Examenprocedure, examenreglement Zwemmend Redden Strand, brevetten en lagere diploma's. Examenreglement Varend Redden, brevetten en lagere diploma's

Transcriptie

1 Hoofdstukindeling Hoofdstuk 1 Algemeen Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Examenprocedure, examenreglement Zwemmend Redden Binnenwater, brevetten, lagere diploma's en certificaten Examenprocedure, examenreglement Zwemmend Redden Strand, brevetten en lagere diploma's Examenreglement Varend Redden, brevetten en lagere diploma's Hoofdstuk 5 Examenreglement Hogere Bondsopleidingen Hoofdstuk 6 Technische officials Inhoud hoofdstuk 6: Blz. 1 Inhoudsopgave 2 Vaststelling 2 Onderscheid technische officials 2 Technische bondsofficials 2 Examenofficials 2 Examenofficials zwemmend redden 3 Examenofficials varend redden 3 Examenofficials hogere bondsopleidingen 4 Docenten hogere bondsopleidingen 5 Aanmelding, benoeming en beëindiging officialschap 8 Licentieregeling E006 V Hoofdstuk 6 bladzijde 1

2 Dit reglement werd op grond van artikel 23 van het huishoudelijk reglement van de KNBRD vastgesteld door het Bondsbestuur op 26 september Artikel 6.1 Technische officials worden onderscheiden in: - examenofficials - wedstrijdofficials (zie WR) - docenten hogere bondsopleidingen Artikel 6.2 Technische bondsofficials Uitsluitend leden van bij de KNBRD aangesloten reddingsbrigades kunnen als bondsofficial worden benoemd. De benoeming vindt plaats door het Bondsbestuur, op voordracht van de Commissaris(sen) officialzaken voor een bepaalde tijd. Besluit het Bondsbestuur tot benoeming, dan wordt deze beslissing ter kennis gebracht van de betrokkene, de Commissaris(sen) officialzaken, het betreffende brigadebestuur en de betrokken bondscommissie(s). Besluit het Bondsbestuur in afwijking van de aanmelding, dan wordt de beslissing met redenen omkleed ter kennis gebracht van de betrokkene en de Commissaris(sen) officialzaken. Voor herbenoeming worden nadere regels gesteld door het Bondsbestuur op voorstel van de Commissie Opleidingen. Artikel 6.3 Examenofficials Onderscheiden worden: a. examenofficials zwemmend redden, b. examenofficials varend redden en c. examenofficials hogere bondsopleidingen A. Examenofficials zwemmend redden Deze worden onderscheiden naar bevoegdheid voor het afnemen van de examens voor de lagere diploma's en brevetten zwemmend redden: Z-1 examinator brevetten 3, 4, 5 en 6; Z-2 examinator diploma A en B en toezichthouder voor de zwembrevetten a en b en de brevetten 1 en 2 binnen het verband van een examencommissie; Z-T toezichthouder voor de zwembrevetten a en b alsmede de brevetten 1 en 2 buiten het verband van een examencommissie. Er zijn nog officials met bevoegdheid Z-T, maar het is niet meer mogelijk om de bevoegdheid Z-T nog te halen; Z-S examinator brevet strandwacht en strandwachtdiploma's A en B; Z-V-b voorzitter van een examencommissie voor brevetten en lagere diploma's zwemmend redden binnenwater; Z-V-s voorzitter van een examencommissie voor brevetten en lagere diploma's zwemmend redden strandwacht. E006 V hoofdstuk 6 bladzijde 2

