Onderzoek AMK Helmond

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek AMK Helmond"

Transcriptie

1 Onderzoek AMK Helmond Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2005

2 2

3 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 - Aanleiding... 7 Indeling van het rapport... 7 Hoofdstuk 2 - Probleemstelling onderzoek... 9 Probleemstelling onderzoek... 9 Onderzoeksvragen... 9 Doel van het onderzoek... 9 De resultaten Hoofdstuk 3 - Uitvoering onderzoek Werkwijze Bronnen Normen Afspraken over handhaving Hoofdstuk 4 - Onderzoeksresultaten Inleiding De eerste inschatting Het (voor)onderzoek Het vervolg Interne aansturing door het AMK Hoofdstuk 5 - Analyse en beoordeling Algemeen De eerste inschatting: advies of melding Het (voor)onderzoek Het vervolg Algemeen beeld van het procesverloop Aanbevelingen Bijlage 1 - Toetsingskader toezicht AMK

4 4

5 Samenvatting Het AMK in Helmond doet waarvoor het is opgericht: het neemt de meldingen over kindermishandeling aan, schat in of het bij een advies moet blijven of dat er een onderzoek moet komen en zorgt dat er na het onderzoek een vervolg komt bij de Raad voor de Kinderbescherming of een hulpverleninginstelling. Het kan de interne kwaliteit verbeteren door concreter te zijn in oordelen en uitspraken en door meer planmatig en doelgericht te werk te gaan. Hiervoor zijn de sturingsinstrumenten al wel aanwezig, maar ze worden nog niet optimaal benut. Het AMK kan ook een bijdrage leveren aan de ketenkwaliteit door beter met instellingen die melden of die informatie geven over wat hen bekend is over de kindermishandelingssituatie af te stemmen hoe men beter aan elkaars verwachtingen kan voldoen. Ten slotte is het van belang dat Bureau jeugdzorg Noord-Brabant de provincie op de hoogte houdt van eventuele knelpunten en risico s die worden veroorzaakt door wachttijden bij het AMK zelf en bij de ketenpartners. 5

6 6

7 Hoofdstuk 1 - Aanleiding Maatschappelijk staat het verschijnsel kindermishandeling en de vraag hoe dit voorkomen kan worden, dan wel zo snel mogelijk aangepakt, in de belangstelling. Het AMK speelt een belangrijke rol in de aanpak van kindermishandeling. De rol van het AMK is geregeld in de Wet op de Jeugdhulpverlening en in de opvolgende Wet op de Jeugdzorg, die per in werking is getreden. In de wetgeving wordt tot uitdrukking gebracht hoe in de maatschappij wordt gedacht over kindermishandeling: als er sprake is van kindermishandeling dan moet de kindermishandeling zo spoedig mogelijk stoppen. Er zijn echter aanwijzingen dat dit proces in de praktijk niet zo soepel verloopt als gewenst. Er zijn wachtlijsten bij de start, stagnaties tussendoor en onduidelijkheden bij de overdracht. Er zijn verontrustende berichten over in de pers, klagers geven er bij de Inspectie jeugdzorg signalen over af, er is rapportage over de wachtlijsten en de inspectie heeft in meerdere malen bij calamiteitenonderzoek tekortkomingen geconstateerd. Dat het bij de cliënten van het AMK om een kwetsbare groep gaat die bij een niet goed lopend proces veel risico loopt, bleek ook uit de risicoanalyse van de inspectie. De aanwijzingen dat een aantal mishandelde kinderen ondanks de aanmelding bij het AMK niet op tijd de benodigde zorg krijgen, maken dat de inspectie onderzoek wil doen bij de AMK s. Ook het ministerie van VWS wilde een onderzoek. Het ministerie vond het belangrijk om aan het begin van het inwerkingtreden van de Wet op de jeugdzorg te onderzoeken hoe de AMK s in de praktijk te werk gaan. Het is belangrijk dat meldingen van kindermishandeling overal in Nederland op dezelfde manier worden behandeld. De inspectie heeft met het ministerie afgesproken dat de inspectie haar onderzoek doet in 2004 voor het inwerkingtreden van de Wet op de jeugdzorg. Indeling van het rapport In Hoofdstuk 2 staat de probleemstelling bij het onderzoek omschreven. In dit hoofdstuk wordt ook nader ingegaan op de onderzoeksvragen en het doel van het onderzoek. Hoofdstuk 3 bevat informatie over de uitvoering van het onderzoek. Dit beschrijft de gehanteerde werkwijze, de gebruikte bronnen, de normen en de afspraken over handhaving. De resultaten van het onderzoek bij het AMK in Helmond staan in Hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk vindt u de informatie die werd verkregen van de medewerkers en uit de dossiers. Daarbij wordt als fasering in het proces een onderscheid gemaakt tussen de inschatting van de ernst van de situatie bij het eerste contact, het (voor)onderzoek en het vervolg daarvan. In Hoofdstuk 5 staan de analyse en de beoordeling van de resultaten. 7

8 Hoofdstuk 6 gaat over de aanbevelingen die de Inspectie Jeugdzorg doet op basis van haar bevindingen. In een bijlage vindt u het toetsingskader dat de inspectie bij het onderzoek heeft gehanteerd. 8

9 Hoofdstuk 2 - Probleemstelling onderzoek Probleemstelling onderzoek Mishandelde kinderen die bij het AMK zijn aangemeld krijgen niet in alle gevallen tijdig de benodigde zorg. De aanwijzingen dat een aantal mishandelde kinderen ondanks de aanmelding bij het AMK niet op tijd de benodigde zorg krijgen, maken dat de inspectie onderzoek wil doen bij de AMK s. Een goed functionerend AMK is één van de voorwaarden om te komen tot de benodigde zorg. In verband daarmee wil de inspectie onderzoeken hoe de kwaliteit van het primaire proces van het AMK is vanaf het eerste contact met het AMK (de start) tot het op gang brengen van de hulp aan het kind (het vervolg). De inspectie wil ook weten of er op vergelijkbare wijze wordt gewerkt. Kan de cliënt steeds (binnen ieder AMK en tussen de afzonderlijke AMK s) dezelfde kwaliteit verwachten? Onderzoeksvragen Wat is de kwaliteit van het primaire proces van het AMK en wordt er landelijk bij de AMK s op dezelfde manier gewerkt? Wat is de kwaliteit van de start van het primaire proces (eerste contact: advies, consult en melding) Wat is de kwaliteit van het onderzoeksproces Wat is de kwaliteit van het vervolg (verwijzing naar hulpverleners en naar de Raad voor de Kinderbescherming) De inspectie verstaat onder een goede proceskwaliteit dat er procesregels en inhoudelijke criteria zijn, dat de medewerkers daarvan kennis hebben en ze zo toepassen dat het helder en te volgen is en dat er interne controle is. De inspectie beperkt zich bij haar vraagstelling tot het Toetsingskader toezicht AMK (zie bijlage). Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is een beeld te geven van de gang van zaken bij het AMK in de praktijk. Het ministerie van VWS wil weten of de AMK s zich houden aan de formele regels, maar ook of zij in staat zijn de risico s gedurende hun primaire proces te herkennen, ondervangen en zonodig door te verwijzen. 9

10 De resultaten In dit rapport doet de inspectie verslag van het onderzoek. Op basis van de bevindingen trekt de inspectie conclusies en doet zo nodig aanbevelingen om verbeteringen aan te brengen. Het onderzoek wordt uitgevoerd bij alle AMK s. Het vastgestelde instellingsrapport zendt de inspectie aan het betreffende AMK en aan de betrokken provincie/grootstedelijke regio 1. In een landelijk rapport zal de inspectie de stand van zaken bij alle AMK s in Nederland weergeven. Het ministerie van VWS krijgt daardoor informatie die zij nodig heeft om te bepalen of deze sector extra sturing nodig heeft. Ook in het landelijke rapport zullen aanbevelingen gedaan worden. 1 Waar in het rapport gesproken wordt van provincie, kan ook sprake zijn van een grootstedelijke regio 10

11 Hoofdstuk 3 - Uitvoering onderzoek Werkwijze De inspectie heeft een projectplan en een toetsingskader opgesteld, waarover zij overleg heeft gevoerd met het ministerie van VWS. De AMK s, de provincies en het ministerie van Justitie zijn geïnformeerd over het onderzoek en de normen die de inspectie hanteert. De inspectie heeft iedere provincie/grootstedelijke regio gevraagd of zij voorafgaand aan het onderzoek bereid is te verklaren dat zij maatregelen zal nemen wanneer de uitkomsten van het rapport daartoe aanleiding geven. De inspectie maakt gebruik van dossieronderzoek en informatie van de medewerkers van het AMK. Deze laatstgenoemde informatie werd verkregen via: - Een vragenlijst met voorgestructureerde vragen, door de inspectie uitgereikt en ingevuld terugontvangen van drie medewerkers van het AMK, en daarna - een groepsinterview met open vragen, te houden onder dezelfde drie medewerkers. Bronnen In dit onderzoek zijn dossieronderzoek en interviews met medewerkers de bronnen. De inspectie heeft besloten geen beleidsonderzoek te doen, nadat bij een pilotonderzoek bleek dat voor beleid veelal werd verwezen naar het handelen bij vermoedens van kindermishandeling in relaties van afhankelijkheid en onvrijheid. Dit protocol heeft de inspectie als sectornorm meegenomen in haar toetsingskader. Apart beleidsonderzoek leek niet voldoende meerwaarde te hebben. Bovendien komt het onderzoek voort uit de behoefte aan informatie over de gang van zaken in de praktijk. Dossieronderzoek, gecombineerd met interviews, kan in deze informatie voorzien. De informatie van de medewerkers laat zien of zij weten hoe zij te werk moeten gaan; de dossiers geven inzicht in hoe de uitvoering van de werkzaamheden plaatsvindt en wordt vastgelegd. De vragen aan de medewerkers zijn gebaseerd op het toetsingskader. In het onderzoek worden geen cliënten betrokken. Het primaire proces bij het AMK kent diverse soorten cliënten, zoals daar zijn de melder, het betrokken kind, het gezinsverband waartoe het kind behoort. Het onderzoek is bedoeld om het primaire proces bij de AMK s in beeld te brengen. De vraag hoe dit primaire proces in de praktijk wordt ervaren door de cliënten is een verdieping van de vraag naar kwaliteit. Voor deze verdieping is in dit onderzoek niet gekozen. De gevallen waarbij snel blijkt dat iemand helemaal niet bij het AMK moet zijn, wil de inspectie hier buiten beschouwing laten en zich richten op die gevallen waarin er wel een actie van het AMK volgt. 11

