstroming van de behandelde lucht. - Controleer de omgevingstemperatuur. - Controleer de luchttemperatuur bij de drogerinlaat. - Reinig de condensor. ) De compressorkop is erg heet (> 55 C). Zie 2B Zie 2C A) Het koelcircuit werkt niet met de juiste gasvulling. 4) Motor slaat af door overbelasting. Zie 2B Zie 2C Zie A 5) De motor zoemt en start niet. De spanning is te laag. U hebt de machine uitgeschakeld en te snel weer ingeschakeld zodat de druk niet kon worden gecompenseerd. Het startsysteem van de motor is defect. 6) De compressor maakt veel lawaai. Problemen met de inwendige mechanische delen of met de kleppen. - Controleer of de ventilator goed werkt. - Controleer of er ergens koelgas lekt. - Vul het circuit bij. - Neem contact op met de elektriciteitsmaatschappij. - Wacht enkele minuten voordat u de machine opnieuw start. - Controleer de bedrijfs- en startrelais en condensors (indien van toepassing). Code Uitgave 08/20-27

28 DEEL B 20.0 OPSTARTEN DIT DEEL "B" VAN DE INSTRUCTIEHANDLEIDING IS UITSLUITEND BESTEMD VOOR VAKKUNDIG GESCHOOLD PERSONEEL DAT DOOR DE FABRIKANT BEVOEGD IS VERKLAARD. CONTROLEER OF DE ELEKTRISCHE VOEDING IS AFGESLOTEN VOORDAT U WERKZAAMHEDEN AAN DE MACHINE UITVOERT. 20. CONTROLES VOORAF Controleer het oliepeil, pos., afb. 2; bij aflevering is de machine gevuld met olie; als het oliepeil niet goed is, olie van hetzelfde type bijvullen. Indien er meer dan maanden zijn verstreken tussen de controle in de fabriek en de installatiedatum, de schroeven vóór het opstarten smeren. Volg daarbij onderstaande procedure: - Verwijder de kap, pos. 4, afb Verwijder het filter, pos. 5, afb Giet een beetje olie in de aanzuigeenheid. - Breng het filter weer aan, pos. 5, afb Breng de kap weer aan, pos. 4, afb. 2. Indien er meer dan 6 maanden zijn verstreken tussen de controle in de fabriek en de installatiedatum, contact opnemen met de fabrikant DROGER STARTEN Start de droger voordat u de perslucht inschakelt. Alleen dan zal er geen condensaat meer in de persluchtleidingen aanwezig zijn. De droger moet altijd blijven lopen wanneer de luchtcompressor loopt. WAARSCHUWING: als de droger wordt uitgeschakeld moet ten minste 5 minuten worden gewacht voordat hij weer wordt ingeschakeld, zodat de druk kan worden gecompenseerd. pk 5-20 / KW -5 Olie 4 FIG. 2 5 HET MAXIMALE NIVEAU MAG NIET WORDEN OVERSCHREDEN. pk -4-5,5-7,5-0 KW 2,2--4-5,5-7,5 MINIMUMNIVEAU BIJ UITGESCHAKELDE MACHINE MAXIMUMNIVEAU BIJ UITGESCHAKELDE MACHINE 28 - Uitgave 08/20 Code