3 - Om voor de bevoegdheid Z-1 te worden voorgedragen, moet de aspirant-official tenminste 1 jaar in het bezit zijn van het diploma Zwemmend redden Instructeur A (ZIAb/ ZIAs). Voor die tijd kan de aanmeldingsprocedure niet worden gestart. - Om voor de bevoegdheid Z-2 te worden voorgedragen, moet de aspirant-official in het bezit zijn van het diploma Zwemmend redden Instructeur B binnenwater (ZIBb) en reeds in het bezit zijn van de bevoegdheid Z-1. - Om voor de bevoegdheid Z-S te worden voorgedragen, moet de aspirant-official in het bezit zijn van het diploma Zwemmend redden Instructeur A strand (ZIAs) of het diploma Zwemmend redden Instructeur B (ZIBs). Officials Z-S die zelf geen strandwachtdiploma B hebben, mogen niet optreden als examinator bij het strandwachtdiploma B. Hierop ziet de CZR-s toe. - Om voor de bevoegdheid Z-V-b te worden voorgedragen, moet de aspirant-official in het bezit zijn van de bevoegdheid Z-2. - Om voor de bevoegdheid Z-V-s te worden voorgedragen, moet de aspirant-official in het bezit zijn van de bevoegdheid Z-S. B. Examenofficials varend redden Deze worden onderscheiden naar bevoegdheid voor het afnemen van de examens voor de lagere diploma's en brevetten varend redden: V-1 Examinator KNBRD-brevet Bink en de KNBRD- diploma s Opstapper en Schipper binnen examenverband, Examenvoorzitter schriftelijke examens varend redden en aantekening snelle boot bij KNBRD-diploma Schipper. V-3 Examinator KNBRD-strandbrevet Bink en de KNBRD- stranddiploma s Opstapper en Schipper binnen examenverband, Examenvoorzitter schriftelijke examens varend redden en aantekening snelle boot bij KNBRD-stranddiploma Schipper. V-V Examenvoorzitter voor KNBRD- brevetten en lagere KNBRD- diploma s Varend Redden, zowel binnenwater als strand. - Om voor de bevoegdheid V-1 te worden voorgedragen, moet de aspirant-official in het bezit zijn van het KNBRD-diploma Varend redden Instructeur B binnenwater (VIBb). - Om voor de bevoegdheid V-3 te worden voorgedragen, moet de aspirant-official in het bezit zijn van het KNBRD-diploma Varend redden Instructeur B strand (VIBs). - Om voor de bevoegdheid V-V te worden voorgedragen, moet de aspirant-official in het bezit zijn van de bevoegdheid V-1 of V-3. C. Examenofficials hogere bondsopleidingen Deze worden onderscheiden naar bevoegdheid voor het afnemen van de examens van de hogere bondsopleidingen: E-1-vb KNBRD diploma Varend redden Instructeur A binnenwater E-1-vs KNBRD diploma Varend redden Instructeur A strand E-1-zb KNBRD diploma Zwemmend redden Instructeur A binnenwater E-1-zs KNBRD diploma Zwemmend redden Instructeur A strand E-2 KNBRD diploma Zwemmend redden Instructeur B binnenwater E-3 KNBRD diploma Zwemmend redden Instructeur B strand E-4 KNBRD diploma Varend redden Instructeur B binnenwater E-5 KNBRD diploma Varend redden Instructeur B strand E-V-v voorzitter van een examencommissie voor diploma s instructeur varend redden E-V-z voorzitter van een examencommissie voor diploma s instructeur zwemmend redden E006 V hoofdstuk 6 bladzijde 3

4 - Om voor de bevoegdheid E-1-vb/E-4 te kunnen worden voorgedragen, moet de aspirantofficial in het bezit zijn van het diploma Varend redden Instructeur B binnenwater. - Om voor de bevoegdheid E-1-vs/E-5 te kunnen worden voorgedragen, moet de aspirantofficial in het bezit zijn van het diploma Varend redden Instructeur B strand. - Om voor de bevoegdheid E-1-zb/E-2 te kunnen worden voorgedragen, moet de aspirantofficial in het bezit zijn van het diploma Zwemmend redden Instructeur B binnenwater. - Om voor de bevoegdheid E-1-zs/E-3 te kunnen worden voorgedragen, moet de aspirantofficial in het bezit zijn van het diploma Zwemmend redden Instructeur B strand. - Om voor de bevoegdheid E-V-v te kunnen worden voorgedragen, moet de aspirant-official in het bezit zijn van de bevoegdheid E-4. - Om voor de bevoegdheid E-V-z te kunnen worden voorgedragen, moet de aspirant-official in het bezit zijn van de bevoegdheid E-2. Ten aanzien van de benoemingsvolgorde geldt het volgende: - voor E-5 is eerst E-1-vs nodig, - voor