12 Normen De inspectie heeft een toetsingskader opgesteld (zie bijlage). Hierin komen aan de orde: - eisen uit wet- en regelgeving; - eisen die de sector zelf heeft geformuleerd in het door haar opgestelde protocol van handelen bij vermoedens van kindermishandeling in relaties van onafhankelijkheid en onvrijheid; - hoe de inspectie deze eisen interpreteert, dus wat de cliënt volgens de inspectie op basis van deze eisen mag verwachten; - wat de inspectie in de dossiers van het AMK verwacht aan te treffen. Afspraken over handhaving De inspectie heeft haar plan en toetsingskader aan de provincie Noord-Brabant voorgelegd met de vraag of zij voorafgaand aan het onderzoek bereid is te verklaren dat zij maatregelen zal nemen wanneer de uitkomsten van het rapport daartoe aanleiding geven. De provincie verklaarde hierover dat zij, zoals bij elk onderzoek van de inspectie, afhankelijk van de uitkomsten de noodzakelijke afspraken zal maken met de betrokken instellingen. 12

13 Hoofdstuk 4 - Onderzoeksresultaten Inleiding De inspectie heeft in februari 2005 bij het AMK in Helmond 25 dossiers onderzocht. Het betrof dossiers die in 2004 of begin 2005 waren afgehandeld. Vijf dossiers betroffen een advies of consult, vijf een melding en vijf een onderzoek na een melding. Van vijf dossiers waarin werd doorverwezen naar bureau jeugdzorg heeft de inspectie de bijbehorende dossiers van het bureau jeugdzorg eveneens bekeken. De laatste vijf betroffen doorgeleiding van meldingen naar de Raad voor de Kinderbescherming. Ook heeft de inspectie drie medewerkers van het AMK ondervraagd. Dit gebeurde door middel van vragenlijsten met voorgestructureerde vragen en meerkeuze-antwoorden en een groepsinterview met drie medewerkers, waarbij open vragen gesteld zijn. 1. De eerste inschatting 1.1 Criteria bij het eerste contact Informatie van de medewerkers Voor het eerste contact met de melder beschikt het AMK in Helmond over criteria voor de inschatting van de risico s van de gemelde situatie. Er is een boekje met behulp waarvan de signalen over kindermishandeling beoordeeld kunnen worden op de ernst ervan en een signalenlijst kindermishandeling. De medewerkers geven aan dat ze deze hulpmiddelen naarmate hun ervaring groeit minder vaak nodig hebben omdat het tot het vaste referentiekader is gaan behoren. Ze geven aan dat het daarnaast van belang is om persoonlijk de situatie in de context in te schatten. Voor het bepalen van de mogelijkheden van de melder om zelf adequaat te handelen in de gemelde situatie zijn geen uitgesproken criteria, maar alle drie de medewerkers geven aan dat ze in de praktijk toch criteria hebben ontwikkeld om een juiste inschatting kunnen maken. Enkele van de door hen gehanteerde criteria worden expliciet genoemd. Ze geven aan dat het van belang is om elke situatie afzonderlijk te beoordelen en twee van hen zeggen dat het ook goed is om er rechtstreeks naar te vragen. Informatie uit de dossiers In de dossiers was niet altijd te zien in hoeverre de medewerkers tijdens het gesprek gebruik maakten van de criteria. De verslagen van het eerste gesprek hadden een wisselende inhoud en het was niet altijd te zien of de medewerker altijd alle onderwerpen aan de orde stelde. Afwegingen over waarom dingen soms wel, soms niet in KITS worden opgenomen, waren niet zichtbaar. 13

14 1.2 Advies/consult Informatie van de medewerkers Alle drie medewerkers raden de melder wel eens aan om een melding te doen wanneer hij eigenlijk alleen maar om een advies vraagt. De inschatting van het AMK is dan dat er omstandigheden zijn die een onderzoek van het AMK nodig maken. Bij deze overweging worden de eerder aangegeven criteria gehanteerd en wordt de melder uitvoerig uitgelegd welke motieven het AMK daarvoor heeft. Twee medewerkers zeggen dat dit bij professionals even vaak voorkomt als bij particuliere personen, de derde zegt dat het minder vaak voorkomt. Elke medewerker heeft een aantal vaste onderwerpen in zijn of haar hoofd bij een adviesgesprek. Twee maken standaard een verslag van het adviesgesprek, de derde geeft aan dat niet altijd standaard te doen omdat ze het door de werkdruk wel eens uitstelt totdat er meer tijd voor is. Er komt dan na 3 maanden een rappel van het secretariaat in verband met de urenregistratie en dan komt het verslag er toch nog. De drie medewerkers geven aan dat ze altijd afwegingen maken over de ernst van de situatie en de mogelijkheden van de melder om de zaak zelf aan te pakken. Een neemt ze altijd op in het verslag, de andere twee schrijven ze alleen op wanneer ze inschatten dat het niet helemaal duidelijk is en er mogelijk vragen overblijven. Het advies wordt altijd als zodanig herkenbaar opgenomen in het verslag van het adviesgesprek, evenals de afspraken. De medewerkers geven aan dat zij de melders altijd secuur uitleggen wat het verschil is tussen een advies en een melding, maar bij een eventueel vervolgcontact blijkt het onderscheid toch vaak verwaterd. Herhaling blijkt vaak nodig. Hetzelfde geldt voor de bewaartermijnen van gegevens. Gesprekken met professionals verlopen vaak wat gemakkelijker: je spreekt wat meer elkaars taal en professionals beschikken vaak ook over meer informatie. Soms zijn professionals niet professioneel: zij zijn dan moeilijk te bewegen tot het doen van een melding, terwijl de situatie daar wel naar is. Toevoeging van het AMK: De consulten worden in de intake besproken. Informatie uit de dossiers In KITS is in de onderzochte dossiers altijd te zien wie van het AMK de melding heeft aangenomen en dat de inhoud in een verslag is vastgelegd. Hierin is telkens de vermoedelijke kindermishandelingssituatie beschreven, de mogelijkheden en beperkingen van de adviesvrager om de situatie zelf aan te pakken en welk advies het AMK heeft gegeven. In drie dossiers heeft het AMK niet expliciet een eigen inschatting gemaakt van de ernst van de situatie voor de kinderen: het AMK geeft dan weer wat de melder heeft aangegeven en maakt niet zichtbaar eigen afwegingen. Als de inschatting wel is gemaakt dan wordt de uitspraak telkens gemotiveerd. 14

15 Vier van de vijf dossiers mondden uit in een consult. Hierin is te zien dat de betrokken medewerkers binnen 14 dagen na het adviesgesprek nog contacten hebben gehad met de adviesvrager. Drie keer staat in het verslag weergegeven hoe de consultvrager het heeft aangepakt en twee keer is te zien wat het resultaat hiervan was. Vier keer waren afspraken zichtbaar over de vervolgaanpak van de consultvrager en drie keer over vervolgoverleg tussen AMK en consultvrager, Drie keer waren hierbij adviezen van het AMK zichtbaar. Twee van de onderzochte dossiers in KITS zijn qua proces en inhoud goed te volgen: het is helder wie welke stappen gaat ondernemen, welk overleg daartoe gevoerd wordt en welke afwegingen worden gemaakt. Het is ook te zien dat wat het AMK doet tot een afronding komt die een eind moet maken aan de gemelde zorgelijke situatie en zorg op gang moet brengen of houden. Bij de drie andere is dat iets minder omdat er minder afwegingen te zien zijn en er geen eigen inschatting is weergegeven van het AMK over de ernst van de situatie. 1.3 Melding Informatie van de medewerkers Wanneer een melder expliciet aangeeft dat hij een melding wil doen zal het AMK altijd zelf beoordelen of een melding terecht is: dat behoort tot haar verantwoordelijkheid. Bij een melding maken twee van de drie medewerkers altijd afspraken met de melder, de derde geeft aan dat dit afhankelijk is van bijvoorbeeld of de melder anoniem wil blijven, of ter wille van de bescherming van de kinderen. Deze laatste medewerker zegt bij een open melding altijd het standpunt van het AMK terug te koppelen. De afspraken worden als zodanig herkenbaar vastgelegd in KITS, hoewel een medewerker dat nuanceert: Alleen als het afwijkt van de normale AMK-procedure. Ze maken altijd een verslag van het meldingsgesprek. Na het opnemen van een melding vindt altijd een intake-overleg plaats. Twee medewerkers zeggen dat dit altijd gebeurt binnen vijf werkdagen. De derde geeft aan dat het ook afhangt van de termijn waarop de melding is ingevoerd en van de urgentie: een minder ernstige situatie kan wel eens worden uitgesteld maar nooit langer dan 14 dagen. Het komt soms voor dat de intake een ander licht op de melding laat schijnen en besluit om de melding te downgraden omdat een andere weg beter lijkt. De gemaakte afwegingen om al dan niet tot een onderzoek over te gaan worden altijd in KITS genoteerd. Ook maakt het intaketeam volgens de medewerkers altijd een plan van aanpak. De betreffende medewerker maakt hiervoor een voorstel en het intaketeam beoordeelt dit en vult het zonodig aan. Het AMK maakt met de melder altijd de afspraak dat hij of zij wordt teruggebeld na een besluit van het AMK tot wel of geen onderzoek, waarbij een medewerker zegt dat zij dat niet doet wanneer de melder aangeeft dat niet te willen. 15