29 20. DRAAIRICHTING VAN COMPRESSOR CONTROLEREN EN OPSTARTEN - Controleer of alle beschermplaten zijn aangebracht. - Zet spanning op het bedieningspaneel door de automatische differentiaalschakelaar te bedienen, pos., afb Start de compressor door de keuzeschakelaar op I te zetten, pos. 2, afb. 24, en na seconde de compressor te stoppen door de scheidingsschakelaar op OFF te zetten, pos. 2a, afb Als de draairichting goed is, wordt het papier, pos., omhoog geblazen (zie afb. A). - Als de draairichting niet goed is, blijft het papier plat liggen (zie afb. B), FASE NIET GOED ALLE WERKZAAMHEDEN AAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE, HOE GERING OOK, MOETEN DOOR VAKKUNDIG GESCHOOLD PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD. - Koppel de stroomtoevoer af en wissel twee aansluitingen volgens pos., afb. B, om. HET WORDT AFGERADEN IETS OP HET MACHINEPANEEL TE WIJZIGEN. ALS ALLE INSTRUCTIES IN DEZE HANDLEIDING ZIJN OPGEVOLGD, KAN DE MACHINE WORDEN GESTART. AFB. AFB. AFB. 24 2a 2 OK Deze kabels maken deel uit van de machine l~ 4 meter FASE NIET GOED Bescherm de voedingskabel met een geschikte buis. 2.0 GEWOON ALGEMEEN ONDERHOUD VEREIST GESCHOOLD PERSONEEL VÓÓR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUD MOET DE MACHINE VERPLICHT WORDEN GESTOPT EN VAN DE STROOMTOEVOER WORDEN AFGEKOPPELD. ONDERHOUDSSCHEMA Deze onderhoudsintervallen worden aanbevolen voor werkomgevingen die niet stoffig zijn en waar goed wordt geventileerd. In bijzonder stoffige omgevingen moet twee keer zo vaak worden gecontroleerd. Om de 24 bedrijfsuren Tap het condensaat uit de luchtketel af. Om de 50 bedrijfsuren Condensaat aftappen uit de olietank Olieniveau controleren Om de 500 uur Luchtaanzuigfilter reinigen Automatisch legen van condensaat controleren Condensorbatterij reinigen (op de droger, indien van toepassing) Vuilopvangfilter reinigen Riemspanning controleren Aanzuigfilter reinigen Om de 2000 uur Olie verversen Oliefilter vervangen Om de 4000 uur Het geribde oppervlak van de lucht-oliekoeler reinigen Oliescheidingsfilter vervangen LET OP: DE WERKZAAMHEDEN GEMARKEERD MET ZIJN OMSCHREVEN IN DEEL "A" VAN DEZE HANDLEIDING, HOOFDSTUK 5. Code Uitgave 08/20-29

30 22.0 OLIE VERVERSEN PAS OP: TEGELIJKERTIJD MOETEN HET OLIEFILTER EN HET LUCHTFILTER WORDEN VERVANGEN VÓÓR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUD MOET DE MACHINE VERPLICHT WORDEN GESTOPT EN VAN DE STROOMTOEVOER EN HET PERSLUCHTNET WORDEN AFGEKOPPELD. Het is belangrijk dat de olie van de compressor wordt ververst: als de lagers niet goed worden gesmeerd, zal de levensduur van de compressor slechts kort zijn. De olie moet worden ververst wanneer de machine nog warm is, dus onmiddellijk nadat de machine is stopgezet. Onderstaande aanbevelingen moeten nauwgezet worden opgevolgd. Na het aftappen van de oude olie uit de machine, pos., afb. 25: - Vul het oliespruitstuk, pos. 2, afb. 25, tot de markering. - Schenk een druppel olie in de inlaateenheid, zoals omschreven in hoofdstuk Breng alle beschermpanelen aan (paneel en voorplaat). - Start de compressor. - Stop de machine na circa minuut door de scheidingsschakelaar in stand OFF te draaien, pos., afb. 25. GA VERVOLGENS TE WERK ZOALS OMSCHREVEN IN HOOFDSTUK 5. pk 5-20 / KW -5 Olie 4 AFB HET MAXIMALE NIVEAU MAG NIET WORDEN OVERSCHREDEN. pk -4-5,5-7,5-0 KW 2,2--4-5,5-7,5 MINIMUMNIVEAU BIJ UITGESCHAKELDE MACHINE MAXIMUMNIVEAU BIJ UITGESCHAKELDE MACHINE DE OUDE OLIE MOET IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN WORDEN AFGEVOERD. OPMERKING OVER SMEERMIDDELEN Bij aflevering is de machine gevuld met olie. Van deze smeermiddelen is bewezen dat zij onder normale gebruiksomstandigheden uur mee kunnen. Echter, door de externe vervuilende stoffen die samen met de lucht in de compressor komen, is het raadzaam de olie met frequentere intervallen te verversen, zoals aangegeven op het schema voor routinematig onderhoud. Wanneer de compressor wordt gebruikt bij hoge temperaturen (continuwerking boven 90 C) of in bijzonder zware omstandigheden, wordt geadviseerd de olie met kortere intervallen te verversen dan de op het onderhoudsschema aanbevolen intervallen. NOOIT BIJVULLEN MET EEN ANDER TYPE OLIE 0 - Uitgave 08/20 Code