E-4 is eerst E-1-vb nodig, - voor E-3 is eerst E-1-zs nodig, - voor E-2 is eerst E-1-zb nodig. Artikel 6.4 Docenten hogere bondsopleidingen Docenten hogere bondsopleidingen worden onderscheiden in: - docenten ten aanzien van het zwemmend redden en - docenten ten aanzien van het varend redden. Nader onderscheiden worden de bevoegdheden: D-1-vb Docent cursus KNBRD diploma Varend redden Instructeur A binnenwater D-1-vs Docent cursus KNBRD diploma Varend redden Instructeur A strand D-1-zb Docent cursus KNBRD diploma Zwemmend redden Instructeur A binnenwater D-1-zs Docent cursus KNBRD diploma Zwemmend redden Instructeur A strand D-2 Docent cursus KNBRD diploma Zwemmend redden Instructeur B binnenwater D-3 Docent cursus KNBRD diploma Zwemmend redden Instructeur B strand D-4 Docent cursus KNBRD diploma Varend redden Instructeur B binnenwater D-5 Docent cursus KNBRD diploma Varend redden Instructeur B strand - Om voor de bevoegdheden D-1-vb en D4 te kunnen worden voorgedragen moet de aspirantofficial in het bezit zijn van het diploma Varend redden Instructeur B binnenwater. - Om voor de bevoegdheid D-1-vs en D-5 te kunnen worden voorgedragen moet de aspirantofficial in het bezit zijn van het diploma Varend redden Instructeur B strand. - Om voor de bevoegdheid D-1-zb en D-2 te kunnen worden voorgedragen moet de aspirantofficial in het bezit zijn van het diploma Zwemmend redden Instructeur B binnenwater. - Om voor de bevoegdheid D-1-zs en D-3 te kunnen worden voorgedragen moet de aspirantofficial in het bezit zijn van het diploma Zwemmend redden Instructeur B strand. Ten aanzien van de benoemingsvolgorde geldt het volgende: - voor D-5 is eerst D-1-vs nodig, - voor D-4 is eerst D-1-vb nodig, - voor D-3 is eerst D-1-zs nodig, - voor D-2 is eerst D-1-zb nodig. Voor alle D- bevoegdheden geldt dat de aspirant-official eerst minimaal 2 jaar bij een aangestelde docent met de toepasselijke bevoegdheid stage heeft moeten lopen en een KNBRD docentenopleiding moet hebben gevolgd, alvorens de aanmeldingsprocedure voor de betreffende bevoegdheid kan worden gestart. E006 V hoofdstuk 6 bladzijde 4

5 Artikel 6.5 Aanmelding, benoeming en beëindiging officialschap Aanmeldingen voor de bevoegdheden Z-1 en Z-S kunnen slechts worden ingediend door: - de Commissie Zwemmend Redden strand, - de desbetreffende RAC, - het Brigadebestuur. Aanmeldingen voor de bevoegdheden Z-2, Z-V-b en Z-V-s kunnen slechts worden ingediend door: - de Commissie Zwemmend Redden strand, - de desbetreffende RAC. Aanmeldingen voor de bevoegdheden V-1 en V-3 kunnen slechts worden ingediend door: - de Commissie Varend Redden van de Bond. Aanmeldingen voor de bevoegdheden V-V kunnen slechts worden ingediend door: - de Commissie Varend Redden van de Bond. Aanmeldingen voor de bevoegdheden E-1-vb, E-1-vs, E-1-zb, E-1-zs, E-2, E-3, E-4, E-5, E-V-v en E-V-z kunnen slechts worden ingediend door: - de RAC. Aanmeldingen voor de bevoegdheden D-1-vb, D-1-vs, D-1-zb, D-1-zs, D-2, D-3, D-4 en D-5 kunnen slechts worden ingediend door: - de RAC. De aanmeldingen voor bevoegdheden met betrekking tot het technisch officialschap moeten worden ingediend bij de (betreffende) Commissaris Officialzaken van de Bond (COZ). Bij aanmelding van de aspirant-official dienen voor elke bevoegdheid vermeld te worden: - de naam van de aspirant-official, met voorletters, - het adres van betreffende aspirant-official, - van welke - bij de Bond aangesloten - brigade betrokkene lid is en - voor welke bevoegdheid betrokkene wordt voorgedragen. Na ontvangst van de aanmelding zal de commissaris