16 Het samenspel met het bureau jeugdzorg is pas op 1 januari begonnen en gaat nog verder vorm krijgen. Het AMK vraagt bij het eerste contact altijd of er al sprake is van hulpverlening. Wanneer er bij een melding aanwijzingen zijn dat de Raad voor de Kinderbescherming de casus mogelijk al kent vraagt het AMK hierover altijd inlichtingen aan de Raad. De samenwerking met de Raad is volgens de medewerkers prima. Informatie uit de dossiers In alle vijf dossiers in KITS is te zien wie de melding heeft aangenomen en is een als zodanig herkenbaar verslag gemaakt van het meldingsgesprek. Dit verslag bevat bijna altijd dezelfde onderwerpen. De feiten en aanwijzingen voor de vermoede kindermishandeling en informatie over de kinderen en het gezin zijn altijd genoteerd, evenals een inschatting van de ernst en de urgentie en wie de melder is, wat zijn relatie is tot het betreffende gezin. Vier keer was ook een inschatting gemaakt van de mogelijkheden en beperkingen van de melder om de zaak zelf aan te pakken. Een enkele keer is in het verslag beschreven dat er feedback aan de melder zou worden gegeven. In de dossiers is telkens te zien dat in het intaketeam een intercollegiale toetsing heeft plaats gevonden, drie keer binnen 5 werkdagen, de andere keren binnen respectievelijk 7 en 9 werkdagen. In alle gevallen mondt de intercollegiale toetsing telkens uit in een besluit over het vervolg dat aan de melding wordt gegeven. In drie gevallen was in een plan van aanpak te zien wat het AMK ging doen. In de twee andere gevallen werd eerst bij bureau jeugdzorg respectievelijk de Raad voor de Kinderbescherming geïnformeerd of het gezin bij hen bekend was en is, toen dat het geval bleek te zijn de zaak direct overgedragen. Toevoeging AMK: Het AMK checkt alle meldingen op bekendheid bij de Raad voor de Kinderbescherming en sinds kort ook bij de andere afdelingen van Bureau Jeugdzorg. In de drie plannen van aanpak was telkens een besluit en de motivatie zichtbaar om nader onderzoek te doen, evenals een urgentiebepaling, bij welke informanten informatie moest worden gehaald, instructies voor het informeren van kind en gezin, het moment van disciplinaire beoordeling en wie het plan ging uitvoeren. De plannen van aanpak bevatten uitspraken als SMW bellen, school bellen, en dergelijke. Het ontbrak daarbij meestal aan de vaststelling welke informatie nog ontbreekt. Of onderzoek naar andere minderjarigen in het betreffende gezin nodig was is geen uitspraak aangetroffen. De dossiers in KITS van de eerste inschatting door het AMK gaven over het algemeen goede en volgbare informatie over het gevolgde proces: het is duidelijk wie welke stappen heeft gedaan of gaat doen, van overleg wordt beknopt verslag gedaan en soms zijn expliciet afwegingen genoteerd. Inhoudelijk gezien is het ook goed te begrijpen dat wat het AMK doet 16

17 ook bijdraagt aan de voortgang en maatregelen om de kindermishandeling te stoppen en zonodig het bieden van vervolghulp. 2. Het (voor)onderzoek Informatie van de medewerkers Er is een onderscheid tussen vooronderzoek en onderzoek. Eén medewerker geeft aan de zin van deze tussenstap niet altijd goed te begrijpen: het intaketeam maakt er soms gebruik van. Zij geeft aan dat het AMK de ouders altijd moet informeren over een vooronderzoek, behalve als een kind gevaar loopt. Twee medewerkers weten niet of het AMK in Helmond criteria heeft om te bepalen of er een vooronderzoek moet komen of niet. De derde geeft aan dat die er wel zijn en ze ook in het hoofd heeft zitten. Bijna altijd volgt op een vooronderzoek ook een onderzoek. Twee medewerkers zeggen dat de overwegingen die leiden tot deze beslissing hierbij altijd worden genoteerd, de derde geeft aan dat dit alleen maar gebeurt wanneer er geen onderzoek komt. Alle drie de medewerkers kunnen zich niet voorstellen dat er geen contact is met de ouders tijdens het onderzoek. Ze hebben alledrie een aantal vaste onderwerpen om met de ouders te bespreken; twee hebben deze in het hoofd zitten, de derde heeft daarnaast ook nog een eigen lijst van aandachtspunten. Van de gesprekken doen twee medewerkers altijd verslag in KITS, de derde niet altijd. Zij geeft daarbij aan dat dit mede afhangt van of het voor de uitkomst van het onderzoek en voor de situatie van het kind relevant is, wetend dat ouders inzage kunnen vragen in het dossier. Met het kind is veel minder vaak contact: twee medewerkers zeggen dat het niet altijd mogelijk is, de derde geeft aan dat ze er niet altijd de ruimte voor neemt. De medewerkers hebben bij een gesprek met het kind vaste onderwerpen in het hoofd, de derde gebruikt bovendien een eigenhandig opgestelde lijst. Een medewerker licht hierbij toe dat zij er een beeld van probeert te krijgen of het kind zich staande kan houden of dat er direct een beschermende maatregel moet worden gevraagd. Twee van de ondervraagde medewerkers doen altijd verslag van het gesprek met de jeugdige, de derde geeft ook hier aan dat het afhangt van de situatie (mogelijk inzage door de ouders). Eén medewerker deelt soms aan de ouders mee dat het AMK een gesprek zal hebben met een of meerdere informanten, de twee andere doen dat altijd. Als zij er niet mee instemmen dan gaat het AMK toch door met het onderzoek. In ieder geval krijgt de informant altijd van tevoren te horen of de ouders op de hoogte zijn of ermee instemmen. Een medewerker laat het de informant niet onmiddellijk weten als ze verwacht dat de informant dan zijn informatie niet zal geven. Desgevraagd zal ze er altijd uitsluitsel over geven. 17

18 Tijdens het gesprek met de informant hebben alle drie de medewerkers een aantal vaste onderwerpen in hun hoofd zitten, de derde heeft daarnaast nog een eigen lijst. Van een gesprek met een informant wordt altijd een verslag gemaakt. De uitkomsten uit het onderzoek inclusief de afwegingen komen via een multidisciplinair overleg (MDO) ook altijd in KITS. Het MDO toetst het eindresultaat van het onderzoek. Een medewerker geeft aan dat dat moet voldoen aan bepaalde eisen, zoals inschatting van de kindermishandeling, de vorm en ernst van de situatie, noodzaak en mogelijkheden van hulpverlening, vrijwillig of onvrijwillig en dergelijke. Een medewerker geeft aan dat ook de praktijkleider nog een toetsing doet voordat de zaak daadwerkelijk wordt gesloten. Informatie uit de dossiers over het (voor)onderzoek In twee van de vijf onderzochte gevallen is er een vooronderzoek geweest. Beide keren diende dat om gegevens te verifiëren en af te stemmen met het bureau jeugdzorg, in een geval tevens om expliciet vast te stellen of het vermoeden van kindermishandeling werd gedeeld door andere informanten en om risico s voor de kinderen in te schatten. Het was in deze twee dossiers altijd te zien wie van het AMK welke informanten (in deze dossiers allemaal beroepsmatig bij het gezin betrokken) benaderde voor informatie. Dat gebeurde in beide gevallen binnen 4 weken na de ontvangst van de melding. Van de contacten werd altijd verslag gedaan. Te zien was wie de informant was, welke relatie hij had met het gezin en welke informatie hij verstrekte. Het was niet zichtbaar dat het AMK de informant meedeelde of de ouders op de hoogte waren van het contact met de informant. De duur van het vooronderzoek wisselde: in het ene geval was het vooronderzoek 11 dagen en in het andere 2 maanden na ontvangst van de melding afgerond. In beide dossiers was te zien dat het vooronderzoek eindigde met een expliciete beoordeling of besluit over het doen van een onderzoek. In vier dossiers was te zien dat het AMK in Helmond binnen 4 weken na de ontvangst van de melding contact opneemt met de ouders om hen te informeren over het onderzoek. In een geval duurde door een misverstand met bureau jeugdzorg het vooronderzoek lang en werden de ouders 9 weken na de afronding van het vooronderzoek geïnformeerd. In een geval had de AMK-medewerker zelf het kind (een baby) samen met moeder gezien. In de andere gevallen is tijdens het onderzoek geen contact geweest met het kind of de kinderen. In drie dossiers is zichtbaar dat de ouders weten van de contacten met informanten en ermee hebben ingestemd. In de twee andere dossiers weten de ouders van de contacten met de informanten, maar hebben ze er niet mee ingestemd. In KITS was niet te zien dat de informanten hiervan op de hoogte is gebracht. 18