31 2.0 OLIESCHEIDINGSFILTER EN OLIEFILTER VERVANGEN VÓÓR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUD MOET DE MACHINE VERPLICHT WORDEN GESTOPT EN VAN DE STROOMTOEVOER EN HET PERSLUCHTNET WORDEN AFGEKOPPELD. CONTROLEER OF ER GEEN DRUK OP DE MACHINE STAAT. LET OP WANNEER DE MACHINE WORDT UITGESCHAKELD, WORDT DE INTERNE DRUK NA CIRCA 0 SECONDEN AUTOMATISCH AFGEBOUWD. Ga als volgt te werk: - Verwijder het oliescheidingsfilter, pos., en oliefilter, pos. 4, afb Breng een klein beetje olie aan op de filterafdichtingen voordat u ze aanbrengt. - Draai de filters met de hand vast. 4 AFB RIEMSPANNING VÓÓR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUD MOET DE MACHINE VERPLICHT WORDEN GESTOPT EN VAN DE STROOMTOEVOER EN HET PERSLUCHTNET WORDEN AFGEKOPPELD. CONTROLEER OF ER GEEN DRUK OP DE MACHINE STAAT. Spannen of herspannen van nieuwe riemen Ga als volgt te werk: - Open de voorplaat, pos., afb. 27, met de speciale sleutel. - Schroef de schroeven, pos., afb Verwijder de vaste veiligheidsvoorzieningen, pos. 0 afb Draai de schroeven een halve slag los, pos. 5, afb Stel de riemspanning af door de schroef, pos. 6, afb. 27, met een inbussleutel te draaien. - Draai de schroeven weer vast, pos. 5 ( ), afb Wanneer halverwege de riem tussen de riemschijven een kracht van 5 kgwordt uitgeoefend en de riem circa 6 mm uitbuigt, dan is de spanning goed(zie afb. A). - Breng de vaste veiligheidsvoorzieningen, pos. 0, afb. 27, weer aan met de juiste borgschroeven. - Sluit de plaat, pos., afb RIEM VERVANGEN VÓÓR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUD MOET DE MACHINE VERPLICHT WORDEN GESTOPT EN VAN DE STROOMTOEVOER EN HET PERSLUCHTNET WORDEN AFGEKOPPELD. CONTROLEER OF ER GEEN DRUK OP DE MACHINE STAAT. Ga als volgt te werk: - Open de voorplaat, pos., afb. 27, met de speciale sleutel. - Schroef de schroeven, pos., afb Verwijder de vaste veiligheidsvoorzieningen, pos. 0 afb Draai de schroeven een halve slag los, pos. 5, afb Haal de spanning van de riem door de schroef, pos. 6, afb. 27, los te draaien. - Schroef de schroeven, pos. 7, afb. 27, los en verwijder de ring, pos Demonteer en verwijder de riem, pos. 9, vanuit de ventilatoropening, en breng de nieuwe riem aan door de instructies in omgekeerde volgorde uit te voeren. - Stel de riemspanning in zoals omschreven in hoofdstuk Breng de ring weer aan, pos. 8, afb Breng de permanente afschermplaten, pos. 0, afb. 27, weer aan met de speciale borgschroeven. - Sluit de plaat, pos., afb. 27. Code Uitgave 08/20 -

32 AFB Afb. A pk -4-5,5-7,5-0 / kw 2,2--4-5,5-7,5 ( ) Aanhaalmoment = 25 N m ( ) pk 5-20 / kw -5 Aanhaalmoment = 0 N m 6 mm F = 5 kg, kracht die op de hartlijn moet worden uitgeoefend, in een rechte hoek met de nieuwe riem. 2 - f = 6 mm, speling na toepassing van F. (na 00 uur bedrijf F = kg.) 2 - Uitgave 08/20 Code