officialzaken de aangemelde aspirant-official een formulier officialzaken 1 (O-1) toezenden met het verzoek om verdere persoonlijke gegevens van betrokkene te vermelden en het formulier retour te zenden. Tevens ontvangt betrokken aspirant-official een schrijven van de commissaris officialzaken, waarin de gang van zaken = procedure met betrekking tot de beoordeling en aanmelding wordt uiteengezet. Wanneer de benodigde gegevens bij de COZ bekend zijn, wordt de betreffende commissie gevraagd om bij bestaande behoefte de betrokkene uit te nodigen en te (doen) beoordelen. E006 V hoofdstuk 6 bladzijde 5

6 Voor de beoordelingen worden beoordelingsformulieren meegezonden naar de commissie c.q. RAC. E006 V hoofdstuk 6 bladzijde 6

7 Voor de bevoegdheden E, V en Z gaat het daarbij om 4 beoordelingsformulieren (B-O). Voor de bevoegdheden D gaat het daarbij om 4 beoordelingsformulieren (B-O-d). De beoordelingsformulieren dienen te worden ingevuld en ondertekend door een daartoe bevoegde beoordelaar en - tenminste voor gezien - door de betreffende aspirant-official. Voor verdere aanmelding geldt dat: a. Voor bevoegdheden E en Z zijn telkens 4 beoordelingen nodig, waarvan er tenminste 4 het oordeel "geschikt" aangeven. De 4 beoordelingen dienen door minstens 3 verschillende beoordelaars te zijn opgemaakt. Voor de bevoegdheden E-V-v en E-V-z zijn telkens 4 beoordelingen nodig, waarvan er tenminste 4 het oordeel "geschikt" aangeven. De 4 beoordelingen dienen door minstens 2 verschillende beoordelaars te zijn opgemaakt. Voor de bevoegdheden V zijn, in het geval de aspirant-official beschikt over één van de twee KNBRD- diploma s Varend Redden Instructeur B, telkens 4 beoordelingen nodig, waarvan tenminste 4 het oordeel "geschikt" aangeven. De 4 beoordelingen dienen door minstens 3 verschillende beoordelaars te zijn opgemaakt. In het geval de aspirant-official voor bevoegdheden V niet beschikt over één van de twee KNBRD- diploma s Varend Redden Instructeur B zijn telkens 8 beoordelingen nodig, waarvan telkens tenminste 8 het oordeel "geschikt" aangeven. De 4 beoordelingen dienen door minstens 4 verschillende beoordelaars te zijn opgemaakt. Voor de bevoegdheid V-V zijn telkens 4 beoordelingen nodig, waarvan er tenminste 4 het oordeel "geschikt" aangeven. De 4 beoordelingen dienen door minstens 2 verschillende beoordelaars te zijn opgemaakt. Voor de bevoegdheden Z-V-b en Z-V-s zijn telkens 4 beoordelingen nodig, waarvan er telkens tenminste 4 het oordeel "geschikt" aangeven. De 4 beoordelingen dienen door minstens 2 verschillende beoordelaars te zijn opgemaakt. b. Voor de bevoegdheden D zijn telkens 4 beoordelingen nodig, waarvan er tenminste 4 het oordeel "geschikt" aangeven. De 4 beoordelingen dienen door minstens 2 verschillende beoordelaars te zijn opgemaakt. c. Voor uitbreiding van een D en E bevoegdheid van dezelfde strekking, d.w.z. van D1zb naar D1zs, van D1vb naar D1vs, van E1zb naar E1zs en van E1vb naar E1vs, zijn telkens 2 beoordelingen nodig, waarvan er telkens 2 het oordeel "geschikt" aangeven. De 2 beoordelingen dienen door telkens 2 verschillende beoordeelaars te zijn opgemaakt. Alle beoordelingen dienen plaats te vinden binnen een periode van 3 jaar, gerekend vanaf de eerste beoordeling, tenzij de betreffende aspirant-official niet voor voldoende examens is uitgenodigd. Indien een beoordeling "ongeschikt" aangeeft, vervallen alle daaraan voorafgaande beoordelingen. Bij wederom een beoordeling "ongeschikt" wordt de betreffende aspirant-official definitief van het officialschap uitgesloten waarvoor hij/ zij werd