19 Er zijn soms veel contacten met informanten tijdens het onderzoek maar het is niet altijd zichtbaar welke informatie het AMK nu daadwerkelijk gebruikt om de situatie te beoordelen en besluiten te nemen. Ook is niet altijd duidelijk hoe doelgericht het AMK te werk gaat. Zo wordt een huisarts gebeld voor informatie. Hij is zelf niet aanwezig en zijn vervanger laat weten dat hij pas morgen weer bereikbaar is. Het is in het dossier verder niet te zien of het contact nog heeft plaats gevonden. In alle dossiers is zichtbaar wie de contacten met de informanten heeft gehad en zijn verslagen van de gesprekken vastgelegd. Bij de afsluiting van het onderzoek was altijd te zien dat het AMK de casus overdroeg, in alle gevallen naar de Raad voor de Kinderbescherming. De informatie die werd overgedragen aan de Raad was gestructureerd en bood concrete informatie en onderbouwing. Altijd was een overwogen risico-inschatting gemaakt, waren overwegingen genoteerd welke hulp nodig was en werd aangegeven of de ouders bereid waren mee te werken aan de hulpverlening. Vier keer waren overwegingen te zien waarom er sprake was van kindermishandeling. In drie dossiers waren overwegingen of er sprake was van een acute ernstige situatie. In vier dossiers was te zien dat het AMK tijdens het onderzoek op eigen initiatief nog contacten heeft gehad met de melder. Drie keer werd de melder er na het onderzoek zichtbaar van op de hoogte gebracht dat het AMK de zaak had overgedragen aan de Raad. In vier gevallen werd aan het eind van het onderzoek in het Multidisciplinaire team een eindoordeel gegeven. Ook na afsluiting zijn er in meerdere dossiers nog activiteiten zichtbaar. Een casus viel daarbij op door de grote hoeveelheid (13) contacten na de afsluiting, waarvan sommige enkele uren duurden. In twee dossiers ontstonden deze contacten doordat de AMKmedewerker hulpverleningsactiviteiten ondernam (bijvoorbeeld een moeder onderbrengen bij een opvangvoorziening) hetgeen weer vervolgcontacten meebracht. De dossiers zijn over het algemeen op zich duidelijk: het is te zien dat de stappen worden genomen die vereist zijn, dat daarvan verslag wordt gedaan en wie dat doet. De overwegingen die het AMK daarbij maakt zijn veelal goed zichtbaar. De structuur die KITS biedt is zichtbaar sturend voor de verslaglegging, maar veel minder om vooraf te bepalen welke informatie nog nodig is van welke informant om vast te stellen wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren. Het viel de inspectie op dat wanneer het AMK in actie komt, zij relatief weinig rapportage of schriftelijke informatie opvraagt bij meldende en andere hulpverleningsinstellingen. 19

20 3. Het vervolg 3.1. Doorgeleiding naar de Raad voor de Kinderbescherming Informatie van de medewerkers Doorgeleiding naar de Raad voor de Kinderbescherming gebeurt altijd door middel van een standaard formulier dat hiertoe met de Raad werd ontwikkeld. De medewerkers nemen na de overdracht altijd nog contact op met de Raad over de zaak, de ene keer wat vaker dan de andere. Een medewerker licht toe dat ze bijvoorbeeld graag wil weten hoe het staat met een kind dat uithuis is geplaatst en ze gebruikt het contact tevens om te toetsen of haar zorgen terecht waren. Informatie uit de dossiers De inspectie heeft 5 dossiers onderzocht waarin het AMK de melding doorverwees naar de Raad voor de Kinderbescherming. In drie gevallen werd de rapportage direct, dat wil zeggen binnen 1 tot 6 dagen (soms voorafgegaan door een telefonische aanmelding op de dag van de melding) na ontvangst van de melding aan de Raad gestuurd. In de andere situaties deed het AMK eerst onderzoek en verwees de zaak door naar de Raad binnen resp. 36 en 10 werkdagen nadat het besluit daartoe genomen was. Het was altijd te zien wie van het AMK de informatie gestuurd had en naar wie van de Raad. De doorverwijzingen waren in drie gevallen schriftelijk, een keer telefonisch en een keer persoonlijk. De schriftelijke doorgeleidingen, met het afgesproken formulier, bevatten veel en adequate informatie. In het verslag de telefonische doorverwijzing was weinig inhoudelijke informatie te zien: de Raad was al op de hoogte en had de zaak al in onderzoek. Bij de persoonlijke overdracht was in het verslag ervan zichtbaar dat een uitspraak was gedaan over het risico voor het kind of andere gezinsleden en over de acuutheid van de situatie. In de gevallen waarin de overdracht schriftelijk plaats vond was bovendien een aanduiding gegeven van de mate waarin ouders vrijwillig zouden willen meewerken. In vier dossiers was na de doorgeleiding (na 3, 5, 8 en 14 dagen) nog contact geweest met de Raad om na te gaan wat de Raad zou gaan doen of om de zaak definitief af te sluiten. KITS gaf bij de doorverwijzingen naar de Raad een helder beeld van hoe de stappen in het proces verliepen, wie waarvoor verantwoordelijk was en soms ook de afwegingen die werden gemaakt. Inhoudelijk was het goed te volgen door de compacte maar inzichtelijke manier van schrijven. In de dossiers met een schriftelijke overdracht was beter te zien dan in de andere wat de eigen overwegingen, beoordelingen en besluiten van het AMK waren. Ook in deze dossiers viel het op dat bij de start niet zichtbaar is of het AMK actief schriftelijke informatie opvraagt bij andere hulpverleningsinstellingen. 20

21 3.2. Doorverwijzing naar zorginstellingen Informatie van de medewerkers Het AMK in Helmond is pas vanaf 1 januari 2005 onderdeel van Bureau jeugdzorg Noord- Brabant en er moeten nog sluitende afspraken worden gemaakt over de overdracht naar bureau jeugdzorg. Tot nu toe wordt overgedragen naar de hulpinstanties die al met de casus bekend zijn of aan voor de cliënt nieuwe instanties; dat kan het bureau jeugdzorg zijn maar ook andere, zoals GGZ-jeugd, AMW en gespecialiseerde gezinszorg. Wanneer een zaak is overgedragen controleren de medewerkers altijd op de een of andere manier of degene aan wie de zaak is overgedragen deze gaat aanpakken. Informatie uit de dossiers In alle vijf dossiers is te zien dat een medewerker van het AMK na onderzoek de casus overdraagt aan een bureau jeugdzorg. Drie keer gebeurde dat telefonisch, later gevolgd door een afschrift van de brief van het AMK aan de ouders waarin staat dat het AMK de zaak overdraagt aan bureau jeugdzorg. Deze overdrachten bevatte inhoudelijk nauwelijks enige informatie. Twee keer schreef het AMK een brief aan bureau jeugdzorg met inhoudelijke informatie. In het ene geval had de ouder zich al aangemeld bij bureau jeugdzorg en was er geen sprake van kindermishandeling. In de andere situatie werd veel informatie gegeven: een beschrijving van de kindermishandeling en het oordeel van het AMK over de kindermishandeling, de problematiek, de motivatie van kind/ouders om hulp te aanvaarden en over de gewenste vervolgaanpak. De inspectie heeft deze vijf situaties gevolgd in de dossiers van het bureau jeugdzorg, waarheen de zaak was doorverwezen, twee keer naar bureau jeugdzorg Eindhoven en drie keer naar Helmond. In Eindhoven was in een geval bureau jeugdzorg ten tijde van de melding al vele maanden betrokken bij de hulpverlening aan het gezin waarover bij het AMK een melding had ontvangen. Na een indicatie voor intensieve ambulante spoedhulp hulp (die geen resultaat opleverde) is medio 2004 een raadsmelding gedaan en de Raad start anderhalve maand later met het onderzoek. Eind 2004 wordt een ondertoezichtstelling uitgesproken en twee maanden daarna komt het eerste gezinsvoogdijplan tot stand met keuzes en afspraken, een duidelijke mening van de gezinsvoogd en eisen die aan ouders en jeugdige gesteld worden. Het plan sluit ook goed aan bij de beschreven problematiek en zowel ouders als jeugdige stemmen in met het plan. Hoe de ondertoezichtstelling verder verloopt, is nog niet zichtbaar omdat ten tijde van het onderzoek de uitvoering van het gezinsvoogdijplan nog maar net begonnen was. Het viel de inspectie op dat in dit dossier van bureau jeugdzorg niet zichtbaar was of er ooit een overdracht van het AMK naar bureau jeugdzorg was geweest en of die een rol had gespeeld in de overwegingen. 21