33 26.0 HYDRAULISCH SCHEMA (pk -4-5,5-7,5 / kw 2,2--4-5,5) STANDAARD- LUCHTINHOUD GEEN DROGER 20 STANDAARD- LUCHTINHOUD MET DROGER LUCHTCIRCUIT OLIECIRCUIT REGELCIRCUIT AANZUIGFILTER MINIMUMDRUKKLEP 2 AANZUIGREGELAAR 2 LUCHT-OLIESCHEIDER SCHROEFCOMPRESSOR LUCHTKETEL 4 OLIEAFVOERKLEP 4 VEILIGHEIDSKLEP 5 OLIESPRUITSTUK 5 OLIETEMPERATUURBEVEILIGING 6 OLIEFILTER 6 ELEKTROMOTOR 7 THERMOSTAATKLEP 7 MAGNEETKLEP 8 LUCHT-OLIEKOELER 8 OLIENIVEAU 9 LUCHTDRUKSCHAKELAAR 9 KLEP VAN CONDENSAATAFTAP 0 MANOMETER 20 DROGER Code Uitgave 08/20 -

34 26. HYDRAULISCH SCHEMA (pk / kw 7,5--5) STANDAARD- LUCHTINHOUD GEEN DROGER 2 STANDAARD- LUCHTINHOUD MET DROGER LUCHTCIRCUIT OLIECIRCUIT REGELCIRCUIT AANZUIGFILTER LUCHTKETEL 2 AANZUIGREGELAAR 4 VEILIGHEIDSKLEP SCHROEFCOMPRESSOR 5 OLIETEMPERATUURBEVEILIGING 4 OLIEAFVOERKLEP 6 ELEKTROMOTOR 5 OLIESPRUITSTUK 7 ELEKTROMAGNETISCHE KLEP, ONBELAST BEDRIJF 6 OLIEFILTER 8 OLIENIVEAU 7 THERMOSTAATKLEP 9 KLEP VAN CONDENSAATAFTAP 8 LUCHT-OLIEKOELER 20 ELEKTROMAGNETISCHE ONTLUCHTINGSKLEP 9 LUCHTDRUKSCHAKELAAR 2 VUILVANGER 0 MANOMETER 22 ELEKTROMAGNETISCHE KLEP VAN CONDENSAATAFTAP MINIMUMDRUKKLEP 2 DROGER 2 LUCHT-OLIESCHEIDER 4 - Uitgave 08/20 Code

35 27.0 KALIBRATIES VOOR DROGER OMLOOPKLEP VOOR HEET GAS LET OP Deze kleppen zijn al gekalibreerd en hoeven niet te worden afgesteld. Een dauwpunt dat afwijkt van het nominale dauwpunt wordt meestal veroorzaakt door zaken die losstaan van de werking van de compressor. ) Afsluitdop 2) Stelschroef WERKDRUK EN -TEMPERATUUR VAN R4a Verdamp. temp. C AANZUIGZIJDE VAN KOELCOMPRESSOR Verdamp. druk (bar) 2 NOMINALE WAARDE (Temp. 20 C) 2 R4A 2, 2, 27. STROMINGSSCHEMA VAN DE DROGER LUCHTUITLAAT LUCHTINLAAT CONDENSAATAFTAP KOELCOMPRESSOR 8 KOELVLOEISTOFFILTER 2 FREON-CONDENSOR 9 OMLOOPKLEP VOOR HEET GAS MOTORVENTILATOR 0 LUCHT/LUCHTWISSELAAR 4 VERDAMPER DAUWPUNTTHERMOMETER 5 GASAFSCHEIDER, CONDENSAATSCHEIDER 2 DRUKSCHAKELAAR VENTILATOR 6 VUILOPVANGER MAGNEETKLEP CONDENSAATAFTAP 7 CAPILLAIRE BUIS VOOR UITZETTING 27.2 STROMINGSSCHEMA VAN DE COMPRESSOR STANDAARD-LUCHTINHOUD STANDAARD- LUCHTINHOUD GEEN DROGER MET DROGER STANDAARD- LUCHTINHOUD SCHROEFCOMPRESSOR KLEP VAN CONDENSAATAFTAP 2 LUCHTKETEL 4 DROGER Code Uitgave 08/20-5

36 6 - Uitgave 08/20 Code