beoordeeld. Per dagdeel (ochtend/ middag/ avond) mag ten hoogste één beoordeling plaatsvinden. Aspirant officials Z-1 en Z-2 mogen alleen worden beoordeeld in het Rayon, waar ze lid zijn van een brigade. Bij lidmaatschap van meerdere brigades geldt de plaats waar men woont of in de directe omgeving daarvan. Wanneer het vereiste aantal beoordelingen heeft plaatsgevonden zoals eerder aangegeven wordt het formulier O-1 verder ingevuld en ondertekend door de voorzitter van de betreffende commissie en gezonden aan de COZ (de beoordelingsformulieren worden meegezonden). E006 V hoofdstuk 6 bladzijde 7

8 De uiteindelijke voordrachten dienen te worden ondertekend op het formulier O-1: - voor de Z- bevoegdheden door de rayon- administrateur of de voorzitter van de Commissie Zwemmend Redden strand, - voor de V- bevoegdheden door de voorzitter van de Commissie Varend Redden - voor de D- en E- bevoegdheden 1 tot en met 5 door de rayonvertegenwoordiger hogere bondsopleidingen, - Bij ontstentenis van 1 van de genoemde functionarissen treedt de portefeuillehouder opleidingen in zijn/ haar plaats. De Commissaris Officialzaken controleert of de beoordelingsprocedure volgens de regels is geschied. Wanneer de beoordeling gunstig is wordt de betrokkene door de COZ voor benoeming voorgedragen bij het Bondsbestuur. Wanneer de beoordeling ongunstig is, worden de betrokkene, de betreffende Bondscommissie(s) en/of het betreffende Brigadebestuur daarvan in kennis gesteld door de COZ. De COZ verzendt het formulier O-1 van de als geschikt beoordeelde aspirant-official aan het Bondsbestuur met het verzoek om benoeming. De official in functie: Van de official, die namens de Bond optreedt, wordt verwacht dat deze: - bekend is met de taak waarvoor deze staat, - bedoelde taak naar behoren vervult, - door eigen doen en laten de naam van de Bond niet schaadt, - zo goed mogelijk samenwerkt met de andere bondsofficials, met inachtneming van ieders verantwoordelijkheid en - de Bond zo goed mogelijk vertegenwoordigt in representatieve neutrale kleding, waaruit niet valt af te leiden van welke brigade de official lid is. Tevens draagt de official zijn naambadge op een duidelijk zichtbare plaats. Officials en aspirant-officials kunnen niet ten aanzien van hetzelfde evenement of examen deelnemen als deelnemer respectievelijk als kandidaat. Officials mogen examineren in een ander Rayon dan waar men lid is van een brigade. Dit dient dat wel via de eigen Rayon- administrateur te worden geregeld. Uitgangspunt bij het oproepen van de officials is het gebruiken van gezond verstand t.a.v. de reisafstanden. Uit kostenbesparende overwegingen kan en mag een Rayon- administrateur examinatoren uit een ander Rayon halen om te examineren. Handhaving c.q. beëindigen officialschap: De toegekende bevoegdheden vervallen automatisch als de betrokkene ophoudt bondslid te zijn. De toegekende bevoegdheden kunnen door het Bondsbestuur worden ingetrokken wanneer betrokkene daarom verzoekt. De toegekende bevoegdheden kunnen door het Bondsbestuur worden ingetrokken wanneer betrokkene als bondsofficial disfunctioneert; dit ter beoordeling van het Bondsbestuur, gelet op het schriftelijk advies van de Commissie Opleidingen. Aan de hand van de presentiestaten en het functioneren van officials wordt ieder jaar in de maand november door de RAC s, CZR-s en CVR advies uitgebracht aan de COZ omtrent handhaving van het officialschap van de onderhavige bondsofficials. Een voorstel tot intrekking van de verleende bevoegdheid/ bevoegdheden wordt door de COZ bij het Bondsbestuur ingediend. E006 V hoofdstuk 6 bladzijde 8