22 In het tweede geval is na een telefonische vooraanmelding te zien dat de overdracht van AMK naar bureau jeugdzorg plaats vindt met het bericht dat geen sprake is van kindermishandeling, maar dat de ouders wel hulp willen. Bureau jeugdzorg maakt een start met het raamhulpverleningsplan, maar sluit een maand later de casus omdat de ouders niets meer van zich hebben laten horen. Bureau jeugdzorg meldt dit aan het AMK, dat belooft de zaak opnieuw in onderzoek te nemen. In beide dossiers is goed te volgen hoe het handelen van bureau jeugdzorg verloopt. In het ene dossier is het samenspel tussen AMK en bureau jeugdzorg goed te zien, in het andere niet. In Helmond zijn twee van de drie zaken al (lang) bekend bij bureau jeugdzorg. In beide dossiers wordt vrijwillige hulpverlening geïndiceerd en komt er een hulpverleningsplan dat daar goed op aansluit. De ouders stemmen in met zowel het indicatiebesluit als het hulpverleningsplan. Het is zichtbaar hoe het handelen van bureau jeugdzorg verloopt. In het ene geval is geen sprake van kindermishandeling en heeft de overdracht van het AMK (dus) geen zichtbare invloed op het al lopende proces. In het andere dossier is het niet zichtbaar of er een bericht van het AMK over de melding bij bureau jeugdzorg binnenkomt en welke consequenties dat heeft voor de lopende hulpverlening. In het dossier van het AMK over deze situatie was zichtbaar dat het AMK al snel had doorverwezen naar het bureau jeugdzorg toen bleek dat daar al hulpverlening op gang was. Het was voor de inspectie in de dossiers te volgen welke besluiten en handelingen er plaats vonden binnen het bureau jeugdzorg en waarom. In het derde dossier is te zien dat de doorverwijzing van het AMK bij bureau jeugdzorg de screening op gang brengt en dat daarna moeder de voorgestelde hulp afwijst. Vanaf dat moment bevat het papieren dossier niet veel informatie meer totdat 3 maanden later blijkt dat de Raad voor de Kinderbescherming bericht stuurt dat zij geen aanleiding ziet voor een onderzoek. In een daarop volgend screeningsoverleg constateert bureau jeugdzorg dat het in deze situatie geen raadsmelding had moeten doen en dat het niet duidelijk is of er überhaupt een hulpvraag is. In dit dossier was veel minder goed te volgen wat bureau jeugdzorg deed en waarom. 2 In de dossiers is bij de bureaus jeugdzorg in Helmond en Eindhoven zichtbaar dat er soms wachttijden zijn voordat of de screening op gang komt of doordat bij de zorgaanbieders de geïndiceerde hulp soms pas na vele maanden kan beginnen vanwege wachtlijsten. Het is weliswaar geen onderwerp van dit toezicht geweest, maar het is voor de inspectie toch de vraag of de periode waarin er nog niets gebeurt wel altijd voldoende zicht is op de situatie in de wachtende gezinnen. Nu het AMK in Helmond een onderdeel is van bureau jeugdzorg heeft 2 Informanten bij beide bureaus jeugdzorg hebben aangegeven dat er ook nog digitale informatie is die niet altijd in het papieren dossier is terug te vinden. 22

23 de instelling de gelegenheid om eens goed te bezien of de risico s op dit punt altijd aanvaardbaar zijn. Toevoeging AMK: Het is de vraag waar men aan denkt bij toezicht in een periode waar niets gebeurt; het probleem is juist dat er niets gebeurt. 4. Interne aansturing door het AMK Informatie van de medewerkers In een groepsinterview hebben dezelfde drie medewerkers die de vragenlijst hebben ingevuld ook aangegeven hoe het AMK erop aanstuurt en bewaakt dat zij werken zoals is voorgeschreven. De praktijkleider houdt toezicht en weet vaak hoe een zaak ervoor staat. Alle consulten en meldingen komen in het intaketeam. Verder is er nog intercollegiale toetsing en de multidisciplinaire beoordeling. Tijdens het onderzoek gaat de medewerker zelfstandig te werk en raadpleegt iemand wanneer hij dat nodig vindt. Maatschappelijk werkende en vertrouwensarts gaven hierbij nog aan dat zij de solitaire positie die de werker tijdens de uitvoering inneemt niet altijd verantwoord vinden. Termijnen worden bewaakt door KITS, maar vaak staat de zaak al op rood wanneer je begint. Dit verhoogt de werkdruk. Tot aan het besluit over het onderzoek gaat het altijd snel. Tijdens het onderzoek mag de snelheid niet ten koste gaan van de kwaliteit van het onderzoek. Dit gaat boven termijnen omdat de belangen van het kind centraal staan. Bij het overnemen van een zaak van een collega is soms niet alle informatie in het dossier opgeslagen. Dit kan het gevolg zijn van overbelasting en er wordt ook regelmatig voor gekozen om het administratieve deel in privé tijd te doen. Bij een hermelding over een gezin kijken de medewerkers altijd of het gezin al bekend is bij het AMK en gebruiken dan ook de al beschikbare informatie. Bij een advies sturen de criteria volgens de geïnterviewden voldoende aan om te leiden tot vergelijkbaar handelen in vergelijkbare situaties. Bij een consult wordt als de medewerker dat nodig vindt een intercollegiale toetsing gehouden. Een melding wordt altijd getoetst in het intaketeam aan de hand van vaste onderwerpen en overwegingen. Toevoeging AMK: Niet alleen hermelding, maar alle meldingen worden gecheckt. Niet alleen een melding wordt getoetst in de intake, ook alle consulten. En wanneer nodig komen die ook terug in de multidisciplinaire beoordeling. Informatie uit de dossiers Het protocol en de daarbij gehanteerde criteria dragen er bij het AMK in Helmond toe bij dat er op procedurele aspecten meestal vergelijkbaar wordt gewerkt. Inhoudelijk zijn er echter verschillen zijn in wat verslagen in KITS laten zien van de resultaten van het werk. Welke besluiten het AMK neemt en welke overwegingen het daarbij hanteert is niet altijd te zien. 23

24 Hoewel KITS en daarmee ook de intercollegiale toetsing en het MDO tevens een functie kunnen hebben om doelgericht te werk te gaan door vast te stellen welke informatie nog ontbreekt om een besluit te nemen en wie deze informatie kan leveren, worden deze aansturingsmogelijkheden nog niet ten volle aangewend. 24

25 Hoofdstuk 5 - Analyse en beoordeling Algemeen Het AMK in Helmond doet in principe waar het voor is en dat is zonder meer positief. Het neemt signalen van melders aan en zorgt dat er iemand iets gaat doen, hetzij de melder zelf, of het AMK (onderzoek) of als het nodig is de Raad voor de Kinderbescherming. Het AMK zorgt altijd voor voortgang van haar proces: het wordt altijd duidelijk of iets een advies moet zijn of een melding en dit wordt ook aan de melder meegedeeld en uitgelegd. Na een melding volgt een onderzoek en dat leidt altijd tot een overdracht aan de Raad, bureau jeugdzorg of een andere hulpverlenende instantie. Toevoeging AMK: Overdracht kan ook plaatsvinden aan instanties die beroepshalve betrokken zijn, zoals school, schoolarts, enz.. Het AMK koppelt waar nodig altijd terug naar de melder of andere belanghebbenden. Het AMK rondt het proces ook altijd schriftelijk af en doet van dit alles in KITS verslag, beknopt maar op zich duidelijk. Maar zou het beter kunnen? 1. De eerste inschatting: advies of melding Er zijn criteria voor de inschatting van de risico s van de gemelde situatie, de medewerkers kennen deze en maken er gebruik van. Op sommige onderdelen is de perceptie van de medewerkers niet helemaal gelijk, maar elke medewerker zegt genoeg ervaring en kennis te hebben om de nodige inschattingen te kunnen maken. In de dossiers wordt niet altijd zichtbaar of dat zo is: in de verslagen van de eerste contacten staat niet altijd precies weergegeven welke overwegingen de medewerker bij deze inschattingen heeft gebruikt. (Overigens wordt in KITS geenszins zichtbaar dat de gemaakte inschattingen niet zouden kloppen.) Het proces als geheel is goed te volgen, maar de verslaglegging is qua inhoud niet altijd vergelijkbaar omdat soms minder afwegingen te zien zijn en soms de eigen mening van het AMK niet duidelijk herkenbaar is. Bij een melding is de verslaglegging als zodanig consistenter en bevat meer inhoudelijke informatie. Het is niet zichtbaar of altijd gebruik wordt gemaakt van al aanwezige schriftelijke informatie bij andere instanties. De voorbereidingen van het AMK in Helmond leiden altijd tot vervolgacties. De inspectie is van mening dat beschikbare aansturingsmogelijkheden als KITS en de intercollegiale toetsing door het AMK in Helmond weliswaar gebruikt worden om vast te stellen wat er nog moet gebeuren, maar nog niet altijd op een manier die helpt om concreet en doelgericht te werk te gaan. 25

26 De inspectie vindt dit tekort in de aansturing ongewenst. 2. Het (voor)onderzoek De informatie die de medewerkers geven laat zien dat er op sommige punten verschillen zijn in perceptie en werkwijze. Dit wordt ten dele, maar niet altijd, bevestigd in de dossiers. Het is op zich helder hoe de medewerkers te werk gaan bij een onderzoek naar de kindermishandeling. Zij raadplegen veel (soms heel veel) informanten en krijgen ook veel informatie binnen. Het is niet goed zichtbaar of en hoe het AMK gebruik maakt van al beschikbare schriftelijke informatie bij andere instanties voor een vliegende start. Hierbij wreekt zich mogelijk ook dat het AMK vooraf niet heel concreet formuleert welke informatie er moet komen en van wie. Het onderzoek komt hierdoor soms minder doelgericht over. Er is aandacht voor terugkoppeling naar de melder, naar ouders en soms naar informanten. Bij de afsluiting van het onderzoek wisselen de dossiers enigszins in de mate waarin over alle vereiste onderwerpen daadwerkelijk verslag wordt gedaan. Het is dan niet duidelijk of datgene wat niet wordt genoteerd wel of niet aandacht heeft gehad en tot welke vaststelling dat leidde. De informatieve waarde van de documenten die het AMK overdraagt aan de Raad voor de Kinderbescherming is meestal hoog. Door de met de Raad afgesproken structurering toe te passen is ook goed te zien tot welke beoordeling het AMK komt en welk besluit er valt. In deze fase geldt wat betreft de aansturing hetzelfde als bij de fase van de eerste inschatting. De sturingsinstrumenten (KITS, MDO) worden niet optimaal benut en door niet vooraf vast te stellen wat er ontbreekt om tot een oordeel te komen en de onderzoeksactiviteiten daarop te richten is niet altijd duidelijk wanneer er genoeg informatie is om tot een afronding te komen. De inspectie acht dit tekort in de aansturing ook in deze fase ongewenst. 3. Het vervolg 3.1. Doorverwijzing naar de Raad voor de Kinderbescherming. Wat de medewerkers zeggen over deze fase dat doen ze ook: de overgedragen informatie aan de Raad is concreet en duidelijk. Oordelen en besluiten zijn zichtbaar. De gemaakte afspraken over de werkwijze zijn hier zichtbaar sturend. 3.2 Doorverwijzing naar de hulpverlening. Afspraken over de doorverwijzingen naar bureau jeugdzorg moeten volgens de medewerkers nog vorm krijgen. De inspectie is van mening dat al eerder afstemming plaats had kunnen vinden over wat andere hulpinstellingen van het AMK nodig hebben om de hulp te kunnen starten of de uitslag van het AMK-onderzoek te kunnen inbedden in al lopende hulpverlening. 26

27 De informatie die het bureau jeugdzorg van het AMK krijgt is wisselend van inhoud en geschied niet volgens het format dat met de Raad is afgesproken. Het proces van bureau jeugdzorg is in het dossier meestal goed te volgen. Het valt op dat de informatie die het bureau jeugdzorg van het AMK krijgt soms leidt tot actie, maar dat bij lopende situaties eigenlijk nauwelijks zichtbaar is of na de overdracht overwogen wordt of en hoe de inhoud van de melding moet worden ingepast in het hulpverleningsproces. De inspectie is van mening dat beide instellingen nog niet voldoende hebben uitgewisseld wat men bij de overdracht van elkaar mag verwachten. De inspectie acht deze situatie ongewenst. 4. Algemeen beeld van het procesverloop De inspectie herhaalt hier dat het AMK doet waar het voor is. Het kan echter concreter voor wat betreft het beoordelen van de situatie in de aangemelde gezinnen en wat betreft de besluiten die moeten vallen. Het zal hierbij helpen wanneer het AMK bij het opvragen van informatie en bij het maken van het plan van aanpak meer planmatig en doelgericht te werk gaat. Het AMK kan, met andere woorden, de kwaliteit van het eigen proces nog verbeteren. Ook de kwaliteit van het ketenproces is nog voorverbetering vatbaar: bij de overdracht naar bureau jeugdzorg is sprake van informatieverlies: de boodschap van het AMK komt niet altijd goed over. De inspectie heeft niet expliciet onderzocht of de kwaliteit van het overdrachtsdocument hier mede debet aan is, maar het mag het AMK en bureau jeugdzorg aanleiding geven om hier gezamenlijk eens over na te denken. Daarnaast zijn de wachttijden bij het AMK, het bureau jeugdzorg en de zorgaanbieders een punt van aandacht. 27

28 28

29 Aanbevelingen 1. De structuur van het werk is in principe aanwezig en het AMK maakt er voor een deel ook gebruik van. Houd dat vooral vast. 2. Vul deze interne kwaliteit aan met wat ontbreekt: concreetheid en een planmatige en doelgerichte aanpak. Met name het doelgericht informatie opvragen mag daarbij onder de loep genomen worden, evenals de contacten en activiteiten na het eindoordeel en de overdracht. Maak daarbij gebruik van de beschikbare sturingsinstrumenten. 3. Zorg ook voor verbetering van de ketenkwaliteit: maak afspraken met meldende hulpverleningsinstellingen over het leveren van bij hen beschikbare informatie. Maak met de instellingen die na uw onderzoek de zorg overnemen afspraken die leiden tot onmiddellijke overname van de regie en starten van de noodzakelijke activiteiten. 4. Blijf de wachttijden registreren en houd de provincie hiervan op de hoogte. Breng de risico s scherp in beeld en laat zien op welke manier bureau jeugdzorg/amk ervoor zorgt dat deze bekend zijn en op een aanvaardbaar niveau blijven. 29

30 30

31 Bijlage 1 - Toetsingskader toezicht AMK In het toetsingskader komen aan de orde: 1. wat de eisen zijn die in wet- en regelgeving en in eigen sectornormen aan het primair proces van het AMK worden gesteld 2. Wat de algemene kwaliteitseisen zijn die de inspectie stelt aan het primair proces van het AMK 3. Wat de inspectie verwacht aan te treffen in de dossiers van het AMK. Dit is opgenomen in het schema. Deze punten vormen het toetsingskader dat de inspectie bij het onderzoek hanteert. 1. De eisen van wet- en regelgeving en de sectornormen Het toetsingskader toezicht AMK is gebaseerd op bepalingen uit de volgende Wetten, Besluiten en Regelingen. Wet op de jeugdzorg (Wjz)* versie EK nr. 267, gewijzigd voorstel van wet d.d Besluit kwaliteit en werkwijze BJZ (Bkw)* versie juni 2003 handelen bij vermoedens van kindermishandeling in relaties van onafhankelijkheid en onvrijheid** Referentie werkmodel Bureau Jeugdzorg Processen Bureau Jeugdzorg*** * Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg per 1 januari 2005, wordt de terminologie van deze Wet en de daaruit voortvloeiende Besluiten gebruikt. Inhoudelijk stellen de Wet op de jeugdhulpverlening en de Wet op de jeugdzorg grotendeels dezelfde eisen aan het AMK. Anders is dat in de Wet op de jeugdhulpverlening het AMK zelf verwijst en het op gang brengen van de hulp coördineert. In de WJZ draagt het AMK, onderdeel van Bureau Jeugdzorg, de zaak na onderzoek over binnen Bureau Jeugdzorg die de zaak verder verwijst en afhandelt. 31

Onderzoek AMK Breda. Inspectie jeugdzorg

Onderzoek AMK Breda. Inspectie jeugdzorg Onderzoek AMK Breda Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 - Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 - Probleemstelling onderzoek... 9 Probleemstelling onderzoek... 9 Onderzoeksvragen...

Nadere informatie

Onderzoek AMK Rotterdam

Onderzoek AMK Rotterdam Onderzoek AMK Rotterdam Inspectie jeugdzorg Utrecht, maart 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 - Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 - Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 - Uitvoering onderzoek...

Nadere informatie

Onderzoek AMK. Noord-Holland

Onderzoek AMK. Noord-Holland Onderzoek AMK Noord-Holland Inspectie jeugdzorg Utrecht, april 2005 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 3 Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk

Nadere informatie

Onderzoek AMK Zuid-Holland

Onderzoek AMK Zuid-Holland Onderzoek AMK Zuid-Holland Inspectie jeugdzorg Utrecht, juli 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 - Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 - Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 -... 11 Uitvoering

Nadere informatie

Onderzoek. AMK provincie Friesland

Onderzoek. AMK provincie Friesland Onderzoek AMK provincie Friesland Utrecht, mei 2005 Inhoudsopgave Samenvatting...5 Hoofdstuk 1 Aanleiding...7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek...9 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek...11 Hoofdstuk

Nadere informatie

Utrecht, mei 2005. Onderzoek AMK Gelderland

Utrecht, mei 2005. Onderzoek AMK Gelderland Utrecht, mei 2005 Onderzoek AMK Gelderland 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek... 11 Hoofdstuk 4 Onderzoeksresultaten...

Nadere informatie

Utrecht, maart 2005. Onderzoek AMK Overijssel

Utrecht, maart 2005. Onderzoek AMK Overijssel Utrecht, maart 2005 Onderzoek AMK Overijssel 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek... 11 Hoofdstuk 4

Nadere informatie

Bellen met het AMK, en dan?

Bellen met het AMK, en dan? Bellen met het AMK, en dan? Een onderzoek naar de werkwijze van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Inspectie jeugdzorg Utrecht, augustus 2005 2 Samenvatting Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling

Nadere informatie

Onderzoek AMK Groningen

Onderzoek AMK Groningen Onderzoek AMK Groningen Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2005 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek...

Nadere informatie

Onderzoek AMK Flevoland

Onderzoek AMK Flevoland Onderzoek AMK Flevoland Utrecht, april 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek... 11 Hoofdstuk 4

Nadere informatie

Vervolgonderzoek AMK Utrecht

Vervolgonderzoek AMK Utrecht Vervolgonderzoek AMK Utrecht Inspectie jeugdzorg februari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1... 7 1.1 Aanleiding... 7 1.2 Centrale onderzoeksvraag... 7 1.3 Toetsingskader...

Nadere informatie

Onderzoek AMK Drenthe

Onderzoek AMK Drenthe Onderzoek AMK Drenthe Inspectie jeugdzorg mei 2005 Inhoudsopgave Samenvatting... 1 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 3 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 5 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek... 7 Hoofdstuk

Nadere informatie

Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK. Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo

Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK. Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo Inspectie Jeugdzorg Utrecht, augustus 2012 2 Inspectie Jeugdzorg

Nadere informatie

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Zorgen voor het bedreigde kind Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2006 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting...

Nadere informatie

Onderzoek AMK Zeeland

Onderzoek AMK Zeeland Onderzoek AMK Zeeland Inspectie jeugdzorg februari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting...5 Hoofdstuk 1...7 1.1 Aanleiding...7 1.2 Centrale onderzoeksvraag...7 1.3 Toetsingskader...7 1.4

Nadere informatie

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig

Nadere informatie

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK Het landelijk beeld naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Inspectie Jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste

Nadere informatie

Protocol van handelen Advies- en Meldpunten Kindermishandeling

Protocol van handelen Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Protocol van handelen Advies- en Meldpunten Kindermishandeling bij vermoedens van kindermishandeling in relaties van afhankelijkheid en onvrijheid Paul Baeten Colofon Protocol van handelen Advies- en Meldpunten

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Voor iedereen die beroepshalve met kinderen te maken heeft INFORMATIE

Voor iedereen die beroepshalve met kinderen te maken heeft INFORMATIE Voor iedereen die beroepshalve met kinderen te maken heeft INFORMATIE Als beroepskracht krijgt u soms of regelmatig te maken met kinderen van wie van u vermoedt dat zij thuis mishandeld worden. In deze

Nadere informatie

Landelijk toezicht AMK Ziet het AMK het kind en koppelt zij terug aan de melder?