9 Artikel 6.6 Licentieregeling Waar in artikel 6.5 gesproken wordt over de handhaving van bondsofficials geldt als nadere regeling het volgende: Officials met een Z, V, E of D bevoegdheid, kunnen worden gehandhaafd, indien zij voldoen aan de hierna te stellen 2 eisen ten aanzien van ervaring en nascholing: - als criterium voor ervaring wordt gesteld dat de official over telkens 3 jaren tenminste elk van zijn bevoegdheden minstens één keer moet hebben uitgeoefend en - als criterium voor nascholing wordt gesteld dat de official over telkens 3 jaren tenminste één maal actief moet hebben deelgenomen aan de activiteiten van nascholing ten aanzien van de betreffende bevoegdheid. - als in enig jaar de official niet in de gelegenheid wordt gesteld om een bepaalde bevoegdheid uit te oefenen, dan wordt de official geacht dat jaar aan het criterium te hebben voldaan. De bovengenoemde criteria met betrekking tot de ervaring staan onder toezicht van de RAC, CZR-s, CVR en COZ. De bovengenoemde criteria met betrekking tot de nascholing staan onder toezicht van de RAC, CZR-s en de CVR welke de activiteiten van nascholing zullen (doen) verzorgen. Jaarlijks brengen de betreffende commissies voor de maand november schriftelijk verslag uit van het voorgaande aan de COZ. Officials met bevoegdheden met de aanduiding D kunnen worden gehandhaafd, indien zij voldoen aan de hierna te stellen twee eisen ten aanzien van ervaring en nascholing: - als criterium voor ervaring wordt gesteld dat de official over telkens 3 jaren tenminste een aanzienlijk cursusdeel respectievelijk minimaal 20 klokuren de betreffende bevoegdheid als docent moet hebben uitgeoefend en - als criterium voor nascholing wordt gesteld dat de official over telkens 3 jaren tenminste een dag respectievelijk minimaal 5 klokuren actief moet hebben deelgenomen aan de activiteiten van door of namens de RAC georganiseerde nascholing ten aanzien van de betreffende bevoegdheid. De bovengenoemde criteria met betrekking tot de ervaring en tot de nascholing staan onder toezicht van de RAC, waarbij de RAC de activiteiten van nascholing zal (doen) verzorgen. Jaarlijks brengen de RAC s voor de maand november schriftelijk verslag uit van het voorgaande aan de COZ. Officials met bevoegdheden met de aanduiding E kunnen worden gehandhaafd indien zij voldoen aan de hierna te stellen twee eisen ten aanzien van ervaring en nascholing: - als criterium voor ervaring wordt gesteld dat de official voor telkens 3 jaren tenminste een aanzienlijk deel van een examen respectievelijk minimaal 5 klokuren de betreffende bevoegdheid als examinator moet hebben uitgeoefend en - als criterium voor nascholing wordt gesteld dat de official over telkens 3 jaren tenminste een dag respectievelijk minimaal 5 klokuren actief moet hebben deelgenomen aan de door of namens de RAC georganiseerde activiteiten van nascholing ten aanzien van de betreffende bevoegdheid. De bovengenoemde criteria met betrekking tot de ervaring en tot de nascholing staan onder toezicht van de RAC, waarbij de RAC de activiteiten van nascholing zal (doen) verzorgen. Jaarlijks brengen de RAC s voor de maand november schriftelijk verslag uit van het voorgaande aan de COZ. Op de bepalingen in dit artikel kunnen ontheffingen worden verleend door de desbetreffende commissies in overleg met de COZ, indien: - de official niet voor een cursus c.q. examen is uitgenodigd en/of gewichtige omstandigheden hem/haar hebben verhinderd aan een dergelijke activiteit deel te nemen. E006 V hoofdstuk 6 bladzijde 9