Landelijk toezicht AMK Ziet het AMK het kind en koppelt zij terug aan de melder? Landelijk toezicht AMK 2009 Ziet het AMK het kind en koppelt zij terug aan de melder? Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting Naar aanleiding van vragen in de Tweede

Nadere informatie

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK Het landelijk beeld naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Inspectie Jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding van hun kind. Mensen die zich zorgen

Nadere informatie

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Zorgroutes interne en externe zorgstructuur in basisscholen 23 juni 2014 1 Inhoud INLEIDING... 3 MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD... 3 CRITERIA

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Inleiding Vanaf 1 januari 2005 zijn de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) een onderdeel

Nadere informatie

Kwaliteit van het AMK Rotterdam. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam

Kwaliteit van het AMK Rotterdam. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam Kwaliteit van het AMK Rotterdam Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam Inspectie Jeugdzorg Utrecht, augustus 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In 2010 heeft de Inspectie

Nadere informatie

Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both

Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both Inspectie jeugdzorg Utrecht, oktober 2007 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting Dit rapport bevat de resultaten

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders om er voor te zorgen

Nadere informatie

Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken

Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken Uitgangspunt Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders

Nadere informatie

Kwaliteit van het AMK Groningen. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Groningen

Kwaliteit van het AMK Groningen. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Groningen Kwaliteit van het AMK Groningen Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Groningen Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2012 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In 2010 heeft de Inspectie Jeugdzorg

Nadere informatie

MELDFORMULIER VEILIG THUIS

MELDFORMULIER VEILIG THUIS MELDFORMULIER VEILIG THUIS Meldingsformulier voor professionals bij (vermoedens) van huiselijk geweld en/of kindermishandeling en/of ouderenmishandeling Toelichting Veilig Thuis spant zich in voor het

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 14 november 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 14 november 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg p~ãéåî~ííáåö= Naar aanleiding van de uitkomsten van een eerder pleegzorgonderzoek

Nadere informatie

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Door de inspectie Jeugdzorg en de Gezondheidszorg. Apeldoorn 26 april 2017 1 Aanleiding

Nadere informatie

secundaire preventie kindermishandeling

secundaire preventie kindermishandeling Bijlage 2 Meldcodes van VWS/NIZW 1 en KNMG De samenvattingen van de meldcode kindermishandeling van VWS/NIZW en van de KNMG zijn beide in deze bijlage afgedrukt. In beide meldcodes worden de stappen van

Nadere informatie

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Taken van het Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding

Nadere informatie

Werken met hulpverleningsplannen

Werken met hulpverleningsplannen Werken met hulpverleningsplannen Aanwezigheid en gebruik van hulpverleningsplannen bij Xonar Inspectie jeugdzorg Utrecht januari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 - Oordeel

Nadere informatie

TKM Online, april 2012

TKM Online, april 2012 TKM- enquête onder ruim 1.400 professionals Het zwarte gat na een melding Marie-José Linders voor Tijdschrift Kindermishandeling 'Je ziet niet hoe het verder gaat met een kind. Wat gebeurt er? Wat doen

Nadere informatie

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Limburg bij cliënten in acute crisis

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Limburg bij cliënten in acute crisis Inspectie jeugdzorg Utrecht, juni 2005 Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Limburg bij cliënten in acute crisis 2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Het onderzoek...7

Nadere informatie

Kindermishandeling. Voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactievan fysieke, psychische of seksuele aard,

Kindermishandeling. Voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactievan fysieke, psychische of seksuele aard, Presentatie Kindermishandeling Is elke vorm van: Voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactievan fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie

Nadere informatie

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Inspectie jeugdzorg Utrecht, april 2008 2 Inhoudsopgave= Samenvatting...5 1. Inleiding...7 1.1. Aanleiding...7 1.2. Vraagstelling...7

Nadere informatie

Aanmeldformulier vrij toegankelijke jeugdzorg

Aanmeldformulier vrij toegankelijke jeugdzorg Toelichting Sinds januari 2011 bieden BJ Brabant en Combinatie Jeugdzorg vrij toegankelijke zorg. Dit betekent dat voor deze zorg geen indicatie van Bureau Jeugdzorg nodig is. De cliënt wordt aangemeld

Nadere informatie

Inspectie jeugdzorg. Matching in het belang van het kind Landelijk beeld onderzoek Inspectie jeugdzorg bij vergunninghouders interlandelijke adoptie

Inspectie jeugdzorg. Matching in het belang van het kind Landelijk beeld onderzoek Inspectie jeugdzorg bij vergunninghouders interlandelijke adoptie Matching in het belang van het kind Landelijk beeld onderzoek Inspectie jeugdzorg bij vergunninghouders interlandelijke adoptie Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2005 1 2 Inhoudsopgave Aanleiding onderzoek...5

Nadere informatie

ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling

ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling 17 November 2016 Pagina 1 van 6 KINDVEILIGHEID EN WELZIJN Kinderen van ouders met psychiatrische problematiek

Nadere informatie

Handleiding informatie uitwisseling tussen (G)GZ, AMK, Bureau Jeugdzorg en Raad

Handleiding informatie uitwisseling tussen (G)GZ, AMK, Bureau Jeugdzorg en Raad Handleiding informatie uitwisseling tussen (G)GZ, AMK, Bureau Jeugdzorg en Raad Deze Handleiding is gebaseerd op het model Samenwerkingsafspraken informatie uitwisseling tussen (G)GZ en AMK, Bureau Jeugdzorg

Nadere informatie

Als de Raad u om informatie vraagt

Als de Raad u om informatie vraagt Als de Raad u om informatie vraagt Inhoud 3 > Als de Raad u om informatie vraagt 5 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Onderzoek door de Raad 7 > Uw medewerking is belangrijk 8 > Uw medewerking bij

Nadere informatie

Locatie Leeuwarden. E-mail: noord.leeuwarden@rvdk.minjus.nl. 1 van 5. Ministerie van Justitie. Locatie Leeuwarden

Locatie Leeuwarden. E-mail: noord.leeuwarden@rvdk.minjus.nl. 1 van 5. Ministerie van Justitie. Locatie Leeuwarden Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Locatie Leeuwarden E-mail: noord.leeuwarden@rvdk.minjus.nl Locatie Leeuwarden Lange Marktstraat 5 Postbus 2203 8901 JE Leeuwarden Telefoon: 058-2343333

Nadere informatie

Quick scan Ambulant begeleid wonen

Quick scan Ambulant begeleid wonen Quick scan Ambulant begeleid wonen 21-07-2006 Rapport n.a.v. het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Jarabee Inspectie jeugdzorg Juli 2006 Inleiding De Inspectie jeugdzorg wil een inschatting maken

Nadere informatie

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND Een no-nonsense benadering vormgegeven door gedreven en erkende professionals DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND Hoofdlocatie: Oostwaarts 5 E,2711 BA Zoetermeer Telefoonnummer:

Nadere informatie

Logopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan

Logopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan Logopedie en Kindermishandeling Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) Juni 2009 Inleiding Omgaan met (vermoedens van) kindermishandeling

Nadere informatie

Quick scan Ambulant begeleid wonen. Rapport naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Kompaan

Quick scan Ambulant begeleid wonen. Rapport naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Kompaan Quick scan Ambulant begeleid wonen Rapport naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Kompaan Inspectie jeugdzorg September 2006 Inleiding De Inspectie jeugdzorg wil een inschatting

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Xonar

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Xonar Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Xonar Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008 landelijk

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

NB: Uit deze omschrijving kan worden afgeleid dat onder kindermishandeling ook ernstige verwaarlozing valt.

NB: Uit deze omschrijving kan worden afgeleid dat onder kindermishandeling ook ernstige verwaarlozing valt. Inleiding Dit protocol beschrijft de stappen die een medewerker in de vrouwenopvang behoort te zetten bij (vermoedens van) kindermishandeling van kinderen van cliënten die verblijven in de vrouwenopvang.

Nadere informatie

Onderzoek Maasmeisje. Rapport Bureau Jeugdzorg Rotterdam

Onderzoek Maasmeisje. Rapport Bureau Jeugdzorg Rotterdam Onderzoek Maasmeisje Rapport Bureau Jeugdzorg Rotterdam Inspectie jeugdzorg Openbaar rapport april 2007 2 Inhoudsopgave Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 BJZ AMK... 7 1.1 Toetsingskader... 7 1.2 Bevindingen primair

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Hans Lomans Bestuurder BJzG 8 april 2011 2 U vindt ons Overal in Gelderland In alle regio s Zorg-en Adviesteams Centra voor Jeugd en Gezin Veiligheidshuizen

Nadere informatie

Onderzoek naar casus kindermishandeling

Onderzoek naar casus kindermishandeling Onderzoek naar casus kindermishandeling Inspectie jeugdzorg Inspectie voor de Sanctietoepassing Inspectie voor de Gezondheidszorg Utrecht, oktober 2007 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Kwaliteit van de Advies- en Consultfunctie van het AMK. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Haaglanden

Kwaliteit van de Advies- en Consultfunctie van het AMK. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Haaglanden Kwaliteit van de Advies- en Consultfunctie van het AMK Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Haaglanden Inspectie Jeugdzorg Utrecht, februari 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Advies en Meldpunt Kindermishandeling van het Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 31 mei 2011

Rapport. Rapport over een klacht over het Advies en Meldpunt Kindermishandeling van het Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 31 mei 2011 Rapport Rapport over een klacht over het Advies en Meldpunt Kindermishandeling van het Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 31 mei 2011 Rapportnummer: 2012/090 2 Klacht Verzoeker heeft al lange tijd zorgen

Nadere informatie

Crisis, wat nu? Landelijk onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van de Bureaus Jeugdzorg in Nederland bij cliënten in acute crisis

Crisis, wat nu? Landelijk onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van de Bureaus Jeugdzorg in Nederland bij cliënten in acute crisis Crisis, wat nu? Landelijk onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van de Bureaus Jeugdzorg in Nederland bij cliënten in acute crisis Inspectie jeugdzorg Utrecht, december 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting...

Nadere informatie

Wat te doen bij kindermishandeling en/of huiselijk geweld

Wat te doen bij kindermishandeling en/of huiselijk geweld Wat te doen bij kindermishandeling en/of huiselijk geweld Als er binnen Stad & Esch een vermoeden bestaat van kindermishandeling en/of huiselijk geweld, dan zal Stad & Esch handelen in de volgende stappen:

Nadere informatie

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG ONZE MISSIE EN VISIE ONZE INZET Onze missie Wij beschermen in hun ontwikkeling bedreigde kinderen en zorgen ervoor dat zij de juiste zorg krijgen. Onze visie Wij komen in

Nadere informatie

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In 2009 heeft

Nadere informatie

Cijfers huiselijk geweld en kindermishandeling

Cijfers huiselijk geweld en kindermishandeling Cijfers huiselijk geweld en kindermishandeling In Nederland heeft 40% van de bevolking ooit te maken gehad met huiselijk geweld Jaarlijks 200.000 mensen in Nederland slachtoffer van huiselijk geweld In

Nadere informatie

Rapport Baby Josephlaan

Rapport Baby Josephlaan Rapport Baby Josephlaan Inspectie jeugdzorg Utrecht, december 2008 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Inleiding...5 1.1 Aanleiding...5 1.2 Onderzoek naar de casus...5 1.3 Onderzoeksbronnen...5

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/334

Rapport. Datum: 24 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/334 Rapport Datum: 24 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/334 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Stichting Jeugd en Gezin Flevoland, na een gesprek met haar te hebben gevoerd op 18 november 2000, onvoldoende

Nadere informatie

Verbeterplan Veilig Thuis Hollands Midden n.a.v. inspectierapport nov en stand van zaken op 1 maart 2016.

Verbeterplan Veilig Thuis Hollands Midden n.a.v. inspectierapport nov en stand van zaken op 1 maart 2016. Verbeterplan Veilig Thuis Hollands Midden n.a.v. inspectierapport nov. 2015 en stand van zaken op 1 maart 2016. Inleiding In oktober 2015 hebben de inspecties onderzoek gedaan bij Veilig Thuis Hollands

Nadere informatie

Protocol en samenwerkingsafspraken Ernstig toegebracht (hersen)letsel bij kinderen

Protocol en samenwerkingsafspraken Ernstig toegebracht (hersen)letsel bij kinderen Protocol en samenwerkingsafspraken Ernstig toegebracht (hersen)letsel bij kinderen Inleiding Voor u ligt de nieuwste versie van het protocol en samenwerkingsafspraken betreffende kinderen met ernstig toegebracht

Nadere informatie

Kindermishandeling en het onderwijs

Kindermishandeling en het onderwijs 0900-1231230 Kindermishandeling en het onderwijs Belangrijke vindplaats Tijdsfactor Mate van contact Mate van professionaliteit Belangrijke bron van steun (beschermende factor) Belangrijke bron van informatie

Nadere informatie

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Rotterdam bij cliënten in acute crisis. Inspectie jeugdzorg

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Rotterdam bij cliënten in acute crisis. Inspectie jeugdzorg Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Rotterdam bij cliënten in acute crisis Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting...5 Hoofdstuk

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Zuidoost-Brabant Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Zuidoost-Brabant Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Zuidoost-Brabant Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie

Nadere informatie

Protocol meldcode. Huiselijk geweld en kindermishandeling. OBS Prins Claus

Protocol meldcode. Huiselijk geweld en kindermishandeling. OBS Prins Claus Protocol meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling OBS Prins Claus Linschoten januari 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Leerkrachten... 3 Intern begeleider/directrice... 3 Verwijsindex...

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Rekenkamercommissie Wijdemeren Rekenkamercommissie Wijdemeren Protocol voor het uitvoeren van onderzoek 1. Opstellen onderzoeksopdracht De in het werkprogramma beschreven onderzoeksonderwerpen worden verder uitgewerkt in de vorm van

Nadere informatie

Stappenschema 1: De vraagouder heeft een vermoeden dat het kind in het gastgezin wordt mishandeld

Stappenschema 1: De vraagouder heeft een vermoeden dat het kind in het gastgezin wordt mishandeld Stappenschema 1: De vraagouder heeft een vermoeden dat het kind in het gastgezin wordt mishandeld Fase 1: De vraagouder heeft een vermoeden De vraagouder legt de waarnemingen( eventueel) aan de gastouder

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de

Nadere informatie

Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd. Bevindingen en aanbevelingen

Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd. Bevindingen en aanbevelingen 1 Contactpersoon L.M.E.Menenti l.m.e.menenti@ nationaalrapporteur.nl T 06-4682 7508 S.J. Tjalsma s.j.tjalsma@ nationaalrapporteur.nl Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd Bevindingen

Nadere informatie

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving Aanpak: WIJ Eindhoven De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Lumens Groep

Nadere informatie

Veilig Thuis verbetert. Versie 02, november 2018

Veilig Thuis verbetert. Versie 02, november 2018 Veilig Thuis verbetert Versie 02, november 2018 Kwaliteitsimpuls en meer eenduidigheid in 2019 Veilig Thuis verbetert werkwijze De 26 Veilig Thuis organisaties hebben meer eenduidigheid en een kwaliteitsimpuls

Nadere informatie

Beter samenwerken. Minder regeldruk, meer tijd voor jeugdzorg

Beter samenwerken. Minder regeldruk, meer tijd voor jeugdzorg Beter samenwerken Minder regeldruk, meer tijd voor jeugdzorg Colofon Dit is een gezamenlijke uitgave van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Volksgezondheid,

Nadere informatie

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA)

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In

Nadere informatie

José Valks-Smits, vertrouwensarts Veilig Thuis

José Valks-Smits, vertrouwensarts Veilig Thuis José Valks-Smits, vertrouwensarts Veilig Thuis Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) + Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) = Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling : AMHK Voor alle

Nadere informatie

De kwaliteit van de ambulante jeugdhulp bij De Opvoedpoli

De kwaliteit van de ambulante jeugdhulp bij De Opvoedpoli De kwaliteit van de ambulante jeugdhulp bij De Opvoedpoli Hertoets Utrecht, april 2016 1 Inspectie Jeugdzorg Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie

Nadere informatie

Aanpak: Versterkt Verder. Beschrijving

Aanpak: Versterkt Verder. Beschrijving Aanpak: Versterkt Verder De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: MEE IJsseloevers

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Inhoudsopgave Inleiding.... 2 1. Stappenplan vermoedens van kindermishandeling.... 2 2. Meldcode van De Uilenburcht: Vermoedens van Kindermishandeling... 3 2.1. Protocol Meldcode op De Uilenburcht... 3

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Handelingsprotocol Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling Basisschool Meander

Handelingsprotocol Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling Basisschool Meander Handelingsprotocol Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling Basisschool Meander Doel van de meldcode: Professionals ondersteunen bij het omgaan met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

van de vertrouwenscommissie HANDELINGS-PROTOCOL Seksueel Misbruik

van de vertrouwenscommissie HANDELINGS-PROTOCOL Seksueel Misbruik van de vertrouwenscommissie HANDELINGS-PROTOCOL Seksueel Misbruik hoofdlijnen De zij kennis vertrouwenscommissie heeft uitgewerkt. acht genomen zich verantwoordelijk In van heeft praktijk beschuldigingen

Nadere informatie

Risicomanagement in de jeugdbescherming bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam

Risicomanagement in de jeugdbescherming bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam Risicomanagement in de jeugdbescherming bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam Inspectie jeugdzorg Utrecht, oktober 2008 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De stadsregio Amsterdam heeft de Inspectie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346

Rapport. Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346 Rapport Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346 2 Klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoekster klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, vestiging Roosendaal, zonder

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Horizon

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Horizon Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Horizon Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008

Nadere informatie

AMK: Bij een vermoeden van kindermishandeling

AMK: Bij een vermoeden van kindermishandeling AMK: Bij een vermoeden van kindermishandeling 2 AMK: Bij een vermoeden van kindermishandeling Een kind kan niet altijd voor zichzelf opkomen. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is er om kinderen

Nadere informatie

Casusonderzoek SGJ. Onderzoek na het seksueel misbruik van een meisje

Casusonderzoek SGJ. Onderzoek na het seksueel misbruik van een meisje Casusonderzoek SGJ Onderzoek na het seksueel misbruik van een meisje Inspectie Jeugdzorg Utrecht, mei 2012 Samenvatting In september 2011 ontvangt de Inspectie Jeugdzorg een melding van Stichting Gereformeerd

Nadere informatie

Jeugdhulpverlening Informatie voor ouders/verzorgers

Jeugdhulpverlening Informatie voor ouders/verzorgers Jeugdhulpverlening Informatie voor ouders/verzorgers Inhoudsopgave Algemene informatie over Bureau Jeugdzorg Limburg Jeugdhulpverlening Aanmelding Zorgmelding Welke regelingen kunnen voor u van belang

Nadere informatie

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK)

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) Artikel 3 IRVK 1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk

Nadere informatie